—
1103
—
( 14 décembre
1964 )
c)
1 . 5 0 0 . 0 0 0 f r a n k m e e r v o o r de « S c h o o l m a a l t i j d e n i n v r i j e e n g e m e e n t e s c h o l e n » als g e v o l g v a n het a a n s c h a f f e n v a n thermosketels voor de verdeling v a n de maaltijden ;
d)
650.000 frank meer voor de « O p e n l u c h t s c h o l e n en schoolkolonies. — W e r k i n g s k o s t e n e n toelagen aan de v r i j e s c h o l e n » , o m w i l l e v a n e e n g r o t e r aantal l e e r l i n g e n en d e a l g e m e n e p r i j s s t i j g i n g i n a i l e d o m e i n e n .
Hoofdstuk IX. — Schone Kunsten, Volksopvoeding, Ontspanning en Folklore. D e v e r h o g i n g m e t 1 . 2 0 0 . 0 0 0 is i n m e e r d e r h e i d v e r d e e l d over d e b e z o l d i g i n g s k r e d i e t e n e n andere kredieten v a n allerh a n d e k o s t e n . Z e is het g e v o l g v a n w e d d e v e r h o g i n g e n e n a l g e m e n e p r i j s s t i j g i n g i n aile d o m e i n e n . T e s i g n a l e r e n v a l t e e n n i e u w e v e n t i l a t i e v a n de u i t g a v e n betreffende de openbare feesten, waarvan enkele werden o v e r g e b r a c h t naar het a r t i k e l « A l l e r h a n d e k o s t e n v o o r het i n r i c h t e n v a n s p o r t m a n i f e s t a t i e s » . D o c h deze operatie heeft g e e n v e r m e e r d e r i n g tôt g e v o l g t . o . v . 1 9 8 4 .
Hoofdstuk V I I . — Pensioenen en sociale lasten. H i e r is er e e n v e r m e e r d e r i n g v a n 51 m i l j o e n waar te n e m e n . H e r i n n e r e n w i j er v o o r e e r s t aan dat de p e n s i o e n e n v a n het p e r s o n e e l v a n de v r o e g e r e gas- en e l e k t r i c i t e i t s f a b r i e k e n naar d i t h o o f d s t u k << p e n s i o e n e n » w e r d e n o v e r g e h e v e l d ( w a a r d o o r reeds 16 m i l j o e n f r a n k m e e r ) . D e p e n s i o e n e n i n het a l g e m e e n , g e m e e n t e l i j k e pensioenen, arbeiderspensioenen, gen»eente!ijk pensioensupplement aan o n d e r w i j z e n d p e r s o n e e l , stadsaandeel i n p e n s i o e n e n v a n l e r a ren en onderwijzers, e n z . , vertonen een vermeerdering van 2 7 . 3 0 0 . 0 0 0 f r a n k als g e v o l g v a n de p e r e k w a t i e d i e het u i t v l o e i s e l w a s v a n de n i e u w e b a r e m a ' s per 1 juli 1962 en v a n de s t i j g i n g v a n het i n d e x c i j f e r .
(14 december 1964)
—
1104 —
De bijdragen aan de « Bijzondere Compensatiekas voor Kmderbijslagen » werden met 2 . 5 0 0 . 0 0 0 frank verhoogd, als gevolg van de bijdrageverhoging ( v a n 7 5 7 , 5 0 frank tôt 843,75 frank). De patronale bijdragen aan de R . M . Z . zijn eveneens in stijging ( 5 . 2 0 0 . 0 0 0 ) , wegens de verhoging van de bijdragevoet.
Hoofdstuk XIII. — Schuld. Hier is er slechts een stijging van 1.100.000 frank, niettegenstaande het feit dat voor 1965 een lening v a n 1 miljard wordt voorzien. Dit komt doordat er gedurende het eerste jaar geen enkele last te betalen is. Het wegvallen van afgeloste leningen, de aflossingen per jaarlijkse tranches brengen een vermindering van de l e n i n g lasten te weeg (1.900.000) terwijl ook het afsluiten v a n de rekoeponering van de titels der leningen 1927 e n 1930 voor gevolg heeft dat er 4 3 0 . 0 0 0 frank minder lasten z i j n . Evenwel stijgen de leninglasten voor gemeentewerken die gesubsidieerd zijn door de Staat ( 3 . 2 0 0 . 0 0 0 f r a n k ) , maar vermits het werkenprogramma verschilt van jaar tôt jaar is e e n vergelijking met de uitgaaf voor 1964 zinloos. Tenslotte is er op de post « Algemene onkosten » e e n vermeerdering van 250.000 frank, aangezien de nieuwe lening die voor 1965 voorzien is, een stijging van de bankkosten met zich brengt en ook omdat en meer en meer navraag is naar trekkingslijsten.
* ** Om te eindigen dient vermeld dat het artikel in fine v a n de begroting « Verhoging van de wedden, lonen en pensioenen » met 2 miljoen is gestegen, hetgeen gemakkelijk k a n verklaard worden door de algemene verhoging van de bezoldigingen.
— VERGELIJKING HET
1105 —
(14 décembre
V A NDE UITKOMSTEN
BEGROTINGSONTWERP EN
OVER
DE REKENING OVER
1964)
TUSSEN 1965
1963.
Herinneren ij eraan dat de omstandige vergelijking van de ontvangsten en de uitgaven van 1965 met de overeenstemmende erkende rechten en aangewende uitgaven van de rekening over 1963 in bijlage te vinden is. De vergelijkinng van het boni op het begrotingsontwerp over 1965 met het déficit op de rekening over 1963 geeft het volgende resultaat : Tekort op de rekening over 1963 (eigenlijk dienstjaar) . . . . . . . . fr. Boni op het begrotingsontwerp (eigenlijk dienstjaar)
over
324.539.795
1965 405.201
Uitkomst:
324.944.996
In vergelijking met de rekening over 1963 geeft het begrotingsontwerp over 1965 dus een verschil ten goede van 324 miljoen. D e oorzaken zijn de volgende: Meer
ontvangsten.
Verschil tussen het nieuwe Fonds der G e meenten en het aandeel dat in de 3 vroegere fondsen werkelijk werd ontvangen voor de afsluiting van het dienstjaar 1963.
261
miljoen
Verschil tussen de resulten van de vroegere Régies G a s en Elektriciteit en de exploitatiewinst van Sibelgaz
34 miljoen
Aandeel in het Speciaal Fonds waarvan sprake in artikel 358 van het Wetboek der Inkomstenbelastingen (het aandeel van 1963 werd ons niet gestort vôôr de afsluiting van het dienstjaar
13
Meerwaarde van de onroerende voorheffing.
18 miljoen
miljoen
(14 december
1964)
—
1106
—
Gemeentehelasting op de autovoertuigen (er werd slechts 300.000 frank gestort vôôr de alsluiting van het dienstjaar 1963) .
10
miljoen
Terugbetaling van voorschotten aan de C . O . O . (in 1963 werden daarvoor geen ontvangsten geboekt)
221
miljoen
Verhoging van de subsidies aan het O n d e r wijs
58
miljoen
615
miljoen
Minder
ontvangsten.
Kleinere ontvangst voor de belasting op de vertoningen en de vermakelijkheden en afschaffing van de belastig op de speelapparaten
17
miljoen
598
miljoen
158
miljoen
31
miljoen
.
60
miljoen
.
13
miljoen
11
miljoen
273
miljoen
—
Meer
uitgaven.
Bezoldigingen Pensioenen Toelagen en voorschotten
aan de C . O . O .
Onderhoudskosten en Allerhande kosten Verschillende
Verschil:
verwezenlijkingen
.
.
598 miljoen — 273 miljoen
. .
.
=
325
miljoen.
—
1107
—
( 14
décembre
1964)
U i t de v o o r a f g a a n d e g e g e v e n s k a n m e n dus afleiden dat een v a n de v o o r n a a m s t e o o r z a k e n v a n de o p s l o r p i n g der vroegere t e k o r t e n de i n s c h r i j v i n g is op de b e g r o t i n g v a n 1964 af, van de t e r u g b e t a l i n g v a n de voorschotten toegekend aan de C . O . O . o m het déficit v a n haar v e r p l e g i n g s i n s t e l l i n g e n te dekken. D e t e r u g b e t a l i n g is thans nog geen w e r k e l i j k h e i d , doch v e r m i t s w i j o v e r w e g e n in de l e n i n g die wij in 1965 moeten u i t s c h r i j v e n v o o r het stijven v a n onze algemene thesaurie een l e n i n g i n te lassen b e s t e m d tôt het d e k k e n van het tekort v a n de v e r p l e g i n g s i n s t e l l i n g e n v a n de C . O . O . , z a l het mogelijk zijn de nodige r e g u l a r i s a t i e s te v e r r i c h t e n . A n d e r z i j d s k a n m e n vaststellen dat het tekort op de r e k e n i n g o v e r 1963 v o o r een groot gedeelte te wijten was aan de v e r t r a g i n g w a a r m e e het R i j k ons de aandelen i n de F o n d s e n o v e r m a a k t e . I n d e r d a a d , m e e r dan 1 9 0 m i l j o e n w e r d e n ons gestort na het a f s l u i t e n van de r e k e n i n g en k o m e n d u s niet v o o r i n de o n t v a n g s t e n . In dit v e r b a n d dient o p g e m e r k t dat de o n d e r r i c h t i n g e n van 10 f e b r u a r i 1945 ons v e r b i e d e n deze ontvangsten in « E r k e n de v o r d e r i n g e n » te b o e k e n en ze op de v o l g e n d e r e k e n i n g over te d r a g e n , zoals het toegelaten is te handelen voor de g r a n d b l a s t i n g of de onroerende v o o r h e f f i n g . Inderdaad, a r t i kel 59 v a n het R è g l e m e n t op de G e m e e n t e l i j k e C o m p t a b i l i t é s , zegt dat de b o e k i n g van het aandeel in het F o n d s der G e m e e n t e n niet geschiedt v o o r a l e e r de i n n i n g gedaan i s ; het wordt geboekt in « e r k e n d e v o r d e r i n g e n » voor het w e r k e l i j k geïnd b e d r a g op z i c h t v a n de r e k e n i n g u i t t r e k s e l s of b e r i c h t e n v a n het G e m e e n t e k r e d i e t . V o o r 1964 is de stand v a n z a k e n wat betreft het F o n d s der G e m e e n t e n niet beter, zoals m e n k a n z i e n op p. 4 8 - 4 9 van dit v e r s l a g , aangezien het R i j k zijn stortingen steeds met een a a n z i e n l i j k e v e r t r a g i n g v e r r i c h t . Inderdaad, op de 901 miljoen die wij van het n i e u w e F o n d s mogen v e r h o p e n voor 1964, w e r d e n ons tôt op 3 0 n o v e m b e r 1964 slechts 4 6 0 m i l j o e n , dus iets m e e r d a n de helft, uitbetaald.
te
D a a r u i t volgt dat indien het R i j k deze toestand niet tracht v e r h l p e n , onze r e k e n i n g e n over 1964 en 1965 hetzelfde
(14 december 1964)
— 1108
—
lot zullen ondergaan en dat niettegenstaande het van de begrotingen over deze twee dienstjaren.
evenwicht
BESLUITEN. Uitkomsten van de dienstjaren 1949, 1955, 1958 en (Gewoon eigenlijk dienstjaar). Begroting.
1964
Rekening.
1949
.
.
.
—161.752.652
—255.902.605
1955
.
.
.
—124.415.011
—
1958
.
.
,
—212.479.190
—117.481.829
1959
.
—280.776.835
—291.247.626
1960
.
.
.
—277.084.781
—381.232.076
1961
.
.
.
—286.388.141
—301.666.072
1962
.
.
.
—223.307.248
—
1963
.
.
.
— 94.661.910
—324.539.795
1964
.
.
.
.
.
+
35.737.908
41.024.322
699.241
De resultaten van deze laatste dienstjaren tonen aan dat er een verbetering is in de financiële toestand van de Stad. D e inspanning voor het bereiken van het evenwicht in de gemeentefinanciën door de verruiming van het fiskaal veld, door het nieuwe Fonds der Gemeenten en de wet op de z i e k e n h u i z e n , draagt onmiskenbaar vruchten. 1s de definitieve gezondmaking eindelijk
bereikt?
E r werd erkend dat de wet V e r m e y l e n onvolmaakt was en geen voldoening gaf. Door haar opvatting zelf k o n zij het prohleem van de Gemeentefinanciën in het algemeen en dit van de Grote Steden in het bijzonder niet oplossen. De wet Gilson brengt een betere verdeling mee, een grotere deelneming in de fïskale opbrengst (1/8 in plaats van 1 9 ) en. een grotere jaarlijkse stijging. Voor de steden die lasten dragen van verplegingsinstellingen, schrapt ze deze lasten (die ontegensprekelijk een regio-
—
1109
—
(14 décembre
1964)
naal karakter dragen, en zelf nationaal daar waar het universitaire ziekenhuizen betreft). Nochtans bemoeilijkt de cojunctuur de uitvoering van de wet. Inderdaad, voor 1964, 1965 en 1966 werd de dotatie van het Fonds vastgesteld op respectievelijk 8.960, 9.450 en 9.900 miljoen. H e t is slechts van 1967 af dat het Fonds der Gemeenten, bepaald op een minimum van 10.350 miljoen frank, gebonden zal worden aand e opbrengst der Rijksbelastingen. De jaarlijkse verhoging van ^ 5 % die gedurende de overgangsperiode wordt toegekend, is voorbijgestreefd door de inflatoire druk die sinds einde 1963 een bezoldigingsverhoging van 7,5 % heeft teweeggebracht. Een récent akkoord tussen de syndicale istanties en de Regering zal het verschil nog verhogen. Inderdaad, van 1 januari 1965 af zullen de weddeschalen met 2 % verhoogd worden voor de wedden van meer dan 172.000 frank; de andere met een eenvorming forfait van 3.400 frank. H e t levensminimum werd van 62.500 op 6 6 . 5 0 0 frank gebracht (tegen 100 % ) . De pensioenen zullen aangepast worden. Van 1 april 1965 af zullen de beambten van de openbare diensten verplichtend opgenomen worden in de verzekering tegen ziekte en invaliditeit, hetgeen een inhouding van 2,5 % op de bezoldigingen voor gevolg heeft (plafond 12.000), en een storting van hetzelfde bedrag door de Stad, als aandeel. O m aan deze uitgaven het hoofd te kunnen bieden, voorziet de Stadsbegroting een globaal krediet van 50 miljoen. Doch, gezien op een algemeen plan, verontrust deze toestand de gemeenten. D e << Bond der Steden » heeft dan ook de volgende brief op 12 november 1964 aan de Minister van Binnenlandse Zaken gestuurd.
(14
december
1964)
— 1110
—
« Monsieur le Ministre, Concerne:
Finances communales.
u Le Conseil d'administration de notre A s s o c i a t i o n a examiné, lors de sa dernière réunion, l'évolution de la situation financière des communes à la suite de l'augmentation des traitements due au jeu de l'index et à la revalorisation des traitements communaux. » Sur un peu plus de douze mois, c'est-à-dire de la fin de 1963 au début de 1965, on constate une augmentation de 7,5 % des traitements des agents communaux, en fonction de l'augmentation de l'indice des prix de détail ce q u i , portant sur une masse de près de 10 milliards de traitements, entraîne une augmentation de près de 750 millions de charges nouvelles pour les communes. » L a plupart des avantages escomptés par la nouvelle loi sur les finances communales seront ainsi, au moins pendant le début de la période transitoire, beaucoup plus que c o m pensés par les augmentations de dépenses découlant pour les communes de l'augmentation des traitements due à l'index et à la revalorisation, sans compter les autres charges. » C e n'est pas ce qu'a voulu le législateur l o r s q u ' i l a voté la loi du 16 mars 1964 sur le Fonds des communes. » Lors d'une réunion que notre Président et moi-même avons eue avec vous, vous avez promis que vous feriez e x a miner la question par vos services. » Le Conseil d'administration de notre Association se permet d'insister sur l'urgence et l'importance du problème et de vous demander d'envisager, dès maintenant, pour l ' e x e r cice 1965, une augmentation sensible de la dotation du F o n d s des communes en vue de faire face à cette situation d o m m a geable pour les communes et du point de vue de l'intérêt général qui pourrait conduire à de nouveaux déficits c o m m u naux ainsi qu'à une augmentation spectaculaire de l a fiscalité communale à partir de l'exercice 1965. » Veuillez a g r é e r , . . . ».
•
—
1111 —
(14
décembre
1964)
Zal de M i n i s t e r een dotatieverhoging van het Fonds aan het Parlement voorstellen? Een oplossing is noodzakelijk daar de gemeenten moeilijk aan zulke verhoging het hoofd kunnen bieden zonder financiële tussenkomst van het Rijk. Anderrzijds wordt door artikel 16 van de wet van 16 maart 1964 aan de Koning de énorme macht voorbehouden, slechts gemilderd door het initiatief of het eensluidend advies van de Bestuursraad, de percentages, de rangschikking, de criteria en de objectieve méthodes te wijzigen in verband met de berekening van de behoeften. W e l k e z a l , in de toekomst, de invloed van de Bestuursraad van het Fonds der Gemeenten zijn, waarin de Grote Steden een minoritaire vertegenwoordiging hebben (4 op 35) en welke zullen de verdelingscriteria zijn onder de 4 Grote Steden? In feite zal de invloed van de Minister beslissend zijn in de toekenning van de aandelen in de Fondsen. Voor de 4 Grote Steden zal de wet van het grote getal niet spelen ; ieder van hen heeft haar eigen specifieke problemen : er is niet Een probleem van de vier Grote Steden, er zijn vier problemen één voor elke Grote Stad en het zal moeilijk zijn definitief gelcMge criteria vast te stellen. Een opmerking nog in verband met het Fonds der gemeenten. De wet van 24 december 1963 op de ontspanningsapparaten verbiedt de gemeenten onder welke vorm ook een belasting te heffen op de in aanmerking komende apparaten. ( E r dient nochtans erkend te worden dat de dotatie van het Fonds der Gemeenten met 64 miljoen verhoogd werd als gevolg van de nieuwe Rijksfiscaliteit, gevestigd door deze wet van 24 december 1963.) Daaruit volgt voor de Stad een verlies van 8 . 0 0 0 . 0 0 0 frank. Buitendien werd ook de taks op de muziekuitvoeringen, voortkomend van deze apparaten, verboden, waardoor nog een verlies ontstaat van 3 miljoen frank. Indien, eensdeels, het aandeel van de Stad in het Fonds der Gemeenten thans met 43 miljoen frank is verhoogd, moet
(14 december 1964)
— 1112 —
mon anderdeels rekening houden met het hierboven vermeld inkomstenverlies (8.000.000 + 3.000.000 = 11.000.000) hetgeen het voordeel van de nieuwe verdeling tôt 32 miljoen terugbrengt.
