Honeywell
HCE20M1003 Zoneregelaar Montage en gebruik
1
Honeywell 1x
1x
2 1 3
1x 2
Fig. 2a
4x
4
1x
4x
5
1x
1
3
5
2
4
6
4
1x 1x Fig. 1
1
2
Fig. 2b
3
4
5
6
7
Honeywell
A 14
13
12
11
SW1
10
Fig. 3
B 9
8
7
6
19
18
ON
1 ON
1
1
2
2
SW2
DIP
2
3
4
DIP
2
3
4
Z1
A
Hoofdprint
B
Optionele koelmodule
Z2
Z3
Z4
Z5
Z6
3
4
5
15
16
17
Fig. 4
Honeywell 1
De gebruiksaanwijzing Toelichting bij figuur 4, koelmodule (optioneel):
Legenda bij de figuren op pagina 2. Figuur
Omschrijving
Nummer
Aansluiting
Fig. 1
Inhoud van de verpakking
15
Klep verwarmen (230V uitgang)
Fig. 2a
Behuizing openen
16
Klep koelen (230V uitgang)
Fig. 2b
Behuizing sluiten
17
Koelvraag (relais, aan/uit)
Fig. 3
Weergave- en bedieningselementen
18
Extern condensatiebeveiliging (aan/uit)
Fig. 4
Aansluitingen
19
Extern signaal koelen/verwarmen
Toelichting bij figuur 3: Nummer
Symbool
Toelichting dipswitches: ON
Functie Led
1
Voeding aan/uit
2
Warmtevraag / ketel aan/uit
3
1..6
1
DIP
2
3
4
Bij ON staat de dipswitch bovenaan (fabrieksinstelling). Bij OFF staat de dipswitch beneden.
Functionaliteit dipswitch SW1 (hoofdprint):
Zone aanduiding
4
Pomp aan/uit
5
Klep verwarmen open/dicht
6
Klep koelen open/dicht
7
Koelvraag 1)
Nr
Positie Betekenis 1
1)
1)
2
ON
Zone 1 is leidend.
OFF
Zone 1 is niet leidend.
ON
Indien zone 1 leidend is: Comfortstand. Indien zone 1 niet leidend is: Meerdere verdelers met eigen pomp.
OFF
1) Alleen indien de optionele HCS20-C koelmodule uitbreidingsprint is aangebracht
Indien zone 1 niet leidend is: Eén verdeler met één pomp.
Toelichting bij figuur 4, hoodprint: Nummer
Aansluiting
1
OpenTherm toestel
2
Aan/uit warmtevraag (relais, aan/uit)
3
230 VAC pomp
4
Netspanning
5
Zekering
6
Zone-thermostaat zone 6
7
Zone-thermostaat zone 5
8
Zone-thermostaat zone 4
9
Zone-thermostaat zone 3
10
Zone-thermostaat zone 2
11
Zone-thermostaat zone 1
12
Buitentemperatuuropnemer
13
Aanvoerwatertemperatuuropnemer
14
Link
Z1..Z6
Thermische motoren voor de 6 zones, maximaal 4 per zone
Indien zone 1 leidend is: Eco omschakeling door zone 1 thermostaat.
3 4
ON
In rust gesloten kleppen.2)
OFF
In rust geopende kleppen.2)
ON
Zone 6 geen koeling toegestaan.3)
OFF
Zone 6 koeling toegestaan.
2) Geldt voor alle zonekleppen. Er kan maar één type gelijktijdig aangesloten worden. 3) In bijvoorbeeld een badkamer is koeling niet toegestaan. Functionaliteit dipswitch SW2 (koelprint): Nr
Positie Betekenis 1
2-4
ON
Leidende thermostaat bepaalt koelen/ verwarmen.
OFF
Extern signaal bepaalt koelen/ verwarmen. Niet gebruikt.
3
Honeywell 2
Veiligheidsinstructies Levensgevaar door elektrische schok! Bij het installeren liggen niet-geïsoleerde contacten met netspanning vrij. Het aanraken van een onder spanning staand contact kan levensgevaarlijk letsel veroorzaken. Verwijder de netstekker voor het openen van de behuizing. Laat alle werkzaamheden uitvoeren door erkend en opgeleid personeel. Houdt u bij de installatie aan de geldende elektrotechnische voorschriften. Beschadiging van de zoneregelaar! Kortsluiting door vocht. Monteer de regelaar op een tegen vocht beschermde locatie.
