UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
How a true fan expresses his love… Een kwantitatief onderzoek naar het participatiegedrag van Vlaamse fans van televisieseries.
Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden: 17.298
KIMBERLEY GABRIEL
MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting FILM- EN TELEVISIESTUDIES
PROMOTOR: DR. SANDER DE RIDDER COMMISSARIS: DR. FREDERIK DHAENENS
ACADEMIEJAAR 2014 – 2015
Inzagerecht in de masterproef (*)
Ondergetekende, ……………………………………………………. geeft hierbij toelating / geen toelating (**) aan derden, niet behorend tot de examencommissie, om zijn/haar (**) proefschrift in te zien.
Datum en handtekening
…………………………..
………………………….
Deze toelating geeft aan derden tevens het recht om delen uit de scriptie/ masterproef te reproduceren of te citeren, uiteraard mits correcte bronvermelding.
(*) Deze ondertekende toelating wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren van de scriptie/masterproef die moet worden ingediend. Het blad moet ingebonden worden samen met de scriptie onmiddellijk na de kaft. (**) schrappen wat niet past
Voorwoord Graag wil ik via deze weg iedereen bedanken die me heeft geholpen deze masterproef tot een goed einde te brengen. In de eerste plaats gaat mijn dank uit naar mijn promotor, Dr. Sander De Ridder, die me hielp focus te geven aan mijn onderzoek en me de voorbije maanden begeleidde bij het uitwerken van mijn masterproef. Daarnaast bedank ik ook Serena D’Hooge voor haar hulp en tips bij de statistische uitwerking van mijn onderzoek. Ook wil ik Prof. Dr. Daniël Biltereyst bedanken, die me tijdens de derde bachelor begeleidde bij het maken van mijn onderzoekspaper, die het vertrekpunt vormde voor deze masterproef. Tevens dank ik alle respondenten die de tijd genomen hebben om mijn survey in te vullen. Tot slot wil ik ook mijn zus Evelyn bedanken voor het nalezen van de vele verschillende versies van deze masterproef en mijn familie voor hun steun, niet alleen tijdens het maken van deze masterproef, maar gedurende mijn volledige universitaire opleiding.
1
Abstract De moderne fans van televisieseries zijn geen passieve consumenten. Integendeel, ze schrijven fanfictie, bezoeken fandagen, volgen acteurs op Twitter… . Fans vormen een belangrijke afzetmarkt voor de producenten. In het verleden werd dan ook al veel onderzoek gevoerd naar fans. Er is echter een hiaat te vinden binnen dit onderzoek: de Vlaamse fans. Terwijl behoorlijk wat onderzoek focust op fans van Angelsaksische series, is weinig geweten over Vlaamse fans en hun participatiegedrag. Dit onderzoek brengt daar verandering in. Centraal wordt in deze thesis onderzocht op welke manieren Vlaamse fans participeren rond televisieseries. Het eerste deel van deze scriptie bestaat uit een literatuurstudie waarin dieper wordt ingegaan op het Amerikaans cultureel imperialisme, fans binnen een convergentiecultuur, het televisiepubliek, de participatiecultuur en verschillende participatievormen. Het tweede deel van deze scriptie bestaat uit een kwantitatief publieksonderzoek naar hoe Vlaamse fans hun liefde voor televisieseries uiten en of dit verschilt voor Engelstalige en Vlaamse series. De antwoorden van 99 respondenten op de online survey worden geanalyseerd met behulp van SPSS. Hieruit blijkt dat Vlaamse fans vaker passief zullen participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. Passief participeren heeft onder meer betrekking op het ‘liken’ van Facebookpagina’s, het delen van Tumblr-posts, het bekijken van fanfilmpjes of trailers op YouTube, enzoverder. Vlaamse fans zullen ook actief vaker participeren rond Engelstalige dan rond Vlaamse series. Zo schrijven ze vaker fanfictie, doen ze vaker aan cosplay en gaan ze vaker naar een fandag voor Engelstalige series. Enkel voor de minst populaire participatievormen, namelijk het maken van fanfilmpjes en het doen aan fansubbing, werd geen significant verschil gevonden tussen Engelstalige en Vlaamse series. Het feit dat de meeste participatievormen significant vaker uitgevoerd worden voor Engelstalige series, kan een incentive vormen voor de Vlaamse producenten om in de toekomst meer in te spelen op hun belangrijkste afzetmarkt: de fans.
2
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 1 Abstract ................................................................................................................................................... 2 Inleiding ................................................................................................................................................... 6 DEEL I: LITERATUURSTUDIE ..................................................................................................................... 8 1.
2.
Amerikaanse dominantie op de internationale televisiemarkt ...................................................... 8 1.1
Amerikaans cultureel imperialisme ......................................................................................... 8
1.2
Claims van het Amerikaans cultureel imperialisme ................................................................ 9
1.3
Kritiek op het Amerikaans cultureel imperialisme ................................................................ 10
Fans in een convergentiecultuur ................................................................................................... 11 2.1 Fans.............................................................................................................................................. 11 2.2 Convergentiecultuur.................................................................................................................... 11
3.
Televisie: publiek, kijkmotieven en kijkgedrag .............................................................................. 14 3.1 Televisiepubliek ........................................................................................................................... 14 3.2 Kijkmotieven ................................................................................................................................ 15 3.3 Kijkgedrag .................................................................................................................................... 15
4.
Participatie .................................................................................................................................... 16 4.1 Participatiecultuur ....................................................................................................................... 16 4.2 Verschillende vormen van participatie........................................................................................ 19 4.2.1 Fanfictie ................................................................................................................................ 19 4.2.2 Fansubbing, slash en shipping .............................................................................................. 20 4.2.3 Cosplay ................................................................................................................................. 20 4.2.4 Fanfilm .................................................................................................................................. 21 4.2.5 YouTube ................................................................................................................................ 21 4.2.6 Facebook .............................................................................................................................. 22 4.2.7 Tumblr .................................................................................................................................. 22 4.2.8 Twitter .................................................................................................................................. 22 4.2.9 Fandag .................................................................................................................................. 23 4.2.10 Wiki ..................................................................................................................................... 23 4.3 Participatie in Vlaanderen ........................................................................................................... 23
5.
Conclusie ....................................................................................................................................... 24
DEEL II: ONDERZOEK .............................................................................................................................. 25 1.
Onderzoeksopzet........................................................................................................................... 25
2.
Hypothesen ................................................................................................................................... 25 3
3.
Methode ........................................................................................................................................ 28 3.1
Steekproef ............................................................................................................................. 28
3.2
Onderzoeksmethode ............................................................................................................. 28
3.3
Materiaal ............................................................................................................................... 30
3.4
Procedure .............................................................................................................................. 31
4.
Resultaten...................................................................................................................................... 32 4.1
Actief participatiegedrag ....................................................................................................... 32
4.1.1
Fanfictie ......................................................................................................................... 32
4.1.2
Fandag ........................................................................................................................... 33
4.1.3
Fanfilm ........................................................................................................................... 33
4.1.4
Fansubbing .................................................................................................................... 34
4.1.5
Cosplay .......................................................................................................................... 34
4.1.6
Conclusie actief participatiegedrag ............................................................................... 34
4.2
Passief participatiegedrag ..................................................................................................... 36
4.2.1
Facebook ....................................................................................................................... 36
4.2.2
YouTube ......................................................................................................................... 37
4.2.3
Twitter ........................................................................................................................... 38
4.2.4
Tumblr ........................................................................................................................... 39
4.2.5
Fanwebsite .................................................................................................................... 40
4.2.6
Conclusie passief participatiegedrag ............................................................................. 40
5.
Bespreking en conclusie ................................................................................................................ 42
6.
Tekortkomingen en suggesties voor verder onderzoek ................................................................ 44
Bibliografie ............................................................................................................................................ 45 Bijlagen .................................................................................................................................................. 50 1.
Survey fanparticipatie ............................................................................................................... 50
2.
Output: steekproefpopulatie .................................................................................................... 64
3.
Output: fanfictie ........................................................................................................................ 64
4.
Output: fandag .......................................................................................................................... 67
5.
Output: fanfilm .......................................................................................................................... 69
6.
Output: fansubbing ................................................................................................................... 71
7.
Output: cosplay ......................................................................................................................... 73
8.
Output: ‘liken’ Facebook ........................................................................................................... 75
9.
Output: delen Facebook ............................................................................................................ 77
10.
Output: reageren Facebook .................................................................................................. 79 4
11.
Output: bekijken YouTube-filmpjes....................................................................................... 81
12.
Output: reageren YouTube-filmpjes...................................................................................... 85
13.
Output: delen YouTube-filmpjes ........................................................................................... 89
14.
Output: volgen Twitter .......................................................................................................... 91
15.
Output: retweeten Twitter .................................................................................................... 94
16.
Output: volgen Tumblr .......................................................................................................... 98
17.
Output: ‘liken’ Tumblr ........................................................................................................... 99
18.
Output: delen Tumblr .......................................................................................................... 102
19.
Output: fanwebsite ............................................................................................................. 104
20.
Output: Multiple response frequentietabellen downloaden/streamen series .................. 106
21.
Output: Multiple response frequentietabel sociale media ................................................. 107
22.
Output: Facebookcontact .................................................................................................... 108
23.
Output: frequentietabel delen fanfictie .............................................................................. 110
24.
Output: frequentietabel delen cosplayfoto’s of -filmpjes................................................... 110
25.
Output: lezen fanfictie......................................................................................................... 111
5
Inleiding De verhoudingen tussen de producenten en consumenten van media zijn al enige tijd aan het evolueren. Volgens verschillende ‘fandomtheoretici’ (Tulloch & Jenkins, 1995; Ross, 2008) zijn ‘spectatorship’ en receptie geen gepaste termen meer om het gedrag van fans van moderne mediaproducten te omschrijven. Op het internet merken we dat de moderne fans actief participeren/ produceren: ze schrijven fanfictie, maken fanvideo’s, discussiëren op online fora over hun favoriete reeks. Felschow (2010) benadrukt hierbij het onderscheid tussen ‘fans’ en ‘cult fans’, waarbij ‘cult fans’, eenvoudig gesteld, diegenen zijn die volop fanactiviteiten gaan uitvoeren. ‘Fandom’ krijgt steeds meer aandacht van publieksonderzoekers (Nikunen, 2007). In het verleden focuste onderzoek onder meer op het algemene fenomeen ‘fandom’ (Lewis, 1992; Alvermann & Hagood, 2000), op fandom rond specifieke films en series (Wood & Baughman, 2012), fandom in de digitale eeuw (Pearson, 2010)… . Wat echter opvalt bij deze fanstudies is dat er vaak gefocust wordt op Angelsaksische cultseries en hun fans. Ook als we online gaan merken we op dat vooral fanfictie geschreven wordt rond Engelstalige series, dat Tumblr volstaat met ‘gifs’ uit Engelstalige reeksen et cetera. Hoe zit het echter met de Vlaamse fans? Uit de ‘Thuisenquête’ uitgevoerd door ‘Dag Allemaal’ blijkt dat de Vlaamse fan wel degelijk meeleeft met zijn favoriete Vlaamse reeks. Ook de jaarlijkse fandagen van soaps als ‘Thuis’ tonen aan dat de Vlaamse series over een grote fanbasis beschikken. Zo wordt voor de volgende fandag van ‘Thuis’ op 23 mei 2015 weer een grote opkomst verwacht. Hoe komt het dan dat er bijna geen enkele fanfictie van Vlaamse soaps of series terug te vinden is? In deze thesis worden Vlaamse fans en hun participatiegedrag onderzocht aan de hand van een kwantitatief publieksonderzoek. Een onderzoek naar dit participatiegedrag is interessant vanuit wetenschappelijk oogpunt. In tegenstelling tot participatiegedrag rond Angelsaksische series waar talloze academische bronnen zich op toespitsen, is immers weinig geweten over de Vlaamse fans en hun participatiegedrag. Daarenboven kan dit onderzoek inzichten bieden voor de Vlaamse televisieindustrie. Indien zou blijken dat Vlaamse fans vaker participeren rond Angelsaksische series, kan dit een incentive zijn voor de industrie om een beter forum tot participatie te bieden voor fans en zo een sterkere fanbasis uit te bouwen. De centrale onderzoeksvraag in deze thesis luidt als volgt: ‘0p welke manieren participeren Vlaamse fans met tv-series?’. Met dit onderzoek willen we niet enkel het participatiegedrag nagaan van fans voor Vlaamse series, maar willen we dus ook te weten komen of er een verschil bestaat tussen het participatiegedrag van Vlaamse fans voor Engelstalige versus Vlaamse series.
6
Deelvragen die kunnen helpen om de onderzoeksvraag te beantwoorden zijn: -
Gebruiken Vlaamse fans Facebook, Tumblr… om te participeren?
-
Gebruiken Vlaamse fans andere sites (naast de sociale media) om op de hoogte te blijven over hun favoriete serie/ om te participeren (vb. fansites)?
-
Zijn er Vlaamse fans die op andere manieren participeren: fandagen, fanfictie schrijven, fanfilmpjes maken…?
Deze thesis gaat van start met een literatuurstudie. De onderzoeksvraag ‘Op welke manieren participeren Vlaamse fans met tv-series?’ vraagt immers meer duiding bij een aantal centrale begrippen. Als eerste wordt, wegens het grote contrast tussen Vlaamse en Engelstalige series op vlak van online aanwezigheid van fanfictie en andere fancreaties, dieper ingegaan op het Amerikaans cultureel imperialisme. Vervolgens wordt meer uitleg gegeven over het centrale onderzoeksobject, namelijk fans; en hun plaats binnen de convergentiecultuur. Daarna wordt dieper ingegaan op het televisiepubliek, de kijkmotieven en het kijkgedrag van mensen. Tot slot, sluit de literatuurstudie af met een bespreking van participatie. Meer specifiek wordt ingegaan op het concept ‘participatiecultuur’ en de verschillende vormen van participatie. Na de literatuurstudie volgt het onderzoekgedeelte van deze thesis. Dit deel gaat van start met een uiteenzetting van de onderzoeksopzet. Vervolgens worden twee hypothesen geformuleerd die kunnen helpen bij het zoeken naar een antwoord op de onderzoeksvraag. In de volgende sectie wordt de methode besproken, waarbij onder meer de steekproef, het materiaal en de gebruikte procedure beschreven worden. Hierna volgt het resultatengedeelte, dat opgedeeld is volgens de twee opgestelde hypothesen. De resultaten uit dit gedeelte worden vervolgens besproken in de conclusie en tot slot volgen nog enkele tekortkomingen en suggesties voor verder onderzoek.
7
DEEL I: LITERATUURSTUDIE 1. Amerikaanse dominantie op de internationale televisiemarkt Volgens een studie van Biltereyst en Meers (2000) is meer dan 50 procent van de geïmporteerde fictie in West-Europa afkomstig uit de Verenigde Staten. Deze instroom van Amerikaanse fictie en andere entertainmentprogramma’s wordt door velen als negatief bestempeld. Zo beschouwt ook George Lucas, bedenker van de ‘Star Wars’-franchise, de export van entertainment uit de Verenigde Staten als schadelijk voor de kijker die dit entertainment ontvangt (Mirrlees, 2013, p.19). Volgens Lucas werkt de import van entertainmentprogramma’s uit de VS destabiliserend voor de importerende landen, die een levensstandaard te zien krijgen die ze zelf niet (kunnen) hebben (Mirrlees, 2013, p.19). Vele journalisten, beleidsmakers en academici steunen Lucas in zijn negatieve visie ten opzichte van de Amerikaanse export en dit standpunt uitte zich in de jaren 1960 in het cultureel imperialisme-paradigma (Van Nieuwenhuyse, 2005). Andere termen die de negatieve visie op het verspreiden van de Amerikaanse cultuur naar de rest van de wereld duiden, zijn McDonaldization (Ritzer, 1990) en Dallasification (De Bens, Kelly & Bakke, 1992).
1.1 Amerikaans cultureel imperialisme Het ‘cultureel imperialisme’-paradigma werd ontwikkeld, tijdens de late jaren 1960 en begin jaren 1970, door academici binnen de communicatie- en mediastudies (Mirrlees, 2013, p.21). Herbert Schiller wordt gezien als de grondlegger van het cultureel imperialisme (Van Nieuwenhuyse, 2005). De academici die in de vroege jaren 1970 het cultureel imperialisme onderschreven, waren de eerste academici die kritisch onderzoek voerden naar hoe mediabedrijven en hun producten ongelijke machtsrelaties tussen de Verenigde Staten en andere landen konden versterken (Mirrlees, 2013, p.21). Aanhangers van dit cultureel imperialisme-paradigma zijn hoofdzakelijk bezorgd over de homogenisering en het verlies van de eigen culturele identiteit als gevolg van het Amerikaanse fictieaanbod in Europa (en de Derde Wereld) (Van Poecke & Van den Bulck, 1994, p.12). Nordenstreng en Varis (1974) zien Amerikaans cultureel imperialisme dan ook als een one-way street van programma’s van de VS naar de rest van de wereld, met entertainment (vooral fictie) als voornaamste programmacategorie. Amerikaanse programma’s die een wereldwijd succes kenden, zoals ‘Dallas’, dat een schoolvoorbeeld vormt van het Amerikaans cultureel imperialisme, stimuleerden gedurende de jaren 1980 het debat rond het Amerikaans cultureel imperialisme (Van Nieuwenhuyse, 2005, p.7). De term is niet enkel van toepassing op de flow van televisiecontent vanuit de VS naar de rest van de wereld, maar heeft eveneens betrekking op verschillende processen en effecten die de invloed van de VS op andere landen tonen, zoals bijvoorbeeld het wereldwijd 8
verspreiden van het ‘Amerikaans Engels’ (Mirrlees, 2013, p.21). Een eenduidige definitie van het Amerikaans cultureel imperialisme kan wegens deze ruime toepassingsmogelijkheden dus niet geformuleerd worden, maar de onderliggende ideeën komen duidelijk naar voor in de claims van de voorstanders van het paradigma.
1.2 Claims van het Amerikaans cultureel imperialisme Binnen het Amerikaans cultureel imperialisme-paradigma worden onder meer sterke claims gemaakt over de sociale en gedragseffecten van media, reclame en andere culturele krachten (Straubhaar, 2007, p.18). Zo stellen sommige aanhangers van dit paradigma dat geïmporteerde Amerikaanse entertainmentprogramma’s negatieve effecten teweeg brengen bij de lokale bevolking (Mirrlees, 2013, p.30). Deze academici geloven immers dat de lokale kijkers passieve (televisie)consumenten zijn, die via deze geïmporteerde Amerikaanse programma’s geconfronteerd worden met een levensstijl, ‘the American way of life’, die ze zelf niet kunnen bereiken. Deze confrontatie zou dan psychologische of culturele gevolgen kunnen hebben voor de lokale bevolking (Mirrlees, 2013, p.30). Op grotere schaal geloven de academici binnen het Amerikaans cultureel imperialisme-paradigma dat de grote hoeveelheid aan Amerikaanse fictie en andere entertainmentprogramma’s zal leiden tot een proces van verdere Amerikanisering en homogenisering van de Europese culturele diversiteit (Biltereyst, 1991, p.470). Ze zijn bezorgd dat de nationale en lokale culturen bedreigd worden door de kapitalistische mediamodellen uit de Verenigde Staten en dat het commerciële Amerikaanse entertainment zal leiden tot een culturele gelijkheid over de hele wereld (Mirrlees, 2013, p.26). Kapitalisme wordt immers gezien als een homogeniserende culturele kracht die leidt tot een consumentismecultuur (Straubhaar, 2007, p.18). Daarenboven claimen academici binnen het Amerikaans cultureel imperialisme-paradigma dat de wereld bestaat uit een sterk of dominant mediacentrum, namelijk de Verenigde Staten; en zwakkere of gedomineerde landen, namelijk alle landen behalve de VS (Mirrlees, 2013, p.26). Alles wat in dit mediacentrum gebeurt, beïnvloedt volgens deze academici alles wat in de rest van de wereld gebeurt (Mirrlees, 2013, p.26). Zoals eerder vermeld, spreken verschillende academici dan ook van een oneway street van content van de VS naar de rest van de wereld (Nordenstreng & Varis, 1974). Dit wordt volgens Schiller mede mogelijkheid gemaakt door de Amerikaanse overheid aan de hand van de ‘free flow of entertainment’-doctrine, die stelt dat alle nationale mediasystemen open moeten zijn (Mirrlees, 2013, p.28).
9
1.3 Kritiek op het Amerikaans cultureel imperialisme Sinds de jaren 1990 kreeg het Amerikaans cultureel imperialisme-paradigma alsmaar meer kritiek te verduren en werd het steeds minder populair (Mirrlees, 2013, p.36). Een eerste belangrijke kritiek is dat de kijkers helemaal niet zo passief zijn als initieel aangenomen door het cultureel imperialisme. Zelfs Schiller, de grondlegger van het cultureel imperialisme, stelt dat de kijkers geen passieve, hulpeloze dupes zijn, maar dat ze kritisch kunnen nadenken over de wereld waarin ze leven (Mirrlees, 2013, p.31). Verschillende studies naar het receptieproces van kijkers stellen dan ook de invloed van de Amerikaanse fictie (en andere entertainmentprogramma’s) in vraag (Biltereyst, 1991, p.471). Hall (1980) stelt dat niet enkel het programma (de stimulus) een effect genereert, maar dat een mogelijk effect eveneens gevormd wordt door de ruimere contextuele en persoonlijke ervaringen van de ontvanger, die het decoderingsproces beïnvloeden. De invloed van Amerikaanse fictie kan dus moeilijk los gezien worden van andere socio-economische ontwikkelingen (Biltereyst, 1991, p.472). Een ander punt van kritiek op het cultureel imperialisme is dat de Amerikaanse geïmporteerde producties minder populair zijn dan de lokale producties in vele Europese landen (Biltereyst, 1991, p.476). Dit gegeven in combinatie met het feit dat de meeste Europese landen het grootste deel van hun uitgezonden programma’s zelf produceren, reduceert opnieuw de mogelijke negatieve impact van de Amerikaanse programma’s (Straubhaar, 2007, p.171). Tot slot, bestaat er ook een contra-flow aan programma’s die geïmporteerd worden door de VS en is de one-way street van Nordenstreng en Varis dus niet langer van toepassing (Biltereyst et al., 2000, p.409). De sterke claims van het Amerikaans cultureel imperialisme kunnen dan misschien wel in vraag gesteld worden, toch blijft de VS een dominante speler op de internationale televisiemarkt (Van Nieuwenhuyse, 2005, p.9). Daarenboven vormt het internet tegenwoordig een nieuwe manier om deze Amerikaanse programma’s wereldwijd te verspreiden, denk maar aan bijvoorbeeld Netflix. Om te weten welke invloed deze enorme beschikbaarheid van Amerikaanse fictie heeft op de Vlaamse fans, is dringend nood aan nieuw publieksonderzoek dat rekening houdt met de veranderde, digitale omgeving. Er is nood aan publieksonderzoek dat fans beschouwt als leden van een convergentie- en participatiecultuur.
