Hospice Hengelo Deze nieuwsbrief is een uitgave van de Stichting Leonardus Hospice Hengelo te Hengelo
Voor u ligt de nieuwsbrief van het Leonardus Hospice. Met deze nieuwsbrief willen wij u informeren over de wederwaardigheden van het Hospice in 2009. Tevens willen wij u een vooruitblik geven over hetgeen in 2011 wordt verwacht. In 2009 hebben we 46 gasten gehad. Deze gasten verbleven tussen de twee dagen en een half jaar bij ons. Met uitzondering van één dag zijn er gedurende het gehele jaar doorlopend één of meerdere gasten geweest. Een opvallende verandering is dat het merendeel van de gasten direct door de eigen Hengelose huisarts naar het Leonardus Hospice werden verwezen. Het aandeel gasten dat vanuit het ZGT of MST werd verwezen nam hiermee duidelijk af. Wij zien dit als een teken van vertrouwen van de Hengelose huisartsen in het Leonardus Hospice. In de loop van het jaar zijn er vijf nieuwe vrijwilligers gestart in het Hospice terwijl er geen vrijwilligers zijn vertrokken. Door ziekte is een aantal vrijwilligers minder inzetbaar geweest waardoor er ook nu nog ruimte is voor nieuwe vrijwilligers. De grootste verandering in 2009 was het vertrek van Elly te Morsche als coördina-
tor. Na jarenlang gewerkt te hebben op het Hospice heeft zij besloten terug te keren naar de curatieve zorg in het MST. Na haar vertrek heeft het geruime tijd geduurd voordat er een nieuwe coördinator was aangesteld. In de tussenliggende periode werd de leemte in de bezetting opgevangen door de inzet van Diana Hannivoort. Inmiddels is Joke Troost aangetreden om samen met Elly Brink als coördinatoren in het Leonardus sturing te geven. In 2009 heeft het Leonardus Hospice vanuit een aantal verschillende initiatieven giften mogen ontvangen.Als eerste was er de “Hengelose Haringparty”. Tijdens deze party werd het eerste haringvaatje verkocht alsmede diverse andere zaken zoals shirts van F.C.Twente voor het goede doel. Het Leonardus Hospice was verkozen tot één van die goede doelen. Van deze gift zijn Airco’s aangeschaft en geïnstalleerd in het Hospice. Deze waren zeer gewenst omdat het in de zomer erg warm kan zijn onder het platte dak van het Hospice. Een andere grote gift kwam van de “Melbuul’n Golfclub” uit Borne. Hiervan zijn nieuwe matrassen gekocht voor de gasten.
.UMMER JAARGANG 5 september 2010
.)%573"2)%& ).(/5$ s 4ERUGBLIK VOORUITBLIK s .IEUWE COORDINATOR s "OEKENTIP s !FSCHEID %LLY TE -ORSCHE s 4RANSMURAAL 4EAM s "EDANKBRIEF s 4HEATERVOORSTELLING hALS DE DOODv s %RVARINGEN VAN EEN VRIJWILLIGER s (OE ZOU HET ZIJN s 6RIJWILLERGERSUITJE s 6AN DE -EDISCH !DVISEUR
Lees verder op pagina 2
34)#(4).' ,%/.!2$53 (/30)#% Drilscholtenstraat 32 7556 NP Hengelo (Ov.) Tel. 074 - 24 34 589 www.leonardushospice.nl
[email protected]
%VEN VOORSTELLEN
Ik ben Joke Troost en sinds januari 2010, de 2de coördinator van het Leonardus hospice.
unieke belevenis. Sterven als laatste opgave voor ieder mens, kan gezien worden als een even bijzondere gebeurtenis.
Na zoveel jaren in de zorg te hebben gewerkt vanaf 1983, moet ik zeggen dat deze plek mij nu al een heel speciaal gevoel geeft.
Dit stervensproces verdient veel zorg en aandacht. Ieder mens is uniek en ook dat verdient respect. Het betekent concreet dat ieder mens op zijn manier leeft, sterft, op zijn eigen manier verdriet verwerk, afscheid neemt.
Het lijkt alsof een droom werkelijkheid is geworden, een kroon op de studie en cursussen, die ik destijds mocht volgen. Een persoonlijke groei, zo heb ik het destijds ervaren en nu de mogelijkheid gekregen om het uit te voeren. Met vele vrijwilligers heb ik inmiddels kennis gemaakt en schoorvoetend baan ik mij een weg in de verdere taken die voor mij zijn weggelegd. Een warme deken, dat gevoel, kwam direct bij mij naar boven, want een hecht, warm team is het zeker. Een huis met liefde en aandacht voor stervenden. Sterven behoort bij het leven. Geboren worden, het begin van het leven, is een
Het Leonardus hospice biedt een veilige plek waar een mens in rust en waardigheid kan sterven, in een sfeer die de thuissituatie zoveel mogelijk benadert. Voor de naasten kan dit een plaats zijn waar in liefde en respect geleefd en gestorven mag worden. In deze kleinschalige, rustige omgeving mag ik samen met collega Elly Brink het coördinatorschap op me nemen. Ik hoop samen met collega Elly en alle vrijwilligers, een fijne tijd te hebben.
