Hoe schrijf je een artikel voor Lutra?
Inleiding
Dit manuscript geeft richtlijnen voor het schrijven van een artikel voor Lutra. Door deze richtlijnen te volgen wordt de ka ns dat een artikel positief wordt beoo rdeeld en gepubliceerd sterk vergroot. Door aan de hier beschreven stijl en opmaak te voldoen kan het artikel ook sneller worden geredigeerd en gepubliceerd. Gebruik een recente uitgave van Lutra, vol. 44 no. 1 of later, voor aa nvullende informa tie over stijl en opmaak. Een Engelstalige versie van 'Hoe schrijf je een artikel voor Lutra?' is verkrijgbaar bij de redactie of op de VZZ internet site: http://www.vzz.nl
Algem ene info rmatie
Lutra is een wetenschappelijk tijdschrift dat uitgegeven wordt door de "Vereniging voor Zoogdierkun de en Zoogdier bescherming" (V ZZ). De vereniging richt zich op de studie en bescherming van inheemse zoogdieren in de Benelux regio. Lutra publiceert artikelen pas nadat deze do or minim aal twee deskund igen van het betreffende vakgebied beoordeeld zijn. Hoewel in sommige gevallen een uitzondering wordt gem aakt publiceert Lutra voornamelijk artikelen over inheemse Europese zoogdieren, inclusief zeezoogdieren. De artikelen kunnen betrekking hebben op een veelheid aan vakgebied en, maar de a rtikelen in Lutra gaan vaak over ecologie, biogeografie, gedrag of morfologie. Lutra publiceert zowel volledige artikelen als korte berichten die bijvoorbeeld kunnen gaan over nieuwe onderzoeksmethoden of opmerkelijke waarnemingen van zoogdieren. Daarnaast bevat Lutra ook boekbesp rekingen en overzichten van r ecent verschenen literatuur over zoogdieren. Lutra publiceert twee nummers per jaar en deze worden verstuurd naar abonnees in 15 lan den in Europa , Noord-Am erika, Afrika en Australië. De sam envattingen word en opg enom en in de indexen "Biolo gical A bstracts" en "Zoo logica l Recor d" en zi jn bovendien verkrijgb aar op de VZ Z internet site. Lutra publiceert zow el in het Brits Engels als in het Nederland s. Omdat de reda ctie de internationale toega nkelijkheid wil vergroten g eniet Engels de voorkeur bo ven Nederlands. Engelstalige artikelen worden vergezeld van een Nederlandstalige samenvatting d ie aan het einde van een ar tikel wordt geplaa tst. Omgekeerd kennen Nederlandstalige artikelen een Engelstalige samenvatting. Mocht een auteur niet in staat zijn om een Engelstalige samenvatting aan te leveren dan zal de redactie deze schrijven. Voor Nederla ndstalige ma nuscripten is de begeleidend e tekst bij figuren, tabellen en foto's zowel in het Nederla nds als het En gels.
Titel, auteurs, samenvatting en kernwoorden
De titel van een manu script moet het onderw erp goed beschrijven. De titel mo et inform atief zijn, n iet meer dan 15 woor den tellen en ond ertitels di enen bi j voorkeu r te worden vermeden. Een nummer in superschrift verbindt de naam van een auteur met het adres dat daar direct onder staat. Geef de voornamen, achternamen en volledige postadressen van alle auteurs en maak, indien deze verschillend zijn, onderscheid tussen het adres waar een auteur tijdens het onderzoek w erkte en het huidig werkad res. Geef alleen een e-mail adres voo r de eerste auteur . Een lezer moet in staat zijn om de inhoud van een artikel te begrijpen op basis van de samenvatting alleen. De samenva tting dient een beschrijving te geven van het probleem of de hypothese, de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd, en de belangrijkste resultaten en conclusies. Gebruik 200-250 woorden voor volledige artikelen. Voor korte berichten is een samenvatting niet verplicht, maar indien gewenst moet deze 100-150 woorden tellen. Voor Engelstalige volledige artikelen telt de Nederlandstalige samenvatting maximaal 400 woorden. Voor korte berichten zijn dit er maximaal 250. Voor Engelstalig e samenvattingen a an het einde van Ned erlandstalige artikelen geld en dezelfde beperkingen. De samenvatting is over het algemeen in de verleden tijd gesteld. Je mag getallen gebruiken in de sam envatting, vooral indien d eze de resultaten nader specificeren. Over het algemeen dienen P-waarden en andere statistische uitdrukkingen vermeden te worden in de samenvatting. Hetzelfde geldt voor literatuurverwijzingen. Gebruik maximaal tien verschillende kernwoorden of korte uitdrukkingen die zo goed mo gelijk aanduiden waar het m anuscript over gaat. Er m ag overlap zijn m et de titel en de sa menv atting. K ernw oorde n kunn en geba seerd zi jn op he t belan grijkste onderwerp, de zoogdiersoort, het onderzoeksgebied, materiaal en methoden, of de gemeten variabelen.
