SEMINAR
Presentie: ir. Marcel A. Meyer, Voorzitter van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB)
INHOUD: I. Historie II. Water in de Hydrologische Kringloop III. Watergebruik IV. Waterhuishouding van Groot Paramaribo V.
Slot
Hotel Krasnapolsky Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) Prins Hendrikstraat 18 - P.O.Box 111 Paramaribo-Suriname Tel: (597) 475286 - 475287 Fax: (597) 472287 E-mail:
[email protected]
Paramaribo, 26 maart 2009
Bijdrage van: ir. Marcel A. Meyer, Voorzitter van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) I. Historie Suriname maakt deel uit van het zg. Guyanese Schild, dat zich uitstrekt over de Noordkust van Zuid Amerika tussen de Orinoco- en de Amazone waterscheiding. Reeds direct na de ontdekking van Zuid Amerika stond dit gebied bekend als “The land of many waters” (Guyana). Op de kaart van het “Guyanese Schild” komen er 5 deelgebieden voor: - Spaans Guyana (Estado Guyana in Venezuela) 450.000 - Brits Guyana (Guyana) 225.000 - Nederlands Guyana (Suriname) 165.000 - Frans Guyana (Cayenne) 80.000 - Portugees Guyana (Amapa in Brazilië) 300.000 Totaal 1.225.000
km2 km2 km2 km2 km2 km2
Suriname – met een grondgebied van 4-5 keer Nederland – wordt doorsneden door een 4tal grote rivieren die van Zuid naar Noord stromen vanuit het heuvelland naar de Atlantische Oceaan (Corantijn-, Coppename-, Suriname-, Marowijnerivier) met zijrivieren Nickerie-, Commewijne-/Cottica- en de Saramacca rivier. Op de bodemkaart zijn de landschappen te zien waardoor heen deze rivieren stromen (heuvellandschap, Zanderij gronden, oude kustvlakte, jonge kustvlakte). Het hoogte verloop is ca. 1250 m. Water was voor de kolonie Suriname vanaf het prille begin heel belangrijk voor het transport over de rivieren, waaraan de meeste plantages waren aangelegd en ook als exportfaciliteit voor de scheepvaart van en naar het buitenland. De plantage-kaart uit het midden van de 18 e eeuw laat zien dat sinds de Engelse periode van 1650-1667, het aantal landbouwondernemingen was toegenomen van ca. 50 aan de Suriname rivier tot ver boven de 500 stuks; voornamelijk de uitbreidingen van deze rivier, tesamen met die aan de Commewijne-/Cotticarivier met al haar zijrivieren. Binnen de verschillende plantages was water belangrijk voor: de vaartrenzen (hoog nivo) de loostrenzen (laag nivo) 2
.
-
de molentrenzen (getij-waterkracht) de bevloeiing en ontwatering middels trekkers en bedtrenzen.
Het grootste kanaal werd aangeduid met de “BANTAMA”. Alle transporten vonden intern plaats via looppaden en vaartrenzen. Tevens hadden de open wateren de functie van berging tijdens perioden van grote neerslag (± 5-10 % van de arealen van meestal 200 -500 ha was n.l. in gebruik voor waterbeheersing en transport). Dit wist men toen al.
3
.
Voor de drinkwatervoorziening was men op de plantages en ook in Paramaribo (het bestuurscentrum) aangewezen op: regenwater (vergaarbakken) putwater (in zand en schelpritsen) rivierwater (buiten de brakwaterzône) grondwater (bleef bij boringen tot aan 1930) Tenslotte had men in Paramaribo ook nog brandwaterreservoirs. De situatie bleef enkele eeuwen ongewijzigd totdat men tot het besef kwam dat de watervoorziening van Paramaribo vanaf de artesische bronnen in het zuiden zou moeten plaatsvinden middels transport over grote afstanden. Als belangrijkste waterbouwkundige werken kunnen tot ca. 1950 slechts genoemd worden: de aanleg van het Saramacca-kanaal als binnenscheepvaartverbinding tussen de Suriname- en de Saramaccarivier met de neventaak van waterhuishouding van het Leidingen en Uitkijkgebied (1745-1900).
de aanleg van kanalen en sluizen in laag gelegen delen van Paramaribo t.b.v. de riolering van hemelwater en huishoudelijk afvalwater (Sommeldijckse kreek, Picorni kreek, Viotte kreek, Drambrandersgracht, Limesgracht etc.)
de landbouw infrastructuur in Noord West-Suriname.