Een hartelijke groet, Joke Troost.
"OEKENTIP Ondanks alle aandacht die het boek en de schrijfster al hebben gekregen, “Ze zijn zo knap tegenwoordig” van Frederike Krommendijk in de Twentsche Courant Tubantia toch nog extra aandacht voor haar. Ze schrijft, als journaliste van deze krant, een duidelijk en helder verslag over het over-leven na het bericht dat haar man de diagnose longkanker te horen krijgt. Daarnaast het boek:‘Broederziel alleen? van Minke Weggemans die schrijft over het verlies van een broer of zus omdat relaties tussen broers en zussen inspirerend kunnen zijn voor zowel jongere als oudere mensen en het verlies grote gevolgen kan hebben voor je eigen leven en levenslust. Minke vindt dat er voor deze groep ‘forgotten grievers’ te weinig aandacht is.
Vervolg van voorpagina Een ander onderwerp van aandacht was de brandveiligheid. Al langere tijd was de mogelijkheid tot evacuatie bij brand een punt van zorg. Om een evacuatie op een voor de gast acceptabele wijze te kunnen uitvoeren zijn “S-cape-pods” gekocht. Dit zijn speciale doeken waarmee de gasten op eenvoudige wijze kunnen worden gedragen. Ook zijn er branddekens aangeschaft en opgehangen. In 2010 zijn we begonnen met de professionalisering van de coördinatoren middels een aantal speciale op vrijwilligers gerichte cursussen. Om de vrijwilligers verder te informeren en scholen worden er ook dit jaar weer een aantal scholingsavonden georganiseerd. Een aantal van deze avonden worden samen met de Stichting Leendert Vriel georganiseerd. In de regio is er een toenemende samenwerking tussen de verschillende instanties
Hospice Hengelo
actief in de palliatieve zorg. Een uiting hiervan is het reguliere overleg met het Hospice Roparun. Wij hopen hiermee door samenwerking de palliatieve zorg in de regio Hengelo te verbeteren. In het kader van de IDPZ (Internationale Dag van de Palliatieve Zorg) gaan we een open dag organiseren in het Leonardus Hospice. Deze dag zal 9 oktober plaatsvinden. De coördinatoren hebben in het verleden meerdere malen lessen verzorgd bij o.a. het ROC over palliatieve zorg. Deze onderwijsactiviteiten worden zo mogelijk in 2011 uitgebreid. In de rest van deze nieuwsbrief vindt u onder andere een stukje van onze nieuwe coördinator waarin zij zich aan u voorstelt. Wij hopen dat deze nieuwsbrief u voorziet van nuttige informatie over het Leonardus Hospice en wij nodigen u uit voor een voorgezette kennismaking.
/VERPEINZINGEN BIJ EEN AFSCHEID
Als je afscheid neemt ga je als vanzelf toch ook weer even terugkijken naar hoe het was in het begin. Dat ik iets met stervende mensen wilde gaan doen had ik al besloten nadat ik eind jaren 70 een boek gelezen had van E. Kubler Ross. Het heeft lang in mijn achterhoofd gezeten tot ik zo’n jaar of 11 geleden in een advertentie las dat het L.H. Vrijwilligers zocht. Ik wist helemaal niet van het bestaan van hospices af laat staan dat er in Hengelo één was. Na een gesprek met Corrie van ‘t Hof, de toenmalige coördinator, startte ik als vrijwilliger in het witte gebouwtje aan de Havezatenlaan 9. Van buiten gaf het een wat barakachtige indruk maar eenmaal binnen was er een atmosfeer van rust en een soort thuis voelen. Dit was niet alleen wat gasten en hun familie ons vertelden maar ook veel vrijwilligers ervaarden dit zo. Van de 4 gastenkamers waren er maar 2 als zodanig ingericht en de bezetting was minimaal. Vaak 1 soms geen en een enkele maal 2 gasten. In de dienst was je altijd alleen en sommige vrijwilligers zorgden ook voor de nachtdiensten. 3INDSDIEN IS ER VEEL VERANDERD Het toenmalige bestuur is overgegaan tot het aanstellen van coördinatoren die een professionele achtergrond hadden vanuit de gezondheidszorg. Karin Snijders en ik waren daarmee de eerste medewerkers die als leidinggevende een arbeidscontract hadden bij de stichting. Medisch inhoudelijk (en dan denk ik vooral aan de aanmeldings- en opname procedure, inschatten of de zorg die nodig is daadwerkelijk ook door ons als bijna thuis huis gegeven kan worden, maar ook aan het opkomen voor je gasten,) werden we strak en streng ingewerkt door onze toenmalige medisch adviseur, huisarts A. Faas. Persoonlijk heb ik daar wel de vruchten van geplukt naast de eigen ervaringen die ik natuurlijk óók meenam. Wij als coördinatoren namen al snel het besluit om meer vrijwilligers te werven en de overige twee gastenkamers ook als zodanig in te richten. Daarna volgde een periode van netwerken via het ziekenhuis en de regionale media. (ik weet dus nu dat zowat ieder stad of dorp zijn eigen radio-zender heeft hier in de regio en soms wel twee.) Heel langzaam maar wel gestaag nam de bezetting toe. Daarop volgde een periode waarin de toekomst voor het hospice aan een zijden draadje leek te hangen. Trivium, die nauwe banden heeft met het
