Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
Hoofdstuk III: Gevoeligheden van goederen Inhoudstabel: 3.1. Welke gevoeligheden zijn belangrijk en wat is schade? 3.2. Niet specifiek-logistiek-gerelateerds gevoeligheden 3.2.1. “Natuurlijke” vermindering van kwaliteit 3.2.2. Kwaliteitsproblemen
3.3. Zwakke verpakking 3.4. Logistieke bedreigingen 3.4.1. Fysische/mechanische bedreigingen: 3.4.1.1. Statische fysische bedreigingen: 3.4.1.2. Dynamische fysische bedreigingen: 3.4.1.2.1. Behandelingschade: 3.4.1.2.2. Trillingen, versnellingen en schokken tijdens het transport: 3.4.2. Bedreigingen door vocht met natschade als gevolg: 3.4.2.1. Zoetwater (regen, hagel of sneeuw) 3.4.2.2. Zeewater 3.4.3. Contaminatie: 3.4.4. Infestatie 3.4.5. Gevoeligheid voor bederf, temperatuur, luchtkwaliteit en zonlicht 3.4.6. Zelfopwarming, brand en stofexplosies 3.4.7. Tekorten 3.4.8. Preventie en inschatten van risico’s
3.5. Juridische bedreigingen
3.1. Welke gevoeligheden zijn belangrijk en wat is schade? Als goederen verpakt zijn en er is schade aan deze verpakking maar niet aan de goederen zelf, is er dans sprake van schade of niet? Dient de verpakking niet om de goederen te beschermen? En wat als het een commercieel nuttige verpakking?
Schade aan goederen is als deze goederen, in hun veranderde toestand, niet langer kunnen gebruikt worden voor hun oorspronkelijke voorziening, specifiek doel. Het probleem van warmgewalste staalplaten (hot rolled steel plates). Die tijdens het transport over zee bezoedeld geraken met zeewater. → Sneller roest! Bij het einde van het productieproces dekt men de warmgewalst staal met een dunne blauwe walslaag (blue mill scale). Het verwijderen van de restanten van de walslaag en/of de lichte atmosferische roest is iets dat standaard gebeurt in elk verwerkingsproces van zulke platen. (sandstraling (sandblasting) of chemisch bad (pickling)). Dit moet zo snel mogelijk gebeuren. Voorbeeld: De trader die tussenpersoon speelt en die warmgewalst platen die door zeewater worden geraakt ontvangt. Wat moet hij doen? Kosten doen om de platen terug deftig te maken? Verliest hij dan niet een beetje geloofwaardigheid? ⇒ Dus schade of niet kan niet in algemeen termen beschreven worden. Het is een heel specifieke beoordeling in functie van het specifiek oorspronkelijkheid van het doel, waar men rekening moet houden met alle heel specifieke, plaatselijke omstandigheden. S Schade varieert heel sterk in de tijd. De kwaliteitseisen zijn sterk verhoogt in de industrie. Vb. Van een dagbladpapierrol. (verpakking: een dikker en harder papier rond de D buitenkant en bijkomende kartonnen schijven) Deze word beschadigd tijden de C behandeling. Voor een moderne drukkerijk kan deze rol niet gebruikt worden omdat de
Goederenkennis
1
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
productie grootschalig is, hoge snelheid heeft en de getimed rendement daalt als een beschadigde rol in de machines gaat. % verlies op rol = (400 x S (D-S)) / (D² - C²) De wetgeving of de striktheid van de autoriteiten wijzigt in de tijd. In België is men heel wat strikter bij voedingsproducten. Er is ook discussie over schade die afhankelijk is van de economische situatie. Als die goed is zal men beschadigde goederen toch nog aan nemen en proberen te verwerken. Samenvatting: Schade of niet is heel specifiek gerelateerd aan het specifieke gebruik van dat product of aan de specifieke markt waarin dat product wordt verkocht. Deze worden van nog geevalueert in de tijd omwille van hogere kwaliteitseisen, kapitaalintensievere productie en het verstrengen van de wetgeving daar bij ook nog de economische situatie. ⇒ Communicatie is ZEER belangrijk. Koper en verkoper moeten samen heel duidelijk maken welke producttolerantie of beperkt defecten aanvaardbaar zijn en welk niet. Ze moeten ook alle betrokken partijen informeren over hun noden en eisen. Kopers en verkopers moeten ook keuzen durven maken en daaraan de verbonden kosten dragen. Als een goed gevoelig is dans moet die goed verpakt zijn. TANSTAAFL: There ain’t no such thing as a free lunch!