In het hoofdstuk wateroverlast wordt hierop teruggekomen. II.
Water in de Hydrologische kringloop van Suriname
1. Algemeen Water vervult een zeer belangrijke rol in de Surinaamse samenleving. Dit blijkt al direkt uit de opsomming van de voornaamste gebruiksvormen op dit moment van het aangevoerde water t.w.:
drink- en industrieel watervoorziening
zuivering (verdunnen) van afvalwater (huishoudelijk e.a.)
waterkracht
irrigatie/drainage
scheepvaart
visserij
recreatie/toerisme/natuurbeheer 4
.
2. Neerslag, verdamping, afvoeren Zoals uit de neerslagkaart volgt van de gemiddelde jaarlijkse neerslag (1971 -1980) valt in Suriname jaarlijks 1500-3000 mm regenval, zoals gemeten door de Meteorologen. Met deze waterschijf worden alle gebruiksdoeleinden van water in stand gehouden. De watergift is 3 m hoog in een extreem nat jaar en zeker meer dan 2 m in een gemiddeld jaar. Dit levert bruto 330.000.000.000 m3 in een gemiddeld jaar. Het is goed vast te houden aan een aantal kengetallen en deze te plaatsen naast ons gebruik op dit moment. Welk deel van de neerslag komt tot afvoer in ons rivierenstelsel? De grootte van de afvoer van regenwater via onze rivieren is het resultaat van een gecompliceerd proces, waarbij rekening wordt gehouden met: inzijging in de bodem, evapotranspiratie, verdamping (Eo), aanvulling van artesisch water, afstroming. Het neerslagoverschot /tekort en de potentiële verdamping bepalen de afvoer zoals in de figuur hierna is aangegeven.
5
.
Voorbeeld: Gemiddeld maandelijkse neerslag (P), potentiële verdamping (Eo), en afvoer (R) in Suriname Om een indruk te verkrijgen van de rijkdom, die wij aan water hebben in Suriname wordt hierna een tabel gegeven van de gemiddelde afvoeren van de Surinaamse rivieren in m 3/sec tesamen met de oppervlakte van de stroomgebieden. (Zie ook kaart met rivierenafvoeren).
Oppervlakte stroomgebied in km 2
Gemiddelde afvoer in m 3/s
A
Corantijn Rivier
67 600 *
1597
B
Nickerie Rivier
10 100
174
C
Coppename Rivier
21 700
565
D
Saramacca Rivier
9 400
257
E
Suriname Rivier
16 500
422
F
Commewijne Rivier
6 600
169
G
Marowijne Rivier Kustgebied Coastal area
H
68 700 * 2 000
1771 882 591
1791 Niet berekend Not calculated
Tabel: Surinaamse rivieren oppervlakte stroomgebied gemiddelde afvoer in m 3/s Uit de tabel en de kaart volgt dat: De Corantijn- en de Marowijnerivier de twee grootste rivieren zijn met de hoogste gemiddelde jaarlijkse afvoer. Ter vergelijking moet gesteld worden dat op dit moment – vanwege de aanleg van het Afobaka waterkracht werk – de Surinamerivier een minimum zoetwater afvoer heeft van ca. 250 m 3/sec en daarbij de grootste potentie heeft voor wateronttrekking t.b.v. irrigatie en andere doeleinden. Door mij wordt geschat dat bij regulering van de afvoer van alle rivieren de minimum zoetwater-potentie ca 1.500 m 3/sec zou kunnen zijn. Wel moet goed gerekend worden aan de zoutwater-indringing door verlaging van de debieten en vooral op de kwaliteit van het water. In de ongereguleerde situatie stroomt er ca. 4.500 m 3/sec gemiddeld af via de Surinaamse rivieren (132 miljard m 3 in een jaar).
6
.
In de gereguleerde situatie kan verwacht worden dat het gehele jaar ee n gemiddelde afvoer van ca. 45 miljard m 3 aan zoetwater beschikbaar zal zijn. De irrigatie capaciteit van de Corantijn- en de Marowijnerivier zijn dan wel de grootste zoetwater leveranciers. Het voorgaande moet gezien worden als een controle berekening van de verhouding tussen neerslag, verdamping en afstroming door de grotere rivieren (330 miljard m 3/jaar). III.