3
Overzicht
De HCE20-NL is een bedrade vloerverwarmingsregelaar voor zowel verwarmen als koelen. De regelaar kan maximaal 6 individuele temperatuurzones regelen. De zonetemperaturen worden door middel van zone-thermostaten geregeld. De zone-thermostaten kunnen alleen Honeywell OpenTherm communicerende thermostaten zijn, zoals de Chronotherm Vision Modulation en de Round Modulation. Met de Chronotherm Vision Modulation thermostaat aangesloten op zone 1, is het mogelijk om de overige zones mee te laten schakelen van Eco- (besparingsstand) naar Comfortstand en omgekeerd. Bijvoorbeeld: wanneer de periode slapen van de Chronotherm Vision Modulation begint, schakelen ook de thermostaten van de andere zones automatisch over naar dezelfde nachtverlaging of temperatuurinstelling. Tevens kan bij een systeem met verwarmen en koelen met de Chronotherm Vision Modulation thermostaat voor alle zones de omschakeling van verwarmen naar koelen en vice-versa worden gemaakt. De warmtevraag vanuit de zones wordt door middel van een fuzzy-logic regelalgoritme verwerkt tot één warmtevraag. Een aan/uit, of via OpenTherm communicerend, cv-toestel kan met de verschillende uitgangen worden aangestuurd. Een geïntegreerd pomprelais zorgt ervoor dat de pomp ingeschakeld wordt wanneer er warmtevraag uit een zone komt. Indien gewenst kan er ook een buitentemperatuuropnemer en watertemperatuuropnemer worden aangesloten om de sturing van het cv-toestel weersafhankelijk te maken. Voor koeling kan er op eenvoudige wijze een koelmodule worden toegevoegd. Deze koelmodule heeft een ingang voor een extern koel-/verwarmsignaal, een condensatiedetectie schakelaar en een relaisuitgang voor de koelvraag. Tevens zijn er aparte uitgangen voor het aansturen van een eventueel aanwezige koel- en/of warmeteklep (open/dicht) in de aanvoerleidingen. 4
Het overzicht hierna toont de diverse componenten, die samen met de zoneregelaar kunnen worden gebruikt. Nr
Omschrijving
1
Klokthermostaat Chronotherm Vision Modulation TH8110M1003 Regelt met instelbare tijdprogramma’s de zonetemperatuur
2
Klokthermostaat Chronotherm Modulation CMT937M1003 Regelt met instelbare tijdprogramma’s de zonetemperatuur
3
Kamerthermostaat T87M1003 Geeft de ruimtetemperatuur en gewenste temperatuur door aan de zoneregelaar
4
Kamerthermostaat T87HC1103 Geeft de ruimtetemperatuur en gewenste temperatuur door aan de zoneregelaar (voor verwarmen en koelen)
5
Zoneregelaar HCE 20 Stuurt thermische motoren aan; communiceert met zoneregelaars en temperatuuropnemers
6
Thermische motor MT4
7
Temperatuuropnemers AF20, VF20, T7414C1012 Optionele NTC20K temperatuurvoelers voor weersafhankelijke regeling
3.1 Functieoverzicht • Maximaal 6 met behulp van zone-thermostaten regelbare temperatuurzones • Per zone maximaal 4 thermische motoren aan te sluiten • Geïntegreerde pompregeling • CV-toestelsturing via OpenTherm communicatie of aan/uit met behulp van een geïntegreerd relais met potentiaalvrij contact • Optionele uitbreidingsprint (koelmodule HCS20-C) • Omschakeling verwarmen/koelen (extern of via zone 1 thermostaat) • Sturing van warmte- en koelvraag • Schakelingang voor uitschakelen koeling bij condensatie • Mogelijkheid voor uitschakelen koeling van zone 6 (bijvoorbeeld in geval van een badkamer) • Snelle montage door schroefloze klemmen van de aansluitingen (pomp uitgezonderd) • Intelligente besturing door Fuzzy Logic algorithme • Aanduiding van de bedrijfstoestand door middel van LED’s
Honeywell Zoneschema opstellen
5
Beschadiging van de zoneregelaar! Voorkom kortsluiting door vocht. Monteer de regelaar op een tegen vocht beschermde locatie
In een gebouw kunnen ruimtes (zones) met verschillend ingestelde warmtebehoefte individueel worden geregeld. Afhankelijk van de ingestelde temperatuur worden de thermische motoren van de toegewezen zone aangestuurd. Per zoneregelaar kunnen maximaal 6 temperatuurzones worden geregeld. Per zone kunnen maximaal 4 thermische motoren worden aangesloten. Indien meer dan 4 thermische motoren op een zone aangesloten moeten worden, dan kan de zone uitgebreid worden met de volgende zone. Dit doet men door de thermostaat ingang van de volgende zone kort te sluiten met behulp van een draadbrug. De kortgesloten zone werkt gelijk met de voorgaande zone.