3.2. Gevoeligheden die niet van specifiek logistieke aard zijn 3.2.1. “Natuurlijke” vermindering van kwaliteit Fruit rijpt, bloemen verwerken, plastiek verduurt, warmgewalst staal roest. Is dit ook een vorm van schade? Ja, in de zin dat weinig goederen hun kwaliteit behouden zelfs al worden ze opgeslagen en/of vervoerd onder optimale omstandigheden. De logistieke provider moet alleen zorgen dat de opslag onder optimale omstandigheden, zodat geen enkele factor dit proces van natuurlijk kwaliteitsverliezen versnelt. Voor de transporteur is het met de tijd te strijden. Als het transport langer duurde dan redelijkerwijs kan hij worden aangenomen als verantwoordelijke van het verlies van de natuurlijk kwaliteitsverlies. Samenvatting: Veel goederen zijn onderhevig aan een natuurlijk onvermijdelijk proces van kwaliteitsverlies bij het verstrijken van de tijd zelfs bij opslag en vervoer onder optimale opslagomstandigheden. De logistieke provider in verantwoordelijk voor opslag en moet zorgen dat dit in optimale omstandigheden gebeurt en er dus geen factoren optreden die dit proces versnellen. De transporteur moet opletten dat het transport niet langer duurt dan redelijkerwijze. “Time is money”.
Goederenkennis
2
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
3.2.2. Kwaliteitsproblemen Zuivere kwaliteitsproblemen (zoals te kleine appels, slecht gestikte jeans) kunnen geen schuld treffen voor de pure logistieke provider. Dit zijn een soort van “pre-shipment schade”. Moeilijker, “eigen gebrek” het is een kwaliteitsprobleem aan de goederen dat, voor het opslag niet zichtbaar is, en die alleen tijdens het transport of de opslag schade aan de goederen veroorzaakt. Ook als de goederen onder optimale omstandigheden werden opgeslagen en vervoerd. Het bewijs voor de vervoerder, zal de correcte invulling van het koel- en ventilatielogboek gecombineerd met een positieve analyse van stalen door een onafhankelijk labo. Bij fruit, granen en/of groenten niet zo duidelijk zijn, ze zijn altijd in enige maten besmet door onzichtbare bacteriën en schimmels ook al hebben ze een behandeling gekregen bij het groeiproces. Als de goederen toch beschadigd bij de ontvanger aankomen dan zijn er maar 3 mogelijkheden: 1. De aantasting, het eigen gebrek, was zo groot dat zelfs bij perfecte opslag, er schade ontstond in het vervoer. 2. De opslagomstandigheden in de logistieke keten waren niet zoals het hoort. 3. Een combinatie van 1&2. ⇒ Sterke goederen van excellente kwaliteit kan men zeer lang opslaan, zelfs bij iets minder optimale omstandigheden. De kwaliteit van iets zwakkere goederen zal daarentegen snel afnemen, zelfs als de opslagomstandigheden optimaal zijn. Enkel de sterkste overleeft!
3.3. Zwakke verpakking Er voor werd al gezegd dat verpakking heen specifiek moet aangepast zijn aan de specifieke logistieke keten die dat specifiek product zal doorlopen. Goederen in een onaangepaste verpakking (weak, frail packing) voor hun specifieke logistieke keten, zulle, omwille van de enorme krachten (stressen) waaraan goederen worden blootgesteld in de logistieke keten, nooit gezond aankomen. De verpakking wordt aangebracht door de producent en de logistieke provider heeft niet veel te zeggen. Het aanbrengen van de verpakking bevindt zich op de grens tussen einde van de productie en het begin van de logistieke keten van het eindproduct. Het feit dan de verpakking bij veel producten het laaste onderdeel is van een volautomatische productielijn, zorgt voor extra gevaren. Des automatisch proces is minder flexibel, minder aanpasbaar aan de specifieke noden van bijvoorbeeld een veranderende logistieke keten. De verpakking kan ook door een gespecialiseerde externe verpakkingsfirma maar daar is dan het geval van te weinig communicatie. De externe logistieke provider zal niet aansprakelijk zijn voor de verpakking MAAR men maakt een onderscheid tussen: 1. Een verpakking die duidelijk zichtbaar, gebrekkig en/of onvoldoende is voor de geplande opslag of het gepland transport. ⇒ Hier moet de logistieke provider uitdrukkelijk aanwijzen dat er een gebrek is aan de verpakking. (bij ondertekening: “weak, frail paking”). 2. Een verpakking waarbij het gebrekkig aspect niet duidelijk zichtbaar is omdat het gaat over: a. De onzichtbare binnenverpakking ⇒ Hier kan de provider moeilijk elke doos opendoen om te zien of dat aller goed verpakt is.
