Hoofdstuk 01 Algemene en administratieve Bepalingen Hoofdstuk 64 Flora- en faunamaatregelen en voorzieningen
Aanvulling hoofdstuk 01 en nieuw hoofdstuk 64 uitwerking Flora- en faunawet
Ter visie Commentaar voor 31 maart 2010
CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Deze not-for-profitorganisatie ontwikkelt, verspreidt en beheert praktisch toepasbare kennis voor beleidsvoorbereiding, planning, ontwerp, aanleg, beheer en onderhoud. Dit gebeurt in samenwerking met alle belanghebbende partijen, waaronder Rijk, provincies, gemeenten, adviesbureaus, uitvoerende bouwbedrijven in de grond-, water- en wegenbouw, toeleveranciers en vervoerorganisaties. De kennis, veelal in de vorm van richtlijnen, aanbevelingen en systematieken, vindt haar weg naar de doelgroepen via websites, publicaties, cursussen en congressen. CROW heeft zijn activiteiten gebundeld in zeven thema’s: - Openbare ruimte - Mobiliteit & Transport - Verkeerstechniek - Infrastructuur - Besteksregelgeving - Contractvormen - Bouwprocesmanagement
CROW Galvanistraat 1, 6716 AE Ede Postbus 37, 6710 BA Ede Telefoon (0318) 69 53 00 Fax (0318) 62 11 12 E-mail
[email protected] Website www.crow.nl
1
Eventueel commentaar ontvangen wij graag voor 31 maart 2010 Voor de beoordelingsprocedure die gevolgd wordt voor de behandeling van commentaren wordt verwezen naar het hoofdstuk Toelichting RAW-systematiek.
U kunt uw commentaar (bij voorkeur per mail) sturen aan: Per e-mail:
[email protected] per post:
CROW t.a.v. dhr. P.L.M. van Welsem Postbus 37 6710 BA Ede
per fax:
CROW t.a.v. dhr. P.L.M. van Welsem 0318-62 11 12
jan 2010 Deze deelcatalogus is gepubliceerd voor de BEOORDELING van de daarin opgenomen standaardteksten. Copyright 2010, CROW, kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte Galvanistraat 1, 6716 AE Ede (telefoon 0318-695300). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van bovengenoemde stichting, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het verbod betreft ook een gehele of gedeeltelijke bewerking. Het is verboden wijzigingen in de systematiek en de tekst aan te brengen. CROW en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het formuleren en redigeren van deze publicatie. Nochtans moet de mogelijkheid niet worden uitgesloten dat in deze publicatie toch onjuistheden voorkomen. Degene die van de publicatie gebruik maakt, aanvaardt daarvoor het risico. CROW sluit, mede ten behoeve van al degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van deze publicatie.
2
INHOUDSOPGAVE
Algemene toelichting
4
Hoofdstuk 01 Inhoudsopgave Standaard RAW Bepalingen 01.01 Algemene Bepalingen 01.10 Vergunningen 01.22 Te beschermen soorten Algemeen besteksbestand RAW Deel 0 Deel 2.1 Toelichting
9 9 11
Technische Bepalingen Hoofdstuk 64 Inhoudsopgave Technische Bepalingen Toelichting
17 18 23
Resultaatsbeschrijvingen Hoofdstuk 64 Inhoudsopgave Resultaatsbeschrijving Toelichting
24 25 55
5 6 6 6
3
ALGEMENE TOELICHTING Inleiding De bepalingen in de natuurwetgeving en in bijzonder de Flora- en faunawet hebben gevolgen voor de wijze van voorbereiding en uitvoering van een breed scala aan werken. Het betreft zowel ruimtelijke ontwikkeling als beheer. De basis hiervoor is soortbescherming, de zorgplicht en daaruit voortvloeiend zorgvuldig handelen. De F&F wet is gebiedsdekkend voor Nederland en de aanwezigheid van vaste rust en verblijfplaatsen en groeiplaatsen van beschermde soorten is leidend. Zorgvuldig handelen met bijbehorende verantwoordelijkheden dienen hierom in de RAW systematiek geborgd te zijn. Tevens dient de RAW systematiek te voorzien in borging van ontheffingen en gedragscodes waarin de wijze van zorgvuldig handelen is voorgeschreven. De F&F wet wordt geïmplementeerd in de Algemene Bepalingen van de Standaard. Er is waar mogelijk aangesloten op reeds bestaande paragrafen en bepalingen. Voor het treffen van specifieke maatregelen zoals het verplaatsen van nesten of het markeren van groeiplaatsen en voor het inventariseren van gebieden en terreinen is een nieuw hoofdstuk 64 gemaakt.
4
INHOUDSOPGAVE HFDST 01 ALGEMENE EN ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
STANDAARD RAW BEPALINGEN 01.01
ALGEMENE BEPALINGEN
01.01.07
Overige algemene bepalingen
01.10
VERGUNNINGEN
01.10.01
Vergunningen door derden aan de aannemer verleend
01.22
TE BESCHERMEN SOORTEN
01.22.01 01.22.02 01.22.03
Uitvoering van werkzaamheden Maatregelen in verband met te beschermen soorten Plan van Aanpak voor omgaan met te beschermen soorten
ALGEMEEN BESTEKSBESTAND RAW 0.
ALGEMEEN
INSCHRIJVINGSVEREISTEN 2.
BESCHRIJVING
2.1
ALGEMENE BESCHRIJVING
04
BIJLAGEN
05
FLORA EN FAUNAWET
5
HOOFDSTUK 01 ALGEMENE EN ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN STANDAARD RAW BEPALINGEN 01.01
ALGEMENE BEPALINGEN
01.01.07
Overige algemene bepalingen
Toevoegen: 07 Indien bij de uitvoering van een werk of een deel daarvan vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen van beschermde soorten worden aangetroffen waarvoor voortkomend uit de Flora- en faunwet een ontheffingsplicht geldt en de aanwezigheid niet in het bestek is vermeld en/of waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze verstoort, verontrust en/of vernield worden bij continuering van de werkzaamheden, brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de directie. De aannemer neemt na goedkeuring door de directie , de voor de omstandigheden vereiste beschermingsmaatregelen. De kosten voor het treffen van de vereiste beschermende maatregelen en/of andere werkmethode komen voor rekening van de opdrachtgever. 08 Indien de uitvoering van een werk of een deel daarvan in verband met het aantreffen van vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen als genoemd in lid 07 moet worden onderbroken, worden de kosten van deze onderbreking aan de aannemer als meer werk vergoed. 09 De aannemer is gehouden om de, in het kader van een besteksverplichting of een opdracht van de directie, tijdens de uitvoering van een werk ingezamelde of verkregen gegevens over vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen van beschermde planten- en diersoorten te leveren conform de protocollen* van de Gegevensautoriteit Natuur (GaN).