10
2. Fans in een convergentiecultuur 2.1 Fans De onderzoeksvraag bevraagt primair het gedrag van fans, maar wat wordt begrepen onder de term fans? Als we denken aan ‘fans’, denken we vaak in stereotypen: mensen die het verschil tussen realiteit en fictie niet goed vatten, die thuis blijven om naar ‘hun’ serie te kijken…, kortom we denken aan fanatiekelingen (Jenkins, 1992). ‘Fandom’ wordt vaak gezien als een vorm van deviant gedrag, maar het populaire consensus dat fandom een stigma is, waarbij men fans als passief en manipuleerbaar ziet, houdt niet langer stand (Alvermann & Hagood, 2000, p.437). Fans zijn deel van een grotere gemeenschap, het is een groep van mensen die in contact staat met anderen die hun interesses delen (Jenkins, 1992, p.23). Naar een televisieprogramma kijken, staat dus niet gelijk aan het lidmaatschap van een fangemeenschap (Baym, 2000). Een ‘echte’ fan is een persoon die tijd en energie investeert in het denken over of het interageren met een mediatekst (Booth, 2010, p.11). Een ‘echte’ fan moet kennis hebben van de interpretatieve conventies en collaboratieve metateksten die gebruikt worden om het televisieprogramma te lezen (Jenkins, 1992). Jenkins (1992) legt nadruk op het feit dat fans geen culturele dupes zijn, maar dat ze actief betekenis produceren en zelf culturele producties maken. Fans schrijven fanfictie, maken fanvideo’s, … . Hills (2002, p.11) voert aan: ‘Fan-consumers are no longer viewed as eccentric irritants, but rather as loyal consumers to be created…’. Vooral tv-producenten zijn hedendaags geïnteresseerd in de loyale consumptie van fans (Felschow, 2010). De producenten zien in de online fangemeenschappen mogelijkheden om een ingebouwd publiek met koopkracht te verzekeren (Felschow, 2010). Deze positieve blik op fans blijkt ook uit het academisch onderzoek. Waar vroeger vaak neergekeken werd op fans, zoals in het onderzoek van Janice Radway (1983), durven academici nu ook uitkomen voor hun voorliefde voor populaire series, zoals bijvoorbeeld Ien Ang (1982) die zelf een fan was van Dallas, waarvan de kijkers het subject van haar onderzoek vormden.
2.2 Convergentiecultuur Niet alleen de visie op fans is veranderd, ook de context waarin fans actief participeren heeft een transformatie gekend. Onder meer de komst van het internet heeft het engagement van trouwe kijkers versterkt doordat het discours mogelijk gemaakt heeft tussen fans van series over de hele wereld (Felschow, 2010). Producenten gebruiken daarenboven het internet om een ‘buzz’ te creëren rond hun serie en kijkersloyaliteit op te bouwen (Ross, 2008). De fans maken ook actief gebruik van de mogelijkheden van het internet. Terwijl men vroeger enkel kon lezen of kijken naar wat aangeboden werd, kunnen consumenten van een populaire tv-serie tegenwoordig het dialoog 11
aanpassen, afleveringen samenvatten, debatteren over de onderliggende betekenis, een originele fanfictie creëren, eigen soundtracks opnemen, hun eigen films maken – en dit allemaal wereldwijd verspreiden via het internet (Jenkins, 2004). Deze verandering in de manier waarop we media consumeren is het gevolg van mediaconvergentie (Jenkins, 2004, p.34). Verschillende auteurs hebben zich al gebogen over het onderwerp convergentie. Een van de belangrijkste auteurs is Jenkins. Jenkins (2006a) ziet convergentie als de flow van content tussen verschillende mediaplatformen, de samenwerking tussen verschillende media-industrieën, het vlottende gedrag van het mediapubliek dat via verschillende mediaplatformen op zoek gaat naar hun gewenste entertainmentervaring. Jenkins (2006a, p.282) definieert convergentie als volgt: ‘A word that describes technological, industrial, cultural and social changes in the ways media circulates within our culture. Some common ideas referenced by the term include the flow of content across multiple media platforms, the cooperation between multiple media industries, the search for new structures of media financing that fall at the interstices between old and new media, and the migratory behavior of media audiences who would go almost anywhere in search of the kind of entertainment experiences they want. Perhaps most broadly, media convergence refers to a situation in which multiple media systems coexist and where media content flows fluidly across them. Convergence is understood here as an ongoing process or series of intersections between different media systems, not a fixed relationship.’ In deze definitie benadrukt Jenkins een aantal belangrijke kenmerken van het begrip convergentie. In de eerste plaats wordt de klemtoon gelegd op het feit dat het niet enkel een technologische shift betreft. Convergentie is meer dan het gebruiken van één toestel voor verschillende functies, zoals een gsm die niet alleen een telecommunicatiemiddel is, maar ook een fototoestel, een gameconsole, een internetverbinding…(Jenkins, 2004). Convergentie is een ruimer fenomeen, het is een proces, geen eindpunt (Jenkins, 2004). Het gaat bij convergentie ook om industriële veranderingen. Er is een shift op vlak van eigendomspatronen in de media-industrie. De nieuwe mediaconglomeraten zijn niet, zoals het oude Hollywood, enkel geïnteresseerd in cinema, ze hebben belangen in de hele entertainmentindustrie (Jenkins, 2004). Denk maar aan mediabedrijven zoals News Corporation of Viacom die belangen hebben in print, film, tv, muziek, games… . Jenkins (2006a) wijst eveneens op de culturele en sociale veranderingen als gevolg van mediaconvergentie. Consumenten worden in een convergentiecultuur aangemoedigd om zelf op zoek te gaan naar nieuwe informatie en verbindingen te maken tussen verschillende soorten mediacontent. Jenkins (2006a) voegt daar aan toe dat mediaproducenten en mediaconsumenten in 12
deze convergentiecultuur niet meer van elkaar gescheiden kunnen worden. Ze zijn participanten die interageren met elkaar volgens een set van regels die niemand volledig begrijpt (Jenkins, 2006a, p.3). Zoals eerder vermeld, kunnen fans via het internet met elkaar interageren. We krijgen in de huidige digitale cultuur enorm veel informatie op ons afgevuurd die we onmogelijk allemaal kunnen onthouden. Conversatie met andere fans, over de media die we consumeren, kan orde scheppen in die stroom van informatie. Deze conversatie creëert bovendien een ‘buzz’, die sterk gewaardeerd wordt door de media-industrie (Jenkins, 2006a, p.4). Een tweede belangrijk punt bij de definitie van Jenkins, is dat convergentie niet enkel draait rond commercieel geproduceerde materialen en diensten. In de convergentiecultuur nemen mensen media ook in hun eigen handen (Jenkins, 2006a, p.17). Entertainment aangeboden door mediabedrijven is niet het enige dat via de verschillende mediaplatformen verspreid wordt. Onze levens, relaties, fantasieën,… maar ook user-generated content bevinden zich eveneens op deze mediaplatformen. Een kritiek van Driscoll en Gregg (2011, p.578) op Jenkins is dat hij de mogelijkheden van deze convergentiecultuur te rooskleurig voorstelt. De participatiemogelijkheden gecreëerd door de convergentiecultuur kunnen immers niet eenvoudigweg als goed bestempeld worden, maar houden ook risico’s in voor bijvoorbeeld jongeren die de gevaren van het internet niet kennen (Driscoll et al., 2011, p.578). Zowel Jenkins (2006a) als Deuze (2007) spreken over convergentie en mediaparticipatie als fenomenen die tegelijk top-down en bottom-up zijn. Dit lijkt contradictorisch. Aan de ene kant, wordt convergentie door bedrijven gezien als iets positief. Het biedt immers mogelijkheden voor mediaconglomeraten (Jenkins, 2004). Convergentie creëert niet alleen verschillende manieren om content te verkopen aan consumenten, maar zorgt er ook voor dat consumentenloyaliteit kan worden opgebouwd (Jenkins, 2006a). Daarenboven kunnen de mediabedrijven hun inkomsten doen stijgen door content die een succes is in één sector eveneens te exploiteren via andere mediaplatformen en hun eigen agenda ondersteunen door bijvoorbeeld via ‘hun’ tijdschriften reclame te maken voor ‘hun’ films (Deuze, 2007). Aan de andere kant, vormt een convergentiecultuur een bedreiging voor de mediabedrijven vanwege de vrijheid die er is voor de consumenten. Mediabedrijven moeten hun oude assumpties over de manier waarop media wordt geconsumeerd herzien. De nieuwe consumenten zijn immers actief, onvoorspelbaar, minder loyaal aan zenders, sociaal verbonden en nemen media in hun eigen handen (Jenkins, 2004). De mediabedrijven vrezen voor fragmentering van hun markt. Elke keer ze een kijker bewegen van tv naar internet, lopen ze het risico dat die consument niet meer terugkomt (Jenkins, 2006a, p.19).
13
De convergentiecultuur heeft ook de inhoud van de mediaproducten veranderd. Voordien richtten de mediabedrijven zich op een zeer breed publiek. Via zelfregulatie zorgde men ervoor dat de content geschikt was voor elk lid van de familie. Nu is er echter een verschuiving van ‘consensusstyle’ media naar narrowcasting, waarbij men gaat focussen op nichemarkten in plaats van een algemeen publiek (Jenkins, 2004). In deze context wordt verwacht dat de consument een actievere rol speelt in het bepalen wat geschikt is voor zijn/haar familie. Mediabedrijven richten zich bovendien ook meer op consumenten die bereid zijn via verschillende platformen het product te volgen en zich actief willen engageren (Jenkins, 2004). Er is echter één grote zorg wat betreft de convergentiecultuur, namelijk de concentratie van mainstream commerciële media. Er zijn een klein aantal multinationale mediaconglomeraten die alle sectoren van de entertainmentindustrie domineren (Jenkins, 2004). Crossmedia-ownership, wat zich voordoet in een convergentiecultuur, is immers een eerste stap in de richting van concentratie (Jenkins, 2006a). Deze concentratie kan nadelig zijn voor de diversiteit van de huidige mediaproducten. We kunnen besluiten dat alhoewel de convergentiecultuur nieuwe mogelijkheden biedt voor zowel consument als producent en de media-industrie (positief) aan het veranderen is, er toch met argwaan naar deze convergentie gekeken wordt.
3. Televisie: publiek, kijkmotieven en kijkgedrag Nu we meer weten over fans en convergentiecultuur, is het cruciaal om een beter zicht te krijgen op de kijkmotieven en het kijkgedrag van fans van tv-series. Denken we aan televisie dan denken we echter bijna automatisch aan de eindproducten, namelijk tv-programma’s. Abelman en Atkin (2002, p.1) zeggen hierover: ‘Without TV programs, there would be no TV viewers.’. Ze beklemtonen echter dat het omgekeerde eveneens van kracht is: zonder tv-kijkers, geen tv of tv-programma’s. Abelman et al. (2002) benadrukken hiermee de centrale rol van het publiek bij het bestaan van televisie.
3.1 Televisiepubliek Het televisiepubliek staat volgens Abelman et al. (2002) centraal bij de creativiteit en commerce rond tv. Kortweg stellen ze dat als er niemand geïnteresseerd is in een bepaalde serie, die serie er ook niet zal komen. Het tv-publiek zorgt ervoor dat de televisie-industrie innoveert, omdat de industrie aan hun interesse wil voldoen. Abelman et al. (2002, p.2) definiëren een publiek als leden van een collectief geheel, waarbij die leden allemaal geëngageerd zijn in eenzelfde activiteit op een specifiek moment, namelijk het ontvangen van een voorstelling gemaakt voor ons, het publiek. Ze poneren echter dat het televisiekijkend publiek een uniek publiek is vanwege een aantal factoren. Het tv-
14
kijkend publiek is bijvoorbeeld fysiek gescheiden van zowel de voorstelling als van de andere leden van het publiek. Door deze fysieke afstand kunnen we moeilijk reageren op de voorstelling, zeker als individu. We kunnen evenwel toch invloed uitoefenen als groep dankzij ons collectief kijkgedrag. Het succes van een programma is immers afhankelijk van onze dagelijkse of wekelijkse consumptie als massapubliek. Het tv-publiek is daarenboven onstabiel en gefabriceerd. Het is onstabiel wegens de grootte en samenstelling van het publiek, die verschilt van aflevering tot aflevering. Het is gefabriceerd, omdat we als publiek vaak gemanipuleerd worden om naar iets te kijken door promotie, programmeringsstrategieën… .
3.2 Kijkmotieven Er zijn reeds verschillende studies uitgevoerd naar de kijkmotieven van het televisiepubliek. Zowel Abelman et al. (2002) als Adriaens, Van Damme en Courtois (2011) halen het belang van gratificaties aan als reden om televisie te kijken. De term ‘gratificaties’ komt voort uit de Uses & Gratifications theorie. Deze theorie, die algemeen erkend wordt als een sub-traditie van het effectonderzoek, gaat uit van een actieve, doelgerichte mediagebruiker (Ruggiero, 2000). De theorie poneert dat mediagebruikers, zoals televisiekijkers, zich tot bepaalde media wenden om specifieke psychologische of sociale gratificaties te vervullen (Adriaens et al., 2011). Volgens Adriaens et al. (2011) leggen de studies die gebruik maken van deze theorie te veel nadruk op de individuele determinanten, toch gebruikten ze de theorie als startpunt van hun onderzoek. Ze concludeerden dat er vijf algemene kijkmotieven zijn: exploratie, amusement, kennis, sociale inclusie en escapisme, waarbij amusement het belangrijkste kijkmotief was voor jongeren (Adriaens et al., 2011, p.32). Abelman et al. (2002) haalden gelijkaardige motieven aan; mensen kijken volgens hen voor het plezier, escapisme, entertainment, maar ook voor relaxatie, voyeurisme, gezelschap, geruststelling en vanuit gewoonte.
3.3 Kijkgedrag Eens het publiek gevormd is en effectief overgaat tot het televisiekijken, ontstaat er een bepaald kijkgedrag. Uit het onderzoek van Barwise en Ehrenberg (1987) bleek dat hoe vaak iemand naar een serie kijkt positief correleert met hoe graag iemand die serie ziet. Met andere woorden: hoe vaker men naar een serie kijkt, hoe liever men naar die serie kijkt. Het onderzoek van Adriaens et al. (2011) geeft een beter zicht op het kijkgedrag, en meer algemeen het mediagebruik van jongeren. Een eerste belangrijke conclusie, die al eerder geformuleerd werd door Marshall, Gorely en Biddle (2006), is dat het aantal uren dat jongeren aan televisie besteden de laatste vijftig jaar relatief stabiel is gebleven. De komst van nieuwe media en de toegang tot het internet heeft dus zo goed als geen
15
impact gehad op de tijd gespendeerd aan televisie en de tv speelt nog altijd een belangrijke rol in het dagelijkse leven van jongeren. Jongeren leven tegenwoordig in een ‘multi-TV-set omgeving’ (Adriaens et al., 2011). Dit betekent dat in de huishoudens vaak meerdere televisietoestellen aanwezig zijn, waarbij ongeveer de helft van de jongeren (49,1%) een eigen toestel heeft (Adriaens et al., 2011, p.23). Deze toestellen bevinden zich vaak in de slaapkamer van de jongere. Livingstone (2007) spreekt over een ‘bedroom culture’ of slaapkamercultuur, waarbij de slaapkamer een mediarijke omgeving is geworden. Als men het heeft over de slaapkamercultuur, vermeldt men dit vaak in relatie tot de individualisering van de maatschappij. Het onderzoek van Adriaens et al. (2011) toont echter aan dat jongeren (61,8%) het liefst in familiecontext naar televisie kijken ook al heeft men toegang tot een eigen toestel. Dat men meer media in de slaapkamer heeft, wil dus niet per se zeggen dat men nog enkel tijd doorbrengt op hun slaapkamer. 57,6% van de jongeren gaat series live-streamen en dit betreft voornamelijk Amerikaanse series (Adriaens et al., 2011, p.25). 25% van de jongeren downloaden (voornamelijk Amerikaanse) films en series (Adriaens et al., 2011, p.26). Dus terwijl het aantal uren televisiekijken stabiel is gebleven, zijn er nog andere manieren bijgekomen om series te volgen. Televisie is dus nog lang zijn populariteit niet verloren en vele series kunnen via verschillende media rekenen op een stevige fanbasis.
4. Participatie Dit onderzoek focust echter niet op het kijkgedrag en de kijkmotieven van fans, wat hier echt van tel is, is het participatiegedrag. In dit onderdeel van de literatuurstudie volgt een bespreking van de participatiecultuur op zich, vervolgens een uiteenzetting van enkele vormen van participatie en ten slotte wordt een korte blik geworpen op onderzoek naar Vlaamse participatie.
4.1 Participatiecultuur We zijn reeds dieper ingegaan op de convergentiecultuur in de media. Deuze (2007) stelt dat deze convergentie, tussen massamediaproductie en individuele creativiteit, zich ontwikkelt in de context van een toenemende participatiecultuur. Wat houdt deze term participatiecultuur echter in? De online participatiecultuur is er niet gekomen van de ene op de andere dag. Delwiche en Henderson (2013) onderscheiden 4 fasen van participatiecultuur. De eerste fase betreft de opkomst van personal computers en het internet. Tijdens deze fase begon de visie van onderzoekers op het publiek te veranderen, waarbij men publiek niet langer als passief zag. In deze fase schreven veel onderzoekers rond fan-culturen, denk maar aan Jenkins of Ien Ang. Terwijl in deze fase het internet 16
nog in zijn beginschoenen staat, wordt het gebruiksvriendelijker en populairder in de tweede fase. De derde en de vierde fase van de participatiecultuur zijn het interessants. In de derde fase (19992004) was er de komst van gebruiksvriendelijke ‘web publishing systems’ die de barrières wegnamen voor burgers om zelf een site of andere online content te creëren. Later in de derde fase was er de komst van Napster (1999), de game EverQuest (1999), iPod (2001), het BitTorrent protocol (2001), Second Life (2003), MySpace (2003), Flickr (2004), Yelp (2004) en Facebook (2004). Sommige van deze platformen bestaan niet langer (in hun oorspronkelijke vorm), maar elk van hen representeerde een belangrijke stap voor de gewone mens om digitale informatie te delen, te annoteren, te publiceren en remixen van te maken. Kortweg maakten deze platformen online cultuurparticipatie mogelijk. De voorlopig laatste fase volgens Delwiche et al. (2013), van 2005 tot 2011, werd mogelijk gemaakt door de continue internetverbinding die we hedendaags ervaren. Er kwamen nieuwe toestellen zoals de iPhone (2007) waardoor mensen op elk moment van de dag kunnen participeren met hun favoriete series via mobiel internet. Bovendien worden, in deze vierde fase, sites zoals YouTube (2005) zelfs volledig gevuld door content van gebruikers. Carpentier (2009) wijst echter op het probleem van technologisch determinisme. Hij stelt dat velen de participatiemogelijkheden parallel zien aan de komst van de nieuwe Web 2.0-technologieën. Men gaat er van uit dat participatie mogelijk gemaakt werd door de digitalisering, terwijl men nu nog steeds, en ook voor de komst van het internet, weliswaar op andere manieren, participeert met de ‘oude’ media. Alhoewel dit een belangrijke opmerking is, wordt niet verder uitgeweid over deze kritiek van technologisch determinisme en de gevolgen ervan, aangezien deze scriptie hoofdzakelijk focust op digitale/online participatievormen. We hebben het gehad over het ontstaan van de participatiecultuur, maar we weten nog niet wat ‘participatiecultuur’ nu precies betekent. Jenkins (2006a, p.290) definieert participatiecultuur als een ‘culture in which fans and other consumers are invited to actively participate in the creation and circulation of new content’. Jenkins, Purushotma, Weigel, Clinton en Robinson (2009, p.5) stellen dat een participatiecultuur niet enkel een cultuur is die het creëren en distribueren van nieuwe content aanmoedigt, maar ook een cultuur die relatief lage barrières heeft voor artistieke expressie en burgerlijk engagement, een cultuur waarin kenners hun ervaringen en ‘know how’ doorgeven aan beginners, een cultuur waarvan de leden geloven dat hun bijdrage van belang is en waarin deze leden zich sociaal verbonden voelen met elkaar. Langzaamaan evolueren we weg van een wereld waarin enkelingen content produceren en de massa consumeert, naar een wereld waarin iedereen meer actief deelneemt aan de cultuur die geproduceerd wordt (Jenkins et al., 2009). Carpentier (2011) merkt op dat Jenkins participatie gelijkstelt met toegang tot en interactie met mediaorganisaties, terwijl volgens Carpentier participatie en interactie twee verschillende concepten 17
zijn. Hierbij stelt Carpentier (2011) dat interactie terugslaat op de traditionele processen van betekenisgeving en interpretatie, die gestimuleerd worden door het consumeren van media. Participatie daarentegen verwijst naar twee intergerelateerde vormen van participatie: participatie in en participatie via media. Wij zijn vooral geïnteresseerd in de participatie in de media, wat staat voor participatie van niet-professionelen in de productie van media-output (content-gerelateerde participatie) en in media ‘decision-making’ (structurele participatie). Zoals eerder vermeld, waarschuwt Carpentier (2009) voor technologisch determinisme in verband met participatie. Opnieuw merken we echter dat Jenkins et al. (2009) stellen dat een participatiecultuur onder meer ontstaat als reactie op de explosie van nieuwe mediatechnologieën. Terwijl Jenkins dus het belang van mediatechnologieën voor participatiecultuur benadrukt, wil Carpentier de impact van deze technologieën op participatie net nuanceren. Het is echter zo dat we in een tijdperk leven waarin vele nieuwe technologieën zeer veel nieuwe mogelijkheden bieden waardoor we soms de ‘oude’ media en hun participatiemogelijkheden uit het oog verliezen, wat echter niet betekent dat deze geen belangrijke rol meer kunnen spelen. Jenkins (2006a) gaat uit van de assumptie dat het toenemen van participatie positief is voor de populaire cultuur. Er zijn echter partijen die weigerachtig staan ten opzichte van een evolutie naar een participatiecultuur. Vaak staan fans en mediabedrijven lijnrecht tegenover elkaar in dit debat. Mediaorganisaties houden immers vast aan een strikte controle over hun intellectuele eigendom, waarbij zij als enige de officiële versie en interpretatie van hun product willen verspreiden, terwijl fans intellectuele eigendom beschouwen als ‘shareware’ (Jenkins, 2006a). Fans willen dat iedereen kan participeren in de creatie en circulatie van content en ze aanvaarden niet dat mediaconglomeraten als enige een gereguleerde, definitieve versie van een mediaproduct mogen verspreiden. Alhoewel hij stelt dat ‘broadcast media’ noodzakelijk zijn als we niet willen overblijven met eindeloze culturele fragmentatie, beklemtoont Jenkins (2006a) dat het participatiepotentieel uitgebreid moet worden omdat dit opportuun is voor culturele diversiteit. Hiermee staat Jenkins dus in de hoek van de fans. Het kan echter ook anders. Er zijn voorbeelden van mediaparticipaties die net aangemoedigd worden door de mainstream media. Denk maar aan George Lucas, maker en bedenker van de Star Wars-films, die net het maken van fan-films toejuichte (Deuze, 2006). Er zijn ook mediabedrijven die zich uit noodzaak tot participatie wenden. Participatie kan immers een oplossing bieden voor mediabedrijven die hun publiek kwijtspelen aan de concurrentie (Jenkins, 2006a). Tot slot zijn er nog twee zaken het vermelden waard in verband met participatiecultuur. Ten eerste vormt mediaconcentratie een probleem voor participatie. Concentratie verstikt niet alleen de
18
competitie en vermindert de diversiteit, maar concentratie van mediabedrijven doet eveneens de barrières voor participatie stijgen (Jenkins, 2006a). Ten tweede stelt Jenkins (2006a) dat participatie van fans voortkomt uit een combinatie van frustratie en fascinatie. In de eerste plaats moet er fascinatie zijn, anders gaan de fans geen incentive hebben om zich te engageren ten opzichte van een bepaald product. In de tweede plaats moet er frustratie zijn. Als er immers geen bepaald niveau van frustratie is, dan is er ook geen drijfveer om de content te herwerken in de vorm van fanfictie of andere vormen van participatie.