Goederenkennis
3
Helene Delvaux
b.
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
Zeer gespecialiseerde goederen waarvan de logistieke provider geen enkel notie kan hebben van hun gevoeligheden, en dan ook niet in staat is de adequaatheid van de verpakking te beoordelen. ⇒ Om dat het zo specifiek is kan hij niet alle beoordelen.
3.4. Logistieke bedreigingen 3.4.1. Fysische/mechanische bedreigingen: Het is de druk, stampen, schokken, trillingen,… , van statische of dynamische aard. Deze bedreigingen veroorzaken fysische schade aan goederen zoals deuken, verbuigingen, vervormingen, scheuren, breuken… 3.4.1.1. Statische fysische bedreigingen: Hieronder valt het risico op een zware opeenstapeling van goederen zodanig dat de onderste goederen buigen, breken, vervormen, onder deze te hoge druk, of te hoge belasting. Goederen moeten goed gestuwd zijn en men kan stuwhout gebruiken om de belasting te spreiden. → Maximum allowable stacking weight, maximum allowable tiers, layers, enz. 3.4.1.2. Dynamische fysische bedreigingen: Goederen moeten bij opslag en transport, behandelt en verplaatst worden. Hierbij komen, er veel bedreigingen op de goederen af onder de vorm van trillingen, stoten, schokken, versnellingen, enz. Vb. Gevoelige hoogtechnologische apparaaturen mogen niet schuin gehouden worden. Voor dergelijke goeden zou men een “tilt-wach” aan brengen 3.4.1.2.1. Behandelingschade: Hoe vaker goederen behandeld moeten worden, hoe hoger het risico op behandelingschade. Sommige producten zijn zo beperkt verpakt en toch niet zekere zin fragiel, dat een percentage aan behandelingschade min of meer normaal of aanvaardbaar is want onvermijdelijk. Als men als goederenbelanghebbende hiermee niet kan leven, dan zal men: 1. Ofwel het product zelf steviger moeten maken 2. Ofwel (beter) moet verpakken 3. Ofwel de goederenbehandelaar specifiek instructies moeten geven om gespecialiseerd behandelingsmateriaal te gebruiken en trager en daardoor zorgzamer te werken dans normaal, mits natuurlijk betaling van de nodige meerkost. Natuurlijk weerstaat ook de beste verpakking niet aan een van uit een hijs of aan een stevige stoot. Dit is abnormale behandelingschade waartegen men zich weinig of niet op voorhand kan wapenen. Daarom is de ervaring en de vakkennis heel belangrijk en men mag ook niet te snel werken. 3.4.1.2.2. Trillingen, versnellingen en schokken tijdens het transport: Normale omstandigheden: slecht weer op zee, remmen op de weg, rangeerstoot in spoorvervoer. Abnormale omstandigheden: botsingen, aanvaringen, enz. A. Normale trillingen, versnellingen en schokken: Bij elk vervoermiddel is de lading onderworpen aan versnellingskrachten en/of schokken: bij het vertrekken en het stoppen (trillingen), in de bochten, tijdens het rijden (beschadigd wegdek), slecht weer op zee. Een oplossing er voor is, het product aanpassen, de verpakking verbeteren of het vervoermiddel wijzigen. Deze versnellingskrachten hebben 2 componenten: richting en sterkte.