01.10
VERGUNNINGEN
01.10.01
Vergunningen door derden aan de aannemer verleend
Aanvullen 01 De directie desgewenst inzage verstrekken van door derden aan de aannemer verleende vergunningen, ontheffingen, gedragscodes en dergelijke.
Toevoegen: 01.22
TE BESCHERMEN SOORTEN
01.22.01
Uitvoering van werkzaamheden 01 Onder te beschermen soorten wordt verstaan de op grond van de Flora- en faunawet genoemde beschermde planten- en/of diersoorten.
6
02 De in lid 01 genoemde soorten beschermen conform het bepaalde in de Flora- en faunawet, het bij Algemene Maatregel van Bestuur bepaalde en/of het bepaalde in op het werk van toepassing zijnde ontheffingen en gedragscodes. 03 De directie houdt voor aanvang van de werkzaamheden een bouwbespreking met de aannemer teneinde vast te stellen of de voorgeschreven maatregelen in verband met de bescherming van de in lid 01 genoemde en binnen het werk voorkomende soorten toereikend en in overeenstemming zijn met de uitvoeringswijze van de aannemer. Indien de directie deze bouwbespreking niet houdt, kan de aannemer vóór aanvang van het werk om een bouwbespreking verzoeken. De directie zal aan dit verzoek gevolg geven. 04 De aannemer draagt er zorg voor dat personen die vanwege de aannemer betrokken zijn bij de uitvoering van werkzaamheden op locaties met te beschermen soorten waarvoor ontheffing of vrijstelling, zoals op grond van een goedgekeurde gedragscode wordt verleend van artikelen van de Flora- en faunawet, beschikken over aantoonbare, door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit erkende deskundigheid. 05 Wanneer bij de uitvoering van werkzaamheden schade aan te beschermen soorten en/of hun vaste rust- en verblijfplaatsen wordt geconstateerd, brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de directie. Vervolgschade dient te worden voorkomen.
01.22.02
Maatregelen in verband met te beschermen soorten 01 Het treffen van maatregelen in verband met te beschermen soorten kan, tenzij dit in het bestek is voorgeschreven, zonder bijbetaling niet van de aannemer worden verlangd, indien deze meer omvatten dan het afschermen van de te beschermen locatie met behulp van afschermingslint. 02 Het voorkomen van schade aan te beschermen soorten door inzet van specifieke machines, materieel en/of het gebruik van bestrijdingsmiddelen, conserveringsmiddelen, meststoffen en/of de te hanteren werkmethode wordt niet verrekend 03 Indiendoor de aannemer genomen maatregelen dan wel de in het bestek omschreven maatregelen ten behoeve van de uitvoering van het werk niet toereikend blijken te zijn, meldt de aannemer dit terstond aan de directie.
01.22.03
Plan van Aanpak voor omgaan met te beschermen soorten 01 Indien in het bestek en/of op grond van een ontheffing of gedragscode een plan van aanpak voor omgaan met te beschermen soorten wordt verlangd, wordt dit plan aangemerkt als een gedetailleerd werkplan in de zin van paragraaf 26 lid 6 van de U.A.V. 1989. Naast het vermelde in paragraaf 26 lid 1 van de U.A.V. 1989 moet het plan tevens bevatten: - werkvolgorde en werkmethode; - in te zetten deskundigheid bij uitvoering van de werkzaamheden; - te treffen beschermingsmaatregelen; - te treffen beschermingsvoorzieningen, indien vereist uitgewerkt in stappenplan en (constructie)tekening; 7
-
uitgewerkte voorwaarden en richtlijnen indien voor de uitvoering van het werk of delen daarvan sprake is van een ontheffing of gedragscode; de wijze van registratie van gegevens; de wijze van risicomanagement en communicatie.
8
Algemeen Besteksbestand RAW 0.
ALGEMEEN
INSCHRIJVINGSVEREISTEN Van de inschrijver wordt een plan van aanpak voor omgang met beschermde soorten verlangd als onderdeel van het kwaliteitsplan voor het uit te voeren werk overeenkomstig artikel 01.13. van de Standaard RAW Bepalingen .
2.
BESCHRIJVING
2.1
ALGEMENE BESCHRIJVING
Aanvulling 04 BIJLAGEN De volgende bijlagen behoren tot het bestek: @ Ontheffing F&F wet (hier de betreffende ontheffing noemen) @ Gedragscode F&F wet (hier de betreffende gedragscode noemen) @ Werkzaamheden en locaties waarvoor een plan van aanpak voor omgang met beschermde soorten is vereist (afstemmen met eventuele inschrijvingseisen) @ Locaties vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen van te beschermen soorten @ Begrenzing gebieden beschermd in het kader van de Natuurbeschermingswet @ Overzichtstekening van te beschermen locaties waar (tijdelijk) geen werkzaamheden mogen plaatsvinden en/of de aanwezige soorten niet verstoort en/of verontrust mogen worden. Nieuw 05 FLORA EN FAUNAWET Voor dit werk is de volgende situatie van toepassing: ………………………………………………… - …………………………………………………. @ Er is een ontheffing voor dit werk van toepassing Voor de volgende soorten is ontheffing aangevraagd en verleend:Hier soorten noemen en een verwijzing geven naar de ontheffing in de bijlage @ Op dit werk is een gedragscode van toepassing; specifieke gedragscode noemen te beschermen soorten worden geïnventariseerd volgens bestekspostnummer…. @ Op de werklocatie of in het werkgebied zijn geen vaste- rust en verblijfplaatsen en/of groeiplaatsen van beschermde soorten bekend en/of aangetroffen @ Op de werklocatie of in het werkgebied zijn vaste- rust en verblijfplaatsen en/of groeiplaatsen van beschermde soorten aangetroffen, het betreft: hier soorten en type rust- verblijfplaats en of groeiplaats noemen (zo nodig verwijzing naar bijlage voor detailinformatie) @ De opdrachtgever beschikt niet (of onvolledig) over informatie betreffende het voorkomen van vaste rust- en verblijfplaatsen en/of groeiplaatsen van beschermde soorten. Van de aannemer wordt verlangd dat deze in het kader van het bestek voorafgaand aan de werkzaamheden geïnventariseerd worden volgens bestekspostnummer….. (als deze tekst is bedoeld voor onderhoudscontracten in het kader van bestendig beheer kan inventariseren ook direct voorafgaand aan of zelfs tijdens de werkzaamheden)
9
@ Gedurende de contractperiode zijn er voor de locatie(s) als aangegeven op tekening … voorwaarden gesteld aan de periode van uitvoering, het betreft: Hier voorwaarden uit de ontheffing of gedragscode opnemen @ Gedurende de contractperiode zijn er op grond van de bij dit bestek behorende ontheffing/gedragscode voorwaarden gesteld aan de periode van uitvoering, het betreft: Hier periodes uit de ontheffing/gedragscode opnemen.