De zoneregelaar kan zowel in een verdeelkast (montage op een DIN-rail) als direct op de wand worden gemonteerd. Kies de locatie zo, dat de zoneregelaar beschermd is tegen vocht.
5.1 Wandmontage Op de zoneregelaar zijn 4 bevestigingsgaten met een diameter van 4,2 mm aangebracht ten behoeve van wandmontage.
Voorbeeld: Stel dat men 6 thermische motoren met zone 1 wil verbinden, dan moet men 4 thermische motoren aansluiten op zone 1 en de resterende 2 thermische motoren op zone 2. De thermostaatingang van zone 2 (Ingang 10, figuur 4 op pagina 2) moet dan voorzien worden van een draadbrug.
Houd rekening met de montagehoogte van 52 mm van de zoneregelaar! Wanneer de zoneregelaar verticaal wordt gemonteerd, moet de transformator aan de bovenzijde zitten, zodat de warmte optimaal kan worden afgevoerd. Afmetingen Zoneregelaar in mm’s:
57
Let op: Er kunnen nu maar maximaal 5 temperatuurzones geregeld worden.
Montage
Overzicht temperatuurzones/zoneregelaars Temperatuurzones maximaal
Thermische motoren (maximaal)
Aantal zoneregelaars
6
24
1
12
48
2
18
72
3
4.1 Voorbeeld van een zone-indeling
52.0
337 349.5
85
4
4.2
Teken de bevestigingsgaten af met behulp van de boormal. Boor de gaten en steek er geschikte wandpluggen in. Schroef de zoneregelaar vast.
5.2 Montage op een DIN rail Bevestig de DIN-rail. Plaats de zoneregelaar van onderen op de DIN-rail (1). Druk de zoneregelaar naar boven tot deze vastklikt (2).
2
1
In bovenstaand voorbeeld is de woning verdeeld in 6 temperatuurzones. De zoneregelaar stuurt 8 thermische motoren aan. Drie in zone 1 en telkens één per overige zone.
5
Honeywell 6
Installatie en configuratie Levensgevaar door elektrische schok! Niet-geïsoleerde contacten met netspanning. Verwijder de netstekker voor het openen van de behuizing. Laat alle werkzaamheden uitvoeren door erkend en opgeleid personeel. Houdt u aan de geldende elektrotechnische voorschriften. Beschadiging van printplaat componenten! De elektronische componenten van de zoneregelaar en de uitbreidingsmodule kunnen door elektro-statische ontladingen defect raken! Raak de componenten niet aan. Raak een geaard metalen deel aan om uzelf te ontladen.
CV-toestelsturing en koelsturing Kabellengte
max. 100 m
Kerndiameter
0,21 - 1,5 mm²
Striplengte
5-10 mm
Klembereik van de aansluitklem
0,21 – 2,08 mm2 flexibele aders
Voeler aansluiting Kabellengte
max. 100 m
Kerndiameter
0,21 - 1,5 mm²
Striplengte
5-10 mm
Klembereik van de aansluitklem
0,21 – 2,08 mm2 flexibele aders
6.2.2 Netkabel aansluiten Levensgevaar door elektrische schok! Bij het installeren liggen niet geisoleerde contacten met netspanning vrij.