ziekenhuis alhier, opende een afdeling met 7 hospicebedden. Daarnaast begon het financieel steeds moeilijker te worden en tot overmaat van ramp had Carint de grond gekocht waarop ons huis stond. Het is logisch dat er veel onrust was over het voortbestaan van het L.H. Echter de reacties van de (soms weinige) gasten en hun familie, maar ook de sfeer onder en de inzet van de vrijwilligers gaf mij het zekere gevoel dat het goed zou komen. Het zou zich wel rond praten en natuurlijk was er actie nodig. Op de juiste manier en met het juiste gevoel voor timing. Er had een bestuurlijke overdracht plaats waarbij de RvB van Carint ons nieuwe bestuur werd. Ook weer genoeg reden voor onrust. Zouden we niet opgaan in het grote geheel en onze eigen identiteit en werkwijze verliezen? Nee zo bleek later. We waren onszelf en bleven onszelf en die ruimte werd ons ook gegeven. Dankzij Carint werden we tijdelijk gastvrij ontvangen op Hooghagen. De bezetting bleef langzaam maar gestaag stijgen. Een enquête onder de plaatselijke huisartsen, waarschijnlijk ook hun ervaringen binnen het hospice zowel als de reacties van de gasten en hun families maakte dat deze trend zich voortzette. Het vertrouwen in de toekomst bleek niet ongegrond. Ons huidige onderkomen aan de Drilscholtenstraat kwam in beeld. Bij de bezichtiging van het pand met onze eigen , uit vrijwilligers samengestelde, “bouwcommissie” overviel ons het gevoel dat dit gebouw er voor ons neergezet was. Het pand werd gehuurd. Carint zorgde voor de bouwkundige aanpassingen zoals het plaatsen van badkamers. De periode van de verbouwing, verhuizing en officiële opening zal ik persoonlijk niet snel vergeten. Ik stond er als leidinggevende en als enige
werknemer van de stichting alleen voor. MAAR NIET HEUS!!! Het is werkelijk bijzonder dat we als team van vrijwilligers, naast de zorg voor de gasten die er ook waren, zoveel samen voor elkaar hebben gekregen, al dan niet met hulp van externe vrijwilligers. Om maar wat te noemen: het restaureren van meubilair, tuinontwerp en aanplant, verhuizen en inrichten (er is geen verhuiswagen aan te pas gekomen), het organiseren van de officiële opening...... En in mijn beleving is het allemaal toch tamelijk relaxed verlopen. Ook in deze tijd is de oprichting van de Stichting Vrienden van het Leonardus Hospice een feit geworden. Na een lange en wat moeizame aanloopperiode zit er nu een stevig bestuur onder leiding van Leo Geilenkirchen die ook tevens het eerste bestuurslid was. Voor het hospice hebben ze in korte tijd al veel betekend. Denk alleen maar eens aan de bedden, pospoeler, airconditioning, tv’s, themaavonden, anti decubitus matrassen…....... en zo kan ik nog meer opnoemen. En niet te vergeten de publiciteit die de door hun georganiseerde acties opleverden. Door de inmiddels flink toegenomen bezetting en door verandering in de subsidie ziet de toekomst er ook zakelijk goed uit. Ik heb duidelijk het gevoel door velen gewaardeerd te worden voor mijn inzet mbt het hospcie. Deze waardering neem ik ook graag in ontvangst. Daarnaast wil ik wil met klem benadrukken dat in de 37 jaar van mijn carrière tot nu toe , ik niet eerder zo’n geweldige teamgeest heb ervaren. Het hospice zoals het nu is hebben we heel nadrukkelijk samen neergezet. Met dank aan de initiatiefnemers van voor mijn tijd. Ik wil iedereen heel erg bedanken voor deze bijzondere ervaring, voor de prettige samenwerking en het vertrouwen die jullie in mij hadden als coördinator. Ik wens jullie veel goeds voor de toekomst. Met de teams van vrijwillige mantelzorgers en van de thuiszorgmedewerkers zie ik een sterk, betrokken en een zorgzaam team.
Heel veel succes en nogmaals dank! Elly te Morsche
Hospice Hengelo
4RANSMURAAL 4EAM
Een team gespecialiseerde verpleegkundigen dat op een verantwoorde wijze ziekenhuiszorg thuis verzorgt. Dat thuis ook staat voor verzorging in het Hospice zowel in het Leonardus als het Holos zal duidelijk zijn. Ons kantoor hebben we in het ziekenhuis ZGT Hengelo en we zijn in dienst van de Carint Reggeland Groep, van daaruit komen we in het hele gebied Midden Twente, maar ook in het gebied Noord Oost Twente.