10
TOELICHTING HFDST 01 ALGEMENE EN ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN ALGEMEEN BESTEK SBESTAND STANDAARD RAW BEPALINGEN 01.01
ALGEMENE BEPALINGEN
01.01.07 Overige algemene bepalingen De aannemer heeft met deze bepaling de verplichting om terstond, zo mogelijk in overleg met de directie, de door de omstandigheden vereiste beschermingsmaatregelen te nemen indien hij op basis van het contract onbekende vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen van beschermde soorten aantreft. De kosten voor het treffen van de vereiste beschermende maatregelen en/of het wijzigen van de overeengekomen werkmethode komen voor rekening van de opdrachtgever. Door de verplichting van het treffen van beschermende maatregelen en het voorkomen van verdere vervolgschade en/of negatieve effecten op beschermde flora en fauna is het mogelijk dat onder bepaalde omstandigheden het werk (gedeeltelijk) moet worden stil gelegd. De kosten hiervan komen ook voor rekening van de opdrachtgever. De inventarisatiegegevens dienen conform een gevalideerde methode verzameld te worden. De Gegevensautoriteit Natuur (GAN) is hiervoor door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ingesteld en toegerust. De GAN beschikt over protocollen voor inventarisatie waarmee gegevens gevalideerd kunnen worden. Indien de GAN niet beschikt over specifieke protocollen dan kan onderstaand format gehanteerd worden als basis voor de inventarisatie.
Voorlopige hoofdlijn protocol: • Geïnventariseerd door • Inventarisatiedatum • Gehanteerde methode • Klasse (verkennende inventarisatie) • Familie (verkennende inventarisatie) • Biotopen met verhoogde kans op rust en verblijfplaats (verkennende inventarisatie) • Soort (specifieke inventarisatie) • Type rust en verblijfplaats en/of groeiplaats (specifieke inventarisatie) • Aantal rust en verblijfplaatsen en/of groeiplaatsen (specifieke inventarisatie) • Locatie rust en verblijfplaats en/of groeiplaats (specifieke inventarisatie) • Bewijs (verkennende en specifieke inventarisatie) • Waarneming van individuen (eventueel aanvullend bij verkennende of specifieke inventarisatie)
01.10
VERGUNNINGEN
01.10.01 Vergunningen door derden aan de aannemer verleend Een gedragscode beschrijft de wijze van zorgvuldig handelen en dient door de minister van LNV goedgekeurd te worden. Er is dan sprake van een goedgekeurde gedragscode. Wanneer een gedragscode in een contract is voorgeschreven dan zijn de opdrachtgever, de directie en de aannemer verplicht daar naar te handelen.
11
Het is mogelijk dat er meerdere gedragscodes voorgeschreven worden voor delen van een werk. Dit omdat voor bestendig beheer en ruimtelijke ontwikkelingen en niet bestendig beheer er verschillende gedragscodes zijn.
01.22
TE BESCHERMEN SOORTEN
01.22.01 Uitvoering van werkzaamheden 01 In Nederland zijn soorten beschermd op grond van de F&F wet. Het betreft zowel diersoorten als plantensoorten. De beschermingstatus van soorten is verschillend. In eerste instantie is er onderscheid in soorten die beschermd zijn op grond van de Vogelrichtlijn (VRL), de vogels en soorten die beschermd zijn op grond van de habitatrichtlijn (HRL) dier- en plantensoorten met uitzondering van vogels. Daarbij is de beschermingstatus van soorten als volgt ingedeeld: a. Algemeen beschermde soorten, “tabel 1 soorten” b. Overig beschermde soorten “tabel 2 soorten” c. Zwaar beschermde soorten bijlage IV HRL en bijlage 1 AMvB d. Vogels (zijnde algemeen voorkomende soorten, schaarse en zeldzame soorten en vogels waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn. 02 De bescherming van soorten is in de F&F wet bepaald in verboden en prioriteit van handelen (zorgplicht en daaruit voortkomend zorgvuldig handelen). De verboden zijn genoemd in artikel 8 t/m 14 F&F wet en het zorgvuldig handelen is beschreven in artikel 2 van de F&F wet. Het betreft de prioriteit: a. Voorkomen van negatieve effecten voor fauna en flora b. Beperken van negatieve effecten voor fauna en flora c. Ongedaan maken van negatieve effecten voor fauna en flora Bij Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) zijn specifieke beperkingen en verruimingen van het bepaalde in de F&F wet geregeld. Het beschermen van vaste rust en verblijfplaatsen en groeiplaatsen van soorten dient dus altijd gedaan te worden conform de gestelde prioriteit van handelen eventueel specifiek aangevuld met het bepaalde in AMvB. Als de wijze van bescherming voorgeschreven is in een ontheffing of gedragscode dan dient dit nageleefd te worden. 03 Voor soorten als genoemd in bijlage IV HRL en bijlage 1 AMvB (tabel 3soorten) is het bij ruimtelijke ontwikkelingen en niet bestendig beheer, waarbij verboden als genoemd in artikel 8 t/m 12 F&F wet (naar verwachting) worden overtreden, niet mogelijk volgens een gedragscode te werken. Er dient dan altijd conform een ontheffing gewerkt te worden. Indien er geen goedgekeurde gedragscode beschikbaar en voorgeschreven is dient er bij zowel bestendig beheer als bij ruimtelijke ontwikkelingen en niet bestendig beheer ook bij overig beschermde soorten (tabel 2) en vogels gewerkt te worden conform een ontheffing. Ook hier geldt dit als verboden zoals genoemd in artikel 8 t/m 12 F&F wet (naar verwachting) worden overtreden. De opdrachtgever dient er rekening mee te houden dat bij zeldzame en schaarse vogelsoorten en vogelsoorten waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn de functionaliteit van de vaste rust- en verblijfplaats(en) gegarandeerd moet blijven al dan niet op een alternatieve locatie. 04 Bij het uitvoeren van werkzaamheden op locaties met overige soorten en vogels kan conform een goedgekeurde gedragscode gewerkt worden. In de gedragscode is de wijze van zorgvuldig handelen beschreven.
