Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 1 van 44
Hoofdstuk 1: Financial statements and business decisions Understanding the business Het is gebruikelijk in bedrijven dat de oprichters ook fungeren als managers in het bedrijf: eigenaarmanagers (owner-managers). Een crediteur (creditor) is een bank of persoon van wie jij geld hebt geleend en die jij nog terug betalen moet. Wanneer jij geld uitleent en nog geld terug moet ontvangen, fungeer je als debiteut (debtor). Een investeerder (investor) is een partij die een bepaald vermogen in een onderneming investeert. Hij verwacht later geen rente op zijn investering maar wel een deel van de winst. Dit wordt in vennootschappen dividend (dividend) genoemd. Een manager (manager) is iemand die de managerende activiteiten binnen een bedrijf uitvoert. Wanneer een bedrijf extra geld leent om hun crediteuren te betalen of om dividend te kunnen uitkeren aan de investeerders noemen we dit de financiële activiteiten (Financial activities) van het bedrijf. Wanneer er een geldstroom ontstaat als gevolg van productie, noemt met dit de investeringsactiviteiten (investing activities). Het proces vanaf de inkoop van onderdelen en arbeid tot het moment wanneer men het geld heeft ontvangen noemt men de bedrijfsoperaties (business operations). Men koopt onderdelen in bij zogenoemde aanbieders (suppliers). Degene aan wie wordt verkocht noemen we de klanten (customers). Accounting is een systeem dat financiële informatie van een organisatie verzameld en verwerkt en deze informatie rapporteert naar beslissingmakers. Dat zijn de managers van het bedrijf (internal decision makers) en belanghebbenden derder (external decision makers). Voor interne beslissingmakers is management accounting van belang (ontwikkelingsinformatie). Voor externe derden is de financiële accounting van belang (overzichten).
The four basic Financial statements: an overview De balans (balance): o De bezittingen versus het vermogen. o Het rapporteert op een bepaald moment de activa (assets), schulden (liabilities) en het eigen vermogen (stockholders’ equity). o Assets = Liabilities + stockholders’ equity (basic accounting vergelijking [equation]) o Een accounting geheel (entity) is de organisatie voor wie de informatie is verzameld. o Een balans toont de financiële positie van een bedrijf. o Activa zijn alle economische bronnen van het bedrijf (gebouw, voorraad, enz.). Elke activa is gefinancierd door middel van passiva: eigen vermogen (som van geld die is geïnvesteerd in het bedrijf) of schulden (leningen en obligaties). De winst –en verliesrekening (income statement):
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 2 van 44 o
Dit overzicht toont de opbrengsten minus de kosten van een bepaalde periode. Dit is het netto inkomen (net income). o Een accounting periode is de periode waarover de financiële overzichten worden gemaakt. o Bedrijven maken opbrengsten (revenues) door de producten of diensten die zij leveren aan consumenten. o Op een winst –en verliesrekening is het niet van toepassing of het geld daadwerkelijk is ontvangen! Hierdoor is het netto inkomen niet gelijk aan de verandering van kas op de balans. o Kosten (expenses) worden gemaakt ten behoeve van de opbrengsten, zoals het inkopen van onderdelen. De ingehouden winsten (statement of retained earnings): o Dit overzicht rapporteert over de accounting periode wat er met het netto inkomen gebeurt: hoeveel wordt er als reserve gehouden en hoeveel wordt uitgekeerd in de vorm van dividend. o Beginstand reserves + netto inkomen – dividenden = Eindstand reserves. o Dit overzicht zorgt dus voor de relatie tussen de balans en de winst –en verliesrekening. Het kasstroomoverzicht (statement of cash flows): o Dit overzicht toont uitsluitend wat er daadwerkelijk is ontvangen en uitgegeven tijdens de accounting periode. o Vaak wordt het overzicht gecategoriseerd: operatieve, investerings –en financiële kasstromen. Operatief: direct gerelateerd aan het verdienen van het inkomen. Investering: verkoop of opbrengsten van activa. Financieel: ter financiering van het bedrijf zelf. Er zijn 3 belangrijke relaties tussen de 4 financiële overzichten: o Het netto inkomen op de winst –en verliesrekening resulteert in een stijging van de reserves op het overzicht van de ingehouden winsten. o De eindstand van de reserves is 1 van de 2 delen van het eigen vermogen dat men op de balans terug kan vinden (andere is aandelenkapitaal). o Het resultaat uit het kasstroomoverzicht is het verschil van de kas op de balans. Voetnoten (Notes) onder een financieel overzicht bieden aanvullende informatie aan over de financiële conditie van de organisatie. Een dergelijke voetnoot is een vereiste.
Responsibilities for the accounting communication process Het is van belang dat er regels zijn opgesteld waaraan de financiële overzichten moeten voldoen, zodat derden duidelijke vergelijkingen kunnen maken (measurement rules). Deze regels worden GAAP genoemd (Generally Accepted Accounting Principles). De SEC (Security and Exchange Commision) is een Amerikaanse agentschap die bepaald waaraan financiële overzichten aan moeten voldoen. Verder moet er iemand zijn die de verantwoordelijkheid heeft dat deze regels ook worden nageleefd: dat doet de FASB (Financial Accounting Standard Board). Samen vormen zij de GAAP. Waarom is GAAP belangrijk voor beslissingmakende derden?
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 3 van 44 o
Het heeft effect op de voorraadwaardering en dus op de economische waarde van het bedrijf. o Het heeft effect op de bonussen die werknemers en managers ontvangen. o Het behoudt concurrerende informatie van andere bedrijven. Het is van uiterst belang dat de financiële overzichten correct zijn. De hoogste verantwoordelijkheid ligt bij de financieel directeur. Vandaar dat alles 3 maal wordt gecontroleerd: o Controle systeem, intern in het bedrijf. o Externe accountants die de overzichten controleren (Audit) o Een bestuur dat bij elkaar vergaderd. Wanneer alles correct is, ontvangt het jaarverslag een management certificaat. De PCAOB (Public company accounting oversight board) is een private sector die de primaire verantwoordelijkheid draagt voor standaards voor controleren van “Audits”.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 4 van 44
Hoofdstuk 2: Investing and financing decisions and the balance sheet Understanding the business Om te bekijken wat de balans beïnvloed aan de hand van gegevens van een bedrijf, stellen we de volgende 3 vragen: o Welke activiteiten veroorzaken veranderingen in de balans? En op welk tijdstip? o Hoe veroorzaken specifieke bedrijfsactiviteiten de balans? o Hoe houden bedrijven de balans bij? Wanneer we antwoord weten op deze beide vragen kunnen we de volgende sleuteltaken uitvoeren: o Analyseren en voorspellen van de effecten die bedrijfsbeslissingen hebben op financiële overzichten. o Gebruik maken van financiële overzichten van andere bedrijven ter vergelijking. Dit zijn financiële overzichtenanalyses (Financial statement analysis).
Overview of accounting concepts De primaire doelstelling van externe financiële rapporten (primary objective of external Financial reporting) is het verkrijgen van gebruikelijke economische informatie over een bedrijf om externe derden te helpen met het maken van beslissingen. De meeste gebruikers zijn geïnteresseerd in het helpen van het bedrijf door de toekomstige inflows en outflows te plannen. Informatie op financiële overzichten moet relevant (belangrijk voor het onderwerp waar het over gaat) en betrouwbaar zijn. De afzonderlijke entiteit-aanname (separate-entity assumption) vermeldt dat bedrijfstransacties apart verantwoord zijn voor de transacties van de eigenaren. o Dus een private aankoop van een eigenaar wordt geen activa van het bedrijf. o Unit-of-measure assumption: de accounting informatie moet worden gemeten en gerapporteerd in de nationale munteenheid. o Continuity assumption: bedrijven moeten opereren in de vooruitziende toekomst; ze moeten dus vooruit kijken. Activa (assets) zijn economische bronnen met waarschijnlijk toekomstige winsten, gecontroleerd of bezit van een entiteit ten gevolge van een verleden transactie. o Deze worden gemeten door middel van de historische inkoopprijs (historical cost principle): kostprijs van een goed berekend op grond van de werkelijk gemaakte kosten. o Vlottende activa (current assets) zijn activa die minder dan een jaar meegaan (bij voorraad gaan we ook altijd uit van vlottende activa). Indien het langer meegaat dan een jaar is het vaste activa (noncurrent/fixed assets). Schulden (liabilities) zijn hoogstwaarschijnlijk schulden of obligaties van de entiteit ten gevolge van verleden transacties, welke betaald moeten worden met activa of services.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 5 van 44 o
Kort vreemd vermogen (current liabilities) zijn schulden die minder dan een jaar meegaan. Indien het langer meegaat dan een jaar zijn het lang vreemd vermogen (noncurrent liabilities). Het eigen vermogen (stockholders’ equity) zijn de financiële aanwendingen door de eigenaren van de entiteit en door bedrijfsactiviteiten. Deze bestaan uit aandelenkapitaal en reserves: o Het aandelenkapitaal (contributed capital) is de som van geld die is geïnvesteerd in de entiteit door de eigenaren. Hiervoor willen eigenaren dividend terugontvangen. o De reserves (retained earnings) verwijzen naar de som van verdiensten van het bedrijf die niet geïnvesteerd zijn door de eigenaren of geherinvesteerd zijn door het bedrijf. Er zijn 2 uitzonderingen op de metingen en rapporteringen: o Materialiteit (materiality): suggereert dat kleine bedragen die waarschijnlijk geen invloed hebben op beslissingen wel kunnen worden gerekend tot de kosteneffectieve wijze. o Conservatisme (conservatism): suggereert dat men de activa niet moet overschatten en de schulden niet moet onderschatten.
What business activities cause changes in financial statement amounts? Activiteiten die economische invloed hebben op de entiteit worden transacties (transactions) genoemd. Deze zijn in 2 groepen te verdelen: o Externe transacties: uitwisselingen van activa, goederen en diensten aan de ene partij voor activa, goederen of betalingsbeloftes van een of meerdere andere(n) partij. o Interne transacties: transacties waarbij geen sprake is van uitwisselingen, maar toch een meetbaar effect hebben op de entiteit. o Er zijn ook voorvallen waarbij de financiële overzichten niet worden beïnvloed. Een rekening (account) is een standaard formaat die organisaties gebruiken om financiële transacties op een financieel overzicht bijeen te brengen. o Vaak worden er klein rekeningen geopend zodat men niet steeds de grootboekrekeningen hoeft aan te passen.
How do transactions affect accounts? De bedrijfsbeslissingen van managers beïnvloeden vaak de financiële overzichten door transacties. Omdat veel beslissingen risico’s met zich meenemen, moeten managers transacties kunnen analyseren en voorspellen. Het proces waarbij transacties worden bestudeerd om de economische effecten ervan te bepalen op de bedrijfsrekeningen worden transactieanalyses genoemd. Elke transactie beïnvloed minstens 2 van de 3 rekeningen in de onderstaande vergelijking: Assets = Liabilities + Stockholders’ equity. Dit noemt men Dual effect. Verder moet de vergelijking altijd in evenwicht zijn. De transactieanalyse:
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 6 van 44 o
o
Stap 1: identificeer en classificeer de rekeningen en bijbehorende effecten. Identificeer de rekening die wordt beïnvloed (minstens 2). Classificeer de transactie (asset, liability of stockholders’ equity). Bepaald de richting van de transactie (daling of stijging, credit of debet). Stap 2: zorg ervoor dat de vergelijking A=L+SE in evenwicht is.
How do companies keep track of account balances? Omdat het erg onhandig is om bij elke transactie steeds alle financiële overzichten weer aan de passen, worden er meerdere journaalposten (general journals) (T-accounts) geopend die vervolgens een grootboekrekening (general ledger) vormen tijdens een bepaalde periode: o Tijdens de periode: Analyseer transacties Noteer de transacties in de journaalposten Noteer het resultaat in een grootboekrekening o Op het einde van een periode: Bereid een balans voor waarbij de creditzijde gelijk is aan de debetzijde. Pas de balans, opbrengsten en kosten aan. Bereid een volledige set van financiële overzichten voor Beëindig de periode door de rekeningen kloppend en in evenwicht te sluiten en start een nieuwe periode. Transacties zijn dalingen of stijgingen van activa, schulden of het eigen vermogen: o Het stijgingssymbool + staat aan de linkerkant van het T-account voor assets; het dalingssymbool – staat aan de rechterkant van het T-account voor assets. o Het stijgingssymbool + staat aan de rechterkant van het T-account voor liabilities en stockholders’ equity; het dalingssymbool – staat aan de linkerkant van het T-account voor liabilities en stockholders’ equity. De debetzijde is de linkerkant van het T-account, de creditzijde de rechterkant. Een journaalboeking (journal entry) is een accountingmethode om de effecten van een transactie te uiten op de rekeningen volgens debet=credit. Een journaalboeking die meer dan 2 rekeningen gebruik noemt men een samengestelde boeking (compound entry). Het T-account is een hulpmiddel voor het samenvatten van effecten die transacties hebben op rekeningen.