%EN GROTE REGIO VANAF -ARKELO TM ,OSSER EN VAN $ENEKAMP TM (ENGELO $EZE ZORG is de laatste jaren sterk uitgebreid en kun je niet meer wegdenken in onze maatschappij, waarbij patiënten zo lang mogelijk in hun eigen woonomgeving willen blijven ondanks intensieve behandeling en soms complexe zorg. Het vraagt voortdurende aanpassingen van protocollen, overleg met verschillende disciplines en innovatie van nieuwe technieken. Ook op het gebied van de veiligheid zijn we alert en in gesprek met verschillende betrokkenen over uniformiteit in het voorschrijven van de behandelingen en medicatie. We ondersteunen vaak terminale mensen die niet meer voor hun behandeling, m.n. de pijnbestrijding naar een ziekenhuis willen of kunnen. De verzorging thuis of in een Hospice met vele mantelzorgers, vrijwilligers en deskundigen is een uitkomst. Mensen vinden steeds minder oriëntatie en inspiratie in hun leven binnen de traditionele levensbeschouwingen en religies. Het individualisme, de autonomie is belangrijk. Ethische discussies worden op rationele gronden gevoerd. Er wordt gezocht naar een moraal op basis van humaniteit en medemenselijkheid. Alle respect voor de helpers rondom de terminale mens, met vra-
Uitdagend werk, waarbij we de mensen in hun eigen omgeving en in hun primaire behoeftes op de scharnierpunten van hun leven meemaken.We moeten ons realiseren dat ons routinewerk voor hen een a once in a lifetime ervaring is. We verwonderen ons over sterke en dappere patiënten en naasten die soms met veel gevoel voor humor hun situatie aanvaarden, of niet.
Maria Hunder Verpleegkundige Transmuraal Team
"EDANKBRIEF
haar thuis bezochten... zo vertrouwd.
Aan alle vrijwilligers en medewerkers van het Leonardus Hospice.
Daarvoor willen we jullie bedanken. Het leek ons leuk, om als herinnering aan haar Friese afkomst, te trakteren op een typisch Friese gebaksoort, Oranjekoek. Als je het koel bewaart kun je er wel een week mee.
Onze moeder, mevrouw Geertje van Binsbergen, heeft de laatste drie weken van haar leven bij jullie door mogen brengen. Dagelijks herinnderde zij ons eraan hoe buitengewoon fijn ze het vond om bij jullie te mogen zijn. Wij, haar kinderen, vonden het ook super. Niets was jullie teveel, de zorg was optimaal en lief en het was alsof we
Hospice Hengelo
gen over een humane levensbeëindiging. Daarnaast hebben we de zorg voor de bloedtransfusies, antibiotica infusen, tijdelijke vocht- en voedingsinfusen. De zorg voor premature baby’s (gezonde baby’s die te vroeg geboren zijn) en met een voedingssonde naar huis gaan en de cytostaticabehandeling thuis.
Wij wensen jullie al het goede toe. We willen besluiten met de woorden van onze moeder: “het was goed” Carel, Hester, Wilma en Eddy van Binsbergen
n !LS DE DOOD n
Het is al weer een hele tijd geleden dat wij, een aantal vrijwilligers van het Leonardus hospice, deze voorstelling zagen. Dat was 12 mei, om precies te zijn, maar nog steeds voel ik hoeveel indruk zowel de vertolking als het stuk zelf op mij gemaakt hebben. Het was schitterend, schokkend, herkenbaar, schrijnend mooi.
Het stuk vertelt het verhaal van Vivian Bearing, een vrouw die bruisend en actief volop in het leven staat. Zij is professor in de literatuur, gespecialiseerd in de heilige sonnetten van John Donne (leeftijdgenoot van Shakespeare 1564 – 1616), geeft hierover colleges op de universiteit en probeert vol ambitie en geestdrift haar studenten de schoonheid en de betekenis van deze gedichten duidelijk te maken. Haar werk en haar passie lijken haar bestaan te vullen en te vervullen. En dan … bij een routine controle onderzoek in het ziekenhuis krijgt ze te horen dat ze kanker heeft, een zeer agressieve vorm van baarmoederhalskanker in een vergevorderd stadium met uitzaaiingen. Echter, hoe intens schokkend en triest deze boodschap ook is, er wordt haar ook een lichtpuntje voorgehouden: haar oncoloog kan haar een intensieve, radicale therapie aanbieden, weliswaar nog in een experimentele fase, maar zeker de moeite waard. Op deze manier zou ze ook nog de medische wetenschap een dienst kunnen bewijzen! Mits ze daarvoor zou kiezen natuurlijk. Zo wordt de toon gezet. Aanvankelijk is dat een toon van ”professoren onder elkaar”, van mensen die voornamelijk rationeel wetenschappelijk ontwikkeld zijn en elkaar ook zo bejegenen. Problemen zijn er om opgelost te worden. In die sfeer lijkt de patient niet zozeer een mens van vlees en bloed, van gedachten en gevoelens, maar meer een object van research en een resultaat van behandeling. Alsof de wereld en het leven maakbaar is. Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. Ook Vivian voelt zich daardoor aangesproken. Ze speelt met veel bravoure de rol die er van haar verwacht wordt en die ze ook van zichzelf verwacht nl de opgewekte, flinke, intelligente, beheerste, verstandige vrouw. Ze lijkt ’t heel normaal te vinden dat ze