12
+ VOGELS
Bron: IPC Groene Ruimte/Ecoconsult GMM
05 Als onderdeel van zorgvuldig handelen en risicomanagement in relatie met beschermen van vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen van beschermde soorten is het belangrijk dat de directie voorafgaand aan de werkzaamheden in een bouwbespreking met de aannemer de te treffen beschermingsmaatregelen bespreekt. Indien een plan van aanpak voor bescherming van soorten is vereist in het contract wordt deze in de bespreking ter acceptatie van de directie behandeld. Als door omstandigheden de directie deze bespreking achterwege laat dan is het belangrijk dat de aannemer om deze bespreking verzoekt. De directie is verplicht aan dit verzoek gevolg te geven. De bespreking wordt genotuleerd zodat aantoonbaar zorgvuldig gehandeld wordt. 06 Zorgvuldig handelen vergt deskundigheid van de betrokken medewerkers. Het ministerie heeft hiervoor deskundigheidscriteria opgesteld. Daarbij heeft de minister van LNV bij de goedkeuring van gedragscodes aanvullende deskundigheidscriteria erkend. De opdrachtgever, directie en aannemer moeten steeds bij een werk beoordelen welke van deze deskundigheidscriteria zij van toepassing verklaren of inzetten om het werk (of delen daarvan) zorgvuldig met de vereiste deskundigheid uit te voeren. De deskundigheidscriteria zijn als volgt door de minister van LNV geformuleerd of erkend: o o o
o
HBO of universitaire opleiding met zwaartepunt (Nederlandse) ecologie Werkzaam als ecoloog bij een adviesbureau dat is aangesloten bij het netwerk Groene Bureaus Een persoon die zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van soortenmonitoring en –bescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland aanwezige organisaties (RAVON, SOVON, VZZ, FLORON, STONE, Vogelbescherming Nederland, Staatsbosbeheer, KNNV, IVN, EIS, NJN, Stichting Beheer Landelijk gebied, Natuurhistorisch Genootschap, Vlinderstichting, Natuurmonumenten en de Landschappen) en/of als (Stads)ecoloog werkzaam is bij de gemeente Amsterdam. Certificering bestendig beheer Stadswerk • Niveau 3, Bedrijfsleider/werkvoorbereider • Niveau 2, uitvoerder opzichter • Niveau 1, Voorman • Certificering Ruimtelijke ontwikkeling Stadswerk (voorjaar 2010)
13
o o o o
Niveau projectleider/adviseur planvorming Niveau 3, Projectleider/werkvoorbereider Niveau 2, Uitvoerder/opzichter Niveau 1, Voorman
07 Het is door onvoorziene omstandigheden mogelijk dat tijdens de uitvoering van een werk blijkt dat er vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen van soorten of soorten zelf aanwezig zijn waaraan schade wordt toegebracht. De aannemer dient in dit geval direct de betreffende werkzaamheid te stoppen en de directie in kennis te stellen. Hierbij kan wel een overtreding van een verbod hebben plaats gevonden maar wordt tevens direct vervolgschade voorkomen en dus de schade zo veel mogelijk beperkt. De directie dient dan zorg te dragen voor een juiste afhandeling van de gebeurtenis. Melding bij de A.I.D. en opdrachtgever dient hierbij altijd plaats te vinden.
01.22.02 Maatregelen in verband met te beschermen soorten De aannemer dient zijn werkzaamheden zorgvuldig uit te voeren. Deze verplichting is de verantwoordelijkheid van elke aannemer. De aannemer dient er dan ook voor zorg te dragen dat plaatsen waar zijn medewerkers of derden niet mogen komen zichtbaar zijn afgezet met waarschuwingslint. De aannemer dient ook te kiezen voor te gebruiken machines en in te zetten materieel waarmee negatieve effecten op de aanwezige soorten en hun vaste rust en verblijfplaatsen en groeiplaatsen worden voorkomen of indien dit niet kan zo veel mogelijk worden beperkt. Dit geldt tevens voor de keuze van de aannemer voor een bepaald product bestrijdingsmiddel, conserveringsmiddel of meststof. Ook de door de aannemer te kiezen werkmethode dient hieraan te voldoen. Omdat dit een wettelijke verplichting is met vrije keuze van de aannemer komen de kosten van deze maatregelen niet voor vergoeding in aanmerking. Als blijkt dat deze maatregelen niet afdoende zijn of negatieve effecten voor soorten en/of hun vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen te voorkomen dient de aannemer dit te melden aan de directie. De directie dient dan te besluiten welke aanvullende maatregelen er nodig zijn. Deze aanvullende maatregelen kunnen wel voor vergoeding in aanmerking komen.
01.22.03 Plan van Aanpak voor omgaan met te beschermen soorten In een plan van aanpak voor omgang met beschermde soorten en/of hun vaste rust en verblijfplaatsen en groeiplaatsen beschrijft de aannemer op een gedetailleerde wijze hoe hij omgaat met de risico’s die de werkzaamheden op aanwezige beschermde soorten en/of hun vaste rust- en verblijfplaatsen hebben ter acceptatie van de directie. Het plan van aanpak dient nageleefd en gemonitoord te worden. Dit betekent dat het plan van aanpak vast agendapunt op de agenda van de bouwvergaderingen moet zijn en de aannemer een registratie bijhoud van de afgesproken maatregelen en handelingen. De wijze van registreren dient ook onderdeel te zijn van het plan van aanpak. De registratie is bedoeld om aantoonbaar zorgvuldig te kunnen vastleggen in het dossier van de aannemer en de directie. Voor de uitwerking van een plan van aanpak kan de volgende indeling aangehouden worden: Algemene werkbeschrijving Risico analyse Risico management Inzet deskundigheid Zorgvuldig handelen Verzamelen en uitwisselen gegevens Communicatie
14
ALGEMEEN BESTEKS BESTAND DEEL 1 BESTEK ALGEMEEN Het plan van aanpak wordt integraal onderdeel van het kwaliteitsplan van de aannemer. Het is dus belangrijk om in deel 2.1 van het contract rekening te houden met eventuele stop-, bijwoon- en registratiepunten. Indien vereist dient de aannemer bij inschrijving een beknopt plan van aanpak te overleggen waarin alle vereiste onderwerpen op hoofdlijnen zijn uitgewerkt. Na de gunning dient de aannemer conform 01.13 van de Standaard 2010 het gedetailleerde plan van aanpak ter acceptatie in te dienen. Belangrijk is om bij de inschrijvingsvereisten zo specifiek mogelijk te zijn wat er in het plan van aanpak moet worden uitgewerkt. Als een ontheffing of gedragscode ontbreekt dan wordt aanbevolen een ecoloog raad te plegen.