Kern van het manuscript
De kern van het manuscript moet over het algemeen zijn opgebouwd volgens de standaard indeling voor wetenschappelijke artikelen: inleiding, materiaal en methoden, resultaten, discussie en conclusie. Indien nodig mag je de tekst verder opd elen in tweede- en zelfs derdera ngs kopp en. In de inleiding moet duidelijk zijn aangegeven wat onderzocht is en wat de aanleiding daartoe was. Over het algemeen bevat de inleiding ook verwijzingen naar andere relevante wetenscha ppelijke literatuur die de achtergro nd voor het onderz oek
schetst. De inleiding moet de lezer leid en naar het doel van h et onderzoek en de da arbij gekozen benadering. Het gedeelte over materiaa l en methoden m oet zaken beschrijven als gekozen studiegebied(en), moment en duur van de studie, bemonsteringsschema's, het ontwerp van het experiment en statistische analyses. Procedures die algemeen bekend zijn of waarover eld ers reeds gepubliceerd is dien en slechts kort vermeld te worden m et een verwijzing naar de oorspronkelijke publicatie of andere relevante literatuur. Geef aan of eventuele wetten of andere regels over dierexperimenten van toepassing waren en hoe daaraan is voldaan. De resultaten mogen alleen de zuivere resultaten van het onderzoek zelf bevatten. Interpreteer de resultaten hier niet. De basis van de resultaten wordt over het alg emeen gevorm d doo r figuren en tabel len. De te kst is in de v erleden tijd gesteld . Verm ijd herha lingen maa r integr eer de b elang rijkste of m eest opva llende r esultaten in de tekst. De discussie generaliseert de resultaten en bediscussieert ze in relatie tot de doelstel lingen of hypoth esen die i n de inl eiding vermel d staan . Herha al de re sultaten niet, maar beco mmentar ieer de belangrijkste aspecten. Het is niet nodig om elk aspect van het manuscript te bediscussiëren maar geef wel aan wat de eventuele beperkingen zijn van het onderzoek. Geef literatuurverwijzingen naar bronnen die de resultaten bevestigen of juist tegenspreken en verklaar eventuele verschillen. Geef duidelijk aan wanneer je de resultaten van je eigen onderzo ek bediscussieert of die van anderen. Over het alg emeen bevat de discussie geen tabellen of figuren, en oo k geen specifieke verwijzing naa r één die reeds in de resultaten behandeld is. De conclusie vat de belangrijkste resultaten nog eens samen en geeft aan welke betekenis ze hebben voor de wetenschap of de praktijk.