Waterverbruik
III-1 Drinkwater Het drinkwaterverbruik van een bevolking is geen vaste hoeveelheid per dag of per jaar. De hoogte van het verbruik zal afhankelijk zijn van: het klimaat de waterbeschaving van de gemeenschap de kwaliteit van het productiesysteem, het transportsysteem en het distributiesysteem de aanwending van het drinkwater voor oneigenlijke doeleinden Zo zal in Suriname de behoefte aan drinkwater constant toenemen van bv 100 l/persoon/dag naar 250 l/persoon/dag. Op dit moment zal de drinkwaterbehoefte in totaal per dag kunnen zijn: 500.000 x 100 l x 10-3 = 50.000 m 3, hetgeen neerkomt op een globale hoeveelheid van 19 mln. m3 water per jaar. Voegen wij toe de behoefte van het industrieel verbruik van water t.b.v. “softdrinks fabrikanten, de bierfabriek, hospitalen, hotels, visserijbedrijven en andere groot verbruikers, dan is naar mijn mening de behoefte aan betrouwbaar wa ter ca. 25 mln. m 3 per jaar. Ik heb het slechts over de theoretische behoefte. De vertegenwoordiger van de SWM zal hierna ons de exacte informatie kunnen verstrekken over de werkelijke verbruikte hoeveelheid water. Vergeleken met de beschikking van Suriname over grote hoeveelheden zoetwater dat tot afstroming komt via onze rivieren is het verbruik van 25 miljoen m 3 drinkwater te vergelijken met een onttrekking van 1 m 3/sec gedurende het gehele jaar. (1 m 3 x 86.400 x 365). Deze becijfering heeft slechts de bedoeling de magnitude te etaleren van de Surinaamse waterrijkdom.
7
.
Ik kom in mijn slotwoord terug op de aanwending en de mogelijkheden van onze waterrijkdom.
III-2 Landbouw Voor de landbouw in Suriname is er vooral t.b.v. de rijstbouw er irrigatiewat er nodig. Ook al zouden wij de droge gewassen, bananen etc. hierbij voegen, dan nog zal de landbouw waterbehoefte uit irrigatie niet boven 2 miljard m 3/jaar uitkomen.
III-3 Waterkracht Door de bouw van een stuwdam te Afobaka in de Suriname- rivier wordt sinds de jaren ’60 veel aandacht besteed aan het waterkracht potentieel van Suriname. Uit een eerste inventarisatie bleek reeds lang geleden dat et totale waterkracht potentieel van Suriname ca. 2.500 MW groot is. Tabel: Waterkrachtpotentieel Lokatie Afobaka (117 MW benut) Devis Vallen Kabalebo Vliegveld Matapi Maopitijan Sula Tapatoso Sukratie-poort Phedra Saramacca I Saramacca III (Dromoso) Saramacca IV (Pakapaka)
Rivier Suriname Kabalebo-Corantijn Kabalebo Corantijn Curuni Tapanahoni Marowijne Suriname Saramacca Saramacca Saramacca
Vermogen (MW) 189 500 300 150 250 400 500 * 21 16 48 45
Totaal 2419 * Slechts de helft van het potentieel van de Marowijne rivier is in rekening gebracht, aangezien deze een grensrivier is. Kaart met lokaties van de mogelijke waterkrachtwerken.
8
.
Van het totale potentieel is slechts 120 MW (5%) ontwikkeld bij een installatie van 189 MW. Ter afsluiting van het overzicht van het waterkrachtpotentieel moet nog genoemd wordt dat er in een groot aantal locaties in het binnenland er sites voorkomen die uiterst geschikt zijn voor de bouw van kleinere waterkracht centrales (small, mini, micro met vermogen van ¼ - 10 MW). I.v.m. de grote verspreiding van de bewoners is het binnenland in kleine dorpen langs de vele rivieren is er grote behoefte aan kleine watervoorzieninginstallaties met aangepaste technologie. Het gaat in deze om dorpen van inheemsen en marrons van 25 -1000 personen, in totaal ca. 50.000 Surinamers. III-4 Recreatie/Toerisme/Natuurbeheer Het belang van goed water voor Recreatie/Toerisme/Natuurbeheer spreekt voor zich. Ik verwijs hiertoe naar de presentatie van de “Suriname Conservation Foundation”. Ik wil er direkt op wijzen dat het grote belang van WATER voor de ontwikkeling van vooral het Eco-toerisme met zich meebrengt dat wij onze natuurgebieden goed zullen moeten beschermen. Vervuiling door goudzoekers en andere gelukszoekers moet worden voorkomen. Bij geringe aantasting van de natuurreservaten heeft dit reeds grote gevolgen op de groei van het toerisme. III-5 Scheepvaart Vanaf het ontstaan van Suriname vormen de rivieren de enige en belangrijkste mogelijkheid voor de scheepvaart van en naar Suriname. Tesamen met het Saramacca kanaal hebben onze rivieren zorggedragen voor de ontsluiting van het achterland van Suriname. Vanwege geomorfologische beperkingen zijn onze rivieren niet geschikt voor het toelaten van schepen met een vermogen van meer dan 20.000 ton, vanwege de diepgang van de vaarweg van 6 m bij HW. Plannen bestaan voor het verdiepen van de vaargeul in de Suriname rivier tot ca. 8 m, hetgeen een verdubbeling van de capaciteit zal betekenen (40.000 ton).