6.1 Behuizing openen Open de behuizing zoals afgebeeld in Fig. 2a op pagina 2.
6.2 Aansluitingen bekabelen 6.2.1 Toegestane typen en kabellengten
Sluit de netkabel1) aan op klem 4 (zie figuur 4, pagina 2)
Thermische motoren Uitwendige kabeldiameter
min. 3,5 mm/max. 5,3 mm
Kabellengte
max. 4 m
Kerndiameter
max. 1,0 mm²
Striplengte
5-10 mm
Klembereik van de aansluitklem
0,21 – 2,08 mm2 flexibele aders
Net- en pompaansluiting 230 Vac Uitwendige kabeldiameter
min. 8,0 mm/max. 11 mm
Kabellengte
max. 100 m
Kerndiameter
max. 2,5 mm²
Striplengte
7 mm
Klembereik van de aansluitklem
0,20–2,50 mm²; flexibel/ massieve aansluiting 0,50–1,50 mm²; flexibel met adereindhulzen
Thermostaat aansluiting(en) Kabellengte
max. 50 m (OpenTherm specificatie)
Kerndiameter
0,21 - 1,5 mm²
Striplengte
5-10 mm
Klembereik van de aansluitklem
0,21 – 2,08 mm2 flexibele aders
6
Een netsnoer met passende connector wordt meegeleverd
1)
6.2.3 Pomp (230Vac) aansluiten Beschadiging van de zoneregelaar! Let bij de aansluiting van de pomp op de technische gegevens van het geintegreerd relais (230Vac, 1A). Suit de pomp aan op klem 3 (zie figuur 4)
Honeywell 6.2.5.1 Type thermische motor instellen
L
N
PE
7m m
Strip de aansluitingen over 7 mm en sluit de draden L, N en PE aan volgens figuur.
6.2.4 Trekontlasting aanbrengen Borg de netkabel- en de pompaansluiting met de meegeleverde kabelklem. Duw de trekontlasting op zijn plaats en bevestig de trekontlasting met de schroef.
Controleer welk type thermische motor u hebt. Stel dipswitch 3 (SW1) in conform onderstaande tabel. Dipswitch
Type thermische motor
Eigenschap
ON
Spanningsloos gesloten
Opent de afsluiter wanneer er spanning staat op de uitgang
OFF
Spanningsloos open
Opent de afsluiter wanneer er geen spanning staat op de uitgang
6.2.6 Aansluiten kabels op veerklemmen Alle kabels met uitzondering van de pompkabel en de netkabel worden met behulp van veerklemmen aangesloten. Druk het veerklemmetje van de kabelklem naar beneden en plaats de aansluitkabels in de kabelopeningen van de stekkers. Laat het veerklemmetje los.
6.2.5 Thermische motoren aansluiten Beschadiging van de zoneregelaar! Let bij de thermische motoren op de technische gegevens: maximaal totaal 2.7 A piekstroom, 200 mA continustroom per zone toegestaan. In verband met de maximaal toelaatbare stroomopname, kan elke zone maximaal 4 vier thermische motoren aansturen. Op zone 1 kunnen 4 motoren rechtstreeks worden aangesloten, op zone 2 tot en met 4 kunnen telkens elk 2 motoren en op zone 5 en 6 kan elk 1 thermische motor rechtstreeks worden aangesloten. Wanneer meer dan 12 thermische motoren op de zoneregelaar moeten worden aangesloten, moeten de kabels van de motoren in een verdeeldoos worden aangesloten. Trek zonodig kabels van de motoren naar de verdeeldoos.
Klem de kabels die zich aan de voorzijde bevinden in de trekontlastingen.
Geleid de kabels die zich aan de achterzijde bevinden door de daarvoor bestemde openingen.
Per zoneregelaar kan slechts één type thermische motor worden aangesloten. Wanneer spanningsloos open en spanningsloos gesloten thermische motoren worden gebruikt, hebt u twee zoneregelaars nodig. 7
Honeywell 6.3 cv-Toestelsturing
6.7 Zone-thermostaten installeren
Afhankelijk van de stand van de zoneventielen wordt de warmtevraag voor het cv-toestel berekend.
Sluit de zone-thermostaten aan op de juiste locatie, zoals is aangegeven in figuur 4 en de toelichting op pagina 3.
6.3.1 cv-Toestelsturing via OpenTherm
6.8 Eco / Comfortstand
Bij gebruikmaking van een met OpenTherm communicerende modulerend toestel moet deze aangesloten worden op klem 1 (zie figuur 4 op pagina 2).
Via de leidende zone 1 thermostaat kunnen de overige zones in een Eco-stand (besparing) worden gezet. Stel dipswitch 2 (SW1) in conform de gewenste omschakelnogelijkheid.
6.3.2 cv-Toestelsturing (aan/uit) via relais Beschadiging van de zoneregelaar! Let bij de aansluiting van een aan/uit cv-toestel op de technische gegevens van het geintegreerd potentiaalvrij relais (max. 230Vac, 0.5A). Bij gebruikmaking van een standaard aan/uit cv-toestel, moet het cv-toestel aangesloten worden op klem 2 (zie figuur 4 op pagina 2).
Dipswitch
Omschakelen verwarmen koelen
ON
Geen Eco-stand.