Tabellen, figuren en foto's
Gebr uik niet m eer tabe llen en fig uren d an strikt n oodz akelijk. E r mag geen ov erlap zijn tussen tabel len, fig uren e n de h oofdte kst. Ver wijz inge n naa r tabe llen, fig uren e n foto's staan over het algemeen tussen haakjes en aan het einde van een zin: (figuur 1) of (tabel 1) of (foto 1). Tabellen, figuren en foto's en hun begeleidende tekst dienen op zichzelf te staan; de lezer moet ze kunnen begrijpen zonder de hoofdtekst te lezen. Je mag voetnoten gebruiken bij zowel figuren als tabellen. Gebruik tabellen als de precieze getallen belangr ijk zijn en gebruik figuren als het gaa t om een meer alg emene relatie tussen variabelen. Figuren kunnen ook een kaart van het studiegebied betreffen, de experimentele opzet illustreren of de ho ofdtekst op een andere wijze toelichten. Geb ruik een schaalbalk om de meeteenheden of de afstand aan te geven. Zet de behandelingen die je in een tabel met elkaar wilt vergelijken in rijen. De variabelen staan over het algemeen in kolommen. Gebruik niet de spatiebalk maar tabs
of de tabelfunctie om kolommen te maken. Gebruik alleen horizontale lijnen in tabellen. Houd de figuren zo eenvoudig m ogelijk en vermijd grote w itte vlakken. Gebruik eenvou dige sy mbo len of pa tronen, alle in z wart en wit. Fo tokopi eer de fig uren om te testen of de kwaliteit niet te veel vermindert. Neem contact op m et de redactie als het nodig is om een figuur in kleur te drukken (zie 'Het indienen van een manuscript'). Je mag relevan te foto's of dia's bijsluiten als ze van goede kwaliteit zijn. De foto's moeten voorz ien zijn v an een k orte besch rijving en de na am va n de fotog raaf. Zo rg ervo or dat je toestemming hebt van de houder van de publicatierechten. Tabellen, figuren en foto's zijn of één of twee kolommen breed. Houd hier rekening mee bij het maken van de tabellen en figuren en zorg dat de titels van de assen leesbaar blijven. Gebruik het "times new roman" lettertype voor de titels van de assen, de legenda en eventuele voetnoten. De titels van de assen beginnen met een hoofdletter en hebben geen punt aan h et einde. Naast foto's die het onderzoek illustreren kunn en ook foto's worden inged iend die geschikt zijn vo or de kaft van een Lutra-n umm er.
Dankwoord en literatuur
Beschrijf kort wie op wat voor wijze heeft bijgedragen aan het gedane werk. Je mag zowel personen als organisaties beda nken voor hun hulp . Daarnaa st kunnen bijvoorbeeld de personen worden genoemd die het manuscript hebben becommentarieerd. Je mag ook degenen bedanken die het manuscript hebben beoordeeld voor Lutra, al blijven deze anoni em. Zorg ervoor dat alle literatuur waarnaar in de tekst is verwezen ook in de literatuurlijst vermeld staat. Omg ekeerd mag d e literatuurlijst geen publicaties bevatten waarnaar niet verwezen is in de tekst. Plaats de publicaties in alfabetische volgorde op basis van de achternamen van de auteurs en zet ze vervolgens in chronologische volgorde. Gebruik geen tabs in de opmaak van de literatuurlijst. Kort de namen van tijdschriften niet af en laat het aantal pagina's van een b oek weg. Gebr uik "studen tenrap port" w anneer het een pu blicatie van een student b etreft en "pr oefschrift" voor dissertaties. Indien je een publicatie in een ander schrift opneemt zoals Russisch of Chinees, geef dan de Nederlandse vertaling en zet de oorspronkelijke taal aan het einde tussen haakjes. Noem alleen de eerste plaatsnaam indien een uitgever kantoren op meerdere locaties heeft. Schrijf de landsnaam voluit, maar kort Groot-Brittannië en de Verenigde Staten af: GB en VS. Verwijs alleen naa r een site op het internet indien je er redelijk zeker van bent dat dez e site langere tijd toegankelijk blijft. Hieronder volgen enkele voorbeelden van literatuurvermeldingen.
Tijdschriften Barandun, J. 1991. Amphibienschutz an Bahnlinien. Natur und Landschaft 66: 305. Clarke, G.P., P.C.L. White & S. Harris 1998. Effects of roads on badger Meles meles populations in south-west England. Biological Conservation 86: 117-124. Erhart, F.C. & G. Kurstjens 2000. Aantalsontwikkeling van de kwak Nycticorax nycticorax als broed vogel in N ederland in de twin tigste eeuw. Lim osa 73: 41 -52. Grift, E.A. van d er 1999. M amm als and ra ilroads: im pacts and mana gemen t implica tions. Lutra 42: 7 7-98. Haye, M . la, P. Berger s & W. N ieuwenh uizen 200 1. Bescherm ingspla n noord se woelm uis: maatwerk vereist! Zoogdier 12 (1): 3-8. Vries, J.G. de 1999. Hedgehogs on the road: from research to practice. Lutra 42: 99-110.