DEEL 2 BESTEK
BESCHRIJVING
04 BIJLAGEN De voor de uitvoering relevante informatie die nodig is voor bescherming van soorten en/of hun vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen dient onderdeel te zijn van het contract. Omdat deze informatie niet steeds hetzelfde is wordt het als bijlage bij het contract opgenomen. Het betreft specifiek die informatie die voor de uitvoering van contract leidt tot verplichtingen (ontheffing, gedragscode) en informatie die inzicht verschaft in beperkingen voor de uitvoering (vaste rust- en verblijfplaatsen, Natura 2000 gebieden en te beschermen locaties). Indien de opdrachtgever met een standaard plan van aanpak werkt kan hij dit als format opnemen in de bijlage bij het contract. Het is mogelijk dat er meerdere ontheffingen en gedragscodes op een werk van toepassing zijn en als bijlage opgenomen dienen te worden. Daarbij dient erop gelet te worden dat de voorgeschreven werkmethode, werkwijze en/of handelingen niet mogen conflicteren.
05 FLORA EN FAUNAWETI In dit lid wordt de relevante informatie van soorten en hun vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen op hoofdlijnen verstrekt.
Situatie In een werkgebied of op een werklocatie kan sprake zijn van bijzondere omstandigheden met betrekking tot te beschermen soorten en hun vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen. Een voorbeeld hiervan is een hoog (grond)waterpeil waardoor er specifieke planten en diersoorten voorkomen. Indien er in dit werk bemaling wordt toegepast waarmee de (grond)waterstand beïnvloed wordt kan dat dus niet zonder dat de aannemer kan aantonen dat dit geen nadelige effecten heeft op deze soorten. Een ander voorbeeld is dat een werk gelegen is binnen de invloedzone van een Natura 2000 gebied of een ganzen gedooggebied. In dat geval dient vermeld te worden welke soorten daar bijzondere bescherming genieten zodat de aannemer daar zijn werkmethoden en in te zetten materieel en machines op kan aanpassen. Een derde voorbeeld is dat er op de werklocatie een migratieroute of overwinteringplaats met specifieke vegetatie van amfibieën is die de aannemer gedurende de uitvoeringsperiode in stand moet houden, de aannemer dient hier dan zijn werkmethode en werkplanning op aan te passen.
15
De opdrachtgever dient een werk op dergelijke situaties te analyseren en te vermelden als van toepassing zijnde situatie.
Soorten ontheffing Hier worden de specifieke soorten genoemd waarvoor ontheffing is aangevraagd en verleend en/of gedurende de contractperiode worden aangevraagd en/of verleend. Dit laatste kan plaats vinden bij werken die een langere uitvoeringsperiode of zelfs een gefaseerde uitvoeringsperiode omvatten. Indien er een ontheffing van toepassing is wordt er verwezen naar de betreffende bijlage bij het contract. Gedragscode De op het werk van toepassing zijnde gedragscode wordt hier vermeld. Het kan zijn dat er meerdere gedragscodes van toepassing zijn (bijvoorbeeld bij integrale contracten). Er dient dan vermeld te worden voor welke delen van het werk er welke gedragscode of delen daarvan van toepassing zijn. Besteksposten inventarisatie Indien er voorafgaand aan de uitvoering van het werk door de aannemer soorten en hun vaste rust- en verblijfplaatsen en/of groeiplaatsen geïnventariseerd moeten worden (resultaatsverplichting) wordt hier aangegeven conform welke bestekspost dit moet gebeuren. Voor fauna en flora zijn hiervoor verschillende besteksposten beschikbaar. Soorten vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen Hier wordt vermeld van welke soorten er permanente vaste rust- en verblijfplaatsen en/of groeiplaatsen er in het werkgebied of binnen de invloedzone van het werkgebied zijn (voor zo ver niet al vermeld in een voorgaand lid). Tevens wordt vermeld van welke soorten en/of soortgroepen er specifieke locaties zijn voor tijdelijke vaste rust en verblijfplaatsen met verhoogd risico. Bijvoorbeeld singels en struwelen voor vogels die jaarlijks een nieuw nest bouwen). Indien er geen permanente vaste rust- en verblijfplaatsen en/of groeiplaatsen van beschermde soorten en/of geen locaties met verhoogd risico zijn in het gebied wordt dit ook vermeld. Indien de opdrachtgever niet (volledig) beschikt over informatie betreffende het voorkomen van vaste rust- en verblijfplaatsen en/of groeiplaatsen van beschermde soorten dan wordt dat hier vermeld met tevens de verwijzing naar de resultaatsverplichting die van de aannemer verlangd wordt betreffende het inventariseren.