**
Een ander bijzonder aspect is de weerslag van het interestverlies, teweeggebracht door het laattijdig storten van ons aandeel in het nieuwe Fonds der Gemeenten. Inderdaad, artikel 14 van hoofdstuk IV van de wet van 16 maart 1964 betreffende het Fonds der Gemeenten bepaalt : « De aandelen in het A-Fonds en in het B-Fonds worden per kwartaal en per vierde betaald. » Totdat de aandelen in de jaarlijkse omslag zijn berekend, worden bij het begin van ieder kwartaal voorschotten gestort. Ieder kwartaalvoorschot is gelijk aan één vierde van het aandeel in het A-Fonds of in het B-Fonds van het voorlaatste jaar. » Anderzijds voorziet artikel 28, inhoudende overgangsmaatregelen voor de jaren 1964 en 1965, het volgende : « De kwartaal voorschotten, krachtens artikel 14 op het A Fonds en het B-Fonds voor de jaren 1964 en 1965 te verstrekken, worden berekend op één vierde van het aandeel dat de gemeenten voor het dienstjaar 1962 in het Gemeentefonds voor Openbare Onderstand en in het Fonds der Gemeenten hebben verkregen, met inbegrip van de complementen aan beide Fondsen toegevoegd door de wet van 10 april 1962 houdende begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en van het Openbaar Ambt voor hetzelfde dienstjaar. » Rekening houdend met de verhoging van de dotatie van het Fonds der Gemeenten (op 900 miljoen gebracht sinds 1962) zouden wij voor 1964, in het begin van elk kwartaal, een voorschot van één vierde van onze aandelen van 1962 moeten hebben gehad in het Fonds der Gemeenten, het Gemeente-
—
1113 —
(14 décembre
1964)
fonds v o o r O p e n b a r e O n d e r s t a n d en het F o n d s d e r v i e r G r o t e S t e d e n , hetzij : 857.564.113 402.561.415 + 211.902.173 + 243.100.525 of . In feite h e b b e n gen :
= 4 214.391.028
. fr.
w i j i n 1 9 6 4 de v o l g e n d e bedragen
ontvan-
VerWettelijke
Werkelijke betalingsdatum
betalingsdatum
traging Voorschot
(in maanden)
Voorschot. begin januari
..
»
april
»
januari ..
7-2-1964
1
89.758.191
4-5-1964
1
89.758.191
Complément 2 kwartaal
26-6-1964 26-6-1964
e
5'/
2
2Vz
63.857.706 63.857.706
Voorschot. 3 kwartaal
»
juli
4 kwartaal
»
oktober
e
e
10-8-1964 .
nog
1 geen st<)rting.
153.615.897
M a a r het R i j k stort niet alleen d e voorschotten met e e n a a n z i e n l i j k e v e r t r a g i n g . M e e r n o g , i n 1 9 6 4 hebben w e niet d e voorschotten ontvangen waarop w e aanspraak k u n n e n m a k e n v e r m i t s w i j , zoals w e het hebben g e z i e n , e l k k w a r t a a l e e n b e d r a g v a n 2 1 4 . 3 9 1 . 0 2 8 frank hadden moeten b e k o m e n . R e k e n i n g h o u d e n d m e t d e z e factoren vertegenwoordigt het i n t e r e s t v e r l i e s , b e r e k e n d tegen 5 %, p e r 3 0 n o v e m b e r 1 9 6 4 : 11.380.741 frank, zoals op de volgende bladzijde wordt belicht :
(14 december
— 1114
1964)
Vertraging (in maanden)
I hvartaal Voorschot . Complément Nitt-betaald
—
Bedragen waarop de interest berekend is
Kwartaalvoorschot
e
1
514
11
89.758.191 63.857.706 60.775.131 214.391.028
2 kwartaal Voorschot . Complément Niet-betaald e
1 2V
2
89.758.191 63.857.706 60.775.131 214.391.028
3 kwartaal Voorschot . Niet-betaald e
153.615.897 60.775.131 214.391.028
4 kwartaal Voorschot . Niet-betaald e
214.391.028 214.391.028 Totaal :
Men kan dus vaststellen dat de Stad een belangrijk ondergaat.
nadeel
* ** Wat moet men van dit ailes onthouden? Het nieuwe régime heeft een ernstig herstel v a n de G e meente financiën teweeggebracht, hetgeen aan onze Stad heeft toegelaten twee achtereenvolgende jaren een begroting in e v e n wicht voor te stellen. Maar de ononderbroken stijging van het indexcijfer d e r kleinhandelspnjzen, als gevolg van de stijging v a n de levens-
—
1115
—
( 14 décembre
1964)
duurte zal een grote weerslag hebben op het begrotingsevenwicht. Het past inderdaad op te merken dat elke bezoldigingsverhoging van 2,5 % circa 25 miljoen frank uitgaven teweegbrengt. De aanvuilende lasten die daaruit voortvloeien overschrijden de ramingen van de deskundigen die de Fondsdotatie vaststelden, aangezien deze niet geïndexeerd werd. De perspectieven voor een begrotingsevenwicht zijn dus niet geruststellend, te meer dat van 1966 af de lasten van de lening 1965 op de gewone dienst voor circa 100 miljoen z u l len voorkomen (waarvan nochtans een gedeelte door het Rijk zal worden gedragen, n i . dat betrekking hebbend op de lening tôt dekking van het tekort van de verplegingsinrichtingen der C.O.O.). De uitgaven werden tôt een maximum beperkt en onze fiskaliteit is hoog. Bijgevolg is het te vrezen dat onze begroting over 1966 weer, zoals in het verleden, met een tekort zal sluiten, te meer dat er bijkomende lasten te voorzien zijn, voortvloeiend uit de financiering van grote werken. Aldus zal het aandeel van de Stad in de Intercommunale van de B r u s selse agglomeratie waarvoor de toetreding door de Gemeenteraad werd gestemd op 18 september 1964, een progressieve jaarlijkse last vertegenwoordigen die 60 miljoen kan bereiken. Andere belangrijke werken zullen volgen : zwembad in het tweede distrikt en de overdekte markt op de gronden van de vroegere gasfabriek, waarvan de financiering het déficit van de gewone begroting zal verzwaren.
* * * WAT DER
TE
DENKEN
V A N HET
MAATREGELEN
TOT
GEHEEL
SANERING
VAN DE FINANCIEN DER GROTE
STEDEN.
1 ) De wet van 16 maart 1964 op de gemeentelijke financiën steh een einde aan een systeem dat aanzienlijke fondsen
verdeelde naar rato van de uitgaven, d . w . z . op hasis van het tekort.
onrechtstreeks
Iedereen zal zich daarover verheugen. 2)
De wet op de ziekenhuizen ontheft de Grote Steden van aanzienlijke uitgaven voortvloeiend uit het beheer van ziekenhuizen en o.a. universitaire ziekenhuizen. Deze lasten hebben trouwens niets « gemeentelijks » meer. Vanzelfsprekend is geen enkele stad bij machte het déficit, inhaerent aan het beheer van een net universitaire ziekenhuizen zoals bv. te Brussel, te dragen. Iedereen zou erbij verliezen: en de medische wetenschap en de belastingplichtigen van de Grote Steden.
3)
Een gevoelige vooruitgang werd verwezenlijkt inzake van de gezondmaking van de gemeentefinanciën. Dat is een merkwaardig resultaat. Dit resultaat moet nochtans duurzaam blijken te zijn. In dit verband schijnt het mij gepast de volgende opmerkingen te maken. a) De auteur van de wet van 24 december 1948 had de gemeentelijke geldmiddelen willen stabiliseren. Hij deed toen gelden dat de lasten der gemeenten stabiel waren, dus eveneens in crisistijd bleven bestaan en daarom moesten de gemeentelijke hulpbronnen eveneens stabiel zijn. Het is daarom dat de wet van 24 december 1948 de deelhebbing in de Rijksbelastingen of de opcentimes op de Rijksbelastingen, onderhevig aan de conjunctutirschommelingen, vervangen heeft door de aandelen in het Fonds der Gemeenten en het Gemeentefonds voor Openbare Onderstand waarvan de dotaties onveranderlijk zouden blijven en zelfs regelmatig stijgen. De auteur van de wet van 24 december 1948 heeft zonder twijfel gedacht aan de vooroorlogse crisis. Ik vrees dat op dit ogenblik de crisisperiode vergeten is. Inderdaad, het wetsontwerp op de gemeentefinanciën streeft ernaar de gemeentelijke inkomsten te binden aan een reeks Rijksbelastingen die bijna allemaal rechtstreeks beïnvloed worden door de conjunctuur.
—
1117
—
(14
décembre
1964)
W a t zou er gebeuren ingeval van economische c r i s i s ? D e inkomsten van de gemeenten zouden dalen terwijl de lasten, o.a. van de openbare onderstand, zouden stijgen. D e wet V e r m e y l e n die de mogelijkheid van een economische crisis v o o r z a g , heeft aan geen crisis het hoofd moeten b i e d e n . G e d u r e n d e de ganse toepassingsperiode van deze v/et, heeft het land een bestendige economische expansie gekend in z u l k e mate dat het stabilisatiesysteem van de geldmiddelen der Gemeenten tenslotte ongunstig is uitgevallen voor de gemeentefinancién. 1k vrees nu dat de nieuwe wet op de gemeentefinanciën die ernaar streeft de gemeenten te doen profiteren van de economische expansie eenmaal in crisisperiode zal moeten toegepast worden, hetgeen insgelijks ongunstig zou zijn voor de gemeenten. ) H e t is van belang te onthouden dat de dotatie van het Fonds der G e m e e n t e n en van het Gemeentefonds voor Openbare Onderstand de evolutie van de gemeentelijke behoeften niet gevolgd heeft. Tussen het jaar 1947, referentiejaar voor de berekening van de behoeften der gemeenten, en 1964 zijn de door het Fonds der G e m e e n t e n te d e k k e n lasten voor B r u s s e l bv. gestegen met 765 miljoen, terwijl het Fonds der Gemeenten slechts met 95 miljoen werd verhoogd. Dezelfde vaststelling kan gedaan worden voor de onderstandslasten en de evolutie van de dotatie van het Gemeentefonds voor Openbare Onderstand. D e wet van 24 december 1948 heeft de aangroei van het autoverkeer niet v o o r z i e n , noch de aanzienlijke uitgavenverhoging van de politie en van de lichtsignalisatie, noch de verhogingen voor het onderwijs, de z i e k e n h u i z e n , de schouwburgen, de openbare werken, enz. K o r t o m . de doeltreffendheid van deze wet v e r m i n derde van jaar tôt jaar, een beetje zoals het vroeger Fonds der G e m e e n t e n dat oorspronkelijk 76 % van de gemeentelijke behoeften dekte en nog slechts 5 % in 1938.
(14 december
1964)
—
1118 —
De wet van 16 maart 1964 op de gemeentefinanciën houdt méér rekening met de onvermijdelijke aangroei van de uitgaven. Inderdaad in 1967 zal de dotatie van het nieuwe Fonds der Gemeenten reeds 115 % bedragen van deze die voorzien is voor 1964. Maar hoe zullen de lonen, wedden en pensioenen evolueren? Hoe zullen de behoeften evolueren? Indien de dotatie van het nieuwe Fonds der Gemeenten niet regelmatig aangepast werd aan de evolutie van de behoeften, zou zeer vlug ailes te herdoen zijn. Inderdaad, in die voorwaarden zouden de Grote Steden moeten trachten de verhoging van hun uitgaven te dekken door nieuwe fiscale inkomsten, hetgeen onmogelijk zou zijn vermits de Grote Steden nog altijd zware extracommunale lasten dragen. W e l n u , het zal immer onmogelijk zijn de extracommunale lasten te dekken door zuiver gemeentelijke hulpbronnen. We werden een uiterst belangrijke ervaring rijker gedurende de toepassingsperiode van de wet van 24 december 1948. Het zou onvergeeflijk zijn daarmee in de toekomst geen rekening te houden.
IL — B U I T E N G E W O N E
BEGROTING
Het leidend principe van de buitengewone begroting is dat er alleen kredieten op mogen worden uitgetrokken betreffende uitgaven die werkelijke kunnen aangewend worden in de loop van het begrotingsjaar. Daarenboven is het de regel dat de gemeente de werken moet bevelen en uitvoeren op een oordeelkundige en voor de gemeentefinanciën voordeligste wijze : zij mag geen belangrijke niet-rendabele investeringen doen indien haar begroting met een tekort sluit. Meer nog, de H . Minister van Binnenlandse Zaken heeft er door zijn circulaires van 1 oktober 1962 en 18 oktober 1963 aan hennnerd dat de gemeenten voor de financiering van hun
—
1119 —
(14 décembre
1964)
investeringsuitgaven slechts dan hun toevlucht mogen nemen tôt leningen indien zij over geen andere middelen beschikken om deze uitgaven te dekken. H i j heeft de nadruk gelegd op de noodzaak om een verzwaring van de schuldlasten te vermijden en beklemtoond dat het aangewezen is het plaatselijk patrimonium te vervreemden, waarvan het rendement lager is dan de interest van de op te nemen leningen. H i j heeft de nadruk gelegd op de inopportuniteit, voor de déficitaire gemeenten, bealngrijke niet-rendabele investeringen te doen. In haar rondschrijven van 27 februari 1964, verschenen in het Staatsblad van 11 maart 1964, heeft de Regering schikkingen getroffen ten einde de lokale investeringen tijdelijk te vertragen. De intégrale tekst volgt hierna :
Aan voogdij onderworpen
besturen.
— Openbare
werken.
« A a n de heer Gouverneur der provincie. » Mijnheer de Gouverneur, » Ten einde de economische gevolgen te ondervangen die voortspruiten uit het op touw zetten van een te groot aantal investeringen en uit het beroep op te aanzienlijke kredietmiddelen, heeft de regering besloten verschillende maatregelen te nemen om inzonderheid het aanvatten, op initiatief van de openbare besturen, van werken in de bouwsector, daaronder begrepen de wegwerken, te remmen. » D i e maatregelen beogen niet de initiatieven terzake te beperken of de studie van ontwerpen van in de toekomst uit te voeren werken stil te leggen ; zij zijn uiteraard van tijdelijke aard e n , doordien zij een onmiddellijk doel beogen, hebben zij vooral betrekking op werken, die binnen een nogal korte termijn uitgevoerd kunnen worden en, zo mogelijk, op reeds aan gang zijnde werken.
(14 december 1964)
—
1120 —
» De provinciën, gemeenten en andere onder voogdij Staande besturen worden verzochpt aan de uitvoering van die maatregelen mede te werken ten einde ze volkomen doeltreffend te maken. » Het spreekt vanzelf dat die maatregelen versoepeld dan wcl opgeheven zullen worden zodra de moeilijkheden, welke uit de huidige economische toestand voortspruiten, zullen zijn afgenomen of verdwenen. » Wat de provinciën, gemeenten, commissies van openbare onderstand, verenigingen van gemeenten of andere plaatselijke of gewestelijke besturen betreft, heeft de regering de navolgende voorzieningen getroffen : <( A . Werken, gesubsidiëerd door het Rijk, inzonderheid het Ministerie van Openbare Werken, het Ministerie Volksgezondheid en van het Gezin en het Ministerie Nationale Opvoeding en Cultuur:
door van van
a) De dossiers die opgemaakt worden tôt het bekomen van de principiële toezegging van een Rijkstegemoetkoming k u n nen aan het bevoegd département worden gericht overeenkomstig de thans van toepassing zijnde bepalingen en met inachtneming van de vastgestelde voorrangsregelen. De principiële toezeggingen welke eventueel mochten worden gedaan, kunnen evenwel een termijn bepalen, voor dewelke er tôt geen aanbesteding mag worden overgegaan. b) De reeds gedane principiële toezeggingen en ook de toekomstige, kunnen slechts in vaste toezeggingen worden omgezet binnen de perken van een bedrag waarin er rekening is gehouden met de noodzakelijke beperkingen. De provinciegouverneurs zullen dus zoals voorheen de dossiers tôt het bekomen van de vaste toezegging van de rijkstegemoetkoming voorleggen aan het subsidiërende département, noodzakelijkerwijze echter met dien v e r stande dat de aanbestedingsdossiers, die ter goekeuring aan de bestendige deputatie moeten worden voorgelegd, en de dossiers betreffende de financieringsleningen moeten worden ingehouden tôt op het ogenblik waarop de vaste
—
1121
—
( 14 décembre
1964)
toezegging van de rijkstegemoetkoming overhandigd wordt, ook al geschiedt dit met vertraging. De onder voogdijstaande besturen mogen, hunnerzijds, de uitgave slechts aanwenden, m . a . w . het bevel tôt het aanvatten van de w e r k e n slechts geven wanneer hun, na het binnenkomen van de vaste toezegging van de Rijkstegemoetkoming, in voorkomend geval de goedkeuring van de aanbesteding en van de financieringsleningen is genotificeerd. c ) De toegewezen en reeds in uitvoering zijnde werken vallen niet onder de bovenstaande maatregelen. Het is nochtans wenselijk dat de betrokken besturen, zo de aangang zijnde werken niet van uiterst dringende aard zijn, zich zouden verstaan met de ondernemers om de mogelijkheid in te zien de juiste uitvoeingstermijn te bepalen. » B.