Boeken Barrett, G.W. & J.D. Peles (red.) 1999. Landscape ecology of small mam mals. Springer, New York, VS. Kam, J. van de, B. Ens, T. Piersma & L. Zwarts 1999. Ecologische atlas van de Nederlandse wadvogels. Schuyt & Co, Haarlem, Nederland. Reeve, N. 1994. Hedgehogs. T & A D Poyser Ltd, Londen, GB.
Verslagen Bertwistle, J. 1997. Performance evaluation of mitigation measures in Jasper National Park, Alberta. In: A.P. Cleveng er & K. Wells (red.). Proceedin gs of the second roads, rails and the environment workshop: 67-73. Parks Canada, Banff National Park, Alberta & Columbia Mountains Institute of Applied Ecology, Revelstoke, Canada. Cleve nger , A.P. 1 998. P erme abil ity of the Trans -Ca nad a Hig hwa y to w ildli fe in Ba nff National Pa rk: importan ce of crossing structures and factors influencing their effectiveness. In: G.L. Evink, P. Garrett, D. Zeigler & J. Berry (red.). Proceedings of the international conference on wildlife ecology and transportation: 109-119. FL-ER69-98. Florida Department of Transportation, Tallahassee, VS.
Rappor ten Bergers, P.J.M. 1997. Versnip pering door railinfrastructuur. Een verkennende stud ie. Rapport 262. Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek, Wageningen, Nederland. Huijser, M.P., P.J.M. Bergers & C.J.F. ter Braak 1998. Het voorkomen van doodgereden
egels in relatie tot de samenstelling van het landschap. Mededeling 42. Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming, Utrecht / Ontsnipperingsreeks deel 37. Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft, Nederland. Shkedy, Y. & B. Shalmon 1997. Evaluatie van open landschappen in de Negev Woestijn, en de im p l ic a ti e s v o or m il i ta i re a ct iv ite ite n. Na ture R e se rve s Authority , Je ruzale m, Israel. (In Hebreeuws met Engelse samenvatting).
Studentenrapp orten en proefschriften Meerburg, B.G. 2001. The effects of nature-oriented ditch management in farming systems. Studentenrapport. Animal Production Systems Group, Department of Animal Sciences, Wageningen Universiteit, Wageningen, Nederland. Verboom , B. 1998. The u se of edge hab itats by comm uting and foraging bats. Proefschrift. Landbouw Universiteit Wageningen, Wageningen, Nederland. Vos, C.C. 1999. A frog’s eye view of the landscape. Quantifying connectivity for fragmented amphibian populations. Proefschrift. Wageningen Universiteit, Wageningen, Nederland.
Internet Anonym us 1999. The w orld fact boo k. Central In telligence Ag ency, Wa shington D C, VS. Beschikbaar via het internet, opgevraagd op 4 juni 2000. URL: http:// cliffie.nosc.m l./~N AWF B/coun try.htm l St. Clair, C .C., M. Bélisle, A . Desrochers & S. Hanno n 1998. W inter respon ses of forest birds to habitat corridors and gaps. Conservation Ecology [online] 2 (2): 13. Beschikbaar via het internet, opgevraagd op 24 februari 2000. URL: http://www.consecol.org/vol2/iss2/art13
Stijl en opmaak
Schrijf duidelijk, compact en eenvoudig, en vermijd lange en ingewikkelde zinnen. De delen over materia al en methoden en resultaten zijn over het algemeen in d e verleden tijd gesteld. Vermijd de lijdende vorm waar mogelijk. Gebruik geen constructies als "De resultaten staan in tabel 1" m aar schrijf bijvoorbeeld "Het lichaa msgewicht van mannen was hoger d an dat van vrou wen (tabel 1)". Ra adpleeg ook a ndere publicaties die aanw ijzingen g even voor het sch rijven van een w etenschapp elijk artikel.