How is the balance sheet prepared and analyzed? Het is mogelijk om op elk moment een balans op te stellen aan de hand van de journaalposten. 𝐶𝑢𝑟𝑟𝑒𝑛𝑡 𝑟𝑎𝑡𝑖𝑜 = het beste is.
(
(
)
)
waarbij een ratio tussen de 1 en de 2
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 7 van 44
Hoofdstuk 3: Operating decisions and the income statement Understanding the business Om te begrijpen hoe de bedrijfsplannen en resultaten van operaties gerelateerd zijn met de winst –en verliesrekening, vragen we onszelf het volgende af: o Hoe beïnvloeden bedrijfsactiviteiten de winst –en verliesrekening? o Hoe worden deze activiteiten gemeten? o Hoe worden deze activiteiten gerapporteerd op de winst –en verliesrekening?
How do business activities affect the income statement? Een doel op lange termijn is voor elk bedrijf om kas (geld) om te zetten in meer kas. De operatiecyclus (operation cycle) (cash-to-cash) begint wanneer een bedrijf goederen en diensten inkoopt. Vervolgens betaald het bedrijf haar aanbieders. Dan verkoopt het bedrijf haar goederen en/of diensten aan consumenten. Tenslotte eindigt de cyclus met het ontvangen van geld van de consumenten. o De duur van deze cyclus is per bedrijf verschillend. o Het versnellen van de cyclus betekend een snellere groei door hogere winst. De aanname van de tijdsperiode (time period assumption) indiceert dat het lange bestaan van een bedrijf in kortere periodes kan worden gerapporteerd. Hierbij spelen 2 kwesties een rol: o Herkenningskwestie: Wanneer moeten de bedrijfsoperaties herkend worden (en genoteerd)? o Meetbaarheidskwestie: Voor welk bedrag moet dit herkend worden? Op een winst –en verliesrekening worden verschillende malen inkomsten en uitgaven opgesomd, zoals voor de belasting, na de belasting of zelfs inkomsten uit operationele activiteiten: multiple step. Dit is veelvoorkomend. Opbrengsten (revenues) worden gedefinieerd als stijgingen van activa of dalingen van schulden door de dagelijkse activiteiten van het bedrijf. o Operationele opbrengsten (operating revenues) zijn het resultaat van de verkoop van goederen en diensten. Kosten (expenses) zijn dalingen van de activa of stijgingen van de schulden door de dagelijkse activiteiten van het bedrijf. o Operationele kosten (operating expenses) zijn noodzakelijk om opbrengsten te genereren; zo moet er worden ingekocht, salarissen moet worden betaald, enz. Niet alle activiteiten die de winst –en verliesrekening beïnvloeden komen voort uit operationele activiteiten: dit wordt vaak opgesomd onder overige items (other items). Je kunt hierbij denken aan opbrengsten/kosten uit investeringen die niet met het alledaagse handelen van het bedrijf te maken hebben (gains of losses on sales of assets). o Winsten (gains) zijn stijgingen van de activa of dalingen van de schulden die niet ontstaan uit de dagelijkse hoofdactiviteiten van het bedrijf (peripheral transactions).
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 8 van 44 o
Verliezen (losses) zijn dalingen van de activa of stijgingen van de schulden die niet ontstaan uit de dagelijkse hoofdactiviteiten van het bedrijf (peripheral transactions). Belastingen is de laatste kostenpost op de winst –en verliesrekening voordat men het netto inkomen benaderd. Alle commerciële organisaties hebben verplichten met betrekking tot het betalen van belastingen, die altijd een procentueel bedrag zijn ten opzichte van een ander bedrag. Winst per aandeel (earnings per share) moet ook worden opgenomen op de winst –en verliesrekening doordat het externe investeringen zijn.
How are operating activities recognized and measured? Cash basis accounting: rapporteer opbrengsten wanneer het geld is ontvangen en rapporteer kosten wanneer het geld is uitgegeven. Accrual basis accounting: rapporteer opbrengsten en kosten in de periode wanneer deze worden gemaakt, ongeacht of deze ook daadwerkelijk ontvangen of uitgegeven zijn. Er zijn 2 principes die bepalen wanneer opbrengsten of kosten worden gerapporteerd: o Opbrengstenprincipe (revenue principle): dit principe zegt dat opbrengsten worden gerapporteerd als: De goederen of diensten worden geleverd. Er is een bewijs van betaling of van een toekomstige betaling. De prijs is bepaald en staat vast. Het innen gegarandeerd is. Hierdoor kunnen er 3 scenario’s ontstaan: Geld wordt ontvangen voor de goederen/diensten geleverd zijn: Bij betaling: Cash (+A) en @onverdiende opbrengsten (+L) Bij levering: Onverdiende opbrengsten (-L) en omzet (+R) Geld wordt ontvangen als de goederen/diensten worden geleverd: Cash (+A) en @Omzet (+R) Geld wordt ontvangen nadat de goederen/diensten geleverd zijn: Bij levering: debiteuren (+A) en @omzet (+R) Bij betaling: Cash (+A) en @debiteuren (-A) o Matchingprincipe (matching principle): dit eist da de kosten worden gerapporteerd in de zelfde gerelateerde periode als de opbrengsten worden gemaakt. Hierdoor kunnen er 3 scenario’s ontstaan: Geld wordt uitgegeven voor de goederen/diensten geleverd zijn: Bij betaling: Benodigdheden (+A) en @cash (-A) Bij verbruik: Kosten benodigdheden (+E) en benodigdheden (-A) Geld wordt ontvangen als de goederen/diensten worden geleverd: Kosten benodigdheden (+E) en @Cash (-A) Geld wordt ontvangen nadat de goederen/diensten geleverd zijn: Bij verbruik: Kosten benodigdheden (+E) en @nog te betalen (+L) Bij betaling: Nog te betalen (-L) en @cash (-A)
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 9 van 44
The expanded transaction analysis model Dit bovenstaande model bevat alle 5 elementen: activa, schulden & eigen vermogen (passiva), opbrengsten en kosten. Opbrengsten komen voort uit stijgingen van het netto inkomen en dus het eigen vermogen, gezamenlijk met een stijging van de creditzijde op de winst –en verliesrekening. Deze worden gecrediteerd op de balansen. Kosten komen voort uit dalingen van het netto inkomen en dus het eigen vermogen, gezamenlijk met een stijging van de debetzijde op de winst –en verliesrekening. Deze worden gedebiteerd op de balansen. Hoe rapporteren we een opbrengst/kost? o Stap 1: identificering en classificatie Accounts Welke accounts worden beïnvloed? (minstens 2) Is de opbrengst verdiend? Is de kost gemaakt? Wanneer beide “nee”: wat is er gegeven en ontvangen? Classificeer: activa, schuld, eigen vermogen, opbrengst of kost? Bepaal de richting: debiteren of crediteren? o Stap 2: verifiëren Verifieer debet = credit Verifieer de accounting vergelijking A = L + SE
How are Financial statements prepared and analyzed? Er zijn 3 belangrijke relaties tussen de 4 financiële overzichten: o Het netto inkomen op de winst –en verliesrekening resulteert in een stijging van de reserves op het overzicht van de ingehouden winsten. o De eindstand van de reserves is 1 van de 2 delen van het eigen vermogen dat men op de balans terug kan vinden (andere is aandelenkapitaal). o Het resultaat uit het kasstroomoverzicht is het verschil van de kas op de balans. Dit kan men in een model terugvinden op p. 158.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 10 van 44
Hoofdstuk 4: Adjustments, financial statements, and the quality of earnings Understanding the business Managers zijn verantwoordelijk voor de financiële overzichten naar alle belanghebbende partijen. Slechts wanneer er een hoge kwaliteit van de cijfers is, is het mogelijk om de toekomst te voorspellen en het verleden te analyseren. Men dient de kosten en de opbrengsten volgens het revenue principple en het matching principle te noteren (het gaat hierbij dus over de periode). Het gaat hierbij dus om de periode. Als men aan het einde van een accounting periode een einde wil maken aan de financiële overzichten, zal men vaak aanpassingen (adjustments) moeten toepassen om de overzichten kloppend te maken. Dit doet men ten behoeve van closing the books, wat niets minder als het voorgaande inhoudt.
Adjusting revenues and expenses Het proces dat entiteiten volgen om transacties te noteren en analyseren, deze op het einde van de periode aan te passen en de financiële overzichten voorbereiden noemen we de accountingcyclus (accounting cycle). Een saldibalans (trial balance) is een lijst van alle T-accounts met bijbehorende balansen om te checken of debit gelijk is aan credit. Adjusting entries zijn aangepaste boekingen die nodig zijn op het einde van de accounting periode om alle opbrengsten en kosten te meten. Hierbij worden de revenu –en matching principes gebruikt. Verder worden de schulden en activa geboekt voor de waarde van het moment. o Adjusting entries worden slechts op het einde van de accounting period gebruikt, omdat dit anders een te tijdrovende taak is. Er bestaan 4 types van adjusting entries: o Opbrengststijgende adjusting entries: Deferred revenues: men heeft kas ontvangen en zal later de opbrengst realiseren (vooruitontvangen bedragen). Unearned revenue (-L) @Revenue (+R, +SE)
xxx xxx
Vb. Unearned Franchise Fees Accrued revenues: opbrengsten die zijn verdiend maar nog niet zijn opgenomen omdat de kas nog ontvangen moet worden (nog te ontvangen bedragen). Receivable (+A) @Revenue (+R, +SE)
xxx xxx
Vb. Interest receivable, Accounts receivable o
Koststijgende adjusting entries:
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 11 van 44 Deferred expenses: men heeft kas uitgegeven en zal later de kost realiseren (vooruitbetaalde bedragen). Expense (+E, +SE) @Prepaid expense (-A)
xxx xxx
Vb. Prepaid expenses, Supplies, Property and equipment. Accrued expenses: kosten die zijn gemaakt maar nog niet zijn opgenomen omdat de kas nog uitgegeven moet worden (nog te betalen bedragen). Expense (+E, +SE) @Payable (+L)
xxx xxx
Vb. Accrued expense payable, Income Tax payable. De bedragen op een winst –en verliesrekening zijn tijdelijke accounts: ze hebben betrekking op een periode. De bedragen op een balans zijn permanente accounts: ze hebben betrekking op een momentopname. Door middel van de adjustments kunnen we met de onaangepaste saldibalans de (aangepaste) afleiden. De verdiensten per aandeel (earnings per share) (EPS) is het netto inkomen (resultaat) gedeeld door het gemiddeld aantal aandelen over de accounting periode.
Closing the books De definitieve balans wordt wederom gebruikt als beginbalans voor de volgende periode. Deze accounts noemt men de permanente (echte) accounts. Deze balans wordt niet teruggezet naar 0. Een winst –en verliesrekening wordt niet wederom gebruikt in de volgende periode. Deze accounts noemt men de tijdelijke (nominale) accounts. Deze worden teruggezet op 0 nadat ze naar het overzicht van reserves zijn gesloten. Een closing entry verplaatst balansen in een tijdelijk account naar het overzicht van de reserves en zet deze vervolgens terug op 0.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 12 van 44
Hoofdstuk 5: communicating and interpreting accounting information Understanding the business Corporate governance: de interesses van de aandeelhouders (eigenaren) van de organisatie worden meegenomen in het besluiten en managen. Om je aandelenkapitaal te behouden of vergroten dien je dit toe te passen, je moet je beleggers te vriend houden.