haar met ’professor’ aanspreken tijdens de onderzoeken die ze moet ondergaan of bij de grote visite van de heren doktoren. Soms twijfelt ze aan zichzelf wanneer de misselijkheid haast niet meer te dragen is, de angst om de hoek komt kijken en zij zich zo ziek voelt: ”Laat ze zich niet te veel gaan? Het is toch ook belangrijk om aan zo’n experiment mee te kunnen werken.” Tussen de bedrijven en haar belevenissen in het ziekenhuis door vertelt zij in flashbacks over haar leven: haar werk, haar liefde, haar inzet en strijd om haar doel te bereiken. Nee, dat was niet makkelijk en ach ja, ze was ook wel streng voor haar studenten, vindt ze achteraf – toevallig hoort ze dit ook van haar zaalarts, die vroeger colleges bij haar gevolgd heeft voor zijn keuze bijvak. Ook heel andere herinneringen komen boven: hoe zij als héél jong meisje al kon lezen, hoe dol ze er op was en hoe blij gelukkig het haar toen maakte dat haar vader daar trots op was. Afwisselend weemoedig .. glimlachend .. bevlogen .. ontroerd .. trots .. maakt ze zo, haast onbewust, de balans op van haar leven. Als haar ziekte en de effecten van de chemo’s steeds heftiger toeslaan, niet meer te dempen of te verdringen zijn, wordt langzaamaan, zonder veel woorden, duidelijk waar ’t in feite echt om gaat. Dan blijkt dat al die kennis, die je hebt vergaard, ineens niet zoveel meer waard is. Dan komt het erop aan wie er naast je bed zit, naar je luistert, je hand vasthoudt als je daar spuugmisselijk .. uitgeput .. doodziek .. tijdloos ligt te liggen. Dan is de stille stem van het hart – de verpleegster weet dat zorg, aandacht, liefde .. geen stand kent en geen tijd - veel waardevoller dan de kale kennis van het hoofd. Zo, heel rustig en stil, glijdt Vivian weg, dooft haar kaarsje en valt het doek.
ken, simpel gekleed in haar nachtpon met af en toe ’n pet op en ’n kamerjas aan, met alleen een rolstoel, een bed en infuusstandaard als attribuut binnen haar bereik – en heel eenvoudig maakt ze ons deelgenoot, neemt ze ons mee op de weg die Vivian in haar leven bewandelt. Niet dramatisch, eerder gewoon heel vanzelfsprekend. Uiteraard ook hulde aan iedereen die eraan bijgedragen heeft om dit verhaal, waarvan de inhoud zo groots, op deze wijze te vertalen en over het voetlicht te brengen. Je hebt nadien misschien de neiging om boos te worden op de arrogantie van de medische staf. Zij dragen toch zorg voor ménsen, niet voor onderdelen! Je verwacht – in ieder geval hoop je op – betrokkenheid, respect, erkenning van de waarde van jouw leven. Maar wie heeft de wijsheid in pacht? Immers niemand kan de grote belangrijke zaken in zijn leven voorzien of voorkomen. Ook jij niet. Hoe kun je je daar dan op voorbereiden? Het enige dat je kunt -en moet– is jouw eigen antwoord geven op het leven en de dood. Ook Vivian kon dat alleen op haar eigen unieke wijze. Misschien bestaat “wijsheid” niet, maar ben je ’n beetje wijs als je echt beseft: elk mens wordt geboren als mens, maar heeft zijn hele leven nodig om mens te worden. Karin Schepers
De rol van Vivian wordt vertolkt door Renée Soutendijk. De wijze waarop en de intensiteit waarmee ze het verhaal vertelt en verbeeldt is echt aangrijpend. Heel basaal - met een minimum aan uiterlijk vertoon, een kaal hoofd, geitenwollen sok-
Hospice Hengelo
"EVINDINGEN VAN EEN NIEUWE VRIJWILLIGER
“Hoe kom je hier zo terecht?” Dit is een van de eerst gestelde vragen binnen het vrijwilligers netwerk. Mijn vader is bijna 3 jaar geleden na langdurig ziek zijn thuis overleden. De laatste 2 weken van zijn leven kwamen na de opmerking van mijn moeder:”ik kan de situatie thuis niet meer aan”, 4 x per dag en op het laatst ook 2 keer ’s nachts, de medewerksters van de thuiszorg bij mijn ouders thuis. Dit was in eerste instantie een enorme opluchting, mijn moeder stond er niet meer dag en nacht alleen voor. Wat mij opviel was dat de dames heel zorgzaam, respectvol en liefdevol met zowel mijn vader als de rest van de familie omging. Mijn moeder vertelt nog wel eens hoe een dame de stuit van mijn vader masseerde om een stoelgang opgang te krijgen. Dat je dat voor iemand kan doen, dat vond ze geweldig. Toen ik die bijzondere sfeer ervaarde dacht ik: zoiets wil ik ook voor een ander doen. Dat er veel andere gezichten kwamen maakte me niet uit, ze waren uit hetzelfde hout gesneden. In het blad “Libelle” las ik een column van iemand die vrijwilligers werk deed in een hospice. Ze schreef er zo mooi over, hoe ze een gast een boek voorlas, aandachtig
