Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl
TNO-rapport
T +31 71 518 18 18 F +31 71 518 19 10
[email protected]
KvL/P&Z/2008.075
Hoe bereik je ouders met een lage sociaaleconomische status? Een kennissynthese
Datum
15 juli 2008
Auteur(s)
Weber, S.L. Crone, M.R.
Opdrachtgever
STIVORO
Projectnummer
031.12815/01.01
Aantal pagina's Aantal bijlagen
96 (incl. bijlagen) 5
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan.
© 2008 TNO
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
2
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
3
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen................................................................. 5 Interventiestrategieën....................................................................................................... 5 Settings, intermediairs en materialen............................................................................... 7 Effectiviteit ...................................................................................................................... 7 Aanbevelingen ................................................................................................................. 8
2 2.1 2.2
Inleiding ........................................................................................................................ 11 Aanleiding...................................................................................................................... 11 Doelstelling.................................................................................................................... 11
3 3.1
Methode ........................................................................................................................ 13 Selectieprocedure........................................................................................................... 13
4 4.1 4.2 4.3
Beschrijving van het aanbod gericht op ouders met een lage SES .......................... 15 Beschrijving van preventieprogramma’s gericht op gezondheid en welzijn ................. 15 Beschrijving van preventieprogramma’s gericht op meeroken van het kind................. 20 Algemene informatie uit de overzichtsstudies ............................................................... 21
5 5.1 5.2 5.3
Beschrijving van interventies...................................................................................... 25 Save As Houses Project ................................................................................................. 25 Ambiente Fresco II.: para nuestros hijos ....................................................................... 25 Boekenpret..................................................................................................................... 26 Literatuurlijst............................................................................................................... 29
D
Safe As Houses Project ................................................................................................ 71
E
Ambiente Fresco II ...................................................................................................... 79 Bijlage(n) A Preventieprogramma’s B Overzichts- en verkennende studies C Niet geïncludeerde of niet verkregen preventieprogramma’s D Safe As Houses Project E Ambiente Fresco II
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
4
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
1
5
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
In 1997 is STIVORO voor een Rookvrije Toekomst gestart met de campagne ‘Roken? Niet waar de kleine bij is!’. Het doel van de campagne was het voorkomen dat kinderen van 0-4 jaar worden blootgesteld aan tabaksrook. In de periode van 1996 tot 1999 (de periode waarin het programma ingevoerd werd) bleek de prevalentie van de blootstelling aan tabaksrook bij kinderen van 0 tot 10 maanden gedaald te zijn van 41% naar 18%. De prevalentie van het meeroken werd wel weer hoger bij de kinderen van 4 maanden en ouder (Crone, 2003). Er zijn meer rokers onder laagopgeleiden. Terwijl 31% van de lager opgeleiden rookt, rookt 22% van de hoger opgeleiden (Stivoro, 2006). Ook het (laten) roken in het bijzijn van kinderen komt vaker voor bij rokende ouders en bij ouders met een lagere sociale economische status (SES) (Crone, 2003). Vandaar dat het huidige onderzoek als doel heeft het in kaart brengen van de mogelijkheden om ouders met een lage SES te bereiken als het gaat om meeroken van het kind. Dit is nagegaan met de volgende vraagstellingen: • Zijn er in de literatuur preventieprogramma’s bekend die gericht zijn op ouders met een lage SES? • Zijn er in de literatuur preventieprogramma’s gericht op diverse gedragingen, zowel op gezondheidsgebied als op welzijnsgebied? • Zijn er in de literatuur preventieprogramma’s gericht op roken en vooral meeroken door kinderen? • Wat zijn de interventiestrategieën, settings, intermediairs en materialen die gebruikt worden in deze verschillende preventieprogramma’s gericht op lage SES? • In hoeverre is er iets bekende over de effectiviteit van deze preventieprogramma’s gericht op lage SES?
Aan de hand van een literatuuronderzoek is antwoord gezocht op deze vraagstellingen. Hieronder wordt samengevat wat de belangrijkste bevindingen hiervan zijn. De gevonden interventiestrategieën, settings, intermediairs en materialen van de geselecteerde preventieprogramma’s gericht op lage SES gezinnen worden gepresenteerd.
1.1
Interventiestrategieën
De studies die zijn bekeken in deze kennissynthese laten verschillende combinaties van strategieën zien die in meer of mindere mate effectief zijn in het veranderen van het gezondheidsgedrag van ouders met lage SES. De meest voorkomende strategieën worden hieronder apart besproken, maar zijn in de interventies in combinatie met elkaar gebruikt. In veel gevallen wordt er gebruik gemaakt van individuele counseling waarbij de ouders begeleid worden bij het bekijken van de huidige thuissituatie en de mogelijkheden voor verandering. Tijdens de counseling worden de risico’s van het gedrag besproken en worden mogelijkheden om deze te voorkomen voorgelegd. Over het algemeen worden de counselingsessies zoveel mogelijk op maat gemaakt. Specifieke stadia van ouders op het gebied van eigen doelen en motieven worden bekeken en het doel van de interventie wordt soms op dit stadium aangepast (dit
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
6
wordt ook wel motivationele counseling genoemd). Ook wordt er tijdens de counseling zoveel mogelijk rekening gehouden met cultuuraspecten. In één studie werd er een op maat gemaakt veiligheidsrapport gegenereerd met behulp van vragenlijsten. Er werd een plan opgesteld waarin besproken werd hoe de situatie nu was en wat de ouders van plan zijn te gaan doen om de veiligheid in huis te verbeteren. Een kopie van dit plan werd aan de ouders gegeven samen met een checklist waarmee kon worden nagegaan hoe veilig het huis was. De counseling wordt in de meeste gevallen thuis gegeven, zowel met face-to-face gesprekken als met telefonische gesprekken. In een aantal gevallen is er sprake van groepscounseling sessies, waarin discussies gehouden worden, informatie overdracht plaatsvindt zowel mondeling als met videofragmenten en leeractiviteiten gehouden worden. Incentives ofwel beloningen worden in veel studies gebruikt. In sommige interventies zijn de incentives specifiek gericht op het gedrag in kwestie (tandenborstels, kinderstoeltje etc.) en zijn in die zin vooral gericht op het vergroten van de motivatie om het gedrag te veranderen. Andere incentives zijn vooral gericht op het vergroten van de motivatie om deel te nemen aan het programma. Deze incentives kunnen specifiek gerelateerd zijn aan het gezondheidsgedrag, maar dat hoeft niet: zoals financiële incentives, kaartjes voor een voetbalwedstrijd, kapper. Incentives worden in alle gevallen in combinatie met andere strategieën gebruikt. In verschillende studies naar roken en meeroken wordt aan de ouders feedback gegeven over het nicotinegehalte in het haar van het kind of in het huis, het cotininegehalte in de urine van het kind en het koolstofmonoxide gehalte in het huis. De metingen worden gedaan in het eerste bezoek waar vaak ook een motivatiegesprek of counseling plaatsvindt. De resultaten van de metingen worden teruggekoppeld aan de ouders en maken deel uit van de interventie. De kinderen in deze studies zijn 2-11 jaar oud. In alle studies wordt er in meer en mindere mate effect gevonden op de mate waarin ouders roken in het bijzijn van het kind (metingen van het cotinine, nicotine of koolstofmonoxide gehaltes van het kind of in de lucht tonen dit aan). Bij het geven van deze feedback moet er wel rekening gehouden worden met de manier waarop deze gebracht wordt, aangezien onderzoek ook laat zien dat waarschuwingen en moraliserende en beangstigende opmerkingen eerder een negatief effect kunnen hebben. In meerdere studies is er herhaaldelijk contact met de ouder tijdens de interventie. Aanmoediging en sociale steun tijdens de interventie (na dat een eerste gesprek geweest is) gebeurt meestal via telefonische gesprekken. Ouders worden herinnerd aan hun doelen en afspraken en krijgen de mogelijkheid vragen te stellen. Het monitoren van ouders blijkt in vele gevallen een positief effect te hebben op het gedrag van de ouder. Het monitoren van ouders kan een zeer arbeidsintensieve taak zijn, maar media zoals telefoon, sms en internet zijn mogelijkerwijs een effectieve en minder intensieve manier. Zoals al vermeld, wordt er in meerdere studies gebruik gemaakt van herhaaldelijke contact momenten die tevens dienen voor sociale steun naar de ouders toe. In één studie naar borstvoeding wordt voor deze sociale steun de partner actief betrokken bij de counseling en het vervolg van de interventie door middel van een twee uur
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
7
durende counseling en het geven van incentives (in dit geval kregen de partners van de vrouwen kaartjes voor een voetbalwedstrijd). Resultaten laten zien dat de moeder zich meer gesteund voelt door de partner en de partner voelt zich meer betrokken bij het proces.
1.2
Settings, intermediairs en materialen
In het geval van individuele counseling, vindt de interventie meestal plaats in het huis van de betreffende familie. Er vindt of een face-to-face gesprek plaats in het huis of er vindt een telefonisch gesprek plaats. Verschillende locaties voor groepscounseling sessies worden gerapporteerd: een zorgcentrum (Martignon et al., 2006), gemeenschapsfaciliteit (Horodynski &Stommel, 2005), locatie volwassenenonderwijs (Albright et al., 2005), locatie van taalcursus (Fitzgibbon et al, 1996) en consultatiebureau (Sciacca et al., 1995). Dit zijn over het algemeen wel locaties die vaak door ouders met een lage SES bezocht worden. In de meeste gevallen wordt de interventie uitgevoerd door gezondheidsmedewerkers (10 studies) en verpleegsters/artsen (9 studies). In één onderzoek wordt gebruik gemaakt van ervaren moeders. De overige studies worden uitgevoerd door onderzoekers, onderzoeksassistenten en getrainde interviewers. Het is hier niet geheel duidelijk wie de onderzoekers precies zijn. Dat vooral gebruik gemaakt wordt van gezondheidszorgmedewerkers heeft er mee te maken dat ouders – dus ook lage SES ouders - voor hun kind regelmatig de gezondheidszorg bezoeken. Daarnaast is uit onderzoek bekend dat de arts-patiënt relatie een belangrijke rol speelt bij de mate waarin iemand een boodschap over in dit betreffende onderzoek de risico’s van overgewicht overtuigend vindt (ten Broeken, 2006). Dit maakt deze intermediairs belangrijk bij het bereiken van deze doelgroep. Onderzoek laat wel zien dat het effectief kan zijn wanneer intermediairs (zoals verpleegsters/artsen) zelf getraind worden. Zo kan een speciale training over roken tijdens de opleiding van kinderartsen of een training in het geven van feedback zinvol zijn. De materialen die gebruikt of genoemd worden lopen uitéén van brieven, checklists, folders, video tot computers. Over interventies die gebruik maken van nieuwe media zoals sms en mms wordt nog weinig gepubliceerd. We zijn in de literatuur tot nu toe één onderzoek tegengekomen waarbij de mobiele telefoon gebruikt werd bij het bevorderen van de geletterdheid van kinderen. Deze interventie lijkt veelbelovend, maar dit waren echter pas de eerste resultaten. Verkennend onderzoek laat ook zien dat personen met een lage SES geïnteresseerd zijn in online interventies.
1.3
Effectiviteit
Bijna alle studies die zijn besproken in deze kennissynthese zijn in meer of mindere mate effectief in het veranderen van gedrag en/of attitude en het vergroten van kennis. Slechts een enkele studie laat zien dat bepaalde methoden niet werken, zoals het vergemakkelijken van tekst op informatiefolders om kennis van ouders te vergroten. Het is raadzaam in acht te houden dat ook uit niet-effectieve studies
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
8
nuttige informatie te halen valt. Helaas is er hier sprake van een publicatiebias, omdat niet-effectieve studies vaak niet gepubliceerd worden.
1.4
Aanbevelingen Het stroomschema “Roken? Niet waar de kleine bij is” bestaat op dit moment uit drie fases: nagaan rookprofiel, bespreken van gezondheidsrisico’s en bespreken van huisregels. Voor een belangrijk deel wordt hierbij al gekeken naar de motivatie en doelen van de ouders, wordt gebruik gemaakt van Motivational Interviewing en worden de ouders ook herhaaldelijk op het meeroken gewezen. De voorlichting wordt bovendien door een arts of verpleegkundige gegeven, ook tijdens het huisbezoek aan ouders net na de bevalling. Tevens geeft de kraamverzorgende net na de bevalling aandacht aan het onderwerp. Verder richt het zich vooral op de gevaren van roken voor het kind en niet op de gevaren van het roken voor de ouders. Ook is er voor de JGZ medewerkers de mogelijkheid om een training te volgen. Dit zijn alle belangrijke aspecten voor een interventie die effect wil hebben bij de groep van lage SES ouders.