Goederenkennis
4
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
•
Richting: Dit kan in alle richtingen zijn bij alle transport mogelijkheden (weg-, spoor-, zee- en luchtvervoer) en daar bij moet men ook rekening houden met de behandelingen bij lossen en laden. (bij binnenvaart zijn de versnellingen en schokken quasi nul)
•
Sterkte: Hier is er een groot onderscheid te maken met de verschillende vervoermodi. Hier is er een grote variatie van sterkte in functie van de richting, en in functie van de positie aan boord van het vervoermiddel. Algemeen wordt dit uigedrukt in een aantal maal g waarbij g = 9,81 m/s² of de valversnelling op aarde. De schockwatches zijn toestellen die waarschuwingen geven als een bepaalde waarde werd overschreden. o
Binnenvaart: Er is hier veelal geen sprake van versnellingen, behalve bij de vaart op grote, snelstromende rivieren. Dit is algemeen ook de transportmodus waarbij de goederen blootgesteld worden aan de laagste dynamische krachten. Daarom ook minder verzekeringen.
o
Wegvervoer: De versnelling is hier vooral bij het plots remmen (1g) maar de verticale beweging gaat tot 1.5g vooral door de schokken van een oneffen wegdek. Zijdelings is het 0.6g. “Emergency braking, strong cornering to avoid an obstacle, bad road or weather conditions have to be considered as normal circumstances likely to happen during a journey. The securing equipment must be able to withstand these conditions.” “Drive smoothly, i.e. adapt your speed to the circumstances so as to avoid brisk change of direction and heavy breaking. If you follow this advice, the forces exerted by cargo will remain low and you schoud not encounter any problems.”
Bij speciaal vervoer van zeer gevoelige goederen kan men kiezen voor opleggers met een speciale vering/ophanging, waarbij men ook de snelheid zal minderen, om zo al te hevige schokken ter vermijden.
Goederenkennis
o
Spoorvervoer: Goederentreinen trekken traag op en remmen geleidelijk. Scherpe bochten liggen er niet in het spoor, en het spoor vertoont ook weinig of geen oneffenheden. Maar de schokken zijn hier tot 4g in de lenterichting, dit is door de rangeerstoten. Bij het rangeren (opbouwen van treinen door aaneenkoppelen van wagons) laat men de verschillende wagen tegen elkaar aanbotsen.
o
Luchtvervoer: Hier is er een gebruikelijke versnelling tot 2.5g (opstijging, dalen, luchtzakken, slecht weer, enz.) Vooral in de lengterichting en vertikaal zijn de krachten het grootst.
o
Zeevervoer: Gebruikelijk zijn de versnellingen tot 1g! Deze komen van het stampen (pitchen) van het schip, bij slecht weer kan het ware inbeuken en neervalt op de frontaal inkomende hoge golven. De versnelling in de lengterichting zijn het kleinst (0.4g). Het rollen van het schip door zijdelings inkomende golven gaan tot 0.8g. Bij zeevervoer zijn de versnellingskrachten zeer afhankelijk van de plaats aan boord van het schip. De beste positie is centraal, in het midden en aan de bodem. Slechtste plaats is boven vooraan aan dek. Naast de versnellingskracht is er voor de lading gestuwd aan dek van zeeschepen (deklading)
5
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
de niet te verwaarlozen kracht van de wind en van de inbeukende golven, als het schip zeeën aan dek krijgt. •
Intermezzo over zwaar weer op zee Een ervaren kapitein zal trachten om dergelijk slecht weer te vermijden door aan weatherroutening te doen. Lage druk gebieden vermijden en dan vooral de zones waar de isobaren heel dicht bij elkaar liggen. Als dat niet lukt, zal de kapitein de snelheid verminderen en de koers aanpassen (zodat hij met zijn schip niet langer recht in de golven inbeukt maar onder een hoek van 15 tot 25° ⇒ bijliggen). De golven moeten ook niet dwars inkomen want dan kan het schip kapseizen. Achterwaarts inkomende golven moet men zeker vermijden want dan kan het schip dwars liggen en kapseizen.
•
Opmerking over inter-modaal transport: Bij inter-modaal transport zal de container vervoerd worden in verschillende transportmodi, elk met hun specifieke richting en sterkte van gebruikelijke schokken. Met al deze specifieke kenmerken moet men rekening houden. De bevestiging van de goederen in de container is nog belangrijker.
B. Abnormale schokken: Botsen, aanvaringen, kapseizen, crashen zullen nog hogere krachten maken, tot een 10tal g en hoger. Hier kan men niet veel doen. In logistiek is tijd geld, maar soms kan men iets langer onderweg zijn dan met beschadigde goederen aan komen.