was voor de familie. Ik had daarbij ook het gevoel dat het iets voor me zou zijn. Toen vervolgens mijn schoonmoeder vertelde over een kennis die het Leonardus hospice was gestart en dat ze daar zelf graag in zou werken (als oud verpleegster), maar dat ze daar lichamelijk niet toe in staat is, dacht ik weer: laat ik het doen. Twee jaar heb ik moeten wachten op een plekje, er waren voelde vrijwilligers. Ik vond dat een goed teken, geen groot verloop, de sfeer moest er goed zijn. Mijn geduld werd op de proef gesteld, af en toe nam ik contact op met de coördinatrice om er zeker van te zijn of ik nog in beeld was. Eindelijk, tussen kerst en oud en nieuw werd ik gebeld. Januari 2010 kon ik beginnen, mijn hart maakte een sprongetje, het wachten werd beloond. Ik werd eerst ingewerkt, 2 x ’s ochtend, 2 x ’s middags en 2 x ’s avonds loop je als 3e persoon mee. Je kijkt hoe een ander de gast benaderd, de familie te woord staat en zo ontwikkel je je eigen stijl. ’s Morgens assisteer je de thuiszorg bij bedlegerige mensen. Wassen op bed, tanden poetsen, haren kammen, deodorant, het gebeurt allemaal heel liefdevol. Medicijnen worden verstrekt, je verzorgt het eten, voert kleine hapjes indien nodig. Soms maak je een praatje of een grapje, soms ben je stil. Je probeert aan te
voelen waar de gast het best bij is gebaat. Bij het werk in het hospice gaat het niet om jou, maar om waar de gast (we hebben het niet over patiënten , maar over gasten) behoefte aan heeft. Je moet goed kunnen waarnemen. Wat ik moeilijk vind is om voor het eerst een kamer binnen te gaan bij een nieuwe gast. Wat tref je aan, soms schrik ik daar en beetje van. Ik heb geen zorg achtergrond, mijn zieke vader is de enige terminale patiënt die ik ooit gezien heb. Soms kun je niet veel meer doen als een hand vasthouden of een aai over de bol en dat doe ik als vanzelf bij een wildvreemd, doodziek iemand, eigenlijk heel apart. Ik voel me nog steeds een beginner, heb nog niet meegemaakt dat er in mijn dienst iemand overleed. Gelukkig sta je er nooit alleen voor, je werkt altijd samen met iemand en er is een achterwacht die je kunt bellen voor overleg. Het werk is precies wat ik ervan verwacht had, heel bijzonder om te doen en fijn om deel uit te maken van een warm team vrijwilligers en professionele mensen die bij het hospice betrokken zijn.
Anne Marie van Keulen – van Kleef
(OE ZOU HET ZIJN Er zijn zoveel visies op de dood en het leven na de dood als er mensen zijn. Hoe ga ik om met al die verschillende visies? Hoe begeleid ik mensen met een andere visie op het hiernamaals dan ik zelf heb? Over deze vragen wil ik hier wat schrijven. Ik denk dat de kwaliteit van de begeleiding van de gasten in ons huis mede afhangt van de vaardigheid van ons om, als vrijwilligers en professionals, om te gaan met de verschillen in opvattingen over de dood en het hiernamaals. Eerst een oud grapje.Weet u wat het verschil is tussen de hemel en de hel? In de hemel zijn de koks frans, de monteurs duits, de politieagenten brits, de minnaars italiaans en de organisatie is in handen van zwitsers. In de hel zijn de koks brits, de monteurs frans, de politieagenten duits, de minnaars zwitsers en de organisatie is in handen van italianen.
Hospice Hengelo
Het grapje wordt in vele varianten verteld en het is duidelijk dat de lokale voorkeuren en afkeuren bepalen hoe het verteld wordt. Het grapje laat nog iets anders zien. Als wij spreken over hemel en hel, of meer algemeen, over de dood en wat daarna komt, dan kunnen wij slechts spreken in beelden en voorstellingen van ons zelf. Die beelden en voorstellingen zijn enerzijds voorgegeven door
onze cultuur. Het is bijna onmogelijk om bij het woord hemel niet aan prachtige landschappen te denken waar mensen en dieren op een vredige manier bij elkaar verkeren. Anderzijds heeft ook onze persoonlijke ervaring invloed op onze opvattingen over het hiernamaals. Zo kun je bijvoorbeeld uitzien naar dierbare gestorvenen of verwacht je eindelijk antwoord te vinden op alle vragen die tijdens je leven onopgelost bleven. Door deze combinatie van culturele erfenis en persoonlijke levenservaringen heeft ieder mens een unieke visie op de dood en wat daarna komt. Al deze unieke opvattingen zou je kunnen plaatsen op een lijn die wordt getrokken tussen de twee punten weten en geloven, zegt Carlo Leget in zijn boek Ruimte om te ster-