Players in the accounting communication process De SEC (Security and Exchange Commision) is een Amerikaanse agentschap die bepaald waaraan financiële overzichten aan moeten voldoen. Ze beschermen de investeerders en behouden de veiligheid van de markt. o Een gedeelte van de SEC is de FASB (Financial Accounting Standard Board): zij stellen de GAAP (Generally Accepted Accouting Principles) op. o Een ander gedeelte van de SEC is de PCAOB (Public Company Accounting Oversight Board): zij stellen de regels voor de onafhankelijke accountants (audits). o Het laatste gedeelte van de SEC is de voorraaduitwisseling (stock exchange): deze stellen regels omtrent de corporate governance. Hoe deze partijen zich schematisch tot elkaar verhouden kan men bekijken op blz.268. De primaire verantwoordelijkheid van de juistheid van de financiële overzichten van een organisatie ligt bij de CEO (Chairman and Chief Executive Officer). De hoogste baas (CEO) die het meest gerelateerd is aan de accounting (financiële overzichten), noemt men de CFO (Chief Financial Officer). Zij moeten beide een aantal zaken zeker stellen: o Elk financieel rapport, dat door de organisatie wordt opgesteld, moet correct en volledig zijn. o Er mogen geen zwakheden in de interne controle zijn voor het waarborgen van de juistheid en volledigheid van de financiële overzichten van een organisatie. o De organisatie dient te vermijden dat er enkele vormen van zwakheid of fraude bestaan in de externe controles (audits en comités). Op het plegen van fraude in financiële overzichten staan hoge straffen, die zijn opgesteld door de SEC. Het accountingpersoneel (accounting staff), die de financiële overzichten voorbereiden, dragen ook een grote verantwoordelijkheid, hoewel zij legaal nauwelijks verantwoordelijk zijn: zij zullen dus zo goed als nooit een straf krijgen wanneer er sprake was van fraude. Het raad van bestuur (board of directors), die gekozen zijn door de aandeelhouders om hun interesses te representeren, is verantwoordelijk voor het behouden van de volledigheid van de financiële overzichten van de organisatie. o Vaak bestaat er een specifiek comité betreffende accounting. Zij stellen ook vaak de onafhankelijke accountants aan.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 13 van 44 Het PCAOB verplicht publieke organisaties om de financiële overzichten door onafhankelijke accountants te laten controleren. Ook private organisaties laten vaak hun financiële overzichten controleren door onafhankelijke accountants. Een onvoorwaardelijke accountantmening (unqualified audit opinion) is een ondertekening van een accountant dat de financiële overzichten eerlijk zijn en in overeenstemming zijn met GAAP. o Dergelijke ondertekeningen zijn vaak verplicht bij het nemen van leningen. Financële analisten ontvangen de financiële rapporten van organisaties, zodat zij deze kunnen verklaren, voorspellen en doorcommuniceren. o Een voorbeeld daarvan is een earning forecast: een voorspelling over de opbrengsten van de aankomende accounting perioden. Doordat er veel beslissingen worden genomen op basis van de rapporten van financiële analisten, veroorzaakt dit een voorraadprijsmarkt: er wordt snel gereageerd en beslist, afgaande op de informatie. Dit noemt men marktefficiëntie in de financiering. Externe partijen gebruiken voor hun beslissingen vaak meerdere informatieservices (rapporten van financiële analisten). o Met behulp van het internet wordt dit als maar makkelijker. Institutionele investeerders (institutional investors) zijn managers van pensioenen, beleggingen, kapitaalverzekeringen en andere fondsen. Zij investeren voor het belang van anderen. Private investeerders (private investors) zijn individuen die aandelen van de organisatie kopen met als doel het verdienen van dividend (of koerswinsten d.m.v. doorverkoop). Kredietverstrekkers (lenders / creditors) zijn financiële instituten of aanbieders die geld aan organisaties lenen. o Allen bestuderen zij de financiële overzichten van een organisatie om te beslissen of zij willen handelen met de organisatie. De kost/opbrengst restrictie (cost-benefit constraint) suggereert dat de opbrengsten voor accountingrapportages zwaarder moeten wegen dan de kosten. Correcte en goede accountinginformatie voldoet aan onderstaande 4 punten: o Relevant: het is tijdsgebonden en heeft een voorspellend karakter. o Betrouwbaar: precies, verifieerbaar en onpartijdig. o Consistent: door gebruik van dezelfde accountingmethodes zijn vergelijkingen mogelijk in de loop der tijd. o Vergelijkbaar: door gebruik van dezelfde accountingmethodes zijn vergelijkingen mogelijk binnen de organisatie. De waardes van deze 4 punten beïnvloeden beslissingen. Materiële bedragen zijn bedragen die groot genoeg zijn om een beslissing te kunnen beïnvloeden. Wanneer dit niet het geval is zijn het immateriële bedragen. Conservatisme suggereert dat men de activa niet moet overschatten en de schulden niet moet onderschatten. o Lezers van financiële overzichten moeten zich bewust zijn voor deze 2 restricties.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 14 van 44
The disclosure process SEC heeft FD (Fair Disclosure) gereguleerd, wat inhoudt dat een organisatie verplicht is om belangrijk nieuws goed toegankelijk moet maken voor alle belanghebbenden. Een persbericht (press release) is een publiek nieuwtje dat voor iedereen bekend wordt. Het houden van conferenties zijn hier voorbeelden van. Private ondernemingen brengen vaak slechts het jaarlijkse rapport naar buiten met de 4 financiële overzichten, voetnoten en rapporten van audits. o Deze zijn vaak verder uitgewerkt omdat zij gebruikt kunnen worden als PR. Vaak kan men een jaarlijks rapport opsplitsen in 2 delen: allereerst het “niet-financiële” gedeelte waarin een woordje staat van de CEO, het bedrijfsprofiel enz. In het 2e “financiële” gedeelte staan vaak de 4 financiële overzichten, voetnoten en rapporten van audits. Driemaandelijkse rapporten beginnen vaak met een woordje van de CEO en vervolgens de winst –en verliesrekening van de accountingperiode en de balans. Deze zijn vaak niet gecontroleerd door een onafhankelijke accountant. Private ondernemingen gebruiken dit voor hun kredietverstrekkers. Publieke ondernemingen leveren bestanden af in overeenstemming met de SEC: o Form 10-K: een jaarlijks rapport dat publieke organisaties moeten afleggen aan SEC. o Form 10-Q: een driemaandelijks rapport dat publieke organisaties moeten afleggen aan SEC. o Form 8-K: deze wordt door publieke organisaties gebruikt om een enkel materieel bedrag te rapporteren, wat van belang kan zijn voor investeerders of kredietverstrekkers. Hoe hoger men in de formulieren verkeerd, hoe meer informatie er opgenomen dient te worden.
A closer look at Financial statement formats and notes Om de jaarlijkse rapporten bruikbaarder te maken voor de verschillende belanghebbende doelgroepen, worden er dikwijls meerdere classificaties gebruikt. Voor de balans kan dit bijvoorbeeld inhouden dat men verschillende aspecten in een aspect heeft samengevoegd (bijv. lang lopende schulden). Het wordt dus gesimplificeerd voor de beslissingsdoeleinden van de doelgroep. Het gemeenschappelijk aandelenkapitaal kan men opsplitsen in 2 groepen: o Gewone aandelen (common stock): zij hebben alle een nominale waarde (par value) die geprint is op het certificaat. Deze wordt ingeschat en bepaald door de directie: het is de minimale deelname van een eigenaar. o Echter worden aandelen vaak tegen hogere bedragen uitgegeven dan de nominale waarde: deze extra verdiensten vormen het extra ingelegde kapitaal (Additional Paid-In Capital). Hierdoor ontstaat een extra deel eigen vermogen: agioreserve. Ook bij winst –en verliesrekeningen is sprake van classificatie. Zo wordt er bij producerende organisaties vaak gebruik gemaakt van een brutowinst (Gross profit or Gross margin). Dit is de netto-omzet (net sales) minus de kostprijs van de omzet (costs of goods sold). Nonoperating items zijn inkomen, kosten, winsten en verliezen, zoals interestkosten. Dit zijn geen primaire operaties van de organisatie.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 15 van 44 o
Hierdoor kan men een inkomen uit primaire activiteiten (income from operations) afleiden. Deze is gelijk aan de brutowinst (Gross margin) minus de overige kosten met betrekking tot de primaire activiteiten. o Ook kan men een inkomen voor belastingen (income before income taxes / pretax earnings) afleiden: deze is gelijk aan alle opbrengsten minus alle kosten, behalve de inkomstenbelastingkosten. Organisaties zijn verplicht om operationele activiteiten die beëindigd zijn te vermelden, evenals de buitengewone items. Ook het overzicht van het eigen vermogen ondergaat classificatie, echter komt dit in H11. Het kasstroomoverzicht ondergaat classificatie doordat men deze vaak verdeeld over 3 delen: o Operationele activiteiten o Investeringsactiviteiten o Financieringsactiviteiten Het is voor organisaties verplicht om in de voetnotes (notes) te vermelden door middel van welke methodes men aan de cijfers is gekomen. o GAAP verbiedt de meeste alternatieve methodes. o Zonder voetnoten is het onmogelijk om een jaarlijks rapport te bestuderen: ze staan daarom vaak vermeld onder de significant accounting policies. Dit is het eerste gedeelte van de notes. Het tweede gedeelte van de notes bestaat uit aanvullende informatie betreffende de data op de financiële overzichten. Het is dus extra info die van belang is. Het laatste gedeelte van de notes bestaat uit informatie die impact heeft op de organisatie, maar niet terug te vinden is in de financiële overzichten. GAAP en SEC stellen beide minimumeisen. Wanneer een organisatie meer informatie wil toevoegen is dit natuurlijk altijd toegestaan.
Return on assets analysis: a framework for evaluating company performance Het evalueren van de prestaties van organisaties is de primaire doelstelling van een jaarlijks rapport. Alle belanghebbenden zullen de jaarlijkse rapporten bestuderen voor de beslissingen die zij zullen maken. De methode om te evalueren die veelal wordt gebruikt, is de ROA (return on assets) analyse. o o
𝑅𝑂𝐴 (𝑅𝑒𝑡𝑢𝑟𝑛 𝑜𝑛 𝐴𝑠𝑠𝑒𝑡𝑠) =
( (
)
)
Deze 2 aspecten worden winstmotoren (profits driver / levers) genoemd omdat ze de 2 manieren beschrijven dat management de ROA kan verbeteren. o Netto winstmarge = netto-inkomen gedeeld door de netto-omzet (hoeveel elke euro omzet wordt omgezet in winst). o Total Asset Turnover (efficiency): Netto-omzet gedeeld door de gemiddelde totale activa. Het toont het aantal euro’s aan dat kan worden omgezet uit 1 euro activa. Bedrijven maken een strategie voor het verkopen van hun producten, waarbij we onderscheid tussen 2 strategieën maken:
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 16 van 44 o o
Highvalue / productdifferentiation: hoge prijzen, veel promoties om superieur aan te tonen (exclusiviteit). Low-cost strategy: produceren tegen zo laag mogelijke kosten om zoveel mogelijk winst te maken.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 17 van 44
Hoofdstuk 6: Reporting and interpreting sales revenu, receivables and cash Understanding the business De brutowinst (gross profit / gross margin) is de netto-omzet minus de kostprijs van de omzet. Door kortingen, creditcards en andere dergelijke diensten van een organisatie zullen de netto-omzet, de kas en de debiteuren stijgen.
Accounting for sales revenue Opbrengstenprincipe (revenue principle): dit principe zegt dat opbrengsten worden gerapporteerd als: De goederen of diensten worden geleverd. Er is een bewijs van betaling of van een toekomstige betaling. De prijs is bepaald en staat vast. Het innen gegarandeerd is. Verkopers van goederen rapporteren vaak wanneer het risico niet meer in hun handen ligt. Dat kan zijn wanneer: o De goederen zijn verzonden: FOB (free on board) shipping point. Vaak wordt er ook betaald voor de verzending. o De goederen zijn geleverd: FOB destination. Men betaald hierbij pas vaak bij de levering zelf. Verkopers van diensten rapporteren vaak wanneer de service geleverd is aan de klant. Het geschikte bedrag van de opbrengsten om te rapporteren is de (kasequivalente verkoopprijs) cash equivalent sales price: een organisatie kan bijvoorbeeld zelf haar producten verkopen, maar ook via een retailer haar producten verkopen. Men dient dus het bedrag te rapporteren wat men aan kas totaal zal gaan verdienen. Door het aanbieden van kortingen wanneer de klant direct betaald, vergroot je, je omzet. Zo ook door meerdere betalingen te accepteren (Credit Card, iDeal, PayPal, enz.). o Het feit dat een organisatie gebruik maakt van de betalingsdiensten, zoals Credit Cards, neemt wel kosten met zich mee. Een kaskorting (sales discount) is een manier om het aantrekkelijk te maken om snel te betalen. Dit heeft als voordelen dat men eerder zal betalen en dat men de rekeningen voorrang geeft boven rekeningen waarbij men geen korting krijgt. Retailers en klanten hebben het recht om producten die niet naar wens zijn terug te sturen onder de voorwaarde dat het aankoopbedrag vergoed wordt (waardebon, volledige teruggave). o Sales returns and allowance is een vermindering van de omzet doordat producten geretourneerd worden.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 18 van 44 o
Bij het rapporteren van de netto-omzet dient men rekening te houden met eventuele kosten voor betalingsmogelijkheden, verstrekte kortingen en retouren.