3.4.2. Bedreigingen door vocht met natschade als gevolg: 3.4.2.1. Zoetwater (regen, hagel of sneeuw) Bij goederen kan de natte toestand een perfecte voedingsbodem voor schade zijn zoals bij schimmelvorming op natte granen of roestvorming op natte staalplaten. Een waterbestendige constructie van het goed zelf en/of een waterbestendige verpakking kan de risico op natschade beperken. Bescherming van goederen tegen regen, hagel,sneeuw, enz. betekent dat men deze goederen binnen opslaat, in goede, volledig gesloten magazijnen. Wanneer regent het? Dit kan tot hevige discuties brengen. De oplossing voor een miserige of opkomende regen bui is een garantiebrief. Waarin bevrachter en/of verscheper schriftelijk bevestigen dat zij de kapitein zullen vergoeden voor alle schade die voort zou kunnen vloeien uit de belading op zulke dagen. Condensatie/zweet: Lucht bevat een percentage aan vochtigheid. Warme lucht kan meer vocht bevatten dan koude lucht. Als vochtige warme lucht afkoelt, komt er een punt (dauwpunt genoemd) waarbij de lucht het maximaal gehalte aan vocht betvat voor lucht op dergelijke lagere temperatuur. Als deze lucht verder afkoelt onder zijn dauwpunt, kan de lucht het overtollige vocht biet langer omvatten. Dit vocht komt vrij en condenseert onder vorm van waterdruppels. Voor wat betreft opslag neemt het risico op condensatie toe met de duur van de opslag. Hoe langer goederen worden opgeslagen hoe meer ze onderhevig zijn aan de atmosferische temperatuurschommeling. Er zijn ook plaatsen en periodes in het jaar waar grote, eerder plotse temperatuurschommelingen op korte periodes veel frequenter voorkomen. Wat betreft internationaal transport is het dat goederen in een korte periode vervoerd worden door verschillende klimaatszones en daarbij sowieso geconfronteerd worden met hoger risico op temperatuurschommelingen, met daaraan verbonden een hoger risico op condensatie. Er zijn twee soorten zweet: ruimzweet en ladingzweet. Ruimzweet: is het fenomeen waarbij het overtollige vocht uit de lucht condenseert op de koudere stalen scheepsonderdelen in een scheepsruim. Deze onderdelen worden nat, de waterdruppels die zich daar ophopen vallen naar beneden, op de lading, die daardoor ook vochtig wordt. Door ruimzweet zullen vooral de bovenste en buitenste lagen van de lading aangetast geraken.
Goederenkennis
6
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
Ladingzweet: is het fenomeen waarbij de temperatuur van de lading zelf onder het dauwpunt van de omgevingslucht komt en het overtollige vocht daardoor rechtstreeks condenseert op de lading zelf. Hier zal de hele lading nat zijn en niet alleen de boven en buitenste goederen. Zelfs binnenin een verpakking kan dergelijk ladingszweet optreden, want verpakking zijn vaak niet luchtdicht. Hoe condensatie vermijden? - Er is nooit risico op condensatie als we onze goederen kunnen opslaan of transporteren in een omgeving met een lage luchtvochtigheid. - Men kan een te hoge luchtvochtigheid vermijden door te zorgen dat er geen vocht aanwezig is in de ruimte. - Zo zal men best geen natte goederen of goederen die vochtigheid kunnen afgeven, opslaan in dezelfde ruimte als vochtgevoelige goederen, en zal men ook geen te vochtig stuwhout gebruiken. Als er toch een te hoge luchtvochtigheid is, kan men condensatie vermijden door het aanwezige overtollige vocht uit de lucht te verwijderen. Hier zijn er twee oplossingen er voor: vochtabsorberende materialen of luchtontvochtigingsinstallaties. • Silica-gel: is een vochtabsorberend materiaal onder de vorm van doorzichtige, plastiekachtige korreltjes. Binnen kisten met machinerie of binnen containers, plaatst men grotere zakken van enkele kilos silica-gel. 2 problemen: o Een beperkte capaciteit: in grote ruimten moet men grote zakken plaatsen. o Een maal de silica-gel het vocht geabsorbeerd heeft, is het product uitgewerkt en zou het moeten vervangen worden. • Luchtontvochtigingsinstallatie (dehumidifier): machines die gedurende een langere periode het vocht ui de lucht kunnen verwijderen. Als men niet de middelen heeft om het vocht uit de lucht te halen kan men trachten de lucht te vervangen met drogere lucht, ventilatie. Men kan best ventileren wanneer de buiten lucht droger is dan de lucht die binnen is. Andersom brengt dit niet veel aan ventilatie. Qua capaciteit spreekt men over een aantak luchtverversingen per uur dat dergelijke installatie kan realiseren (ACH – air changes per hour). • •
De opslagruimte verwarmen is één oplossing maar tamelijk duur. De isolatie van de magazijnen kan ook de temperatuurschommeling beïnvloeden. Betone silos zijn isolerender dan metale silos.