4.2 Verschillende vormen van participatie Nu we een duidelijk beeld hebben van wat participatiecultuur inhoudt, volgt een bespreking van verschillende vormen van participatie. Dit betreft geen exhaustieve lijst van de participatievormen, aangezien er te veel participatievormen bestaan om alle in deze literatuurstudie te bespreken. Alle participatievormen die in het onderzoek bevraagd worden, krijgen natuurlijk wel een uitgebreide uiteenzetting. 4.2.1 Fanfictie Een eerste en waarschijnlijk de meest gekende vorm van fanparticipatie is het schrijven van fanfictie, ook wel ‘fanfic’ genoemd. De term fanfictie refereerde oorspronkelijk naar proza die verhalen ‘hervertelden’ en personages haalden uit massamediacontent (Jenkins, 2006a, p.285). Sommige academici gebruiken heel brede definities om de term fanfictie te duiden. Zo beschrijft Schwabach (2009, p.388) fanfictie als ‘all derivative fiction and related works created by fans, whether authorized or unauthorized by the author of (or current right-holder in) the original work’. De definitie van Schwabach (2009) markeert het grootste probleem met fanfictie, namelijk dat fans de intellectuele eigendomsrechten van de oorspronkelijke maker breken door het maken én (online) verspreiden van fanfictie. Dit vormt een dilemma voor de rechtenhouders. Aan de ene kant kan fanfictie een verlies aan mogelijke inkomsten betekenen, aan de andere kant zijn de schrijvers van fanfictie net de belangrijkste afzetmarkt voor hun product en willen ze hun beste consumenten niet afschrikken door middel van rechtszaken omtrent eigendomsrechten (Schwabach, 2009). Strikt genomen, betekent de brede definitie van Schwabach (2009) dat een werk zoals Meyers ‘Twilight’ gezien kan worden als fanfictie van Jane Austins ‘Pride and Prejudice’ (Brennan & Large, 2014, p.28). In de context van het huidig onderzoek is het dus beter een engere definitie toe te passen, zoals die van Tushnet. Fanfictie is volgens Tushnet (1997, p.655) ‘any kind of written creativity that is based on an identifiable segment of popular culture, such as a television show, and is not produced as “professional writing”’. Het schrijven van fanfictie is en blijft, ongeacht de 19
problemen met de rechtenhouders, een populaire vorm van fanparticipatie. Terwijl de eerste grote fans van series en films nog gedrukte versies van fanzines moesten verspreiden, is mediafandom vandaag groter en luider dan ooit tevoren. Het is tegenwoordig dan ook zeer eenvoudig om via het internet fanfictie te verspreiden. Zo is FanFiction.net, opgericht in 1998, geëvolueerd tot het grootste multifandom archief ter wereld, met honderdduizenden verhalen geschreven door fans van series, films, games… (Hellekson & Busse, 2006). 4.2.2 Fansubbing, slash en shipping Enkele subgenres van fanfictie zijn ‘fansubbing’ en ‘slash’. Fansubbing is het maken van ondertitelingen voor televisieseries, cartoons en films in een taal waarin het desbetreffende product nog niet verspreid werd (Chaume, 2013). De fans downloaden de serie, cartoon of film van het internet en gebruiken montageprogramma’s om ondertitelingen toe te voegen. Vervolgens verspreiden ze deze filmpjes via het internet zodat fans aan de andere kant van de wereld, of althans fans die de desbetreffende taal spreken, van het resultaat kunnen genieten (Lee, 2011, p.1132). Zo zijn online bijvoorbeeld afleveringen van Engelstalige series, zoals ‘Grey’s Anatomy’, te vinden die in het Nederlands ondertiteld werden. De mediaproducenten zijn echter niet tevreden met deze vorm van fanfictie, aangezien fansubbing eveneens een inbreuk vormt op hun intellectuele eigendomsrechten (Lee, 2011). Daarenboven kan het voorkomen dat de desbetreffende serie, cartoon of film nog op een bepaalde (taal)markt verspreid moet worden en hier dus inkomsten verloren gaan ten gevolge van fansubbing. Slash, een ander subgenre van fanfictie, betreft fanfictie die focust op homo-erotische relaties tussen fictionele personages uit mediateksten (Jenkins, 2006a, p.292). Dit kan zowel gaan om geschreven fanfictie als fanfilmpjes. Zo bestaan er bijvoorbeeld YouTube-filmpjes over fantasierelaties tussen mannelijke ‘Lord of the Rings’-personages. ‘Shippers’ is de term die gebruikt wordt voor fans geïnteresseerd in de relaties tussen fictionele personages (Jenkins, 2006a, p.292). 4.2.3 Cosplay Cosplay is een minder gekende vorm van fanparticipatie. De term cosplay is een combinatie van de woorden ‘costume’ en ‘play’ (Winge, 2006, p.65). De term is afkomstig uit Japan en werd voor het eerst gebruikt door game-ontwerper Takahashi Nobuyuki in de jaren 1980 (Ito & Crutcher, 2014, p.47). Cosplay wordt dan ook meestal gelinkt aan Japanse anime, manga en de hieraan gerelateerde videogames (Ito et al., 2014; Winge, 2006). Lamerichs (2011) stelt echter dat de Westerse varianten van deze fanactiviteit ook onder de noemer cosplay geplaatst kunnen worden en dat cosplay dus niet beperkt is tot de Japanse cultuur. Meer concreet betekent cosplay dat fans van een populair cultuurproduct, zoals televisieseries, games of films, hun eigen kostuums maken geïnspireerd op 20
fictionele personages (Lamerichs, 2011). Cosplayers over de hele wereld komen samen op conventies om hun liefde voor bepaalde series, games of films met elkaar te delen (Winge, 2006). Vaak spenderen deze fans veel geld en tijd om zichzelf zo goed mogelijk te transformeren in een fictioneel personage (Winge, 2006). 4.2.4 Fanfilm Het maken van fanfilms is heden eveneens een populaire vorm van fanparticipatie. Fanfilms vormen de audiovisuele equivalent van fanfictie (Markman, 2005, p.5). Terwijl fanfictie kosteloos gemaakt kan worden, vraagt het maken van fanfilms een monetaire investering. Dankzij de beschikbaarheid van goedkope videocamera’s en montagesoftware vormt de kostprijs voor vele fans nog slechts een kleine barrière (Markman, 2005, p.5). Online zijn dan ook massaal veel fanfilms terug te vinden. Zo bestaan er online databases voor fanfilmproducties, zoals Force Flicks, waar voor ‘Star Wars’ alleen al meer dan 300 fanfilms terug te vinden zijn (Jenkins, 2006b, p.552). Terwijl fanfictie vaak geschreven wordt door vrouwen, is het maken van fanfilms een eerder mannelijk gebeuren (Markman, 2005, p.5). 4.2.5 YouTube Enkele sociale netwerksites hebben zich geprofileerd als handig forum voor het delen en ‘consumeren’ van verschillende vormen van fanparticipatie (zoals fanfilms, fanfictie, fanart…). Zo biedt YouTube, net zoals de fanfilmdatabases, een ideaal platform om fanfilmpjes met anderen te delen. Toen YouTube in 2005 werd opgericht, had het als doel het verwijderen van de technische barrières voor het delen van online video’s (Burgess & Green, 2009). De dag van vandaag is YouTube de grootste ‘user generated content’ site ter wereld (Cha, Kwak, Rodriguez, Ahn & Moon, 2007). Niet alleen amateurs en fans uploaden dagelijks filmpjes, ook grote bedrijven zoals televisiestations, sportbedrijven, grote adverteerders… maken gebruik van de mogelijkheid om hun publiek via deze weg te bereiken. Elk van deze gebruikers heeft zijn eigen doelen en collectief vormen ze een dynamisch cultureel systeem: ‘YouTube is a site of participatory culture’ (Burgess et al., 2009, p.vii). Er wordt echter ook kritiek geuit op YouTube, namelijk op het gebruik van illegale uploads. Dagelijks zijn er zo’n 65.000 uploads en volgens een studie van Vidmeter komt 10% van de filmpjes online zonder toestemming van de content-eigenaar (Cha et al., 2007). Los van deze kritiek, vormt YouTube een zeer mooi voorbeeld van de moderne participatiecultuur en biedt het voor fans de mogelijkheid om creatief bezig te zijn en hun creaties te delen met anderen (Cha et al., 2007).
21
4.2.6 Facebook Ook Facebook kan een goed platform vormen voor fans om te communiceren met elkaar. Facebook, opgericht door Marck Zuckerberg in 2004, is een ‘social network site’ met wereldwijd miljoenen gebruikers (Lin & Lu, 2011). Vele bedrijven, zo ook productiehuizen van films en televisieseries, maken voor hun bedrijf of product fanpagina’s aan (McCorkindale, 2010). Deze fanpagina’s, die vaak ook door de fans zelf aangemaakt en beheerd worden, bieden fans van over de hele wereld de kans aan om met elkaar foto’s, filmpjes en andere fan art te delen omtrent hun favoriete serie en fictionele personages. Zo telt de Facebookpagina van de serie ‘Supernatural’ meer dan 15 miljoen likes en vormt deze pagina dus een ideaal platform om met de ‘Supernatural’-fans te communiceren. 4.2.7 Tumblr Facebook kan fans dan wel samenbrengen op een fanpagina, maar een andere ‘social network site’ die echt gekend staat voor de vele fandoms die er op terug te vinden zijn, is Tumblr. Deze ‘social network site’ is één van de populairste ‘microblogging’ sites (Chang, Tang, Inagaki & Liu, 2014). Tumblr, gecreëerd in 2007, biedt de mogelijkheid om relaties te vormen met andere gebruikers gebaseerd op gedeelde interesses (DeSouza, 2013). Zo worden online gemeenschappen opgebouwd van mensen die allemaal fan zijn van eenzelfde serie. Bij sites zoals Tumblr gaat het niet om wie je bent, maar om wat je graag hebt, waar je fan van bent. Deze anonimiteit onderscheidt Tumblr van andere ‘social network sites’ (DeSouza, 2013). Op Tumblr bestaan verschillende vormen van participatie. Gebruikers kunnen bestaande content delen, ze kunnen eigen creaties verspreiden of content gecreëerd door anderen ‘volgen’ (DeSouza, 2013). 4.2.8 Twitter Twitter werd gelanceerd in 2006, maar brak pas echt door bij het brede publiek in 2008 (Marwick & Boyd, 2011, p.142). Twitter is de grootste ‘microblogging’ site, maar heeft in tegenstelling tot Tumblr een beperking van 140 tekens per bericht of ‘tweet’ (Marwick et al., 2011, p.142). Wat betekent dat Twitter minder mogelijkheden biedt dan Tumblr om fancreaties te delen met andere fans. Zo kunnen op Tumblr afbeeldingen, audiomateriaal en filmpjes gepost worden, wat minder goed ondersteund wordt door Twitter (Chang et al., 2014). Twitter biedt echter wel de mogelijkheid om andere Twittergebruikers, zo ook bekende acteurs en actrices, te volgen en vormt zo ook een belangrijk netwerk voor fans (Marwick et al., 2011).
22
4.2.9 Fandag Nieuwe technologieën, zoals algemeen het internet en meer specifiek sites als YouTube, Facebook, Tumblr en Twitter, hebben nieuwsbrieven en magazines gemaakt door fans langzaamaan verdreven, maar fan-conventies blijven bestaan (DeSouza, 2013). Bij fan-conventies denken velen automatisch aan de ‘Star Trek’-fans die sinds hun eerste conventie in 1972, hedendaags nog steeds conventies bijwonen (Hellekson et al., 2006). Dichterbij en op kleinere schaal, bestaan er echter ook fandagen voor de fans van Vlaamse series. Zo kregen series als ‘In Vlaamse Velden’, ‘De Rodenburgs’ en ‘Sara’ hun eigen fandag, waarop fans onder meer kennis konden maken met hun favoriete Vlaamse televisiesterren. Ook rond de populaire soap ‘Thuis’ wordt bijna jaarlijks een fandag voor de trouwe fans georganiseerd. 4.2.10 Wiki Een laatste en minder bekende vorm van participatie, is het aanmaken van wiki’s. Wiki’s zijn zeer populair in het uitbouwen van fandoms (Delwiche et al., 2013). Er zijn honderden wiki’s ontwikkeld ten dienste van fans zodat zij zich nog meer kunnen bezighouden met hun favoriete serie en acteur. Een wiki is een interactieve tekst die gemaakt wordt aan de hand van coöperatie en collaboratie, waar fans narratieve informatie over een bepaalde serie, personage of acteur kunnen verzamelen (Booth, 2010, p.91). Elke gebruiker kan tekstuele en visuele content toevoegen aan een wiki (Booth, 2010, p.92). Wiki’s zijn parateksten, het zijn onafhankelijke culturele werken die bestaan in relatie tot andere mediateksten. Fans kunnen dus hun eigen parateksten creëren in de vorm van fanfictie, remix video’s… (Delwiche et al., 2013). Een voorbeeld van een zeer populaire fan-wiki is de wiki rond de serie ‘Doctor Who’. De bovenstaande opsomming geeft enkele van de voornaamste voorbeelden van participatie door fans. Fans kunnen echter op ontelbare manieren participeren en kunnen dit al dan niet online, eventueel via ‘social network sites’, met andere fans delen. Wat vast staat, is dat er tegenwoordig heel wat technologieën voor handen zijn die het creëren van een online fangemeenschap en het delen van fancreaties met anderen heel wat eenvoudiger maakt dan vroeger.
4.3 Participatie in Vlaanderen Tot slot nog een woord omtrent publieksonderzoek naar participatie in Vlaanderen. Opmerkelijk is dat de meeste studies naar participatiegedrag zich niet richten op de online wereld, maar focussen op de klassieke manier van participeren, namelijk het bezoeken van de bioscoop, musea, concerten…(Vander Stichele & Laermans, 2006). Andere studies, zoals die van Adriaens et al. (2011), focussen dan wel op het gebruik van internet bij het downloaden of streamen van series, maar gaan 23
niet dieper in op wat naast het bekijken van series online gedaan wordt (zoals het verspreiden van fanfictie of lid zijn van een online fangemeenschap). Er is dus ruimte voor verder onderzoek naar fanparticipatie in Vlaanderen.
5. Conclusie Fans, en meer algemeen het publiek, worden al lang niet meer als een passieve, manipuleerbare massa beschouwd (Alvermann et al., 2000). We leven immers in een convergentie- en participatiecultuur, waarin de grens tussen consument en producent aan het vervagen is (Ross, 2008). De fans van tegenwoordig beschikken over technologieën die hen, meer dan ooit tevoren, in staat stellen om actief te participeren met hun favoriete series (DeSouza, 2013). Fans kunnen niet alleen fanficties en andere creaties maken, ze kunnen hun creaties nu ook via Tumblr, YouTube en andere online fora verspreiden en delen met andere fans. Deze nieuwe omgeving waar het delen van eigen creaties, op basis van bestaande content, zo makkelijk is geworden, is het onderzoeken waard. Daarenboven zorgen toepassingen als Netflix, die Amerikaanse content massaal onze huiskamers binnen brengen, voor nieuwe vragen in verband met het Amerikaans cultureel imperialisme. We moeten meer inzicht krijgen in de verschillende manieren waarop fans participeren rond Vlaamse en Engelstalige series. Er is immers al onderzoek naar cultuurparticipatie, maar dit beperkt zich al te vaak tot de ‘klassieke’ vormen van participatie zoals het bezoeken van musea en de cinema of het downloaden van films. Verder onderzoek moet ingaan op participatie door fans die niet enkel deelnemen aan evenementen gecreëerd door de industrie, zoals fandagen, maar die zelf, actief content creëren. Dit kan op het vlak van publieksonderzoek belangrijke info leveren, maar kan ook input geven aan de media-industrie over hoe men moet omgaan met deze veranderende mediaomgeving.
24
DEEL II: ONDERZOEK 1. Onderzoeksopzet In de voorgaande literatuurstudie werd dieper ingegaan op enkele belangrijke termen en fenomenen die het academisch kader van dit onderzoek schetsen: het Amerikaans cultureel imperialisme, fans, de convergentiecultuur, het televisiepubliek, het kijkgedrag en de kijkmotieven van het televisiepubliek, de participatiecultuur en verschillende participatievormen. Bovenstaande literatuurstudie vormt het kader voor onderstaand onderzoek en geeft aan wat op academisch vlak geweten is over fans en hun participatievormen ten opzichte van televisieseries. De opzet van deze thesis is om een exploratief onderzoek te voeren naar Vlaamse fans en hun participatiegedrag rond televisieseries. Uit bovenstaande literatuurstudie bleek immers dat slechts weinig geweten is over ‘de Vlaamse fan’ en zijn participatiegedrag. In onderstaand onderzoek wordt aan de hand van een survey antwoord gezocht op de vraag: ‘Op welke manieren participeren Vlaamse fans met tv-series?’. Hierbij wordt niet enkel de vraag gesteld op welke manieren Vlaamse fans participeren, maar zal ook onderzocht worden of er een verschil bestaat tussen de participatie rond Engelstalige series en de participatie rond Vlaamse series. In de volgende sectie worden enkele hypothesen geformuleerd die richting zullen geven aan het onderzoek en zo zullen helpen om ‘de Vlaamse fan’ beter te leren kennen.
2. Hypothesen In de bovenstaande literatuurstudie merken we dat er zeer weinig academische informatie te vinden is over het Vlaamse participatiegedrag. Daarentegen vinden we heel wat academische werken over het participatiegedrag rond populaire Engelstalige series of films. Ook online zijn de fans van Engelstalige series opvallend aanwezig. Denk maar aan de site FanFiction.net met zijn honderdduizenden fanficties, waarvan meer dan 200.000 over de ‘Harry Potter’-saga gaan (Hellekson et al., 2006, p.57) of de grote fanbasis voor ‘Doctor Who’, die gezorgd heeft voor de populairste wiki (Delwiche et al., 2013). Fanfictie, fanfilmpjes of andere fancreaties omtrent Vlaamse series zijn online echter veel moeilijker te vinden. Daarenboven stelde de studie van Adriaens et al. (2011) vast dat vooral Amerikaanse series gedownload of gestreamd worden. Dit doet vermoeden dat Vlaamse fans misschien wel participeren rond Engelstalige series, maar dit minder (actief) doen voor Vlaamse series. Deze vaststellingen geven aanleiding tot de eerste hypothese: Hypothese 1: Er wordt door Vlaamse fans vaker actief participatiegedrag getoond voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. 25
Zoals te merken valt in de formulering van hypothese 1 wordt in dit onderzoek niet enkel een opsplitsing gemaakt tussen verschillende participatievormen, maar wordt binnen deze participatievormen eveneens een onderscheid gemaakt tussen actief en passief participatiegedrag. De volgende hypothesen (hypothese 1a tot hypothese 1e) zijn van toepassing op de actieve participatievormen. Met ‘actief participatiegedrag’ wordt gedoeld op vormen van participatie waarbij de fan zelf content creëert aangaande een televisieserie en/of op een actieve manier bezig is met een televisieserie. Meer concreet wordt met ‘actief participatiegedrag’ dus het schrijven van fanfictie, het maken van een fanfilm, het ondertitelen van een serie of het cosplayen van een fictioneel personage bedoeld. Ook het bijwonen van een fandag wordt tot deze categorie gerekend. Het gaat hier niet om het maken van user-generated-content, maar de fan moet wel actief stappen ondernemen om een fandag bij te wonen. Zo moet hij/zij zich informeren over deze fandag, zich erheen verplaatsen en eenmaal daar deelnemen aan verschillende activiteiten, zoals bijvoorbeeld het ontmoeten van zijn/haar favoriete personage. Het bijwonen van een fandag mag bijgevolg als een actieve vorm van participatie beschouwd worden. Al deze vormen van ‘actief participatiegedrag’ werden in bovenstaande literatuurstudie uitgebreid besproken.1 Nu duidelijk is welke participatievormen onder de categorie ‘actief participatiegedrag’ vallen, kan hypothese 1 opgesplitst worden voor elk van deze participatievormen: Hypothese 1a: Vlaamse fans zullen vaker fanfictie schrijven over Engelstalige series dan over Vlaamse series. Hypothese 1b: Vlaamse fans zullen vaker een fandag bijwonen over Engelstalige series dan over Vlaamse series. Hypothese 1c: Vlaamse fans zullen vaker fanfilms maken over Engelstalige series dan over Vlaamse series. Hypothese 1d: Vlaamse fans zullen vaker aan fansubbing doen voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. Hypothese 1e: Vlaamse fans zullen vaker personages uit Engelstalige series cosplayen dan personages uit Vlaamse series. Naast de actieve participatievormen, worden in de survey ook de passieve participatievormen bevraagd. ‘Passief participatiegedrag’ betreft alle vormen van participatie waarbij de fan geen eigen content creëert aangaande de televisieserie en/of niet op een actieve manier bezig is met de 1
Zie DEEL I: LITERATUURSTUDIE: 4.2 Verschillende vormen van participatie.
26
televisieserie. Wat dan wel onder de categorie van ‘passief participatiegedrag’ valt, is het ‘liken’ van een Facebookpagina over een televisieserie of over een personage uit een serie en het reageren op of delen van een post op een dergelijke Facebookpagina. Ook het delen en ‘liken’ van een YouTubefilmpje over een bepaalde televisieserie of het schrijven van een reactie onder zo’n filmpje, wordt beschouwd als ‘passief participatiegedrag’. Een YouTube-filmpje over een televisieserie kan een fanfilm zijn, gecreëerd door andere fans, trailers of ander videomateriaal dat verspreid wordt door de producenten van een serie. Het volgen van acteurs/actrices op Twitter of het volgen van een account betreffende een televisieserie op Twitter, het delen van ‘tweets’ over televisieseries en het reageren op ‘tweets’ van één van de hiervoor vermelde Twitter-accounts, vallen ook onder de categorie ‘passief participatiegedrag’. Het volgen, delen en reageren op Tumblr-posts over televisieseries of over personages uit televisieseries behoort eveneens tot deze categorie. Tot slot is ook het bezoeken van een fanwebsite van een televisieserie een vorm van ‘passief participatiegedrag’. Het uitgangspunt van hypothese 2 is hetzelfde als dat van hypothese 1, namelijk dat er minder geparticipeerd zal worden rond Vlaamse dan rond Engelstalige series: Hypothese 2: Er wordt door Vlaamse fans vaker passief participatiegedrag getoond voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. Opnieuw kan deze hypothese opgesplitst worden. Ditmaal volgens het gebruik van de verschillende ‘social network sites’ en fanwebsites: Hypothese 2a: Vlaamse fans zullen Facebook vaker gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. Hypothese 2b: Vlaamse fans zullen YouTube vaker gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. Hypothese 2c: Vlaamse fans zullen Twitter vaker gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. Hypothese 2d: Vlaamse fans zullen Tumblr vaker gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. Hypothese 2e: Vlaamse fans zullen vaker fanwebsites bezoeken van Engelstalige series dan fanwebsites van Vlaamse series.