𝐵𝑟𝑢𝑡𝑜𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡𝑝𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒 (𝐺𝑟𝑜𝑠𝑠 𝑝𝑟𝑜𝑓𝑖𝑡 𝑝𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒) =
.
Measuring and reporting receivables Vorderingen (Receivables) worden vaak geclassificeerd in 3 gelijke manieren: o Allereerst beschouwd men het verschil tussen debiteuren (accounts receivables) en te innen bedragen (notes receivables). Debiteuren zijn openstaande bedragen van het bedrijf door de klanten. Te innen bedragen zijn genoteerde beloftes die de andere partij eist om het bedrag onder bepaalde voorwaarden te voldoen. Deze bestaan uit een beginbedrag (principal) en extra interest (interest) naarmate de periode langer wordt. o Een tweede opsplitsing is het onderscheid tussen handelsvorderingen (trade receivables) en niet handelsvorderingen (nontrade receivables). De eerste vorm heeft te maken met de bedrijfoperaties en primaire activiteiten, de tweede niet. o Een derde opsplitsing is het onderscheid tussen korte –en langetermijn vorderingen. Subsidiary accounts: dit is wanneer een organisaties de vorderingen per bedrijf uitsorteert. Op de balans is in dat geval het totaalbedrag teug te vinden. Wanneer klanten waarschijnlijk niet gaan betalen (bad debts), geeft dit een probleem in de boekhouding. Dit wordt vaak opgelost door middel van de toelagemethode (allowance methode): men noteert in dat geval een kostenpost “niet ontvangen bedragen” (bad debt expense). o Een adjusting journal entry at the end of the accounting period noteert dit. o
Allowance for doubtful accounts (-A) -xxx @Bad debt expense (+E)
-xxx
Dit beïnvloed de winst –en verliesrekening: het laat het netto-inkomen en het eigen vermogen dalen. De balanswaarde daalt dus ook. Wanneer men zeker is dat een klant niet meer gaat betalen, wordt de volgende journal entry opgesteld: o
Allowance for doubtful accounts (+A) +xxx @Accounts receivable (-A)
-xxx
Dit beïnvloed de winst –en verliesrekening niet, zo ook niet de balans. o Op de balans wordt vaak de netto boekwaarde genoteerd: in een enkele post zijn dan al deze vormen van assets opgenomen. De bad debt expense is doorgaans een geschatte waarde, vaak gebaseerd op een percentage van de totale kredieten voor een periode of een veroudering van de vorderingen. GAAP accepteert beide methoden: de tweede is echter preciezer, maar kost vaak meer tijd. o Percentage of credit sales method: dit neemt een historisch percentage van de verkoop op krediet dat resulteert in bad debts. Deze methode is direct en sneller. o Aging of accounts receivable method: deze methode schat de bad debts op basis van individuele vorderingen.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 19 van 44 Wanneer men een verkeerde inschatting maakt van de bad debts, zullen de voorgaande jaarlijkse verslagen niet gecorrigeerd worden.
Reporting and safeguarding cash Kas (cash) wordt gedefinieerd als geld of een instrument dat banken accepteren om te crediteren naar bedrijfsaccounts. Kasgelijkheden (cash equivalents) zijn investeringen op de korte termijn met looptijden kleiner dan 3 maanden, die veranderbaar zijn in kas voor dezelfde waarde, zoals bankcertificaten. Kasmanagement is hedendaags een belangrijk onderwerp in de organisaties. Behalve het voorkomen van fraude, verliezen en diefstal komen hier enkele belangrijke zaken bij kijken: o Interne controles houdt in dat met als organisatiezijnde de waarde van de financiële overzichten moet waarborgen, zo ook de effectiviteit en efficiëntie van de primaire activiteiten en restricties door reguleringen en wetten. Deze moeten betrekking hebben op alle assets: kas (belangrijkste), vorderingen, investeringen, voorraad enz. Hoewel ze de betrouwbaarheid verhogen, worden ze desalniettemin nog gecontroleerd door externe accountants. Effectieve interne controles op kas omvatten: Scheiding van de wetten: meerdere personen voor meerdere functies en procedures. Voorgeschreven procedures en beleid. o Verzoening tussen kasstroomoverzichten en bankafschriften. Een bankverzoening houdt in dat het proces van het verifiëren van bankafschriften en het noteren van kasstromen precies verloopt. Hierbij kan men enkele afkortingen tegenkomen: EFT: Electronic Funds Transfer: electronische uitwisseling van informatie met betrekking tot de betalingen van handelsactiviteiten. INT: verdiende interest NSF check: onvoldoende fondsen SC: service kosten. Men kan deze verzoening laten plaatsvinden in 4 stappen: Uitstaande controles: algemene inkomsten op de bank, ook door middel van elektronische betalingen. De transactiekosten zijn hierbij al in mindering gebracht. Identificeer de deposito’s: Een rekening waarbij aan de bank toevertrouwd geld pas na afloop van een afgesproken termijn weer ter vrije beschikking van de rekeninghouder komt. Over het geld wordt gedurende de looptijd een van tevoren af te spreken rente vergoed. Noteer bankuitwisselingen en kredieten: ontvangen interesten, servicekosten, enz. Bepaal de fouten van de bank.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 20 van 44
Hoofdstuk 7: Reporting and interpreting cost of goods sold and inventory Understanding the business De kostprijs van de omzet en de waarde van de voorraad is hedendaags bij bedrijven een grote zorg: ze bekijken voortdurend de kosten en de kwaliteit van de voorraad. Het primaire doel van voorraadmanagement is zorgen voor voldoende hoeveelheden van de juiste kwaliteit op het juiste moment beschikbaar, waarbij men de voorraadkosten minimaliseerd. Het hebben van de weinig voorraad veroorzaakt ‘’nee-vorkopen’’ wat slecht is voor de opbrengsten en de klanten. Het hebben van te veel voorraad neemt vaak hoge opslagkosten met zich mee.
Nature of inventory and costs of goods sold Voorraad (inventory) is een materieel eigendom wat men bezit ten gunste van het bedrijf of om goederen of diensten mee te produceren. Het is een vlottende activa. Er bestaan verschillende vormen van voorraad: o Handelswaren (merchandise invertory): goederen die worden gebruikt in het productieproces ten gunste van het bedrijf en haar primaire activiteiten. Wanneer men dit aankoopt, stijgt de voorraad. Als men dit verkoopt stijgt de kostprijs van de omzet en daalt de voorraad. o Grondstoffen (raw materials inventory): goederen die nodig zijn om de producten te produceren. o Werkprocesvoorraad (work in process inventory): halffabricaten. o Eindproducten (finished goods inventory): eindproducten die nog niet zijn verkocht. Men werkt dus van grondstoffen naar halffabricaten naar eindproducten: de volledige kosten die in dit proces worden gemaakt moeten worden opgenomen, evenals de directe arbeid die hiervoor is geleverd en de factory overhead: overige kosten met betrekking tot het dergelijke proces. o Beginstand voorraad + aankopen handelswaren = beschikbare goederen voor verkoop = kostprijs van de omzet + eindstand voorraad. De goederen in de voorraad worden veelal gewaardeerd tegen de kosten waarvoor ze zijn geproduceerd, inclusief de kosten voor het brengen van de producten op locatie. o Er wordt vaak een onderscheid in producten gemaakt: klaar om te gebruiken en klaar om te verzenden.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 21 van 44
Inventory costing methods De voorraadkosten per eenheid product en de verkoopprijzen per eenheid product kunnen gedurende het jaar verschillen. Dit is lastig voor wat betreft de voorraadwaardering en de kostprijs van de omzet. Hiervoor zijn derhalve 4 methodes ontwikkeld: Specifieke identificatie, FIFO, LIFO en gemiddelde kosten. De specifieke identificatie (specific identification method) identificeert de kosten voor het specifieke item dat is verkocht. Dit is een zeer precieze benadering, waarbij men accuraat moet weten welke producten er exact verkocht worden. Daarvoor is deze methode niet geheel praktisch, behalve voor zeer exclusieve bedrijven. Kasstroomaannames: de keuze voor deze voorraadmethode is niet gebaseerd of de fysieke uitstroom van goederen, daarom zijn het aannames. Alle aankopen moeten hierbij hebben plaatsgevonden voordat men de kostprijs van de omzet kan noteren. Men kent hierbij FIFO en LIFO: o FIFO: First-in, First-out: het goed dat als eerste is ingekocht gaat er als kostprijs als eerste uit (bijv. in een supermarkt). De oudste producten zullen gealloceerd worden ten behoeve van de kostprijs van de omzet, de nieuwste ten behoeve van de eindstand van de voorraad. o LIFO: Last-in, First-out: het goed dat als laatste is ingekocht gaat er als kostprijs als eerste uit (economisch gezien). De oudste producten zullen gealloceerd worden ten behoeve van de eindstand van de voorraad, de nieuwste ten behoeve van de kostprijs van de omzet. De gemiddelde kosten methode (average cost method) gebruikt het gewogen gemiddelde van de goederen voor zowel de kostprijs van de omzet als de eindstand van de voorraad. De methode die een bedrijf gebruikt heeft invloed op de financiële overzichten. GAAP accepteert alle vormen. Het IFRS prefereert LIFO. De methode die de hoogte eindstand van de voorraad geeft, geeft de laagste kostprijs van de omzet en vice versa. Wanneer de inkoopkosten stijgen, zal LIFO een lager inkomen en voorraadwaardering weergeven dan FIFO, en vice versa. Managers maken een keuze voor een methode op basis van de netto-inkomenseffecten en de belastingkosten. o Het komt voor dat bedrijven voor de externe rapportering een andere methode hanteren dan voor de interne rapportering. Hiervoor is een regel opgesteld. o LIFO conformity rule: Als LIFO wordt gebruikt ten behoeve van de belastingen, moet deze ook gebruikt worden om de voorraad en de kostprijs van de omzet de berekenen voor de financiële overzichten. Voor voorraad met stijgende kosten wordt LIFO gebruikt voor lagere inkomensbelastingen. Voor voorraad met dalende kosten wordt FIFO gebruikt voor lagere inkomensbelastingen. o Dit heeft te maken met de waarde van de kostprijs van de omzet. Elke onderneming is vrij om te kiezen welke methode zij gebruiken. Echter schrijven de accountingregels voor dat men consistent moet zijn en niet zomaar mag veranderen van methode.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 22 van 44
Valuation at lower of cost or market Productwaardering gaat volgens lower of cos tor market (LCM): o Zoals bekend worden de opgetelde kosten voor een product gebruikt ter voorraadwaardering. Echter, wanneer de marktprijs van het identieke product lager ligt, dient men deze te hanteren (replacement cost). o Producten die geschaad zijn of verouderd zijn dienen geschat te worden tegen de netto-realiseerbare waarde. Hierdoor ontstaat een holding loss: een verlies door veroudering. Dit komt vooral bij technologische bedrijven en mode voor. Hierdoor stijgt de kostprijs van de omzet en daalt de voorraadwaarde.
Evaluating inventory management 𝐼𝑛𝑣𝑒𝑛𝑡𝑜𝑟𝑦 𝑇𝑢𝑟𝑛𝑜𝑣𝑒𝑟 𝑅𝑎𝑡𝑖𝑜
. Deze ratio meet het succes wat bedrijven
boeken betreffende het goed op voorraad hebben van benodigde voorraad: niet te veel en niet de weinig. 𝐴𝑣𝑒𝑟𝑎𝑔𝑒 𝐷𝑎𝑦𝑠 𝑡𝑜 𝑆𝑒𝑙𝑙 𝐼𝑛𝑣𝑒𝑛𝑡𝑜𝑟𝑦
. Dit laat zien hoeveel dagen de
organisatie nodig heeft om haar voorraad te produceren en te leveren aan klanten. Het neemt heel wat gevolgen mee als men veranderd van voorraadmethode LIFO naar FIFO of andersom. o LIFO reserve: het verschil in de waardering tussen FIFO en LIFO.