Niet-gesubsidiëerde
werken.
» De dossiers betreffende deze werken welke onderworpen zijn aan de goedkeuring van een voogdijoverheid, dienen in beraad gehouden te worden gedurende een termijn van drie maanden te rekenen van hun ontvangst door genoemde overheid. » Dient eveneens drie maanden te worden uitgesteld de goedkeuring van de financieringsleningen. De leningdossiers, welke aan de koninklijke goedkeuring moetenworden onderworpen, mogen evenwel aan het bevoegde département worden toegezonden waar zij te rechter tijde zullen worden onderzocht. » De leningen welke aan de goedkeuring van de G o u v e r neur zijn onderworpen, moeten slechts drie maanden na ontvangst der dossiers worden goedgekeurd, zelfs wanneer de aanbesteding niet aan de voogdijoverheid ter goedkeuring moet worden voorgelegd. » De opdrachtgevende besturen mogen hunnerzijds slechts tôt de wezenlijke aanwending der uitgave overgaan, nadat zij van de gevraagde goedkeuringen kennis hebben gekregen.
*
(14 december
1964)
—
1122
—
n De bovenstaande onderrichtingen moeten strikt worden toegepast zo tnen de thans ondervonden moeilijkheden op afdoende wijze wil voorkomen. » Het spreekt evenwel vanzelf dat deze maatregelen niet mogen worden geinterpreteerd in die z i n dat de aan de gang zijnde werken of de voltooiïng, zelfs met bijkomende aanbestedingen, van aangevatte bouwwerken moeten worden stopgezet. » Benevens het feit dat de subsidiërende departementen gerechtigd zijn een bepaald contingent van vaste beloften te verlenen, zullen uitzonderingen worden overwogen, inzonderheid wat betreft de werken welke absoluut voorrang moeten hebben, bvb. de werken welke tôt doel hebben steeds weerkerende overstromingen te keer te gaan. » Voorlopig nochtans zijn de ondergeschikte besturen niet meer gerechtigd nijverheids- of residentiële gebouwen te doen optrekken of op enige manier daarin tussen te komen. » Anderzijds gelden deze onderrichtingen geenszins voor de kleine werken welke kunnen worden uitgevoerd en gefinancierd zonder dat, in het raam van de wet, om een voorafgaande goedkeuring voor de aanwending en de betaling van de uitgave moet worden verzocht. »
A. -
BUITENGEWONE
ONTVANGSTEN
De door het Gemeentekrediet van België toegestane leningen, in het raam van het Regentsbesluit van 2 juli 1949 en van de Koninklijke Besluiten van 22 oktober 1959 en 1 februari 1960, evolueren v a n : Rijksaandeel
Stadsaandeel
frank in 1964 .
67.075.000
41.525.000
tôt 143.400.000 frank in 1965.
88.385.000
55.015.000
hetzij een vermeerdering van 34.800.000 frank . . .
21.310.000
13.490.000
108.600.000
—
1123
—
(14
décembre
1964)
Anderzijds zal de Stad, zoals de drie overige Grote Steden, in 1965 haar toevlucht moeten nemen tôt de obligatielening : 500 miljoen zullen dienen om de voorschotten te dekken die wij gedurende de overgangsperiode 1964-1965 aan onze C . O . O . zullen verlenen, overeenkomstig de beschikkingen van de wet van 23 december 1963 en het rondschrijven van 22 juli 1964; de andere 500 miljoen zullen gebruikt worden voor onze eigen behoeften. In welke voorwaarden zullen wij de lening van 1965 kunnen uitgeven? Herinneren wij aan de voorwaarden van onze laatste lening : <( Eén miljoen in uitgegeven obligaties (genot 17 december 1963) voor 980 % , tegen d erentevoet v a n : 5,30 % voor de eerste vijf jaren, 5,50 % van het zesde tôt het tiende jaar; 5,60 % van het elfde tôt het vijftiende jaar en 5,80 % voor de laatste vijf jaren; )) Uitsluitend aflosbaar door lottrekking : tegen 115 % van de nominale waarde voor ieder der eerste tien jaren en 105 % van de nominale waarde voor ieder der laatste tien jaren. » Gemiddelde rendabiliteitsvoet voor het geheel der lening : 6,14 % . » De Stad behoudt zich het recht voor vervroegd uit te betalen tegen 105 % van 17 december 1973 af. » De houder kan de terugbetaling a pari vragen op 17 december 1973. » Ondanks al deze voordelen was het plaatsen van deze lening zeer moeilijk. Sindsdien werd de Stad reeds gepolst door buitenlandse geldschieters maar ze heeft de aanbiedingen geweigerd gezien het gevaar dat zulke soort emissies inhoudt. De vergelijking van de rendabiliteitsvoet bij de aanvang en bij het einde van het jaar geeft een gedachte van de verscherping van de emissievoorwaarden die zich in 1963 op de kapitaalmarkt heeft voorgedaan : van een werkelijke rendabiliteit van 5,27 % op 20 jaar voor de Staatslening van maart 1963,
(14 december 1964)
— 1124
—
is mon tôt ( M 2 % gestegen voor de lening van het wegenfonds van november 1963. Voor 1964 zijn de rentevoeten tamelijk stabiel gebleven, doch het plaatsen van leningen was zeer moeilijk en het (Gemeentekrediet heeft, met het doel de belangstelling van zijn geldschieters weer op te wekken, het principe van de lotenlening terug ingevoerd voor zijn emissie van november 1964. Voor 1965 moet men zich verwachten aan gevoelige verscherping van de emissievoorwaarden van de leningen, o.a. als gevolg van de récente verhoging van de discontovoet in GrootBrittannië en de Verenigde Staten.
B. ~
BUITENGEWONE UITGAVEN
OVERZICHT V A N DE BELANGRIJKSTE UIT T E V O E R E N
I N 1965
WERKEN.
1. — Oprichting van een complex van overdekte markten op de gronden van de voormaliege gasfabrieken, Werkhuizenkaai. In zitting van 6 juli 1959 heeft de gemeenteraad besloten de groentenvroegmarkt over te brengen van de Grote Markt, de Beurs en aile aanpalende straten naar de wijk van de V i s markt, de Baksteenkaai en de Brandhoutkaai. 1) Huidige toestand en economische
noodwendigheden.
De gedachte om te Brussel een groot complex van overdekte markten op te richten is reeds verscheidene jaren oud. Deze betrachting beantwoordt trouwens aan de eisen die bij het Collège van Burgemeester en Schepenen werden geformuleerd door verschillende beroepsverenigingen van groente-, fruit-, primeur- en gevogeltehandelaars, invoerders, groothandelaars en kleinhandelaars.
—
1125
—
( 14 décembre
1964 )
Ofschoon een eerste centralisatie van de markten verwezenlijkt werd i n de omgeving van de Diksmuidelaan en de Ieperlaan, kennen wij toch thans in de hoofdstad een archaïsche verspreiding van vroegmarkten die niet meer beantwoorden aan de vereisten van de moderne handel, met daarbij, voor de invoermarkten, de dagelijkse verkeersopstroppingen op de Ieper- en D i k s m u i d e l a n e n . Voor de voortbrengers en de groothandelaars hebben de verschillende hallen hun verzadigingspunt bereikt. H e t is dus onmogelijk hun produktiviteit te verhogen. Anderzijds is de parkeerruimte ruimschoots onvoldoende. De aldus geschapen toestand is hinderlijk zowel voor de gebruikers van de markten ( 1 . 3 0 0 voortbrengers en groothandelaars en circa 1.200 kopers) als voor de inwoners, zonder dan nog te spreken van de toezichtsmoeilijkheden die zulke toestand met zich brengt. D i t toezicht is toevertrouwd aan ongeveer 25 politieagenten en 11 geldinners van de Financiëndienst, hetgeen voor de Stad een last vertegenwoordigt van ongeveer 4 miljoen frank per jaar. De bevoorrading in e n de wegneming van de waren gebeuren aldus in bijzonder moeilijke voorwaarden, rekening houdend met de situering, de engheid van openbare wegen en het groot aantal voertuigen op een beperkt en ipso facto steeds overbelast gebied. K o r t o m , het gebruik van de openbare wegen is niet meer afgestemd op hun werkelijke bestemming, toestand waaraan een einde zou moeten gebracht worden. Anderzijds werkt de vroegmarkt in bijzonder oncomfortabele omstandigheden. die een abnormaal hoog personeelseffectief noodzakelijk maken. D e koper zou zich gemakkelijk en op elk ogenblik moeten kunnen rekenschap geven van de stand van vraag e n aanbod, hetgeen hij thans niet kan. Het betaamt dus iets nieuw te brengen en te Brussel een groot complex op te richten, naar het voorbeeld van hetgeen in het buitenland werd verwezenlijkt. Dit is des te meer onontbeerlijk nu Brussel zich in het raam van de Europese Gemeenschappelijke Markt, kan organiseren als draaischijf van de transitohandel op de internationale
markt. buiten natuurlijk de roi die het moet vervullen als eindmarkt voor de bevoorrading van het land. Brussel zou aîdus voor deze taak rechtstreeks de produkten opvangen komende o.a. van Sint-Truiden en Sint-Kathelijne-Waver. Op het internationaal plan zou Brussel de waren verdelen komende van Antwerpen. Wat is er normaler, vermits Brussel het grootste verbruikscentrum van het land i s ? Parallel met de internationale transacties en met de activiteiten van de groothandelaars, zou het complex van overdekte markten insgelijks mogen gebruikt worden door de kleinhandelaars in groenten. Deze zouden aldus hun inkopen kunnen doen op een redelijk uur, hetgeen thans niet meer het geval is. Op het menselijk plan zouden de groentenkwekers er insgelijks baat bij vinden. De tijd dat men even na middernacht moest opstaan om naar de hoofdstad te rijden is voorbij en het is dus hoogtijd de werkingsuren van de markt dientengevolge te wijzigen. Het past tevens de nadruk te leggen op het feit dat de uïtstalling van fruit en groenten op de openbare weg in strijd is met elk principe van hygiène. De verhandeling van verbruiksprodukten kan niet langer meer geduld of toegelaten worden in zulke erbarmelijke toestanden. Tenslotte zien de groothandelaars hun algemene kosten abnormaal stijgen door overdreven personeelsuitgaven, die ipso facto een ongunstige weerslag hebben op de prijzen. Aangezien het landbouwprobleem voor ailes een probleem van distributie is, moet men tôt een vermindering van de lasten en van de distributiekosten komen en tevens de werkvoorwaarden verbeteren van de voortbrengers, de groothandelaars en de kleinhandelaars door een reorganisatie van onze markten die, de facto, onontbeerlijk wordt in het licht van het feit dat de bevoorrading in groenten van de hoofdstad, ongeveer 75.000 ton per jaar bedraagt, waarbij nog 8 5 . 0 0 0 ton fruit moeten gevoegd worden, hetzij een debiet van 530 ton per verkdag. De verkoop in "t groot van fruit, groenten en bloemen vertegenwoordigt een jaarlijks zakencijfer van 2 miljard frank.
—
1127 —
( 14 décembre
1964)
Bij de invoer worden praktisch aile in België geïmporteerde groenten te B r u s s e l verdeeld, hetgeen ongeveer 5 0 . 0 0 0 ton per jaar vertegenwoordigt. H e t fruit wordt verdeeld over de markten van A n t w e r p e n (haventrafiek) en B r u s s e l . Bij de uitvoer is B r u s s e l het voornaamste vertrekpunt voor het vervoer van 3 0 . 0 0 0 ton witloof en ongeveer 4 . 0 0 0 ton druiven. Daaruit volgt dat de markt van B r u s s e l , « een hoogstaande markt », onbetwistbaar beschouwd moet worden als een << nationale » markt en vanuit dit oogpunt gezien zou het Rijk een ruim aandeel moeten nemen in de bouwkosten van het overwogen complex. 2)
Te bereiken doelstellingen.
a)
oprichting van één enkel complex, van overdekte markten, waaraan een markt-station zou gevoegd worden waarin, op een qua geografische ligging grondig bestudeerd terrein, het invoeren, het uitvoeren, het storteren, het conditioneren en het gebruiken van de Refribel-installaties kunnen verricht worden en dat grotere stockerings- en verkoopsmogelijkheden zou b i e d e n ;
b)
centralisatie van de fruit-, groente-, bloemen- en gevogeltemarkt;
c)
aldus onze openbare wegen vrijmaken, zodanig dat ze hun werkelijke bestemming krijgen.
3)
Gekozen ligging.
Brussel beschikt over de nodige gronden die, buiten een oppervlakte van meer dan 22 hecctaren, énorme voordelen bieden : a)
algemene ligging: in het westelijk gedeelte van Brussel, tussen de J . D e Trooz-square en de Teichman-brug, op de gronden van de voormalige gasfabriek;
b)
wegennet: rechtstreeks verbonden met de grote buitenlanen en gelegen op het knooppunt van de voornaamste wegen naar de produktiecentra : Mechelen, L e u v e n , O v e -
rijse, Hoeilaart en Gent. Ruime verbindingen met het centrum van de stad, dat slechts op 5 minuten gelegen i s ; c) spoorwegnet : rechtstreekse verbinding met het vormingsstation van Schaarbeek, het belangrijkste station van het land ; d) waterwegen: het kanaal Charleroi-Brussel-Willebroek (Schelde) ligt langsheen de markt in oost-westrichting, voor de hoofdingang aan de Werkhuizenkaai ; e) luchtvaartmogelijkheden: de nationale luchthaven ligt op 6 km afstand en is bereikbaar langs ene rechtstreekse route. Bijzondere
voordelen.
De gronden liggen in de onmiddellijke nabijheid van de verbrandingsfabriek, een factor die vaak vergeten wordt maar zeer belangrijk is gezien het groot volume afval dat voor bepaalde markten zeer hoge vervoerkosten met zich brengt. Aanwezigheid van Refribel ( Koeldiensten van de Staat) op de plaats zelf. Mogelijkheid tôt bewaring bij lage temperatuur, op korte afstand, zonder overlading. 4)
na vervoer
Verwezenlijking. Een eerste studie heeft de mogelijkheid laten doorschermen :
a) de voordelen van het terrein tôt het maximum te benutten ; b) een aparté circulatie te verzekeren zowel voor de goederen als voor de personen, op een tôt het minimum beperkt trajekt ; c) een maximum aantal parkeerplaatsen te waarborgen i n de onmiddellijke nabijheid van de beschutte bevoorradings- en wegnemingszones ; d) van rechtstreeks aile volledige vrachten ter plaatse te brengen zonder overlading.
—
b) Belang markten.
en
noodzaak
1129
van
—
het
(14 décembre
oprichten
van
1964) overdekte
Op urbanistisch gebiedhet is nodig zonder talmen de hoofdstad te ontlasten van de diverse markten die het verkeer hinderen en zelfs de vlugge funktionering van de openbare diensten belemmeren — (het geval van de brand die de verwijdering rechtvaardigde van de markten op de Grote Markt want de brandweerdienst is op bepaalde uren in de onmogelijkheid het doel te bereiken ingeval van r a m p ) . Op handelsgebeid : het is minder belangrijk een vermindering van de kostprijs der produkten op de markten uit te lokken door de behandeling en het vervoer rationeler te maken en door een beter tijdsgebruik van de verkopers en van de kopers toe te laten. Ook ligt het voor de hand dat, in het raam van de Gemeenschappelijke M a r k t de meest ruime faciliteiten aangeboden moeten worden, zowel aan de uitvoer als aan de invoer op het ogenblik zelf dat het probleem van de aanpassing van de landbouw gesteld wordt. Op technisch gebied: onafhankelijk van de hygiënische voordelen van het benuttigen van overdekte markten, zijn ook de installâmes van Refribel (reeds ter plaatse) van aard aile bewaringsmogelijkheden te waarborgen. Internationale positie.- het markt-station te Brussel zou de draaischijf moeten vormen, wegens zijn ligging op de normale bevoorradingslijn van Engeland (uit Frankrijk en Italie) en in de nabijheid van de bevoorradingslijn van Nederland. Daaruit volgt dat, ongeacht de belangrijkheid van de overdekte markt te Brussel als bevoorradingscentrum van een talrijke bevvolking die buiten het raam van de agglomeratie uitdeint, haar ligging bovendien moet toelaten een eersterangsrol te splen in de doorvoerhandel. 6)
Wijze van beheer van de overdekte
markt.
De wijze van beheer zal slechts kunnen vastgesteld worden in funktie van de noodwendigheden die voortvloeien uit de
(14 december
— 1130 —
1964)
karakteristieken eigen aan de toekomstige markt. H e t systeem van gemeentebedrijf toepassen op een markt van zulke omvang en in snelle ontwikkeling, schijnt voorbijgestreefd te zijn. T r o u wens. het is aan te nemen dat de reglementatie van zulke markt niet meer moet opgesteld worden in funktie v a n wat er buiten haar omgaat zoals het tôt nog toe het geval is geweest maar. integendeel in funktie van de noodwendigheden eigen aan het beheer en de ontwikkeling van de markt. H e t beheer moet het halen op de reglementatie. Openbare machten en gebruikers van de markt moeten noodzakelijk geïnteresseerd zijn in de investeringen. 7 i Privaie
en openbare
belangen.