Mogelijke aanvullingen aan het huidige programma zijn een combinatie van activiteiten: 1. Actieplan met kopie aan ouders: het opstellen van een actieplan samen met de ouders en hiervan een kopie meegeven 2. Cotininemeting: het geven van feedback over het meeroken door het kind (cotinine/nicotine etc….). Cotininemetingen zouden vooral een belangrijke aanvulling kunnen zijn bij de oudere kinderen, want dan beginnen ouders de overtuiging te missen dat het ongezond is om in het bijzijn van hun kind te roken. Hierbij is het goed om zich te beperken tot die gezinnen waarin meeroken daadwerkelijk een probleem is. 3. Incentives: incentives of beloningen kunnen belangrijke motivaties zijn om gedrag te veranderen, vooral als het incentives zijn die met het gezondheidsgedrag te maken hebben. 4. Betrekken van vaders: voor de sociale steun kan het belangrijk zijn om vaders te betrekken in de counseling. Dit laatste is echter niet eenvoudig. Het enige, tot nu toe, gevonden onderzoek dat expliciet geprobeerd heeft om de vaders met een lage SES bij een voorlichting te betrekken, heeft vrij kostbare beloningen ingezet om vaders te motiveren om met hun partner naar een counseling te komen. 5. Meer aandacht voor vervolgcontacten: vervolgcontacten waarin de uitvoering van het actieplan en mogelijke belemmeringen tijdens de uitvoering besproken worden zijn belangrijk, ook voor de sociale steun aan ouders. Veel van de interventies die in dit literatuuronderzoek gevonden zijn, besteden 10 à 30 minuten (en ook langer) aan de counseling van en de follow-up contacten met de ouders. Nieuwe mediatechnieken zoals SMSberichten kunnen een aanvullende rol hebben in deze vervolgcontacten. 6. Huisbezoek: het huisbezoek wordt regelmatig als manier genoemd om ouders/moeders met een lage SES te bereiken. Vooral voor het eerste gesprek wordt een huisbezoek gebruikt. Voor de vervolgcontacten wordt vaak de telefoon gebruikt. In de JGZ wordt een huisbezoek twee weken na de bevalling gegeven, hierin wordt ook het meeroken besproken. In die periode wordt tevens door de kraamzorg het meeroken besproken. Na dit eerste huisbezoek heeft de JGZ nog maar beperkte tijd om op het
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
9
onderwerp terug te komen. Een jaar na de bevalling is het aantal kinderen dat meerookt dan ook weer gestegen, vooral bij de lage SES ouders. Dit pleit er voor om bij de ouders met een lage SES (en vooral degenen die roken) omstreeks één jaar het meeroken nogmaals uitgebreid te bespreken (liefst tijdens een huisbezoek). Moeders Informeren Moeders (MIM) kunnen hier mogelijk een rol in spelen. In de regio’s waar zij werkzaam zijn, zien zij regelmatig moeders in achterstandswijken. Onderzoek laat bovendien zien dat hun informatie effect heeft op gezondheidsgedragingen zoals het geven van borstvoeding. Verder onderzoek naar de effectiviteit van MIM’s is echter wel noodzakelijk. 7. Training: een goede training van hulpverleners blijft verder belangrijk. Bij “Roken? Niet waar de kleine bij is” wordt daar al aandacht aan besteed door trainingen voor JGZ-medewerkers te organiseren. Een belangrijke aanvulling hierop zou kunnen zijn de training van artsen en verpleegkundigen in opleiding. In deze training zou ook aandacht besteedt kunnen worden aan de rol van artsen en verpleegkundigen bij het stoppen met roken. Ook al is stoppen met roken niet het primaire doel van “ Roken? Niet waar de kleine bij is”, kan het wel gebeuren dat ouders aangeven dat ze willen stoppen met roken. In die gevallen is het belangrijk dat de hulpverleners weten wat ze kunnen doen om deze ouders te ondersteunen en naar wie ze de ouders kunnen doorverwijzen. Kortom “Roken? Niet waar de kleine bij is” zou voor de lage SES ouders (maar ook voor niet lage SES) gemakkelijk aangevuld kunnen worden met een Actieplan: samen met ouders een plan opstellen om meeroken te voorkomen en een kopie van dit plan aan de ouders meegeven naar huis. Bij ouders met een lage SES is het daarnaast belangrijk om een aantal extra activiteiten uit te voeren: bijvoorbeeld het geven van beloningen/incentives om ouders te motiveren en de partner erbij te betrekken, het inzetten van nieuwe mediatechnieken zoals SMS-berichten om ouders op het gezondheidsprobleem te blijven attenderen. Bij de ouders die ook nog roken en waar de huisregels verwateren of niet ingesteld worden, zou na 1 jaar nog eens uitgebreider het roken besproken moeten worden: cotininemeting feedback zou een onderdeel van dit consult kunnen zijn. Groupscounseling lijkt verder vooral zinvol indien de counseling plaats vindt op een locatie waar ouders toch al zijn en/of indien ouders zelf het probleem duidelijk inzien. Als dit niet het geval is en er geen afdoende beloning voor deelname tegenover staat, zal het moeilijk zijn om ouders te motiveren om naar de groepscounseling te komen.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
10
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
2
Inleiding
2.1
Aanleiding
11
Uit de literatuur blijkt dat het meeroken door kinderen een risicofactor is voor verschillende gezondheidsproblemen. Kinderen die meeroken hebben onder andere een hoger risico op onderste luchtweginfecties en oorontstekingen. Indien kinderen astma hebben, wordt door het meeroken de frequentie en ernst van astma-aanvallen verhoogd. Blootstelling aan tabaksrook leidt tot een verhoogd risico op wiegendood. Tenslotte hebben kinderen met ouders die roken een hogere kans om zelf in de toekomst te roken, vooral als ouders geen huisregels wat betreft roken hebben ingesteld (Cook, 1999; WHO, 1999; Wakefield, 2000) . In 1997 is STIVORO voor een Rookvrije Toekomst daarom gestart met de campagne ‘Roken? Niet waar de kleine bij is!’. Het doel van de campagne was het voorkomen dat kinderen van 0-4 jaar worden blootgesteld aan tabaksrook en het bestaat uit een handleiding voor gezondheidszorgmedewerkers, een folder voor ouders en massamediale voorlichting (o.a. TV-spot). In de periode van 1996 tot 1999 bleek de prevalentie van de blootstelling aan tabaksrook bij kinderen van 0 tot 10 maanden gedaald te zijn van 41% naar 18%. De prevalentie van het meeroken werd wel weer hoger bij de kinderen van 4 maanden en ouder (Crone, 2003). Er zijn meer rokers onder laagopgeleiden. Terwijl 31% van de lager opgeleiden rookt, rookt 22% van de hoger opgeleiden (Stivoro, 2006). Ook het (laten) roken in het bijzijn van kinderen komt vaker voor bij rokende ouders en bij ouders met een lagere sociale economische status (SES) (Crone, 2003).
2.2
Doelstelling Er zijn in de afgelopen jaren veel interventies ontwikkeld op het terrein van leefstijlfactoren. Deze initiatieven hebben over het algemeen goede resultaten bij de hoge sociaaleconomische groepen, maar blijken bij groepen met een lage sociaaleconomische status niet goed aan te slaan (de Haes e.a., 2001). Het is daarom van belang deze groep met een lage SES te bereiken. Vandaar dat het huidige onderzoek als doel heeft het in kaart brengen van de mogelijkheden om ouders met een lage SES te bereiken als het gaat om meeroken van het kind. Dit is nagegaan met de volgende vraagstellingen: • Zijn er in de literatuur preventieprogramma’s bekend die gericht zijn op ouders met een lage SES? • Zijn er preventieprogramma’s gericht op diverse gedragingen, zowel op gezondheidsgebied als op welzijnsgebied? • Zijn er preventieprogramma’s gericht op roken en vooral meeroken door kinderen? • Wat zijn de interventiestrategieën, settings, intermediairs en materialen die gebruikt worden in deze verschillende preventieprogramma’s gericht op lage SES? • In hoeverre is er iets bekende over de effectiviteit van deze preventieprogramma’s gericht op lage SES?
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
12
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
3
13
Methode
Welke methoden zijn effectief gebleken bij het bereiken van lage SES ouders en welke methoden zijn veelbelovend op het gebied van gezondheidszorg en welzijn? In dit onderzoek is via een kennissynthese nagegaan wat er in de literatuur bekend is over strategieën, settings, intermediairs en materialen die (potentieel) geschikt zijn voor het bereiken van ouders met een lager SES als het gaat om het voorkomen van meeroken door hun kinderen.
3.1
Selectieprocedure
Het onderzoek omvat een literatuuronderzoek naar studies over preventieprogramma’s op het gebied van gezondheidsgedragingen, en specifiek (mee)roken, bij ouders met een lage SES. Het literatuuronderzoek is uitgevoerd op basis van zoektermen. De volgende termen zijn geselecteerd en gebruikt in verschillende combinaties: - Low SES, low education, low income - Parents - Health education, health promotion - Intervention - Smoking behavior, passive smoking Er is gezocht via: - Cochrane Library - Pubmed - ScienceDirect - PICARTA - Psychinfo - Referenties in geselecteerde artikelen Door middel van deze zoekacties zijn in eerste instantie 163 abstract geselecteerd. De samenvattingen van de gevonden manuscripten zijn zorgvuldig gelezen en aan de hand van een van tevoren vastgestelde selectieprocedure (populatie -alleen westerse landen-, interventie –gericht op lage SES ouders/families-, vergelijking – referentiegroep of veranderingen over tijd-, uitkomstmaat –veranderingen in kennis, attitudes en gedrag) zijn 65 relevante manuscripten geselecteerd. Aangezien het gaat om het bereiken van ouders en gezinnen met een lage SES is dit als randvoorwaarden beschouwd bij het includeren van de artikelen. De interventie moet verder gericht zijn op het gebied van gezondheidszorg en/of welzijn. Indien een preventieprogramma interessant is in het kader van dit onderzoek en het betreffende manuscript nog onvoldoende duidelijkheid geeft over de inhoud van het programma dan is het programma aangevraagd bij de ontwikkelaars.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
14
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
4
15
Beschrijving van het aanbod gericht op ouders met een lage SES De 65 manuscripten zijn verwerkt in een overzicht waarbij gekeken is naar: - Soort preventieprogramma - Doelgroep - Doelstelling - Methode en strategie - Setting en plaats - Intermediairen - Effect Van de 65 manuscripten ging het in 30 gevallen om een effectstudie (bijlage A) en in 25 gevallen om overzichtsstudie of verkennend onderzoek d.m.v. focus groepen (bijlage B). De overige 10 manuscripten zijn niet ontvangen, gingen niet over lage SES ouders of gingen over zieke kinderen. Deze zijn niet opgenomen in de beschrijving. Uit bestudering van de 65 manuscripten zijn 3 studies geselecteerd die zeer interessant zijn in het kader van dit onderzoek. Deze worden in het volgende hoofdstuk verder besproken.
