2/MLAV1/9500000235/MPH. Milieuvergunningen
HOUDENDE VERGUNNING AAN C.V. INTERKOMMUNALE IGEMO VOOR HET EXPLOITEREN VAN EEN AFVALVERWERKINGSCENTRUM GELEGEN TE 2500 LIER, MECHELSESTEENWEG 285. De bestendige deputatie van de Provincieraad van Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993 en 21 december 1994; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij besluiten van 24 juli 1991, 27 februari 1992, 28 oktober 1992, 27 april 1994, 24 mei 1995 en 1 juni 1995; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals gewijzigd bij besluit van 6 september 1995; Overwegende dat, krachtens het aangevulde artikel 7.3.O.2.§3 van voormeld besluit van 1 juni 1995, de vergunningsaanvragen welke vóór 1 augustus 1995 werden ingediend, worden afgehandeld volgens de procedure die van toepassing was op het ogenblik van de indiening van de aanvraag; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 28 juli 1995 ingediend door C.V. Interkommunale IGEMO, gevestigd Groenstraat 11 te 2860 St. Katelijne Waver, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting gelegen te 2500 Lier, Mechelsesteenweg 285; kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) : 03-E-642g4, 03-E-640c, 03-E-640f, 03-E-646, te exploiteren, met als voorwerp : het in bedrijf stellen van een composteringsinstallatie en een breekinstallatie, omvattende : - composteringsinstallatie voor groenafval met een verwerkingscapaciteit van 15.000 ton per jaar (2.1.B.2) verkleinen (600 kW); - opslag van 1.000 l afvalolie (2.4.A.1); - lozen van ander dan normaal huisafvalwater in de Lachenebeek (3.1); - afvalwaterzuiveringsinstallatie voor de behandeling van industrieel afvalwater zonder gevaarlijke stoffen (3.7.2); - opslag van 20.000 l mazout (17.3.6.1.B); - opslag van 1.000 l olie en/of vet (17.3.7.1); - laboratorium voor de analyse van compost (24.4); - opslag en overslag van niet-gevaarlijke, niet-toxische industriële afvalstoffen (2.2.G) (inerte afval); - mechanisch behandelen van minerale produkten met een max.
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
vermogen van 600 kW (30.1.C) (inerte afval : breker).
Vlaremrubriek(en) : 2.1.B.2; 2.2.G; 2.4.A.2; 3.1; 3.7.2; 17.3.6.1.B; 17.3.7.1; 24.4; 30.1.C. Gelet op het feit dat op datum van 7 augustus 1995 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op onderzoek dd. schriftelijke schriftelijke
het proces-verbaal betreffende het openbaar 17 september 1995 waaruit blijkt dat volgende bezwaren en opmerkingen werden ingediend : 4 bezwaren, waarvan 1 met 400 handtekeningen;
Overwegende dat deze bezwaren betrekking hebben op : ligging van de K.M.O-zone, waarin het bedrijf wordt gevestigd, temidden van een park- en natuurgebied dicht bij de Nete; bijkomende lawaai-, geur- en stofhinder; overtreding van de exploitatievoorwaarden voor de bestaande installatie; Gelet op het gunstig advies dd. 1 oktober 1995 van het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Lier waarbij verwezen wordt naar bijkomende informatie verstrekt door de aanvrager m.b.t. hinderbeperkende maatregelen; Gelet op het gunstig advies dd. 6 oktober 1995 (kenmerk MV/A/VLA1/3707) van de Afdeling Milieuvergunningen van de Administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, dat luidt als volgt : "Het voorwerp van onderhavige aanvraag betreft in hoofdzaak de exploitatie van een afvalverwerkingscentrum onder de vorm van groenafval en inerte materialen. Het geheel is gelegen in een renovatiegebied met als grondkleur KMO-zone, en sluit aan bij het bestaande containerpark. Verkleiningsinstallatie voor groenafval De verkleiningsinstallatie voor de groenafval is niet aangevraagd als rubriek maar werd wel aangeduid op het ingediende plan en heeft zelfs een vermogen van 600 kW, zodat het tot klasse 1 behoort en in de voorwaarden dient opgenomen. ANHA
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