27
3. Methode 3.1 Steekproef Deze thesis focust op het participatiegedrag van Vlaamse fans, bijgevolg vormen deze Vlaamse fans ook de onderzoekspopulatie van dit onderzoek. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt op vlak van leeftijd, geslacht, statuut, afkomst of andere socio-demografische factoren. De definiërende kenmerken van de onderzoekspopulatie zijn dat de respondenten 1) Vlaams moeten zijn; en 2) fans moeten zijn van een Vlaamse en/of Engelstalige televisieserie. In totaal vulden 127 respondenten de survey in. In de oproep om deel te nemen aan de survey, werd steeds vermeld dat het een onderzoek naar Vlaamse fans betrof. Om volledig zeker te zijn dat enkel gegevens van Vlaamse fans verzameld werden, werd de nationaliteit van de respondenten gevraagd op het einde van de survey. 3 respondenten gaven aan de Nederlandse nationaliteit te dragen en werden bijgevolg uit de dataset verwijderd. Om zeker te zijn dat het effectief om ‘fans’ ging, werd de oproep verspreid via internetfora die enkel door fans gebruikt worden. Voor meer informatie omtrent het verspreiden van de survey, zie ‘Procedure’.2 Naast de 3 Nederlandse respondenten werden, na het uitvoeren van datacleaning, de antwoorden van 25 andere respondenten eveneens uit de dataset verwijderd, omdat ze de survey niet volledig hadden ingevuld. In totaal worden in dit onderzoek de antwoorden van 99 respondenten geanalyseerd. 19 van deze resterende 99 respondenten zijn mannen, 80 van hen zijn vrouwen. De onderzoekspopulatie bestaat voor het merendeel uit studenten van zowel middelbaar als hoger onderwijs. 64 van de 99 respondenten gaven aan student te zijn. 5 respondenten waren op het moment van de survey werkloos, 1 respondent was zelfstandige, 22 werkten als bediende en nog eens 7 gaven aan het statuut van arbeider te dragen. De jongste en oudste respondent, zijn respectievelijk 15 en 51 jaar oud. De gemiddelde leeftijd van de respondenten bedraagt 23,5 jaar (SD =5,85).3
3.2 Onderzoeksmethode Het doel van dit onderzoek is om na te gaan op welke manieren Vlaamse fans participeren rond hun favoriete televisieseries en of dit participatiegedrag verschilt voor Vlaamse en Engelstalige televisieseries. In de bovenstaande literatuurstudie worden verschillende vormen van participatie besproken, zoals het schrijven van fanfictie of het ‘liken’ van een Facebookpagina, die wereldwijd 2 3
Zie Methode: 3.4 Procedure. Zie bijlage 2: Output: steekproefpopulatie.
28
populair zijn bij fans. Om na te gaan of Vlaamse fans hun fandom aan de hand van deze participatievormen uiten, wordt gebruik gemaakt van een survey, die al de besproken participatievormen bevraagt. Er zijn verschillende voordelen verbonden aan het gebruik van een survey (Billiet & Waege, 2011). Ten eerste is er een lage kostprijs. Er werd gebruik gemaakt van online surveys, dit betekent dat geen papieren versies moesten gedrukt worden. Het gebruik van surveys is bijgevolg veel goedkoper dan het afnemen van face-to-face-interviews, waarbij onder meer verplaatsingen een grote kost kunnen vormen. Ten tweede is het gebruik van surveys tijdbesparend. Op enkele dagen tijd kan je al heel wat informatie verzamelen, terwijl het afnemen van interviews of focusgroepen zeer tijdrovend is. De antwoorden verkregen op basis van surveys zijn daarenboven meer gestandaardiseerd. Elke respondent krijgt identiek dezelfde vragen, terwijl een interviewer of moderator van een focusgroep de vragen niet altijd op exact dezelfde manier zal formuleren en zo onbewust de respondent kan beïnvloeden. Bij een goed opgestelde vragenlijst, zonder leidende vragen, zal er ook geen vertekening aanwezig zijn in de resultaten, wat wel kan optreden in een interview door de aanwezigheid van de interviewer. Ten slotte bestaat er ook een kans dat respondenten eerlijker zijn in het beantwoorden van vragen als ze dit kunnen doen zonder een interviewer of mededeelnemers die meeluisteren. Anonimiteit is dus een sterk argument in het voordeel van surveys. Participatiegedrag rond televisieseries lijkt dan wel geen onderwerp waar respondenten zich over zouden schamen, maar sommige fans kunnen zich toch teruggehouden voelen om bijvoorbeeld eerlijk over hun ‘cosplay-leven’ te praten in bijzin van anderen. Er zijn ook enkele nadelen verbonden aan het gebruik van surveys (Billiet et al., 2011). In de eerste plaats kan je bij een online survey niet ingrijpen als de respondent een bepaalde vraag niet begrijpt, wat bij een interview wel kan. Dit probleem werd opgevangen door de survey op voorhand te testen op verstaanbaarheid bij enkele testrespondenten. Een ander minpunt van het gebruik van surveys is dat de respondenten op voorhand de volledige vragenlijst kunnen doorlopen en zo hun eerste antwoorden kunnen afstemmen op wat nog komt. Dit vormt echter geen probleem als gebruik gemaakt wordt van een online survey die het onmogelijk maakt om de vorige vragen opnieuw te bekijken of te beantwoorden. Als de respondenten niet terug kunnen gaan naar een vorige vraag, betekent dit echter ook dat ze eventuele verkeerde antwoorden niet kunnen corrigeren eenmaal ze een volgende vraag bereikt hebben. 29
Een laatste argument tegen surveys, is dat niet-verbaal gedrag en spontane uitingen bij een survey niet geregistreerd kunnen worden. Niet-verbaal gedrag lijkt bij dit onderzoeksonderwerp echter niet belangrijk. Interviews kunnen dan wel een mooi inzicht geven in de perspectieven van de deelnemer op zijn eigen participatiegedrag (Baym, 2000, p.20), maar dit onderzoek heeft niet als doel de beweegredenen van de fans te kennen. Het is de bedoeling om het participatiegedrag van Vlaamse fans in kaart te brengen, wat dus het best gedaan kan worden aan de hand van een survey. Uit al deze voor- en nadelen kan afgeleid worden dat het afnemen van online surveys de beste methode is voor dit onderzoek.
3.3 Materiaal De survey die gebruikt werd voor dit onderzoek, betreft een enquête met open en gesloten vragen. De survey gaat van start met enkele openingsvragen over het algemene mediagebruik van de respondent (vb. Hoeveel computers hebben jullie thuis? Bekijk je televisieseries via internet (streamen)? Download je televisieseries? Welke sociale media gebruik je? …). Deze eerste vragen, vraag 1 tot 6, zijn gebaseerd op vragen uit de enquête gebruikt bij het onderzoek van Adriaens et al. (2011), dat het mediagebruik van jongeren onderzocht.4 De overige vragen zijn niet gebaseerd op andere onderzoeken, maar werden opgesteld aan de hand van de literatuurstudie. Na de openingsvragen, wordt vervolgens het participatiegedrag rond televisieseries bevraagd. Hierbij worden zowel de actieve participatievormen (het bijwonen van een fandag, het schrijven van fanfictie, het maken van een fanfilm…) als de passieve participatievormen (‘liken’ van fanpagina’s op Facebook, delen van YouTube-filmpjes, bezoeken van fanwebsites…) ondervraagd. Bij elke actieve participatievorm wordt een voorbeeld gegeven of wordt omschreven wat de participatievorm precies inhoudt, zodat alle respondenten begrijpen wat exact gevraagd wordt. Daarenboven wordt bij elke actieve participatievorm, aan de hand van een open vraag, eveneens gevraagd voor welke televisieseries men dit doet en in welke taal deze series oorspronkelijk gemaakt werden. Daarnaast wordt - indien van toepassing bij de bevraagde participatievorm - ook gevraagd in welke taal men participeert (vb. Indien men fanfictie schrijft, doet men dit in het Nederlands of in een andere taal?). Tot slot volgen enkele socio-demografische vragen om een beter inzicht te krijgen op de samenstelling van de onderzoekspopulatie (vb. leeftijd, geslacht, statuut…). De survey is integraal terug te vinden in de bijlagensectie van deze thesis.5
4 5
Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie: vraag 1 tot 6. Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie.
30
3.4 Procedure De survey voor dit onderzoek werd aangemaakt via Qualtrics, een online survey software-tool. Om zeker te zijn dat de survey goed verstaanbaar was en de aanwezigheid van een onderzoeker bijgevolg niet noodzakelijk was bij het invullen van de enquête, werd 5 testrespondenten gevraagd de survey in te vullen en vragen te stellen indien er onduidelijkheden waren. Na deze test en enkele kleine aanpassingen, bleek de survey klaar om verspreid te worden. De link naar de survey werd online verspreid via sociale media. Hoofdzakelijk werd gebruik gemaakt van Facebookpagina’s over televisieseries. Zo werd een oproep met de link geplaatst op Facebookpagina’s van Vlaamse televisieseries zoals ‘Thuis’, ‘Familie’, ‘Spitsbroers’, ‘De Biker Boys’…; maar ook op Facebookpagina’s van Engelstalige televisieseries zoals ‘Supernatural’, ‘Game of Thrones’, ‘Sherlock’, ‘Arrow’ en nog vele andere series. De oproep luidde als volgt: Hallo! Ben jij een grote Vlaamse fan van Thuis, Eigen Kweek of Nieuw Texas? Schrijf je soms fanfictie of maak je fanart over jouw favoriete televisieserie? Volg jij jouw favoriete acteurs/actrices op Twitter, Facebook of andere sociale media? Dan ben jij de perfecte kandidaat voor mijn thesisonderzoek! Laat me in deze korte enquête weten wat jij allemaal doet als fan en maak zo kans op een cinematicket! De televisieseries die als voorbeeld werden aangehaald in bovenstaande oproep, werden telkens aangepast aan wat fans op een specifieke pagina zou aanspreken. Naast Facebook, werd de oproep eveneens verspreid via YouTube. Zo werd de oproep geplaatst onder fanfilmpjes en trailers van ‘Game of Thrones’, ‘The Originals’, et cetera. Tot slot, werd de survey verspreid via fora op fanwebsites, bijvoorbeeld via de fanwebsite van ‘Thuis’. De survey werd voor het eerst verspreid op 6 april 2015 en werd na een periode van 20 dagen, op 26 april 2015, afgesloten. Gedurende deze periode werd verschillende keren een nieuwe oproep op andere Facebookpagina’s en onder andere YouTube-filmpjes geplaatst om zo voldoende respondenten te verkrijgen. Het doel was om circa 100 respondenten te vinden. Uiteindelijk vulden 127 respondenten de survey in, maar werd dit getal na datacleaning gereduceerd tot 99, wat nog steeds een voldoende groot aantal was voor dit exploratieve onderzoek. De analyse van de resultaten werd vervolgens uitgevoerd met behulp van SPSS.
31
4. Resultaten 4.1 Actief participatiegedrag Om na te gaan of er door Vlaamse fans vaker actief participatiegedrag vertoond wordt voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series (hypothese 1), werden in de survey verschillende actieve participatievormen bevraagd voor zowel Vlaamse als Engelstalige series. Om een uitspraak te kunnen doen over deze hypothese, worden eerst de deelhypothesen in verband met deze verschillende actieve participatievormen besproken. 4.1.1
Fanfictie
De eerste deelhypothese, hypothese 1a, stelt dat Vlaamse fans vaker fanfictie zullen schrijven over Engelstalige series dan over Vlaamse series. Om te bepalen of dit waar is voor de respondenten van dit onderzoek worden eerst de frequentietabellen van de variabelen ‘Fanfictie Vlaamse serie’ en ‘Fanfictie Engelstalige serie’ opgevraagd in SPSS. Uit deze frequentietabellen blijkt dat terwijl 29,3 procent van de respondenten aangeven ooit al eens fanfictie geschreven te hebben over een Engelstalige televisieserie, slechts 2,0 procent ooit fanfictie schreef over een Vlaamse televisieserie.6 Dit verschil van 27,3 procent ligt dus in lijn met de verwachtingen. Om echter concreet een uitspraak te kunnen doen over de eerste deelhypothese, moet getest worden of dit verschil significant is. De variabelen ‘Fanfictie Vlaamse serie’ en ‘Fanfictie Engelstalige serie’ zijn twee nominale variabelen. Wanneer in SPSS twee nominale variabelen vergeleken worden, wordt gewoonlijk gebruik gemaakt van een kruistabel en wordt daarbij Chi² geïnterpreteerd om de significantie te bepalen. Hier gaat het echter om twee gerelateerde groepen, in een 2x2-tabel, die met elkaar vergeleken worden, aangezien het om dezelfde respondenten gaat die twee gelijkaardige ja/nee-vragen beantwoord hebben.7 Daarom moet in dit geval gebruik gemaakt worden van de McNemar-toets. Uit de McNemar-toets blijkt dat we de nulhypothese, die stelt dat er geen significant verschil is tussen het schrijven van fanfictie over Engelstalige series en het schrijven van fanfictie over Vlaamse series, kunnen verwerpen, aangezien p <.001.8 De eerste deelhypothese is bijgevolg bevestigd: Vlaamse fans schrijven vaker fanfictie over Engelstalige series dan over Vlaamse series.
6
Zie bijlage 3.1: Output: frequentietabellen fanfictie. Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie: vraag 11 en 14. 8 Zie bijlage 3.2: Output: McNemar-toets fanfictie. 7
32
4.1.2
Fandag
De tweede deelhypothese in verband met het actief participatiegedrag van Vlaamse fans, hypothese 2a, poneert dat Vlaamse fans vaker een fandag over Engelstalige series zullen bijwonen dan een fandag over Vlaamse series. Het kan echter moeilijker zijn om een fandag over een Engelstalige serie bij te wonen, aangezien fans bijvoorbeeld naar het buitenland zouden moeten gaan om zo’n fandag bij te wonen, afhankelijk van de populariteit van een serie in Vlaanderen. Daarom werd in de survey aangegeven dat het zowel kan gaan over een fandag specifiek over een Engelstalige serie, als het bezoeken van een grotere conventie met de intentie om bepaalde acteurs van een specifieke serie te ontmoeten.9 Opnieuw worden eerst de frequentietabellen van de variabelen ‘Fandag Vlaamse serie’ en ‘Fandag Engelstalige serie’ opgevraagd in SPSS.10 Hieruit blijkt dat 9,1 procent van de respondenten aangeven ooit een fandag van een Vlaamse serie bijgewoond te hebben. Meer dan drie keer zoveel, namelijk 30,3 procent van de respondenten geven dan weer aan ooit een fandag van een Engelstalige serie bijgewoond te hebben. Ook deze cijfers liggen binnen de verwachtingen over het actief participatiegedrag. Om te testen of dit verschil significant is, wordt opnieuw gebruik gemaakt van de McNemar-toets. Uit de McNemar-toets kan afgeleid worden dat er een significant verschil is tussen het bijwonen van een fandag over een Engelstalige serie en het bijwonen van een fandag over een Vlaamse serie, aangezien p <.05.11 Vlaamse fans wonen dus vaker een fandag over een Engelstalige serie bij dan over een Vlaamse serie. 4.1.3
Fanfilm
De derde deelhypothese, hypothese 1c, luidt als volgt: Vlaamse fans zullen vaker fanfilms maken over Engelstalige series dan over Vlaamse series. Uit de frequentietabellen blijkt dat slechts 2,0 procent van de respondenten reeds een fanfilm gemaakt hebben over een Vlaamse serie en maar 7,1 procent van de fans ooit al een fanfilm maakten over een Engelstalige serie.12 Over het algemeen lijkt het maken van fanfilms dus geen populaire vorm van fanparticipatie voor de Vlaamse fans uit de steekproef. In lijn met de vorige resultaten in verband met het actief participatiegedrag ligt het percentage voor Engelstalige series opnieuw hoger dan dat voor Vlaamse series. Om nu te weten of er een significant verschil is, wordt de McNemar-toets uitgevoerd. Uit deze McNemar-toets blijkt dat
9
Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie: vraag 7 en 9. Zie bijlage 4.1: Output: frequentietabellen fandag. 11 Zie bijlage 4.2: Output: McNemar-toets fandag. 12 Zie bijlage 5.1: Output: frequentietabellen fanfilm. 10
33
er geen significant verschil is voor Engelstalige en Vlaamse series als het gaat over het maken van fanfilms, want p >.05.13 De derde deelhypothese kan dus niet bevestigd worden. 4.1.4
Fansubbing
De voorlaatste hypothese in verband met actief participatiegedrag, hythese 1d, stelt dat Vlaamse fans vaker aan fansubbing zullen doen voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. Uit de frequentietabellen blijkt dat, net zoals bij het maken van fanfilms, slechts een zeer klein percentage van de fans aan fansubbing doet. Zo deed maar 1,0 procent van de fans uit de steekproef ooit aan fansubbing voor een Vlaamse serie en slechts 2,0 procent van de respondenten geven aan ooit aan fansubbing gedaan te hebben voor een Engelstalige serie.14 Dit betekent dat er slechts een verschil van 1 procent is tussen het doen aan fansubbing voor Engelstalige en Vlaamse series. Uit de output van de McNemar-toets blijkt dan ook dat de nulhypothese, die stelt dat er geen verschil is tussen het doen aan fansubbing voor Engelstalige en voor Vlaamse series, niet verworpen kan worden, aangezien p >.05.15 De vierde deelhypothese kan dus ook niet bevestigd worden. 4.1.5
Cosplay
Tot slot, stelt de laatste deelhypothese in verband met het actief participatiegedrag, hypothese 1e, dat Vlaamse fans vaker personages uit Engelstalige series zullen cosplayen dan personages uit Vlaamse series. De frequentietabellen van de variabelen ‘Cosplay Vlaamse serie’ en ‘Cosplay Engelstalige serie’ tonen dat, terwijl slechts 5,1 procent van de fans personages uit Vlaamse series cosplayen, 36,4 procent van de respondenten al ooit eens personages uit Engelstalige series cosplayden.16 Om te controleren of dit verschil van 31,3 procent significant is, wordt de McNemartoets gebruikt. De output van deze toets toont aan dat Vlaamse fans significant vaker personages uit Engelstalige series zullen cosplayen dan personages uit Vlaamse series, want p <.001.17 Hiermee is de laatste deelhypothese bevestigd. 4.1.6
Conclusie actief participatiegedrag
In de voorgaande paragrafen werd voor vijf verschillende actieve participatievormen onderzocht of deze vaker uitgevoerd worden voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. Aan de hand van deze resultaten kan nu een conclusie getrokken worden over hypothese 1, die stelt dat door Vlaamse fans vaker actief participatiegedrag getoond wordt voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. 13
Zie bijlage 5.2: Output: McNemar-toets fanfilm. Zie bijlage 6.1: Output: frequentietabellen fansubbing. 15 Zie bijlage 6.2: Output: McNemar-toets fansubbing. 16 Zie bijlage 7.1: Output: frequentietabellen cosplay. 17 Zie bijlage 7.2: Output: McNemar-toets cosplay. 14
34
Het schrijven van fanfictie, het bijwonen van een fandag en het cosplayen van personages uit televisieseries wordt door Vlaamse fans significant vaker gedaan voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. Deze resultaten ondersteunen dus de verwachting van hypothese 1. Er kan echter geen eenduidige uitspraak geformuleerd worden over hypothese 1, aangezien de Vlaamse fans uit het onderzoek niet significant vaker fanfilms maken of aan fansubbing doen voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. Een verklaring voor deze resultaten kan zijn dat het maken van fanfilms en het doen aan fansubbing simpelweg geen populaire participatievormen zijn, ongeacht of het nu gaat om Engelstalige of Vlaamse series. Van de Vlaamse fans uit dit onderzoek maakten slechts 2,0 procent fanfilms voor Vlaamse series en 7,1 procent voor Engelstalige series.18 Deze cijfers liggen nog lager bij fansubbing, waar slechts 1,0 procent van de respondenten ooit aan fansubbing deden voor Vlaamse series en 2,0 procent voor Engelstalige series.19 Over het algemeen kan hier besloten worden dat geen enkele actieve participatievorm echt populair is voor Vlaamse series (zo geeft nooit meer dan 9,1 procent van de respondenten aan een actieve participatievorm uit te oefenen) en dat opmerkelijke verschillen waar te nemen zijn tussen het participatiegedrag voor Engelstalige versus Vlaamse televisieseries, ondanks de niet-significante verschillen voor deelhypothesen 1c en 1d. Tot slot zijn er nog enkele opvallende cijfers in verband met het actief participatiegedrag van de Vlaamse fans. Zo kiest 41,9 procent van de respondenten die fanfictie schrijven er voor deze fanfictie niet online met andere fans of vrienden te delen.20 Ook 31,7 van de fans die aan cosplay doen, kiest er voor om nooit foto’s of filmpjes van zichzelf online te delen met andere fans of vrienden. 21 Dit zou kunnen aantonen dat er onder de Vlaamse fans toch enige schaamte heerst rond het uitdrukken van hun liefde voor een televisieserie. Al kunnen er natuurlijk diverse andere redenen aan de basis liggen voor de beslissing om eigen fanfictie en/of cosplayfoto’s of –filmpjes niet te delen. Wat eveneens merkwaardig is, is dat terwijl 29,3 procent van de respondenten fanfictie schrijven over Engelstalige televisieseries, maar liefst 42,4 procent van de respondenten fanfictie lezen over Engelstalige series.22 Vlaamse fans zullen dus significant vaker fanfictie lezen over Engelstalige series dan ze het zullen schrijven (p <.05).23 Daarenboven zullen de Vlaamse fans, net zoals bij het schrijven van fanfictie, significant vaker fanfictie lezen over Engelstalige series dan over Vlaamse series (p <.001).24 Dit zou natuurlijk verklaard kunnen worden doordat online simpelweg veel meer fanfictie over Engelstalige series te vinden is dan over Vlaamse series. 18
Zie bijlage 5.1: Output: frequentietabellen fanfilm. Zie bijlage 6.1: Output: frequentietabellen fansubbing. 20 Zie bijlage 23: Output: frequentietabel delen fanfictie. 21 Zie bijlage 24: Output: frequentietabel delen cosplayfoto’s of -filmpjes. 22 Zie bijlage 25.1: Output: frequentietabellen lezen fanfictie. 23 Zie bijlage 25.3: Output: McNemar-toets schrijven vs. lezen fanfictie. 24 Zie bijlage 25.2: Output: McNemar-toets lezen fanfictie. 19
35
4.2 Passief participatiegedrag Net zoals bij het actief participatiegedrag, poneert de tweede hypothese dat Vlaamse fans vaker passief participatiegedrag zullen vertonen voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. In de survey werden verschillende passieve participatievormen bevraagd en deze participatievormen vormen de basis voor de deelhypothesen van hypothese 2. Om een conclusie te kunnen maken over hypothese 2 worden eerst deze deelhypothesen besproken. 4.2.1
Facebook
Een eerste passieve participatievorm betreft het gebruik van Facebook. De eerste deelhypothese, hypothese 2a, poneert dat Vlaamse fans Facebook vaker zullen gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. In de survey werden drie manieren aangehaald waarop fans via Facebook passief kunnen participeren: het ‘liken’ van Facebookpagina’s over televisieseries, het delen van statussen van deze Facebookpagina’s en het reageren op dergelijke statussen.25 De verwachting is dus dat elk van deze handelingen vaker uitgevoerd wordt voor Engelstalige televisieseries dan voor Vlaamse televisieseries. De frequentietabellen lijken deze verwachting te bevestigen. Zo ‘liken’ 50,5 procent van de fans Facebookpagina’s over Vlaamse series, ten opzichte van maar liefst 91,9 procent van de respondenten die Facebookpagina’s over Engelstalige series ‘liken’.26 19,2 procent van de fans delen statussen van Facebookpagina’s over Vlaamse series, terwijl 56,6 procent dit doet voor statussen van Facebookpagina’s over Engelstalige series.27 Ook bij het reageren op dergelijke Facebookstatussen vinden we gelijkaardige cijfers terug. Slechts 8,1 procent van de respondenten geven aan dit te doen op Facebookpagina’s over Vlaamse series, ten opzichte van 48,5 procent van de fans die reageren op statussen over Engelstalige series.28 Om te kunnen concluderen dat Vlaamse fans Facebook vaker gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series moet echter eerst gecontroleerd worden of bovenstaande handelingen effectief significant verschillen voor Engelstalige en Vlaamse series. De variabelen ‘Facebook ‘liken’ Vlaamse serie’, ‘Facebook ‘liken’ Engelstalige serie’, ‘Facebook delen Vlaamse serie’, ‘Facebook delen Engelstalige serie’, ‘Facebook reageren Vlaamse serie’ en ‘Facebook reageren Engelstalige serie’ zijn nominale variabelen. Net zoals bij de actieve participatievormen gaat het hier telkens om gerelateerde groepen in 2x2-tabellen en wordt dus gebruik gemaakt van de McNemar-toets om de significantie te testen. Uit deze McNemar-toetsen blijkt dat zowel het ‘liken’
25
Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie: vraag 39-41 en vraag 43-45. Zie bijlage 8.1: Output: frequentietabellen ‘liken’ Facebook. 27 Zie bijlage 9.1: Output: frequentietabellen delen Facebook. 28 Zie bijlage 10.1: Output: frequentietabellen reageren Facebook. 26
36
van Facebookpagina’s (p <.001), het delen van statussen van deze Facebookpagina’s (p <.001) en het reageren op dergelijke statussen (p <.001) significant verschilt voor Engelstalige en Vlaamse series.29 Bijgevolg kan hypothese 2a, die stelt dat Facebook vaker gebruikt wordt om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series, bevestigd worden. 4.2.2
YouTube
De tweede deelhypothese, hypothese 2b, stelt dat Vlaamse fans YouTube vaker zullen gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. De handelingen op YouTube die beschouwd worden als passief participeren zijn het bekijken van fanfilmpjes over televisieseries, het bekijken van trailers of andere fragmenten uit televisieseries, het reageren op dergelijke filmpjes en het online delen van YouTube-filmpjes over televisieseries. Het passief participeren via YouTube wordt gemeten aan de hand van 5-punten-Likert-schalen.30 De frequentietabellen tonen aan dat voor elke ‘passieve handeling’ op YouTube een hoger (cumulatief) percentage van de respondenten deze handelingen uitoefenen voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series. Zo bekijken 22,2 procent van de respondenten fanfilmpjes over Vlaamse series, ten opzichte van 76,8 procent voor fanfilmpjes over Engelstalige series.31 Alhoewel Vlaamse fans vaker trailers of andere fragmenten over Vlaamse series bekijken dan fanfilmpjes over Vlaamse series, namelijk 57,6 procent; is ook dit minder dan de 93,9 procent van de respondenten die trailers of andere fragmenten over Engelstalige series bekijken.32 Het reageren op YouTube-filmpjes vertoont gelijkaardige verhoudingen. Slechts 6,1 procent van de Vlaamse fans geven aan te reageren op fanfilmpjes over Vlaamse series, ten opzichte van 42,4 procent van de respondenten die reageren op fanfilmpjes over Engelstalige series.33 Op trailers of andere fragmenten over Vlaamse series reageren dan weer 8,1 procent van de Vlaamse fans, terwijl 39,4 procent van de fans reageren op trailers of andere fragmenten over Engelstalige series.34 Tot slot geven 22,2 procent van de respondenten aan YouTube-filmpjes over Vlaamse series te delen, terwijl bijna drie keer zoveel respondenten, namelijk 64,6 procent, YouTube-filmpjes over Engelstalige series delen.35 Aangezien het hier gaat om Likert-schalen en dus ordinale variabelen, kan in dit geval geen gebruik gemaakt worden van de McNemar-toets om te testen of er significante verschillen zijn tussen 29
Zie bijlage 8.2: Output: McNemar-toets ‘liken’ Facebook; bijlage 9.2: Output: McNemar-toets delen Facebook; en bijlage 10.2: Output: McNemar-toets reageren Facebook. 30 Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie: vraag 47 en 49. 31 Zie bijlage 11.1: Output: frequentietabellen bekijken fanfilmpjes. 32 Zie bijlage 11.2: Output: frequentietabellen bekijken trailers/ andere fragmenten. 33 Zie bijlage 12.1: Output: frequentietabellen reageren op fanfilmpjes. 34 Zie bijlage 12.2: Output: frequentietabellen reageren op trailers/ andere fragmenten. 35 Zie bijlage 13.1: Output: frequentietabellen delen YouTube-filmpjes.