De stuwagepositie is ook heel belangrijk. Een container aan dek zal veel grotere temperatuurschommelingen ondergaan dan een container onder dek. Dit is het zelfde voor goederen buiten op de kade opgeslagen onder een zeil. Men kan goederen in opslag of tijdens het transport afdekken met zeil en/of vellen plastiek, om ervoor te zorgen dat, als er toch ruimzweet ontstaat, de naar beneden vallende waterdruppels niet op de goederen vallen maar op de zeilen of het plastiek. Het is hier een maatregel om de schade te beperken niet om de condensatie te vermijden. De lading afdekken met papier is een andere oplossing. Het papier zal de waterdruppels absorberen bij ruimzweet. Hier worden dan de wanden en de lading verpakt met het papier. Men kan de schadelijke effecten van ruimzweet inperken door te vermijden dat de goederen in contact komen met de koude onderdelen van de scheepsromp. Langsheen de spanten van een scheepruim voor traditioneel stukgoed heeft men dan ook planken die opgehangen zijn in haken (cargo battens) en zo elk contact tussen de scheepsromp en de goederen onmogelijk maken. Men kan ook droog stuwhout gebruiken wanneer er geen cargo battens zijn. Het is ook belangrijk om de goederen op een bodem van stuwhout te leggen om zeker te zijn dat het afdruppelend water die op de grond gaat niet de goederen aantast. Bij zeeschepen loppt het condenswater af naar de lensputten (bilges) achteraan in de hoeken van het ruim, en van daaruit kan men dit water over boord pompen.
Goederenkennis
7
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
3.4.2.2. Zeewater Het zout van zeewater brengt nog een bedreiging bij zeker bij warmgewalst staal of kolen. Het zout van het zeewater zorgt voor een agressieve roestvorming waarbij er heel snel pitting ontstaat. Men kan dit vast stellen dank zij zilvernitraatoplossing (AgNO3) Wanneer deze oplossing in contact komt met chloriden, zal de oplossing melkwit worden.
3.4.3. Contaminatie: Een bezoedeling van één bepaald product door contact/vermenging met een ander product. Een speciaal geval is geurcontaminatie. Het is belangrijk om te weten hoe gevoelig een product is voor het gevaar op contaminatie. Dit is vermijdbaar door een goeder verpakking te gebruiken maar dit is niet de efficiëntste. Contaminatie kan men vermijden door maximaal de zuiverheid van alle opslagruimtes tijdens de effectieve opslag en het transport te garanderen, alsook de zuiverheid van alle gebruikte behandelingtoestellen. Goederen aangetast door de geur van andere producten, kan men proberen te reconditioneren door sterke ventilatie. Er bestaan ook ontgeurders op basis van ozon-gas.
3.4.4. Infestatie Een aantasting van goederen door de aanwezigheid van insecten, zeker bij graan, rijst, cacao, koffie, enz. De oorzaak kan intern zijn – eigen gebrek, voor deze goederen moet men de oorzaal aan het begin aan nemen. Men kan fumigeren om alle insecten te doden. Een goeden fumigatie is geen garantie dat tijdens de verdere opslag en /of transport, de lading niet opnieuw geïnfetceerd wordt doordat de aanwezige eitjes van de insecten. Men gebruikt methylbromide of phspine. De fumigatie wordt toegepast onder de vorm van een begassing waarbij de producten, in een afgesloten ruimte, voldoende lang onder een voldoende hoge dosis aan gas worden gestockeerd om alle ongedierte te doden. Bij de dosering speelt ook de omgevingstemperatuur een rol. Daarna is een goede ventilatie noodzakelijk. Na de fumigatie ontvangen de producten een fumigatiecertificaat. Men spreekt ook van kruisinfestatie. Goederen raken in een vuil en slecht onderhouden magazijn geïnfecteerd met kakkerlakken die daar overvloedig aanwezig zijn. Zwermen kunnen ook heel gevaarlijk zijn. Men moet nooit de ernst van de beperkte infestatie minimaliseren zeker bij warm weer.