III-6
Visserij
9
.
Voor de zwampvisserij, brakwatervisserij en de zoetwatervisserij is water van het allergrootste belang. Deze vormen van visserij worden zowel commercieel als recreatief bedreven. In de naaste toekomst zal de aqua-cultuurteelt eveneens van groot belang kunnen worden. Tilapia en garnalen worden reeds geruime tijd geteeld op de rechteroever van de Commewijnerivier
IV. Waterhuishouding van Groot Paramaribo Veel water kan ook veel overlast met zich meebrengen. In dit hoofdstuk zal kort worden ingegaan op de problematiek van de afvoer van – al dan niet – vervuild hemelwater uit Groot Paramaribo. De afvoer van stedelijk (hemel) water uit Groot Paramaribo is reeds 10-tallen jaren een probleem, vanwege het feit dat er geen logisch samenspel is tussen:
de grootte van de maatgevende bui;
de kans op overschrijding van deze maatgevende bui;
de beschikbare middelen (SRD, $, €);
de planning van de hoofdontwateringswerken (pompen/ sluizen) in samenhang met het ontwerp en aanleg van hoofdafvoerkanalen en bergingen;
het onderhouden en het behouden van de bergingskanalen;
het beheer van sluizen en pompgemalen; het onderverdelen van het urbane gebied in beheersbare rioleringsdistricten (polders);
de toename van het verharde oppervlak.
De problemen die wij in Paramaribo ondervinden hebben hun oorzaak in de volgende feiten: a)
In Paramaribo-Centrum heeft de Overheid alle open trenzen vervangen door duikers, daarbij werd de bergingsfunctie weggenomen.
b)
Het verharde oppervlak is drastisch toegenomen in de binnenstad, zodat de direkte afstroming van water thans bijna 80% van de berekende regen groot is. Er zijn hiertoe geen wettelijke bepalingen.
c)
In een stad zoals Paramaribo waarin buien met intensiteiten van 50 -150 mm per dag voorkomen zal veel berging aanwezig moeten zijn. Een schatting van 10 20% van de bruto oppervlakte is aan de voorzichtige kant.
10
.
d)
De meeste buitenwijken en nieuw aangelegde verkavelingen zijn aangeplakt aan de bestaande wijken zoals Ma-Retraite, Zorg en Hoop, zonder dat daar enige vorm van voorzieningen werden getroffen. De Boomskreek was aanvankelijk het ontwateringskanaal voor Rainville, Elisabethshof, Ma-Retraite I, II en Tourtonne I en II (samen minder dan 500 ha). In het verleden werkte de sluis in de Boomskreek prima, terwijl op dit moment een gemaal niet eens het nabije water kan uitslaan.
e)
Bij de uitgifte van gronden voor de uitoefening van landbouw in Noord Paramaribo, welke later in verkavelde gronden werden omgezet, werd simpelweg aangenomen dat de afvoer van overtollig water uit deze gebieden via de kanalen van Ma-Retraite zou moeten plaats vinden. In de nieuwe gebieden is er bovendien geen logisch rioleringssysteem, zodat in lengte van dagen deze problemen zullen blijven bestaan. De toepassing van de Stedebouwkundige Verordening schiet tekort wanneer landbouwgronden overgaan naar verkavelingen. De vergunningverlener is hiervoor aansprakelijk.
f)
Vanwege de versnelde urbanisatie van de agrarische gebieden in Zuid-West Paramaribo kan het Saramacca kanaal de aan- en afvoer van het overtollig stedelijk water niet meer aan. Ook daar speelt dat de eerder aangelegde wijken nu ook onderlopen omdat de bergingsruimte in het “Saramaccakanaal” met zijn zijkanalen reeds overbelast is. De verhouding in waterafvoer is 1:10 á 15 met creatie van berging.