Het industriële afvalwater is afkomstig van de compostering van groenafval. Dit afvalwater wordt met een maximum debiet van m³/uur, respectievelijk - m³/dag en 1150 m³/jaar via een afvalwaterbehandelingsinstallatie omvattende een opvangbekken met beluchtingsinstallatie geloosd in de waterloop Lachenebeek, zijnde een waterloop van 2° categorie (nr. 617). Voormeld oppervlaktewater is overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 1987 tot vaststelling van de kwaliteitsdoelstellingen voor alle oppervlaktewater van het openbaar hydrografisch net en tot aanduiding van de oppervlaktewateren bestemd voor drinkwater, zwemwater, viswater en schelpdierwater, de bestemming basiswaterkwaliteit toegewezen. Het gehalte aan gevaarlijke stoffen is voor elk van deze stoffen kleiner dan de overeenkomstige immissienorm die volgens de voormelde kwaliteitsdoelstellingen is vooropgesteld voor het ontvangende oppervlaktewater. Het afvalwater bevat gevaarlijke stoffen bijgevolg in zulk een geringe hoeveelheid en concentratie, dat kan gesteld worden dat elk gevaar voor de verontreiniging hierdoor van het ontvangende oppervlaktewater nu en in de toekomst is uitgesloten. Het bedrijfsafvalwater van de compostering wordt afgevoerd naar een opvangbekken waar het percolaatwater wordt gezuiverd via een beluchtingsinstallatie en desgevallend wordt herbruikt voor de beregening van de composthopen. Enkel in periodes van overvloedige regenval en bv. in de winter wordt geloosd met een maximumdebiet van 1150 m³/jaar. Dit is een vrij klein debiet en is derhalve aanvaardbaar op voorwaarde dat het voorgestelde procédé gevolgd blijft. Afvalolie Rubriek 2.4.a.1. is niet van toepassing aangezien het hier enkel om tijdelijke opslag van afvalolie gaat afkomstig van het eigen bedrijf, maar wel rubriek 17.3.7.1.. De rest van de aangevraagde rubrieken is milieutechnisch aanvaardbaar."; Gelet op het gunstig advies dd. 5 oktober 1995 (kenmerk N/105584) van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening en Infrastructuur dat luidt als volgt : "De aanvraag betreft de exploitatie van een nieuwe inrichting, nl. recyclagebedrijf voor groenafval en inerte afvalstoffen. De inrichting is volgens het vastgestelde gewestplan gelegen in gebied voor ambachtelijke bedrijven en/of KMO's. De geplande activiteit is verenigbaar met de bestemming van dit gebied. De bouwvergunningsaanvragen voor "de aanleg van een composteerinstallatie voor groenafval en een toegangsweg" en "het bouwen van een weeglokaal en loods" zijn op dit ogenblik in
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
behandeling bij onze dienst. De inrichting wordt dermate opgevat dat het de goede aanleg van het gebied niet in het gedrang brengt. Derhalve wordt deze aanvraag gunstig geadviseerd."; Gelet op het gunstig advies dd. 24 augustus 1995 (kenmerk 3/70/6562) van de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg, dat luidt als volgt : "De potentieel direct gezondheidsbedreigende factoren die gelieerd zijn aan de exploitatie van een dergelijk bedrijf zijn de overdracht van micro-organismen. Het voorwerp van de gezondheidsbedreiging is voornamelijk de buurt. De route waarover de humane blootstelling loopt is de lucht via ongedierte. Op basis van de ligging, de afstand tot de buurt, de windrichting, de reeds vroeger gemelde klachten en de genomen voorzorgen blijkt deze gezondheidsbedreiging reëel te zijn. Deze gezondheidsbedreiging kan aanleiding geven tot een reversibele gezondheidsschade. De genomen voorzorgsmaatregelen kunnen de opgesomde gezondheidsrisico's reduceren."; Gelet op het gunstig advies dd 11 oktober 1995 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest, dat luidt als volgt : "De huidige aanvraag heeft betrekking op het uitbaten van een composteringsinstallatie voor groenafval met een verwerkingscapaciteit van 15.000 ton/jaar (rubriek 2.1.b.2.) en een opslagen overslagplaats van niet-gevaarlijke, niet-toxische industriële afvalstoffen (nl. inerte bouwafvalstoffen) (rubriek 2.2.g.) met de inzet van een mobiele breekinstallatie (rubriek 30.1.c.). De nieuwe inrichting ligt in een renovatiegebied met grondtoon gebied voor KMO's en ambachtelijke bedrijven, palend aan het afvalverwerkingscentrum van Igemo. Voor de compostering van groenafval wordt een volledig verhard terrein (met beton) van ca. 1 ha voorzien. Voor de opslagplaats en verwerking van inerte materialen wordt een oppervlakte van ca. 80 are voorzien met de installatie van een permanent aanwezige zeefmachine en een mobiele breker die slechts sporadisch zal ingehuurd worden. De tijdelijke opslag van de bedoelde inerte afvalstoffen houdt geen risico in. De aangevraagde inrichting omvat een centrale verwerkingseenheid voor groenafval zoals bedoeld in het uitvoeringsplan GFT- en groenafval in het kader van het Afvalstoffenplan en is bedoeld voor het verwerkingsgebied van de intercommunale Igemo.