Gezien de belangrijkheid van de overdekte markten met nationaal kakakter die Brussel voornemens is te bouwen (zelfs internationaal wegens de transitohandel die er zich moet ontwikkelen en wegens de hoge bedragen die moeten geïnvesteerd worden) schijnt het noodzakelijk dat het Rijk zich rekenschap geeft, van de imperieuze noodzaak samen te werken aan hun oprichting, door de meest ruime kredieten te verschaffen, vermits het financieren van zulk complex van markten met een nationaal karakter niet alleen door de Brusselse bevolking mag laten gedragen worden. 8)
Studieprogramma
en
verwezenlijkingen.
Aangezien de juiste opneming van het beschikbaar terrein gedaan werd door de technici van de Financiëndienst, werd een voorontwerp van situering opgesteld, waarbij men zich geïnspireerd heeft op de verwezenlijkingen in het buitenland en op de behoeften van de toekomstige gebruikers. De overwelving van de Zenne in het doorkruisen van de gronden van de voormalige gasfabriek is in uitvoering. Deze werken worden door de Stad voor 4 0 % gefinancierd. E e n lening van 39 miljoen frank werd bij het Gemeentekrediet opgenomen om de eerste kosten te dekken. Ten einde de aan gang zijnde studie te kunnen voortzetten werd bngevolg een krediet van 5 miljoen frank uitgetrokken op de begroting over het dienstjaar 1965.
—
1131
—
(14
décembre
1964 )
2. — Werkenprogramma voorzien op de buitengewone begroting over 1965 voor de Technische Dienst der Openbare W e r k e n . De begroting behelst de nodige kredieten voor de aankoop van gebouwen in openbare verkoping, uit de hand of door onteigening, met het oog op de uitvoering van gedecreteerde rooilijnen, van goedgekeurde bijzondere plans van aanleg en van andere plans waarvan de studie ver gevorderd is. Zekere ramingen hebben betrekking op nieuwe oogmerken, namelijk op de verwezenlijking van dat gedeelte van het in uitvoering zijnde plan van aanleg van Neder-Over-Heembeek, begrepen tussen de Laskouter en de Wimpelberg en meer bepaald de omgeving van de Sint-Pieter- en Pauluskerk. Wat de werken betreft die toevertrouwd zijn aan Intercommunales, voorziet de begroting telkens het Stadsaandeel, namelijk v o o r : —
de overwelving van de Zenne op de gronden van de oude gasfabriek ;
—
de moerriool van de Maalbeek tussen en het Jourdanplein ;
—
de ontdubbeling van de collecteur van de Drootbeek.
de Livingstonelaan
* De vooruitgang van de bouwwerken van de collecteur van Haren maakt het mogelijk het riolennet en de modernisering van de weg bedekking in dit gedeelte van ons grondgebied verder ter hand te nemen. Het ontwerp voor het vijfde gedeelte van de collecteur van Haren zal in 1965 aan de Gemeenteraad worden voorgelegd en de Rijkssubsidies zullen worden aangevraagd : het betreft het gedeelte tussen de Cortenbachstraat en de steenweg op Haacht. E r wordt buitendien een stuk collecteur voorzien in de richting van de Verdunstraat en van de Witloofwijk. Ter indfor-
(14 december 1964)
— 1132
—
marie: de kredieten voor de riolen van de Haachtste steenweg op het verbeterde gedeelte en de riolen van de Bruelstraat worden nog op het dienstjaar 1964 aangewend. De begroting voorziet de uitvoering van een duiker onder het zeekanaal in de Marlywijk. Dit belangrijk kunstwerk zal een waardeverhoging met zich brengen voor de nieuw geprojekteerde wijken van Neder-Over-Heembeek. Insgelijks wordt een ontslijkingskom voorzien bestemd voor de afvoerriool, hetgeen onze eerste stap zal zijn naar de zuivering van onze rioolwaters. Het krediet voor dde produktiefmaking van de Mutsaardwijk wordt gehandhaafd. De subsidieaanvraag bevindt zich reeds sinds twee jaar op het Ministerie van Openbare W e r k e n . In aile geval kan de gebouwenconstructie in de bocht van de Forumlaan aangevat worden in 1965. Het voltooien van de asfaltwerken in het Terkamerenbos zal betrekking hebben op de Dennenboslaan, de Bosvoordelaan. de Panoramalaan, de Groenendaallaan en de Gespanhoek.
*
* * Wat de restauratiewerken aan het Stadhuis betreft, heeft het Ministerie van Openbare Werken ons medegedeeld dat aan onze subsidie-aanvraag, ingediend op 14 april j l . , zodra mogelijk een gunstig gevolg zal voorbehouden worden. W i j hopen dus in 1965 een eerste gedeelte van deze restauratiewerken te kunnen doen. Stadsvernieuwing
en
krotopruimïng.
Ten einde te kunnen doorgaan met aankopen in de verschillende wijken die tijdens de voorgaande jaren behandeld werden. werd een bedrag van 90.000.000 voorzien op de begroting. Deze wijken zijn; de wijk van de Radijzenstraat, de wijk van de Krakeelstraat,
—
1133 —
(14
décembre
1964)
Dinantstraten
(sector
de wijk van de Harmoniestraat, de wijk van de Mathieu Desmaréstraat, de
wijk van de Dinantstraat).
Gasthuis-
en
De voor 1965 voorziene verwervingen in de îRadijzenwijk zullen de onteigeningen afsluiten voorzien in het plan gevoegd bij het K . B . van 23 oktober 1963. De gebouwen opgericht op de percelen nodig tôt het realiseren van het eerste residentieel gebouw werden gesloopt. Zodra een beslissing gevallen is omtrent de handelswijk rondom het Kaatsbalplein en voor de nieuwe school, zullen de nog bewoonde huizen geèvacueerd worden en de slopingswerken aangevat in de mate van de technische mogelijkheden. Zodra een gebouw vrij is, wordt het gesloopt. Voor wat het volledig aanlegplan van de Radijzenwijk betreft, zullen voorstellen gedaan worden in de loop van 1965 ten einde het bundel te kunnen voorbereiden voor het bekomen van de Koninklijke toelating.
*
* * In de Krakeelstraatwijk zullen de in 1964 begonnen verwervingen voortgezet worden. De n.v. « Brusselse Haard » heeft van de Nationale Huisvestingsmaatschappij het jrincipesakkoord bekomen wat betreft de terugkoop tegen de kostprijs van de onteigende eigendommen. De architekten die door de « Brusselse Haard » belast werden met het opmaken van de bouwplannen, werden aangeduid.
*
* * De gedurende voorbije jaren gedane aankopen in de Harmoniewijk bedragen 8.750.000 frank.
(14
december 1964)
—
1134
—
In de loup van 1965 zullen de verwervingen voortgezet worden ten einde aan de N . V . « De Lakense Haard » toe te laten, de verwezenlijking van het voorziene complex te overwegen? Van zodra deze maatschappij haar timing zal hebben opgesteld zullen de maatregelen getroffen worden voor het beginnen van de slopingswerken.
*
** Voor het dienstjaar 1964 hebben de verwezenlijkingen betreffende de vrijmaking van de grond, Mathieu Desmaréstraat, met het oog op de verwezenlijking van het ontworpen complex door de N . V . « DeLakense Haard », een bedrag vereist van 4.400.000 frank. De verwervingen van de nog resterende gebouwen zullen in 1965 doorgevoerd worden en van zodra de plaatselijke maatschappij voor goedkope woningen een beslissing zal hebben getroffen in verband met de constructie, zullen de huizen geëvacueerd en gesloopt worden.
* * * Voor de wijk Gasthuis-Dinant, is een krediet voorzien voor de aanwervingen in het raam van het plan van aanleg afgekondigd door het K . B . van 25 februari 1964 en meer bepaald in de sector gevormd door de Trapstraat en het Dinantplein alsmede om de aanwervingen te voltooien in de zone gevormd door de Dinantstraat en de Villersstraat. De Stad wacht op de expertises van de Ontvanger van Registratie. Zodra zij ons toekomen zullen de bundels onmiddelijk bij het Ministerie van Gezondheid en het G e z i n ingediend worden.
*
—
1 135
—
( 14 décembre
1964)
Tenslotte zal de Stad, begin 1965, de bundels indienen betreffende betaling van de toelagen in het raam van de wet van 7 december 1953. a)
voor de
Radijzenwijk,
b)
voor de M i n i m e n w i j k ;
c)
voor de H a r m o n i e w i j k ;
d)
verschillende.
eerste gedeelte,
M e n kan in dit verband 2 0 . 0 0 0 . 0 0 0 frank.
rekenen
(Sorelo) ;
op een
ontvangst
van
3. — Programma van de werken voorzien op het Hoofdstuk « Onderwijs ». De ramingen wat betreft de « constructie van schoolgebouwen » werden opgesteld op basis van, enerzijds, de door de hogere O v e r h e i d uitgevaardigde maatregelen in verhand met de gemeentelijke financièn en anderzijds van een vijfjarenplan dat rekening houdt m e t : —
de werkelijke behoeften van ons onderwijs op het van de schoolgebouwen,
—
de dringendheid avn enkele ouderde lokalen,
—
(in zekere mate) de hoofdsplannen door de Stad aangenomen inzake van de vernieuwing van het grondgebied en de stedebouw,
—
de o n t w i k k e l i n g van nieuwe wijken te N e d e r — O v e r - H e e m beek, op de H e i z e l , de Mutsaard, wijken die men moet voorzien van inrichtingen of waar men de bastaande inrichtingen moet vergroten,
—
de nodige tijd tôt het opmaken van het eigenlijk ontwerp en van het v e r v u l l e n van de administratieve goedkeuringsformaliteiten waartoe de Stad verplicht is (vier jaar),
—
tenslotte, een billijke spreiding van de uitgaven over een période van vijf jaar.
werken,
gezien zekere
gebied ver-
(14 december
1964)
1 136
—
4. Wcrkenprogramma voor de Volkswoningeiu
a» Régionale
huisvestingsmaatschappij voor
Groot-Brussel.
Verwezenlijkingen in 1964: voltooiing van de werf en inbezitneming van 28 huizen die, tegen aankoopbelofte, gebouwd werden in de Beukenootjesstraat te Neder-Over-Heembeek. Ontwerpen voor 1965: aanvang van de werken van het eerste gebouw met 130 appartementen in de wijk van de Radijzenstraat. b) Huisvestingsmaatschappij ratie N . V.
voor
de
Brusselse
Agglome-
De Maatschappij heeft zojuist van de Nationale Huisvestingsmaatschappij de toelating ontvangen de grond aan te kopne en het definitief ontwerp op te stellen met het oog op de bouw van 256 woningen en 249 garages of parkeerplaatsen tussen de Beizegemstraat en de Versailleslaan. c) Lakense Haard .1° Aan gang zijnde werken: bouw van 325 drie complexen in de Modelwijk; 2° Geplande —
woningen in
werken:
bouw van 127 volkswoningen aan de Antwerpse steenweg. Het principesakkoord van de Nationale Huisvestingsmaatschappij werd bekomen. De « L a kense Haard » werd gemachtigd de grond aan te kopen. Het definitief projekt wordt opgesteld.
- Projekten voor de Mathieu Desmaréstraat (tweede fase) : de onteigeningen door de Stad worden voortgezet.
— Brusselse 1° Werven a)
1 137
—
( 14 décembre
1964)
Haard : die bijna voltooid
zijn.
T w e e d e e n d e r d e fase v a n het « M e i b o o m c o m p l e x » Ommegangstraat Broekstraat
.
. .
.
. .
73
logementen
59
logementen
132 D e 73 l o g e m e n t e n v a n het g e b o u w O m m e g a n g straat z i j n v e r h u u r d s i n d s 15 n o v e m b e r 1964. D e 59 l o g e m e n t e n B r o e k s t r a a t z u l l e n , b e h o u d e n s o v e r m a c h t , v a n 1 m a a r t 1965 af v e r h u u r d z i j n . b)
Pottenbakkerstraat
—
tweede
fase.
L i g g i n g : B r u s s e l 1 — i n het o n t e i g e n d o n g e z o n d e n g e s l o o p t g e b i e d b e g r e p e n t u s s e n de P o t t e n b a k k e r s straat ( E i g a n g ) , d e L o o f s t r a a t e n d e A n d e r l e c h t straat. B o n d i g e b e s c h r i j v i n g v a n het p r o j e k t : twee a a n g r e n z e n d e g e b o u w e n m e t 13 n i v e a u s , 89 v o l k s woningen en 4 winkels+1 kinderkribbe. Vermoedelijke
2°
Aan gang zijnde a)
Complex
voltooiingsdatum : april
1965.
werven.
Hoogstraat
L i g g i n g : Hoogstraat, vendheidsstraat 68 1 speelplein.
—
noordelijke uitbreiding.
Pieremansstraat logementen, 8
en Mensliewinkels en
V e r m o e d e l i j k e v o l t o o i i n g s d a t u m .- e i n d e o k t o b e r l 9 6 5 . b)
Complex
Papenvest.
Ligging : Papenvest, O n z e - L i e v e - V r o u w van Vaakstraat, G r o o t s e r m e n t s t r a a t e n H o p s t r a a t : 328 l o g e menten en 7 w i n k e l s verdeeld over 5 identieke g e b o u w e n met 9 n i v e a u s . Vermoedelijke
voltooiingsdatum:
1
e r
juin 1966.
(14 december
1964)
3° Programma
— 1138 —
op korte
termijn.
â) De Brigittinen, ligging: de ongezonde zone langs de Noord-Zuidverbinding en begrensd door de Visitandinenstraat, Spiegelstraat en Brigittinenstraat en de Vriendschapsgang, Van Calckgang, Vandeleergang en Deneubourggang. Het bouwontwerp moet volledig gewijzigd worden qua situering als gevolg van het doorsteken van de tunnels van de Louizalaan naar de lanen van de Noord-Zuidverbinding. Deze kunstwerken zullen namelijk in de te verbreden Spiegelstraat en de Brigittinenstraat voorbijkomen, langsheen de gronden voorbehouden aan het bouwontwerp. Het nieuwe voorontwerp voorziet 170 sociale woningen, verdeld in twee groepen. Het zal einde februari 1965 bij de Nationale Huisvestingsmaatschappij ingediend worden. b) Gezondmaking van de wijk van de Krakeelstraat. Het Collège van Burgemeester en Schepenen heeft de « Brusselse Haard » de realisatie opgedragen van het bestemmingsplan van de ongezonde zone tussen de Huidevetters-, Washuis-, N i e u w l a n d - , Vanderhaegen- en Krakeelstraten. Het terrein heeft een oppervlakte van ongeveer 2 ha. De verhouding vloer grond laat toe de constructie te overwegen van ongeveer 400 volkswoningen. De « Brusselse Haard » heeft op 7 juli 1964 aan de Nationale Huisvestingsmaatschappij voorgesteld over te gaan, in samenwerking met de Stad, tôt de gezondmaking van de wijk van de Krakeelstraat. De Nationale Huisvestingsmaatschappij heeft op 28 september haar akkoord gegeven en de B r u s selse Haard gemachtigd te gelegener tijd bij haar een voorstel in te dienen tôt aankoop van de gronden die de Stad zal onteigend hebben.
— c)
1139 —
Complex Hoogstraat —
(14
décembre
1964)
Zuidelijke uitbreiding.
Het uitbreidingsontwerp naar de Hallepoort voorziet drie gebouwen : —
het eerste aan de Hoogstraat;
—
het tweede aan de tôt aan de Hoogstraat verlengde Aanaardingsstraat;
—
het derde aan de Menslievendheidsstraat.
Deze drie gebouwen bevatten 2 winkels aan de Hoogstraat.
62
logementen
en
O m dit ontwerp te verwezenlijken, heeft de « Brusselse Haard » aan de Stad Brussel voorgesteld de gebouwen te verwerven gelegen : Hoogstraat 375 tôt 399, Menslievendheidsstraat 32 tôt 28 en Aanaardingsstraat, 46 tôt 28. Brussel. 4 december De Schepen van
1964.
Financiën,
P.-J. D E RONS.
— 1140 —
<14 december 1964)
BEGROTINGSONTWERP Vergelijking Ten
OVER
tussen het begrotingsontwerp
overstaan van de begrotingen
EN
II.
—
GEMEENTELIJK
PATRIMONIUM
Art.
8. — Privaat domein. —
+
1,15
Huur,
Aanpassing van bepaalde huurprijzen. Art. 9. — Centrale hallen. — RetribuIn 1965 eerste vervaldag van de concessie van het zuidpaviljoen. Bovendien, toepassing van index op de concessie van het noordpavilfoen. Afgeschaft artikel. — Huur, enz. . .
in —
(in miljoenen)
RETRIBUTIES.
Art. 4. — Gebouwd permanent domein. — Huur Overneming van huren die voorheen begrepen waren in de ontvangsten van de Elektriciteits- en Gasregies en verhoging van de retributie van de V . Z . W . <( L e Centenaire ».
over 1965, in +
1964
Ontvangsten. HOOFDSTUK
1965
Egmontpaleis. Q g
—
1141 —
(14 décembre
1964)
1 ;E\VONE
DIENST
(EIGENLIJK
' begroting over 1964 en de rekening
DIENSTJAAR) over
1963. in + in — (in miljoenen )
Ten overstaan van de rekening 1963
Ontvangsten. HOOFDSTUK EN
II.
—
GEMEENTELIJK
PATRIMONIUM
RETRIBUTIES.
Art. 4. — G e b o u w d permanent domein. — Huur . . — Uitzonderlijke belastingsterugbetalingen in 1963 zijn de oorzaak v a n dit verschil. Art. 5. — Niet-gebouwd domein. — Huur — Uitzonderlijke ontvangsten in 1963 uit hoofde v a n de verpachting der gronden van de oude vismarkt en Helihavenlaan. Art. 7. — Aangekochte eigendommen wegens openbaar nut — Uitzonderlijke ontvangsten in 1963, voortkomende van belastingsverminderingen voor gesloopte gebouwen. Art. S. — Privaat domein. H u u r , e n z . + Aanpassing v a n bepaalde huurprijzen. Art. 9. — Centrale hallen. — Retributies In 1965 v e r h u r i n g van Z u i d p a v i l joen. B o v e n d i e n , toepassing van index op de concessie van het noordpaviljoen. Afgeschdft artikel. Huur, enz.