37
Engelstalige en Vlaamse series bij het passief participeren via YouTube. Vermits gerelateerde groepen vergeleken worden en de variabelen van het ordinale meetniveau zijn, wordt in dit geval gebruik gemaakt van de Wilcoxon rangtekentoets. Uit de eerste Wilcoxon rangtekentoets kan afgeleid worden dat Vlaamse fans significant vaker fanfilmpjes over Engelstalige series zullen bekijken dan fanfilmpjes over Vlaamse series (Z=-7,32; p <.001).36 Daarenboven zullen Vlaamse fans ook significant vaker reageren op fanfilmpjes over Engelstalige series dan op fanfilmpjes over Vlaamse series (Z=-5,62; p <.001).37 Hetzelfde geldt voor trailers of andere fragmenten over televisieseries: Vlaamse fans zullen dergelijke YouTube-filmpjes over Engelstalige series significant vaker bekijken (Z=-6,80; p <.001) en zullen er significant vaker op reageren dan op trailers of andere fragmenten over Vlaamse series (Z=-5,34; p <.001).38 Tot slot kan de laatste nulhypothese, die stelt dat er geen verschil is tussen het delen van YouTube-filmpjes over Engelstalige series en over Vlaamse series, eveneens verworpen worden (Z=-6,10; p <.001).39 Hypothese 2b is hiermee bevestigd: Vlaamse fans gebruiken YouTube vaker om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. 4.2.3
Twitter
Hypothese 2c stelt dat Vlaamse fans Twitter vaker zullen gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. Passief participeren op Twitter betreft het volgen van acteurs/actrices uit een televisieserie of het volgen van Twitteraccounts over een televisieserie. Ook het retweeten van twitterberichtjes of ‘tweets’ van acteurs/actrices of Twitteraccounts over series wordt beschouwd als passief participeren.40 Terwijl slechts 14,1 procent acteurs/actrices van Vlaamse series volgt op Twitter, doen 47,5 procent van de respondenten dit voor acteurs/actrices uit Engelstalige series.41 12,1 procent van de respondenten geven dan weer aan Twitteraccounts over Vlaamse series te volgen, terwijl 42,4 procent van de respondenten Twitteraccounts over Engelstalige series volgen.42 Terwijl 14,1 procent van de respondenten acteurs/actrices uit Vlaamse series volgen, geeft slechts 5,1 procent van de respondenten aan hun ‘tweets’ te retweeten.43 Acteurs/actrices uit Engelstalige series worden door Vlaamse fans ogenschijnlijk vaker geretweet, liefst 29,3 procent geeft aan dit te doen. Ook de Twitteraccounts over televisieseries tonen gelijkaardige verhoudingen: slechts 4,0 procent geeft aan tweets van Twitteraccounts over Vlaamse 36
Zie bijlage 11.3: Output: Wilcoxon rangtekentoets fanfilmpjes bekijken. Zie bijlage 12.3: Output: Wilcoxon rangtekentoets fanfilmpjes reageren. 38 Zie bijlage 11.4: Output: Wilcoxon rangtekentoets trailers bekijken en bijlage 12.4: Output: Wilcoxon rangtekentoets trailers reageren. 39 Zie bijlage 13.2: Output: Wilcoxon rangtekentoets delen YouTube-filmpjes. 40 Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie: vraag 60-67. 41 Zie bijlage 14.1: Output: frequentietabellen volgen acteurs Twitter. 42 Zie bijlage 14.2: Output: frequentietabellen volgen Twitteraccounts. 43 Zie bijlage 15.1: Output: frequentietabellen retweeten acteurs. 37
38
series te retweeten, ten opzichte van 30,3 procent van de respondenten die dit doen voor Twitteraccounts over Engelstalige series.44 Al deze cijfers lijken de verwachting te bevestigen dat op Twitter vaker passief geparticipeerd wordt rond Engelstalige series. De variabelen gebruikt voor bovenstaande cijfers zijn nominale variabelen. Daarenboven gaat het ook hier weer om gerelateerde groepen in 2x2-tabellen, dus wordt er gebruik gemaakt van de McNemar-toets om een uitspraak te formuleren over de significantie van de verschillen tussen Engelstalige en Vlaamse series. Uit de eerste McNemar-toets kan afgeleid worden dat Vlaamse fans significant vaker acteurs/actrices uit Engelstalige series volgen dan acteurs/actrices uit Vlaamse series, want p <.001.45 Ook de tweede McNemar-toets bevestigt het vermoeden dat Vlaamse fans significant vaker Twitteraccounts over Engelstalige series volgen dan Twitteraccounts over Vlaamse series (p <.001).46 Tot slot tonen de derde en vierde McNemar-toets eveneens aan dat Vlaamse fans vaker acteurs/actrices uit Engelstalige series zullen retweeten (p <.001) en dat Vlaamse fans vaker Twitteraccounts over Engelstalige series zullen retweeten (p <.001).47 Vlaamse fans zullen dus Twitter vaker gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. Hiermee is hypothese 2c eveneens bevestigd. 4.2.4
Tumblr
De voorlaatste passieve participatievorm die getest wordt in dit onderzoek, betreft het gebruiken van Tumblr, de ‘social network site’ bij uitstek voor vele fandoms om passief te participeren. Hypothese 2d gaat er van uit dat Vlaamse fans Tumblr vaker zullen gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. Passief participeren via Tumblr werd in de survey gedefinieerd als het volgen, het ‘liken’ en het delen van posts over televisieseries.48 32,3 procent van de respondenten geven aan posts te volgen over Engelstalige series, terwijl slechts 4,0 procent van de respondenten dit doen voor posts over Vlaamse series.49 Het ‘liken’ van Tumblr-posts vertoont gelijkaardige cijfers: 3,0 procent geeft aan posts te ‘liken’ over Vlaamse series, tegenover 30,3 procent van de respondenten die dit doen voor posts over Engelstalige series.50 Ook het delen van
44
Zie bijlage 15.2: Output: frequentietabellen retweeten Twitteraccounts. Zie bijlage 14.3: Output: McNemar-toets volgen acteurs Twitter. 46 Zie bijlage 14.4: Output: McNemar-toets volgen Twitteraccounts. 47 Zie bijlage 15.3: Output: McNemar-toets retweeten acteurs en bijlage 15.4: Output: McNemar-toets retweeten Twitteraccounts. 48 Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie: vraag 68-73. 49 Zie bijlage 16.1: Output: frequentietabellen volgen Tumblr. 50 Zie bijlage 17.1: Output: frequentietabellen ‘liken’ Tumblr. 45
39
Tumblr-posts wordt slechts door 1,0 procent van de respondenten gedaan als het gaat om posts over Vlaamse series, terwijl maar liefst 27,3 procent posts deelt over Engelstalige series.51 Om bovenstaande verschillen te testen op significantie wordt gebruikt gemaakt van de McNemartoets. Uit de eerste McNemar-toets blijkt dat het volgen van Tumblr-posts significant verschilt voor Vlaamse en Engelstalige series en Vlaamse fans dus significant vaker posts over Engelstalige series volgen (p <.001).52 De tweede test bevestigt eveneens het vermoeden dat Vlaamse fans vaker Tumblr-posts zullen ‘liken’ over Engelstalige series dan over Vlaamse series (p <.001).53 Ook de derde test toont aan dat de Vlaamse fans uit dit onderzoek vaker Tumblr-posts delen over Engelstalige series dan over Vlaams series (p <.001).54 Zo kan hypothese 2d, die stelt dat Vlaamse fans Tumblr vaker zullen gebruiken om passief te participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series, bevestigd worden. 4.2.5
Fanwebsite
De laatste deelhypothese van hypothese 2, hypothese 2e, poneert dat Vlaamse fans vaker fanwebsites van Engelstalige series zullen bezoeken dan fanwebsites van Vlaamse series. De frequentietabellen van de nominale variabelen ‘Fanwebsite Vlaamse serie’ en ‘Fanwebsite Engelstalige serie’ tonen aan dat 23,2 procent van de fans uit het onderzoek fanwebsites van Vlaamse series bezoeken, terwijl 56,6 procent van de respondenten fanwebsites van Engelstalige series bezoeken.55 Deze cijfers liggen in lijn met de verwachtingen van hypothese 2e. Na het uitvoeren van de McNemar-toets, kan besloten worden dat Vlaamse fans significant vaker fanwebsites van Engelstalige series bezoeken dan fanwebsites van Vlaamse series (p <.001).56 Hierbij is dus ook de laatste deelhypothese, hypothese 2e, bevestigd. 4.2.6
Conclusie passief participatiegedrag
In de voorgaande paragrafen werd besproken of Vlaamse fans significant vaker passief participeren via Facebook, YouTube, Twitter, Tumblr en fanwebsites rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. In tegenstelling tot de deelhypothesen van hypothese 1, werden alle deelhypothesen van hypothese 2 bevestigd. Er kan dus gesteld worden dat Vlaamse fans vaker passief zullen participeren rond Engelstalige series dan rond Vlaamse series. Een verklaring hiervoor kan misschien gevonden worden in het feit dat de Vlaamse fans vooral Engelstalige series downloaden en/of streamen. Van 51
Zie bijlage 18.1: Output: frequentietabellen delen Tumblr. Zie bijlage 16.2: Output: McNemar-toets volgen Tumblr. 53 Zie bijlage 17.2: Output: McNemar-toets ‘liken’ Tumblr. 54 Zie bijlage 18.2: Output: McNemar-toets delen Tumblr. 55 Zie bijlage 19.1: Output: frequentietabellen fanwebsite. 56 Zie bijlage 19.2: Output: McNemar-toets fanwebsite. 52
40
de 88,9 procent van de respondenten die stellen soms series te downloaden of te streamen; doet maar liefst 93,3 procent dit voor Engelstalige series en slechts 15,6 procent streamt of downloadt Vlaamse series.57 Dit zou kunnen betekenen dat wanneer men online een Engelstalige serie bekijkt sneller de stap gezet wordt om ook online passief te participeren. Aan het begin van de survey werd de Vlaamse fans gevraagd welke sociale media ze gebruiken.58 Hierbij zijn enkele opvallende cijfers terug te vinden. Zo geeft 48,5 procent van de respondenten aan Twitter te gebruiken, terwijl maar liefst 47,5 procent van de Vlaamse fans uit het onderzoek acteurs/actrices uit Engelstalige series volgen op Twitter.59 Bijna alle Vlaamse fans die eveneens Twittergebruikers zijn, zullen Twitter dus aanwenden om passief te participeren rond hun favoriete series. Tumblr blijkt iets minder populair dan Twitter, slechts 32,3 procent van de respondenten geven aan deze ‘social network site’ te gebruiken.60 Bovenstaande resultaten tonen echter aan dat 32,3 procent van de respondenten Tumblr-posts volgen over Engelstalige series. Dit betekent dat alle fans die een Tumblr-account hebben, Tumblr zullen gebruiken om passief te participeren. Dit bevestigt de reputatie van Tumblr als ‘de social network site’ die fans samenbrengt. Ook Facebook brengt Vlaamse fans samen. Zo geven 38,4 procent van de respondenten aan ooit contact gezocht te hebben met andere fans van Engelstalige series.61 ‘Contact zoeken’ werd in de survey gedefinieerd als het toevoegen van andere fans als vriend, terwijl je hen enkel leerde kennen dankzij een bepaalde televisieserie.62 Facebook brengt dan wel Vlaamse fans van Engelstalige series samen, maar slechts 1,0 procent van de respondenten voegde ooit een andere fan van een Vlaamse serie toe als vriend. Opnieuw wordt hier een significant verschil geregistreerd tussen Engelstalige en Vlaamse series (p <.001).63
57
Zie bijlage 20: Output: Multiple response frequentietabellen downloaden/streamen series. Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie: vraag 6. 59 Zie bijlage 21: Output: Multiple response frequentietabel sociale media. 60 Zie bijlage 21: Output: Multiple response frequentietabel sociale media. 61 Zie bijlage 22.1: Output: frequentietabellen Facebookcontact. 62 Zie bijlage 1: Survey fanparticipatie: vraag 42 en 46. 63 Zie bijlage 22.2: McNemar-toets Facebookcontact. 58
41
5. Bespreking en conclusie ‘Spectatership’ en receptie zijn geen gepaste termen meer om het gedrag van fans van moderne mediaproducten te omschrijven (Tulloch et al., 1995; Ross, 2008). Uit bovenstaande resultaten blijkt dat deze stelling zeker van toepassing is voor ‘de Vlaamse fans’. Alhoewel niet elke participatievorm even populair blijkt, zo zijn het maken van fanfilms en het doen aan fansubbing de minst populaire participatievormen onder de Vlaamse fans, wordt door Vlaamse fans zowel actief als passief geparticipeerd rond televisieseries. Ze schrijven fanfictie, doen aan cosplay, ‘liken’ Facebookpagina’s over televisieseries, volgen hun favoriete acteur/actrice op Twitter en zo verder. Fans zijn dus niet passief en manipuleerbaar (Alvermann et al., 2000, p.437), zoals sommige academici binnen het Amerikaans cultureel imperialisme beweerden. De huidige convergentie- en participatiecultuur biedt de moderne fans immers heel wat mogelijkheden om te participeren en hier maken de fans gretig gebruik van. In dit onderzoek werd binnen de participatiemogelijkheden een onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve participatievormen. Het definiërende verschil tussen deze participatievormen, is dat bij passieve participatie geen content, zoals fanfictie of een cosplay-outfit, gecreëerd wordt door de fan, maar dat de fan toch op een of andere manier bezig is met een bepaalde televisieserie. Naast het maken van fanfilms en het doen aan fansubbing, blijkt uit de resultaten, dat alle actieve participatievormen weinig populariteit genieten bij de Vlaamse fans wanneer ze participeren rond Vlaamse series. Zo schrijven slechts 2,0 procent van de fans uit het onderzoek fanfictie over Vlaamse series, niet meer dan 9,1 procent woonde ooit een fandag bij over een Vlaamse serie en maar 5,1 procent van de respondenten cosplayen personages uit Vlaamse series. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat Vlaamse producenten strikt vasthouden aan hun intellectuele eigendomsrechten en het de fans zo moeilijk maken om te participeren. Het online verspreiden van fanfictie, fanfilms en fansubbing kan immers een inbreuk vormen op de rechten van de oorspronkelijke maker (Jenkins, 2006a; Schwabach, 2009). De actieve participatievormen, behalve het maken van fanfilms en het doen aan fansubbing, blijken echter wel populaire participatievormen voor Engelstalige series. Voor het schrijven van fanfictie, het bezoeken van fandagen en het cosplayen van personages, werd zelfs een significant verschil gevonden tussen Engelstalige en Vlaamse series. Alhoewel de eerste hypothese, die stelt dat Vlaamse fans vaker actief participatiegedrag vertonen voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series, niet bevestigd kan worden doordat het maken van fanfilms en het doen aan fansubbing niet significant verschilt voor Engelstalige en Vlaamse series, kan wel gesteld worden dat de actieve participatievormen populairder zijn bij Vlaamse fans wanneer ze participeren rond Engelstalige series.
42
Bij de passieve participatievormen is er een significant verschil tussen Engelstalige en Vlaamse series terug te vinden voor alle participatievormen. Vlaamse fans zullen dus vaker passief participatiegedrag vertonen voor Engelstalige series dan voor Vlaamse series (hypothese 2). De academici van het Amerikaans cultureel imperialisme zouden dit als bewijs kunnen beschouwen dat ook heden ten dage het Amerikaans cultureel imperialisme een dreiging vormt voor de culturele diversiteit en identiteit. Uit de survey bleek daarenboven dat, net zoals in het onderzoek van Adriaens et al. (2011), de fans uit dit onderzoek vooral Engelstalige series zullen streamen of downloaden. Zoals echter vermeld in bovenstaande resultatensectie, kan het feit dat voornamelijk Engelstalige series gedownload of gestreamd worden, misschien een verklaring bieden voor de verschillen in het participatiegedrag rond Engelstalige versus Vlaamse series. Als de fans immers reeds online kijken, kunnen ze sneller de stap zetten om ook online te participeren. Zo kunnen ze sneller Facebookpagina’s ‘liken’, acteurs/actrices volgen op Twitter, Tumblr-posts volgen, YouTubefilmpjes bekijken en fanwebsites bezoeken over de Engelstalige televisieseries die ze net online bekeken hebben. De invloed van de Engelstalige series op onze Vlaamse markt en fans is daarenboven niet per definitie negatief, zoals de academici binnen het Amerikaans cultureel imperialisme verwachten. Vlaamse fans kunnen bijvoorbeeld nieuwe mensen leren kennen dankzij hun voorliefde voor een bepaalde Engelstalige serie. Zo voegden 38,4 procent van de Vlaamse fans reeds vrienden toe op Facebook die ze leerden kennen via Facebookpagina’s over Engelstalige televisieseries. Daarenboven kunnen Vlaamse productiehuizen een voorbeeld nemen aan de marketingstrategieën van Amerikaanse, Britse… productiehuizen die er wel in slagen online fangemeenschappen aan zich te binden en zo een ingebouwd publiek te creëren (Felschow, 2010). Dat Vlaamse fans meer participeren rond Engelstalige series zou een incentive moeten vormen voor Vlaamse productiehuizen om meer in te spelen op hun fans. Zoals Abelman et al. (2002) stelden, moet de tvindustrie immers innoveren om aan de interesses van het publiek te blijven voldoen. Misschien ligt het dus niet aan de Amerikaanse import, maar aan een gebrek aan of te trage innovatie bij de Vlaamse producenten. Sommige productiehuizen lijken op de goede weg, zo werd op Facebook heel wat extra beeldmateriaal gedeeld van de serie ‘De Biker Boys’. Er is echter voor vele productiehuizen nog heel wat werk aan de winkel!
43
6. Tekortkomingen en suggesties voor verder onderzoek In deze thesis wordt dieper ingegaan op de verschillende manieren waarop Vlaamse fans participeren rond televisieseries. Een probleem echter bij dergelijk onderzoek is dat er niet zoiets bestaat als dé Vlaamse fan. Alle respondenten zijn Vlaams en zijn fans, maar niet iedereen binnen deze ruime groep houdt van dezelfde programma’s of is even gepassioneerd bezig met zijn favoriete serie. Daarom is het ook belangrijk om bovenstaande resultaten niet te veralgemenen naar alle Vlaamse fans. In toekomstig onderzoek zou men eventueel kunnen vragen hoeveel tijd men spendeert aan een televisieserie naast het louter kijken en zo een minimumgrens toevoegen vooraleer te spreken over een échte fan. Een tweede mogelijke tekortkoming van dit onderzoek, is dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen Vlaamse fans van Engelstalige series en Vlaamse fans van Vlaamse series. Waarschijnlijk kijken vele van de respondenten zowel Vlaamse als Engelstalige series, maar een onderscheid zou praktische voordelen kunnen inhouden. Indien exact hetzelfde onderzoek gevoerd zou worden, maar de respondenten opgesplitst worden in twee groepen, zouden bovenstaande resultaten bijvoorbeeld meer kracht dragen. Er zou immers absolute zekerheid zijn dat de lage (actieve) participatiecijfers bij Vlaamse series afkomstig zijn van fans van deze series en niet van fans van Engelstalige series. Tot slot nog enkele suggesties voor verder onderzoek. In bovenstaande bespreking wordt een link gemaakt tussen het online bekijken van series (via streamen of downloaden) en passief participatiegedrag. Er is echter verder onderzoek nodig om het bestaan van deze link aan te tonen. Indien deze link immers aangetoond kan worden, geeft dit een startpunt voor Vlaamse producenten om hun strategieën aan te passen. Daarnaast is er nood aan onderzoek dat dieper ingaat op de motivaties van fans om te participeren, net zoals er onderzoek is naar de kijkmotieven van televisiekijkers. Indien er immers een duidelijk zicht is op waarom en wanneer Vlaamse fans beslissen te participeren, kan dit de Vlaamse producenten helpen om hier op in te spelen. Ten laatste zou onderzoek gevoerd moeten worden naar hoe Engelstalige series op onze Vlaamse televisiemarkt gebracht worden in vergelijking met Vlaamse series. Welke marketingstrategieën gebruiken Engelstalige series? Wat doen ze met sociale media? Worden er conventies georganiseerd? …? Als Vlaamse producenten immers een voorbeeld willen nemen aan Amerikaanse of Britse producenten, moeten ze een goed inzicht hebben in wat ze zelf verkeerd doen of niet doen.