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
In de composteringsinrichting wordt uitsluitend groenafval afkomstig van containerparken, gemeentebesturen en particulieren (ongeveer 15.000 ton per jaar) aangevoerd. De inrichting inzake compostering beantwoordt volledig aan de Vlaco-richtlijnen zoals bepaald in het uitvoeringsplan GFT- en groenafval (op een betonnen vloer met opvang van het afvloeiwater dat na inzameling (in een verzamelbekken van 3.000 m³) en zuivering (beluchting) opnieuw gebruikt wordt ter bevochtiging van de composthopen). De inerte bouwafvalstoffen (zoals betonpuin, steenpuin en gronden) zijn afkomstig van containerparken en gemeentebesturen (ongeveer 15.000 ton/jaar). Er wordt gestreefd naar een maximale recuperatie ervan. Dit draagt bij tot de realisatie van de doelstellingen van het Afvalstoffenplan 1991-1995.";
Gelet op het BH/WD/mb/95/2078) gunstig-ongunstig BH/WD/mb/95/2387)
ongunstig advies dd. 2 oktober 1995 (kenmerk van de Vlaamse Milieumaatschappij en het deels advies dd. 3 november 1995 (ref. van dezelfde instantie, die luiden als volgt :
1. Advies dd. 2 oktober 1995: "De aanvraag betreft de lozing van 1.150 m³/j bedrijfsafvalwater. Dit afvalwater is afkomstig van de overloop van het verzamelbekken (inhoud 3.000 m³) waarin het percolaatwater, afkomstig van de composthoop wordt geloosd. In dit bekken zou een oppervlaktebeluchter worden voorzien die gestuurd wordt in functie van de belasting. Het advies van de VMM is ongunstig om volgende redenen : - er wordt geen motivering gegeven voor het feit dat de volledige compostering niet kon overkapt worden. Een volledige overkapping geeft geen bedrijfsafvalwater; - de totale verharde oppervlakte betreft 11.500 m². Dit geeft een gemiddelde jaarlijkse neerslag van 9.200 m³. Dit moet mogelijk zijn volledig te bufferen in het bekken, rekening houdend : * met het feit dat men het hemelwater niet hoeft op te vangen in het bekken, maar rechtstreeks kan lozen in oppervlaktewater. Indien men in droge periodes toch nood heeft aan dit regenwater kan men werken met een klep waardoor men het regenwater manueel naar het bekken of het oppervlaktewater kan afvoeren; * met een goede bedrijfsvoering van het opvangbekken; het minimaal houden van het aanwezige debiet en slib; * met het feit dat men desnoods kan werken met 2 opvangbekkens : 1 met percolaat (het bedrijfsafvalwater) en 1 met regenwater. Opgemerkt dient te worden dat het bekken ondoorlatend moet geconstrueerd worden gelet op de directe nabijheid van het
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
ontvangend oppervlaktewater. Advies dd. 3 november 1995: Het lozingspunt bevindt zich ter hoogte van de Lachenebeek-Lauwerijkbeek-Bautersem. Indien er toch een lozing met maximum 1.150 m³ /j bedrijfsafvalwater zou plaatsgrijpen, moet aan bijzondere voorwaarden voldaan worden "; Gelet op het advies dd. 24 oktober 1995 en het gunstig advies dd. 7 november 1995 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie inhoudende dat : "Rubrieken: -rubriek 2.4.a.1. is niet van toepassing, aangezien het hier de tijdelijke opslag van afvalolie afkomstig van het eigen bedrijf betreft; rubriek 17.3.7.1. is hier van toepassing -rubriek 2.1.c.2. is van toepassing op de verkleiningsinstallatie voor groenafval; deze werd aangevraagd maar zonder rubriekvermelding; De VMM in haar bijkomend advies stelt dat de waterloop waarin geloosd wordt de Lachenebeek is. De PMVC oordeelt dat een overkapping niet noodzakelijk is. Er moet wel worden voldaan aan V03. Door het gemeentebestuur van Lier werd een brief van Igemo aan het gemeentebestuur bezorgd waaruit blijkt dat de intercommunale het voorwerp van de aanvraag heeft gewijzigd : zo werd ondermeer ter beperking van de geluidshinder de mobiele breker van 600 kW van de noordzijde van het terrein naar de zuidzijde