— Egmontpaleis.
0,6
0,55
1J
2,6
+
1,2
—
1 »*•
—
(14
december
1964)
—
1142
—
Ten overstaan van de begrotingen
G e e n ontvangsten m e e r i n 1965 dat ht E g m o n t p a l e i s aan het werd verkocht in 1964.
1964
omRijk
Art. 25. — Intercommunale maatschappij der toegangswegen tôt de v l i e g h a v e n van B r u s s l . — A a n d e e l van de Stad in de v e r w e z e n l i j k t e winsten De winsten k o m e n voort v a n de v e r koop van g r o n d e n . D e r a m i n g is g e b a seerd op de w i n s t voor 1 9 6 3 .
+
Art. 27. — S i b e l g a z . E x p l o i t a t i e w i n s t v o o r t k o m e n d v a n de elektriciteitsvoorziening — V e r m i n d e r i n g doordat v a n 1965 af een aandeel i n de lasten v a n het a l g e m e e n distributienet niet m e e r op de o p e n bare v e r l i c h t i n g z a l a a n g e r e k e n d w o r d e n . B i j g e v o l g komt een gelijk b e d r a g in m i n d e r i n g op de e x p l o i t a t i e w i n s t v a n het d i s t r i b u t i e n e t . Art. 28. — S i b e l g a z . — E x p l o i t a t i e winst v o o r t k o m e n d v a n de g a s v o o r ziening H e t v e r s c h i l is te w i j t e n aan de v e r hoging van het v e r b r u i k . Art. 29. — B r u s s e l s e i n t e r c o m m u n a l e voor e l e k t r i c i t e i t . — Interesten op aandeel in het maatschappelijk fonds en d i v i d e n d e n W e g e n s de statutaire v e r p l i c h t i n g de helft v a n de i m m o b i l i s a t i e s te f i n a n cières overweegt de M a a t s c h a p p i j een reservefonds samen te s t e l l e n door geen d i v i d e n d e n m e e r u i t te k e r e n van 1965 af.
+
0,46
6,0
3,1
—
Ten overstaan
In 1963 was het niet verkocht.
1143
—
van de rekening
1963
Egmontpaleis
(14
t 20. •— Opbrengst van de lopende bankrekeningen, enz. . . . . — De toestand van de thesaurie in 1965 kan thans niet met juistheid vastgesteld worden. De in ons bezit zijnde gegevens op het ogenblik van de vaststelling der vooruitzichten voor 1965 laten nochtans toe deze raming op 2 miljoen vast te stellen.
6.3
r
e
rt. 28. — Sibelgaz. — Exploitatiewinst voortkomend van de gasvoorIn 1963 had dit artikel enkel betrekking op het 2 distrikt. e
rt. 29. — Brusselse intercommunale voor elektriciteit. — Interesten op aandeel in het maatschappelijk fonds In 1963 had dit artikel enkel king op het 2 distrikt. e
betrek-
1964)
in + in — (in miljoenen)
nog
t. 27. — Sibelgaz. — Exploitatiewinst voortkomend van de elktriciteitsvoorziening In 1963 had dit artikel enkel betrekking op het 2 distrikt.
décembre
+109.5
(14
december 1964)
— 1144
—
in + i n (in miljoene,
T e n overstaan van de begrotingen 1964
Art. 30. — Brusselse intercommunale voor Gas. — Interesten op aandeel in het maatschappelijk fonds en d i v i Wegens de statutaire verplichting de helft van de immobilisaties te financ i è r e s overweegt de Maatschappij een reservefonds samen te stellen door geen dividenden meer uit te keren van 1965 af. Art. 36. — Parkeerrecht van autotaxi's De raming voor 1965 is gebaseerd op de ontvangsten per 30 juni 1 9 6 4 , rekening gehouden met de tariefverhoging van 28 augustus 1964 af. Art. 37. — Begraafplaatsen. — O p brengst van de grondconcessies . . Verhoging van de concessieprijzen. Totaal van het hoofdstuk 11
HOOFDSTUK ALGEMENE
III.
— A A N D E L E N IN
DE
.
+
2,5
+
2,0
.
.
.
FONDSEN
BELASTINGEN.
Art. 40. — Aandeel in het Fonds der gemeenten . . . Het nieuwe Fonds der gemeenten dat het vroegere Fonds der gemeenten, het Gemeentefonds voor openbare onderstand en het Fonds der Grote Steden vervangt, werd voor 1965 geraamd op het bedrag dat de Stad hoopt te ontvangen voor 1964, aangezien het Ministerie van Binnenlandse Zaken ons nog niet de nodige gegevens heeft overgemaakt.
+ 3 6
+
EN
5,7
—
1145
—
( 14 décembre
in + in — (in miljoenen)
Ten overstaan van de rekening 1963
rt. 30. — Brusselse intercommunale voor gas. — Interesten op aandeel in het maatschappelijk fonds en d i v i denden In 1963 had dit artikel enkel betrekking op het 2 distrikt.
+
0,35
+
1,5
+
1.6
e
[rt. 36. — Parkeerrecht van autotaxi's De raming voor 1 9 6 5 is gebaseerd op de ontvangsten per 3 0 juni 1 9 6 4 , rekening gehouden met de tariefverhoging van 2 8 augustus 1 9 6 4 af. rt. 37. — Begraafplaatsen. — O p brengst van de grondconcessies . Verhoging van de concessieprijzen.
+
Totaal van het hoofdstuk U
100FDSTUK ALGEMENE
III.
—
AANDELEN
IN
DE
FONDSEN
BELASTINGEN.
Irt. 40. — Aandeel in het Fonds der Gemeenten Het nieuwe Fonds der gemeenten omvat het vroegere Fonds der G e meenten. het Gemeentefonds voor openbare onderstand in het Fonds der Grote Steden. E r werden, na de afsluiting van de rekening, nog de volgende bedragen geïnd: a) 3 2 miljoen voor het vroegere Fonds der G e meenten; b) 160 miljoen voor het Fonds der Grote Steden.
1964 )
+261,3
EN
141,5
(14 december
1964)
—
1146
—
Ten overstaan van de begrotingen
1964
Art. 41. — Aandeel in het speciaal fonds bedoeld in artikel 358 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen De grondslag voor de berekening van deze raming, verstrekt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, was 18 F in 1964 tegenover 15 voor 1965.
2,4
Art. 45. — Opcentimes op de onroerende voorheffing — De raming voor 1964 werd vastgesteld volgens de onderrichtingen van het Ministerie van Binnenlandse Z a ken d.d. 7 augustus 1963, rekening houdend met de gemiddelde perekwatiecoëfficiënt voor de Stad Brussel. De raming voor 1965 werd vastgesteld volgens de onderrichtingen d.d. 8 juli 1964 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken met als basis de inlichtingen die ons door de Belastingsdiensten werden medegedeeld. Art. 46. — Aanvuilende gemeentebelasting op de personenbelasting . Oorspronkelijk had deze taxe betrekking op de beroepsinkomsten, thans op de samengevoegde inkomsten van de natuurlijke personen.
in
+
1,2
2,6
—
1147 —
Ten overstaan van de rekening
(14
1963
De raming voor 1965 werd vastgesteld op het bedrag dat de Stad hoopt te ontvangen voor 1964. Art. 41. — Aandeel in het speciaal fonds bedoeld in artikel 358 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen De ontvangst voor 1963 werd ons niet gestort vôôr de afsluiting van dat dienstjaar.
+12,
Art. 45. — Opcentimes op de onroerende voorheffing De raming voor 1965 werd vastgesteld volgens de onderrichtingen van het Ministerie van Binnenlandse Z a ken d.d. 8 juli 1964 met als basis de inlichtingen die ons door de Belastingsdiensten werden medegedeeld.
Art. 46. — Aanvullende Gemeentebelasting op de personenbelasting . . Het bedrag van de erkende vorderingen op de rekening over 1963 is de begrotingsraming voor datzelfde dienstjaar die in de rekening werd opgenomen overeenkomstig de ministerièle onderrichtingen van 25 maart 1963 en 27 maart 1964. Aangezien de door Rijksontvangers gedane in-
+18,1
+
2,7
déceml
(14 december
1964)
-
1 148 —
in + in — (in miljoenen)
Ten overstaan van de begrotingen 1964
Argeschaft artikel. — Belasting op de speelapparaten — Deze belasting werd afgeschaft door artikel 83, 1°, van de wet van 2 4 december 1963.
Art. 68. — Belasting op de hôtel- en pensionkamers . De raming is gebaseerd op de ontvangsten per 3 0 april 1964.
+
7,9
i g
—
>tmgea 1964
1149
—
( 14
îr
Ten overstaan van de rekening 1963
(in
ningen voor de dienstjaren 1962 en 1963 versmolten w a r e n , is een v e r gelijking moeilijk.
4 de-
I Art. 47. — G e m e e n t e b e l a s t i n g op de autovoertuigen De inning v a n deze opcentimes door de Rijksontvangers heeft veel achterstand opgelopen: het R i j k int thans enkel de navorderingsrechten over 1962 en 1 9 6 3 .
+
Art. 50. — B e l a s t i n g op de lichtgevende uithangborden e n z . De raming voor 1965 is gebaseerd op de ontvangsten per 3 0 juni 1964. Art. 51. — B e l a s t i n g op de drijfkracht — De erkende v o r d e r i n g e n v a n 1963 omvatten bedragen v c o r het dienstjaar 1962 voortkomend v a n laattijdige aangiften. Art. -52. — B e l a s t i n g op het tewerkgesteld personeel De erkende v o r d e r i n g e n voor 1963 bevatten rechten betreffende 1962, afkomstig v a n laattijdige aangiften. Art. 53. — B e l a s t i n g op het meubilair — en de roerende v o o r w e r p e n Raming volgens de ontvangsten per 30 april 1964. Afgeschaft artikel. — B e l a s t i n g op de speelapparaten Afschaffing van deze belasting door artikel 8 3 , 1°, v a n de wet van 24 december 1963.
déceml
9,7
0,3
2,0
1,6
0,35
7,5
(14
december 1964)
— 1150
—
Ten overstaan van de begrotingen
in + in — (in miljoenen)
1964
Art. 69. — Belasting betreffende de tijdelijke bezetting van de openbare De raming is gebaseerd vangsten per einde juni
op de ont1964.
Art. 71. — Belasting op de vertoningen en de vermakelijkheden . . . . — De raming is gebaseerd op de ontvangsten per 3 0 april 1964.
Art. 78. — Belasting betreffende de terugvordering van de aanleg- en onderhoudskosten van trottoirs . . Sinds 3 februari 1964 is de onderhoudslast van de trottoirs op de eigenaars overgegaan.
+
8,0
15
-
1150-
—
begrotingen 1964
+
Ten
2,(
1151
—
overstaan van de rekening
1963
\rt. 69. — Belasting betreffende de tijdelijke bezetting van de openbare weg — Raming volgens de ontvangsten per einde juni 1964. \rt. 11. — Belasting op de vertoningen en de vermakelijkheden . . . — Raming berekend op basis van de geboekte ontvangsten per 30 april 1964. \rt. 74. — Directe belasting op het trekken van straten, riolering en bestrating De raming voor 1965 houdt rekening met de terugvordering van straatopeningskosten voor de Bogaerdenstraat enz.
j . eigen(
er
in
0,2
9,35
Art. 75. — Indirecte belasting op het trekken van straten, riolering en bestrating — De raming voor 1965 is niet beperkend.
0,3
78. — Belasting betreffende de terugvordering van de aanleg- en onderhoudskosten van trottoirs • + Taxe waarvan de opbrengst moeilijk te schatten is.
-
(in rr
3,0
Art.
-f ^
décembrt
+
Art, 77. — Verhaalbelasting betreffende de aansluitingskosten van het openbaar riool aan het afzonderlijk riool I— Taxe waarvan de opbrengst moeilijk te schatten is.
je de . ^
(14
0,9
0>
7
(14 december
1964)
—
1152
—
in +
Ten overstaan van de begrotingen 1964
Art. 82. — Algemene administratie. — Terugbetaling van wedden De raming voor 1965 werd berekend op basis van de ontvangst van 1 9 6 3 .
+
0,15
Art. 85. — Burgerlijke stand, B e v o l king en K i e s z a k e n . — A l l e r h a n d e ontvangsten Verhoging van de tarieven voor de bevolkingsdienst.
+
0,3
Art. 86. — Politie. — Retributies voor afgifte van reispassen en allerhande certificaten Raming gebaseerd op de geboekte ontvangsten per 30 juni 1964.
+
0,3
Totaal voor het hoofdstuk
HOOFDSTUK IV. BRANDWEER.
—
POLITIE
—
III
+
VEILIGHEID
Art. 92. — Politie. — A l l e r h a n d e ontvangsten Raming is gebaseerd op de geboekte ontvangst in 1963.
+
Art. 94. — Terugbetaling door het Rijk van de bezoldigingen aan de A m b t e naren van het Openbaar ministerie en de gemeentebeambten die te h u n ner beschikking staan . . . . + De raming werd vastgesteld op basis van de gegevens die gekend waren bij de opstelling van de begroting.
in -
(in miljoene:
EN
0,5
1,9
32,7
—
Ten
overstaan van
de
1153
rekening
—
(14
Art. 85. — Burgerlijke Stand, Bevolking en Kieszaken. — Allerhande ontvangsten Verhoging van de tarieven voor de bevolkingsdienst.
+
+
0,17
0.2
Totaal van het hoofdstuk 111
IV.
POLITIE,
. +
VEILIGHEID
BRANDWEER.
Art. 94. — Terugbetaling door het Rijk van de bezoldigingen aan de ambtenaren van het Openbaar Ministerie en de gemeentebeambten die te hunner beschikking staan . . . De raming werd vastgesteld op basis van gegevens die gekend waren bij de opstelling van de gemeentebegroting. Art. 97. — Exploitatie van het waarschuwingsnet van de politie en de brandweer
1964)
in + in — (in miljoenen)
1963
Art. 80. — Inning van de vervolgingskosten Het tarief van de vervolgingskosten werd verhoogd bij K . B . van 2 3 september 1963.
HOOFDSTUK
décembre
+
0,6
+
0,2
EN
286,7
(14 december
1964)
—
1154 —
Ten overstaan van de begrotingen
Art. 98. - - Brandweer. — Bijdragen van de andere gemeenten en allerhande ontvangsten Verhoging wegens: a) bevolkingsstijging der aangesloten gemeenten waardoor verhoging van de retributie ; b) groter aantal tussenkomsten ; c) ontvangstvermeerdering voor prestaties inzake vertoningen ; d) ontvangstvermeerdering door terugbetaling van wedden voor brandweerliden verbonden aan de dienst « 900 ». Totaal van het hoofdstuk
HOOFDSTUK DIENSTEN.
V. —
REGIES
in + in — (in miljoenen
1964
+
2,0
IV
+
EN GELIJIKGESTELDE
Art. 101. — Aanplakdienst. — Globale ontvangsten Raming volgens gegevens die bekend waren op het ogenblik dat de begroting werd opgesteld. Art. 102. — Verwarmings- en E l e k t r i citeitsdienst in de gemeentegebouwen. — Globale ontvangsten . . . . Het voorziene werkenprogramma is belangrijker dan in 1964. Deze vermeerdering vindt men terug in de uitgaven.
Art. 103. — Waterdienst. — Creditsaldo bij de C . I . B . E .
+
0,2
+
1,4
4.3
4,4
—
1155
( 14 décembre
—
in +
Ten overstaan van de rekening 1963
Voor dit artikel waren er geen vangsten in 1963.
ont-
0,15
Totaal van het hoofdstuk IV
V.
—
REGIES
EN
0,9
GELIJKGESTELDE
DIENSTEN.
Art. loi. — Aanplakdienst. — G l o bale ontvangsten Verhoging van bepaalde huren en sluiten van nieuwe contracten.
+
0.2
Art. 102. — Verwarmings- en Elektriciteitsdienst in de gemeentegebouwen. — Globale ontvangsten . Het voorziene werkenprogramma is belangrijker dan in 1963. Anderzijds normale stijging van de uitgaven en diensvolgens van de terugbetaling van de kostprijs der werken. Art. W3. — Waterdienst. saldo bij de C . I . B . E
— Credit-
in —
(in miljoenen)
rt. 98. — Brandweerdienst. — B i j dragen van de andere gemeenten en allerhande ontvangsten . . . . De raming werd vastgesteld op basis van gegevens die gekend waren bij de opstelling van de gemeentebegroting.
HOOFDSTUK
1964)
6,0
(14
december
—
1964)
T e n overstaan
1156
—
v a n de b e g r o t i n g e n
1964
E e n n i e u w e prijsstijging v o o r w a t e r l e v e r i n g bij aankomst op o n s g r o n d gebied is te v e r w a c h t e n v o o r 1 9 6 5 , alsmede v a n de a l g e m e n e o n k o s t e n . Daardoor een v e r m i n d e r i n g v a n het creditsaldo. Art. 104. — M a r k t e n . — G l o b a l e ontvangsten — V e r m i n d e r i n g v a n het aantal g e b r u i kers.
Totaal van het hoofdstuk
HOOFDSTUK SOCIALE
VI.
—
OPENBARE
0,45
V
ONDERSTAND
EN
VOORZORG.