44
Bibliografie -
Academische bronnen:
Abelman, R. & Atkin, D.J. (2002). The televiewing audience: the art and science of watching tv. Cresskill: Hampton Press, Inc. Adriaens, F., Van Damme, E. & Courtois, C. (2011). Screenagers: een onderzoek naar het mediagebruik bij jongeren in Vlaanderen – anno 2009. CIMS REPORT, 1. Alvermann, D. E. & Hagood, M.C. (2000). Fandom and critical media literacy. Journal of Adolescent & Adult Literacy, 43 (5), 436-446. Ang, I. (1982). Watching Dallas: soap opera and the melodramatic imagination. Amsterdam: Uitgeverij SUA. Barwise, P. & Ehrenberg, A. (1987). The liking and viewing of regular tv series. Journal of Consumer Research, 14 (1), 63-70. Baym, N.K. (2000). Tune in, log on: soaps, fandom and online community. Londen: Sage Publications. Biltereyst, D. (1991). Resisting American hegemony: a comparitive analysis of the reception of domestic and US fiction. European Journal of Communication, 6 (4), 469-497. Biltereyst, D. & Meers, P. (2000). The international telenovela debate and the contra-flow argument: a reappraisal. Media, Culture & Society, 22 (4), 393–413. Booth, P. (2010). Digital fandom: new media studies. New York: Peter Lang Publishing. Brennan, J. & Large, D. (2014). ‘Let's get a bit of context': Fifty Shades and the phenomenon of 'pulling to publish' in Twilight fan fiction. Media International Australia, 152, 27-39. Burgess, J. & Green, J. (2009). YouTube. Online video and participatory culture. Cambridge: Polity Press. Carpentier, N. (2009). Participation is not enough: the conditions of possibility of mediated participatory practices. European Journal of Communication, 24 (4), 407-420. Carpentier, N. (2011). Contextualising author-audience convergences. Cultural Studies, 25 (4-5), 517533.
45
Cha, M., Kwak, H., Rodriguez, P., Ahn, Y.Y. & Moon, S. (2007, oktober). I tube, you tube, everybody tubes: analyzing the world’s largest user generated content video system. Paper gepresenteerd voor de Internet Measurement Conference, New York. Chang, Y., Tang, L., Inagaki, Y. & Liu, Y. (2014). What is Tumblr: a statistical overview and comparison. SIGKDD Explorations, 16 (1), 21-29. Chaume, F. (2013). The turn of audiovisual translation: new audiences and new technologies. Translation Spaces, 2, 107-125. De Bens, E., Kelly, M., & Bakke, M. (1992). Television content: Dallasification of culture? In K. Siune & W. Truetzschler (Eds.), Dynamics of media politics: broadcast and electronic media in Western Europe (pp. 75–100). London: Sage. Delwiche, A. & Henderson, J.J. (Eds.) (2013). The participatory cultures handbook. New York: Routledge. DeSouza, M. E. (2013). A case of the red pants mondays: the connection between fandom, Tumblr, and consumption. Niet-gepubliceerde scriptie, University of Rhode Island. Deuze, M. (2006). Participation, remediation, bricolage: considering principal components of a digital culture. The Information Society: An International Journal, 22 (2), 63-75. Deuze, M. (2007). Convergence culture in the creative industries. International Journal of Cultural Studies, 10 (2), 243-263. Driscoll, C. & Gregg, M. (2011). Convergence culture and the legacy of feminist cultural studies. Cultural Studies, 25 (4-5), 566-584. Felschow, L.E. (2010). “Hey, check it out, there’s actually fans”: (dis)empowerment and (mis)representation of cult fandom in Supernatural. Transformative Works and Cultures, 4. DOI:10.3983/twc.2010.0134 Hall, S. (1980). Encoding/decoding. In S. Hall, D. Hobson, A. Love & P. Willis (Eds.), Culture, media, language (pp.128-138). Londen: Hutchinson. Hellekson, K. & Busse, K. (Eds.) (2006). Fan fiction and fan communities in the age of the internet. North Carolina: McFarland. Hills, M. (2002). Fan cultures. New York: Routledge.
46
Ito, K. & Crutcher, P.A. (2014). Popular mass entertainment in Japan: manga, pachinko, and cosplay. Society, 51 (1), 44-48. Jenkins, H. (1992). Textual poachers: television fans and participatory culture. Londen: Routledge. Jenkins, H. (2004). The cultural logic of media convergence. International Journal of Cultural Studies, 7 (1), 33-43. Jenkins, H. (2006a). Convergence culture: where old and new media collide. New York: New York university press. Jenkins, H. (2006b). Quentin Tarantino’s Star Wars?: digital cinema, media convergence, and participatory culture. In M.G. Durham & D.M. Kellner (Eds.), Media and Cultural Studies: keyworks (pp.549-576). Oxford: Blackwell Publishing. Jenkins, H., Purushotma, R., Weigel, M., Clinton, K. & Robinson, A.J. (2009). Confronting the challenges of participatory culture. Media education for the 21st century. Massachusetts: MIT Press. Lamerichs, N. (2011). Stranger than fiction: fan identity in cosplay. Transformative Works and Cultures, 7 (1). DOI:10.3983/twc.2011.0246. Lee, H. (2011). Participatory media fandom: A case study of anime fansubbing. Media, Culture & Society, 33 (8), 1131-1147. Lewis, L. A. (1992). Adoring audience: fan culture & popular media. Londen: Routledge. Lin, K. & Lu, H. (2011). Intention to continue using Facebook fan pages from the perspective of social capital theory. Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 14 (10), 565—570. Livingstone, S. (2007). From family television to bedroom culture: young people’s media at home. In: E. Devereux (Ed.) Media Studies. Key issues & debates (pp.302-321). London: Sage. Markman, K.M. (2005, mei). Star Trek, fan film, and the internet: possibilities and constraints of fanbased vernacular cultures. Paper gepresenteerd voor de International Communication Association, New York. Marshall, S.J., Gorely, T. & Biddle, S.J. (2006). A descriptive epidemiology of screen-based media use in youth: a review and critique. Journal of Adolescence, 29 (3), 333-349. Marwick, A. & Boyd, D. (2011). To see and be seen: celebrity practice on Twitter. Convergence: The International Journal of Research into New Media Technologies, 17 (2), 139-158. 47
McCorkindale, T. (2010). Can you see the writing on my wall? A content analysis of the Fortune 50’s Facebook social networking sites. Public Relations Journal, 4 (3), 1 -14. Mirrlees, T. (2013). Global entertainment media: between cultural imperialism and cultural globalization. New York: Routledge. Nikunen, K. (2007). The intermedial practices of fandom. Nordicom Review, 28 (2), 111-128. Nordenstreng, K. & Varis, T. (1974). Television traffic – a one way street? A survey and analysis of the international flow of television programme material. Parijs: Unesco. Pearson, R. (2010). Fandom in the digital era. Popular Communication, 8 (1), 84-95. Radway, J. (1983). Women read the romance: the interaction of text and context. Feminist Studies, 9 (1), 53-78. Ritzer, G. (1990). The McDonaldization of society. Thousand Oaks (CA): Pine Forge Press. Ross, S.M. (2008). Beyond the box: television and the internet. Malden, MA: Blackwell. Ruggiero, T.E. (2000). Uses and gratifications theory in the 21st century. Mass Communication & Society, 3 (1), 3-37. Schwabach, A. (2009). The Harry Potter lexicon and the world of fandom: fan fiction, outsider works, and copyright. University of Pittsburgh Law Review, 70 (3), 387-434. Straubhaar, J.D. (2007). World television: from global to local. Thousand Oaks: Sage Publications. Tulloch, J. & Jenkins, H. (1995). Science fiction audiences: watching "Doctor Who" and "Star Trek." New York: Routledge. Tushnet, R. (1997). Legal fictions: copyright, fan fiction, and a new common law. Loyola of Los Angeles Entertainment Law Review, 17 (3), 651-686. Vander Stichele, A. & Laermans, R. (2006). Cultural participation in Flanders: testing the cultural omnivore thesis with population data. Poetics, 34, 45-64. Van Nieuwenhuyse, I. (2005). De instroom van Amerikaanse televisiefictie op Europese zenders herbekeken (anno 2004): deel 1: België, Frankrijk, Duitsland. Niet-gepubliceerde scriptie, Gent, Vakgroep Communicatiewetenschappen.
48
Van Poecke, L. & Van den Bulck, H. (1994). Culturele globalisering en lokale identiteit: Amerkanisering van de Europese media. Leuven: Garant. Winge, T. (2006). Costuming the imagination: origins of anime and manga cosplay. Mechademia, 1 (1), 65-76. Wood, M.M. & Baughman, L. (2012). Glee fandom and twitter: something new, or more of the same old thing?. Communication Studies, 63 (3), 328-344. -
Niet-academische bronnen:
Billiet, J. & Waege, H. (Eds.) (2011). Een samenleving onderzocht. Methoden van sociaalwetenschappelijk onderzoek. Berchem: Uitgeverij De Boeck nv.
49
Bijlagen 1. Survey fanparticipatie Ben je een grote fan van Supernatural, Thuis of een andere televisieserie? Kan je niet wachten tot de volgende aflevering van jouw favoriete serie uitkomt? Dan kan jij me helpen met mijn masteronderzoek en maak je zo kans op een cinematicket! Alle gegevens die je in deze enquête nalaat, zullen vertrouwelijk en anoniem behandeld worden. Alvast bedankt voor de medewerking! De eerstvolgende vragen peilen naar jouw mediagebruik, probeer deze zo correct mogelijk te beantwoorden. 1. Hoeveel computers, laptops en tablets hebben jullie thuis in totaal? (bijvoorbeeld: 1 computer, 1 laptop en 1 tablet = 3 toestellen)
o o o o o o
0 1 2 3 4 Meer dan 4 toestellen
2. Heb je een eigen computer, laptop of tablet? o Ja o Nee 3. Kan je met je eigen computer, laptop of tablet surfen op het internet? o Ja o Nee 4. Bekijk je wel eens televisieseries via het internet? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Ja, ik stream soms series. o Ja, ik download soms series. o Neen, ik kijk nooit series via het internet. 5. Indien je wel eens televisieseries streamt of downloadt, welke series zijn dit dan? (Meerdere antwoorden mogelijk)
o o o
Vlaamse series (bijvoorbeeld: Eigen Kweek, Thuis, Vermist...) Engelstalige series (bijvoorbeeld: Supernatural, The Walking Dead, Game of Thrones, Sherlock...) Ander:…
50
6. Welke sociale media gebruik je? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Facebook o Twitter o Instagram o YouTube o Tumblr o Pinterest o Vine o LinkedIn o Ander:… De volgende vragen peilen naar jouw activiteiten als fan van televisieseries. Lees de vragen goed en probeer ze zo correct mogelijk te beantwoorden. Let ook telkens goed op of de vraag van toepassing is op Vlaamse of Engelstalige series. Indien in de vraag niet benadrukt wordt of het om een Vlaamse of Engelstalige serie gaat, dan gaat de vraag zowel over Vlaamse als Engelstalige series. 7. Heb je ooit al een fandag van een Vlaamse televisieserie bijgewoond? (een voorbeeld van een fandag is de Thuisdag die jaarlijks door één georganiseerd wordt)
o o
Ja Nee
8. Van welke Vlaamse serie(s) woonde je reeds een fandag bij? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 9. Heb je ooit al een fandag van een Engelstalige televisieserie bijgewoond? (een fandag voor een Engelstalige televisieserie zoals Supernatural kan bestaan uit een fandag speciaal voor een serie in binnen-/buitenland of het bezoeken van een grotere conventie (zoals Comic Con) om acteurs en dergelijke van een bepaalde serie te ontmoeten)
o o
Ja Nee
10. Van welke Engelstalige serie(s) woonde je reeds een fandag bij? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 11. Heb je al eens fanfictie geschreven over een Vlaamse televisieserie? (Met fanfictie wordt bedoeld het schrijven van verhalen over de fictieve wereld of over fictieve personages uit een televisieserie.)
o o
Ja Nee
12. Over welke Vlaamse serie(s) heb je reeds fanfictie geschreven? Geef de naam van de serie(s). ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
51
13. In welke taal schreef je reeds fanfictie over Vlaamse series? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Nederlands o Engels o Frans o Ander:… 14. Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie? (Met fanfictie wordt bedoeld het schrijven van verhalen over de fictieve wereld of over fictieve personages uit de televisieserie.)
o o
Ja Nee
15. Over welke Engelstalige televisieserie(s) heb je reeds fanfictie geschreven? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 16. In welke taal schreef je reeds fanfictie over Engelstalige series? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Nederlands o Engels o Frans o Ander:… 17. Wanneer je fanfictie schrijft (over Engelstalige of Vlaamse series), deel je jouw fanfictie dan vervolgens met andere fans van de televisieserie? o Ja, ik deel mijn fanfictie online met vrienden of andere fans. o Ja, ik deel mijn fanfictie met vrienden of andere fans, maar niet online. o Neen, ik deel mijn fanfictie niet met vrienden of andere fans. 18. Op welke manier deel je online jouw fanfictie met vrienden of andere fans? (Meerdere antwoorden mogelijk)
o o o o o
Ik deel mijn fanfictie via Twitter. Ik deel mijn fanfictie via Facebook. Ik deel mijn fanfictie via Tumblr. Ik deel mijn fanfictie via een fanfictiewebsite (zoals FanFiction.net). Ik deel mijn fanfictie via:…
19. Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Vlaamse series? (Fansubbing is het vertalen en ondertitelen van animatiefilmpjes om deze vervolgens online te delen met andere fans van een bepaalde serie.)
o o
Ja Nee
20. Voor welke Vlaamse serie(s) heb je al aan fansubbing gedaan? Geef de naam van de serie(s). ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
52
21. Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Engelstalige series? (Fansubbing is het vertalen en ondertitelen van animatiefilmpjes om deze vervolgens online te delen met andere fans van een bepaalde serie.)
o o
Ja Nee
22. Voor welke Engelstalige serie(s) heb je al aan fansubbing gedaan? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………... 23. Als je aan fansubbing doet, wat doe je dan? (Indien je bijvoorbeeld soms vertaalt van Engels naar Nederlands en soms van Nederlands naar Engels, dan kan je bij deze vraag meerdere antwoorden geven.)
o o o o
Ik vertaal van Engels naar Nederlands. Ik vertaal van Nederlands naar Engels. Ik vertaal van Nederlands naar een andere vreemde taal, namelijk naar:…. Ik vertaal van een andere vreemde taal naar Nederlands en die vreemde taal is:….
24. Wanneer ik aan fansubbing doe, deel ik het filmpje vervolgens online via: (Meerdere antwoorden mogelijk)
o o o o o o
YouTube Twitter Tumblr Facebook een fanforum: ander:
25. Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Vlaamse televisieserie? (Een fanfilm is een korte video gemaakt door een fan over een bepaalde televisieserie. Een fanfilm kan gemaakt worden met beelden uit de effectieve televisieserie die gemonteerd worden door de fan of kan volledig zelf gemaakt worden door fans (waarin de fans dus zelf acteren en/of filmen).)
o o
Ja Nee
26. Over welke Vlaamse serie(s) maakte je reeds een fanfilm? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 27. Wanneer je een fanfilm maakt over een Vlaamse serie, wat is dan de belangrijkste taal die je gebruikt in deze fanfilm? (Met 'belangrijkste taal' wordt bedoeld de taal die gesproken wordt indien jij of je vrienden zelf acteren, of de taal van de toegevoegde tekst bij beelden uit de serie (zoals ondertiteling).)
o o o o
Nederlands Engels Frans Ander:…
53
28. Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Engelstalige televisieserie? (Een fanfilm is een korte video gemaakt door een fan over een bepaalde televisieserie. Een fanfilm kan gemaakt worden met beelden uit de effectieve televisieserie die gemonteerd worden door de fan of kan volledig zelf gemaakt worden door fans (zelf acteren en filmen).)
o o
Ja Nee
29. Over welke Engelstalige serie(s) maakte je reeds een fanfilm? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 30. Wanneer je een fanfilm maakt over een Engelstalige serie, wat is dan de belangrijkste taal die je gebruikt in deze fanfilm? (Met 'belangrijkste taal' wordt bedoeld de taal die gesproken wordt indien jij of je vrienden zelf acteren, of de taal van de toegevoegde tekst bij beelden uit de serie (zoals ondertiteling).)
o o o o
Nederlands Engels Frans Ander:…
31. Wanneer ik een fanfilm (Vlaams of Engelstalig) maak, deel ik de fanfilm vervolgens online via: (Meerdere antwoorden mogelijk.)
o o o o o o o
YouTube Twitter Tumblr Facebook een fanforum: ander: … Ik deel mijn fanfilms nooit online.
32. Cosplayde je al eens een personage uit een Vlaamse televisieserie? (Met cosplay wordt bedoeld dat je gebruik maakt van kledij (eventueel zelf gemaakte kledij), schmink, pruiken en andere accessoires om zo goed mogelijk te lijken op een personage uit een televisieserie.)
o o
Ja Nee
33. Welke personages cosplayde je reeds uit Vlaamse televisieseries? Geef de naam van de personages en de series. (Bijvoorbeeld: Simonne uit Thuis) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 34. Cosplayde je al eens een personage uit een Engelstalige televisieserie? (Met cosplay wordt bedoeld dat je gebruik maakt van kledij (eventueel zelf gemaakte kledij), schmink, pruiken en andere accessoires om zo goed mogelijk te lijken op een personage uit een televisieserie.)
o o
Ja Nee
54
35. Welke personages cosplayde je reeds uit Engelstalige televisieseries? Geef de naam van de personages en de series. (Bijvoorbeeld: Daryl uit The Walking Dead) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 36. Wanneer je aan cosplay doet, deel je dan foto's en/of filmpjes van jezelf in cosplay online met je vrienden? (Deze vraag is zowel van toepassing op Engelstalige als Vlaamse televisieseries)
o o
Ja, ik deel online soms foto's of filmpjes van mezelf in cosplay. Nee, ik deel online nooit foto's of filmpjes van mezelf in cosplay.
37. Wanneer je foto's en/of filmpjes van jezelf in cosplay online deelt, via welke weg doe je dit dan? Ik deel mijn foto's of filmpjes via... (Meerdere antwoorden mogelijk)
o o o o o o o
Facebook Twitter YouTube Tumblr Pinterest Instagram Ander:…
38. In de voorgaande vragen werd gepeild naar verschillende vormen van fanparticipatie (fanfilm, fanfictie, fansubbing...), op welke andere manieren, die nog niet vermeld werden, participeer jij nog rond geliefde televisieseries? (Denk maar aan het maken van posters, tekenen van personages, andere vormen van fanart.... Indien je geen andere vormen van fanart maakt of niet op een andere manier actief bezig bent met televisieseries, mag je deze vraag overslaan.)
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Je bent reeds halverwege deze enquête, jouw kans op een gratis cinematicket komt dichterbij! De voorgaande vragen peilden naar de manieren waarop je actief participeert rond televisieseries, in de volgende vragen wordt gepeild naar jouw online gedrag rond televisieseries. Lees de vragen aandachtig en probeer ze zo correct mogelijk te beantwoorden. Er wordt nog steeds een onderscheid gemaakt tussen Vlaamse en Engelstalige series, dus let goed op! 39. Like je soms Facebookpagina's van Vlaamse televisieseries? o Ja o Nee
55
40. Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie met je eigen vrienden? (bijvoorbeeld: de Vlaamse televisieserie The Biker Boys deelde vaak extra filmpjes op hun Facebookpagina, zou je dergelijke filmpjes soms zelf online delen met jouw vrienden?)
o o
Ja Nee
41. Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie? (bijvoorbeeld: op de Facebookpagina van Thuis worden foto's en filmpjes gedeeld, schrijf je soms een reactie op dergelijke statussen op Facebookpagina's van Vlaamse televisieseries?)
o o
Ja Nee
42. Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Vlaamse televisieseries? (Met 'contact zoeken' wordt bedoeld het effectief toevoegen van andere fans als vrienden op Facebook. Dit betekent dus dat je enkel en alleen een persoon toevoegt omdat die fan is van dezelfde Vlaamse televisieserie als jij, zonder dat je die persoon in het echte leven voordien kende.)
o o
Ja Nee
43. Like je soms Facebookpagina's van Engelstalige televisieseries? o Ja o Nee 44. Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie met je eigen vrienden? (bijvoorbeeld: de Amerikaanse televisieserie Supernatural deelt filmpjes en foto's van achter de schermen, trailers... op hun Facebookpagina, zou je dergelijke filmpjes, foto's en/of trailers soms zelf online delen met jouw Facebookvrienden?)
o o
Ja Nee
45. Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie? (bijvoorbeeld: op de Facebookpagina van Supernatural worden foto's en filmpjes gedeeld, schrijf je soms een reactie op dergelijke statussen op Facebookpagina's van Engelstalige televisieseries?)
o o
Ja Nee
46. Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Engelstalige televisieseries? (Met 'contact zoeken' wordt bedoeld het effectief toevoegen van andere fans als vrienden op Facebook. Dit betekent dus dat je enkel en alleen een persoon toevoegt omdat die fan is van dezelfde Engelstalige televisieserie als jij, zonder dat je die persoon in het echte leven voordien kende.)