16
INHOUDSOPGAVE TECHNISCHE BEPALINGEN HOOFDSTUK 64
64.01 64.01.01
BEGRIPPEN Algemeen
64.02 64.02.01
EISEN EN UITVOERING Algemeen
64.03 64.03.02 64.03.03
INFORMATIE-OVERDRACHT Inventariseren Fauna Inventariseren Flora
64.04 64.04.01
RISICOVERDELING EN GARANTIES Afschermen en toepassen fauna-werende voorzieningen
64.05 64.05.01
BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN Afschermen en toepassen fauna-werende voorzieningen
64.07 64.07.01
MEET- EN VERREKENMETHODEN Inventariseren
17
TECHNISCHE BEPALINGEN HOOFDSTUK 64
64.01
BEGRIPPEN
64.01.01
Algemeen 01 Te verstaan is onder: a. burchten: door dassen en vossen ondergronds gegraven gangen(stelsel) dat in gebruik is als woon- en kraamverblijf, overwinteringplaats of als slaapplaats; b. beverburchten: door bevers in gebruik zijnde woon- en kraamverblijf, overwinteringplaats en/of slaapplaats c. ondergrondse holen: door overige soorten ondergronds gegraven gangenstelsel dat in gebruik is als woon- en kraamverblijf, overwinteringplaats of als slaapplaats; d. horsten: vaste nestplaats van roofvogels; e. kolonieplaatsen:vaste locatie waar vogels in groepen nestelen of rusten; f. hopen: mierenhopen en broedhopen van reptielen; g. kraamkamers: ruimten waarin vleermuizen hun jongen werpen en groot brengen; h. overwinteringplaatsen: ruimten (holen, spouwen e.d.) of specifieke locaties (dijktaluds, poelen., uilenbosjes e.d.) waar soorten de winter op een vaste plaats door brengen; i. paaiplaatsen: specifieke locaties waar vissen paren en hun kuit afzetten; j. vaste migratieroutes: vaste trek of verplaatsingsroutes van dieren; k. permanente vaste rust en verblijfplaats: rust- en verblijfplaats van fauna die jaarrond in gebruik is; l. tijdelijke vaste rust en verblijfplaats: rust- en verblijfplaats waar fauna jaarlijks naar terugkeert en dus een bepaalde periode van het jaar in gebruik is; m. tijdelijke rust en verblijfplaats: rust- en verblijfplaats die een periode van het jaar in gebruik is en niet meer wordt hergebruikt; n. zaadbank: locatie waar een specifieke bron van plantenzaden rust in de bodem; o. SOVON: vereniging voor vogelonderzoek Nederland; p. markeren: aanduiden van vaste rust- of verblijfplaats of groeiplaats; q. afschermen: afbakenen van vaste rust- of verblijfplaats of groeiplaats; r. faunawerende voorziening: voorziening waardoor bepaalde fauna gedurende het werk bepaalde plaatsen of oppervlakken niet kan bereiken. 02 Onder verplaatsen wordt tevens begrepen het opnemen, transporteren en of inrichten van rust- en verblijfplaats. 03 Onder herplanten wordt begrepen het opnemen, transporteren van de vegetatie en het inrichten en afwerken van de oude locatie.
18
64.02
EISEN EN UITVOERING
64.02.01
Algemeen 01 Indien en voor zover in het bestek wordt verwezen naar de CROW-publicatie Floraen faunamaatregelen en –voorzieningen, bij het uitvoeren van de werkzaamheden de voorschriften welke daaromtrent in het bestek zijn opgenomen volgen en voor zover daarmee niet in strijd, de te treffen maatregelen uitvoeren conform de CROWpublicatie Flora- en faunamaatregelen en –voorzieningen. Deze bepaling is van kracht vanaf het moment van publicatie. 02 Bij het transport, de opslag en de montage van geprefabriceerde faunavoorzieningen en van onderdelen daarvan, de voorschriften die daarover in het bestek zijn opgenomen volgen en voor zover daarmee niet in strijd, de aanbevelingen van de producent. 03 Een markering, afscherming en/of faunawerende voorziening dient, voor zo ver in het bestek niet anders bepaald, gedurende de gehele periode waarvoor zij bedoeld is deugdelijk te functioneren. 04 Het aanbrengen, in stand houden en/of, verwijderen van een markering, afscherming of faunawerende voorziening omvat alle onderdelen benodigd voor de desbetreffende constructie. 05 Onder het in stand houden van een markering, afscherming en/of faunawerende voorziening is tevens begrepen het herstel van schade aan de markering, afscherming en/of faunawerende voorziening ontstaan door ondeugdelijke constructie of vernieling als gevolg van de uitvoering van het werk of door vernieling door derden. Onder het in stand houden is tevens begrepen het herstel van schade aan de afscherming.
64.02.02
Aanbrengen en verplaatsen Fauna voorzieningen 01 Bij het aanbrengen en verplaatsen van faunavoorzieningen wordt geacht bevestigingsmateriaal te zijn inbegrepen
64.02.03
Aanbrengen en verplaatsen Flora
19
01 Bij het aanbrengen en verplaatsen van flora dient het grondwerk, voor zover niet anders in het contract is bepaald, uitgevoerd te worden conform de eisen als gesteld in 22.32 (natuurtechnisch grondwerk).
64.03
INFORMATIE-OVERDRACHT
64.03.02
Inventariseren Fauna 01 Bij een verkennende inventarisatie dienen op basis van biotoopkenmerken, te worden geïnventariseerd of een of meerdere van de hieronder vermelde klassen permanente of tijdelijk vaste rust- en verblijfplaatsen hebben. - vogels - zoogdieren - reptielen/amfibiën - vissen - dagvlinders - libellen - kevers - mieren - slakken - tweekleppigen - kreeftachtigen 02 Van iedere klasse dient te worden aangegeven welke families zich in het te inventariseren gebied bevinden. 03 Bij een soortspecifieke inventarisatie dienen de in het bestek vermelde families of de op basis van de verkennende inventarisatie vastgelegde families te worden geïnventariseerd, voor zover dit families betreffen uit bijlage IV van de Habitatrichtlijn, bijlage 1 AMvB, zeldzame en schaarse broedvogels of wintergasten volgens indeling SOVON of overige soorten tabel 2 van het ministerie van LNV. Hierbij dient te worden aangegeven welk type tijdelijke of permanente vaste rust- en verblijfplaatsen van iedere soort er zijn, het aantal en waar deze zich bevinden. 04 Indien in het bestek zowel een verkennend als een soortspecifieke inventarisatie wordt voorgeschreven, mogen deze gelijktijdig worden uitgevoerd. 05 Indien in het bestek een verkennend en/of een soortspecifieke inventarisatie wordt voorgeschreven, moeten deze door de aannemer uitgevoerd kunnen worden in een periode dat de rust- en verblijfplaatsen visueel waarneembaar en/of op basis van omgevingskenmerken herkenbaar zijn.
20
64.03.03
Inventariseren Flora 01 Inventariseren en rapporteren groeiplaatsen of zaadbanken op basis van biotoopkenmerken, van soorten uit bijlage IV van de Habitatrichtlijn of bijlage I AMvB, of overige soorten tabel 2 van het Ministerie van LNV.