4.1
Beschrijving van preventieprogramma’s gericht op gezondheid en welzijn
In het huidige literatuuronderzoek zijn preventieprogramma’s gevonden die betrekking hebben op verschillende gezondheidsgebieden en op welzijn. In totaal zijn er 8 verschillende gebieden bekeken. Hieronder worden de meest effectieve methoden, die gebruikt worden in de verschillende gezondheidspreventie programma’s, besproken. Algemene veiligheid Bestudering van de studies op het gebied van algemene veiligheid, laat zien dat het genereren van een op maat gemaakt veiligheidsrapport, waarin rekening gehouden wordt met de praktische en persoonlijke situaties in het huishouden, effectief is op het gebied van correct gebruik van veiligheidsmaatregelen voor het kind in en om het huis (Gielen et al.,2007). Een studie van Hendrickson (2005) laat zien dat het begeleiden van moeders bij het plaatsten en corrigeren van veiligheidsitems én de verstrekking van deze veiligheidsitems een positief effect heeft op de eigen doeltreffendheid van de moeder (Hendrickson, 2005). Tijdens de huisbezoeken werden de moeders begeleid op een manier die past bij hun cultuur. Moeders die een hogere eigen doeltreffendheid op het gebied van het voorkomen van ongelukken ervaren, zagen vaak minder obstakels bij het in de toekomst voorkomen van deze ongelukken. Deze moeders hadden minder ongelukken in huis. Een recent onderzoek naar voorlichting over veiligheidsmaatregelen laat zien dat voorlichting over veiligheid deels bijgedragen heeft aan het verminderen van sociale ongelijkheid voor veiligheidsmaatregelen, vooral in het gebruik van traphekjes (Kendrick e.a. 2008). Deze voorlichting bestond uit een gestandaardiseerd veiligheidsconsult door een gezondheidsmedewerker. Tijdens dit
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
16
consult vulde de ouders een vragenlijst in over de veiligheidsbehoefte van hun gezin. De gezondheidsmedewerker besprak de antwoorden met de ouders. Hierbij (1) gaf hij/zij positieve feedback door het bekrachtigen van de op dat moment aanwezig veiligheidsmaatregelen, (2) besprak hij/zij veiligheidsmaatregelen die nog niet uitgevoerd waren, (3) barrières bij de invoering van maatregelen en mogelijke oplossing. Ook gaf hij/zij gratis of goedkopere veiligheidsproducten. De ouders en de gezondheidsmedewerkers maakten samen een plan om het huis veiliger te maken en de ouders kregen een kopie van dit plan. Ouders ontvingen ook een checklist waarmee ze konden nagaan of hun huis veiliger was geworden. Traphekjes, rookalarm, kastsloten en raamsloten werden gratis aangeboden en geïnstalleerd bij ouders met een laag inkomen. In het stimuleren van het gebruik van een telefoonlijn (Poison Control Centre, PCC) die ondersteuning en eerste hulp biedt bij ongelukken met giftige stoffen in huis, blijkt het aanbieden van video-informatie in de moedertaal (dit geval Spaans) en stickers met het telefoonnummer van de centrale, effectief te zijn ten aanzien van het gebruik van de hulplijn (Kelley et al., 2003). In vergelijking met een poster heeft het tonen van een voorlichtingsvideo een positief effect op het wassen van de handen door ouders voordat ze de intensive care betreden waar hun kind ligt. (Chen & Chiang, 2007). Kinderstoelgebruik in auto Meerdere studies naar veilig gebruik van kinderstoelen in de auto, laten zien dat counseling en voorlichting in combinatie met het geven van incentives in de vorm van een kinderstoel, die op de juiste wijze in de auto wordt geïnstalleerd door een techneut, een positief effect heeft op de mate van gebruik en het correct gebruik van de stoel (Gittelman, Pomerantz & Laurence, 2006; Martin et al., 2006; Apsles et al., 2003). Een review door Ehiri et al. (2006) naar interventies ter bevordering van het gebruik van een kinderstoel in de auto, laat zien dat interventies die alleen gebruik maken van voorlichting minder effectief zijn in het veranderen van gedrag dan interventies die zowel van voorlichting als beloningen gebruik maken. Mondgezondheid Effectieve studies die als doel hebben het bevorderen van de mondgezondheid van kinderen, maken vaak gebruik van voorlichting in combinatie met incentives in de vorm van fluoridenflesjes (Gagnon et al., 2007), tandenborstels (Martignon et al., 2006; Wennhall et al., 2005) en fluoridentabletten (Wennhall et al., 2005). Deze voorlichting is vaak gericht op het geven van instructies voor het correct tandenpoetsen van het kind. Het geven van een workshop waarin verschillende onderwerpen over mondgezondheid worden besproken in combinatie met het uitvoeren van activiteiten, waarin de nieuwe kennis wordt toegepast, heeft een positief effect op tandplak scores van kinderen (Martignon et al., 2006). Een studie van Kowash et al. (2000) laat zien dat herhaaldelijke counseling sessies van 15 minuten (elke 3 maanden in eerste 2 jaar, elk half jaar in 3de jaar), die gericht zijn op eetgewoontes, mondhygiëne instructies en het gebruik van fluoride, effectief zijn in het verminderen van gaatjes bij kinderen. Vaccinatie Aangezien informatie over vaccinatie vaak slecht wordt onthouden door ouders met een lage SES, heeft Wilson et al. (2006) onderzocht of het vergemakkelijken van de
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
17
tekst op folders een positief effect heeft op de toename van kennis over vaccinatie. Dit was niet het geval; de kennis van de ouder over vaccinatie was voor beide folders hetzelfde. De ouders die de vergemakkelijkte folder gelezen hebben verschilden na het lezen niet van de ouders die de niet-vergemakkelijkte folder hebben gelezen. Dit suggereert dat het in dit geval vooral belangrijk is dat ouders de folder lezen als het gaat om kennis over vaccinatie. Een studie van Campbell et al. (2004) laat zien dat moeders met een leesniveau lager dan groep 8 een consent formulier wel beter begrijpen wanneer ze deze te zien krijgen met makkelijker taalgebruik. Borstvoeding Een consult aan de kinderarts vóór de geboorte van het kind, waarin attitudes van de moeder ten aanzien van het geven van borstvoeding en de voordelen van het geven van borstvoeding worden achterhaald en besproken, heeft een positief effect op de mening van de moeders over het geven van borstvoeding (Serwint et al., 1996). Een studie van Sciacca et al. (1995) laat zien dat het toevoegen van stimulerende factoren die de deelname en toewijding aan het programma vergroten, ook de effectiviteit van het programma vergroten. Het basisprogramma in de studie bestaat uit: 1) 5 sessies van 1 uur waarin vrouwen worden voorbereid op de geboorte, (2) attenderen op een programma voor verhuur van een borstpomp, (3) t-shirts met borstvoedingberichten voor vrouwen die borstvoeding geven, (4) introductie in het Bosom Buddy programma waar WIC (Woman Infants and Children centrum) moeders als rolmodel kunnen dienen en (5) 15 minuten voorlichting over het geven van borstvoeding. De interventie is bedoeld om het basisprogramma te ondersteunen en bestaat uit: (1) vrouw krijgt samen met partner een 2 uur durende les over borstvoeding, waarin angsten van beide worden besproken (vrouwen die meedoen, ontvangen een tas vol met baby spullen en een borstpomp, de partners krijgen 2 kaartjes voor een voetbalwedstrijd), (2) extra stimulans om mee te doen aan de 5 sessies uit het basisprogramma werd gegeven in de vorm van gratis lunch, tegoedbonnen in kledingzaak, gratis knipbeurt e.d., (3) vrouwen kregen automatisch een Buddy toegewezen en werden beloond met luiers wanneer ze een afspraak maakten met deze buddy, (4) vrouwen die na 3 maanden aangaven borstvoeding te geven kregen een tas vol luiers. Het bevorderen van steun van de partner en het geven van incentives blijkt een positief effect te hebben op kennis en attitudes ten aanzien van borstvoeding. Ook het daadwerkelijk geven van borstvoeding en steun van de partner, is hierdoor toegenomen. Een Nederlands programma getitel Moeders Informeren Moeders heeft ook een effect op het borstvoedingsgedrag van vrouwen (Hanrahan-Cahuzak, 2002). Moeders die aan dit programma meedoen geven vaker en langer borstvoeding. Moeders Informeren Moeders is een programma voor gezinsondersteuning waarbij opvoedingsondersteuning en gezondheidsvoorlichting door middel van huisbezoeken centraal staan. Het programma vormt een aanvulling op de ouder- en kindzorg. Het komt er op neer dat vrouwen die voor het eerst moeder zijn geworden maandelijks bezoek van een ervaren moeder uit de buurt krijgen (de zogenoemde bezoekmoeder). Tijdens de huisbezoeken is er aandacht voor algemeen verzorgende aspecten, psychologische en pedagogische elementen in de ontwikkeling van het kind en de situatie van de moeder zelf. Moeders Informeren Moeders is een methodiek die aansluit bij de belevingswereld van moeders. De discussie tussen de moeders wordt gevoed door een beeldverhaal. Dit zijn tekeningen, in de vorm van een strip, van herkenbare situaties over de ontwikkeling, verzorging en opvoeding van kinderen. Er zijn zeven categorieën gespreksonderwerpen:
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
18
sociaal-emotionele ontwikkeling, denken, taal, lichamelijke ontwikkeling, voeding, spelen en veiligheid. Deze onderwerpen zijn verwerkt in 48 verschillende beeldverhalen. Uiteindelijk zijn bij dit programma vooral effecten gevonden bij voeding, maar op de anders aspecten zijn geen significante effecten gevonden. Volgens het NJI is de effectiviteit dan ook nog niet voldoende aangetoond. Voorleesgedrag Voorlezen aan baby’s en peuters blijkt een heel goede manier te zijn om ontluikende geletterdheid van kinderen te stimuleren. Ouders met een lager opleidingsniveau lezen minder vaak voor dan ouders met een hoger opleidingsniveau. Er zijn daarom verschillende interventies hiervoor opgezet. In Nederland bestaat het Boekenpret leesbevorderingsprogramma. Dit leesbevorderingsprogramma wordt ingezet in gezinnen met weinig leescultuur. Boekenpret bestaat uit een verzameling afzonderlijk uit te voeren deelprojecten voor ouders en hun kinderen (0-6 jaar). Er is gekozen voor een longitudinaal traject, te beginnen thuis, doorlopend in kinderdagverblijf/ peuterspeelzaal tot en met de eerste twee jaren van het basisonderwijs. In een onderzoek is gekeken of de JGZ een rol kan spelen bij dit Boekenpret programma. Via de JGZ worden ouders geworven voor Boekenpret (gezinnen met slecht leesklimaat) en het eerste jaar krijgen deze ouders intensieve begeleiding in de vorm van tweewekelijkse huisbezoeken door speciaal hiervoor opgeleide Boekenpretwijkverpleegkundigen. In twee jaren worden de verschillende Boekenpret onderdelen met ouders doorgenomen. De gezinnen die deelgenomen hebben aan het programma hebben na het programma een significant betere kwaliteit van het literaire gezinklimaat. Ook is na het langere termijn effect gekeken. Het positieve effect op gezinsklimaat bleek nog steeds merkbaar (Bos, 2002). Een andere interventie gericht op geletterdheid van kinderen was een interventie waarin de mobiele telefoon gebruikt werd als belangrijk educatief instrument. In het onderzoek werd nagegaan of het verspreiden van Sesamstraat educatieve materialen via mobiele telefoons ouders aanmoedigt en overtuigt om hun kinderen te betrekken in activiteiten die de geletterdheid stimuleren. In het onderzoek deden 80 ouders mee waarvan 50% een inkomen had onder de armoedegrens. Ouders die meededen ontvingen een telefoon met video mogelijkheid. Ouders en hun kinderen ontvingen gedurende 8 weken SMSberichten, audioberichten voor ouders en voor kinderen en videoberichten voor kinderen. SMS-berichten werden gestuurd om 7:00 uur ’s ochtends op maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag om ouders naar de audio en videoberichten te leiden. Elke week werden in die berichten drie à vier letters uit het alfabet besproken. Materialen werden vaker doordeweeks dan in het weekend bekeken. Pieken van kijken zijn er ’s ochtends en tussen 17 en 19 uur. Deelnemers in hoog en laag inkomens initeerden vaker letter herkenningsactiviteiten en lage inkomens deden vaker letter geluid activiteiten. Voor bijna alle kinderen was de mobiele telefoon gemakkelijk te gebruiken. Volgens 75% van de lage inkomens en 50% van de gemiddelde inkomens hielpen de video’s over het alfabet bij het leren van letters. Volgens 75% geloofde ook dat op deze wijze de mobiele telefoon een goed educatief instrument kan zijn.
