Hoofdstuk 1.Algemene Begrippen

EHBO/THBO Syllabus

1.1

Hoofdstuk 1.Algemene Begrippen 1.

DEFINITIE EN NUT • In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van begrippen en termen die regelmatig terugkeren in de syllabus, ze worden hier ook gedefinieerd en uitgelegd.

2.

BEGRIPPEN • Acrobat Reader:  Een reeks programma’s die zijn ontwikkeld door Adobe en worden gebruikt voor het maken van PDF-bestanden. Als u Acrobat Reader heeft geïnstalleerd, kunt u alle PDFdocumenten en afbeeldingen bekijken en afdrukken, ongeacht het platform waarop ze zijn gemaakt.  Acrobat Reader kan zowel als alleenstaand programma gebruikt worden, en als plug-in van browsers.  Wanneer een bericht verschijnt dat Acrobat Reader moet worden bijgewerkt (update) is het raadzaam dat te doen • browser:  Programma om op internet te surfen.  voorberelden zijn Internet Explorer, Mozilla Firefox, Google Chrome, Apple Safari, Opera,.... • anti-virus programma:  Programma om virussen op te sporen en verwijderen. • CD-Rom:  Afkorting van Compact Disc - Read Only Memory . het is dus alleen mogelijk om gegevens uit te lezen en niet om er iets op te schrijven. • CD-R:  Afkorting van Compact Disc - Read . Een schijf waarop door de gebruiker één maal informatie kan worden opgeslagen. • CD-RW:  Afkorting van Compact Disc - Read/Write . Een schijf waarop door de gebruiker meerdere malen informatie kan worden opgeslagen en gewist.

α 1.1

CVO Handelsschool Volwassenenonderwijs, Keizersplein 19, 9300 AALST

1.2

EHBO/THBO Syllabus • compressie:  Compressie wordt toegepast om digitale bestanden kleiner in omvang te maken, zodat opslag en verzending van een bestand veel minder tijd en/of plaats inneemt. • CPU:  Central Processing Unit, de chip die de besturing van digitale apparatuur regelt. Dit is in feite een micro-computer, die is geoptimaliseerd voor specifieke doeleinden. • downloaden:  Het overbrengen van informatie (zoals tekst, afbeeldingen, geluid, software, enz.) van een website naar uw computer. De snelheid waarmee informatie wordt gedownload is vooral afhankelijk van:  Het soort PC dat u gebruikt  De snelheid van uw modem  De internet-verbinding  De instellingen van uw internet browser  De hoeveelheid verkeer op het World Wide Web • driver  of stuurprogramma, een programma dat geïnstalleerd is om specifieke toestellen en hardware-onderdelen aan te sturen; een verouderde of verkeerde driver zorgt er dikwijls voor dat dit onderdeel slecht of niet werkt. • DLL (Dynamic Link Library)  computerfile dat gedeeld wordt door verschillende programma's, bevat veelal drivers. • DVD:  Digital Versatile Disc / Digital Video Disc, omdat DVD schijven niet alleen films, maar ook geluid of andere gegevens kunnen bevatten is de term Digital Versatile Disc beter. Het systeem werd aanvankelijk echter uitgevonden voor de opslag van filmmateriaal, vandaar dat u nog de naam Digital Video Disc nog tegen kunt komen. DVD schijven kunnen, in tegenstelling tot CD’s, aan beide kanten beschreven worden en maximaal liefst 13 Gb aan data bevatten. De DVD-R schijven kunnen echter “maar” 4,7 GB bevatten.  Er bestaat een DVD- en een DVD+ formaat, het verschil komt omdat er twee fabrikanten met verschillende formaten zijn; de meeste computers kunnen echter wel beide formaten lezen.  Er bestaan ook DVD's die langs beide kanten kunnen worden beschreven en een grotere capaciteit hebben (DL) • File:  Betekent bestand. Er bestaan zeer veel verschillende typen bestanden, meestal onderscheiden door de extensie (achtervoegsel, suffix) die ze hebben. • Formaat of bestandsformaat:  Een van de vele methoden voor het coderen, opslaan en weergeven van computergegevens. Bij een groot aantal bestandsformaten voor afbeeldingen zegt het achtervoegsel (suffix) iets over de methode, bijvoorbeeld ‘.bmp’, ‘.eps’, ‘.jpg’, ‘.gif’ ,tiff’ of raw,.... α 1.2