Art. 105. — K i n d e r k r i b b e n . — R e t r i buties en allerhande ontvangsten . V e r m e e r d e r i n g v a n de toelagen e n van de door de ouders betaalde r é t r i b u é e s en o p e n i n g v a n twee n i e u w e kribben. Art. 106. — T e r u g v o r d e r i n g v a n de aan de C . O . O . toegekende v o o r s c h o t t e n D e z e ontvangst is de c o m p e n s a t i e v a n de o v e r e e n s t e m m e n d e uitgave op a r t . 109 der gewone u i t g a v e n . Art. W6b\s nieuw. — Terugbetaling door de C . O . O . v a n de interesten op de voorschotten, toegekend tôt d e k k i n g van de v e r p l e g i n g s k o s t e n . Totaal
van
het
hoofdstuk
VI
4-
0,8
4-
10,0
+
10,0 +
—
1157
—
(14 décembre
in + in — (in miljoenen)
Ten overstaan van de rekening 1963
Een nieuwe prijsstijging voor waterlevering bij aankomst op ons grondgebied is te verwachten voor 1965, alsmede van de algemene onkosten. Daardoor vermindering van het creditsaldo. f. 104. — Markten. — G l o b a l e ontvangsten Raming gebaseerd op gegevens die gekend waren bij het opstellen van de begroting. Totaal van het
hoofdstuk
30FDSTUK V I . — O P E N B A R E SOCIALE V O O R Z O R G .
V
+
0,15
.
.
.
+
3,7
ONDERSTAND EN
rt. 105. — K i n d e r k r i b b e n . — R e tributies en allerhande ontvangsten Vermeerdering van de toelagen en van de door de ouders betaalde rétribuées en opening van twee nieuwe kribben.
+
1,0
rt. 106. — Terugvordering van de aan de C . O . O . toegekende voorschotten + 2 2 1 , 0 °P dit artikel werd in 1963 geen enkele ontvangst geboekt.
rt. /06bis nieuw. — Terugbetaling door de C . O . O . van de interesten °P de voorschotten, toegekend tôt dekking van de verplegingskosten . Totaal van het hoofdstuk
VI
+10,0 .
1964)
.
.
+
232,0
(14 december 1964)
—
1158 —
in + i n -
Ten overstaan van de begrotingen. 1964
H O O F D S T U K VII. — O P E N B A R E
(in miljoem
GEZONDHEID.
Art. 108. — Taksen en retributies op het lijkenvervoer Raming is gebaseerd op de geboekte ontvangsten per 30 juni 1964. Art. 112. — Reinigingsdienst. — A l l e r hande ontvangsten Verhoging wegens tariefvermeerdering.
+
0,5
+
1,0
Art. 7 72bis nieuw. — R e n i g i n g s d i e n s t . — Verkoop van vuilnisemmers . .
+
5,0
Kleinere verschillen. — Totaal
+
0,1
.
.
.
Totaal van het hoofdstuk VII
H O O F D S T U K VIII. — W E G E N KEN.
+
EN OPENBARE
Art. 115. — Onderhoudsdienst der gebouwen. — Werken voor derden . Verhoging doordat een groot aantal trottoirs, namelijk deze die langs onbebouwde gronden liggen, zullen aangelegd worden voor rekening van partikulieren. Art. 116. — Bestratingsdienst. — A l lerhande ontvangsten Verhoging doordat de prijsherzieningsformule, voortvloeiend uit de stijging van de levensduurte, werd toegepast op de werken voor derden.
WER-
+
2,0
+
0,2
—
1159 —
(14 décembre
in + in — (in miljoenen)
Ten overstaan van de rekening 1963
HOOFDSTUK VII.
OPENBARE
GEZONDHEID.
Art. 111. — Begraafplaatsen. — A l l e r hande ontvangsten Raming gebaseerd op de geboekte ontvangsten per 30 juni 1964. Art. 112. — Reinigingsdienst. — A l l e r hande ontvangsten Verhoging wegens tariefvermeerdering. Art. ;/2bis nieuw. — Reinigingsdienst. — Verkoop van vuilnisemmers . .
4-
0,17
+
0,9
4-
5,0
Totaal van het hoofdstuk VII
HOOFDSTUK KEN.
VIII.
WEGEN
+
EN OPENBARE WER-
Art. lis. — Onderhoudsdienst der gebouwen. — W e r k e n voor derden Verhoging doordat een groot aantal trottoirs, namelijk deze die langs onbebouwde gronden liggen zullen aangelegd worden, voor rekening van partikulieren. Art. ne. — Bestratingsdienst. lemande ontvangsten . Zeer veranderlijke ontvangst hangt van de aanvragen tôt komst.
.
1964)
4-
— Al. . — die aftussen-
Art. 120. — Rioleringsdienst. — W e r ken voor rekening van partikulieren — en van andere diensten .
3,0
0,6
0,6
6,0
(14 december
1964)
-
1160 —-
in + i n (in miljoenei'
Ten overstaan van de begrotingen 1964
Totaal van het hoofdstuk
VIII
.
.
.
H O O F D S T U K X. — O N D E R W I J S .
Art. 130. — Lager onderwijs. — W e r kingstoelagen van het Rijk . . . Het toelagentarief werd verhoogd.
+
Art. 132. — Lager onderwijs. — A l l e r hande ontvangsten — Raming gebaseerd op de geboekte ontvangsten in 1963. Art. 134. — Kleuteronderwijs. — W e r kingstoelagen Het toelagentarief werd verhoogd.
+
1.5
0,5
0,6
+
2,2
—
1161
—
(14 décembre
in + in — (in miljoenen)
Ten overstaan van de rekening 1963
Aangezien het werkenprogramma voor 1963 belangrijk was, is het te voorzien dat dit voor 1965 minder belangrijk zal zijn. rt. 121. — Beplantingsdienst. — Verkoop van bomen, enz. . Zeer veranderlijke ontvangst waarvan de opbrengst niet te voorzien is. irt. 123. — Voetgangerstunnel onder de Kantersteen. — Aandeel van de N . M . B . S . in de onderhoudskosten, enz De N . M . B . S . is nog een bedrag verschuldigd voor 1963. Totaal van het hoofdstuk
VIII
+
0,6
+
0,265
.
.
.
+
HOOFDSTUK X . — O N D E R W I J S .
Art. 130. — Lager onderwijs. — Werkingstoelage van het Rijk Verhoging wegens stijging van het indexcijfer, gunstiger bevolkingsnormen voor het bekomen van weddetoelagen en tariefvermeerdering van de werkingstoelagen.
+
Art. 134. — Kleuteronderwijs. — + Werkingstoelagen Stijging van het indexcijfer en verhoging van de werkingstoelagen. Art. 137. — Speelpleinen. — Subsidies van het N . W . K . en allerhande ontvangsten Deze toelagen worden steeds met 2 jaar vertraging uitbetaald.
+
1964)
14,3
1,5
0,25
2,6
(14 december 1964)
— 1162
—
Ten overstaan van de begrotingen
Art. 138. — Normaalonderwijs. •— Weddetoelagen Verhoging wegens toepassen van nieuwe weddeschalen en de stijging van het indexcijfer.
Art. 140. — Normaalonderwijs. — Subsidies van de provincie . Raming volgens de gegevens in ons bezit op het ogenblik van de opstelling van de begroting. Art. 142. — Middelbaar onderwijs. — Weddetoelagen Toepassing van nieuwe weddeschalen en stijging van het indexcijfer.
+
0,9
+
0,7
+
5,5
Art. 144. — Middelbaar onderwijs. A l lemande ontvangsten — De raming voor 1965 is gebaseerd op de ontvangsten van 1963. Art. 145. — Technisch onderwijs. — Wedden ten laste van het Rijk . . —
Art. 146. — Technisch onderwijs. Werkingstoelagen De ramingen voor 1964 schijnen hoog te zijn geweest.
— te
in + in (in miljoen
1964
0,2
0,8
—
1163 —
Ten overstaan van de rekening
(14 décembre
in + in (in miljo
1963
4rt. 138. — Normaalonderwijs. — Weddetoelagen Verhoging wegens toepassen van nieuwe weddeschalen en s t i j g i n g v a n het indexcijfer. 4/7. 139. — Normaalonderwijs. — Werkingstoelagen Vermeerdering van het aantal l e e r lingen. Art. 140. — Normaalonderwijs. — Subsidies van de P r o v i n c i e . . De raming w e r d vastgesteld op basis van de gekende g e g e v e n s op het ogenblik van het o p m a k e n v a n de begroting.
+
7,1
+
1,0
+
1,2
Art. 142. — M i d d e l b a a r o n d e r w i j s . Weddetoelagen Toepassing van n i e u w e w e d d e s c h a l e n en stijging van het i n d e x c i j f e r . Art. 143. — M i d d e l b a a r o n d e r w i j s . — Werkingstoelagen Vermeerdering v a n het aantal l e e r l i n gen. Art. 145. — T e c h n i s c h o n d e r w i j s . — Weddetoelagen v a n het R i j k . . Verhoging als g e v o l g van ontdubbe'ing van k l a s s e n . Art. 146. — T e c h n i s c h o n d e r w i j s . — Werkingstoelagen Stijging van het aantal l e e r l i n g e n en erkenning van n i e u w e secties. Art. 148. — Kunstonderwijs. W e dde t o e la g e n.
—
Art. 149. — Kunstonderwijs. Werkingstoelagen .
—
1
+12,2
+
+
+
1,3
14,4
1,5
4,4
(14 december
1964)
1164
—
Ten overstaan van de begrotingen
Art. 152. — Gezondheidscentrum. — Werkingskosten. — Rijkssubsidies en allerhande ontvangsten . . . . De raming voor 1965 houdt rekening met de wijzigingen aangebracht door het K . B . van 13 oktober 1964 betreffende het toekennen van toelagen aan de erkende geneeskundige inspectieploegen.
Art. 153. — Schoolkolonies. — Subsidies van het N . W . K . en allerhande ontvangsten Tariefverhoging van de toelagen van het N . W . K . van 28,75 F tôt 49 F per aanwezigheidsdag.
in +
1964
in —
(in miljoenen
4-
0,85
+
0,6
—
Ten overstaan
1165
—
van de rekening
1963
(14
décembre
in + in — (in miljoenen)
De toelagen worden met een aanzienlijke vertraging uitgekeerd. Het Rijk is ons nog toelagen voor 1963 schuldig. De koninklijke besluiten tôt uitvoering van de wet van 29 mei 1959 zijn nog niet verschenen voor wat betreft dit onderwijs. Art. 152. — Gezondheidscentrum. — Werkingstoelagen. — Rijkssubsidies en andere ontvangsten . . . . Voor 1963 werden nog toelagen uitgekeerd na de afsluiting van het dienstjaar. De raming voor 1965 is gebaseerd op het aantal in 1963 en 1964 gedane geneeskundige onderzoeken, alsmede op de wijzigingen die door het K . B . van 13 oktober 1964 gebracht werden aan het toelagensysteem voor erkende geneeskundige schoolinspectieploegen. Art. 153. — Schoolkolonie. — Subsidies van het N . K . W . en allerhande Tariefverhoging van de toelagen het N . W . K .
van
Art. 156. •— Psychisch-medisch-sociaal centrum. — Subsidies van het Rijk en van de Provincie en allerhande Vermeerdering van het aantal behandelde dossiers en regularisatie van weddetoelagen door het Rijk. Art. 157. — Schoolmeubilair. — Terugbetaling door de diensten van de kosten voor werken voor hun rekeVan 1964 worden de kosten van de door de Dienst van het Schoolmeu-
1964)
+
1,4
14 december 1964)
— 1 166
Ten overstaan van de begrotingen
Totaal van het hoofdstuk X
in +
1964
.
+
7,9
H O O F D S T U K XI. — S C H O N E I K U N S T E N , VOLKSOPVOEDING, ONTSPANNING EN F O L K L O R E .
Art. 167. — Stedelijke sport- en speelinstallaties. — Allerhande ontvangs t e n
De overneming van het beheer van het Heizelstadion brengt een ontvangstvermeerdering met zich voortspruitend uit verhuring.
Totaal van het hoofdstuk XI
+
in —
(in miljoenen
0,3
+
0,3
—
1167 —
(14 décembre
1964)
in + in —• (in miljoenen)
Ten overstaan van de rekening 1963
bilair uitgevoerde werken niet meer op de desbetreffende artikelen der onderscheiden scholen in rekening gebracht. 158. — Vervoerdienst van de schooldienst. — Allerhande ontvangsten Van 1964 worden de kosten van de door de Dienst van het Schoolmeubilair uitgevoerde werken niet meer op de desbetreffende artikelen der onderscheiden scholen in rekening gebracht.
\r1.
0,45
58,4
Totaal van het hoofdstuk X
lOOFDSTUlK XI. — S C H O N E OPVOEDING, ONTSPANNING
KUNSTEN, VOLKSEN FOLKLORE.
Irt. 163. — Kermissen van B r u s s e l . — Opbrengst van de standvergun— ningen Aangezien de ontvangsten verschillen naargelang het opbod, is het aangewezen het bij een gemiddelde te houden. Art. 167. — Stedelijke sport- en speelinstallaties. — Allerhande ontvangsten De overneming van het beheer van het Heizelstadion brengt een ontvangstvermeerdering met zich, voortspruitend uit verhuring. Kleine verschillen kelen
op
meerdere
Totaal van het hoofdstuk XI
arti-
1,6
0,35
+
0,1 1,1
(14 december
1964)
Ten overstaan
HOOFDSTUK
XII.
—
—
1 168 —
in +
van de begrotingen 1964
PENSIOENEN
EN
SOCIALE
LASTEN.
Art. 170. — Stedelijke pensioenkas. •— Allerhande ontvangsten . . . . — Overplaatsing van het personeel d e r Régies naar Sibelgaz, waardoor afschaffing van de patronale bijdrage voor de pensioenen (15 % ) .
Art. 172. — Pensioenkas voor arbeiders. — A l l e r h a n d e ontvangsten . — Overplaatsing van het personeel der Régies naar Sibelgaz, waardoor afschaffing van de patronale bijdrage voor de pensioenen (15 % ) . Art. 176. — Kinderbijslagen. •— T e r u g betaling door de K a s der K i n d e r b i j slagen door de gemeenten van de voor haar rekening betaalde bedragen . Vermeerdering wegens tariefstijging van de kinderbijslagen en stijging van het indexcijfer.
Totaal van het hoofdstuk
XII
+
in -
(in miljoener
1
2,3
1,5
—
Ten overstaan
HOOFDSTUK LASTEN.
XII.
1169 —
(14
décembre
in + in — (in miljoenen)
van de rekening 1963
PENSIOENEN
EN
Art. 169. — Stedelijke pensioenkas. — Inhoudingen op wedden en pensioenen Verhoging door het toepassen van nieuwe weddeschalen.
SOCIALE
+
0,3
Art. 170. — Stedelijke pensioenkas. — Allerhande ontvangsten . . . . — Overplaatsing van het personeel der Régies naar « Sibelgaz », waardoor wegvallen van de patronale bijdrage voor de pensioenen (15 % ) . Art. 171. — Pensioenkas voor arbeiders. — Inhoudingen op lonen en pensioenen Gevolg van de toepassing van nieuwe loonschalen.
1,6
+
0,2
Art. 172. — Pensioenkas voor arbeiders. — A l l e r h a n d e ontvangsten . . — Overplaatsing van het personeel der Régies naar « Sibelgaz », waardoor wegvallen van de patronale bijdrage voor de pensioenen (15 % ) . Art. 176. — K i n d e r b i j s l a g e n . — T e r u g betaling door de K a s der K i n d e r b i j slagen van de voor haar rekening betaalde bedragen De kinderbijslagen betreffende het 4 trimester v a n 1963 konden niet terugbetaald worden voor het afsluiten van dit dienstjaar. Anderzijds steeg sinds 1963 het tarief van de kinderbijslagen alsmede het indexcijfer.
+
3,0
6
<
8
e
Totaal van het hoofdstuk
XII
1964)
2,71
( 14 december
—
1964)
1170 —
in +
Ten overstaan van de begrotingen 1964
i
n
_
(in miljoenen
HOOFDSTUiK
XIII. —
SCHULD.
Art. 188. — Interesten en delging van de door de Stad bewaarde titels van de lening 1963 Nieuw artikel dat niet voorkwam i n het oorspronkelijk budget over 1964. Art. 189. — Door het Rijk te betalen annuïteiten tôt dekking van zijn aandeel in de kosten van gemeentewerken Verschillend werkenprogramma t . o . v . 1964. Totaal van het hoofdstuk Algemeen
totaal
+
35,75
+
1,8
XIII
37,5
+
112,0
—
1171 —
(14 décembre
in + in — (in miljoenen)
Ten overstaan van de rekening 1963
100FDSTUK
XIII. —
SCHULD.
lit. 188. — Interesten en delging van de door de Stad bewaarde titels van de lening 1963 Nieuw artikel dat niet in de rekening over 1963 voorkwam. lit. 189. — Door het Rijk te betalen annuïteiten tôt dekking van zijn aandeel in de kosten der Gemeentewerken Werkenprogramma verschilt van jaar tôt jaar. Totaal van het hoofdstuk Algemeen
totaal
XIII
.
1964)
+
35,75
+
7,7
.
.
+
43,5
+
|777,0
(14 december 1964)
— 1172 —
BEGROTINGSONTWERP Vergelijking
OVER
tussen het begrotingsontwerp
Uitgaven. II. — G E M E E N T E L I J K
PATRIMONIUM.
Art. 8. — Aangekochte eigendommen wegens openbaar nut. Belastingen, De vooruitzichten voor de onroerende voorheffing werden verhoogd als gevolg van nieuwe aankopen met het oog op de strijd tegen de krotwoningen en de stadsvernieuwing. Art. 9. — Privaat domein. — Wedden Toepassing van nieuwe weddeschalen en stijging van het indexcijfer.
+
0,2
Art. 10. — Privaat domein. — Lonen Toepassing van nieuwe loonschalen.
+
0,2
Art. il. — Privaat domein. — Belastingen.. administratiekosten . . . — De vooruitzichten voor de onroerende voorheffing zijn kunnen verminderd worden met 500.000 F als gevolg van regularisaties van kadastrale inkomens.