Voeding en bewegen Voeding educatie gericht op peuters (NEAT) bestaat uit 4 groepslessen van 90 minuten die wekelijks worden aangeboden, waarin discussies worden gevoerd met 4-5 andere deelnemers en videobeelden worden getoond. Daarnaast moeten er 18 individuele (praktijkgerichte) activiteiten worden uitgevoerd. Dit programma laat
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
19
positieve effecten zien op de toename van kennis van ouders over het voeden van peuters, maar laat geen effecten zien op het voedingsgedrag van de ouders (Horodynski & Stommel, 2005). In een studie van Albright et al. (2005) wordt er gekeken naar 2 aanvullende strategieën die naast het IMPACT (Increasing Motivation for Physical Activity) programma worden aangeboden. Alle vrouwen volgden de IMPACT lessen; 8 lessen gedurende 2 maanden, 1 uur per week, waarin vrouwen worden gemotiveerd meer te bewegen. Dit programma is cultuurgevoelig en op maat gemaakt voor de Latino populatie. Daarnaast werden de vrouwen opgedeeld in een van de twee condities: (1) vrouwen ontvingen korte gestructureerde counseling va de telefoon (wekelijks, 4 weken lang) en email (maandelijkse nieuwsbrieven). Daarnaast kregen ze een stappenteller met feedback en een whiteboard om hun scores op bij te houden, of (2) maandelijks kregen de vrouwen nieuwsbrieven met een zelftest gericht op barrières. Ook zij kregen een stappenteller, maar geen feedback. Het volgen van de IMPACT lessen in combinatie met de eerste conditie (counseling en feedback), heeft een positief effect op de toename van lichamelijke beweging van vrouwen 10 maanden later. Een studie waarin moeder en kind 12 weken lang 11 groepslessen van 1 uur volgen (moeder en kind kregen $5 per les) is gericht op het vergroten van kennis over voeding en het aanmoedigen van het eten van minder vet en meer granen. Deze lessen zijn cultuur specifiek (gelet op Mexicaans eten). Deze interventie ter bevordering van gezond eten, die gebruik maakt van cultuurgevoelige voedingsadviezen en incentives in de vorm van geld, blijkt een positief effect te hebben op het eetgedrag en kennis over voeding van ouders en kind (Fitzgibbon et al., 1996). Roken Counseling, proactieve begeleiding, sociale steun en cultureel op maat gemaakte adviezen, laten positieve resultaten zien op de onthouding van roken van Spaanstalige moeders in de VS (Wetter et al., 2007). Daarnaast laat een studie van Yilmaz et al. (2006) zien dat een programma dat zich richt op de gevaren van roken voor het kind effectiever is dan een programma dat zich richt op de gevaren voor de ouder. STOP (Stop Tobacco Outreach Program) is een programma gebaseerd op het geven van incentives in de vorm van nicotinevervangers (pleister of kauwgum) en counseling. Dit programma is effectief gebleken in het stoppen met roken of serieuze pogingen hiertoe (Winickhoff et a;., 2003). In een studie naar het effect van een counseling methode ‘rookvrije kinderen’ is gebleken dat wanneer verpleegsters, die deze counseling geven, getraind worden in het geven van feedback aan ouders, deze counseling methode effectief is in het verlagen van het cotinine level van de ouder (Fossum, Aborelius & Bremberg, 2004). In een ander onderzoek is gekeken naar de effecten van het trainen van kinderartsen in opleiding. Hierbij kreeg een groep artsen de standaard opleiding over roken en de andere groep artsen kreeg een speciale opleiding over roken. Deze speciale opleiding bestond uit CD-ROM/Web site. De website lijkt op een normaal leerboek met hoofdstukken over interviewen en counseling, meeroken, preventie van het beginnen met roken, preventie van terugval na de zwangerschap, stoppen met roken, andere vormen van tabaksgebruik. De website heeft ook www-links, een pagina met abstracts met recente artikelen. De CD-rom bevat rollenspellen waarin artsen met patiënten en ouders motivationele interviews houden en counseling
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
20
geven. De effecten laten zien dat alle artsen die getraind zijn vaker aangeven dat ze roken aan bod laten komen. De artsen met de speciale training lieten echter vaker significante positieve verschillen zien met wat ze eerst deden, dus deden in vergelijking met voor de training meer aan roken en hadden naar hun gevoel ook betere vaardigheden (Hymowitz et al 2006). 4.2
Beschrijving van preventieprogramma’s gericht op meeroken van het kind
Er zijn verschillende interventies op het gebied van meeroken door kinderen van lage SES ouders gevonden. In het overzicht zijn ook interventies meegenomen die gericht waren op specifieke minderheidsgroepen, zoals Spaanstalige populaties in de Verenigde Staten. In deze paragraaf worden een aantal interventies verder uitgelicht. Effectieve programma’s Het meeste recente artikel over een interventie op het gebied van meeroken is het artikel van Woodruff et al. (2007) naar het effect van een interventie om meeroken te voorkomen bij kinderen in huis van Spaanstalige ouders waarvan in ieder geval één ouder in huis rookt. De interventie duurde 13 weken en ouders kregen $30 voor deelname. Projectmedewerkers van gemeenschapscentra in San Diego hebben ouder-kind koppels geworven. In het huisbezoek werd het haar van het kind onderzocht op nicotine en kregen de ouders counseling en tips over hoe ze het meeroken kunnen verminderen. De uitslag van het haar werd verwerkt in de feedback sheets: (1) een vergelijkende grafiek, waarin het nicotinegehalte werd afgezet tegen dat van andere deelnemende kinderen, kinderen van ouders die niet roken en kinderen die wel worden blootgesteld aan rook, maar waarvan de ouders niet roken, (2) een simpele grafiek, waarin wordt aangegeven hoe ernstig het nicotinegehalte van het kind is met minimaal, significant en ernstig, of (3) een geschreven brief. Deze feedback werd naar de ouders gemaild op twee verschillende tijden. Tussentijds werden ouders gebeld voor extra steun. Een vrouwelijke promotor gaf ondersteuning. Uit het verslag van de ouders en de uitslag van de haarmonsters was te zien dat de mate waarin het kind meerookte in huis drastisch was verminderd. Alle drie de feedback manieren werden gewaardeerd, al vonden ouders de vergelijkende grafiek het best. In een onderzoek van Wakefield et al. (2002) werd ook feedback gegeven over het cotininegehalte in de urine van het kind; hierbij ging het om ouders met een lage SES die een kind hebben met luchtwegproblemen. Ouders ontvingen een brief, samengesteld door een studie coördinator, met feedback over het cotininegehalte in de urine van het kind. Ook werd er minimaal feedback gegeven dat op maat gemaakt was naar het, tijdens de intake aangegeven, verbod op roken in huis. Een folder waarin de risico’s van meeroken door een kind met astma en mogelijke manieren om niet te roken in huis en auto staat beschreven, werd meegestuurd. De ouders werden gebeld één week en één maand na ontvangst van de brief om de ouders extra te stimuleren en adviseren. Een andere groep ouders kreeg de reguliere informatie van verpleegkundigen en artsen. Na 6 maanden werd een verschil gevonden tussen de groep die wel en geen feedback over het cotininegehalte gekregen hadden. De groep die feedback had gekregen had vaker het roken uit de woonkamer verbannen. Dit effect na 6 maanden was in vergelijking met de voormeting niet significant. Op de langere termijn was er echter geen verschil meer.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
21
Emmons e.a. (2001) hebben ook gebruikt gemaakt van feedback (in dit geval koolstof monoxide en nicotinelucht in huis) maar hebben daarnaast gebruik gemaakt van een motivationele interventie om het meeroken door kinderen van ouders met een lage SES te verminderen. De ouders in de groep van de motivationele interventie ontvingen thuis een interview van 30-45 minuten gevolgd door vier follow-up telefonische counselinggesprekken (van elk 10 minuten). De interventie was op maat gemaakt naar de doelen van de ouders; stoppen met roken of meeroken door kind verminderen. Ouders kregen feedback over nicotinelucht en koolstof monoxide gehalte in hun huis, dat vastgesteld werd tijdens het eerste bezoek. Een andere groep ouders ontving per e-mail een zelfhulpgids ‘stoppen met roken, een stencil met tips hoe je passief roken kan verminderen en informatie over hulpmiddelen. Follow-up in beide groepen is gedaan na 1, 3 en 6 maanden. Na 6 maanden was het nicotinegehalte in de huizen van ouders uit de motivationele interventiegroep significant lager dan in de zelf hulp groep. Trends over tijd zijn gevonden tussen nulmeting en follow-up metingen binnen de twee groepen; in de motivationele interventie groep is het nicotinegehalte omlaag gegaan en in de zelfhulpgroep is het nicotinegehalte omhoog gegaan. Echter beide trends zijn niet significant. In het artikel van Hovell et al. (2000) wordt een intensieve counseling besproken om het meeroken door kinderen van ouders met een lage SES te voorkomen. Hier werd geen gebruik gemaakt van feedback (aan de hand van bijv. cotininegehalte in de urine van het kind, deze werd hier gebruikt als uitkomstmaat) maar de ouders ontvingen wel 7 counseling sessies (3 face-to-face en 4 telefonisch) verspreid over 3 maanden. De counselsessies duurde 12-28 minuten. In de eerste sessie werden lange termijn doelen gesteld die in de sessies erna werden aangehaald. ‘ No Smoking’ stickers werden uitgedeeld als cue in huis. Een andere (controle) groep kreeg de gebruikelijke counseling over voeding samen met een kort advies om te stoppen met roken en hun kinderen niet bloot te stellen aan rook. Beide groepen ouders werden gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek als ze bij het consultatiebureau kwamen voor het 9 maandelijkse periodieke gezondheidsonderzoek: hiervoor ontvingen ze $60-$90. In vergelijking met een controlegroep rookten de moeders in de interventiegroep minder vaak na de interventie ook verminderde het cotininegehalte in de urine van het kind enigszins terwijl die in de controlegroep steeg.
4.3
Algemene informatie uit de overzichtsstudies
Hieronder wordt in het kort algemene informatie die uit de overzichtsstudies naar voren komt, beschreven. Er is onderscheid gemaakt tussen literatuur die ingaat op de interventiestrategieën en literatuur die ingaat op methoden en materialen. Interventiestrategieën Een verkennende studie laat zien dat ouders met een laag inkomen gemotiveerd worden door interventies die duidelijke en concrete informatie gaven over het riemgebruik (in de auto) van hun kind (Winston, Erkoboni, & Xie, 2007). Ook gaven ouders de voorkeur aan ‘echte’ verhalen, zoals een situatie waarin een auto ongeluk plaatsvindt en het kind zwaar letsel op loopt, maar waar tegelijkertijd ook tips gegeven worden hoe dit ongeluk voorkomen had kunnen worden.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
22
In focusgroepen met ouders van kinderen op de kleuterschool kwam vooral naar voren dat het houden van groepsdiscussies en ‘peer’ education, dat cultuur- en taalgevoelig is, als succesvolle strategieën worden gezien (Taveras et al., 2006). Via groepsdiscussies met moeders die roken werd de taalgevoeligheid nogmaals benadrukt; door waarschuwingen en moraliserende opmerkingen van vroedvrouwen gaven moeders aan niet minder te gaan roken (Arborelius & Nyberg, 1997). Een beschrijvend onderzoek door Garvey et al. (2006) laat zien hoe de deelname van ouders bij een preventieve oudertraining voor families en een laag inkomen eruit ziet. De resultaten suggereren dat ouders, die deelnamen, een lagere opvoedingseigen effectiviteit hadden, meer problemen bij hun kinderen zagen, en al eerder aan een oudertraining deelgenomen hadden. Deelname aan de eerste bijeenkomst was verder essentieel voor de verdere deelname. Niet deelname aan de oudertraining werd vooral veroorzaakt doordat het tijdstip van de training niet uitkwam (ivm werk en school). Methoden en materialen Polivka et al. (2006) heeft met behulp van een vragenlijst vast gesteld hoe ouders met een lage SES informatie over loodvergiftiging het liefst ontvangen; Folders en discussies met gezondheidsmedewerkers hebben de voorkeur. Onder minderheidsgroepen zijn vooral video’s, billboards en huisbezoeken geliefd. Een anders verkennend onderzoek laat zien dat moeders met een laag inkomen behoefte hebben aan en geïnteresseerd zijn in een interventie die on-line gegeven wordt over voeding, lichamelijke beweging en het behouden van een voedingsbudget (Atkinson et al., 2007). Een onderzoek van Spittaels & De Bourdeaudhuij (2007) laat echter ook zien dat moeders meer interesse tonen en eerder meedoen aan een online onderzoek dan vaders. Hoge SES ouders en het hebben van een baan waren gerelateerd aan interesse, maar niet aan daadwerkelijke deelname aan het programma. Een beschrijving van het gebruik en toegang van internet en computers om gezondheidsinformatie te vinden onder lage SES ouders in de Verenigde Staten wordt gegeven in het onderzoek van Kind et al. (2005); 58% heeft een computer en 41% heeft internet thuis. 52% gebruikt internet voor het zoeken van gezondheidsgerelateerde informatie. 93% vindt dat er waardevolle gezondheidsinformatie te vinden is op het internet. 92% zou hierover willen praten met een professional. Een overzichtsstudie van Lashuay et al. (2000) naar de mate van blootsteling aan berichten over inenting via de media laat verder zien dat 88% van de Afrikaans Amerikaanse gezinnen in de Verenigde staten aangaf berichten over inenting via media te hebben opgevangen; via TV (63%), billboards (51%) en radio (42%). Een recent onderzoek naar het stoppen met roken toont wel aan dat sommige media campagnes minder effectief zijn in het stimuleren van, in dit geval, het stoppen met roken door volwassenen met lager opleidingsniveau dan met een hoger opleidingsniveau (Niederdeppe et al., 2008). Een campagne met de boodschap dat stoppen met roken moeilijk is maar dat dit met hulp mogelijk is, was effectiever bij volwassenen met een hoog opleidingsniveau dan met een laag opleidingsniveau. Een campagne met de boodschap dat meeroken de gezondheid van anderen schaadt had geen effect op het stoppen met roken, en hierin was ook geen verschil naar
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
23
opleidingniveau. De volwassenen die zich deze laatste campagne herinnerden vonden wel vaker dat meeroken ongezond was. De auteurs suggereren dan ook dat een campagne met de boodschap dat meeroken schadelijk is steun kan genereren voor rookvrije ruimtes, wat vervolgens weer kan leiden tot een vermindering sigarettenconsumptie en een stijging van het aantal stoppogingen (Niederdeppe et al., 2008). In een meta-analyse naar het effect van massa mediale interventies op het stoppen met roken door volwassenen (Bala et al., 2008) wordt door de auteurs uiteindelijk geconcludeerd dat er geen eenduidige relatie geobserveerd is tussen de effectiviteit van een campagne en opleidingsniveau.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
24
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
5
25
Beschrijving van interventies We hebben vijf interventies opgevraagd. Van drie interventies hebben we materialen binnengekregen. Twee van de aangevraagde interventies hebben reeds een aantal jaren geleden plaatsgevonden. De auteurs van de artikelen geven aan dat de interventies niet meer beschikbaar zijn (Emmons et al., 2001, Sciacca et al. 1995) .
5.1
Save As Houses Project
In het vorige hoofdstuk is een recent onderzoek beschreven naar voorlichting over veiligheidsmaatregelen. Dit onderzoek laat zien dat voorlichting over veiligheid deels bijgedragen heeft aan het verminderen van sociale ongelijkheid voor veiligheidmaatregelen, vooral in het gebruik van traphekjes (Kendrick et al. 2008). Deze voorlichting bestaat uit een gestandaardiseerd veiligheidsconsult door een gezondheidsmedewerker. Stap 1: bepalen van veiligheidsbehoefte. Tijdens dit consult vult de ouders een vragenlijst in over de veiligheidsbehoefte van hun gezin. In deze vragenlijst worden vragen gesteld over risicoperceptie en de mate waarin men op dat moment probeert te voorkomen dat het kind valt, zich verbrandt, zichzelf snijdt, zichzelf vergiftigt en stikt (zie bijlage D). Stap 2: bespreken van veiligheidsbehoefte De gezondheidsmedewerker bespreekt vervolgens de antwoorden met de ouders. Hierbij (1) geeft hij/zij positieve feedback door het bekrachtigen van de op dat moment aanwezig veiligheidsmaatregelen, (2) bespreekt hij/zij veiligheidsmaatregelen die nog niet uitgevoerd zijn, (3) bespreekt hij/zij barrières bij de invoering van maatregelen en mogelijke oplossingen. Ook geeft hij/zij gratis of goedkopere veiligheidsproducten. Stap 3: opstellen veiligheidsplan De ouders en de gezondheidsmedewerkers maken samen een plan om het huis veiliger te maken en de ouders krijgen een kopie van dit plan (bijlage D). In dit plan wordt van 8 veiligheidsonderwerpen aangegeven wat al gedaan is, wat nog gedaan gaat worden en ook wat niet van toepassing is bij dit gezin. In dit plan wordt ook aangeven wie van de gezinsleden en wanneer (datum) gaat checken of het huis veiliger is geworden. Hiervoor ontvangen ouders ook een checklist (bijlage D): hiermee kunnen ze nagaan of hun huis veiliger is geworden. Ouders krijgen ook een folder mee waarin ze de informatie nog eens na kunnen lezen. Andere activiteiten Traphekjes, rookalarm, kastsloten en raamsloten worden gratis aangeboden en geïnstalleerd bij ouders met een laag inkomen. 5.2
Ambiente Fresco II.: para nuestros hijos
Een ander onderzoek dat in het vorige hoofdstuk beschreven wordt, betreft het effect van een interventie om meeroken te voorkomen bij kinderen van Spaanstalige ouders Woodruff et al. (2007) . Deze interventie bestaat uit vier activiteiten die een periode van vijf weken plaats vinden.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
1. 2. 3. 4.