EHBO/THBO Syllabus

1.3

• inch  Amerikaanse lengtemaat: 1 inch = 2,54 cm • herstelpunt  een punt waar de computer naar kan worden hersteld, 'teruggezet' dat wil zeggen dat alle programma's die daarna geïnstalleerd waren zullen worden verwijderd als men teruggaat naar dit herstelpunt.  • Kleurinstellingen:  Een abstract mathematisch model dat de manier beschrijft waarin kleuren aangegeven kunnen worden met behulp van cijferreeksen. Hiervoor wordt dan per kleurcomponent een waarde gegeven. De voornaamste systemen worden hieronder opgesomd:  RGB kleurinstelling, genoemd naar de componenten (Rood, Groen, Blauw) wordt o.a. gebruikt in beeldschermen en schermen van apparaten zoals camara's  CMYK kleurinstelling, genoemd naar de componenten (Cyan, Magenta, Yellow en Key [Zwart]), beperker als RGB wordt gebruikt om af te drukken (printers). • macro of handeling  een opname/automatisering van stappen en bewerkingen die men manueel in een programma kan uitvoeren. • pixel  vierkante puntjes of pixels die zo dicht bijeen staan zodat het menselijk oog ze als één foto, een vlak waarneemt; elk pixel bevat kleurinformatie; door pixels te wijzigen wijzigt men de foto; door in te zoomen kan men de individuele pixels bekijken • plug-in  een programma dat de mogelijkheden van een browser uitbreiden. • nanometer:  lengtemaat, een miljardste van een meter • registry:  databank waar opstartgegevens en instellingen van Windows, programma's en gebruikers zijn opgeslagen • resolutie  geeft aan hoe dicht pixels bij elkaar staan ; resolutie wordt aangeduid door pixels per inch (ppi); 1 ppi betekent dat 1x1 inch één pixel bevat 100 ppi betekent dat 1x1 inch honderd pixels bevat; typisch tussen 200 en 400 dpi; hoe groter de dpi hoe fijner de foto en meer gedetailleerd ; hoe dichter de sensors van digitale input (camera en scanner) bijeenstaan, en hoe kleiner ze zijn, hoe groter de resolutie [concreet: 300 dpi wil zeggen dat er ± 1 puntje staat per 0,2 mm²] • USB:  De “Universal Serial Bus” is een aansluitsysteem voor computerrandapparatuur. De eerste versie 1.0 en de huidige versie USB 2.0 Full speed hebben een doorvoersnelheid van maximaal 11 MB per seconde. α 1.3


1.4

EHBO/THBO Syllabus • SSD:  Solid State Device, een nieuw type van harde schijf, waar de gegevens niet meer op een draaiende schijf worden opgeslagen • URL: (Universal Resource Locator)  internet-adres, dit is een adres bestaande uit een reeks van 4 (IPv4) of 6 (IPv6) cijfers, het wordt door de browser vertaald naar een voor de mensen begrijpbaar adres  omdat reeksen van vier cijfers niet volstaan om alle apparaten met internet te verbinden, is men geleidelijk aan het overschakelen naar reeksen van 6 cijfers

Voorbeeld: 238.168.0.123 vertaald als www.ditadres.com

• VGA:  Deze resolutie aanduiding wordt vaak gebruikt bij het aangeven van de videokwaliteit. De resolutie van 640x480 pixels zorgt voor een beeldvullende weergave op een televisiescherm. Het is vaak ook het beeldformaat van een foto met de camera in de emailstand. De foto’s hebben een kleine bestandsgrootte en zijn makkelijk te versturen. • Veilige modus:  een manier om de computer te laten opstarten zonder dat programma's en drivers worden geladen. • Zip-bestanden:  Computerbestanden met de extensie “.Zip”. Zip-bestanden zijn gecomprimeerd en moeten worden gedecomprimeerd of “uitgepakt” voordat u ze kunt gebruiken. Door bestandscompressie worden programma’s en bestanden kleiner, zodat ze minder opslagruimte innemen (op de vaste schijf) en sneller kunnen worden verzonden via een netwerk. Sommige Zip-bestanden kunnen zichzelf decomprimeren; de ontvanger hoeft dan niet over het Zip-programma te beschikken. In Hoofdstuk 2 wordt op bestandscompressie ingegaan.