ven. Als je er van uitgaat dat alleen bestaat wat wij waarnemen en kennen, dan kan de conclusie zijn dat er na de dood niets is. Een andere benadering is dat je alleen uitspraken kunt doen over wat je kent. Over het hiernamaals weten we niets, dus daar kunnen we ook geen uitspraak over doen. Als we iets opschuiven in de richting van geloven komen bij opvattingen die vasthouden aan het gegeven dat we nooit zekerheid zullen krijgen over deze vragen, maar dat we de mogelijkheid op moeten houden dat er wel iets na de dood, hoe dat er dan ook uit moge zien. Een volgende visie op de lijn zegt dat ieder mens vanuit een eigen levensbeschouwing tot een opvatting over het hiernamaals moet komen. Op het andere uiterste van de lijn, bij het punt geloven, vinden we de opvatting dat de religieuze tra-
ditie waarin je bent opgevoed ook het antwoord geeft op jouw vragen over de dood en daarna.Als vrijwilliger in ons hospice heb ik twee vragen te beantwoorden. Waar sta ik zelf op deze lijn en hoe ga ik om met mensen die een andere positie innemen dan ik zelf? “Wat denkt u, zal ik mijn man terugzien als ik dood ben?” Het is een voorbeeld van een vraag die vaak wordt gesteld. Degene die zich voorbereidt op de dood wil als het ware een bevestiging van haar eigen opvatting dat er een voortbestaan na de dood is waar zij met haar man herenigd zal worden. Wat nu als ik als vrijwilliger deze opvatting niet deel? Kies ik ervoor degene die sterft de bevestiging te geven waar zij om vraagt, omdat ik haar niet in de steek wil laten, of geef ik mijn eigen mening, omdat ik trouw wil blijven aan mij zelf? Een bijna onmoge-
lijke keuze. Hoe kom ik hier uit? Een eerste belangrijke stap is dat ik besef dat dé juiste opvatting niet bestaat. Ieder mens maakt een unieke ontwikkeling mee, gevoed door cultuur en ervaringen. Deze ontwikkeling kan zelfs tot vlak voor het stervensuur voortgaan. Een volgende stap is dat ik probeer te benoemen wat mijn eigen opvatting is en hoe die in de loop van de tijd is gegroeid. Dan kan ik de ander uitnodigen haar of zijn opvatting te vertellen. In het gesprek kunnen we dan beiden verder groeien. Groeien in de zekerheid dat ons leven niet voor niets is en groeien in het vertrouwen dat de onbekende toekomst niet onbegaanbaar zal zijn. Henk van den Berg vrijwilliger geestelijke verzorging
%EN DAGJE UIT Met een aantal gezellige mensen gingen we op 22 september met de bus naar Kalenberg. De busreis zelf was al erg leuk. Na aankomst kregen we heerlijke koffie met een Blokzijler Brok. Het terras lag prachtig aan het water. We boften erg met het weer. Na de koffie was er een fietstocht door de Weerribben georganiseerd. Het ging bruggetje op en af. Na de fietstocht van ongeveer anderhalf uur werd de lunch geserveerd in een voormalig oud kerkje. Door de buitenlucht liet ieder het eten goed smaken. Na de lunch gingen we varen met een fluisterboot. Deze varen op een accu zodat je ze bijna niet hoort. Elke boot kreeg een schippersvrouw die de boot zou besturen. Dit leidde regelmatig tot grote hilariteit. Tijdens de tocht werd er regelmatig geroepen :”Kop in de veren”. Dan was het verstandig om plat in de boot te gaan liggen, want dan kwam er een heel laag bruggetje aan. Als de boot langzamer ging was het zaak om de schroef in het water te ontdoen van waterplanten. Maar soms hielp dat niet en ging de boot helemaal niet vooruit, dan was waarschijnlijk de accu leeg. Gelukkig was er telefoon en kwamen de hulptroepen snel. Het leidde in ieder geval tot veel lol, waardoor er bijna mensen te water raakten.
Toen iedereen weer terug was bij de familie Jongschaap werden we met z’n allen in een rondvaartboot gezet.We kregen een welverdiende borrel, zodat het plezier almaar toenam. De rondvaart ging door een prachtig stuk natuur. Door het mooie weer konden we boven op het dek zitten en hadden we een mooi uitzicht. Het mooie weer had ook een nadeel. Er waren nog muggen en wespen. Vooral de volgende dagen bleek dat er een aantal mensen
flink gestoken waren door de “knutten”. Tijdens de rondvaart kregen we een verrukkelijk buffet. Kortom de vrijwilligers van het Leonardus Hospice hebben een onvergetelijke dag gehad. Elly en Joke hebben deze dag georganiseerd en dat is mogelijk gemaakt door OHRA nutsfonds. Zij hebben deze dag geheel betaald.