26
Activiteit 1- face to face huisbezoek Activiteit 2 – mailing Activiteit 3 – telefonisch contact Activiteit 4 - mailing
Voorafgaand aan het huisbezoek wordt een haarsample van het kind genomen en wordt het nicotinegehalte gemeten. Huisbezoek Het huisbezoek heeft als doel de ouders realistische doelen te laten stellen om het meeroken van hun kind te voorkomen. Tijdens het huisbezoek wordt de uitslag van de nicotinemeting besproken: in dit geval zijn daar drie soorten feedback sheets opgesteld: (1) een vergelijkende grafiek, waarin het nicotinegehalte werd afgezet tegen dat van andere deelnemende kinderen, kinderen van ouders die niet roken en kinderen die wel worden blootgesteld aan rook, maar waarvan de ouders niet roken, (2) een simpele grafiek, waarin wordt aangegeven hoe ernstig het nicotinegehalte van het kind is met minimaal, significant en ernstig, of (3) een geschreven brief. Een vrouwelijke “promotor” gebruikt bij het bespreken van de feedback de instructie die bij elke feedbackvorm geschreven is (zie bijlage E). Hierbij horen bij alle counseling versies de volgende stappen: • Geef de deelnemer de kaart met interventiebeschrijving. • Presenteer en interpreteer de feedback van de feedback sheet. • Bespreek de factsheet over tabak. • Geef de deelnemer de folder “Senales de Humo”. • Vul de Donde esta el Humo worksheet in: deze worksheet helpt bij het identificeren van de settings waarin, de tijden van de dag waarop, en de activiteiten waarbij het kind blootgesteld wordt aan tabaksrook in huis of in de auto. • Vraag hoeveel sigaretten de deelnemer op dit moment rookt en geef ideeën hoe hij/zij het meeroken van het kind kan verminderen. Aan het einde van het huisbezoek wordt de feedback sheet, een factsheet over tabak, een magneet, het visitekaartje van de ‘promotor” en een thermosfles bij de ouders achtergelaten. Mailings De feedback wordt in de mailing nogmaals gegeven maar dan (ivm het onderzoek) in afwisselende versies van de feedback. Telefonisch contact Het telefonische contact (in de vierde week van de interventie) is gericht op de sociale steun aan de ouder(s). In dit gesprek herinnert de interventiecoördinator de ouders van het nicotinegehalte in het haar van het kind, vraagt naar de voortgang en moeilijkheden, bekrachtigt de voortgang en moedigt aan om nieuwe doelen te stellen indien de vorige doelen niet gehaald zijn.
5.3
Boekenpret In Nederland is ook een programma ontwikkeld, getiteld Boekenpret, om het voorlezen te stimuleren. Boekenpret is een leesbevorderingproject voor de voorschoolse periode, dus voor kinderen van 0 tot 6 jaar. De achtergrond van Boekenpret heeft 4
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
27
doelstellingen: 1. Verbetering van de materiele leesomgeving van het kind, 2. Opvoeders bewust maken van het belang van lezen, 3. De kwaliteit van interacties tussen opvoeder en kind verhogen, 4. Het leesgedrag van de opvoeders positief beïnvloeden. Alle 4 de doelstellingen moeten leiden tot een betere leescultuur die jonge kinderen omgeeft. De focus van deze doelstellingen ligt op attitude en gedragsaspecten van de opvoeders. Het eigen leesplezier van ouders, het belang dat zij hechten aan lezen en hierdoor het leesklimaat dat zij thuis scheppen heeft een significante relatie met de taalvaardigheid en geletterde vaardigheden van kinderen. Boekenpret is vooral gericht op autochtone en allochtone gezinnen waar weinig aandacht is voor (voor) lezen. Ouders van kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar worden via de beroepskrachten, verbonden aan instellingen voor kinderopvang, bibliotheken en scholen, gestimuleerd om thuis voor te lezen. Leren om interactief voor te lezen heeft dan ook een centrale plaats in het programma Boekenpret. Daarnaast krijgen ouders veel praktische tips, zoals hoe ze thuis voorleesroutines kunnen opbouwen en waar ze geschikte boeken voor hun kind kunnen vinden, bijvoorbeeld bij de bibliotheek. Het programma bestaat onder andere uit een tippenboek voor ouders, voorleesboekjes, een boekenbeer, speelontdekboeken en een handleiding voor organisaties die met boekenpret gaan werken. Op dit moment wordt Boekenpret gebruikt door bibliotheken, kinderopvang en ook door consultatiebureaus. Een locatie is pas een Boekenpretlocatie als voldaan is/wordt aan de volgende zes basisvoorwaarden: 1. er scholing aan de professionals plaatsvindt 2. ouders voorlichting over doelstellingen Boekenpret ontvangen 3. de centrum-gezin-centrum gerichte aanpak is gekozen 4. per leeftijdsgroep de herkenbare materialen van Boekenpret gebruikt worden 5. de jeugdbibliotheek een duidelijke rol heeft 6. er een doorgaande lijn middels samenwerking tussen tenminste twee organisaties (consultatiebureaus , speelzalen, basisscholen, bibliotheek) voor verschillende leeftijdsniveaus (baby, peuter, kleuter) tot stand is gekomen. Boekenpretwijkverpleegkundigen In het onderzoek van Bos (2002) zijn wijkverpleegkundigen ingezet bij de uitvoering van de activiteiten van Boekenpret ten behoeve van 0 tot 2-jarigen. Voor dit onderzoek zijn er vier wijkverpleegkundigen uit één JGZ-organisatie opgeleid tot Boekenpretwijkverpleegkundigen. De begeleiding c.q. scholing bestaat uit bijeenkomsten bij de JGZ-organisatie met lijnfunctionarissen en met leesconsulenten 06 jarigen. Deze bijeenkomsten worden ongeveer elke twee maanden georganiseerd binnen de JGZ-organisatie. Daarnaast worden de wijkverpleegkundigen begeleid door middel van Video-Interactie Begeleiding. Dit betekent dat een video-opname gemaakt wordt van een huisbezoek in een Boekenpretgezin. Deze opname wordt vervolgens tijdens een groepsbijeenkomst nabesproken. Voor de Somalische en Marokkaanse Boekenpretgezinnen in deze regio is een speciaal hiervoor opgeleide Marokaanse buurtmoeder ingezet. Dit bleek echter niet helemaal naar wens te verlopen en daarom is een medewerker Eigen Taal en Cultuur opgeleid om deze gezinnen te begeleiden.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
28
Huisbezoeken Boekenpretgezinnen worden door de wijkverpleegkundigen geselecteerd als zij direct na de geboorte van een kind bij het gezin thuis komen. Een gezin is geschikt om deel te nemen aan het project als het beantwoordt aan de selectiecriteria voor Boekenpret. Gedurende het eerste jaar krijgen de Boekenpretgezinnen ongeveer iedere twee weken bezoek van de wijkverpleegkundige. Tijdens de huisbezoeken krijgt ieder gezin een aantal babyboekjes en cassettebandjes (nu cd’s) met kinderliedjes, die aansluiten bij de inhoud van het Opgroeiboek. Het Opgroeiboek is een werkboek voor ouders ter ondersteuning van het voorlezen thuis. Het Opgroeiboek bestaat uit vier delen. De eerste drie delen zijn gericht op ouders van 0-2 jarigen en het laatste deel op ouders van 2 tot 4 jarigen. Het eerste deel is gericht op de moeder en op de wijze waarop zij kan inspelen op haar kind. Het tweede deel is al wat meer op het kind gericht. Ouders krijgen hierin suggesties om op een speelse manier met hun baby om te gaan door samen te zingen, te spelen, te praten en voor te lezen. In deel 3 ligt de nadruk meer op boekjes en voorlezen en in deel 4 op de interacties tussen moeder en kind aan de hand van liedjes, spelletjes en vooral voorlezen. Groepsbijeenkomsten Naast huisbezoeken worden er om de paar maanden groepsbijeenkomsten op het consultatiebureau georganiseerd. Deze worden verzorgd door de Openbare Bibliotheek van de regio. In het tweede jaar worden de ouders en hun kinderen alleen begeleid door middel van groepsbijeenkomsten (georganiseerd door de bibliotheek). Vervolgens wordt de doorgaande lijn gewaarborgd door peuterspeelzalen en groep één en twee van de basisscholen. In een eerder onderzoek naar Boekenpret in deze regio zijn al een aantal aanbevelingen gemaakt voor verbetering van Boekenpret. Deze zijn in het onderzoek van Bos (2002) meegenomen. Een aantal belangrijke aanbevelingen waren: • Het versoepelen van de selectie van de doelgroep. • Het peilen van de motivatie van de ouders. • Het aanpassen van de scholing: meer aandacht voor de vertaling van de theorie naar de praktijk. Dit is gedaan door invoeren va video-interactie begeleiding.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
29
Literatuurlijst ALBRIGHT CL, PRUITT L, CASTRO C, GONZALEZ A, WOO S, KING AC. Modifying physical activity in a multiethnic sample of low-income women: oneyear results from the IMPACT (Increasing Motivation for Physical ACTivity) project. Ann Behav Med 2005;30(3):191-200. APSLER R, FORMICA SW, ROSENTHAL AF, ROBINSON K. Increases in booster seat use among children of low income families and variation with age. Inj Prev 2003;9(4):322-5. ARBORELIUS E, NYBERG K. How should midwives discuss smoking behaviour in pregnancy with women of low educational attainment? Midwifery 1997 ;13(4):210-5. ATKINSON NL, BILLING AS, DESMOND SM, GOLD RS, TOURNAS-HARDT A. Assessment of the nutrition and physical activity education needs of low-income, rural mothers: can technology play a role? J Community Health 2007;32(4):245-67 BALA M, STRZESZYNSKI L, CAHILL K. Mass media interventions for smoking cessation in adults (Review). Cochrane Database of Systematic Reviews 2008, Issue 1. Art. No.:CD004704. BOS JPMJ. Boekenpret opgegroeid?! Een effect- en evaluatieonderzoek van Boekenpret Tilburg in 2000, het verschil met Boekenpret 1997 en de Boekenpretgezinnen van 1997 anno 2001. Scriptie doctoraal examen in de pedagogische wetenschappen en de Nederlands taal- en letterkunde. Universiteit Nijmegen, 2002. BROEKE A ten. The effect of role and indirectness on the perceived face threat and perceived persuasiveness of anit-obesity messages. Master thesis, University of Twente, 2006. BROWN R, BRATTON SL, CABANA MD, KACIROTI N, CLARK NM. Physician asthma education program improves outcomes for children of low-income families. Chest 2004;126(2):369-74.