3.4.5. Gevoeligheid voor bederf, temperatuur, luchtkwaliteit en zonlicht De gevoeligheid voor bederf varieert enorm per product. Vooral bij fruit zijn deze verschillen opvallend. Opslag bij optimale temperatuur is een belangrijke factor om bederf af te remmen, maar ook de luchtkwaliteit speelt een belangrijke rol en daarom ook ventilatie. Zo zullen vele soorten fruit snel rijpen als er een gas zoals ethyleen in de lucht aanwezig is. Bij veel fruitsoorten is ook het CO2 gehalte tijdens de opslag belangrijk. Sommige producten raken ook aangetast door directe blootstelling aan zonnestralen.
3.4.6. Zelfopwarming, brand en stofexplosies Producten kunnen uit zichzelf beginnen opwarmen (self heating) door een intern proces. Als de temperatuur dan te hoog wordt, ontstaat er schade (heating dammage) aan het product en soms zelfs zelfontbranding (self combustion) vooral oliehoudende zaden zijn hier gevoelig voor. Zelfopwarming/zelfontbranding kan ook voortvloeien uit het contact met vocht. Denken aan een broeiproces dat plaatsgrijpt in een hoop nat gras. Brand kan ook een externe oorzaak hebben, vb. contact met een openvlam. Bij brand spreekt men steeds over drie soorten schades: echte brandschade waarmee men schade bedoelt waarbij goederen effectief deels of volledig opgebrand zijn. Rook/roestschade inclusief schade door de geur van deze rook. Blusschade natschade door het bluswater. Bepaalde goederen kunnen zodanig veel stfo veroorzaken dat er op een bepaald moment ene explosief mengsel ontstaat van lucht en stof. De grenswaarde duidt men aan met LEL (lower explosive limit) waarbij er te weinig is voor explosiegevaar en UEL (upper explosive limit) waarbij er teveel stof is en te weing zuurstof voor explosiegevaar. En dus de gevaarzone is tussenin, met elk vonk kan men een stofexplosie hebben.
Goederenkennis
8
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
3.4.7. Tekorten Er zijn fouten in gewichtsbepalingen, fouten in tally en diefstal. Tally: is het tellen van het aantal goederen die geladen wordt aan boord van het vervoersmiddel or eruit gelost wordt. Dit wordt gedaan door markeerders (tallymen) gezworen meters en wegers die een officiële telling kunnen uitvoeren. Een correcte tally van grote aantallen is geen eenvoudige zaak. Dit vergt veel discipline en beroepsernst van de havenarbeiders en de markeerders. In meer geindustrialiseerde landen wordt zakgoed vaak geladen met een soort glijbaan systeem: spiral loaders of toboggan runs. Deze zijn dan uitgerust men een elektronisch oog. Diefstal brengt ook een tekort van aantal op eindbestemming. De waarde van het product speelt de belangrijkste rol, maar de dief moet ook een afzetmarkt vinden voor de goederen, dus niet te specifiek. Ook het gewicht en het volume spelen een rol. Kleine dure goederen met een grote afzetmarkt zijn dan ook het gevoeligst voor diefstal. Hoe diefstal vermijden? Bij opslag vallen we terug op de traditionele beveiligmaatregelen van afsluiting en bewaking door camera’s en sensoren. Soms kan men ook een bewakingsfirma inschakelen maar dat is heel duur. Men kan in konvooien rijden. Hier is de zaak dat zo weinig mogelijk mensen weten wat je transporteert. Anoniem blijven, gebruik van anonieme wagens, vermeld technische of wetenschappelijke benamingen. Het is ook belangrijk vertrouwen te hebben in alle betrokken partijen in de logistieke keten. Het uitbesteden van transport aan een kleine onbekende transportfirma of het doorgeven van een transport aan een onbekende onderaannemer is heel risicovol zeker als je niet weet of dat de firma het kapitaal heeft. Bij wegtransport vergoot het gebruik van huifopleggers aanzienlijk het risico op diefstal. Een vrachtwagen of oplegger met harde bovenbouw is veel veiliger. Geen te groot slot ander worden de dieven nieuwsgierig. Via GPS kan men het traject van de vrachtwagen van op afstand volgen. Dankzij een verzegeling kan men weten of dat er iets uit de container is gehaakt. Daarom niet een zegel gebruiken uit een dunne staaldraad maar wel en zegels die op zichzelf bestaat uit een sterke metalen stang die men enkel een zeer grote tank kan doorknippen.