De oplossing voor de ontstane rioleringsproblemen zou gevonden moeten worden in: a)
Het opnieuw instellen van de Ontwateringsdistrikten en het opvoeren van beheer en onderhoud in een distrikt. (Sluiskreek, Boomskreek, Sommelsdijckse kreek, Knuffelsgracht, Drambrandersgracht etc. etc.)
b)
Waar mogelijk de berging vergroten. In de vlakke arealen van het stedelijk gebied dient ca. 10 -20% open wateren te hebben voor de berging van een deel van de gevallen neerslag. Het e.e.a. hangt af van de hierboven genoemde factoren.
c)
Conform de stedebouwkundige verordening overgaan tot planning van structuren (wegen, bergingskanalen, bergingsvijvers) in Noord en Zuidwest Paramaribo. Het rendement van een stedelijke verkaveling ligt nooit boven de 60% van de bruto grondoppervlakte, terwijl 40% nodig is voor: wegen, kanalen, scholen,
11
.
begraafplaatsen, sportvelden, en andere voorzieningen. Van de 40% is 5-10% bestemd voor open wateren. Deze 5-10% is afhankelijk van de geaccidenteerdheid van het terrein. d)
De bestemming van het 1 e deel van het Saramaccakanaal t.p.v. de Surinamerivier voor riolering.
e)
De afvoer van hemelwater uit de gebieden gelegen in Paramaribo-Noord zal slechts mogelijk zijn middels grote ring- en bergingskanalen. Van deze instabiele gronden, die direkt aan de Atlantische Oceaan grenzen moet afgebleven worden. De Coastal Wetlands moeten niet weggegeven worden aan landveroveraars.
RESUMEREND:
Stadsplanning, aanleg en beheer zoals het hoort.
V. SLOT Aan het eind gekomen van mijn verhaal over de “zegeningen” en de “regeningen” van WATER in Suriname zou ik nogmaals willen benadrukken dat het de grote hoeveelheid regenwater – waarover wij allemaal klagen – voor Suriname wel eens heel belangrijk zou kunnen worden. Voorwaarden hiertoe zijn in de eerste plaats zorgen voor:
De waterwetgeving t.b.v. algeheel beheer
Het waterbeleid
De waterhuishouding
Het watermanagement
De waterveiligheid (zeespiegelstijging, e.d.)
De planning van waterlopen e.d.
Watertechnologie/water in ruimte en natuur
Toch zou ik willen aanbevelen dat spoedig een beleid zal moeten worden uitgestippeld door de Overheid en de Particuliere Sector om investeringen in kennis en het gebruik van waterverbruikende industrieën:
Waterexport (geraffineerd en/of ruw)
Papierfabrikage (pulp)
Levensmiddelen
Zetmeelproducten
Waterkracht
12
.
De samenwerking tussen de Nederlandse en de Surinaamse Watersector zal er een moeten zijn van één gezamelijke integrale aanpak, waarbij vooral het juiste evenwicht gevonden zal moeten worden tussen de participatie van de publieke, semi-publieke en de private sector. Zo kunnen een aantal mogelijke gebieden genoemd worden, waar de Nederlandse Water Sector heel veel in zou kunnen bijdragen aan ons Suriname:
Beheersing van de hydrologische kringloop
De productie van drinkwater vooral t.b.v. de export
Transport van zoetwater in bulk
Waterwinning t.b.v. het binnenland (ver, weinig mensen, geen electriciteit)
Afvalwaterzuivering/beveiliging van de (grote) rivieren
Beheersing wateroverlast
Afvalwater (collectie, transport & zuivering)
Bescherming van de kustvlakte (Coastal Zone) incl. Dijkenbouw/Mangrove aanplanten
Kleinschalige zuiveringsinstallatie e.a
. MAAR VOORAL: Institutionele versterking van de Overheidsdiensten, die de grote verantwoordelijkheid hebben over het gehele watersysteem. Het zou interessant kunnen worden wanneer wij in Suriname overgaan tot de oprichting van een SURINAAMS-WATER-NETWERK. Deze organisatie zal het dan voor elkaar moeten krijgen dat de watersector in Suriname beter geordend wordt.
Laten wij niet al ons water naar zee dragen.
13
.