BROWN RM, CANHAM D, CURETON VY. An oral health education program for Latino immigrant parents. J School Nurs 2005;21(5):266-71. BROWNER CH, PRELORAN M, PRESS NA. The effects of ethnicity, education and an informational video on pregnant women's knowledge and decisions about a prenatal diagnostic screening test. Patient Educ Couns 1996;27(2):135-46. BULLER DB, BURGOON M, HALL JR, LEVINE N, TAYLOR AM, BEACH BH, MELCHER C, BULLER MK, BOWEN SL, HUNSAKER FG, BERGEN A. Using language intensity to increase the success of a family intervention to protect children from ultraviolet radiation: predictions from language expectancy theory. Prev Med 2000;30(2):103-13.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
30
CAMPBELL FA, GOLDMAN BD, BOCCIA ML, SKINNER M. The effect of format modifications and reading comprehension on recall of informed consent information by low-income parents: a comparison of print, video, and computerbased presentations. Patient Educ Couns 2004;53(2):205-16. CHAMPION VL, SPRINGSTON JK, ZOLLINGER TW, SAYWELL RM JR, MONAHAN PO, ZHAO Q, RUSSELL KM. Comparison of three interventions to increase mammography screening in low income African American women. Cancer Detect Prev 2006;30(6):535-44. CHEN YC, CHIANG LC. Effectiveness of hand-washing teaching programs for families of children in paediatric intensive care units. J Clin Nurs 2007;16(6):11739. CHOI J, STARREN JB, BAKKEN S. Web-based educational resources for low literacy families in the NICU. AMIA Annu Symp Proc 2005;922. COHALL AT, COHALL R, DYE B, DINI S, VAUGHAN RD. Parents of urban adolescents in Harlem, New York, and the Internet: a cross-sectional survey on preferred resources for health information. J Med Internet Res 2004 Dec 3;6(4):e43. COOK DG, STRACHAN DP. Health effects of passive smoking -10: summary of effects of parental smoking on the respiratory health of children and implications for research. Thorax 1999;54:357-66. CRONE MR, REIJNEVELD SA, WILLEMSEN MC, SING RA. Parental education on passive smoking in infancy does work. Eur J Public Health 2003 ;13(3):269-74. EHIRI JE, EJERE HO, HAZEN AE, EMUSU D, KING WD, OSBERG SJ. Interventions to increase children's booster seat use: a review. Am J Prev Med 2006 ;31(2):185-92. EMMONS KM, HAMMOND SK, FAVA JL, VELICER WF, EVANS JL, MONROE AD. A randomized trial to reduce passive smoke exposure in lowincome households with young children. Pediatrics 2001;108(1):18-24. FISHER EB, STRUNK RC, SUSSMAN LK, SYKES RK, WALKER MS. Community organization to reduce the need for acute care for asthma among African American children in low-income neighborhoods: the Neighborhood Asthma Coalition. Pediatrics 2004;114(1):116-23. FITZGIBBON ML, STOLLEY MR, AVELLONE ME, SUGERMAN S, CHAVEZ N. Involving parents in cancer risk reduction: a program for Hispanic American families. Health Psychol 1996;15(6):413-22. FOSSUM B, ARBORELIUS E, BREMBERG S. Evaluation of a counseling method for the prevention of child exposure to tobacco smoke: an example of client-centered communication. Prev Med 2004;38(3):295-301.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
31
FOWLES ER, HENDRICKS JA, WALKER LO. Identifying healthy eating strategies in low-income pregnant women: applying a positive deviance model. Health Care Women Int 2005;26(9):807-20. GAGNON F, CATELLIER P, ARTEAU-GAUTHIER I, SIMARD-TREMBLAY E, LEPAGE-SAUCIER M, PARADIS-ROBERT N, MICHEL J, LAVALLIERE A. Compliance with fluoride supplements provided by a dental hygienist in homes of low-income parents of preschool children in Quebec. J Public Health Dent 2007;67(1):60-3. GARVEY C, JULION W, FOGG L, KRATOVIL A, GROSS D. Measuring participation in a prevention trial with parents of young children. Res Nurs Health 2006;29(3):212-22. GIELEN AC, MCKENZIE LB, MCDONALD EM, SHIELDS WC, WANG MC, CHENG YJ, WEAVER NL, WALKER AR. Using a computer kiosk to promote child safety: results of a randomized, controlled trial in an urban pediatric emergency department. Pediatrics 2007;120(2):330-9. GITTELMAN MA, POMERANTZ WJ, LAURENCE S. An emergency department intervention to increase booster seat use for lower socioeconomic families. Acad Emerg Med 2006;13(4)396-400. HAES WFM de, VAANDRAGER L. Bevorderen van gezond gedrag bij lage SESgroepen. In: STRONKS K, HULSHOF J, redactie. De kloof verkleinen: theorie en praktijk van de strijd tegen sociaal-economische gezondheidsverschillen. Assen: Van Gorcum, 2001.
HANRAHAN-CAHUZAK M. Mum to Mum. An evaluation of a community-based health promotion programme for first-time mothers in the Netherlands. Proefschrift Wageningen Universiteit, 2002 HARTLEY BM, O'CONNOR ME. Evaluation of the 'Best Start' breast-feeding education program. Arch Pediatr Adolesc Med 1996;150(8):868-71. HENDRICKSON SG. Reaching an underserved population with a randomly assigned home safety intervention. Inj Prev 2005t;11(5):313-7. HORODYNSKI MA, STOMMEL M. Nutrition education aimed at toddlers: an intervention study. Pediatr Nurs 2005;31(5):364, 367-72. Erratum in: Pediatr Nurs 2006;32(1):96. HOVELL MF, ZAKARIAN JM, MATT GE, HOFSTETTER CR, BERNERT JT, PIRKLE J. Effect of counselling mothers on their children's exposure to environmental tobacco smoke: randomised controlled trial. BMJ 2000 5;321(7257):337-42. HYMOWITZ N, SCHWAB J, HADDOCK CK, PYLE S, MESHBERG S. The pediatric resident training on tobacco project: interim findings. J Nat Med ASS 2006;98(2):190-203.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
32
ISMAIL AI. Prevention of early childhood caries. Community Dent Oral Epidemiol 1998;26(1 Suppl):49-61. KELLY NR, HUFFMAN LC, MENDOZA FS, ROBINSON TN. Effects of a videotape to increase use of poison control centers by low-income and Spanishspeaking families: a randomized, controlled trial. Pediatrics 2003;111(1):21-6. KIND T, HUANG ZJ, FARR D, POMERANTZ KL. Internet and computer access and use for health information in an underserved community. Ambul Pediatr 2005 ;5(2):117-21. KOWASH MB, PINFIELD A, SMITH J, CURZON ME. Effectiveness on oral health of a long-term health education programme for mothers with young children. Br Dent J 2000;188(4):201-5. LASHUAY N, TJOA T, ZUNIGA DE NUNCIO ML, FRANKLIN M, ELDER J, JONES M. Exposure to immunization media messages among African American parents. Prev Med 2000;31(5):522-8. LOCARD E, MAMELLE N, MUNOZ F, REMONTET L, CAVELIER R, LAFONT S. Is it possible to improve sleep in children? A research on health education in nursery schools. Arch Pediatr 1997;4(12):1247-54 LU MC, LANGE L, SLUSSER W, HAMILTON J, HALFON N. Provider encouragement of breast-feeding: evidence from a national survey. Obstet Gynecol 2001;97(2):290-5. MARTIGNON S, GONZÁLEZ MC, SANTAMARÍA RM, JÁCOME-LIÉVANO S, MUÑOZ Y, MORENO P. Oral-health workshop targeted at 0-5-yr. old deprived children's parents and caregivers: effect on knowledge and practices. J Clin Pediatr Dent 2006;31(2):104-8. MARTIN M, HOLDEN J, CHEN Z, QUINLAN K. Child passenger safety for inner-city Latinos: new approaches from the community. Inj Prev 2006 Apr;12(2):99-104. NIEDERDEPPE J, FIORE MC, BAKER TB, SMITH SS. Am J Public Health 2008; 98(5): 916-24. NOAR SM, BENAC CN, HARRIS MS. Does tailoring matter? Meta-analytic review of tailored print health behavior change interventions. Psychol Bull 2007;133(4) 673-693. PERCIVAL J. Smoking: tackling the silent epidemic. J Fam Health Care 2007;17(4):109-10. PERCY MS, MCINTYRE L. Using Touchpoints to promote parental selfcompetence in low-income, minority, pregnant, and parenting teen mothers. J Pediatr Nurs 2001;16(3):180-6.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
33
POLIVKA BJ. Needs assessment and intervention strategies to reduce leadpoisoning risk among low-income Ohio toddlers. Public Health Nurs 2006 ;23(1):52-8. PORR C, DRUMMOND J, RICHTER S. Health literacy as an empowerment tool for low-income mothers. Fam Community Health 2006;29(4):328-35. POWELL EC, TANZ RR, UYEDA A, GAFFNEY MB, SHEEHAN KM. Injury prevention education using pictorial information. Pediatrics 2000;105(1):e16. RAY BJ, METCALF SC, FRANCO SM, MITCHELL CK. Infant sleep position instruction and parental practice: comparison of a private pediatric office and an inner-city clinic. Pediatrics 1997;99(5):E12. REVELLE G, REARDON E, MAYS GREEN M, BETANCOURT J, KOTLER J. The use of mobile phones to support children’s literacy learning. Persuasive 2007; lncs 4744:253-8. ROBINSON TN, KRAEMER HC, MATHESON DM, OBARZANEK E, WILSON DM, HASKELL WL, PRUITT LA, THOMPSON NS, HAYDEL KF, FUJIMOTO M, VARADY A, MCCARTHY S, WATANABE C, KILLEN JD. Stanford GEMS phase 2 obesity prevention trial for low-income African-American girls: design and sample baseline characteristics. Contemp Clin Trials 2008;29(1):56-69. Epub 2007 May 25. SCHWARTZ L, HOWLAND MA, MERCURIO-ZAPPALA M, HOFFMAN RS. The use of focus groups to plan poison prevention education programs for lowincome populations. Health Promot Pract 2003;4(3):340-6. SCIACCA JP, DUBE DA, PHIPPS BL, RATLIFF MI. A breast feeding education and promotion program: effects on knowledge, attitudes, and support for breast feeding. J Community Health 1995;20(6):473-90. SERWINT JR, WILSON ME, VOGELHUT JW, REPKE JT, SEIDEL HM. A randomized controlled trial of prenatal pediatric visits for urban, low-income families. Pediatrics 1996;98(6 Pt 1):1069-75. SPITTAELS H, DE BOURDEAUDHUIJ I. Who participates in a computer-tailored physical activity program delivered through the Internet? A comparison of participants' and non-participants' characteristics. Int J Behav Nutr Phys Act 2007 19;4:39. TAVERAS EM, LAPELLE N, GUPTA RS, FINKELSTEIN JA. Planning for health promotion in low-income preschool child care settings: focus groups of parents and child care providers. Ambul Pediatr 2006;6(6):342-6. TRIFILETTI LB, SHIELDS WC, MCDONALD EM, WALKER AR, GIELEN AC. Development of injury prevention materials for people with low literacy skills. Patient. Educ Couns 2006;64(1-3):119-27.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
34
VINEIS P, RONCO G, CICCONE G, VERNERO E, TROIA B, D'INCALCI T, GOGLIANI F. Prevention of exposure of young children to parental tobacco smoke: effectiveness of an educational program. Tumori 1993;79(3)183-186. WAKEFIELD MA, CHALOUPKA FJ, KAUFMAN NJ, ORLEANS CT, BARKER DC, RUEL EE. Effect of restrictions on smoking at home, at school, and in public places on teenage smoking: cross sectional study. BMJ 2000;321:333-7. WAKEFIELD M, BANHAM D, MCCAUL K, MARTIN J, RUFFIN R, BADCOCK N, ROBERTS L. Effect of feedback regarding urinary cotinine and brief tailored advice on home smoking restrictions among low-income parents of children with asthma: a controlled trial. Prev Med 2002;34(1):58-65. WENNHALL I, MÅRTENSSON EM, SJUNNESSON I, MATSSON L, SCHRÖDER U, TWETMAN S. Caries-preventive effect of an oral health program for preschool children in a low socio-economic, multicultural area in Sweden: results after one year. Acta Odontol Scand 2005;63(3):163-7. WETTER DW, MAZAS C, DAZA P, NGUYEN L, FOULADI RT, LI Y, COFTAWOERPEL L. Reaching and treating Spanish-speaking smokers through the National Cancer Institute's Cancer Information Service: a randomized controlled trial. Cancer 2007;109(2 Suppl):406-13. WHO Division of Noncommunicable diseases. Tobacco free initiative: international consultation on environmental tobacco smoke and child health. WHO report on tobacco smoke and child health 1999. www.ash.org/who-ets-rpt.html. WHO, 1999 WILLIAMSON DL, DRUMMOND J. Enhancing low-income parents' capacities to promote their children's health: education is not enough. Public Health Nurs 2000 17(2):121-31. WILSON FL, BROWN DL, STEPHENS-FERRIS M. Can easy-to-read immunization information increase knowledge in urban low-income mothers? J Pediatr Nurs 2006;21(1):4-12. WINICKOFF JP, HILLIS VJ, PALFREY JS, PERRIN JM, RIGOTTI NA. A smoking cessation intervention for parents of children who are hospitalized for respiratory illness: the stop tobacco outreach program. Pediatrics 2003;111(1):1405. WINICKOFF JP, MCMILLEN RC, CARROLL BC, KLEIN JD, RIGOTTI NA, TANSKI SE, WEITZMAN M. Addressing parental smoking in pediatrics and family practice: a national survey of parents. Pediatrics 2003;112(5):1146-51. WINSTON FK, ERKOBONI D, XIE D. Identifying interventions that promote beltpositioning booster seat use for parents with low educational attainment. J Trauma 2007;63(3 Suppl):S29-38. WINZENBERG TM, OLDENBURG B, FRENDIN S, WIT L de, JONES G. A mother-based intervention trial for osteoporosis prevention in children. Prev Med 2006;42(1):21-6.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
35
WOODRUFF SI, CONWAY TL, ELDER JP, HOVELL MF. Pilot study using hair nicotine feedback to reduce Latino children’s environmental tobacco smoke exposure. Am J Health Promot 2007;22(2):93-7. YILMAZ G, KARACAN C, YÖNEY A, YILMAZ T. Brief intervention on maternal smoking: a randomized controlled trial. Child Care Health Dev 2006 32(1):73-9.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
36
A
kind (tussen 211 jaar) blootstellen aan meer dan 6 sigaretten per week.