Control of inventory Na de kas is voorraad het meest gevoelig voor diefstal en fraude: voorraadmanagement is dus van groot belang: o Scheiding van verantwoordelijkheden; o Goede en veilige opslag; o Beperkte toegang tot de voorraad voor medewerkers; o Eeuwigdurende voorraad onderhouden; o Vergelijk de getallen met de daadwerkelijke fysieke voorraad. In een eeuwig voorraadsysteem wordt een gedetailleerde voorraad onderhouden, waarbij elke inkoop en verkoop in de accountingperiode wordt genoteerd. In een periodiek voorraadsysteem worden de eindstand van de voorraad en de kostprijs van de omzet op het einde van de accountingperiode bepaald aan de hand van de fysieke hoeveelheid die aanwezig is in de voorraad.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 23 van 44
Hoofdstuk 8: Reporting and interpreting property, plant and equipment; natural resources and intangibles Understanding the business De managers in de meeste bedrijven houden zich veelal ook bezig met het voorspellen van de productiecapaciteit op lange termijn. D.w.z., de vaste activa die men nodig gaat hebben. Te veel zorgt voor extra onnodige kosten en te weinig stagneert het productieproces. Kwesties rondom materiaal en eigendommen zijn van groot belang voor de strategieën van een organisatie, winstgevendheid en beslissingen omtrent de prijzen.
Acquisition and maintenance of plant and equipment De bronnen die de productiecapaciteit van een organisatie bepalen, noemen we vaak de langdurige activa (long-lived assets). Dit zijn de (im)materiële bronnen van een organisatie die meerdere jaren worden gebruikt voor de primaire activiteiten. o Materiële activa (tangible assets) zijn fysiek (je kunt ze aanraken): deze noemen we ook wel de vaste activa (fixed assets) of Property, plant and equipment (PPE). Land is een PPE: vaak een aparte post op de balans. Gebouwen, armaturen en materialen zijn PPE, Natuurlijk bronnen zijn PPE. o Immateriële activa (intangible assets) zijn niet fysiek, zoals copyright, licenties, octrooien, merken en patenten. Alle kosten die worden gemaakt ten behoeve van het gebruik van een activa moeten worde genoteerd volgens het kostenprincipe (cost principle), zo ook de incidentele kosten en renovaties. Kosten zijn gekapitaliseerd (capitalized) wanneer ze genoteerd worden als een gedeelte van de kosten van de activa in plaats van kosten in de accountingperiode. Zo ontstaat de aankoopkost (acquisition cost): de netto kaswaarde die gelijk is aan alle betaalde en te betalen bedragen t.b.v. het activum. Men kan een aankoop financieren door middel van kas, leningen, eigen vermogen (aandelen uitgeven) of een combinatie tussen meerdere. Ook door constructie is een aankoop mogelijk: hier produceert de organisatie zelf de aankoop en telt men de daarvoor gemaakte kosten op. Hierdoor ontstaan vaak rentes die later betaald moeten worden: gekapitaliseerde interest (ook deze telt mee). Vaste activa is zo nu en dan toe aan onderhoud, aanvullingen en reparaties. Hierin onderscheiden we 2 zaken: o Gewone reparaties en onderhoud zijn kosten voor de normale primaire activiteiten van de langdurige activa van de organisatie. Ze worden toegerekend aan de
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 24 van 44
o
opbrengstenkosten (revenu costs): het onderhouden van de productiecapaciteit van de activa alleen tijdens de accountingperiode. Ze worden als kosten genoteerd. Aanvullingen en verbeteringen: dit zijn infrequente kosten die de economische waarde voor de toekomst van het activum laten stijgen. Deze kapitaalkosten (capital expenditures) laten de levensduur van de productiecapaciteit stijgen, laat ze efficiënt werken en laten de activumpost op de balans stijgen: ze worden dus niet gezien als kosten.
Use, Impairment and disposal of plant and equipment Langdurige activa heeft een gelimiteerd leven. Het matchingprincipe eist dat een gedeelte van de kosten van het activum gealloceerd worden in dezelfde accountingperiode als wanneer de opbrengsten worden gemaakt waarin het activum wordt gebruikt. Afschrijving (depreciation) is het proces van het alloceren van kosten van langdurige activa over de levensduur hiervan, waarbij een systematische en rationele methode wordt gebruikt voor het verminderen van de waarde. Wanneer er wordt afgeschreven op een activum, toont deze vaak niet meer de marktwaarde aan. De afschrijvingen worden gezien als een kost: Depreciation expense. Men verlaagt de waarde op de balans door deze te verminderen met de opgetelde afschrijvingen (accumulated depreciation). De waarde op de balans noemt men de netto boekwaarde (net book value). De afschrijvingskosten zijn altijd schattingen, omdat men de economische waarde en levensduur van het activum dient te schatten: dit is de geschatte tijd waarvan men verwacht te kunnen genieten van de service die het activum biedt. De residuele waarde (residuel / salvage value) is de restwaarde van een activum, de minimumwaarde. Er zijn 3 methodes die men kan gebruiken om af te schrijven: o Rechte lijn methode (Straight-line Method): een methode die het activum periodiek afschrijft. o
(𝐶𝑜𝑠𝑡 – 𝑟𝑒𝑠𝑡𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒) 𝑥 1/𝑙𝑒𝑣𝑒𝑛𝑠𝑑𝑢𝑢𝑟 = 𝑎𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔𝑠𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 Units-of-production method: een methode die de afschrijft aan de hand van de mate waarin het wordt gebruikt. (
)
o
𝑥 𝑎𝑐𝑡𝑢𝑒𝑙𝑒 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡𝑖𝑒 = 𝐴𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔𝑠𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛
Hierbij worden de afschrijvingskosten dus variabel. Declining-Balance method: deze methode schrijft het activum af over meerdere rechtelijnenratio’s (vaak 2). Dit kan men toepassen wanneer men denkt dat hoe nieuwer het activum is, hoe productiever deze zal zijn. Men schrijft dus in het begin meer af. Je schrijft hierbij dus een vast percentage van het restant af. (𝐶𝑜𝑠𝑡 − 𝑎𝑐𝑐𝑢𝑚𝑢𝑙𝑎𝑡𝑒𝑑 𝑑𝑒𝑝𝑟𝑒𝑐𝑖𝑎𝑡𝑖𝑜𝑛)𝑥
=
𝑎𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔𝑠𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 Wanneer het activum even productief is over zijn gehele levensduur, prefereert men vaak de recht lijn methode. Deze wordt het meest gebruikt, ook omdat deze in de eerste jaren zorgt voor een hoger inkomen. Echter kan men ook voor een ander kiezen wanneer de mate van gebruik waarde-afhankelijk is.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 25 van 44 Voor de afschrijvingen gebruiken organisaties 2 verschillende vormen van noteren. GAAP wordt gebruikt om naar buiten te rapporteren en IRC (Internal Revenue Code) voor de belastingen. Least and latest rule: men wil altijd zo’n laag mogelijk bedrag belasting betalen, vaak op de laatst mogelijke datum. Organisaties dienen zich bewust te zijn van mogelijke verslechteringen van de activa. 2 stappen zijn daarbij van belang: o Testen van verslechtering: een activum is verslechterd wanneer de netto boekwaarde groter is dan de toekomstige kasstromen. o Het verslechteringsverlies is dan het netto boekwaarde minus de werkelijke waarde. Men maakt ook van dit verlies een journal entry: Verslechteringsverlies (-SE, +Loss) @Inventaris (-A)
xxx xxx
Men kan als organisatie zowel vrijwillig als onvrijwillig afstand doen van een activum. Hiertoe dient men 2 journal entries te maken: voor het updaten van de afschrijvingen en het noteren van de verkoop of afdoening. o Allereerst kijkt men wat men ontvangt door de verkoop. Vervolgens leidt men de winst of het verlies af door dit bedrag in mindering te brengen met de netto boekwaarde van het activum. Deze krijgt men wanneer men de opgetelde afschrijvingen aftelt van de originele aankoopprijs. Dit vergt 2 journal entries: Updaten afschrijvingskosten Afschrijvingskosten (+E, -SE) @Opgetelde afschrijvingen (+XA, -A)
xxx xxx
Noteren van de verkoop Cash (+A) Opgetelde afschrijvingen (-XA, +A) @Inventaris (-A) @Winst door verkoop (+Gain, +SE)
xxx xxx xxx xxx
Natural resources and intangible assets Sommige bedrijven gebruiken natuurlijke bronnen (wasted assets), zoals olie of goud. Zij zijn een kritisch punt voor de economie, omdat zij gelimiteerd zijn. Uitputting (depletion) is de systematische en rationele allocatie van de kosten van de natuurlijke bronnen over de periode waarin zij worden uitgebuit. Natuurlijke bronnen dienen dus ook afgeschreven te worden. Immateriële activa worden steeds belangrijker voor een organisatie. De meeste dergelijke activa worden bewezen door een bewijs door middel van een document. Immateriële activa worden slechts genoteerd wanneer hiervoor daadwerkelijk is betaald. Het is belangrijk om te bepalen of een immateriële activum een gelimiteerd leven heeft of niet: o Gelimiteerd: deze worden door middel van de rechte lijn methode afgeschreven. Het wordt ook wel amortisatie genoemd: de allocatie van de kosten over de aankoopprijs van de immateriële activa.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 26 van 44 o
Ongelimiteerd: deze worden dus niet afgeschreven en er is geen sprake van amortisatie. Goodwill wordt gebruikt om dat gedeelte van de marktwaarde van een onderneming aan te duiden dat niet direct toewijsbaar is aan de activa en passiva. Goodwill ontstaat in de meest gevallen slechts bij een overname en wordt binnen de financiële wereld beschouwd als de meerwaarde van een onderneming boven het netto vermogen. In deze zienswijze vertegenwoordigt de goodwill toekomstige inkomsten van de ondernemingen die nog niet gewaardeerd zijn op de balans, maar die al wel bestaan in de vorm van kennis, klanten, merken, personeel, et cetera. Een handelsmerk is een exclusief legaal recht om een speciale naam, logo of slogan te gebruiken. Een copyright is een exclusief recht om literair, muzikaal of artistiek werk te gebruiken, publiceren of te verkopen. Technologie omvat kosten voor computersoftware en webontwikkelingen. Een patent wordt verleend door een overheid voor een uitvinding; het is een exclusief recht, gegeven aan de eigenaar, om het de produceren, verkopen en te gebruiken. Een franchise is een contractueel recht om bepaalde producten en diensten onder het gebruik van een handelsmerk te verkopen en te gebruiken in een bepaalde regio. Licenties en operationele rechten verkregen door een overheid geeft de eigenaar toestemming om publieke eigendommen te gebruiken voor haar services.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 27 van 44
Hoofdstuk 9: Reporting and interpreting liabilities Understanding the business Bedrijfen financieren hun aankopen op 2 manieren: door fondsen van kredietverstrekkers (leningen, schulden) en door fondsen van de eigenaren (eigen vermogen). Dit noemt men de kapitaalstructuur (capital structure). Bij het nemen van leningen nemen managers 2 aspecten mee in de keuze: risico en kosten. Eigen vermogen is minder risicovol; wanneer men bij een lening namelijk niet kan voldoen aan de eisen kan de kredietverstrekker faillissement voor de organisatie forceren.
Liabilities defined and classified Schulden (liabilities) zijn schulden of obligaties die resulteren uit transacties uit het verleden. Ze worden betaald door activa of services. Men betaald meer terug aan de kredietverstrekker dan dat men totaal leent, omdat men extra interest moet afdragen. Kortlopende schulden (current liabilities) zijn korte termijn obligaties die terugbetaald zullen worden binnen 1 jaar of binnen de operationele cyclus. Langlopende schulden (noncurrent liabilities) zijn alle andere schulden. Liquiditeit (liquidity) is de mate waarin een organisatie is staat is om haar kortlopende schulden te voldoen. Dit kan men bepalen aan de hand van de quick ratio: o
𝑄𝑅 =
.
Kortlopende schulden De meeste kortlopende schulden hebben een directe relatie met de primaire activiteiten van een organisatie. Omdat bedrijven eerst moeten produceren voordat zij kunnen verkopen, wordt er vaak krediet versterkt door de aanbieders zodat bedrijven tijd hebben om de produceren en geld te ontvangen. Dit resulteert in een kortlopende schuld: crediteuren (accounts payable). o
𝐴𝑐𝑐𝑜𝑢𝑛𝑡𝑠 𝑝𝑎𝑦𝑎𝑏𝑙𝑒 𝑡𝑢𝑟𝑛𝑜𝑣𝑒𝑟 =
.