Literatuurverwijzing en staan norma al gesproken aan het einde van een zin. Indien er slechts sprake is van één auteur, dan wordt de achternaam gevolgd door het jaar van uitgave zonder komma: (Broekhuizen 2000). Voor twee auteurs is het: (Broekhuizen & Müskens 2000) en voor drie of meer auteurs: (Broekhuizen et al. 2000). Indien er sprake is van meerdere verw ijzingen word en deze gescheiden doo r komma 's Ze worden eerst in chronologische en vervolgens in alfabethische volgorde geplaatst: (Reeve & Huijser 1999, Broekhuizen et al. 2000, Jansman & Broekhuizen 2000). Indien de publicatie nog in druk is schrijf dan: (van der Grift, in druk). Vraag eerst de betreffende persoon om toestemming bij verwijzingen naar ongepubliceerde gegevens of een mondelinge mededeling . Gebruik vervolgens d e volgende constructie: (E.S. Bakker, niet gepub liceerde geg evens) of (C.P. D oncaster, mo ndeling e meded eling). Gebruik alleen vet of cursief schrift waar het moet, bijvoorbeeld voor de koppen van p arag rafen of vo o r w e te n sc h ap p el i jk e na men. Als je e en soort v oor de e erste ke er noe mt in de tekst gebruik dan, afhankelijk van de taal waarin je het artikel schrijft, de Nederland se of Engelse naam, gevo lgd door de w etenschappelijke soortnaam in cursief schrift en tussen haakjes: boommarter (Martes martes ). De Ned erlandse o f Engelse soortnaam wordt in kleine letters geschreven tenzij de spellingsregels dat verbieden: bijvoorbeeld wanneer de naam van een persoon of een geografische naam deel uitmaakt van de soo rtnaam . Het is dus ‘huism uis’ en niet ‘Huism uis’, maar wel ‘Pyreneese woe lmu is’, ‘Ital iaan se bos spitsm uis’, ‘Si beris che gr onde ekhoo rn’, ‘Al gerijn se mu is’, ‘Bechsteins vleermuis’ en ‘Nathusius’ dwergvleermuis’. Onderstreep geen woorden in de tekst en vermijd voetnoten zoveel mogelijk. G eb ru i k h e t m e tr i sc h e s ys te em v oor mee te enhede n e n volg da a rbij he t Sy st ème Internationale d'unités (SI). Veelgebruikte statistische symbolen hebben de volgende opma ak: df (vrijheid sgraden ), F (F-waa rde), n (steekproefgr ootte), P (overschrijd ingskans) , r (correlatiecoë fficiënt), sd (standa ard afw ijking), se (standaa rdfout), t (Stud ent t-waa rde),
P2
(chi-kwa draat toestin gsgroo theid).
Gebruik cijfers voor getallen vana f 13 en gebruik letters voor getallen tot en met twaalf. Ge bruik cijfers ind ien een getal d eel uitmaa kt van een m eeteenheid: 7 g of 2,5 km. Gebruik ook cijfers in een reeks van getallen: “Het aantal jongen in opeenvolgende jaren was 14, 8 en 21”. Schr ijf een getal voluit indien het aan het begin va n een zin staat: "Veertien dieren verloren hun radiozender g edurende het onder zoek". Gebruik cijfers bij datums, behalve voor de maand; schrijf deze voluit. Dus niet “1-7-2000” maar “1 juli 2000”. In tabellen en figuren m ogen datum s wel geheel in cijfers worden geschreven, maar dan moet de dag altijd vooraf gaan aan de maand. Verm ijd afkor tingen . Schrijf la nge na men va n orga nisaties d e eerste keer voluit, direct gevolgd do or een afkorting tussen haakjes: Verenig ing voor Zoog dierkunde en Zoogd ierbescherm ing (VZZ ). Gebrui k vervolgens a lleen de afkor ting.
Gebruik de volled ige breedte van een pag ina; maa k je manuscript niet op in tw ee kolommen. Gebruik geen afbreekstreepjes aan de rechterzijde en lijn het manuscript alleen links uit. De twee kolommen en de afbreekstreepjes verschijnen pas in de proefdrukken. Stel je manu script op in A4 formaa t met kantlijnen van 2,5 cm en d ubbele regelafstand. Op de eerste pagina staan de titel, namen en adressen van de auteurs. De volgende pagina begint met de samenvatting, direct gevolgd door de kernwoorden en de rest van h et man uscript. Tabellen en hun begeleidende tekst staan aan het einde van het manuscript. De begeleidende tekst van figuren en foto's volgt na de tabellen. De figuren en foto's staan elk op een aparte pagina waarop ook het nummer van de betreffende figuur of foto en de naam van de eerste auteur vermeld zijn.