Feedback van
nicotine in het
haar van het
kind,
counselsessies
en tips werden
2
roken en hun
design.
giftige (2) kinderstoel
maanden).
rapport.
opbergen van producten,
Ouders van
veiligheids-
(1) het veilig
(4-66
families.
afhankelijk van
van:
Het vergroten
huis.
kinderen in
meeroken van
van het
verminderen
Het
Doelstelling
jongen kinderen
stedelijke
setting/situatie
Laag inkomen,
1. Persoonlijk,
Gielen et
al., 2007
gegeven.
ouders die
Spaanstalige
Eén groep,
post- pretest
Woodruff
et al., 2007
Doelgroep
1
Interventie
Titel
Nr
Preventieprogramma’s
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Interme-
turele
multicul-
tweetalig /
uit. Een
interventie
voerde de
promotor
lijke
Vrouwe-
diair
minuten durende beoordeling.
Beide groepen kregen aan het einde een 12
persoonlijk veiligheidsrapport genereert.
1. Een vragenlijst op de computer die een
voorkeur voor feedback gemeten.
Ook werd met een korte vragenlijst de
werd er weer een haarmonster afgenomen).
tweetalige techneut werd afgenomen (ook
kinderen.
hulp voor
van de eerste
wachtkamer
viewers.
en besproken hadden waren
die het hele rapport gelezen
veiligheid. Lage SES ouders
giftige stoffen en totale
brandalarm, het opbergen van
blinde inter-
kennis over gebruik van
1. Deze groep had meer
grafiek het best.
ouders de vergelijkende
gewaardeerd, al vonden
feedback manieren werden
was verminderd. Alle drie de
meerookt in huis drastisch
de mate waarin het kind
haarmonsters was te zien dat
en de uitslag van de
Uit het verslag van de ouders
Effect
recruiter /
Studie
ouders gebeld voor extra steun. De posttest
in een
pretest.
feedback werd gemaild. Tussentijds werden was een vragenlijst die thuis door een
deed de post- en
simpele grafiek en geschreven brief. Deze
techneut
Computerkiosk
Thuis
Setting / Plaats
feedback sheets: vergelijkende grafiek,
De uitslag van het haar werd verwerkt in de
hoe het meeroken te verminderen en tips.
kind onderzocht en kregen ze counseling
In het eerste bezoek werd het haar van het
ouder-kind koppels geworven.
gemeenschapscentra in San Diego hebben
Projectmedewerkers van
kregen $30 voor deelname.
De interventie duurde 13 weken en ouders
Methode/strategie
Onder-
kind.
voor het
-regelen
heidsmaat
Veilig-
omgeving
thuis-
in hun
kinderen
van
Meeroken
werp
2. Er wordt een presentatie gehouden over
ouders voordat zij de intensive care opgaan (naar hun kind).
voorlichtings-
programma en
discussie/
mogelijkheid
tot vragen
2007
4
belang van elke handeling.
wassen van
een
Chiang,
Pediatric
Verpleeg-
en tussen 18-21 maanden (V3). Elk bezoek duurt 40 minuten. Bij elk bezoek werden er verschillende folders gelezen en besproken met de ouders. De ouders krijgen een flesje floride met instructies hoe vaak deze toe te
houden aan het geven van fluoridesupplementen aan hun kinderen.
een laag inkomen.
thuisbezoeken.
ouders zich
maanden(V1), tussen 12-15 maanden (V2)
deelname 3x op thuisbezoek; tussen 6-9
hun mondhygiëniste. Deze kwam bij
kinderen met
design; 3
mate waarin
kleuterschool-
measures
Ouders werden gevraagd mee te doen door
al., 2007
Meten van de
video.
een poster met dezelfde informatie als op de
ingegaan op definities en de mate van
om handen te wassen, waarbij wordt
Repeated
Ouders van
van handen
Gagnon et
illustratie.
2. Poster met
verpleegster.
stellen aan een
algemeen.
situaties in het
veiligheids-
+rapport over
Thuisbezoeken
units (PICU)
intensive care
hygiëniste
Mond-
het PICU.
sters in
geven.
dagelijks de supplementen te
48% van de ouders gaf aan
ouders wel de supplementen.
bezoeken gaf 73% van de
supplementen. Na de 3
ouders hun kind fluoride
Op V1 gaf geen van de
video hadden gezien.
toegenomen in families die de
van handen wassen was
De mate van en de manier
was groter in de videogroep.
positief effect zien, maar deze
Beide groepen lieten een
voor bij de hoge SES ouders.
vragenlijst
stoel gebruik kwam vaker
producten veilig op te bergen
Meer geneigd om giftige
Effect
groep krijgt een
1. De video laat meerdere technieken zien
Intermediair
2. Controle-
Het bevorderen
Setting / Plaats
dan controlegroep. Veilige
Geen lage SES.
1. Video met
Chen &
Methode/strategie
interview
brandalarm.
Gebruik (3) van
Doelstelling
3
N=901
Follow-up:
telefonisch
Doelgroep
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Onder-
inname.
ment-
supple-
Fluoride-
kinderen.
care voor
intensive
van een
betreden
voor het
wassen
Handen
werp
helft onder armoedegrens.
interventie via
inkomes en 50% van de
stimuleren.
zijn.
goed educatief instrument kan
wijze de mobiele telefoon een
75% geloofde ook dat op deze
het leren van letters. Volgens
de video’s over het alfabet bij
gemiddelde inkomens hielpen
Volgens 75% van de lage
Voor bijna alle kinderen was gemakkelijk te gebruiken.
het alfabet besproken.
hun kinderen te
letter geluid activiteiten.
en lage inkomens deden vaker
de geletterdheid
werden in die berichten drie à vier letters uit
overtuigt om
letterherkenningsactiviteiten
inkomens initeerden vaker
Deelnemers in hoog en laag
tussen 17 en 19 uur.
kijken zijn er ’s ochtends en
weekend bekeken. Pieken van
doordeweeks dan in het
Materialen werden vaker
betrokkenheid werkt.
persoonlijke professionele
in combinatie met
financiële en fysieke barrières
Het verwijderen van
Effect
de mobiele telefoon
te leiden. Gedurende 8 weken. Elke week
aanmoedigt en
Intermediair
activiteiten die
om ouders naar de audio en videoberichten
ouders
Thuis
Setting / Plaats
betrekken in
maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag
telefoons
telefoon.
SMS werden gestuurd om 7:00 uur op
mobiele
kinderen.
audioberichten voor kinderen en video voor
SMS, audiobericthen voor ouders,
telefoon met video mogelijkheid.
Ouders die meededen ontvingen een
dienen aan hun kinderen.
Methode/strategie
mobiele
materialen via
educatieve
Sesamstraat
4 jaar voor de
voorlees-
bevorderende
Nagaan of het
Doelstelling
verspreiden van
kregen
al., 2007
Ouders van
Doelgroep
kinderen van 3-
1 Ouders
Revelle et
5
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Onderwerp
rokers met een heel lage SES.
werden rokers
overgehaald te
‘feiten en advies om te stoppen met roken’, ‘Jij kan stoppen met roken’, en ‘ Kanker
roken’ dienst van de CIS. 2. Evalueren van de doelmatigheid van de op cultuur
‘stoppen met
roken’
counseling
2. Adios
klinische trial;
a. Standaard
advies/coun-
telefoongesprekken, 1 (16min), 2 (15min) en 4 (14min) weken na het eerste tel.gesprek met de CIS. Inhoud: Praktische counseling, sociale steun, coping strategieën, cultureel op maat gemaakt.
gedragsbehandeling van de CIS onder Spaanstalige rokers.
advies/counseli
ng (EC).
media thuis bezorgd.
nulmeting telefonisch afgenomen.
verschillende
werden via
interventies
Beide
Adios.
te doen aan
gevraagd mee
werden
roken’ dienst
‘stoppen met
CIS voor de
belden naar de
2. Mensen die
Service (CIS).
Informatie
Kanker
de Nationale
verzorgd door
betaalde T.V.
ging d.m.v.
1. De werving
Setting / Plaats
Een follow-up werd 5 en 12 weken na de
b. EC: SC + 3 pro-actieve
feiten’ werden gemaild.
gebaseerd, pro-actieve
seling (SC)
b. Uitgebreid
zoals ‘handboek om te stoppen met roken’,
CIS + zelf hulp materialen in het Spaans,
afgenomen bij het telefoongesprek naar de
a. SC: een counselsessie die ook werd
nulmeting afgenomen.
mondelinge ‘informed consent’ en een
2. Een week na toezegging werden
‘stoppen met
CIS voor
naar de CIS te vergroten.
achternamen, is getracht het aantal belletjes
e-mails naar families met Spaanse
1. Via radio, kranten, televisie en directe
Methode/strategie
Spaanstalige
van een
van het bereik
1. Het vergroten
Doelstelling
bellen naar de
Spaanstalige
1. Via T.V
Wetter et
al., 2007
Doelgroep
6
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Interme-
-ers.
onderzoek
de
de CIS en
lors van
Counse-
2.
e-mails.
kranten en
radio,
zoals T.V,
media,
Betaalde
1.
diair
van roken.
het gebied van onthouding
resultaten zien dan de SC op
2. ??? De EC liet betere
ging van 0.39 naar 17,8.
de CIS ontving in een maand
1. Het aantal telefoontjes dat
Effect
Onder-
lage SES.
een zeer
groep met
talige
Spaans-
ventie bij
inter-
met roken
Stoppen
werp
in lage SES wijken.
2. Voorlichting
/ training
3. Voorlichting
/ training en
gratis
&
Laurence,
2006
8
de eerste hulp
groep
Het vinden van
- Multi diensten centra in een `midwestern’ city - op een
3. Vrouwen deden een interactief touchscreen programma (20-40 min.) dat op maat gemaakt was (naar de individuele ideeën en gedachten over mammografie) voor de deelneemster.
vrouwen.
kanalen:
meerdere
verliep via
De werving
aangemoedigd om zich te laten screenen.
doelgroep waarin vrouwen worden
2. Een video (20 min.) toegespitst op de
buurt.
buurt.
achtergestelde
mammografie-
mogelijkheden voor screening bij hun in de
laten screenen en ze krijgen een lijst met
promoten bij
maat gemaakt
routinematige
methoden om
centra in de
Gezondheids-
de computer.
inkomen.
3. Interactief op
Vrouwen worden aangemoedigd om zich te
1. Flyers werden per e-mail verstuurd.
programma via
een laag
gevoelige video
effectieve
screening te
vrouwen met
2. Cultuur-
maand na aanvang.
techneuten
specialisten /
kinderstoel
Officiële
Setting / Plaats
instructie
Americaanse
1. Flyer, folder
Champion
et al., 2006
ervan. Follow-up vond telefonisch plaats een
met een gratis kinderstoel, die tevens op de juiste manier wordt bevestigd in de auto.
installatie
correcte gebruik ervan.
het belang van de kinderstoel en het
m.b.v. hand-outs en een video met info over
door een officiële autostoelentechneut.
2. Voorlichting / instructie van vijf minuten
instructie.
1. Controlegroep; standaard ontslag
Methode/strategie
3. Zelfde voorlichting als in 2, maar dan
Africaans-
voorlichting.
kinderstoel
meten van
Effectiviteit
Doelstelling
kinderstoel en
langskomen op
de 4-7 jaar die
kinderen tussen
Families met
1. Controle-
Gittelman,
Pomerantz,
Doelgroep
7
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Interme-
centra.
heids-
gezond-
van
werkers
mede-
Project-
centre)
trauma
level 1
ment,
cy depart-
(emergen-
hulp
Eerste
diair
papier of video.
dan doelgerichte berichten op
interventies zijn effectiever
Op maat gemaakte
toewijding aan mammografie.
effectief in het verkrijgen van
programma was het meest
gemaakte instructie-
Het interactieve op maat
juiste wijze.
later de kinderstoel op de
groep 3 gebruikt een maand
98,2% van de families in
tussen groep 1 en 2.
groep. Er was geen verschil
significant beter in de 3de
Kinderstoelgebruik was
Effect
Onder-
screening
grafie-
Mammo-
gebruik
stoel-
Kinder-
werp
16 jaar.
stoppen met
10
kind onder de
interventie; Een
Ouders met
2. Risico’s voor de moeder werden
1. Risico’s voor het kind werden uitgelegd
ter bevordering van
5 jaar met een laag inkomen in
2. Controle
groep;
et al., 2006
een workshop
kinderen van 0-
1. Testgroep;
krijgen beide groepen een tandplak
omtrent mondgezondheid. In de tweede fase
vragenlijst over kennis en gewoontes
Beide groepen krijgen in de eerste fase een
centra
getrainde
door
onderzoek
was: status van roken (verandering van plek
groep.
Martignon
telefonisch interview. De uitkomst maat
3.Controle
en kennis).
stoppen met roken moet
werden de moeders gebeld voor een
de moeder.
bij de controlegroep. Ook
kinderen van de testgroep dan
werden gevonden bij de
Lagere tandplakscores
van het kind
risico’s voor de gezondheid
vooral gebaseerd zijn op de
Educatie voor moeders hoe te
verbetering van kennis).
interventiegroep (ook
het grootste in de Kind-
controle moeders. Dit effect is
gekozen om te roken dan de
vaker een andere plek
niet konden stoppen, hebben
in de interventie groepen, die
in de controle groep. Moeders
met roken na 6 maanden dan
waren meer moeders gestopt
In beide interventiegroepen
Follow-up: 6 maanden na interventie
Tandplak-
ster
Verpleeg-
Effect
gezondheid van
Dag ‘care’
Ankara Turkije
ziekenhuis,
centre; kinder-
Tertiary refferal
- kerken.
laag inkomen
mensen met een
Intermediair
gevaren voor de
Het effect van
roken.