Nog te betalen schulden (accrued liabilities) zijn kosten die gemaakt zijn, maar nog niet betaald, zoals salarissen, de elektriciteit en belastingen. Er zijn verschillende soorten belastingen: o Inkomstenbelasting werkgever (Employee Income Tax): het deel van de belasting dat de werkgever moet betalen aan de overheid o Pensioenbelastingen (Pesion tax): de werkgever dient een deel van de belasting te betalen ten behoeve van het pensioen van de werknemer. o Belastingen van werknemers
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 28 van 44 Wanneer een organisatie geld leent, waarbij er een formeel contract is opgesteld, spreken we van notes payable. De time value of money is interest die gerelateerd is aan het gebruik van het geld. Interest = Principaal (geleend bedrag) x interestpercentage x tijd (betreffende een accountingperiode). Een kortlopend gedeelte van een langlopende schuld is ook een kortlopende schuld. Dit is het geval wanneer het laatste jaar van een langlopende schuld is bereikt. Vooruit ontvangen bedragen (deferred revenues) zijn ook een vorm van kortlopende schulden. Het zijn opbrengsten die nog niet verdiend zijn, maar wel ontvangen. Het zijn schulden totdat men de opbrengsten heeft verdiend, d.w.z. totdat men de producten of diensten heeft geleverd. De kosten van een toekomstige reparatie moet worden geschat en worden opgenomen als een schuld in de periode dat het product verkocht is. Toevallige schulden (contingente schulden) zijn potentiële schulden die stijgen als resultaat van een gebeurtenis in het verleden; het is geen effectieve schuld totdat toekomstige gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Het werkkapitaal (working capital) is het verschil tussen de totale vlottende activa en de totale kortlopende schulden. Ook dit is onder andere een belangrijke maatstaf voor managers. Ze hebben ook een directe invloed op de kasstromen.
Long-term liabilities Langlopende schulden (long-term liabilities) zijn alle obligaties en schulden van een organisatie die niet worden geclassificeerd als een kortlopende schuld. Ze duren nog langer dan 1 jaar. Om het risico voor kredietverstrekkers te verkleinen, worden er soms activa als veiligheid opgegeven als soort onderpand. Dit noemt men een veilige lening (secured debt). Het lenen van geld van een financiële service, zoals een bank, noemt met een private plaatsing (private placement). Men spreekt hier dan ook van een note payable. Men kan er als organisatie ook voor kiezen om te lenen van een enkel persoon of een bedrijf: obligaties (bonds). Het voordeel hiervan is dat het mogelijk is om dergelijke obligaties weer te verkopen. Ook een langlopende schuld wordt genoteerd wanneer men de schuld maakt en zo zijn ook de interestkosten over de tijd genoteerd. Een operationele lease is een vorm van krediet waarbij de kredietverstrekker of lessor bedrijfsuitrusting, bedrijfsmiddelen of duurzame consumptiegoederen aankoopt en deze gedurende een vooraf overeengekomen termijn en tegen een vaste vergoeding ter beschikking stelt van de kredietnemer of lessee. Het wordt zowel als activa en als schuld niet genoteerd. Lease- en huurkoopovereenkomsten kunnen in twee categorieën worden verdeeld: de financiële leasing en de operationele leasing. o Bij de financiële leasing blijft de kredietverstrekker enkel juridisch eigenaar terwijl het volledige economisch eigendom (het genot, de verzekering, het onderhoud) overgaat op de lessee. De lessor loopt daarbij uiteraard het risico van meer dan
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 29 van 44 normale waardevermindering van het voorwerp door gebrek aan zorgen vanwege de lessee (maar zal zich daartegen proberen in te dekken). o Bij operationele leasing wordt dat risico volledig vermeden omdat de lessor een deel van de economische eigendom behoudt door zelf in te staan voor het onderhoud van het voorwerp. De lessee krijgt het genot van het goed en het risico ligt nu aan zijn kant: een vermindering van het genoten voordeel door gebrek aan zorgen van de lessor. Maar ook daarvoor kunnen clausules van schadevergoeding ingebouwd worden. Er zijn 4 criteria verbonden aan leasen: o Het leasetermijn is 75% of meer van de economische levensduur van het activum. o Eigendom kan bij beide partijen liggen, zowel economisch als juridisch. Dit hangt af van de gekozen vorm. o Het is toegestaan om het activum te kopen onder de marktwaarde. o Wanneer het contract wordt ondertekend, dient de betaling van het activum 90% of meer te zijn van de marktwaarde.
Present value concepts Huidige waarde (PV) (present value) is de huidige waarde van een bedrag dat men in de toekomst zal gaan ontvangen. Bij enkelvoudige interest wordt het steeds over de hoofdsom berekend. Bij samengestelde interest wordt de interest berekend over de hoofdsom plus de bijgeschreven interest. 𝑃𝑟𝑒𝑠𝑒𝑛𝑡 𝑣𝑎𝑙𝑢𝑒 = (!
)^
𝑥 𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔
Een annuïteit is een serie van periodieke betalingen die gelijk blijven. Echter veranderd de verhouding tussen aflossing en interest.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 30 van 44
Hoofdstuk 10: Reporting and interpreting bonds Understanding the business Kapitaalstructuur (capital structure) is het mengsel tussen schulden en vermogen van een bedrijf voor het financieren van haar operaties. Kleinere bedrijven kunnen obligaties (bonds) gebruiken om het lang vreemd vermogen te vergroten (ofwel: om geld te lenen). Dit is mede zeer aantrekkelijk omdat men vrij snel veel geld kan lenen. Daarbij zijn de obligaties verkoopbaar wanneer men ervan af wil. Bij liquidatie is dit weer een voordeel voor de kredietverstrekkers. Financiële instituten, zoals een bank, vragen vaak hoge rentes voor leningen van lange periodes wanneer men het geld pas geheel aan het eind terugontvangt. Hierdoor werken obligaties vaak kostenbesparend.
Characteristics of bonds payable Er zijn ten opzicht van het uitgeven van aandelen 3 voordelen door vermogensaanwending door obligaties: o De eigenaren behouden de controle, want de obligatiehouders worden geen eigenaar en stemmen niet mee binnen het bedrijf. o De interestkosten zijn aftrekbaar van de belasting in tegenstelling tot extra eigen vermogen. o De impact op de inkomsten is positief, zoals de belastingen en de returns on equity. Echter neemt het nemen van obligaties wel 2 nadelen met zich mee: o Hoger risico op faillissement omdat elk jaar de interest betaald moet worden. o Negatieve impact op de kasstromen. De hoofdsom van de obligatie (bond principal) (par value) (face amount) is het bedrag dat men op het einde moet terugbetalen en waarover men gedurende de leenperiode interest betaald. Het bepaalde percentage (stated rate) is het interestpercentage dat men per periode moet afdragen. Een debenture is een onbeveiligde obligatie; er is geen onderpand aan verbonden. Dit is wel het geval bij een beveiligde obligatie. Een opvraagbare obligatie (callable bond) verplicht de organisatie om uiteindelijk de obligatie af te lossen. Wanneer men in plaats van aflossing aandelen of specifieke activa kan geven, noemen we het een converteerbare obligatie (convertable bond). Voordat men overgaat tot het lenen van obligaties, stelt men eerst een contract op met de legale bepalingen: een indenture. Zo goed als ieder bedrijf stelt dergelijke contracten op. Ook wordt er vaak een prospectus opgesteld: hierin staat een profiel van het bedrijf en de obligaties en hoe de obligaties gebruikt zullen gaan worden. Een obligatiecertificaat (bond certificate) is een document dat elke obligatiehouder ontvangt.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 31 van 44 Een curator (trustee) is een onafhankelijke partij die aangewezen is om de obligatiehouders te representeren. Default risk: Doordat obligaties een hoge mate van complexiteit hebben, bestaat het risico dat gebruikers niet aan alle eisen kunnen voldoen. o Er zijn organisaties die deze risico’s evalueren, waardoor de obligatie een score krijgt. Wanneer de score niet voldoende is, worden de obligaties junk bonds genoemd. Bedrijven worden daarom geadviseerd te investeren in investment-grade bonds.
Reporting bond transactions In het contract van een obligatie zijn 2 type betalingen opgenomen: o Hoofdsom (principal): dit is het eenmalige bedrag dat men betaalt wanneer men de obligatie neemt. o De interestkosten: deze kosten representeren een annuïteit en zijn gebaseerd op het interestpercentage. Dit noemt wel ook wel de coupon rate. De prijs van obligaties wordt bepaald door de markt. Hieruit kan men de contante waarde van de hoofdsom en de interestkosten afleiden. De vraag naar een zeker interestpercentage dat in rekening wordt gebracht voor het risico dat kredietverstrekkers hebben, noemen we het marktinterestpercentage (market interest rate) (yield) (effective-interest rate). Als het marktpercentage gelijk is met het couponpercentage, wordt de obligatie a pari verkocht (tegen de nominale waarde). Als het voor meer wordt verkocht (boven pari), noemen we dit een bond premium. Als het voor minder wordt verkocht (beneden pari), noemen we dit een bond discount. o Echter, kredietverstrekkers en bedrijven interesseert het niet of men de obligatie koopt a pari, boven pari of beneden pari: slechts het marktpercentage is hierbij van invloed. Men zal obligaties a pari verkopen wanneer kopers bereid zijn het bepaalde interestpercentage van het obligatiecontract te betalen. o Bijbehorende present value scheme (voorbeeld: bonds = 100.000, I=5% Periodes =4): Eenmalige betaling = 100.00 x 0.8227 = 82.270 Annuïteit = 5000 x 3.5460 = 17.730 Gebruikte prijs voor de obligatie = 82.270 + 17.730 = 100.000 De factoren voor het berekenen staan in appendix A. De obligaties zetten we als volgt in een journal entry: o
Cash (+A) @Bonds payable (+L)
100.000 100.000
De interestkosten zetten we zo in een journal entry: o
Interest expense (+E, -SE) @Cash (-A)
5.000 5.000
Financiële analysten gebruiken vaak de Times Interest Earned om te bekijken of een bedrijf voldoende bronnen genereert in vergelijking met de interest die zij betalen. o
𝑇𝑖𝑚𝑒𝑠 𝐼𝑛𝑡𝑒𝑟𝑒𝑠𝑡 𝐸𝑎𝑟𝑛𝑒𝑑 =
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 32 van 44 Men zal obligaties beneden pari verkopen wanneer de het marktpercentage hoger is dan het bepaalde percentage (wens vanuit de kredietverstrekker). o Bijbehorende present value scheme (voorbeeld: bonds = 100.000, I=6% Periodes =4): Eenmalige betaling = 100.00 x 0.7921 = 79.210 Annuïteit = 5000 x 3.4651 = 17.326 Gebruikte prijs voor de obligatie = 79.210 + 17.326 = 96.536 Discount = 100.000-96.536 = 3.464 De factoren voor het berekenen staan in appendix A. Het marktpercentage (12%) is hier dus hoger dan het bepaalde percentage (10%). De 6% wordt gebruikt omdat de periodes een half jaar betreffen. Deze obligaties zetten we als volgt in een journal entry: o
Cash (+A) Discounts on bonds payable (-L) @Bonds payable (+L)
96.536 3.464 100.000
De interestkosten kan men op 2 verschillende methoden boeken in de journal entries. o Door middel van rechte lijn amortisatie: een simpele methode waarbij het verschil van de nominale waarden van de obligaties apart wordt geboekt, evenredig aan het aantal periodes. De journal entry ziet er dan als volgt uit: Interest expense (+E, -SE) @Discount on bonds payable (+L) @Cash (-A)
o
5.866 866* 5.000
* = 3.464 (totale korting) / 4 (aantal periods) = 866 Deze journal entry blijft alle periodes identiek. Door middel van de effectieve interest amortizatie: een methode die interest noteert op basis van het effectieve interestpercentage (marktpercentage). Dit bereken je in 2 stappen: Bereken de interestkosten door: 𝑁𝑜𝑔 𝑡𝑒 𝑏𝑒𝑡𝑎𝑙𝑒𝑛 𝑘𝑎𝑠 × 𝑚𝑎𝑟𝑘𝑡𝑝𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒 × 𝑔𝑒𝑑𝑒𝑒𝑙𝑡𝑒 𝑗𝑎𝑎𝑟𝑔𝑎𝑛𝑔 Dus voor het 1e halfjaar zijn de interestkosten gelijk aan: 96.536 x 12% x ½ = 5.792 Hierdoor krijgt men de volgende journal entry: Interest Expense (+E, -SE) @Discount on bonds payable (+L) @Cash (-A)
5.792 792* 5000
* = het bedrag dat in de 1e periode wordt opgenomen als korting = 5.792 – 5.000 = 792 In de volgende journal entry zullen de bedragen (behalve Cash) opnieuw berekend moeten worden. o Waar de interestkosten bij een rechte lijn amortisatie gelijk blijven, stijgen deze vanaf een kleiner begin bij een marktpercentage amortisatie. Men zal obligaties boven pari verkopen wanneer de het marktpercentage lager is dan het bepaalde percentage (wens vanuit de kredietverstrekker). o Bijbehorende present value scheme (voorbeeld: bonds = 100.000, I=4% Periodes =4):
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 33 van 44 Eenmalige betaling = 100.00 x 0.8548 = 85.480 Annuïteit = 5000 x 3.6299 = 18.150 Gebruikte prijs voor de obligatie = 85.480 + 18.150 = 103.630 Premium = 103.630 - 100.000= 3.630 De factoren voor het berekenen staan in appendix A. Het marktpercentage (8%) is hier dus hoger dan het bepaalde percentage (10%). De 4% wordt gebruikt omdat de periodes een half jaar betreffen. Deze obligaties zetten we als volgt in een journal entry: o
Cash (+A) @Premium on bonds payable (+L) @Bonds payable (+L)
103.630 3.630 100.000
De interestkosten kan men op 2 verschillende methoden boeken in de journal entries. o Door middel van rechte lijn amortisatie: De journal entry ziet er dan als volgt uit: Interest expense (+E, -SE) Discount on bonds payable (-L) @Cash (-A)
o
4.092 908* 5.000
* = 3.630 (totale korting) / 4 (aantal periods) = 908 Deze journal entry blijft alle periodes identiek. Door middel van de effectieve interest amortizatie: Bereken de interestkosten door: 𝑁𝑜𝑔 𝑡𝑒 𝑏𝑒𝑡𝑎𝑙𝑒𝑛 𝑘𝑎𝑠 × 𝑚𝑎𝑟𝑘𝑡𝑝𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒 × 𝑔𝑒𝑑𝑒𝑒𝑙𝑡𝑒 𝑗𝑎𝑎𝑟𝑔𝑎𝑛𝑔 Dus voor het 1e halfjaar zijn de interestkosten gelijk aan: 103.630 x 8% x ½ = 4.145 Hierdoor krijgt men de volgende journal entry: Interest Expense (+E, -SE) Discount on bonds payable (-L) @Cash (-A)
4.145 855*
e
5000
* = het bedrag dat in de 1 periode wordt opgenomen als extra = 5.000 – 4.145 = 792 In de volgende journal entry zullen de bedragen (behalve Cash) opnieuw berekend moeten worden. o Waar de interestkosten bij een rechte lijn amortisatie gelijk blijven, dalen deze vanaf een hoger begin bij een marktpercentage amortisatie. In totalitair kan men de volgende journal entry maken: o
Bonds payable (+L) @Loss on bond call (+Loss, -SE) @Cash (-A)
100.000 20.000 120.000
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 34 van 44
Hoofdstuk 11: Reporting and interpreting owners’ equity Understanding the business Corporations zijn een dominante vorm van bedrijven en organisaties. Kleine investeerders kunnen vaak al een klein gedeelte van het eigendom van een bedrijf kopen. Het is door een aantal factoren erg gemakkelijk om te participeren: o Je kunt al voor kleine bedragen aandelen kopen; o Eigendom is makkelijk te kopen, men dient er dan voor de zorgen dat men 50% van de aandelen bezit. o Er is maar een beperkte aansprakelijkheid voor de eigenaren wanneer het bedrijf failliet gaat: ze zijn slechts aansprakelijk voor het ingelegde bedrag. Het afweging tussen het risico dat je met een aandeel neemt en het verwachte bedrag dat je eraan verwacht te ontvangen hangt af van je persoonlijke voorkeuren. Zoals bekend bestaat het eigen vermogen van een bedrijf uit een aandelenkapitaal (contributed capital) en reserves (retained earnings).