OFF
Indien zone 1 leidend is: Eco omschakeling door zone 1 thermostaat.
6.9 Koelmodule uitbreidingsprint De regelaar kan optioneel worden voorzien van een HCS20-C koelmodule uitbreidingsprint.
6.4 Pomp
Levensgevaar door elektrische schok! Verwijder de netstekker voor het plaatsen van de koelmodule.
6.4.1 Pompaansturing Beschadiging van de zoneregelaar! Let bij de aansluiting van de pomp op de maximale belasting van de uitgang (230Vac, max. 1A).
Plaats de koelmodule met de aansluitklem op de hiervoor bedoelde insteekplaats en klik de print vast.
Zodra een zone actief is, wordt de pomp met tijdvertraging ingeschakeld. Zodra alle kranen zijn gesloten, schakelt de pomp uit. De groene LED bij het symbool (zie figuur 3 op pagina 2) brandt continu wanneer de pomp loopt.
6.4.2 Gebruik van meerdere pompen Beschadiging van de zoneregelaar! Voorkom kortsluiting bij toepassing van meerdere pompen. Sluit alle regelaars op dezelfde fase aan.
6.5 Cascade van regelaars
6.9.1 Omschakelen verwarmen koelen
Bij toepassing van meerdere regelaars moeten deze via de Link aansluiting (zie figuur 4, pagina 2, klem 14) met elkaar doorverbonden worden. De link aansluiting van de ene regelaar wordt telkens aangesloten op de OpenTherm ingang (zie figuur 4, aansluiting 1) van de volgende regelaar.
Via de leidende zone 1 thermostaat of via een extern schakelcontact kan de regelaar in koelen of verwarmen bedrijf worden gezet. Stel dipswitch 1 (SW2) in conform de gewenste omschakelmogelijkheid.
6.6 Temperatuurvoelers installeren Sluit optioneel de temperatuurvoeler(s) aan op de juiste locatie, zoals is aangegeven in figuur 4 en de toelichting op pagina 3. 8
Dipswitch
Omschakelen verwarmen koelen
ON
Leidende zone 1 thermostaat bepaalt koelen/verwarmen.
OFF
Extern signaal bepaalt koelen/verwarmen.
Honeywell 6.9.2 Koelen/verwarmen installeren
7
Sluit het externe schakelcontact dat wordt gebruikt om te schakelen tussen koelen en verwarmen aan op de optionele koelmodule (aansluiting 19 op pagina 2).
Bij het inbedrijfstellen wordt eerst de behuizing gesloten (zie figuur 2b op pagina 2) en vervolgens de 230V spanning aangesloten.
6.9.3 Condensatiedetectie installeren
7.1 Inbedrijfstelling zoneregelaar
Sluit het externe contact van de condensatieschakelaar aan op de optionele koelmodule (aansluiting 18 op pagina 2).
Schakel de netspanning in. De rode LED bij het symbool (zie figuur 3, pagina 2) brandt wanneer de netspanning is ingeschakeld.
6.9.4 Zone 6 niet koelen
7.2 LEDs van de zoneregelaar
Wanneer de zoneregelaar een ruimte regelt die niet mag worden gekoeld, zoals een badkamer, dan is er een mogelijkheid voor het uitschakelen van de koeling. De mogelijkheid voor het uitschakelen van koelen geldt alleen voor zone 6. Stel dipswitch 4 (SW1) in conform de gewenste functie van zone 6.
De LEDs (zie de positionering in figuur 3, pagina 2) van de zoneregelaar geven de bedrijfsstanden van de zoneregelaar aan.
Dipswitch
Functie zone 6
ON
Zone 6 niet koelen
OFF
Zone 6 koelen
6.10 Behuizing van de zoneregelaar sluiten Plaats het deksel van de behuizing en klik de behuizing links en rechts vast (zie figuur 2b op pagina 2). Draai vervolgens de schroef in het midden van het deksel vast.
Inbedrijfstelling
Symbool
1..6
Weergave
Functie Led
Aan
Normaal bedrijf
Knippert
Storingsmelding
Aan
Warmtevraag
Aan
Warmtevraag van zone; thermische motor aangestuurd
Aan
Pomp ingeschakeld
Aan
Verwarmmodus actief Klep verwarmen aangestuurd
Aan
Koelmodus actief Klep koelen aangestuurd
Aan
Koelvraag
9
Honeywell 8
Bedrijfsstanden
8.1 Normaal bedrijf-modus
8.3.4 Vochtdetectie
In de normaal bedrijf-modus geven de LED’s bij de symbolen - (zie figuur 3, pagina 2) de stand van de thermische motoren aan.