α 1.4


EHBO/THBO Syllabus

3.

1.5

BEGRIPPEN VAN INTERNET • Wanneer men verbonden is met internet, is men blootgesteld aan allerlei gevaren; wij sommen de belangrijkste hieronder op:  virussen:  programma's die een computersysteem ontregelen tot het uiteindelijk totaal ontregeld is, virussen worden opgespoord en verwijderd door anti-virusprogramma's  symptomen: o.a. trage werking van de computer, programma's die plots starten of sluiten, apparaten en verbindingen die niet werken, problemen met updates, hoog CPU gebruik als de computer schijnbaar met niets bezig is  hacker  inbreker in de computer, iemand die via een netwerkverbinding inbreekt in de computer van iemand anders  rootkits:  Sony heeft in het jaar 2005 CD’s uitgebracht met speciale bescherming “rootkit”;  het zijn programma's die opstarten vóór een besturingssysteem opstarten  ze zijn zeer moeilijk te ontdekken en kunnen allerlei bewerkingen op een computer doen zonder dat de gebruiker het merkt  symptomen: zoals bij een virus, soms schijnbaar veel minder erg  bootkits:  programma's die opstarten direct als een computer opstart  ze zijn héél moeilijk te ontdekken en heel moeilijk te verwijderen  infecteren de boot sector, van waaruit de computer opstart  malware:  algemene term voor computerprogramma's die een computer ontregelen of er schade aan toebrengen.  trojans:  computerprogramma's die onder een onschadelijk en ogenschijnlijk nuttig voorkomen een ander doel verbergt, waarbij informatie wordt gestolen of schade wordt toegebracht aan een computer.  worm  computerprogramma dat zichzelf reproduceert zodat systemen uiteindelijk vol raken met kopieën van het programma  spyware  computerprogramma gegevens probeert te stelen van een computer en door te geven aan een andere bestemming  keylogger  computerprogramma dat toetsenaanslagen registreert en ze doorstuut naar een andere bestemming  firewall  computerprogramma's die beschermen tegen ongeoorloofde toegang tot deze PC. α 1.5


1.6

4.

EHBO/THBO Syllabus

SNELTOETSEN • In Windows, zoals in andere besturingssystemen kan men bepaalde acties uitvoeren door meerdere toetsen tegelijk in te drukken; deze toetsencombinaties noemt men sneltoetsen • Meestal bestaat het uit één (of meerdere) toets(en) die men ingedrukt houdt, terwijl men een andere toets kort indrukt. • Er bestaan algemene toetsen voor het besturingssysteem, en toetsen die in bepaalde toepassingen geldig zijn

1.

ALGEMENE TOETSEN VOOR HET BESTURINGSSYSTEEM • Opgelet, dit overzicht is zeker niet volledig en zal op verschillende momenten bijgewerkt/ aangepast worden

Basistoets Basistoets

Combinatietoets Actie

CTRL ALT ALT   Esc Return/Enter CTRL

Delete F4 Tab e r

ALT

C

α 1.6

Besturingssysteem onderbreken Systeem of toepassing sluiten Wisselen tussen actieve programma's Verkenner oproepen dialoogvenster 'run' oproepen annuleren OK Charmbalk (enkel Windows 8)


EHBO/THBO Syllabus

2.

1.7

TOETSEN DIE IN TOEPASSINGEN GELDIG ZIJN

Basistoets Basistoets

Combinatietoets Actie

CTRL CTRL CTRL CTRL CTRL CTRL CTRL CTRL

Z S P

Stap terug/Ongedaan maken Opslaan (Save)/Opslaan als Afdrukken AltGr Kopiëren (Copy) Knippen Plakken Alles selecteren

ALT C X V A

α 1.7


1.8

EHBO/THBO Syllabus

α 1.8


Hoofdstuk 1.Algemene Begrippen

Recommend Documents