Het indienen van een manuscript
Stel een brief op die gericht is aan de red actie. Verklaar in deze brief dat je het bijgevoegde manuscript indient voor publicatie in Lutra en dat het manuscript niet elders is gepubliceerd of ingediend. We ontvangen het manuscript bij voorkeur digitaal (3.5" diskette of cd rom) en per e-m ail omda t dit het beoordelingspro ces en de redactie versnelt. Mocht je het manuscript op papier indienen, doe dat dan in drievoud. Geef ook het telefoonnummer, faxnummer en het e-mail adres van de auteur met wie de correspondentie moet plaatsvinden. Manuscripten moeten worden gestuurd naar de Lutra redactie: Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming (VZZ), Redactie Lutra, Oude Kraan 8, NL-6811 LJ Arnhem, Nederland. Het e-mail adres van de redactie is:
[email protected] Schrijf je manuscript in een wijdverbreid tekstverwerkingsprogramma zo als Word 97 of WordP erfect (versie 6.x of lager). Stop je tabellen en figuren in aparte bestand en (bij voorkeur in Word of Exel). Bij indiening van een manuscript op papier, print het dan bij voorkeu r met een laser printer m et een resolutie van tenminste 60 0x600 dp i. Publiceren in Lutra is gratis. Voor illustraties in kleur wordt echter een uitzondering gemaakt. W ij raden auteurs aan o m hierover contact op te nem en met de redactie. Het is vervolgens aan de a uteur om de ben odigde geld en te verwerven. Eventueel kan een verzoek om financiële ondersteuning worden ingediend bij het bestuur van de "Stichting Publicatiefonds Lutra". De beo ordeli ngspr ocedur e voor een manu script is a ls volgt:
1. Dien het artikel in.
2. De auteur ontvang t per ommeg aande een bevestiging van de ontvangst van het manuscript. De auteur krijgt dan tevens de naam en het adres van het redactielid dat verantw oorde lijk is voor het beoo rdelin gspro ces en het red igeren van het m anuscr ipt. 3. Het manuscript wordt beoordeeld door twee deskundigen. Het corresponderende redactielid besluit vervolgens of het manuscript wordt geaccepteerd of afgewezen. De beoordelingsra pporten van de d eskundigen zijn hiervoo r de basis. De deskund igen blijven anoniem tenzij ze aangeven da t dit niet hoeft. Over het algemeen mag binnen twee ma anden n adat een m anuscrip t is ingediend een reactie wo rden verw acht. 4. Laat het corresponderende redactielid vervolgens per ommegaande weten of eventuele voorgestelde wijzigingen zullen worden doorgevoerd en het manuscript opnieuw zal worden ingediend of dat van publicatie in Lutra wordt afgezien. Aanp assing van het m anuscr ipt dien t bij voor keur bi nnen tw ee maa nden p laats te vinden. 5. Stuur h et herzie ne ma nuscrip t direct na ar het cor respon derend e redacti elid. M ocht je vinden dat som mige sugg esties onjuist of niet wenselijk zijn, licht dat dan toe in een bijge sloten brief. 6. Het redactielid beoord eelt het gewijzigde ma nuscript in het licht van het oorspronkelijke rapp ort van de deskundig en en je eventuele begeleidende brief. Het redactielid beslist nu definitief over acceptatie van het man uscript, eventueel na het opnieuw raadplegen van de deskundigen. 7. Indien het ma nuscript wordt g eaccepteerd zal het voor het drukken nog word en geredigeerd. De auteur krijgt een proefdruk voordat tot het eigenlijke drukken wordt overgegaan. Dit kan enkele maanden duren. Controleer de proefdruk zorgvuldig op eventuele typefouten of redactionele vergissingen. 8. Bij het proefexemplaar zit ook een formulier betreffende de overdracht van de publicatierechten naar de uitgever (VZZ). 9. Kort voor of na de eigenlijke pub licatie ontvangt de eerste auteur tien gratis overdrukken.
De redactie raad t auteurs ten zeerste aan om m anuscripten, voorda t deze worden ingedien d, kritisch te laten beo ordelen d oor enkele col lega's.
Voor het laatst bijgewerkt op 27 september 2001