verplaatst. De PMVC adviseert gunstig voor de aanvraag zoals ze oorspronkelijk werd ingediend, nl. met mobiele breker op de locatie zoals vermeld in het oorspronkelijk aanvraagdossier en niet zoals vermeld in de nota met wijzigingen die door Igemo aan het gemeentebestuur van Lier werden bezorgd bij gelegenheid van het openbaar onderzoek"; Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied van het gewestplan Mechelen, waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : gebied voor ambachtelijke bedrijven en/of KMO's Overwegende dat gesteld kan worden dat de exploitatie van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedebouwkundige voorschriften; Overwegende dat het gedeelte van het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij dat betrekking heeft op het feit
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
dat de volledige compostering niet wordt overkapt en er bijgevolg bedrijfsijfsafvalwater ontstaat, niet kan in aanmerking worden genomen omdat compostering van groenafval het best in open lucht gebeurt; het terrein verhard is, het water kan worden opgevangen en herbruikt voor de bevochtiging van de composthopen en de lozing enkel wordt aangevraagd in functie van hevige neerslag; Overwegende dat rubriek 2.4.a.1. niet van toepassing is op de tijdelijke opslag van afvalolie afkomstig van het eigen bedrijf, en in afwachting van ophaling door een erkend verwerver; dat rubriek 2.1.c.2. van toepassing is op de verkleiningsinstallatie voor groenafval; Overwegende dat, gelet op de ingediende bezwaren, het aangewezen is bijzondere voorwaarden op te leggen teneinde lawaai-, geur- en stofhinder tot een minimum te beperken; Overwegende dat de tijdens het openbaar onderzoek uitgebrachte bezwaren en opmerkingen als volgt kunnen geëvalueerd worden : de inrichting van het betrokken bedrijf wordt dermate opgevat dat het de goede aanleg van het gebied niet in het gedrang brengt; door het opleggen van hinderbeperkende maatregelen kunnen de lawaai, geur- en stofhinder tot een minimum beperkt worden; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn van 20 jaar; B E S L U I T : ARTIKEL 1. - Voorwerp van de vergunning §1 Aan C.V. Interkommunale IGEMO, gevestigd Groenstraat 11 te 2860 St. Katelijne Waver, wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend, om een inrichting gelegen te 2500 Lier, Mechelsesteenweg 285, op de kadastrale percelen (afdeling-sectie-perceelnummer) : 03-E-642g4, 03-E-640c, 03-E-640f, 03-E-646, te exploiteren, met als voorwerp : een interkommunaal afvalverwerkingscentrum via de recyclage van groenafval en inerte materialen toegerust met :
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
Qua recyclage van groenafval : - een composteringsinstallatie voor groenafval met een verwerkingscapaciteit van 15.000 ton groenafval per jaar (2.1.b.2.); - een verkleiningsinstallatie voor de groenafval met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 600 kW (2.1.c.2.); - de opslag van maximum 1.000 l afvalolie (17.3.7.1. oude rubriek); - het lozen van ANHA in een oppervlaktewater (Lachenebeek) (3.1.); - een afvalwaterzuiveringsinstallatie voor de behandeling van ANHA dat geen gevaarlijke stoffen bevat (3.7.2.); - de opslag van maximum 20.000 l olie in een bovengrondse tank die zowel wordt aangewend als stookolie en dieselolie voor de bedrijfswagens (17.3.6.1.b.); - de opslag van maximum 1.000 l olie en/of vet (17.3.7.1.); - een labo voor de analyse van compost (24.4.); Qua recyclage van inerte materialen : - opslag en overslag van niet gevaarlijke, niet toxische industriële afvalstoffen (2.2.g.); - een inrichting voor het behandelen van minerale produkten met een geïnstalleerde totale drijfkracht van maximum 600 kW (30.1.3.). Vlaremrubrieken 2.1.B.2., 2.1.c.2., 2.2.G., 3.1., 3.7.2., 17.3.6.1.B., 17.3.7.1., 24.4., 30.1.3..