o o
Ja Nee
56
47. Lees onderstaande statements goed en duid aan wat past voor jou. Opgelet: deze statements gaan allen over Vlaamse televisieseries en het gebruik van YouTube! Heel vaak
Vaak
Soms
Zelden
(minimaal 1 keer per dag)
(minimaal 1 keer per week)
(minimaal 1 keer per maand)
(minder dan 12 keer per jaar)
Nooit
Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Vlaamse televisieseries gemaakt door andere fans. Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Vlaamse televisieseries. Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Vlaamse televisieseries. Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Vlaamse televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Vlaamse televisieseries online met mijn vrienden. 48. Wanneer je YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Vlaamse televisieseries online deelt met je vrienden, via welke weg deel je deze filmpjes dan? Via: o Facebook o Twitter o Tumblr o een fanforum:… o ander:…
57
49. Lees onderstaande statements goed en duid aan wat past voor jou. Opgelet: deze statements gaan allen over Engelstalige televisieseries en het gebruik van YouTube! Heel vaak
Vaak
Soms
Zelden
(minimaal 1 keer per dag)
(minimaal 1 keer per week)
(minimaal 1 keer per maand)
(minder dan 12 keer per jaar)
Nooit
Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Engelstalige televisieseries gemaakt door andere fans. Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Engelstalige televisieseries. Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Engelstalige televisieseries. Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Engelstalige televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Engelstalige televisieseries online met mijn vrienden. 50. Wanneer je YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Engelstalige televisieseries online deelt met je vrienden, via welke weg deel je deze filmpjes dan? Via: o Facebook o Twitter o Tumblr o een fanforum:… o ander:… 51. Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Vlaamse series? o Ja o Nee 52. Als je fanfictie leest, geschreven door andere fans, over welke Vlaamse televisieserie(s) gaat deze fanfictie dan? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 58
53. Als je fanfictie leest over Vlaamse series, in welke taal is deze fanfictie dan meestal geschreven? o Nederlands o Engels o Frans o Ander:… 54. Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series? o Ja o Nee 55. Als je fanfictie leest, geschreven door andere fans, over welke Engelstalige televisieserie(s) gaat deze fanfictie dan? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 56. Als je fanfictie leest over Engelstalige series, in welke taal is deze fanfictie dan meestal geschreven? o Nederlands o Engels o Frans o Ander:… 57. Indien je fanfictie leest die geschreven werd door andere fans over televisieseries (Vlaamse of Engelstalige), via welke weg vond je deze fanfictie dan? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Een website speciaal voor fanfictie (zoals FanFiction.net) o Facebook o Twitter o Tumblr o Pinterest o Ander:… 58. Wanneer je fanfictie leest, deel je deze fanfictie vervolgens online met je vrienden of met andere fans? o Ja o Nee 59. Wanneer ik fanfictie geschreven door andere fans online deel, dan doe ik dit via: (Meerdere antwoorden mogelijk)
o o o o o o
Facebook Twitter YouTube Pinterest Tumblr Ander:…
59
60. Volg je acteurs/actrices uit Vlaamse series op Twitter? o Ja o Nee 61. Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Vlaamse series? (Hiermee wordt gevraagd of je een twitterbericht (een tweet) van een acteur of actrice verder zou delen met jouw volgers/vrienden.)
o o
Ja Nee
62. Volg je op Twitter accounts over Vlaamse series? (Bijvoorbeeld: met accounts over Vlaamse series wordt bedoeld een Twitter-account zoals 'Thuis op één' dat foto's, filmpjes en andere info deelt over de serie.)
o o
Ja Nee
63. Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Vlaamse series? (Hiermee wordt gevraagd of je een twitterbericht (een tweet) verder zou delen met jouw volgers/vrienden.)
o o
Ja Nee
64. Volg je acteurs/actrices uit Engelstalige series op Twitter? o Ja o Nee 65. Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Engelstalige series? (Hiermee wordt gevraagd of je een twitterbericht (een tweet) van een acteur of actrice verder deelt met jouw volgers/vrienden.)
o o
Ja Nee
66. Volg je op Twitter accounts over Engelstalige series? (Bijvoorbeeld: met accounts over Engelstalige series wordt bedoeld een Twitter-account zoals 'Supernatural' dat foto's, filmpjes en andere info deelt over de serie.)
o o
Ja Nee
67. Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Engelstalige series? (Hiermee wordt gevraagd of je een twitterbericht (een tweet) verder deelt met jouw volgers/vrienden.)
o o
Ja Nee
60
68. Volg je posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? (Deze posts kunnen gaan over de televisieserie zelf of over acteurs uit de serie, deze posts kunnen gemaakt worden door andere fans of door de zender/ de seriemakers zelf.)
o o
Ja Nee
69. Like je soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? o Ja o Nee 70. Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? o Ja o Nee 71. Volg je posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? (Deze posts kunnen gaan over de televisieserie zelf of over acteurs uit de serie, deze posts kunnen gemaakt worden door andere fans of door de zender/ de seriemakers zelf.)
o o
Ja Nee
72. Like je soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? o Ja o Nee 73. Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? o Ja o Nee 74. Bezoek je soms een fanwebsite van een Vlaamse serie? (Met fanwebsite wordt bedoeld een website over de serie, deze website kan zowel door de makers van de serie als door fans beheerd worden. Bijvoorbeeld: er bestaat een fanwebsite voor en door fans over Thuis (thuisfansite.be), maar op de website van één vind je ook een pagina over Thuis terug, beide gelden als fanwebsite voor deze vraag.)
o o
Ja Nee
75. Van welke Vlaamse serie(s) bezoek je soms de fanwebsite? Geef de naam van de serie(s) of de fanwebsite. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 76. Bezoek je soms een fanwebsite van een Engelstalige serie? (Met fanwebsite wordt bedoeld een website over de serie, deze website kan zowel door de makers van de serie als door fans beheerd worden.)
o o
Ja Nee
61
77. Van welke Engelstalige serie(s) bezoek je soms de fanwebsite? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 78. Heb je ooit een wiki gemaakt of helpen maken over een Vlaamse serie? (Een wiki is een pagina over een bepaald onderwerp, zoals televisieseries, die aangemaakt kan worden door fans. Een zeer populaire wiki is de wiki rond de serie Doctor Who.)
o o
Ja Nee
79. Voor welke Vlaamse series werkte je reeds mee aan een wiki? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 80. Indien je al eens meewerkte aan een wiki voor een Vlaamse serie, in welke taal werd deze wiki dan gemaakt? (Indien je al meerdere wiki's maakte voor Vlaamse series, selecteer dan de taal die je het vaakst gebruikt bij het maken van een wiki voor een Vlaamse serie.)
o o o o
Nederlands Engels Frans Ander:…
81. Heb je ooit een wiki gemaakt of helpen maken over een Engelstalige serie? (Een wiki is een pagina over een bepaald onderwerp, zoals televisieseries, die aangemaakt kan worden door fans. Een zeer populaire wiki is de wiki rond de serie Doctor Who.)
o o
Ja Nee
82. Voor welke Engelstalige serie(s) werkte je reeds mee aan een wiki? Geef de naam van de serie(s). ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 83. Indien je al eens meewerkte aan een wiki voor een Engelstalige serie, in welke taal werd deze wiki dan gemaakt? (Indien je al meerdere wiki's maakte voor Engelstalige series, selecteer dan de taal die je het vaakst gebruikt bij het maken van een wiki voor een Engelstalige serie.)
o o o o
Nederlands Engels Frans Ander:…
Je bent bijna klaar met de enquête, deze laatste vragen worden gebruikt om een beter inzicht te krijgen in de samenstelling van de respondenten van dit onderzoek. Alle gevraagde gegevens zullen vertrouwelijk en anoniem behandeld worden. 84. Ik ben een... o man o vrouw 62
85. In welk jaar ben je geboren? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 86. Wat is je nationaliteit? o Belg o Ander:… 87. Wat is jouw statuut? o Arbeider. o Bediende. o Zelfstandige. o Werkloos. o Gepensioneerd. o Student. 88. Wat is je moedertaal? oo Nederlands o Engels
o o
Frans Ander:…
89. Wat is de moedertaal van je vader? o Nederlands o Engels
o o
Frans Ander:…
90. Wat is de moedertaal van je moeder? o Nederlands o Engels
o o
Frans Ander:…
Bedankt voor je deelname aan het onderzoek! Indien je kans wil maken op een gratis cinematicket voor Kinepolis, kan je hier je emailadres nalaten. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
63
2. Output: steekproefpopulatie Wat is je geslacht? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
man
19
19,2
19,2
19,2
vrouw
80
80,8
80,8
100,0
Total
99
100,0
100,0
Wat is jouw statuut? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Arbeider.
7
7,1
7,1
7,1
Bediende.
22
22,2
22,2
29,3
Zelfstandige.
1
1,0
1,0
30,3
Werkloos.
5
5,1
5,1
35,4
Student.
64
64,6
64,6
100,0
Total
99
100,0
100,0
Statistics Leeftijd N
Valid
99
Missing
0
Mean
23,51
Std. Deviation
5,854
Minimum
15
Maximum
51
3. Output: fanfictie 3.1 Output: frequentietabellen fanfictie Heb je al eens fanfictie geschreven over een Vlaamse televisieserie? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
2
2,0
2,0
2,0
Nee
97
98,0
98,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
64
Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
29
29,3
29,3
29,3
Nee
70
70,7
70,7
100,0
Total
99
100,0
100,0
3.2 Output: McNemar-toets fanfictie Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Heb je al eens fanfictie geschreven over een Vlaamse televisieserie? Heb je al eens fanfictie
*
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
geschreven over een Engelstalige televisieserie?
65
Heb je al eens fanfictie geschreven over een Vlaamse televisieserie? over een Engelstalige televisieserie?
* Heb je al eens fanfictie geschreven
Crosstabulation Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie? Ja
Heb je al eens fanfictie
Ja
Count
geschreven over een
% within Heb je al eens fanfictie
Vlaamse televisieserie?
geschreven over een Vlaamse
Nee
Total
0
2
2
0,0%
100,0%
100,0%
0,0%
2,9%
2,0%
29
68
97
29,9%
70,1%
100,0%
100,0%
97,1%
98,0%
29
70
99
29,3%
70,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
televisieserie? % within Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie?
Nee
Count % within Heb je al eens fanfictie geschreven over een Vlaamse televisieserie? % within Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie?
Total
Count % within Heb je al eens fanfictie geschreven over een Vlaamse televisieserie? % within Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
66
4. Output: fandag 4.1 Output: frequentietabellen fandag Heb je ooit al een fandag van een Vlaamse televisieserie bijgewoond? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
9
9,1
9,1
9,1
Nee
90
90,9
90,9
100,0
Total
99
100,0
100,0
Heb je ooit al een fandag van een Engelstalige televisieserie bijgewoond? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
30
30,3
30,3
30,3
Nee
69
69,7
69,7
100,0
Total
99
100,0
100,0
4.2 Output: McNemar-toets fandag Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Heb je ooit al een fandag van een Vlaamse televisieserie bijgewoond?
* Heb je
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
ooit al een fandag van een Engelstalige televisieserie bijgewoond?
67
Heb je ooit al een fandag van een Vlaamse televisieserie bijgewoond? Engelstalige televisieserie bijgewoond?
* Heb je ooit al een fandag van een
Crosstabulation Heb je ooit al een fandag van een Engelstalige televisieserie bijgewoond? Ja
Heb je ooit al een fandag
Ja
Count
van een Vlaamse
% within Heb je ooit al een
televisieserie bijgewoond?
fandag van een Vlaamse
Nee
Total
1
8
9
11,1%
88,9%
100,0%
3,3%
11,6%
9,1%
29
61
90
32,2%
67,8%
100,0%
96,7%
88,4%
90,9%
30
69
99
30,3%
69,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
televisieserie bijgewoond? % within Heb je ooit al een fandag van een Engelstalige televisieserie bijgewoond?
Nee
Count % within Heb je ooit al een fandag van een Vlaamse televisieserie bijgewoond? % within Heb je ooit al een fandag van een Engelstalige televisieserie bijgewoond?
Total
Count % within Heb je ooit al een fandag van een Vlaamse televisieserie bijgewoond? % within Heb je ooit al een fandag van een Engelstalige televisieserie bijgewoond?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,001
a
99
a. Binomial distribution used.
68
5. Output: fanfilm 5.1 Output: frequentietabellen fanfilm Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Vlaamse televisieserie? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
2
2,0
2,0
2,0
Nee
97
98,0
98,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Engelstalige televisieserie? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
7
7,1
7,1
7,1
Nee
92
92,9
92,9
100,0
Total
99
100,0
100,0
5.2 Output: McNemar-toets fanfilm Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Vlaamse televisieserie?
* Heb je
ooit al een fanfilm gemaakt
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
over een Engelstalige televisieserie?
69
Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Vlaamse televisieserie? een Engelstalige televisieserie?
* Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over
Crosstabulation Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Engelstalige televisieserie? Ja
Heb je ooit al een fanfilm
Ja
Count
gemaakt over een Vlaamse
% within Heb je ooit al een fanfilm
televisieserie?
gemaakt over een Vlaamse
Nee
Total
0
2
2
0,0%
100,0%
100,0%
0,0%
2,2%
2,0%
7
90
97
7,2%
92,8%
100,0%
100,0%
97,8%
98,0%
7
92
99
7,1%
92,9%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
televisieserie? % within Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Engelstalige televisieserie?
Nee
Count % within Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Vlaamse televisieserie? % within Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Engelstalige televisieserie?
Total
Count % within Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Vlaamse televisieserie? % within Heb je ooit al een fanfilm gemaakt over een Engelstalige televisieserie?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,180
a
99
a. Binomial distribution used.
70
6. Output: fansubbing 6.1 Output: frequentietabellen fansubbing Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Vlaamse series? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
1
1,0
1,0
1,0
Nee
98
99,0
99,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Engelstalige series? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
2
2,0
2,0
2,0
Nee
97
98,0
98,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
6.2 Output: McNemar-toets fansubbing Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Vlaamse series?
* Heb
je ooit al aan fansubbing
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
gedaan voor Engelstalige series?
71
Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Vlaamse series? Engelstalige series?
* Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor
Crosstabulation Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Engelstalige series? Ja
Heb je ooit al aan
Ja
Count
fansubbing gedaan voor
% within Heb je ooit al aan
Vlaamse series?
fansubbing gedaan voor Vlaamse
Nee
Total
0
1
1
0,0%
100,0%
100,0%
0,0%
1,0%
1,0%
2
96
98
2,0%
98,0%
100,0%
100,0%
99,0%
99,0%
2
97
99
2,0%
98,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
series? % within Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Engelstalige series?
Nee
Count % within Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Vlaamse series? % within Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Engelstalige series?
Total
Count % within Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Vlaamse series? % within Heb je ooit al aan fansubbing gedaan voor Engelstalige series?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
1,000
a
99
a. Binomial distribution used.
72
7. Output: cosplay 7.1 Output: frequentietabellen cosplay Cosplayde je al eens een personage uit een Vlaamse televisieserie? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
5
5,1
5,1
5,1
Nee
94
94,9
94,9
100,0
Total
99
100,0
100,0
Cosplayde je al eens een personage uit een Engelstalige televisieserie? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
36
36,4
36,4
36,4
Nee
63
63,6
63,6
100,0
Total
99
100,0
100,0
7.2 Output: McNemar-toets cosplay Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Cosplayde je al eens een personage uit een Vlaamse televisieserie?
*
Cosplayde je al eens een
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
personage uit een Engelstalige televisieserie?
73
Cosplayde je al eens een personage uit een Vlaamse televisieserie? uit een Engelstalige televisieserie?
* Cosplayde je al eens een personage
Crosstabulation Cosplayde je al eens een personage uit een Engelstalige televisieserie? Ja
Cosplayde je al eens een
Ja
Count
personage uit een Vlaamse
% within Cosplayde je al eens
televisieserie?
een personage uit een Vlaamse
Nee
Total
0
5
5
0,0%
100,0%
100,0%
0,0%
7,9%
5,1%
36
58
94
38,3%
61,7%
100,0%
100,0%
92,1%
94,9%
36
63
99
36,4%
63,6%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
televisieserie? % within Cosplayde je al eens een personage uit een Engelstalige televisieserie?
Nee
Count % within Cosplayde je al eens een personage uit een Vlaamse televisieserie? % within Cosplayde je al eens een personage uit een Engelstalige televisieserie?
Total
Count % within Cosplayde je al eens een personage uit een Vlaamse televisieserie? % within Cosplayde je al eens een personage uit een Engelstalige televisieserie?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
74
8. Output: ‘liken’ Facebook 8.1 Output: frequentietabellen ‘liken’ Facebook Like je soms Facebookpagina's van Vlaamse televisieseries? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
50
50,5
50,5
50,5
Nee
49
49,5
49,5
100,0
Total
99
100,0
100,0
Like je soms Facebookpagina's van Engelstalige televisieseries? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
91
91,9
91,9
91,9
Nee
8
8,1
8,1
100,0
Total
99
100,0
100,0
8.2 Output: McNemar-toets ‘liken’ Facebook Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Like je soms Facebookpagina's van Vlaamse televisieseries? * Like je soms
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
Facebookpagina's van Engelstalige televisieseries?
75
Like je soms Facebookpagina's van Vlaamse televisieseries? * Like je soms Facebookpagina's van Engelstalige televisieseries? Crosstabulation Like je soms Facebookpagina's van Engelstalige televisieseries? Ja Like je soms
Ja
Count
Facebookpagina's van
% within Like je soms
Vlaamse televisieseries?
Facebookpagina's van Vlaamse
Nee
Total
45
5
50
90,0%
10,0%
100,0%
49,5%
62,5%
50,5%
46
3
49
93,9%
6,1%
100,0%
50,5%
37,5%
49,5%
91
8
99
91,9%
8,1%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
televisieseries? % within Like je soms Facebookpagina's van Engelstalige televisieseries?
Nee
Count % within Like je soms Facebookpagina's van Vlaamse televisieseries? % within Like je soms Facebookpagina's van Engelstalige televisieseries?
Total
Count % within Like je soms Facebookpagina's van Vlaamse televisieseries? % within Like je soms Facebookpagina's van Engelstalige televisieseries?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
76
9. Output: delen Facebook 9.1 Output: frequentietabellen delen Facebook Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie met je vrienden? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
19
19,2
19,2
19,2
Nee
80
80,8
80,8
100,0
Total
99
100,0
100,0
Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie met je vrienden? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
56
56,6
56,6
56,6
Nee
43
43,4
43,4
100,0
Total
99
100,0
100,0
9.2 Output: McNemar-toets delen Facebook Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie met je vrienden? * Deel je soms een status van een
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie met je vrienden?
77
Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie met je vrienden? * Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie met je vrienden? Crosstabulation Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie met je vrienden? Ja Deel je soms een status van
Ja
Count
een Facebookpagina van
% within Deel je soms een status
een Vlaamse televisieserie
van een Facebookpagina van een
met je vrienden?
Vlaamse televisieserie met je
Nee
Total
15
4
19
78,9%
21,1%
100,0%
26,8%
9,3%
19,2%
41
39
80
51,2%
48,8%
100,0%
73,2%
90,7%
80,8%
56
43
99
56,6%
43,4%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
vrienden? % within Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie met je vrienden?
Nee
Count % within Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie met je vrienden? % within Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie met je vrienden?
Total
Count % within Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie met je vrienden? % within Deel je soms een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie met je vrienden?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
78
10. Output: reageren Facebook 10.1
Output: frequentietabellen reageren Facebook
Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
8
8,1
8,1
8,1
Nee
91
91,9
91,9
100,0
Total
99
100,0
100,0
Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie? Cumulative Frequency Valid
10.2
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
48
48,5
48,5
48,5
Nee
51
51,5
51,5
100,0
Total
99
100,0
100,0
Output: McNemar-toets reageren Facebook Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie? * Reageer je soms op een
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisiese rie?
79
Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie? * Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie?
Crosstabulation
Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie? Ja Reageer je soms op een
Ja
Count
status van een
% within Reageer je soms op een
Facebookpagina van een
status van een Facebookpagina
Vlaamse televisieserie?
van een Vlaamse televisieserie?
Nee
Total
4
4
8
50,0%
50,0%
100,0%
8,3%
7,8%
8,1%
44
47
91
48,4%
51,6%
100,0%
91,7%
92,2%
91,9%
48
51
99
48,5%
51,5%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
% within Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie?
Nee
Count % within Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie? % within Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie?
Total
Count % within Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Vlaamse televisieserie? % within Reageer je soms op een status van een Facebookpagina van een Engelstalige televisieserie?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
80
11. Output: bekijken YouTube-filmpjes 11.1
Output: frequentietabellen bekijken fanfilmpjes
Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Vlaamse televisieseries gemaakt door andere fans. Cumulative Frequency Valid
Vaak (minimaal 1 keer per
Percent
Valid Percent
Percent
1
1,0
1,0
1,0
2
2,0
2,0
3,0
19
19,2
19,2
22,2
Nooit
77
77,8
77,8
100,0
Total
99
100,0
100,0
week) Soms (minimaal 1 keer per maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Engelstalige televisieseries gemaakt door andere fans. Cumulative Frequency Valid
Heel vaak (minimaal 1 keer
Percent
Valid Percent
Percent
11
11,1
11,1
11,1
22
22,2
22,2
33,3
21
21,2
21,2
54,5
22
22,2
22,2
76,8
Nooit
23
23,2
23,2
100,0
Total
99
100,0
100,0
per dag) Vaak (minimaal 1 keer per week) Soms (minimaal 1 keer per maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
81
11.2
Output: frequentietabellen bekijken trailers/ andere fragmenten
Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Vlaamse televisieseries. Cumulative Frequency Valid
Heel vaak (minimaal 1 keer
Percent
Valid Percent
Percent
2
2,0
2,0
2,0
7
7,1
7,1
9,1
19
19,2
19,2
28,3
29
29,3
29,3
57,6
Nooit
42
42,4
42,4
100,0
Total
99
100,0
100,0
per dag) Vaak (minimaal 1 keer per week) Soms (minimaal 1 keer per maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Engelstalige televisieseries. Cumulative Frequency Valid
Heel vaak (minimaal 1 keer
Percent
Valid Percent
Percent
15
15,2
15,2
15,2
39
39,4
39,4
54,5
27
27,3
27,3
81,8
12
12,1
12,1
93,9
Nooit
6
6,1
6,1
100,0
Total
99
100,0
100,0
per dag) Vaak (minimaal 1 keer per week) Soms (minimaal 1 keer per maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
82
11.3
Output: Wilcoxon rangtekentoets fanfilmpjes bekijken Ranks N
Ik bekijk op YouTube
Negative Ranks
fanfilmpjes over
Positive Ranks
Engelstalige televisieseries
Sum of Ranks
38,47
2731,50
b
14,50
43,50
71 3
Ties
gemaakt door andere fans. -
Mean Rank a
25
c
Total
Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Vlaamse
99
televisieseries gemaakt door andere fans. a. Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Engelstalige televisieseries gemaakt door andere fans. < Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Vlaamse televisieseries gemaakt door andere fans. b. Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Engelstalige televisieseries gemaakt door andere fans. > Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Vlaamse televisieseries gemaakt door andere fans. c. Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Engelstalige televisieseries gemaakt door andere fans. = Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Vlaamse televisieseries gemaakt door andere fans.
Test Statistics
a
Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Engelstalige televisieseries gemaakt door andere fans. - Ik bekijk op YouTube fanfilmpjes over Vlaamse televisieseries gemaakt door andere fans. Z Asymp. Sig. (2-tailed)
b
-7,320
,000
a. Wilcoxon Signed Ranks Test b. Based on positive ranks.
83
11.4
Output: Wilcoxon rangtekentoets trailers bekijken Ranks N
Ik bekijk op YouTube trailers Negative Ranks
7
Ties
Engelstalige televisieseries.
Sum of Ranks
41,04
2955,00
b
29,29
205,00
72
of andere fragmenten (delen Positive Ranks van een aflevering) van
Mean Rank a
20
c
Total
- Ik bekijk op YouTube trailers of andere 99
fragmenten (delen van een aflevering) van Vlaamse televisieseries.
a. Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Engelstalige televisieseries. < Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Vlaamse televisieseries. b. Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Engelstalige televisieseries. > Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Vlaamse televisieseries. c. Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Engelstalige televisieseries. = Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Vlaamse televisieseries. a
Test Statistics
Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Engelstalige televisieseries. - Ik bekijk op YouTube trailers of andere fragmenten (delen van een aflevering) van Vlaamse televisieseries. Z Asymp. Sig. (2tailed)
b
-6,800
,000
a. Wilcoxon Signed Ranks Test b. Based on positive ranks.