Ownership of a corporation Een corporatie (corporation) is de enige bedrijfsvorm volgens de wet als een aparte entiteit. o Het bestaan hangt niet af van de eigenaren. o Ze bezitten de activa, schulden, contracten, enz. zelf. Er zijn contracten met de aandeelhouders. o Streng gereguleerd door de overheid. Als je investeert in een bedrijf, ben je bekend als een aandeelhouder of mede-eigenaar. Dit neemt een aantal voordelen met zich mee: o Een stemrecht; o Dividenduitkeringen; o Restwaarde claim: je hebt recht op een gedeelte van de activa bij liquidatie van het bedrijf. Des te meer aandelen je in een bedrijf bezit, des te groter jouw invloed is bij beslissingen, zoals de benoeming van het bestuur. De aandeelhouders zijn de hoogste gezaghebbende in een bedrijf, gevolgd door de directie (die gekozen is door de aandeelhouders). Deze wordt weer opgevolgd door een president die door de directie wordt aangewezen. Hij kan er voor kiezen om meerdere vice-presidenten te benoemen, zoals voor marketing, productie, financiering en controleur. In de financiële overzichten staat vaak, gesorteerd op datum, het aantal aandelen dat is verkocht (issued shares). Vaak is dit ook verplicht. Daarbij specificeren ze het maximale aantal aandelen dat kan worden uitgegeven (authorized number of shares). Het kan ook om verschillende redenen zo zijn dat aandelen worden teruggekocht. De verkochte aandelen – minus te teruggekochte aandelen (treasury stock) = aandelen van de
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 35 van 44 individuele aandeelhouders (outstanding shares). Dit aantal is van groot belang voor financiële analysten.
Common stock transactions De meeste bedrijven maken gebruik van 2 types aandelen: gemeenschappelijk aandelenkapitaal en preferente aandelen. o Gemeenschappelijk aandelenkapitaal (common stock) is een normaal aandeel voor stemrecht en dividend. Wanneer een dergelijk aandeel tegen de nominale waarde wordt verkocht, noemt men dit a pari (par value). Legal capital is het permanente kapitaalbedrag dat minimaal in het bedrijf geïnvesteerd moet zijn. o Preferente aandelen (preferred stock) heeft specifieke rechten boven de normale aandelen: dit wordt niet in dit hoofdstuk besproken. Een eerste publieke aanbod (initial public offering) (IPO) is de allereerste publieke uitgave van aandelen van een bedrijf. Wanneer dit vaker gaat gebeuren (dus vanaf de 2e keer), noemt men het seasoned new issues. Wanneer men 100.000 aandelen uitgeeft men een normale waarde van 1 en een verkoopprijs van 20, ziet de journal entry er als volgt uit: o
Cash (+A) 2.000.000 @Common stock (+SE) 100.000 @Capital in excess of par (+SE)* 1.900.000
o *= agioreserve. Wanneer een investeerder een aandeel van een bedrijf doorverkoopt aan een andere investeerder, heeft dit geen invloed op de financiële overzichten van een bedrijf. Dit noemen we ook wel de verkoop van aandelen in secundaire markten. o Elke dag worden er door de media duizenden aandelentransacties bijgehouden in de secundaire markt, zoals door Wall Street. o Deze informatie volgen bedrijven op de staande voet. Zo ook de aandeelhouders zelf, die winst willen halen uit dividend of verkoop van de aandelen. Een van de voordelen van een corporatie boven een bedrijf of organisatie is de scheiding tussen de eigenaren en de aandeelhouders. Echter, dit kan ook een nadeel zijn omdat de managers zo niet meer beslissing op basis van de interesses van de aandeelhouders. o Hiervoor ontwikkeld men prijzen voor managers die luisteren naar dergelijke interesses, zoals een gedeelte van de aandelen. Er zijn een aantal redenen waarom een organisatie aandelen zou willen terugkopen: o Ter compensatie is het voor bedrijven minder kostbaar om teruggekochte aandelen als compensatie uit te reiken in plaats van een vergroting van het aandelenkapitaal. Deze treasury stock heeft geen recht op stemmen en dividend. o De journal entry van deze transactie ziet er als volgt uit: Treasury stock (-SE) @Cash (-A) o
xxx xxx
De treasury stock is dus een contra-equity en geen activa. Een veelgebruikte benaming voor de treasury stock is ‘Employee reserved shares’.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 36 van 44 De GAAP heeft het verboden om winsten of verliezen uit de verkoop van treasury stock te noteren op de winst –en verliesrekening. Echter, er ontstaat wel een verandering op de balans (en dus een journaalpost). Dit kan 2 vormen aannemen: de treasury stock is voor meer verkocht of voor minder. o Voor meer: Cash (+A) 300.000 @Treasury Stock (+SE) 200.000 @Capital in excess of par (+SE) 100.000 o
Voor minder: Cash (+A) Capital in excess of par (+SE) @Treasury Stock (+SE)
150.000 50.000 200.000
Dividends on common stock Dividend kan een bedrijf vergoeden door middel van geld of door middel van extra aandelen. Het hangt van de persoonlijke voorkeuren af welke vorm je prefereert. o Mensen met aandelen voor het pensioen zien het liefst geld terug. o Investeerders met als doel het verkopen van de aandelen zouden graag extra aandelen hebben, ook omdat de waarde van het bedrijf (en dus de waarde van het aandeel) daarmee stijgen. Er zijn 3 belangrijke data voor de dividenduitkeringen: o 30 juli: de declaratiedatum is de datum waarop de directie de een dividendbedrag bekend maakt. o 30 augustus: de noteerdatum is de datum waarop het bedrijf de lijst van de huidige aandeelhouders voorbereid; dividend wordt uitgekeerd aan aandeelhouders op die lijst. o 30 september: de betalingsdatum is de datum waarop dividend wordt uitgekeerd. Dit leidt tot de volgende journaalpost: Retained earnings (-SE) @Dividends payable (+L)
xxx xxx
Wanneer er daadwerkelijk wordt betaald, volgt deze journaalpost: Dividends payable (-L) @Cash (-A)
xxx xxx
Er zitten 2 eisen aan het uitkeren van dividend door middel van kas: o Er moeten voldoende liquide middelen aanwezig zijn; o Er moeten voldoende reserves aanwezig zijn;.
Stock dividends and stock splits Pro rata basis betekend dat wanneer een dividend wordt uitgekeerd in de vorm van extra aandelen, deze evenredig verdeeld worden met het aantal aandelen dat je al bezat. Het is lastig om de waarde van een stock dividend te schatten, omdat het economisch gezien geen waarde heeft. De waarde is namelijk een percentage: als iedereen pro rata basisstock
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 37 van 44 dividend uitgekeerd krijgt, veranderd er niets in het eigendomspercentage. Er is dus geen waarde van de investering. Wanneer men stock dividend uitkeert, daalt de waarde van het aandeel doordat het percentage invloed per aandeel afneemt. Wanneer men stock dividend uitkeert, kan men de volgende journal entry opstellen: o
Retained Earnings (-SE) @Common Stock (+SE)
xxx xxx
Een Stock Split is een stijging van het maximaal aantal uit te geven aandelen bij een specifiek percentage; het laat de reserves (retained earning) niet dalen. Het zijn geen dividenden, men laat de waarde per aandeel (par value) dalen. Er is hierbij dus ook geen journal entry.
Preferred stock Preferente aandelen (preferred stock) heeft specifieke rechten boven de normale aandelen. De belangrijkste verschillen zijn: o Preferente aandelen verstrekt geen stemrecht; o Preferente aandelen zijn minder risicovol; o Preferente aandelen hebben een vast dividendbedrag. Cumulatief preferente aandelen zijn gelijk aan preferente aandelen, geven recht op een vast jaarlijks dividend, maar mocht het bedrijf een aantal jaren slecht draaien en wordt er geen dividend uitgekeerd, dan blijft het recht op het vaste deel daarop bij deze aandelen bestaan. Draait het bedrijf weer goed dan dient met terugwerkende kracht het dividend bij voorrang uitbetaald te worden. Winstdelende (cumulatief) preferente aandelen zijn gelijk aan de (cumulatief) preferente aandelen, maar geven naast het vaste dividend ook recht op een winstafhankelijk dividend. Cumulatief geldt alleen voor het vaste deel van de winst. Prioriteitsaandelen: de houders van prioriteitsaandelen hebben speciale rechten, welke in de statuten moeten zijn vastgelegd; meestal is dit het recht om een bindende voordracht te doen aan de aandeelhoudersvergadering voor de benoeming van de leden van de Raad van Bestuur en van de Raad van Commissarissen; maar ook bij statutenwijzigingen. Ook deze prioriteitsaandelen kunnen ondergebracht zijn in een stichting prioriteit.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 38 van 44
Hoofdstuk 12: Reporting and interpreting investments in other corporations Understanding the business Een manier voor het aanwenden van vermogen is het investeren in andere bedrijven. Dit noemen we passieve investeringen, omdat managers niet geïnteresseerd zijn in het uitoefenen van invloed op het bedrijf. Wanneer dit wel zo is, spreken we van actieve investeringen. o Op de balans worden deze bedrijven dan vaan aangesloten bedrijven (affiliated companies) genoemd. Wanneer het bedrijf uiteindelijk niet wordt overgekocht, ontstaat er een geconsolideerde balans: dit is een totale balans van alle werkmaatschappijen (`dochters` en `moeders`) van een concern.