0,5
Art. 12. — Privaat domein. — OnderVerhoging van de onderhoudskosten. Afgeschafte artikelen. — Egmontvaleis. — Lonen . Egmontpaleis. — Belastingen, onderhoud. enz. .
over 1965 in + in (in miljoenei.
Ten overstaan van de begrotingen 1964
HOOFDSTUK
1965
0 2 Q g
— EWONE
DIENST
1173 —
(EIGENLIJK
over 1963. in + in — (in miljoenen)
van de rekening 1963
Jitgaven. lOOFDSTUIK
II. — G E M E E N T E L I J K
1964)
DIENSTJAAR)
begroting over 1964 en de rekening Ten overstaan
(14 décembre
PATRIMONIUM.
IrL 8. — Aangekochte eigendommen wegens openbaar nut. — Belastingen, onderhoud, enz De vooruitzichten voor de onroerende voorheffing werden verhoogd als gevolg van nieuwe aankopen met het oog op de strijd tegen de krotwoningen en de stadvernieuwing.
+
0,6
Art. 9. — Privaat domein. — Wedden Toepassing van nieuwe barema's en stijging van het indexcijfer.
+
0,4
Art. 10. — Privaat domein. — Lonen Toepassing van nieuwe loonschalen en stijging van het indexcijfer.
+
0,5
Art. 11. — Privaat domein. — Belastingen, administratiekosten, enz. . Algemene prijsstijging.
+
0,5
Art. 12. — Privaat domein. — Onderhoud Verhoging van de onderhoudskosten.
+
0,3
Afgeschafte artikelen. — Egmontpaleis. — — Lonen Egmontpaleis. — Belastingen, onder— houd, enz
0,2 0,6
(14
december 1964)
—
1174
—
Ten overstaan van de begrotingen
Art. 22. — Effektenbeurs. hande kosten Algemene prijsstijging.
—
Aller-
Art. 27. — Aandeel van de C . O . O . in de opbrengst van eeuwigdurende grondconcessies In de raming voor 1965 werd rekening gehouden met de stijging van de concessieprijzen.
Art. 39. — Zwembad. — Reebokstraat. — Onderhouds- en verbeteringswerken Noodzaak om werken uit te voeren aan de gebouwen en aan de uitrusting.
Art. 43. — Interesten op kredietopeningen en debetinteresten op de rekening-courant B van het Gemeentekrediet
in + in — (in miljoene
1964
+
0,2
+
0,3
+
0,35
—
1175
—
(14
décembi
Ten overstaan van de rekening 1963
Art. 19. -— H e i z e l v l a k t e . — Algemene onkosten Verhoging van de uitgaven voor het onderhoud van de beplantingen. Art. 22. — Effektenbeurs. — A l g e mene onkosten De raming voor 1965 bevat een bedrag voor onvoorziene uitgaven. Art. 27. — Aandeel van de C . O . O . in de opbrengst van de eeuwigdurende grondconcessies In de raming voor 1965 werd rekening gehouden met de stijging van de concessieprijzen. Art. 38. — Sportinstallaties van de Heizel. — Onderhoud, materieelaankoop, enz. Verhoging wegens, enerzijds, de overneming van het beheer van het stadion en, anderzijds, werken aan de looppiste. Art. 39. — Zwembad Reebokstraat. — Onderhouds- en verbeteringswerken aan de gebouwen . . . Noodzaak om werken uit te voeren aan de gebouwen en aan de uitrusting.
+
0,55
+
0,4
+
0,225
+
1,4
+
0,55
Art. 40. — Brandweerdienst. — Onderhoud van de kazerne en de brandweerposten . . . . . . . • + Verschillende werken, voorzien voor 1963, konden niet uitgevoerd worden en werden op 1965 overgedragen. Art. 43. — Interesten op kredieopeningen en debetinteresten op de rekening-courant B van het Gemeentekrediet —
0,2
0,25
— 11/0
•Ï aecemoer ivoï)
— in + in — (in miljoenen
Ten overstaan van de begrotingen 1964
Het is onmogelijk zich thans een gedacht te vormen over de schatkisttoestand der Stad in 1965 maar de in ons bezit zijnde gegevens laten toe de raming op 4 miljoen vast te stellen. Totaal van het hoofdstuk
HOOFDSTUK
III.
—
ALGEMENE
II
.
.
.
4-
ADMINISTRATIE.
Art. 45. — Wedden van de schepenen Toepassing van het rondschrijven van de H . Minister van Binnenlandse Zaken d . d . 4 juni 1964.
4-
Art. 48. — Receptiekosten op het Stadhuis — In 1964 werd een krediet voorzien voor de voltallige zitting te Brussel van het Verbond der hoofdsteden van de Europese Gemeenschappen. Art. 49. — Wedden van de Gemeentesecretaris, de Gemeenteontvanger en het personeel van het Hoofdbestuur Toepassing van nieuwe weddeschalen, normale verhogingen en stijging van het indexcijfer. Art. 50. — Lonen en bijkomende vergoedingen aan het dienstpersoneel . Toepassing van nieuwe loonschalen, stijging van het indexcijfer en aanwerving van schoonmaaksters.
0,6
0,4
+
2,4
+
0,5
3,2
—
Ten
overstaan
1177
—
(14
décembre
in + in — (in miljoenen)
v a n de r e k e n i n g 1963
Het is onmogelijk zich thans een gedacht te vormen over de schatkisttoestand der Stad in 1 9 6 5 maar de in ons bezit zijnde gegevens laten toe de raming op 4 miljoen vast te stellen. Totaal
OOFDSTUK
van
III.
—
het
hoofdstuk
ALGEMENE
+
II
ADMINISTRATIF.
rt. 45. — Wedden van de schepenen Toepassing van het rondschrijven van de H . Minister van Binnenlandse Zaken van 4 juni 1 9 6 4 . ri. 46. — Médaille en presentiegelden van de Gemeenteraadsleden . . . Verhoging van het presentiegeld. Irf. 48. — Receptiekosten op het Stadhuis Een voldoende krediet moet worden voorzien ten einde aan elke eventualiteit het hoofd te kunnen bieden. M. 49. — Wedden van de Gemeentesekretaris, de Gemeenteontvanger en het personeel van het Hoofdbestuur Toepassing van nieuwe weddeschalen, normale verhogingen en stijging van net indexcijfer. $rt. 50. — Lonen en bijkomende vergoedingen aan het dienstpersoneel . Toepassing van nieuwe loonschalen, stijging van het indexcijfer en aanwerving van schoonmaaksters.
1964)
+
0,6
+
0,6
+
0,2
+
6,1
+
0,3
4,8
(14
december
1964)
1178
—
Ten overstaan van de begrotingen 1964
Art. 54. — Mechanografische sector van Financiën. — Algemene onkosten Overneming van bepaalde machines van het mechanografisch centrum der Régies. Art. 55. — Administratiekosten Algemene prijsstijging van de benodigdheden.
Art. 61. — Verwarming, verlichting en waterverbruik Bepaalde werken die herhaaldlijk werden uitgesteld, moeten noodzakelijk in 1965 worden uitgevoerd.
•t. 69. — Mechanisatie van diensten van de Burgerlijke Stand. — Opmaken van personele steekkaarten of platen. — Bezoldigingen van het
+
(in miljoen
0,4
+
0,7
+
0,35
78-
—
1179
Ten overstaan van de rekening
—
hines
TU
+
0,2
+
0,4
. . beno-
+
0,7
\rt. 60. — Telefoonkosten . . . . Bepaalde werken en herstellingen zijn te voorzien voor 1965.
+
0,2
+
0,35
+
0,1
+
0,2
Iri. 54. — Mechanografische sector van Financiën. — Allerhande onkosten Overneming van bepaalde machines van het mechanografisch centrum der Régies. irf. 55. — Administratiekosten Algemene prijsstijging van de digdheden.
\ 0,35
erin
irt. 61. — Verwarming, verlichting en waterverbruik Bepaalde werken die herhaaldelijk werden uitgesteld moeten noodzakelijk in 1965 worden uitgevoerd. Art. 64. — Aandeel in de werkingskosten van het Algemeen Secretariaat van het Verbond der Europese Hoofdsteden Nieuw artikel dat niet bestond in 1963. Art. 67. — Procès- en expertisekosten Een voldoende krediet moet worden voorzien om aan elke eventualiteit het hoofd te kunnen bieden. Art. 69. — Mechanisatie van diensten van de Burgerlijke Stand. — Opmaken van personele steekkaarten en platen. — Bezoldigingen van het
décembre
in + (in m
1963
[rt. 53. — Mechanografische sector van Financiën. — Wedden . De uitbreiding van deze sector vereiste de aanwerving van een bijkomend operator.
sector
(14
(14 december 1964)
— 1180 —
in + i n - , (in miljoene
Ten overstaan van de begrotingen 1964
personeel Vermoedelijk wordt in 1965 tôt de mechanisatie overgegaan zodat een voldoende krediet moet voorzien worden.
+
0,25
Art. 70. — Verkiezingen en herziening van de kiezerslijsten. — B i j komende vergoedingen aan het personeel
+
1,1
Art. 71. — Verkiezingen en herziening van de kiezerslijsten. — A l l e r hande onkosten
+
0,8
In 1965 hebben de wetgevende verkiezingen plaats alsmede de herziening van de kiezerslijsten en van de lijsten voor de werkrechtersraden.
Totaal van het hoofdstuk
III
6,5
—
1181 —
(14 décembre
in + in — (in miljoenen)
Ten overstaan van de rekening 1963
personeel — Het krediet voor 1964 was volledig aangewend geworden maar werd slechts ten belope van 6 0 5 . 0 0 0 F werkelijk gebruikt ten einde bepaalde voorafgaande w e r k e n te vergoeden.
1,5
Art. 70. — V e r k i e z i n g e n en herziening van de kiezerslijsten. — B i j komende vergoedingen aan het personeel
+
0,7
Art. 71. — V e r k i e z i n g e n en herziening van de kiezerslijsten. — A l l e r hande onkosten
+
0,5
+
0,7
+
1,6
In 1965 hebben de wetgevende verkiezingen plaats alsmede de herziening van de kiezerslijsten en van de lijsten voor de werkrechtersraden. Art. 72. — Terugbetaling van ten o n rechte geïnde taksen en moratoire interesten Een belangrijk krediet moet worden voorzien ten einde aan elke eventualiteit het hoofd te kunnen bieden. Art. 75. — Terugbetaling aan de Rijksontvangers van de inningskosten der aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting en op de autovoertuigen De inningskosten die voorkomen op de rekening over 1963 hebben betrekking op de inningen die door de Rijksontvangers voor het dienstjaar 1962 werden verricht. Totaal van het
hoofdstuk
III
1964)
12,4
(14
december 1964)
— 1182
—
Ten overstaan van de begrotingen
HOOFDSTUK
IV.
-
POLITIE,
in +
1964
VEILIGHEID,
BRAND-
WEER.
Art. 81. — Politie en V e i l i g h e i d . •— Wedden Nieuwe weddeschalen en stijging van het indexcijfer.
Art. 86. — Politie en Veiligheid. — A l lerhande onkosten Groepeert de vroegere artikelen « Politie - Administratiekosten » en « Onderhoud van het waarschuwingsnet Politie-Brandweer ». Oogenschijnlijk is er een verhoging van 750.000 F maar in feite is de raming dezelfde als deze van de twee geciteerde artikelen in 1964. Art. 88. — Verlichting en verwarming van de politiecommissariaten en -posten Verhoging wegens : a) nieuwe afzonderlijke verwarmingsinstallatie voor de 8 afdeling in e
+
in —
(in miljoene
iO-
2
+
0,75
_|_
o,4
—
1183
Ten overstaan van de rekening
IOOFDSTUK
IV.
POLITIE,
( 14
décembre
in + in — (in miljoenen)
1963
VEILIGHEID,
BRAND-
W'EER.
IE. 81. — P o l i t i e en V e i l i g h e i d . — Wedden Nieuwe w e d d e s c h a l e n en stijging v a n het indexcijfer. \rt. 82. — P o l i t i e en V e i l i g h e i d . — Kledingsfonds v a n het p e r s o n e e l . . Algemene p r i j s s t i j g i n g v a n de benodigdheden. lit. 83. — B i j d r a g e v a n de Staat in de politieuitgaven v e r o o r z a a k t door de b e w a k i n g v a n de ambassade- en legatiehotels. — Storting van het aandeel der g e m e e n t e n v a n de B r u s selse A g g l o m e r a t i e M c g e l i j k h e i d dat ambassades naar a n dere g e m e e n t e n v e r h u i z e n ; i n dat geval moet aan deze h u n aandeel i n de Staatsbijdrage u i t g e k e e r d w o r d e n . Art. 86. — P o l i t i e en V e i l i g h e i d . — A l l e r h a n d e onkosten Groepeert de v r o e g e r e a r t i k e l e n « P o l i t i e - A d m i n i s t r a t i e k o s t e n » en « O n derhoud van het waarschuwingsnet politie-brandweer ». Verhoging wegens a l g e m e n e prijsstijging der benodigdheden.
Art. 88. — V e r l i c h t i n g en v e r w a r ming v a n de politiecommissariaten en -posten Verhoging wegens: a) n i e u w e a f z o n d e r l i j k e v e r w a r m i n g s installatie voor de 8 a f d e l i n g i n e
1964)
+15,3
+
0,5
+
0,26
+
0,85
+
0,4
(14 december
Ten
—
1964)
overstaan
1184
—
van de hervormde
rekening
1963
in +
het voormalig G e m e e n t e h u i s v a n Laken ; b) inbezitneming van de nieuwe politiepost op de H e i z e l ; c) plaatsen van gasvuurtjes op de kruispunten voor de dienstdoende agenten. Art. 89. — Politie en V e i l i g h i d . — Schoonmaak van de l o k a l e n . — L o n e n Nieuwe loonschalen en stijging v a n het indexcijfer. Art. 94. — Brandweerdienst. — W e d den Nieuwe weddeschalen en stijging van het indexcijfer.
Totaal van het
HOOFDSTUK DIENSTEN.
V.
-
hoofdstuk
REGIES
EN
+
0,3
+
1,2
IV
12,2
GELIJKGESTELDE
Art. 102. — Likwidatie van de voormalige elektriciteitscentrale. Debetsaldo
4 g
in —
(in miljoene:
—
1185 —
(14 décembre
in + in — (in miljoene
Ten overstaan van de rekening 1962
het voormalig Gemeentehuis van Laken; b) inbezitneming van de nieuwe politiepost op de H e i z e l ; c) plaatsen van gasvuurtjes op de kruispunten voor de dienstdoende agenten. Art. 89. — Politie en V e i l i g h e i d . — Schoonmaak van de lokalen. — Lonen Nieuwe loonschalen en stijging van het indexcijfer. Art. 94. — Brandweerdienst. — W e d den Nieuwe loonschalen en stijging van het indexcijfer en aanwerving van personeel ten einde het kader aan te v u l len ter vervanging van gepensioneerde, overleden of ontslagnemende agenten.
+
0,2
+
4,2
+
0,135
Art. 95. — Brandweerdienst. — K l e De raming is gebaseerd op het huidig aantal agenten. Art. 99. — Brandweer. — Onderhoud en vernieuwing van materieel . . Voor 1965 wordt de aankoop voorzien van wisselstukken ten einde de stock aan te vullen. Totaal van het hoofdstuk
HOOFDSTUK
V. —
REGIES
IV
196
.
.
.
E N GELIJlKGESTELDE
DIENSTEN.
Art. 102. — Likwidatie van de voormalige elektriciteitscentrale . . . — Het vroeger voorziene krediet had
4,5
22,3
( 14 december 1964 )
186
in +
Ten overstaan van de begrotingen 1964
Het vroeger voorziene krediet had uitsluitend betrekking op de pensioenen van het personeel en wordt dan ook voortaan in r e k e n i n g gebracht op de algemene artikelen voor gemeentepensioenen en arbeiderspensioenen. Art. 103. — Likwidatie van de voormalige gascentrale. — Debetsaldo — Het vroeger voorziene krediet had uitsluitend betrekking op de pensioenen van het personeel en wordt dan ook voortaan in rekening gebracht op de algemene artikelen voor gemeentepensioenen en arbeiderspensioenen.
Art. 105. — Verwarmings- en E l e k t r i citeitsdienst in de gemeentegebouwen Nieuwe barema's, normale verhogingen alsmede stijging van het indexcijfer en van de pensioenen.
Totaal van het hoofdstuk V
in — .., #t
(in miljoenen
13,0
1,4
(J
ça
—
Ten overstaan
1187
—
van de rekening
1963
(14
décembre
1964)
in + in — (in miljoenen)
uitsluitend b e t r e k k i n g op de pensioenen van het personeel e n wordt dan ook voortaan in r e k e n i n g gebracht op de algemene artikelen voor gemeentepensioenen e n arbeiderspensioenen.
Art. 103. — L i k w i d a t i e van de voormalige gascentrale — Het vroeger v o o r z i e n e krediet had uitsluitend b e t r e k k i n g op de pensioenen van het personeel en wordt dan ook voortaan in r e k e n i n g gebracht op de algemene artikelen voor gemeentepensioenen en arbeiderspensioenen. Art. 104. — A a n p l a k d i e n s t . — G l o b a l e uitgaven Nieuwe b a r e m a ' s , stijging van het indexcijfer, v e r v a n g i n g van oppensioengestelden. Art. 105. — V e r w a r m i n g s - en e l e k t r i c i teitsdienst in de gemeentegebouwen Buiten de v e r h o g i n g van de personeelsuitgaven is de r a m i n g over 1965 beïnvloed door de belangrijkheid van het w e r k e n p r o g r a m m a . Art. 107. — M a r k t e n . — G l o b a l e uitgaven Nieuwe b a r e m a ' s en stijging van het indexcijfer. Totaal van het hoofdstuk V
10,4
+
0,2
+
6,8
+
0,3
7,5
(14 december 1964)
—
1188 —
in +
Ten overstaan van de begrotingen 1964
HOOFDSTUK VI. — O P E N B A R E SOCIALE VOORZORG.