64.03.04
Instructie uitvoerend personeel 01 Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moet de aannemer aan de hand van de hem ter beschikking staande gegevens uitvoeringsinstructies geven aan machinebedienend, vervoerend en uitvoerend personeel. 02 De directie moet bij de uitvoeringsinstructie aanwezig zijn, waartoe de aannemer de directie tijdig zal uitnodigen.
64.04
RISICOVERDELING EN GARANTIES
64.04.01
Afschermen en toepassen fauna-werende voorzieningen 01 De kosten voor het in stand houden en herstellen van afschermende maatregelen en faunawerende voorzieningen als genoemd in 64.02.01 lid 5, zijn voor rekening van de aannemer, tenzij deze veroorzaakt worden door vernieling door derden.
64.05
BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN
64.05.01
Afschermen en toepassen fauna-werende voorzieningen 01 Tot het aanbrengen van markeringen en het treffen van afschermende maatregelen en faunawerende voorzieningen behoort tevens het gedurende de looptijd van het bestek controleren en instandhouden van de deze markeringen, maatregelen en voorzieningen.
64.06
BOUWSTOFFEN
(In deze Standaard zijn geen bepalingen opgenomen, behorende tot deze paragraaf.)
64.07
MEET- EN VERREKENMETHODEN
64.07.01
Inventariseren
01 Indien de resultaatsverplichting voor inventarisatie is uitgedrukt in de eenheid keer, dient de gehele vermelde oppervlakte 1 keer volledig geïnventariseerd te 21
worden. De inventarisatie mag, in overleg met de directie, in meerdere terreinbezoeken worden uitgevoerd. 02 Indien de resultaatsverplichting voor inventarisatie is uitgedrukt in uren betreffen dit uren die direct in het veld besteed worden aan de inventarisatie. Uren voor rapportage, reizen en overleg worden niet verrekend.
22
TOELICHTING TECHNISCHE BEPALINGEN HOOFDSTUK 64
64.02.01 Algemeen CROW-publicatie Flora- en faunamaatregelen en –voorzieningen In 2010 zal de CROW een publicatie maken waarin maatregelen en voorzieningen ter bescherming van soorten en hun rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen uitgewerkt worden als leidraad voor het toepassen in een contract. De opdrachtgever, aannemer en directie moeten daarbij rekening houden dat de maatregelen en voorzieningen passend gemaakt moet worden voor de specifieke situatie waarin zij worden toegepast. Totdat de publicatie beschikbaar is dienen de maatregelen en voorzieningen in het contract specifiek te zijn voorgeschreven en zo nodig uitgewerkt. Markering, afscherming en faunawerende maatregelen. De wijze van markeren dient door de opdrachtgever in het contract voorgeschreven te zijn als dit anders is dan met lint. Markeringen dienen voor het machinebedienende, vervoerende en uitvoerende personeel tijdens de uitvoering van het werk zichtbaar en herkenbaar te zijn. Het gebruik van (spuit)verf voor markering wordt afgeraden tenzij dit toegepast wordt op markeringen zelf (bijvoorbeeld paaltjes, bordjes, vlaggen e.d.) De wijze van afschermen en weren van fauna dient altijd voorgeschreven te zijn in het bestek, de detailuitwerking mag desgewenst aan de aannemer gelaten worden als onderdeel van het plan van aanpak. Voor maatregelen, afscherming en faunawerende maatregelen geldt dat de constructie deugdelijk moet functioneren in de periode dat er schade kan ontstaan aan soorten en/of hun rust en verblijfplaatsen en groeiplaatsen. Dit geldt gedurende de gehele contractperiode. Er moet bij de keuze van de materialen en/of de constructie in het contract en/of de uitwerking door de aannemer rekening gehouden worden met locale omstandigheden zoals harde wind, vallende takken, waterstanden etc. De aannemer moet er rekening mee houden dat alle benodigdheden voor een markering, maatregel of voorziening zijn inbegrepen in de resultaatsverplichting. Dit betreft bijvoorbeeld ook bevestigingsmaterialen voor schermdoek, voeten van tijdelijke rasters of stroomvoorziening van schrikdraad e.d. Het risico op schade aan de markeringen, maatregelen of voorzieningen door omgevingsinvloeden zijn te bepalen aan de hand van de contractspecificaties (wind, vallend hout, waterstanden, grazers, vee e.d). Schade aan de maatregelen of voorzieningen als gevolg van deze omgevingsinvloeden moeten hersteld worden door de aannemer en worden niet verrekend. Dat geldt tevens door schade die ontstaat tijdens het werk door machinebedienend, vervoerend of uitvoerend personeel. Schade door derden (vernieling of beschadiging) moet ook door de aannemer hersteld worden. De kosten hiervoor komen voor rekening van de opdrachtgever.