Types of investments and accounting methods Passieve investeringen zijn bedoeld om dividend te verdienen in de vorm van kas, om op korte –en lange termijn te gebruiken. Deze investeringen bevatten investeringen in schulden (obligaties en leningen; deze zijn altijd passief) en in eigen vermogen (aandelen; minder dan 20% betekend passief). o Fair value method Belangrijke invloed (significant influence) is het vermogen dat men heeft als men een aanzienlijke invloed op het beleid van een ander bedrijf heeft (20% - 50%). Ook participatie in de directie e.d. kan een factor zijn. o Equity method Controle houdt in dat men meer dan 50% van de aandelen koopt, de bedrijven worden in dat geval gecombineerd en geconsolideerd.
Debt held to maturity: amortized cost method Wanneer het management een obligatie of een lening wil tot de vervaldatum, wordt het genoteerd als een held-to-maturity investment. o Amortized cost method: rapporteert de investeringen in schuld tot de vervaldatum voor de kosten +/- de discount of premium. Bij een obligatie worden de totale kosten die men heeft betaald voor de obligatie genoteerd: o
Held-to-maturity investments (+A) @Cash (-A)
xxx xxx
De interestopbrengsten als gevolg van de investeringen in obligaties vermeld men ook tegen de totale opbrengst:
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 39 van 44 o
Cash (+A) @Interest Revenue
xxx xxx
Wanneer men de obligatie weer verkoopt, ontstaat er een journaalpost voor exact te waarde waarvoor deze wordt verkocht: o Cash (+A) xxx @ Held-to-maturity investments (-A) xxx
Passive investments: the fair value method Men moet passieve investeringen op de financiële overzichten plaatsen tegen de fair value method. Er zijn 2 redenen waarom men deze onder andere op de balans moet noteren: o Het is relevant: wanneer men de kasstromen gaat bestuderen wil men weten hoe een bedrijf er in z’n geheel voorstaat. o Meetbaarheid: het moet betrouwbaar zijn. Men moet als bedrijf verantwoorden hoe men het vermogen aanwend. Wanneer de fair value veranderd, wordt de journaalpost gecorrigeerd door de post unrealized holding gains or losses: dit zijn bedragen die overeenkomen met de veranderingen van de huidige obligaties. Afhankelijk van de intentie van de managers van het bedrijf, kunnen we de passieve investering (fair value method) uitsplitsen in 2 types: o Trading securities zijn alle investeringen in aandelen of obligaties om ze op korte termijn te verkopen met winst ten behoeve van vermogensaanwending. o Securities available for sale zijn alle andere passieve investeringen, inclusief alle investeringen in schulden. Dit kan voor zowel de lange als de korte termijn. Hierbij kan men de volgende journaalpost maken: Investments in SAS (+A) @Cash (-A)
xxx xxx
Wanneer men hieraan dividend verdient, ontstaat de volgende journaalpost: Cash (+A) @Dividend revenue
xxx xxx
Op het einde van de accounting periode worden de passieve investeringen op de balans vermeld. Wanneer de waarde van een aandeel daalt, moet er een tegenhanger op een journaalpost zijn: Net Unrealized Losses/Gains: o
Net Unrealized Losses/Gains (-SE) @Investments in SAS (-A)
xxx xxx
Op de balans staat in dat geval, in een geheel aparte post, het volgende onder de stockholders’ equity: o
OCI (Other Comprehensive Income): Net unrealized loss
(xxx)
Wanneer men dergelijke aandelen verkoopt (sale of securities), worden er 2 posten van de balans afgehaald: Investments in SAS en Net Unrealized Losses/Gains:
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 40 van 44 o
Cash (+A) Net Unrealized Losses/Gains (-SE) @Investments in SAS (-A) @Gain (+SE)
xxx xxx xxx xxx
Wanneer we trading securities en available-for-sale securities vergelijken zien we een aantal punten: o Bij available for sales securities komt een aparte post op de balans, maar er wordt niet genoteerd op de winst –en verliesrekening. Bij trading securities worden deze wel genoteerd. o Het totale inkomen dat wordt gegenereerd uit de securities is gelijk, echter is er een verschil bij het alloceren en noteren.
Investments for significant influence: equity method De Equity method wordt gebruikt waneer een investeerder een aanzienlijke invloed op een bedrijf heeft (20% - 50%); de methode staat het toe dat het inkomen wat hieruit wordt gegenereerd wordt genoteerd. Aangesloten bedrijven (associatied / affiliated companies) zijn investeringen in aandelen, bedoeld om invloed uit de oefenen op deze bedrijven. Men noteert een evenredig percentage van het netto inkomen van het aangesloten bedrijf op de eigen winst –en verliesrekening, zo ook de verliezen is als een percentage van het aandeel. Hierbij horen een aantal journaalposten. Allereerst de aankoop van een aangesloten bedrijf: o
Affiliated Companies (+A) @Cash (-A)
xxx xxx
Wanneer het aangesloten bedrijf haar inkomen bekend maakt, neemt het bedrijf zelf een evenredig gedeelte van dat inkomen. o
Affliliated companies (+A) @Equity in Affiliated Companies
xxx xxx
Wanneer het aangesloten bedrijf dividenden gaat uitkeren stijgt de kaswaarde van het bedrijf, maar daalt de waarde van de investering. o
Cash (+A) @ Affliliated companies (-A)
xxx xxx
De post Affliliated companies is op de balans genoteerd als een vaste activa. Op het einde van de accounting periode passen accountants de veranderingen in de waarde van de aandelen niet aan.
Controlling interests: mergers and acquisitions Er bestaan 3 belangrijke redenen om meer dan 50% van de aandelen te kopen in een bedrijf en dus de volledige controle te bezitten: o Verticale integratie: ten behoeve van de distributie wordt vaak een aanbieder van onderdelen in het bedrijf opgenomen.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 41 van 44 o
Horizontale groei: ze kopen een bedrijf om meerdere producten te kunnen verkopen. o Synergie: het is voordeliger wanneer 2 bedrijven samenwerken dan dat wanneer zij apart werken. Een fusie (merger) vindt plaats wanneer een bedrijf alle activa en schulden van een ander bedrijf opkoopt en het bedrijf uit haar bestaan brengt. De aankoopmethode (purchase method) noteert alle activa en schulden die men heeft aangekocht door de fusie voor de fair value. Goodwill wordt gebruikt om dat gedeelte van de marktwaarde van een onderneming aan te duiden dat niet direct toewijsbaar is aan de activa en passiva. Goodwill ontstaat in de meest gevallen slechts bij een overname en wordt binnen de financiële wereld beschouwd als de meerwaarde van een onderneming boven het netto vermogen. In deze zienswijze vertegenwoordigt de goodwill toekomstige inkomsten van de ondernemingen die nog niet gewaardeerd zijn op de balans, maar die al wel bestaan in de vorm van kennis, klanten, merken, personeel, et cetera. De journaalpost voor een fusie ziet er als volgt uit: Materiële activa (+A) Immateriële activa (+A) -Goodwill (+A) @Schulden (+L) @Cash (-A)
xxx xxx xxx xxx xxx
Door een fusie ontstaan geconsolideerde financiële overzichten: hierbij is alles opgeteld van alle bedrijven.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 42 van 44
Hoofdstuk 13: Statement of cash flows Understanding the business Kasstroomoverzichten zijn van groot belang, omdat men hieruit de operaties kan financieren, dividenden kan uitkeren en nieuwe investeringen kan plaatsen. Het kasstroomoverzicht laat zien hoe een bedrijf haar kas genereert.
Classification of the statement of cash flows Het kasstroomoverzicht laat zien hoe de post ‘kas’ op de balans zal veranderen. De definitie kas bevat kas en kasequivalenten: hoge liquide investeringen op korte termijn. Kasstroomoverzichten worden vaal geclassificeerd in operationele activiteiten, financiële activiteiten en investerende activiteiten. Kasstromen uit operationele activiteiten zijn kasstromen die direct gelinkt zijn aan de primaire activiteiten van een bedrijf. o Er zijn 2 benaderingen voor het representeren van operationele activiteiten op het kasstroomoverzicht: De directe methode rapporteert componenten van de kasstromen als brutoontvangsten en uitgaven. Het verschil hiertussen noemt men netto kas inflow (outflow) uit operationele activiteiten. De indirecte methode begint met het netto-inkomen van de winst –en verliesrekening en vervolgens corrigeert men het verschil door nietkasstromen te veranderen, zoals afschrijvingen. Deze wordt meer gebruikt. Het resultaat is uiteindelijk hetzelfde. Kasstromen uit investerende activiteiten zijn kasstromen die direct gelinkt zijn aan de aankopen of verkopen en investeringen in andere bedrijven. Het verschil hiertussen noemt men netto kas inflow (outflow) uit investeringsactiviteiten. Kasstromen uit financierende activiteiten zijn kasstromen die direct gelinkt zijn aan de financiering van het bedrijf door externe bronnen. Het verschil hiertussen noemt men netto kas inflow (outflow) uit financieringsactiviteiten. De som van de voorgaande 3 netto kas inflows is de netto-stijging (daling) van de kas op de balans. Men heeft 3 zaken nodig om een kasstroomoverzicht voor te bereiden: o Comparatieve balansen o Winst –en verliesrekening o Extra details. Kas = Schulden + Eigen vermogen + Niet-kas activa ∆Kas = ∆Schulden + ∆Eigen vermogen + ∆Niet-kas activa. Elke verandering van kas moet dus ook een verandering van 1 van de 3 factoren als gevolg hebben. De balansposten gerelateerd aan de operationele activiteiten moeten genoteerd worden met een O, net zoals een F voor financieringsactiviteiten en een I voor investeringsactiviteiten.
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 43 van 44
Reporting and interpreting cash flows from operating activities Er is een standaard structuur voor de indirecte methode die door de meeste bedrijven wordt gebruikt ten behoeve van de operationele activiteiten. Item Als het item stijgt Als het item daalt Afschrijvingen + NA Winsten op verkoop uit lange NA termijn activa Verliezen op verkoop uit + NA lange termijn activa Debiteuren + Voorraad + Vooruit betaalde kosten + Crediteuren + Nog te betalen schulden + o + = toevoegen, - = onttrekken, NA= negeren: dit is allemaal ten behoeve van de indirecte methode. o Als een operationeel activum daalt of een operationele schuld stijgt neem je dit mee in de bepaling door de waarde erbij op te tellen. o Als een operationeel activum stijgt of een operationele schuld daalt neem je dit mee in de bepaling door de waarde er af te trekken. o 𝑄𝑢𝑎𝑙𝑖𝑡𝑦 𝑜𝑓 𝐼𝑛𝑐𝑜𝑚𝑒 𝑅𝑎𝑡𝑖𝑜 o
.
Dit vertelt je hoeveel netto-inkomen er uit elke eenheid kas wordt gegenereerd.
Reporting and interpreting cash flows from investing activities Men neemt alleen aankopen die betaald zijn met kas of kasequivalenten mee in de bepalingen. Het bedrag dat is ontvangen door het verkoop van activa wordt ook meegenomen, ongeacht of dit tot een winst of verlies heeft geleidt. o Dit geldt voor PPE en investeringen. Balanspost PPE Short/long term investments
Investeringsactiviteit Aankoop Verkoop Aankoop
Kasstroom Outflow Inflow Outflow
Verkoop
Inflow
Reporting and interpreting cash flows from financial activities Balanspost Kort vreemd vermogen Lang vreemd vermogen Aandelenkapitaal en agioreserve
Financiële activiteit Aankoop lening Aflossen Aankoop lening Aflossen en interest Uitgave aandelen
Kasstroom Inflow Outflow Inflow Outflow Inflow
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
Pagina 44 van 44 Terugkopen Outflow Reserves Betalingen van divided Outflow Aflossingen van de hoofdsom van leningen zijn financiële activiteiten, het betalen van de interest behoort tot de operationele activiteiten. Het betalen van dividenden behoort tot de financiële activiteiten. Als schulden of aandelenkapitaal worden gebruikt in een andere vorm dan kas, behoort het niet tot deze sectie van kasstroomoverzichten.
Completing the statement and additional disclosures Niet-kas investerings –en financiële activiteiten zijn transacties die geen invloed hebben op het kasstroomoverzicht.