Vrijwilligers Leonardus Hospice
Hospice Hengelo
6AN DE -EDISCH !DVISEUR
Sinds 2003 ben ik als medisch adviseur verbonden aan het Leonardus Hospice te Hengelo. Mijn naam is Rob Corsten en ben werkzaam als huisarts in Hengelo sinds geruime tijd. Er is in die zeven jaar veel veranderd in het Hospice. De begin periode had heel sterk het karakter van nieuwe wegen ontdekken. Het hospice was nog sterk afhankelijk van vrijwilligers zowel in de bestuurlijke vorm als in het werken zelf, het was nog volop in groei. De begin periode kenmerkte zich vooral door zoeken naar hoe om te gaan met een veelheid aan nieuwe problemen zoals welke patiënten kunnen we wel opnemen en welke niet, wat zijn de gegevens die minimaal bekend moeten zijn, hoe zorgen we voor een goede intake, hoe organiseren we 24uurs zorg door de huisartsen wanneer een patiënt van buiten Hengelo naar het Hospice komt. De afspraak is geworden dat de Hengelose huisartsen hun eigen patiënten verzorgen wanneer deze opgenomen worden en dat wanneer er patiënten vanuit de regio geplaatst worden de coördinator bij tourbeurt een huisarts in Hengelo aan wijst om de zorg te verlenen. Daarmee is goed geregeld dat er snel hulp is wanneer een huisarts nodig is en de reisafstand geen item wordt. Bij afwezigheid neemt diens collega uit zijn groep de zorg over. Een belangrijke rol zijn ook de derde jaars huisartsen in opleiding ( wat frequent voorkomt) gaan spelen die in het kader van hun opleiding samen met hun opleider gevraagd worden, als eersten, om de zorg op zich te nemen bij gasten van buiten af. Het is erg leuk om te melden dat dit door de gasten en hun familie, maar zeker ook de verpleging en de huisartsen in opleiding goed gewaardeerd wordt; het
mes snijdt aan 2 kanten nu er goede zorg door gemotiveerde jonge dokters gecoacht door hun opleider geleverd wordt. In de beginperiode moesten er afspraken gemaakt worden over wie welke medicatie mocht geven, er moest een protocollen voor valpreventie en technische handelingen komen. Daarnaast was het en blijft het erg belangrijk het eigen karakter te handhaven van het Hospice dat wil zeggen het Hospice levert vervangende thuiszorg , verzorgt door enkele professionele krachten maar met name door een grote groep gemotiveerde en geschoolde vrijwilligers mits dit technisch gesproken geen “high care”zorg is die beter door het Roparun hospice geleverd kan worden. De verhuizing van enkele jaren geleden en de organisatorische ondersteuning door Carint hebben een enorme positieve stimulans gegeven aan het Hospice. Waarbij inmiddels het Leonardus Hospice niet meer weg te denken uit de zorg voor ernstig ziek en terminale patiënten in onze stad ( en regio..) De nascholing voor huisartsen op het gebied van palliatieve zorg heeft de afgelopen jaren de kennis en kunde bij de huisartsen weer doen toenemen, patiënten willen (vaak) ook graag door hun eigen dokter verzorgd worden en het Hospice is blij dat de bezettingsgraad de laatste jaren erg goed is mn voor de patiënten vanuit Hengelo zelf, ondanks het feit dat er in de regio meerdere Hospice’s bij zijn gekomen. Het lijkt er dus op dat we veel mensen de zorg kunnen bieden die ze nodig hebben en daar gaat het juist om. Sinds de komst van de huisartsenpost is er wel wat veranderd in de organisatie van de zorg in de avond nacht en weekenden voor ernstig zieke patiënten waaronder terminale patiënten. De afspraken zijn dat de huisarts middels een fax de huisartsenpost
op de hoogte stelt van de diagnose van de patiënt, de te verwachten problemen, de medicatie, welke huisarts gebeld kan worden bij problemen of dat de dienstdoende huisarts zal kijken. In principe proberen de huisdokters waar kan de zorg buiten de kantooruren zelf te regelen om te zorgen dat deze kwetsbare patiënten niet in de kou komen staan. Dat sterven met verdriet, pijn, benauwdheid, misselijkheid , braken, angst gepaard gaat is voor ons allemaal bekend. Verzorgd worden door gemotiveerde hulpverleners waarbij de zieke zich niet alleen voelt is een belangrijke functie van Leonardus Hospice, maar goede bestrijding van de klachten is evenzo belangrijk en daarom is het fijn te weten dat dit laatste bij stervenden nu beter lukt dan voorheen doordat we de beschikking hebben gekregen over de ‘pomp” dit is een manier waarop medicijn toegediend worden onder de huid ook wel genaamd de subcutane symptoombestrijding. Hiermee kan de arts de medicijntoediening ook goed regelen bij zieken die niet meer kunnen eten, slikken of veel braken. De vrijwilligers zijn hierover door mij een op avond nageschoold terwijl een ander avond we over versterven gesproken hebben waarbij de groep met elkaar in discussie is gegaan over wat dit nu is, of dit wel mag en hoe je iemand daarbij zou kunnen helpen, het was een boeiende avond. Al met al merk ik dat het Hospice volwassen is geworden de zaken zijn goed geregeld zijn en dat het voldoet aan haar eigen opdracht te weten de zorg voor doodziek terminale patiënten. Ik ben blij dat ik deel mag uitmaken van dit goede team en ik hoop dat nog veel zieken de goede zorg zullen kunnen ontvangen in een erg kwetsbare en afhankelijke periode van hun leven.
Rob Corsten
$/.!4%52 7/2$%. Het contactadres van de stichting is:
34)#(4).' 62)%.$%. 6!. (%4 ,%/.!2$53 (/30)#%
Hospice Hengelo
Boterdijk 8, Boekelo 7548 BX Enschede 053 - 42 81 745
[email protected] Rabobank nr. 1286.73.389 t.n.v. STICHTING VRIENDEN VAN HET LEONARDUS HOSPICE, Hengelo