ARTIKEL 2. - Koppeling aan de bouwvergunning §1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de inrichting die er het voorwerp van uitmaakt ook een bouwvergunning vereist is krachtens de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, en deze bouwvergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de bouwvergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de bouwvergunning te melden aan de bestendige deputatie bij ter post aangetekende zending. §2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de bouwvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. §3 De bouwvergunning die verkregen is voor de inrichting die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend.
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
§4 Deze geschorste bouwvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. ARTIKEL 3. - Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden (in bijlage) : §1. Algemene : V01, V02, VO3 §2. Sectorale : V07, V09, V13, V 46, V49, V56, V68 §3. Bijzondere : Wat betreft de lozing met een maximum van 1.150 m3/j bedrijfsafvalwater : - Zwev. st. :60mg/l - BZV :25/mg/l - CZV :125mg/l -Tot N :15mg/l -Tot P :2mg/l Het geloosde dagdebiet moet dagelijks geregistreerd worden en bijgehouden in een register. Jaarlijks dienen de resultaten overgemaakt te worden aan de Vlaamse Milieumaatschappij, buitendienst Herentals. Hinderbeperkende maatregelen : -Rond de breekinstallatie wordt een geluidswerende wand voorzien (aarden dam). -Een groenscherm met een breedte van 5 meter bestaande uit inlands gemengd bosgoed (hoogstem +laagstam) wordt aangebracht. -In het broedseizoen (van 15 april tot 15 juni) zal geen steenpuin gebroken worden. -De omwonenden (tot in straal van 500 m rond de breker) zullen voorafgaandelijk verwittigd worden, wanneer de breker in werking zal gesteld worden. -Er mag geen GFT-afval samen met het groenafval gecomposteerd worden.
ARTIKEL 4. - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde inrichting dient in gebruik genomen te worden binnen de 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning : dus uiterlijk op 30 november 1998, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. ARTIKEL 5. - Vergunningstermijn
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn : 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer : a) deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de bouwvergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de bestendige deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, §2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2. die eindigt op 30 november 2015 behoudens wanneer : de vergunningstermijn overeenkomstig het bepaalde in 1. a) later wordt gestart; in dat geval wordt de einddatum van deze milieuvergunning met een overeenstemmende termijn verdaagd. ARTIKEL 6. - Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 7. §1 Een bijkomende vergunning moet worden aangevraagd voor elke verandering van de vergunde inrichting. In de gevallen bedoeld in artikel 5 § 1, 2° b van Titel I van het Vlarem kan ook een melding worden gedaan. §2 Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient uiterlijk tien kalenderdagen vòòr de datum van overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende Milieuvergunning. §3 Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand vòòr het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 8. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Galileïlaan 5, bus 4, 7de verd., 1030 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning.
MLAV1/9500000235 C.V. Interkommunale IGEMO
Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden. Antwerpen, 30 november 1995. Aanwezig : de heren C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, V. Van Eetvelt, J. Geuens, L. Helsen, Ch. De Weze, F. Geudens, A. Kockx, leden en de heer Omer Coenen, Provinciegriffier. Verslaggever : de heer L. Helsen. In opdracht De Provinciegriffier,
Omer Coenen.
Besluit uitgevoerd op ............... De Directeur,
De Voorzitter,
C. Paulus.
MINUUT.