Wanneer door het optreden van condensatie de vochtdetectieschakelaar ingang wordt gesloten zal direct de koelvraag wegvallen (uitgang koelvraag.geopend) en de koelen klep sluiten (uitgang koelen klep.geopend).
Rood
Thermische motor aangestuurd
Uit
Thermische motor in rust
8.2 Verwarmenfunctie Wanneer de zoneregelaar is voorzien van de optionele HCS20-C koelmodule uitbreidingsprint dan kan de zoneregelaar als koelregelaar en/of verwarmingsregelaar worden gebruikt.
8.3 Koelenfunctie Wanneer de zoneregelaar is voorzien van de optionele HCS20-C koelmodule uitbreidingsprint dan kan de zoneregelaar als koelregelaar en/of verwarmingsregelaar worden gebruikt.
8.3.1 Omschakelen verwarmen/koelen Via de bediening van de Honeywell OpenTherm verwarmen/koelen therrmostaat, aangelsoten op zone 1, kan de verwarmen of koelenfunctie worden geactiveerd. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een extern schakelcontact dan zal bij een open contact de verwarmingsfunctie actief zijn en bij een gesloten contact de koelenfunctie. Met behulp van de dipswitch instelling op de HCS20-C koelmodule (zie 6.8.1 pagina 8) kan deze keuze ingesteld worden. De HCE20 regelaar communiceert de verwarmen en koelen bedrijfsstand ook naar alle overigen aangesloten zone thermostaten.
8.3.2 Sturing verwarmen en koelen kleppen Bij overschakeling van verwarmen naar koelen, wordt de klep verwarmen gesloten en na een wachttijd van 5 minuten, wordt de klep koelen geopend. Bij overschakeling van koelen naar verwarmen, wordt de klep koelen gesloten en na een wachttijd van 5 minuten, wordt de klep verwarmen geopend.
8.3.3 Koelvraag De uitgang koelvraag wordt gesloten als er vanuit een van de zones een koelvraag is en er geen condensatie is. In alle andere gevallen wordt de uitgang koelvraag geopend.
10
8.4 ECO-stand Via de bediening van de Honeywell OpenTherm therrmostaat, aangesloten op zone 1, kunnen ook de overige zones van een comfortstand naar een Eco-stand (besparing) worden gezet. Wanneer de temperatuurinstelling op de zone 1 thermostaat lager is dan 18 graden dan zal de Eco-stand actief worden en alle overige zones ook op 18 graden gaan regelen. Wanneer de temperatuurinstelling weer hoger is dan 18 graden dan zullen alle zones weer volgens de oude instelling van voor de Eco-stand regelen.
8.5 Storingsmeldingmodus In de storingsmelding-modus wordt aangegeven of er een storing is van de OpenTherm ketel, een zone-thermostaat of één van de temperatuurvoelers.
9
Reset
Bij het inschakelen van de zoneregelaar worden alle eventueel aanwezige fouten gereset en aanwezige componenten opnieuw gedetecteerd.
10 Zekering vervangen Levensgevaar door elektrische schok! Niet-geïsoleerde contacten met netspanning. Verwijder de netstekker voor het openen van de behuizing. De zekering bevindt zich op de hoofdprint (zie pagina 2, figuur 4 voor de exacte locatie). Indien de zekering defect is, kan deze vervangen worden door een zekering van het juiste type. Gebruik uitsluitend glaszekeringen van het type 230 Vac; 2,5 A; snel; 5 x 20 mm
Honeywell 11 Bedienings- en functieoverzicht Functie
Hoe te handelen
Wat gebeurt er
Zonetemperatuurinstelling
Wijzig op de thermostaat de temperatuurinstelling van de betreffende zone.
De rode LED van de betreffende zone zal gaan branden om aan te geven dat thermische motor wordt aangestuurd.
Ecostand (Besparingsstand)
Zet de temperatuurinstelling van de eerste zone onder de 18°C.
De temperatuurinstelling van de overige zones zal worden gewijzigd in de besparingstemperatuur (18°C fabrieksinstelling)
Comfortstand
Zet de temperatuurinstelling van de eerste zone boven de 18°C.
De temperatuurinstelling van de overige zones zal worden teruggezet naar de instelling van voor het activeren van de besparingsstand.