3.4.8. Preventie en inschatten van risico’s 1. Is het product gevoelig voor schokken, trillingen, versnellingen? 2. Is het product gevoelig voor vocht door direct contact of omwille van condensatie? En wat met zeewater? 3. Is het product gevoelig voor contaminatie, inclusief geurencontaminatie? 4. In het product gevoelig voor infestaties door insecten? 5. Is het product gevoelig voor bederf door onaangepaste temperaturen, minder luchtkwaliteit en/of blootstelling aan zonlicht? 6. Wat is het risico op zelfopwarming? Zelfontbranding? Brandschade en/of stofexplosies? 7. Wat is het risico op tekorten door fouten in het wegen, freinte de route, diefstal en/of fouten in tally? Er zijn twee facetten dat men voor ogen moet houden: de kans dat het probleem zich voordoet en de gevolgen erva. RISICO = KANS OP of WAARSCHIJNLIJKHEID X GEVOLGEN of ERNST ⇒ spreiden van het risico
Goederenkennis
9
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk III : Gevoeligheden
3.5. Juridische gevoeligheden Het is een juridisch aspect waarvoor waardevolle, dure goederen die weinig wegen, extreem gevoelig zijn. De aanspraakelijkheid van de vervoerder voor schade aan de door-hem-vervoerde goederen beperkt worden tot een vastgelegd bedrag per kg brutogewicht van deze goederen. (10€/kg) De verantwoording voor dergelijke wetgeving ligt in het feit dat de vervoerder meestal niet weet hoe duur een specifiek product is. Als dergelijke wetgeving niet zou bestaan, zou dit betekenen dat een vervoerder die een kistje met zeer dure, lichte goederen kwijtspeelt, onmiddellijk failliet zou zijn. Men kan deze wetgevingen beperken als men voorafgaand aan de vervoerder meldt de waarde van de goederen. Dan kan de vervoerder niet langer stellen dat hij het niet wist hoe duur deze goederen waren. Maar dan kan de vervoerder wel voorzorgsmaatregelen treffen om deze goederen te vervoeren, dit zal dan ook wat duurder zijn.
Voorbeeldvragen: 1. Wat is schade? 2. Verklaar rust pitting. 3. Jouw diesteur stelt voor om de verpakking van de bobijnen koudegewalststaal te verminderen, maar als logistiek verantwoordelijke heb je hierbij toch enkele bdenkingen. Leg uit aan de hand van TANSTAAFL 4. Leg uit eigen gebrek 5. Waarom is eigen gebrek bij groenten en fruit problematischer dan bij andere producten? 6. Kan je als vervoerder verantwoordelijk worden gesteld voor schade aan goederen onstaan door zwakke verpakking? 7. Wat is de grootste kracht die normaal tijdens tranposrt kan inwerken op goederen, zonder dat er iets uitzonderlijks gebeurt tijdens het transport. 8. Leg uit hoe condensatie ontstaat 9. Leg uit welke maatregelen je kan treffen om condensatie te vermijden 10. Leg uit welke maatregelen je kan nemen om de gevolgen van condensatie te beperken. 11. Welke vorm van contaminatie mag je niet vergeten bij producten zoals thee of koffie? 12. Wat is infestatie en welke twee vormen bestaan er? 13. Hoe kan je infestatie vermijden? 14. Wat is een stofexplosie? 15. Waarvoor moet je opletten als je dure, lichte producten dient te verzenden? 16. Welk opleggertype kies je voor vervoer van dure TV’s? 17. En welke opleggertype voor lange kisten die niet nat mogen worden? 18. Som alle gevoeligheden van goederen op in een soort van preventieschema 19. Hoe belangrijk acht je het risico op griep in de maand januari voor een 18-jarige student? En wat voor een 85-jarige? Becommentarieer.
Goederenkennis
10