64.03.02 Inventariseren Fauna (Zie toelichting op resultaatsverplichting 64.11.10-13.)
23
RESULTAATSBESCHRIJVINGEN HOOFDSTUK 64
64
Flora- en faunamaatregelen en - voorzieningen
641
Fauna
64.11.10 64.11.11 64.11.12 64.11.13
inventariseren fauna, verkennend inventariseren fauna, verkennend inventariseren fauna, soortspecifiek inventariseren fauna, soortspecifiek
keer uur keer uur
64.12.11 64.12.12 64.12.13 64.12.14 64.12.15 64.12.16 64.12.17 64.12.18
aanbrengen burchten en ondergrondse holen aanbrengen nestenen horsten aanbrengen hopen aanbrengen kraamkamers aanbrengen overwinteringsplaatsen aanbrengen slaapplaatsen inrichten paaiplaatsen inrichten vaste migratieroutes
st st st st st st st st
64.12.22 64.12.23 64.12.24 64.12.25 64.12.26
verplaatsen nesten en horsten verplaatsen hopen verplaatsen kraamkamers verplaatsen overwinteringsplaatsen verplaatsen slaapplaatsen
st st st st st
64.15.21 64.15.22 64.15.23 64.15.24 64.15.25
markeren fauna rust- en verblijfplaatsen markeren fauna rust- en verblijfplaatsen afschermen fauna rust- en verblijfplaatsen afschermen fauna rust- en verblijfplaatsen toepassen faunawerende maatregelen
st m1 st m1 m1
642
Flora
64.21.10 64.21.11
inventariseren flora inventariseren flora
keer uur
64.22.11 64.22.21 64.22.22 64.22.22
inrichten groeiplaats herplanten vegetatie herplanten vegetatie verplaatsen zaadbank
m2 st m2 m3
64.25.21 64.25.22 64.25.23 64.25.24
markeren groeiplaats of zaadbank markeren groeiplaats of zaadbank afschermen groeiplaats of zaadbank afschermen groeiplaats of zaadbank
st m1 st m1
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
TOELICHTING RESULTAATSBESCHRIJVINGEN HOOFDSTUK 64 64.11.10/11/13 Inventariseren fauna Bij het inventariseren van fauna moet een keuze worden gemaakt tussen een verkennend en een specifiek onderzoek. Indien er nog helemaal geen gegevens bekend zijn van het gebied kan eerst een verkennend onderzoek plaats vinden en op basis van de hieruit voorkomende families per klasse een specifiek onderzoek naar de bijbehorende soorten. Na een verkennend onderzoek volgt altijd een specifiek onderzoek. Veelal zijn bij de opdrachtgever de voorkomende families bekend. In dat geval behoeft er alleen een specifiek onderzoek plaats te vinden. Indien deze gegevens ook bekend zijn behoeft er uiteraard niet te worden geïnventariseerd. De aannemer blijft wel verantwoordelijk voor inventariseren van soorten die zich (tijdelijk) vestigen direct voorafgaand of tijdens het werk. De inventarisatie kan zowel in een bestek worden beschreven waarbij ook maatregelen worden voorgeschreven als in een bestek waarin alleen inventarisatie wordt beschreven. Voor het inventarisreen van flora Hoofdcode 64.11.10 of .11 gebruiken. 64.12.11-18 Aanbrengen fauna voorzieningen Voor het aanbrengen van permanente of tijdelijke vaste rust- en verblijfplaatsen zijn meerder Hoofdcodes beschikbaar. Voor iedere soort voorziening, zoals burcht, hoop of bijvoorbeeld nest, zijn aparte resultaatsbeschrijvingen. Bij iedere resultaatsbeschrijving kan worden gekozen om te verwijzen naar een tekening, een nadere omschrijving of te verwijzen naar de CROW-publicatie Flora- en faunamaatregelen en –voorzieningen. Deze publicatie is op het moment van ter visie legging nog niet beschikbaar. Naar verwachting zal deze uitkomen gelijk met de Standaard 2010 of iets later. Dit is dan ook de reden dat bij deze resultaatsbeschrijvingen een voorbehoud is gemaakt. De Hoofdcodes van de resultaatsbeschrijvingen corresponderen met de toekomstige nummeringen uit de publicatie. Wel zal specifiek moeten worden verwezen naar een figuurnummer en of subparagraaf. 64.12.22-26 Verplaatsen fauna voorzieningen Voor het verplaatsten van permanente of tijdelijke vaste rust- en verblijfplaatsen zijn meerder Hoofdcodes beschikbaar. Voor iedere soort voorziening, zoals burcht, hoop of bijvoorbeeld nest, zijn aparte resultaatsbeschrijvingen. Bij iedere resultaatsbeschrijving kan worden gekozen om te verwijzen naar een tekening, een nadere omschrijving of te verwijzen naar de CROW-publicatie Flora- en faunamaatregelen en –voorzieningen. Deze publicatie is op het moment van ter visie legging nog niet beschikbaar. Naar verwachting zal deze uitkomen gelijk met de Standaard 2010 of iets later. Dit is dan ook de reden dat bij deze resultaatsbeschrijvingen een voorbehoud is gemaakt. De Hoofdcodes van de resultaatsbeschrijvingen corresponderen met de toekomstige nummeringen uit de publicatie. Wel zal specifiek moeten worden verwezen naar een figuurnummer en of subparagraaf. Indien de bestaande voorziening niet overeenkomt met de voorzieningen uit de publicatie, dan dient de voorziening te worden omschreven of dient te worden verwezen naar een tekening. 64.15.21-24 Markeren en afschermen fauna rust- en verblijfplaatsen Het markeren en afschermen kan op verschillende manieren. Dit is sterk afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, de af te schermen soort en de druk vanuit de omgeving. Dit zal per situatie moeten worden bekeken. 64.15.25 Toepassen fauna-werende maatregelen Bij het markeren en afschermen gaat het om het voorkomen dat fauna zich buiten het te beschermen gebied begeeft. Het toepassen van werende voorzieningen is bedoeld om te voorkomen dat fauna zich begeeft naar het af te schermen gebied. . 55
64.21.10/11 Inventariseren flora De inventarisatie kan zowel in een bestek worden beschreven waarbij ook maatregelen worden voorgeschreven als in een bestek waarin alleen inventarisatie wordt beschreven. Voor het inventarisreen van fauna Hoofdcode 64.11.10 of .11 gebruiken.
64.22.11-18 Aanbrengen flora voorzieningen Bij het aanbrengen van groeiplaatsen en zaadbanken kan worden gekozen om te verwijzen naar een tekening, een nadere omschrijving of te verwijzen naar de CROW-publicatie Flora- en faunamaatregelen en –voorzieningen. Deze publicatie is op het moment van ter visie legging nog niet beschikbaar. Naar verwachting zal deze uitkomen gelijk met de Standaard 2010 of iets later. Dit is dan ook de reden dat bij deze resultaatsbeschrijvingen een voorbehoud is gemaakt. De Hoofdcodes van de resultaatsbeschrijvingen corresponderen met de toekomstige nummeringen uit de publicatie. Wel zal specifiek moeten worden verwezen naar een figuurnummer en of subparagraaf. 64.22.22-26 Verplaatsen flora voorzieningen Bij het verplaatsen van groeiplaatsen en zaadbanken kan worden gekozen om te verwijzen naar een tekening, een nadere omschrijving of te verwijzen naar de CROW-publicatie Flora- en faunamaatregelen en –voorzieningen. Deze publicatie is op het moment van ter visie legging nog niet beschikbaar. Naar verwachting zal deze uitkomen gelijk met de Standaard 2010 of iets later. Dit is dan ook de reden dat bij deze resultaatsbeschrijvingen een voorbehoud is gemaakt. De Hoofdcodes van de resultaatsbeschrijvingen corresponderen met de toekomstige nummeringen uit de publicatie. Wel zal specifiek moeten worden verwezen naar een figuurnummer en of subparagraaf. 64.25.21-24 Markeren en afschermen groeiplaats of zaadbank Het markeren en afschermen van groeiplaatsen of zaadbanken kan op verschillende manieren. Dit is sterk afhankelijk van de druk vanuit de omgeving en zal per situatie moeten worden bekeken.
56