84
12. Output: reageren YouTube-filmpjes 12.1
Output: frequentietabellen reageren op fanfilmpjes
Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Vlaamse televisieseries. Cumulative Frequency Valid
Soms (minimaal 1 keer per
Percent
Valid Percent
Percent
2
2,0
2,0
2,0
4
4,0
4,0
6,1
Nooit
93
93,9
93,9
100,0
Total
99
100,0
100,0
maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Engelstalige televisieseries. Cumulative Frequency Valid
Heel vaak (minimaal 1 keer
Percent
Valid Percent
Percent
5
5,1
5,1
5,1
8
8,1
8,1
13,1
7
7,1
7,1
20,2
22
22,2
22,2
42,4
Nooit
57
57,6
57,6
100,0
Total
99
100,0
100,0
per dag) Vaak (minimaal 1 keer per week) Soms (minimaal 1 keer per maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
85
12.2
Output: frequentietabellen reageren op trailers/ andere fragmenten Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Vlaamse televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. Cumulative Frequency
Valid
Vaak (minimaal 1 keer per
Percent
Valid Percent
Percent
1
1,0
1,0
1,0
1
1,0
1,0
2,0
6
6,1
6,1
8,1
Nooit
91
91,9
91,9
100,0
Total
99
100,0
100,0
week) Soms (minimaal 1 keer per maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Engelstalige televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. Cumulative Frequency Valid
Heel vaak (minimaal 1 keer
Percent
Valid Percent
Percent
5
5,1
5,1
5,1
6
6,1
6,1
11,1
11
11,1
11,1
22,2
17
17,2
17,2
39,4
Nooit
60
60,6
60,6
100,0
Total
99
100,0
100,0
per dag) Vaak (minimaal 1 keer per week) Soms (minimaal 1 keer per maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
86
12.3
Output: Wilcoxon rangtekentoets fanfilmpjes reageren Ranks N
Ik schrijf reacties onder
Negative Ranks
fanfilmpjes op YouTube en
Positive Ranks
Mean Rank
ga zo in gesprek met andere Ties fans van Engelstalige Total televisieseries. - Ik schrijf
20,50
820,00
b
,00
,00
40 0
Sum of Ranks
a
59
c
reacties onder fanfilmpjes 99
op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Vlaamse televisieseries.
a. Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Engelstalige televisieseries. < Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Vlaamse televisieseries. b. Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Engelstalige televisieseries. > Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Vlaamse televisieseries. c. Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Engelstalige televisieseries. = Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Vlaamse televisieseries.
Test Statistics
a
Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Engelstalige televisieseries. - Ik schrijf reacties onder fanfilmpjes op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans van Vlaamse televisieseries. Z Asymp. Sig. (2tailed)
b
-5,621
,000
a. Wilcoxon Signed Ranks Test b. Based on positive ranks.
87
12.4
Output: Wilcoxon rangtekentoets trailers reageren Ranks N
Ik schrijf reacties onder trailers of andere
Negative Ranks
Mean Rank 19,77
731,50
b
9,50
9,50
37
Positive Ranks
1
fragmenten van Engelstalige Ties televisieseries op YouTube Total en ga zo in gesprek met
Sum of Ranks
a
61
c
andere fans. - Ik schrijf reacties onder trailers of 99
andere fragmenten van Vlaamse televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans.
a. Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Engelstalige televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. < Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Vlaamse televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. b. Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Engelstalige televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. > Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Vlaamse televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. c. Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Engelstalige televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. = Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Vlaamse televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans.
a
Test Statistics
Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Engelstalige televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. - Ik schrijf reacties onder trailers of andere fragmenten van Vlaamse televisieseries op YouTube en ga zo in gesprek met andere fans. Z Asymp. Sig. (2-tailed)
b
-5,337
,000
a. Wilcoxon Signed Ranks Test b. Based on positive ranks.
88
13. Output: delen YouTube-filmpjes 13.1
Output: frequentietabellen delen YouTube-filmpjes Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Vlaamse televisieseries online met mijn vrienden. Cumulative Frequency
Valid
Vaak (minimaal 1 keer per
Percent
Valid Percent
Percent
4
4,0
4,0
4,0
3
3,0
3,0
7,1
15
15,2
15,2
22,2
Nooit
77
77,8
77,8
100,0
Total
99
100,0
100,0
week) Soms (minimaal 1 keer per maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Engelstalige televisieseries online met mijn vrienden. Cumulative Frequency Valid
Heel vaak (minimaal 1 keer
Percent
Valid Percent
Percent
7
7,1
7,1
7,1
21
21,2
21,2
28,3
18
18,2
18,2
46,5
18
18,2
18,2
64,6
Nooit
35
35,4
35,4
100,0
Total
99
100,0
100,0
per dag) Vaak (minimaal 1 keer per week) Soms (minimaal 1 keer per maand) Zelden (minder dan 12 keer per jaar)
89
13.2
Output: Wilcoxon rangtekentoets delen YouTube-filmpjes Ranks N
Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Engelstalige televisieseries
Negative Ranks Positive Ranks
Mean Rank
Ties
30,28
1635,00
b
19,00
76,00
54 4
Sum of Ranks
a
41
c
Total
online met mijn vrienden. Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of
99
andere fragmenten) over Vlaamse televisieseries online met mijn vrienden. a. Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Engelstalige televisieseries online met mijn vrienden. < Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Vlaamse televisieseries online met mijn vrienden. b. Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Engelstalige televisieseries online met mijn vrienden. > Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Vlaamse televisieseries online met mijn vrienden. c. Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Engelstalige televisieseries online met mijn vrienden. = Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Vlaamse televisieseries online met mijn vrienden. Test Statistics
a
Ik deel YouTube-filmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Engelstalige televisieseries online met mijn vrienden. - Ik deel YouTubefilmpjes (fanfilmpjes, trailers of andere fragmenten) over Vlaamse televisieseries online met mijn vrienden. Z Asymp. Sig. (2-tailed)
b
-6,101
,000
a. Wilcoxon Signed Ranks Test b. Based on positive ranks.
90
14. Output: volgen Twitter 14.1
Output: frequentietabellen volgen acteurs Twitter Volg je acteurs/actrices uit Vlaamse series op Twitter? Cumulative Frequency
Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
14
14,1
14,1
14,1
Nee
85
85,9
85,9
100,0
Total
99
100,0
100,0
Volg je acteurs/actrices uit Engelstalige series op Twitter? Cumulative Frequency Valid
14.2
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
47
47,5
47,5
47,5
Nee
52
52,5
52,5
100,0
Total
99
100,0
100,0
Output: frequentietabellen volgen Twitteraccounts Volg je op Twitter accounts over Vlaamse series? Cumulative Frequency
Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
12
12,1
12,1
12,1
Nee
87
87,9
87,9
100,0
Total
99
100,0
100,0
Volg je op Twitter accounts over Engelstalige series? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
42
42,4
42,4
42,4
Nee
57
57,6
57,6
100,0
Total
99
100,0
100,0
91
14.3
Output: McNemar-toets volgen acteurs Twitter Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Volg je acteurs/actrices uit Vlaamse series op Twitter? * Volg je acteurs/actrices uit
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
Engelstalige series op Twitter?
Volg je acteurs/actrices uit Vlaamse series op Twitter? * Volg je acteurs/actrices uit Engelstalige series op Twitter? Crosstabulation Volg je acteurs/actrices uit Engelstalige series op Twitter? Ja Volg je acteurs/actrices uit
Ja
Vlaamse series op Twitter?
Count % within Volg je acteurs/actrices uit
Nee
Total
12
2
14
85,7%
14,3%
100,0%
25,5%
3,8%
14,1%
35
50
85
41,2%
58,8%
100,0%
74,5%
96,2%
85,9%
47
52
99
47,5%
52,5%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Vlaamse series op Twitter? % within Volg je acteurs/actrices uit Engelstalige series op Twitter?
Nee
Count % within Volg je acteurs/actrices uit Vlaamse series op Twitter? % within Volg je acteurs/actrices uit Engelstalige series op Twitter?
Total
Count % within Volg je acteurs/actrices uit Vlaamse series op Twitter? % within Volg je acteurs/actrices uit Engelstalige series op Twitter?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
92
14.4
Output: McNemar-toets volgen Twitteraccounts Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Volg je op Twitter accounts over Vlaamse series?
*
99
Volg je op Twitter accounts
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
over Engelstalige series?
Volg je op Twitter accounts over Vlaamse series? Engelstalige series?
* Volg je op Twitter accounts over
Crosstabulation Volg je op Twitter accounts over Engelstalige series? Ja
Volg je op Twitter accounts
Ja
over Vlaamse series?
Count % within Volg je op Twitter
Nee
Total
8
4
12
66,7%
33,3%
100,0%
19,0%
7,0%
12,1%
34
53
87
39,1%
60,9%
100,0%
81,0%
93,0%
87,9%
42
57
99
42,4%
57,6%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
accounts over Vlaamse series? % within Volg je op Twitter accounts over Engelstalige series?
Nee
Count % within Volg je op Twitter accounts over Vlaamse series? % within Volg je op Twitter accounts over Engelstalige series?
Total
Count % within Volg je op Twitter accounts over Vlaamse series? % within Volg je op Twitter accounts over Engelstalige series?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
93
15. Output: retweeten Twitter 15.1
Output: frequentietabellen retweeten acteurs
Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Vlaamse series? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
5
5,1
5,1
5,1
Nee
94
94,9
94,9
100,0
Total
99
100,0
100,0
Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Engelstalige series? Cumulative Frequency Valid
15.2
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
29
29,3
29,3
29,3
Nee
70
70,7
70,7
100,0
Total
99
100,0
100,0
Output: frequentietabellen retweeten Twitteraccounts
Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Vlaamse series? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
4
4,0
4,0
4,0
Nee
95
96,0
96,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Engelstalige series? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
30
30,3
30,3
30,3
Nee
69
69,7
69,7
100,0
Total
99
100,0
100,0
94
15.3
Output: McNemar-toets retweeten acteurs Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Vlaamse series?
* Retweet je
99
soms tweets van
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
acteurs/actrices uit Engelstalige series?
Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Vlaamse series? acteurs/actrices uit Engelstalige series?
* Retweet je soms tweets van
Crosstabulation Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Engelstalige series? Ja
Retweet je soms tweets van
Ja
Count
acteurs/actrices uit Vlaamse
% within Retweet je soms tweets
series?
van acteurs/actrices uit Vlaamse
Nee
Total
4
1
5
80,0%
20,0%
100,0%
13,8%
1,4%
5,1%
25
69
94
26,6%
73,4%
100,0%
86,2%
98,6%
94,9%
29
70
99
29,3%
70,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
series? % within Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Engelstalige series?
Nee
Count % within Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Vlaamse series? % within Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Engelstalige series?
Total
Count % within Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Vlaamse series? % within Retweet je soms tweets van acteurs/actrices uit Engelstalige series?
95
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test
,000
N of Valid Cases
a
99
a. Binomial distribution used.
15.4
Output: McNemar-toets retweeten Twitteraccounts Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Vlaamse series?
*
Retweet je soms tweets van
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
Twitteraccounts van Engelstalige series?
96
Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Vlaamse series? Twitteraccounts van Engelstalige series?
* Retweet je soms tweets van
Crosstabulation Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Engelstalige series? Ja
Retweet je soms tweets van
Ja
Count
Twitteraccounts van
% within Retweet je soms tweets
Vlaamse series?
van Twitteraccounts van Vlaamse
Nee
Total
3
1
4
75,0%
25,0%
100,0%
10,0%
1,4%
4,0%
27
68
95
28,4%
71,6%
100,0%
90,0%
98,6%
96,0%
30
69
99
30,3%
69,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
series? % within Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Engelstalige series?
Nee
Count % within Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Vlaamse series? % within Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Engelstalige series?
Total
Count % within Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Vlaamse series? % within Retweet je soms tweets van Twitteraccounts van Engelstalige series?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
97
16. Output: volgen Tumblr 16.1
Output: frequentietabellen volgen Tumblr Volg je posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? Cumulative Frequency
Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
4
4,0
4,0
4,0
Nee
95
96,0
96,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
Volg je posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? Cumulative Frequency Valid
16.2
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
32
32,3
32,3
32,3
Nee
67
67,7
67,7
100,0
Total
99
100,0
100,0
Output: McNemar-toets volgen Tumblr Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Volg je posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries?
* Volg je
posts op Tumblr over
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
Engelstalige televisieseries?
98
Volg je posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? Engelstalige televisieseries?
* Volg je posts op Tumblr over
Crosstabulation Volg je posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? Ja
Volg je posts op Tumblr over Ja
Count
Vlaamse televisieseries?
% within Volg je posts op Tumblr
Nee
Total
2
2
4
50,0%
50,0%
100,0%
6,2%
3,0%
4,0%
30
65
95
31,6%
68,4%
100,0%
93,8%
97,0%
96,0%
32
67
99
32,3%
67,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
over Vlaamse televisieseries? % within Volg je posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
Nee
Count % within Volg je posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? % within Volg je posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
Total
Count % within Volg je posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? % within Volg je posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test
,000
N of Valid Cases
a
99
a. Binomial distribution used.
17. Output: ‘liken’ Tumblr 17.1
Output: frequentietabellen ‘liken’ Tumblr Like je soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? Cumulative Frequency
Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
3
3,0
3,0
3,0
Nee
96
97,0
97,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
99
Like je soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? Cumulative Frequency Valid
17.2
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
30
30,3
30,3
30,3
Nee
69
69,7
69,7
100,0
Total
99
100,0
100,0
Output: McNemar-toets ‘liken’ Tumblr Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Like je soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? * Like je
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
100
Like je soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? * Like je soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? Crosstabulation Like je soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? Ja Like je soms posts op
Ja
Count
Tumblr over Vlaamse
% within Like je soms posts op
televisieseries?
Tumblr over Vlaamse
Nee
Total
2
1
3
66,7%
33,3%
100,0%
6,7%
1,4%
3,0%
28
68
96
29,2%
70,8%
100,0%
93,3%
98,6%
97,0%
30
69
99
30,3%
69,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
televisieseries? % within Like je soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
Nee
Count % within Like je soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? % within Like je soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
Total
Count % within Like je soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? % within Like je soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
101
18. Output: delen Tumblr 18.1
Output: frequentietabellen delen Tumblr Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? Cumulative Frequency
Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
1
1,0
1,0
1,0
Nee
98
99,0
99,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? Cumulative Frequency Valid
18.2
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
27
27,3
27,3
27,3
Nee
72
72,7
72,7
100,0
Total
99
100,0
100,0
Output: McNemar-toets delen Tumblr Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? * Deel je (of herblog je) soms
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
102
Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? * Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? Crosstabulation Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries? Ja Deel je (of herblog je) soms
Ja
Count
posts op Tumblr over
% within Deel je (of herblog je)
Vlaamse televisieseries?
soms posts op Tumblr over
Nee
Total
0
1
1
0,0%
100,0%
100,0%
0,0%
1,4%
1,0%
27
71
98
27,6%
72,4%
100,0%
100,0%
98,6%
99,0%
27
72
99
27,3%
72,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Vlaamse televisieseries? % within Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
Nee
Count % within Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? % within Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
Total
Count % within Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Vlaamse televisieseries? % within Deel je (of herblog je) soms posts op Tumblr over Engelstalige televisieseries?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
103
19. Output: fanwebsite 19.1
Output: frequentietabellen fanwebsite Bezoek je soms een fanwebsite van een Vlaamse serie? Cumulative Frequency
Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
23
23,2
23,2
23,2
Nee
76
76,8
76,8
100,0
Total
99
100,0
100,0
Bezoek je soms een fanwebsite van een Engelstalige serie? Cumulative Frequency Valid
19.2
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
56
56,6
56,6
56,6
Nee
43
43,4
43,4
100,0
Total
99
100,0
100,0
Output: McNemar-toets fanwebsite Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Bezoek je soms een fanwebsite van een Vlaamse serie?
* Bezoek
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
je soms een fanwebsite van een Engelstalige serie?
104
Bezoek je soms een fanwebsite van een Vlaamse serie? Engelstalige serie?
* Bezoek je soms een fanwebsite van een
Crosstabulation Bezoek je soms een fanwebsite van een Engelstalige serie? Ja
Bezoek je soms een
Ja
Count
fanwebsite van een Vlaamse
% within Bezoek je soms een
serie?
fanwebsite van een Vlaamse serie?
Nee
Total
7
16
23
30,4%
69,6%
100,0%
12,5%
37,2%
23,2%
49
27
76
64,5%
35,5%
100,0%
87,5%
62,8%
76,8%
56
43
99
56,6%
43,4%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
% within Bezoek je soms een fanwebsite van een Engelstalige serie?
Nee
Count % within Bezoek je soms een fanwebsite van een Vlaamse serie? % within Bezoek je soms een fanwebsite van een Engelstalige serie?
Total
Count % within Bezoek je soms een fanwebsite van een Vlaamse serie? % within Bezoek je soms een fanwebsite van een Engelstalige serie?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
105
20. Output: Multiple response frequentietabellen downloaden/streamen series Case Summary Cases Valid N $MRsetInternet $MRsetSeries
a
a
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
90
90,9%
9
9,1%
99
100,0%
a. Dichotomy group tabulated at value 1. $MRsetInternet Frequencies Responses N MRset Bekijk je series via internet?
a
Bekijk je wel eens televisieseries via het internet? Ja, ik stream soms series. Bekijk je wel eens televisieseries via het internet? Ja, ik download soms series. Bekijk je wel eens televisieseries via het internet? Neen, ik kijk nooit series via het internet.
Total
Percent of
Percent
Cases
74
53,2%
74,7%
54
38,8%
54,5%
11
7,9%
11,1%
139
100,0%
140,4%
a. Dichotomy group tabulated at value 1. $MRsetSeries Frequencies Responses N MRset Welke series bekeken via internet?
a
Indien je wel eens televisieseries streamt of downloadt, welke series zijn dit dan? Vlaamse series Indien je wel eens televisieseries streamt of downloadt, welke series zijn dit dan? Engelstalige series Indien je wel eens televisieseries streamt of downloadt, welke series zijn dit dan? Ander.
Total
Percent of
Percent
Cases
14
13,0%
15,6%
84
77,8%
93,3%
10
9,3%
11,1%
108
100,0%
120,0%
a. Dichotomy group tabulated at value 1.
106
21. Output: Multiple response frequentietabel sociale media Case Summary Cases Valid N $MRsetSocialeMedia
a
Missing
Percent 99
100,0%
N
Total
Percent 0
N
0,0%
Percent 99
100,0%
a. Dichotomy group tabulated at value 1.
$MRsetSocialeMedia Frequencies Responses N MRset Welke sociale media gebruik je?
a
Percent of
Percent
Cases
Welke sociale media gebruik je?
Facebook
96
25,5%
97,0%
48
12,7%
48,5%
44
11,7%
44,4%
87
23,1%
87,9%
32
8,5%
32,3%
34
9,0%
34,3%
8
2,1%
8,1%
22
5,8%
22,2%
6
1,6%
6,1%
377
100,0%
380,8%
Welke sociale media gebruik je?
Twitter
Welke sociale media gebruik je?
Instagram
Welke sociale media gebruik je?
YouTube
Welke sociale media gebruik je?
Tumblr
Welke sociale media gebruik je?
Pinterest
Welke sociale media gebruik je?
Vine
Welke sociale media gebruik je?
LinkedIn
Welke sociale media gebruik je? Total
Ander.
a. Dichotomy group tabulated at value 1.
107
22. Output: Facebookcontact 22.1
Output: frequentietabellen Facebookcontact
Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Vlaamse televisieseries? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
1
1,0
1,0
1,0
Nee
98
99,0
99,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Engelstalige televisieseries? Cumulative Frequency Valid
22.2
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
38
38,4
38,4
38,4
Nee
61
61,6
61,6
100,0
Total
99
100,0
100,0
Output: McNemar-toets Facebookcontact Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Vlaamse televisieseries?
* Zoek
je soms contact via
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
Facebook met andere fans van een Engelstalige televisieseries?
108
Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Vlaamse televisieseries? contact via Facebook met andere fans van een Engelstalige televisieseries?
* Zoek je soms
Crosstabulation
Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Engelstalige televisieseries? Ja Zoek je soms contact via
Ja
Count
Facebook met andere fans
% within Zoek je soms contact
van een Vlaamse
via Facebook met andere fans
televisieseries?
van een Vlaamse
Nee
Total
0
1
1
0,0%
100,0%
100,0%
0,0%
1,6%
1,0%
38
60
98
38,8%
61,2%
100,0%
100,0%
98,4%
99,0%
38
61
99
38,4%
61,6%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
televisieseries? % within Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Engelstalige televisieseries?
Nee
Count % within Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Vlaamse televisieseries? % within Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Engelstalige televisieseries?
Total
Count % within Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Vlaamse televisieseries? % within Zoek je soms contact via Facebook met andere fans van een Engelstalige televisieseries?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
109
23. Output: frequentietabel delen fanfictie Deel je jouw fanfictie met andere fans? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja, ik deel mijn fanfictie online met vrienden of
16
16,2
51,6
51,6
2
2,0
6,5
58,1
13
13,1
41,9
100,0
Total
31
31,3
100,0
System
68
68,7
99
100,0
andere fans. Ja, ik deel mijn fanfictie met vrienden of andere fans, maar niet online. Neen, ik deel mijn fanfictie niet met vrienden of andere fans.
Missing Total
24. Output: frequentietabel delen cosplayfoto’s of -filmpjes Deel je foto's/filmpjes van jezelf in cosplay online? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
Ja, ik deel online soms foto's of filmpjes van mezelf
28
28,3
68,3
68,3
13
13,1
31,7
100,0
Total
41
41,4
100,0
System
58
58,6
99
100,0
in cosplay. Nee, ik deel online nooit foto's of filmpjes van mezelf in cosplay.
Missing Total
110
25. Output: lezen fanfictie 25.1
Output: frequentietabellen lezen fanfictie
Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Vlaamse series? Cumulative Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Percent
3
3,0
3,0
3,0
Nee
96
97,0
97,0
100,0
Total
99
100,0
100,0
Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series? Cumulative Frequency Valid
25.2
Percent
Valid Percent
Percent
Ja
42
42,4
42,4
42,4
Nee
57
57,6
57,6
100,0
Total
99
100,0
100,0
Output: McNemar-toets lezen fanfictie Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Vlaamse series? * Lees je soms fanfictie
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
geschreven door andere fans over Engelstalige series?
111
Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Vlaamse series? * Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series? Crosstabulation Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series? Ja Lees je soms fanfictie
Ja
Count
geschreven door andere
% within Lees je soms fanfictie
fans over Vlaamse series?
geschreven door andere fans over
Nee
Total
1
2
3
33,3%
66,7%
100,0%
2,4%
3,5%
3,0%
41
55
96
42,7%
57,3%
100,0%
97,6%
96,5%
97,0%
42
57
99
42,4%
57,6%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Vlaamse series? % within Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series?
Nee
Count % within Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Vlaamse series? % within Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series?
Total
Count % within Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Vlaamse series? % within Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series?
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,000
a
99
a. Binomial distribution used.
112
25.3
Output: McNemar-toets schrijven vs. lezen fanfictie Case Processing Summary Cases Valid N
Missing
Percent
N
Total
Percent
N
Percent
Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie? * Lees je soms fanfictie
99
100,0%
0
0,0%
99
100,0%
geschreven door andere fans over Engelstalige series?
Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie?
* Lees je soms fanfictie geschreven
door andere fans over Engelstalige series? Crosstabulation Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series? Ja Heb je al eens fanfictie
Ja
Count
geschreven over een
% within Heb je al eens fanfictie
Engelstalige televisieserie?
geschreven over een
Nee
Total
26
3
29
89,7%
10,3%
100,0%
61,9%
5,3%
29,3%
16
54
70
22,9%
77,1%
100,0%
38,1%
94,7%
70,7%
42
57
99
42,4%
57,6%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Engelstalige televisieserie? % within Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series?
Nee
Count % within Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie? % within Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series?
Total
Count % within Heb je al eens fanfictie geschreven over een Engelstalige televisieserie? % within Lees je soms fanfictie geschreven door andere fans over Engelstalige series?
113
Chi-Square Tests Exact Sig. (2Value
sided)
McNemar Test N of Valid Cases
,004
a
99
a. Binomial distribution used.
114