ONDERSTAND EN
Art. 108. — Subsidie aan de C . O . O . Art. 109. — Verplegingskosten. — Voorschotten aan de C . O . O . . . Deze ramingen werden opgesteld op basis van de gegevens die in ons bezit waren op het ogenblik van het opmaken van de begroting.
Art. 117. — Kribben en bewaarplaatsen. — Wedden Opening van 2 nieuwe kribben, toepassing van nieuwe weddeschalen, normale verhogingen en stijging van het indexcijfer.
Art. 119. — Kribben en bewaarplaatsen. — Werkingskosten . . . . Opening van 2 nieuwe kribben.
Totaal
van
het
hoofdstuk
VI
.
+
2,0
+
10,0
+
2 6
+
0,6
.
in —
(in miljoener
.
+
15,3
—
1189
—
(14
décembre
in -\
Ten overstaan van de rekening 1963
100FDSTUK SOCIALE
VI.
—
OPENBARE
ONDERSTAND
Irt. 114. — G e b o o r t e p r e m i e v o o r B r u s selse k i n d e r e n De toevlied v a n v r e e m d e l i n g e n d i e domicilie k i e z e n te B r u s s e l noodzaakt een v e r h o g i n g v a n het k r e d i e t . Art. 117. — K r i b b e n en bewaarplaatsen. — W e d d e n Opening v a n 2 n i e u w e k r i b b e n , toepassing v a n n i e u w e weddeschalen, normale v e r h o g i n g en s t i j g i n g v a n het indexcijfer. Art. us. — K r i b b e n en sen. — L o n e n Idem.
EN
Art. 122 - 123 - 124 nïeuw. — Uitkering van een restorno aan z e k e r e categorieën w a t e r - , gas- en elektrîciteitsverbruikers Totaal
van
het
+
13,0
+
47,0
+
0,15
+
3,4
+
0,6
+
0,8
+
1
bewaarplaat-
Art. 119. — K r i b b e n en bewaarplaatsen. — W e r k i n g s k o s t e n . Opening v a n twee n i e u w e k r i b b e n .
hoofdstuk
VI
in —
(in miljoenen)
VOORZORG.
Art. 108. — S u b s i d i e aan d e C . O . O . Art. 109. — V e r p l e g i n g s k o s t e n . — Voorschotten aan de C . O . O . . Deze r a m i n g e n w e r d e n opgesteld op basis van de g e g e v e n s d i e i n ons bezit waren op het o g e n b l i k v a n het o p maken v a n de b e g r o t i n g .
1964)
+
67,0!
(14 december 1964)
— 1190
— in +
Ten overstaan van de begrotingen 1964
HOOFDSTUK
VII. —
OPENBARE
GEZONDHEID.
Art. 142. — Reinigingsdienst. — Straatreiniging. — A l l e r h a n d e onkosten Aanleg van zout- en grintstocks en prijsstijging van wisselstukken en goederen.
Art. 145. — Reinigingsdienst. — O p h a len van h u i s v u i l . — L o n e n . . . Toepassing van nieuwe loonschalen en stijging van het indexcijfer.
Art. 146. — Reinigingsdienst. — O p h a len van h u i s v u i l . — A l l e r h a n d e o n kosten Verhoging van prijs per ton voor het wegbrengen van afval, als gevolg v a n van de algemene loonsverhogingen en stijging van de levensduurte. Art. 147. — Aankoop van v u i l n i s e m mers met hermetisch deksel . . Deze vuilnisemmers zijn bestemd om te worden verkocht aan de p a r t i k u lieren. Eenzelfde bedrag wordt uitgetrokken op de ontvangsten.
in —
(in miljoenen
+
0,9
+
0,4
+
1,9
+
5,0
-
1 191
—
(14
VII.
OPENBARE
GEZONDHEID.
Art. 136. — Begrafenisdienst. — Lonen Nieuwe loonschalen en stijging van het indexcijfer.
+
1.7
Art. 142. — Straatreiniging. — Lonen — Ofschoon nieuwe loonschalen en de stijging van het indexcijfer een verhoging met zich brengen, bedraagt de raming voor 1965 minder omdat in 1963 achterstallige bezoldigingen werden uitgekeerd voor de période 1 juli 1962 - 31 december 1 9 6 3 .
2,3
Art. 143. — Straatreiniging. — hande onkosten Algemene prijsstijging.
Aller-
+
Art. 145. — Ophalen van huisvuil. — Lonen — Ofschoon nieuwe loonschalen en de stijging van het indexcijfer een verhoging met zich brengen, bedraagt de raming voor 1965 minder omdat in 1963 achterstallige bezoldigingen werden uitgekeerd voor de période 1 juli 1962 - 31 december 1 9 6 3 . Art. 146. — Ophalen van huisvuil. — Allerhande onkosten Verhoging van prijs per ton voor het wegbrengen van afval, als gevolg van de algemene loonsverhogingen en stijging van de levensduurte. Art. 147. — Aankoop van vuilnisemmers met hermetisch deksel In 1963 werd daarop geen uitgave gedaan. Het is nochtans nodig een tamelijk belangrijk krediet uit te trekken om de aankoop toe te laten van
+
1964)
in + in — (in miljoenen )
Ten overstaan van de rekening 1963
HOOFDSTUK
décembre
2,3
1 -7
2,0
(14 december 1964) -
1 192
—
Ten overstaan van de begrotingen
Art. 148. — Openbare gezondheid. — Wedden Nieuwe weddeschalen en stijging v a n het indexcijfer. Art. 150. — Allerhande Verhoging schiïlende
Openbare egzondheid. — onkosten wegen ontratting van v e r wijken der Stad.
Art. 151. — Intercommunaal laboratorium voor chemie en bactériologie. — Bijdrage van de Stad Verhoging van de bijdrage wegens de stijging van de personelsuitgaven van dit organisme. Totaal van het hoofdstuk
HOOFDSTUK KEN.
VIII.
WEGEN
1964
+
0,2
+
0,3
+
0,15
VII
+
EN OPENBARE
Art. 154. — W e g e n en openbare werken. — Wedden Toepassing van nieuwe weddeschalen, normale verhogingen en stijging van het indexcijfer. Art. 155. — W e g e n en openbare werken. — Lonen Nieuwe loonschalen en stijging v a n het indexcijfer.
WER-
+
0,6
+
1 Q
—
1193
—
(14
décembre
in + in — (in miljoenen)
T e n overstaan van de rekening 1963
vuilnisemmers, te h u u u r gesteld in sociale w o n i n g c o m p l e x e n . A n d e r z i j d s is een krediet v a n 5 miljoen v o o r z i e n bestemd tôt verkoop aan de p a r t i k u l i e ren. Eenzelfde bedrag staat ingeschreven op de ontvangsten. r i 148. — O p e n b a r e g e z o n d h e i d . — Wedden Nieuwe weddeschalen e n stijging van het indexcijfer. fi. 150. — Allerhande Verhoging schillende stijging.
0,2
Openbare Gezondheid. — onkosten + wegens ontratting v a n v e r w i j k e n en algemene prijs-
rt. 151. — Intercommunaal laboratorium voor chemie en bactériologie. — Bijdrage v a n de Stad Verhoging v a n de bijdrage wegens de stijging v a n de personeelsuitgaven v a n dit organisme. Totaal van het hoofdstuk
-IOOFDSTUK KEN.
VIII. — W E G E N
-
155. — W e g e n en Openbare werken. — L o n e n Toepassing v a n nieuwe loonschalen n stijging v a n het indexcijfer.
e
+
VII
ïrt. 154. — W e g e n en openbare werken. — W e d d e n Toepassing v a n nieuwe weddeschalen, normale verhogingen en stijging van het indexcijfer. îrf
0,45
0,2
EN OPENBARE
1964 )
WER-
+
1,6
+
1,8
(14
december
1964)
—
1194
—
Ten overstaan van de begrotingen
Art. 156. — Onderhoudsdienst der gebouwen. — Werken voor derden. — Allerhande onkosten De raming voor 1965 houdt rekening met werken aan trottoirs langs nietbebouwde eigendommen.
Art. 159. — Bestratingsdienst. — Herbestrating van uitgravingen voor rekening van derden Toepassing van de herzieningsformule wegens stijging van de levensduurte.
Art. 161. — Vernauwing van trottoirs op verschillende wegen met het doel de zijweg te verbreden . . . . De raming voor 1965 moet toelaten het hoofd te bieden aan prijsverhogingen wegens de herzieningsformule.
1964
+
2,0
+
0,2
+
0,5
1194 —
—
de begrotingen 1961
Ten overstaan van de rekening
Art.
,erho-
1195
—
(14
Art.
157. — Onderhoud van de openbare wegen. — Allerhande onkosten Toepassing van de herzieningsformule als gevolg van de stijging van de levensduurte.
Art.
159. — Bestratingsdienst. — H e r bestrating van uitgravingen voor rekening van derden Toepassing van de herzieningsformule als gevolg van de stijging van de levensduurte.
+
4,0
+
2,3
+
0,3
Art.
160. — Trottoirs ten laste van de — Stad en bijkomende werken Sinds 1963 is de vroegere reglementering weer in voege waarbij het onderhoud ten laste valt van de aangelande eigenaars.
Art.
161. — Vernauwing van trottoirs met het oog op het verbreden van de rijweg De uitgaaf is afhankelijk van het aantal aanvragen vanwege de verkeersdiensten. Het werkenprogramma verschilt van jaar tôt jaar.
+
11
in + i (in miljoi
1963
156. — Onderhoudsdienst der gebouwen. — W e r k e n voor derden. •— Allerhande onkosten In 1963 bevatte dit artikel nog niet de uitgaven voor de aanleg van trottoirs voor rekening van partikulieren. De overeenstemmende ontvangst is ook gestegen. — Voor het overige is de verhoging het gevolg van een algemene prijsstijging alsmede van de werken aan trottoirs langs niet-bebouwde eigendommen.
décembre
1,7
0,8
(14 december 1964)
Ten
overstaan
— 1 196 —
van de begrotingen
Art. 167. —- Tijdelijk bureau voor Stedebouw. — Wedden Nieuwe weddeschalen, normale verhogingen en stijging van het indexcijfer. Art. 168. — Onderhoud en restauratie van oude gevels Het werkenprogramma verschilt van jaar tôt jaar. Het krediet voor 1965 moet onderhoudswerken toelaten aan de gevels van de Grote Markt en van de gebouwen op n ' 42/44 van de Boterstraat.
in +
1964
+
0,5
+
1,5
+
0,5
s
Art. 171. — Onderhoud en ruiming van collecteurs en riolen . . . . Salarisverhoging van de arbeiders die in beheer werken.
in —
(in miljoenen)
1197
Ten overstaan van de rekening
Art.
—
(14
+
2,5
+
2,3
+
0,2
+
2.0
+
1.1
+
2,5
2
Art.
voor Ste. + 0,5
Art.
167. — Tijdelijk bureau voor Stedebouw. — Wedden . . . . Nieuwe weddeschalen en stijging van het indexcijfer.
Art.
168. — Onderhoud en restauratie van oude gevels Het werkenprogramma verschilt van jaar tôt jaar. Dit voor 1965 is belangrijker dan dit voor 1963.
male verset indexestauratie Chili van oor 1965 laten aan Warkt en -/44 van ruiming
166. — Krotopruiming. — Inrichting van ideeënwedstrijden en administratiekosten De raming voor 1965 omvat het opmaken van maquettes, de aankoop van materieel en administratiekosten voor het opmaken van het plan voor de sector Haren en van de aanlegplans van de noordoostelijke wijk en van Neder-Over-Heembeek.
Art.
171. — Onderhoud en ruiming van collecteurs en riolen . . . _• Salarisverhoging van de arbeiders die in beheer werken en belangrijker werkenprogramma uit te voeren.
Art.
172. — Hersteiling van oude riolen en uitbreiding van bestaande werken Buiten de verhoging van salarissen
+ 0,5
ders die
1
in + (in miljc
1963
162. — Hersteiling van spéciale wegbekleding De oppervlakte der asfaltwegen verhoogt met circa 2 0 . 0 0 0 m per jaar. Het werkenprogramma is dus elk jaar belangrijker.
décembre
(14
december
1964)
—
1198
—
Ten overstaan van de begrotingen
in + in — (in miljoenen)
1964
Art. 177. — Openbare elektriciteitsverlichting. — Exploitatiekosten en stroomverbruik — Van 1965 af zal een aandeel in de lasten van het algemeen distributienet niet meer aangerekend worden op de openbare verlichting. Deze uitgaafvermindering brengt een ontvangstvermindering met zich op artikel 27.
6,7
—
1199
Ten overstaan van de rekening
—
(14
décembre
in +
1963
Art. 175. — Rioleringsdienst. — W e r ken voor derden. — Allerhande kosten Salarisverhoging alsook verbeteringswerken aan de valdeuren van de Zenne-overwelving, waarvan de kosten tôt terugvordering aanleiding geven.
+
1,3
+
1,1
Art. 177. — Openbare elektriciteitsverlichting. — Exploitatiekosten en stroomverbruik Afschaffing van het aandeel van de openbare verlichting in de lasten van het algemeen distributienet. Art. 179. — Aanbrengen van straatnaamborden Sinds 1964 is men bezig met de progressieve vervanging van de borden.
2,2
+
Art. 181. — Aanleg van plantsoenen en beplantingen op verschillende plaatsen van de Stad Het was niet mogelijk het voor 1963 voorziene werkenprogramma uit te voeren dat dus naar later moest verschoven worden. Art. 186. — Verkeersregeling. lerhande onkosten
Al-
0,16
0,5
+
in
(in miljoen
is er ook het feit dat werken van allereerste noodzakelijkheid, die in 1963 niet konden uitgevoerd worden, thans dienen uitgevoerd te worden. Art. 174. — Ruiming van de waterlopen. — Allerhande onkosten De Technische dienst heeft zijn werkenprogramma in 1963 niet uitgevoerd. Vermoedelijk zal dit wel in 1965 het geval zijn.
19(
0,5
(14
december
1964)
—
1200
—
in +
Ten overstaan van de begrotingen 1964
Totaûl
HOOFDSTUK
van het
X.
hoofdstuk
+
VIII
ONDERWIJS.
Lager onderwijs. — W e d Art. 192. den Stijging van het indexcijfer.
+
2,6
+
0,9
+
0,8
Art. 195. •— Lager onderwijs. — M e u bilair en materieel. — L e v e r i n g , vernieuwing en onderhoud . . . . De raming voor 1965 houdt rekening met de algemene prijsstijging.
+
0,6
Art. 196. — Lager onderwijs. — V e r warmings- en verlichtingskosten, water en telefoon De raming voor 1965 houdt rekening met de algemene prijsstijging.
+
o,9
Art. 193. — Lager onderwijs. — Lonen Nieuwe loonschalen en stijging van het indexcijfer. Art. 194. — Lager onderwijs. — A l g e mene onkosten Verhoging van d vervoertarieven voor de leerlingen en verlenging van het parcours.
in -
(in miljoenei
0,3
—
Ten overstaan
1201
—
(14
décembre
in +
van de rekening 1963
.
. +
HOOFDSTUK X. — O N D E R W I J S .
Art. 192. — Lager onderwijs. — Wedden Stijging van het indexcijfer en vaststelling van gunstiger bevolkingsnormen.
+
15,0
+
1,8
Algemene onkosten — Vermindering doordat, van 1964 af, bepaalde uitgaven gegroepeerd werden die vroeger op de post « A l g e mene onkosten » van andere artikelen voorkwamen.
0,8
Art. 193. — Lager onderwijs. — Lonen Nieuwe loonschalen en stijging van het indexcijfer. Art.
194.
—
Lager
onderwijs.
—
Art. 195. — Lager onderwijs. — Meubilair en materieel. — L e v e r i n g , vernieuwing en onderhoud . . . — De vermindering is verantwoord door de noodzaak voor de Stad haar uitgaven tôt het m i n i m u m te beperken. Art. 196. — Lager onderwijs. — Verwarmings- en verlichtingskosten, water en telefoon — In 1963 werden verbeteringswerken aan de verlichtingsinstallatie uitgevoerd.
in —
(in miljoenen)
Het programma verschilt van jaar tôt jaar. Totaal van het hoofdstuk VIII
1964)
1.2
0,75
21,2
(14 december
1964)
—
1202
—
Ten overstaan van de begrotingen
Art. 198. — Kleuteronderwijs. •— Wedden Verhoging van het tarief van de v a kantiewaakdienst, uitbreiding van de maaltijdenbewaking (stijging van het aantal deelnemende kinderen) en stijging van het indexcijfer. Kleuteronderwijs. Art. 199. Lonen Stijging van het indexcijfer.
—
in + in — (in miljoenen)
1964
+
2,6
+
0,2
Art. 200. — Kleuteronderwijs. — A l g e mene onkosten V e r m i n d e r i n g wegens overheveling van de post « Aankoop van schoonmaakmaterieel » naar het volgende artikel alsmede wegens de afschaffing van het leerlingenvervoer van de K i n d e r t u i n n' 36 naar het K i n d e r park Koningin A s t r i d , ingelegd voor de duur van de werken aan de kindertuin.
0,2
Art. 201. — Kleuteronderwijs. — M e u bilair, materieel. — L e v e r i n g , vernieuwing en onderhoud . . . . De raming voor 1965 houdt rekening met de algemene prijsstijging.
+
0,5
Art. 202. — Kleuterondrwijs. — V e r lichtings- en verwarmineskosten. — Water en telefoon De raming voor 1965 houdt rekening met de algemene prijsstijging.
+
0,3
Art. 203. — Kleuteronderwijs. — derhoud van de gebouwen .
On. .
i n