Koelfunctie activeren
Wijzig de instelling verwarmen/koelen De zoneregelaar zal omschakelen van op de Chronotherm Vision Modulation. verwarmingsregeling naar koelregeling.
Verwarmfunctie activeren
Wijzig de instelling verwarmen/koelen De zoneregelaar zal omschakelen van op de Chronotherm Vision Modulation. koelregeling naar verwarmingsregeling.
11.1 Configuratie instellingen De vloervewarmingsregelaar beschikt over een aantal configuratie instellingen, die ingesteld kunnen worden voor specifieke toepassingen. Het uitlezen en wijzigen van deze configuratie instellingen is alleen mogelijk middels een Honeywell OpenTherm klokthermostaat, zoals de Chronotherm Vision Modulation, aangesloten op zone 1. Opmerking: De configuratie instellingen kunnen worden opgevraagd via de tranparante parameters (ofwel toestelinstellingen), voor meer informatie zie de literatuur van de klokthermostaat (o.a. het product informatieblad van de Chronotherm Vision Modulation). Nr.
Instelling
Eenheid
1
18
°C
Omschrijving ECO grenswaarde (omschakeling normal-ECO). Temperatuurinstelling waarbij alle zones omschakelen (zie 8.3 pagina 10).
2
12
min
Periode tijd (12 min = 5 schakelingen per uur). Cyclustijd gerelateerd aan de looptijd van de thermische motoren.
3
5
°C
Aanvoertemperatuur verlagingswaarde OT. Verlaging van watertemperatuurvraag indien cv toestel uitschakelt tijdens warmtevraag.
4
10
0.1°C/ min
Aanvoertemperatuur verhogingswaarde OT. Verhoging van watertemperatuurvraag indien cv toestel langer dan 12 minuten brandt.
5
5
°C
WA aan/uit limiet. Schakeldifferentie van de aanvoerwatertemperatuur bij weersafhankelijke regeling.
6
12
min
Periodetijd verhoging. Periodetijd voordat de watertemperatuurvraag wordt verhoogd wanneer cv toestel blijft branden.
7
35
sec
Klepsturing, dode tijd. Tijdsduur voordat de thermische motoren de klep open- cq. dichtsturen.
8
5
0.1sec
Klepsturing aanloopstroomtijd. Tijdsinstelling voor de tijdsduur van de aanloopstroom van de thermische motoren.
9
10
min
Nadraaitijd pomp (en opensturing zone 1). Periodetijd dat de pomp draait en zone 1 openstuurd na een warmte of koelvraag.
10
80
°C
Max. aanvoerwater temperatuur.
11
14
dagen
Pomp + klep bescherming. Instelling tegen het vast gaan zitten van de pomp of kleppen bij langdurige uitschakeling, bijv. tijdens de zomer. 11
Honeywell Nr.
Instelling
Eenheid
12
0
sec
Omschrijving Klepsturing (dicht) vertraging. Vertragingstijd voordat de zoneklep wordt dicht gestuurd.
13
0
sec
Klepsturing min. aantijd. Minimale periodetijd klepsturing.
12 Storingen 12.1 Foutcodes Foutcode1)
LED2)
Omschrijving
1
Zone 1
Geen communicatie meer met thermostaat van zone 1
2
Zone 2
Geen communicatie meer met thermostaat van zone 2
3
Zone 3
Geen communicatie meer met thermostaat van zone 3
4
Zone 4
Geen communicatie meer met thermostaat van zone 4
5
Zone 5
Geen communicatie meer met thermostaat van zone 5
6
Zone 6
Geen communicatie meer met thermostaat van zone 6
7
Ketel
Geen OpenTherm communicatie meer met OpenTherm ketel
8
Ketel
9
Koelvraag
Er is sprake van condensatie
10
Voeding
De buitentemperatuuropnemer is defect
11
Voeding
De aanvoertemperatuuropnemer is defect
12
Voeding
De vochtigheidsschakelaar is defect
13
Voeding
Er is meer dan één leidende thermostaat met het systeem verbonden
14
Voeding
Er is een aan/uit ketel aangesloten en er wordt gebruikgemaakt van OTC (Outdoor Temperature Compensation), maar er is geen aanvoerwatertemperatuur opnemer.
Ketel meldt een fout 3)
1) De foutcode wordt op alle aanwezige Honeywell OpenTherm thermostaten getoond 2) De LED knippert 3) Alleen indien de optionele HCS20-C koelmodule aanwezig is
12.2 Storingen oplossen Storing
Oorzaak/oplossing
Bij het inschakelen van de netspanning gaat de LED niet branden.
Er is geen netspanning. Controleer de spanning op de wandcontactdoos. Controleer de zekering van de zoneregelaar.
Ruimtes worden niet verwarmd resp. niet gekoeld.
• Controleer verwarming en aanvoertemperatuur. • Controleer dat het type van de thermische motoren correct is ingesteld. • Controleer de zekering van de zoneregelaar. Bij defecte zekering: • Controleer de thermische motoren op kortsluiting. • Vervang de zekering.
Knipperend LED.
Zie tabel met foutcodes voor de oorzaak van de storing.
Een ruimte wordt verkeerd geregeld.
Controleer de temperatuurinstelling van de zonethermostaat.
12
Honeywell 13 Appendix A 13.1 Technische gegevens Toepassing
Bedrade vloerverwarmingssystemen Alleen verwarmen of verwarmen + koelen functionaliteit
Aantal zones
6
Afmetingen (lxbxh)
321 x 94 x 57 mm
Voedingsspanning
230Vac +10, -15%, 50–60 Hz Maximaal vermogen 9VA
Goedkeuringen
European EN approvals: EN61000-6-1(2007) EN61000-6-3(2007) EN60730-1(2007) Environmental Requirements : RoHS; WEEE
13.2 Regelaar en functiedefinities conform EN 60730-1 • De regelaar is bedoeld als temperatuurregelaar • De regelaar voldoet aan beschermingsklasse 1, • EN60730-1, EN60730-2-9. • Onafhankelijk te monteren elektronisch regelsysteem voor vaste installatie. • Werking conform type 1.B (pomprelais) en type 1.C (thermische motor). • Temperatuur voor kogeldruk beproeving van behuizingdelen 75 °C en van spanningvoerende delen zoals klemmen 125 °C. • EMC-storingsemissie beproeving bij 230 Vac +10/ -15 %, 1750 VA maximum. • De vervuilingsgraad is 2. • De nominale isolatiespanning bedraagt 2500 V (komt overeen met overspanningcategorie II). • De softwareklasse is A.
Ingangen Zone 1 - 6
Zone-thermostaten
Aanvoertemperatuuropnemer
20K NTC opnemer
Buitentemperatuuropnemer
20K NTC opnemer
13.3 WEEE-richtlijn 2002/96/EG Breng het verpakkingsmateriaal en het product aan het einde van de productlevensduur naar een bevoegd recyclingbedrijf. Het product niet meegeven met het normale huisvuil. Het product niet verbranden.
Uitgangen Zone 1 Zone 2 Zone 3 Zone 4 Zone 5 Zone 6
4 x 230V TRIAC (motor) 2 x 230V TRIAC (motor) 2 x 230V TRIAC (motor) 2 x 230V TRIAC (motor) 1 x 230V TRIAC (motor) 1 x 230V TRIAC (motor)
Pomp
Uitgang 230Vac/max. 1A
CV-toestel
OpenTherm Potentiaal vrij aan/uit relais max. 230Vac/0.5A
Cascadelink
Optie voor meerdere regelaars
Optionele HCS20-C koelmodule Ingangen
Verwarmen/Koelen Condensatie
Uitgangen
Koelvraag (Potentiaal vrij aan/uit relais max. 230Vac, 0.5A) Klep verwarmen (normally open) (uitgang, 230Vac, max. 0.2A) Klep koelen (normally open) (uitgang, 230Vac, max. 0.2A)
Omgevingscondities Temperatuur
0 - 40°C
Vochtigheid
0 to 90% rh, niet condenserend
13
14
6
5
4
3
2
1
Zone
Zonenaam
Thermische motor (type, plaats)
Temperatuurregelaar (type, plaats)
Honeywell
14 Appendix B Zoneschema (sjabloon)
6
5
4
3
2
1
Zone
Zonenaam
Thermische motor (type, plaats)
Temperatuurregelaar (type, plaats)
Honeywell
15
Honeywell
Wilt u meer weten over dit systeem? Kijk op www.regelvisie.nl of bel de Honeywell Infolijn: 020 - 56 56 392
Honeywell
Environmental & Combustion Controls Honeywell B.V. Postbus 12863 1100 AR Amsterdam Z.O. NL2H-0070NL15-R1210 www.honeywell.nl © 2010 Honeywell B.V. Wijzigingen voorbehouden 16