2. Een stoppen
werd gegeven.
het stoppen met
het kind.
stoppen met roken’ boekje.
gericht op de
invloed is op
gezondheid van
kreeg de groep een schriftelijk ‘hoe te
over de gezondheidsrisico’s van roken en
kreeg de hele groep 10 min. voorlichting
Voordat de interventie groepen begonnen
inclusie.
een vragenlijst voor de nulmeting en
3. Algemene persoonlijke gezondheidsinfo
de moeder van
gevaren voor de
medische
interventie.
interventie,
gezondheid van
gericht op de
- een algemene
interventie en time 3 6 maanden na de
uitgelegd
het kind i.t.t.
interventie,
doelgroep
nulmeting, time 2 een maand na de
Na controle van het kind kreeg de moeder
congres voor de
3 metingen worden verricht: time 1 op de
kliniek voor
Setting / Plaats
Methode/strategie
met roken
gezondheid van
gericht op de
interventies
Vaststellen of
Doelstelling
roken
Moeders met
1. Kind-
Yilmaz et
al., 2006
Doelgroep
9
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Onder-
kennis en
ren van de
bevorde-
Het
roken.
met
stoppen
om te
moeders
voor
Educatie
werp
inkomen / opleidingsniveau
het kind m.b.v.
een video en
een ‘office
12
een laag
vervoeren van
een laag inkomen waarvan de
groep; folder
met standaard
vaccinatie
al., 2006
Moeders met
1. Controle
Wilson et
demonstrator’.
families met
veilig
al., 2006
Mexicaanse
Presentatie door een moderator , de‘reinfor
waarin een presentatie en interactieve activiteiten plaatsvinden. Na ieder onderwerp werd er gedurende 5 min. in subgroepen ‘reinforcement’ activiteiten uitgevoerd. Aan het einde krijgt iedereen een folder.
zoeksassis
na één maand en na 6 maanden.
ter bevordering
een interventie
effecten van
kind na de vaccinatie zich kan voelen en
2. Folder met meer informatie over hoe het
statements (VIS).
1. Folder met vaccinatie informatie
binnen de gemeenschap.
de actie d.m.v. mond-op-mond reclame
Ouders worden op de hoogte gebracht van
CSB kopen (er zijn 8000 uitgedeeld).
in de auto.
auto. Ouders die hebben meegedaan aan de
bevestigen van de veiligheidsstoel in de
instructies en oefeningen in het correct
min. Een ‘office demonstrator’ gaf ouders
26 min. En video’s van botsingen van 15
klinieken
Vaccinatie
centre
community
Latino
Bonifacio,
onder-
bestaat uit een evaluatie van de workshop
Onder-
sters
Verpleeg-
waargenomen. Dus het
kennis over vaccinatie
geen significante toename van
informatie
tie
Vaccina-
auto. technici.
in de
kinderen
voor
heidsstoel
veilig-
van een
gebruik
Beter
tandplak.
van
aanzien
ten ten
gewoon-
werp
als
Er werd in beide gevallen
gebruik na de interventie.
zijn goed bevestigd) stoel
goede kant op en de riempjes
verhouding, kind kijkt de
Ja, beter (gewicht/hoogte
maanden).
1 maand) en 2 (na 6
toegenomen op tijdstip 1 (na
ouders in de test groep is
aanzien van tandplak bij
de nulmeting. De kennis ten
maanden) in vergelijking met
tandplak scores (na 1 en 6
hadden de kinderen lagere
Effect
getraind
schap zijn
gemeen-
een Latino
-ers van
medewerk
heids
Gezond-
tenten.
ten door
tandenborstels uitgedeeld. De derde fase
Een video ‘het beschermen van je baby’ van
activitei-
Beide groepen krijgen na afloop
cement’
-ers.
‘blinde’ onderzoek
training kunnen een veiligheidsstoel van
Studie naar de
Intermediair
fase) wordt gegeven die 40 min. duurt,
Centro San
Setting / Plaats
1. Een voorlichtingsworkshop (in de tweede
onderzoek.
Methode/strategie
voor kinderen
veiligheidsstoel
een
gebruiken van
juiste manier
van het op de
Het vergroten
heid.
Colombia.
1. Training
Mondgezond-
Bogotá,
Martin et
Doelstelling
Doelgroep
11
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
4-8 jaar).
Cochrane
methode.
14
kinderen (van
Review:
gebruik in auto.
veranderen van gedrag dan
stoelminder effectief in het
Kinder-
Interventies die alleen gebruik
huishouden, het geven van
rom bevat rollenspellen. Zij kregen ook ondersteuning bij het materiaal voor in de
krijgt standaard
training.
stoppen met roken, d en het ondersteunen bij het stoppen met roken.
2. Standaard training: achtergrond informatie over klinische richtlijn, behandelen van tabaksgebruik en verslaving, een handleiding getiteld ‘Clincial interventions to prevent tobacco.
materialen over meeroken, preventie van roken en
wachtkamer.
het creëren van een rookvrij
ondersteunen van ouders bij
eerst deden; vooral in het
met abstracts met recente artikelen. De Cd-
kinderartsen
verschillen zien met wat ze
website heeft ook www-links, een pagina
significante positieve
training lieten vaker
artsen met de speciale
dat ze iets met roken doen. De
andere vormen van tabaksgebruik. De
naar de zwangerschap, stoppen met roken,
website
2 Groep
van artsen.
training over
beginnen met roken, preventie van terugval
counseling, meeroken, preventie van het
site- leerboek over interviewen en
Alle artsen geven vaker aan
gebruik maken.
roken.
vaardigheden
effecten van
speciale
opleiding training op
kinderartsen in
et al 2006).
Studie naar de
opleiding krijgt
1 Groep
voorlichting als beloningen
(Hymowitz
Onderwerp
maken van voorlichting zijn
interventies die zowel van
Cd-rom/
n.v.t.
vergroten.
ouderlijke kennis te
tekst is niet genoeg om
vergemakkelijken van de
Effect
in de auto. Opleiding
Intermediair
een kinderstoel
1 Speciale training: Cd-rom/website. Web
n.v.t.
Setting / Plaats
studies.
Kinderartsen in
n.v.t.
quiz.
tekeningen toegevoegd en aan het einde een
wat te doen in een noodgeval. Ook zijn er
Methode/strategie
het gebruik van
bevordering van
interventies ter
Review naar
folders.
vaccinatie
begrip van
leesbaarheid /
van de
Doelstelling
Overzicht van 5
Ouders en
klinieken.
informatie over
Ehiri et al.,
stedelijke
lezen
2006
publieke,
makkelijker te
13
ingeënt in
met
vaccinaties.
(jonger dan 2 jaar) worden
groep; folder
kinderen
.informatie.
2. Interventie
Doelgroep
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
peuter van 11 tot 25 maanden zonder vastgesteld eetprobleem.
educatie gericht
op peuters
(NEAT).
1. Intake, 4
groepslessen
over voeding en
18 individuele
i, &
Stommel,
2005
Interme-
s van ‘County Extension
worden wekelijks aangeboden. Een groep bestaat uit 4-5 mensen. Instructeurs leiden discussies, laten videobeelden zien en geven praktijkgerichte leeractiviteiten.
enige
behandeling.
a’s. Individuel e activiteite n:
wordt er voedsel, klaargemaakt en geproefd. - Individuele activiteiten vinden plaats na de lessen over een periode van 6 maanden. Voeding, het voeden,het opvoeden, en positieve interactie tussen ouders en peuter worden behandeld.
bezoekers
voormeting, een meting 4 weken na de individuele activiteiten zijn uitgevoerd.
groepslessen en 6 maanden nadat alle 18
EHS Er worden 3 metingen verricht; een
getrainde
’ programm
Daarna wordt de peuter erbij gehaald en
nstructeur
voedingsi
getrainde
- Groepslessen: duren elk 90 min. en
gebeuren thuis.
een 24 uur ‘diet recall’.
sen:
Groepsles
-
ars
verzamela
data
Getrainde
- Intake:
1. NEAT
diair
groep zonder
activiteiten
- Individuele
van de EHS
een centrum
vinden plaats in
- Groepslessen
familie.
thuis bij de
- Intake gebeurt
Setting / Plaats
2. Controle
pakket waar alle zelf rapportage materialen
- Intake: interview met een vragenlijst
1. NEAT
aanbiedt.
families kind-familie ontwikkelingadvies
‘Early Head start’ (EHS) programma dat
Werving van families gebeurt via een
tabakpreventie.
artikel over de beste benadering voor
use by children and Adolescents; en een
Methode/strategie
in zitten, observaties tijdens een maaltijd en
gezond eten.
bevordering van
tie ter
voedingsinterac
van ouder-kind
Het versterken
Doelstelling
activiteiten.
inkomen en een
een laag
Families met
Voeding
Horodynsk
Doelgroep
15
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
in de interventiegroep.
gedragsverandering gevonden
conditie. Er werd geen
dan ouders in de controle
over het voeden van peuters
groep hadden meer kennis
Ouders in de interventie
Effect
Onder-
educatie
Voeding
werp
veiligheid in
Texas met een meerderheid van Spaanstalige migranten.
cultuurgevoelig
e huisbezoeken;
counseling,
bepaling van
veiligheidsmaat
17
moeders om
bevolking in
interventie met
huis. Moeders met een hogere eigen doeltreffendheid en
2. 2 bezoekjes thuis, 1ste een week na de werving, 2de na 6 weken.
van veiligheids
items.
en gratis
fluoride tabletten uitgedeeld. Het
voor tandenpoetsen. Ook worden er gratis
Referentiegroep
2. 1 en 2. Een klinisch onderzoek vond plaats
mnd; 27, 30, 33 mnd; 36 mnd.
in Zweden.
poets instructie
1. Voorlichting aan ouders en instructie
voor het kind van 18 mnd.
tandenborstels.
gebied wonen
voorlichting,
dsprogramma.
kindgezondheidszorg voor tandadviezen
uitnodiging naar een centrum voor
verschillende leeftijden van het kind: 24
en lage SES
met interview +
mondgezondhei
effect van een
programma vond plaats gedurende vijf
multiculturele
onderzoeken
tabletten en
die in een
klinische
et al., 2005
fluoride
peuters (2 jaar)
1. Interventie: 2
bij een tandarts.
vonden plaats
onderzoeken
Klinische
voorlichting.
voor ouder
dienstverlening
uitgebreide
n.
assistente
tandarts
getrainde
referentiegroep.
interventiegroep en 15% in de
kinderen was 37% in de
percentage gaatjesvrije
leeftijd minder gaatjes, het
had deze groep op 3 jarige
voor het slapen gaan. Ook
tussendoortjes en frisdranken
groep aten minder
Kinderen in de interventie
risico’s / ongelukken in huis.
obstakels, hadden minder
groep.
Wennhall
minder waargenomen
2. Controle
Werving gebeurt via schriftelijke
veiligheidsgedragingen in het
letsels onderstreept..
op het gebied van
die het belang van het voorkomen van
eigen doeltreffendheid zien
de interventie een hogere
verstrekking
moeders een gevaar / risico corrigeren. En
optioneel foto’s gemaakt van poses waarin
gebruik.
fluoride
tsen en
tandenpoe
ng
Voorlichti
huis.
cultuur van de moeder, zijn
corrigeren van veiligheidsitems, (2) worden
2 speciaal
moeder in effectief. Moeders lieten na
elen van
weken. Tijdens deze bezoeken: (1) kregen
de leeftijd van het kind en de
dsmaatreg
Veilighei
combinatie met huisbezoeken
Veiligheidsitems in
Onderwerp
moeders begeleiding bij het plaatsen en
Faciliteit met
Onderzoe kers
Effect
moeder en
Studie naar het
Intermediair
(3) wordt een folder ‘Safekids’ uitgedeeld
Ouders van
3 huisbezoeken
Setting / Plaats
die op maat gemaakt zijn naar
werving, 2de na 1-2 weken en 3de na 4-6
1. 3 huisbezoeken. 1ste een week na de
groepslessen worden vergoed door EHS.
Transportkosten en kindopvang tijdens de
ieder $10 en bij de laatste meting $20.
Ouders krijgen bij de eerste twee metingen
Methode/strategie
regelen van de
waarborgen.
huis te
vermogen van
van het
Het verbeteren
on, 2005
Plattelands
1. Veiligheids
Doelstelling
Hendricks
Doelgroep
16
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
(vrouwen) met een lage SES, die een zittend leven leiden en meedoen aan een door de regering gefinancierd beroepstraining sprogramma.
counseling
conditie;
telefoon
gesprekken met
counseling +
informatie +
feedback via
nieuwsbrieven
via de mail.
2. Email
19
minderheden
telefoon
Lage versus
hoge risico
et al., 2004
laag inkomen,
onderzoeken
1. Via de telefoon (wekelijks, 4weken lang)
Campbell
maanden.
via de mail.
programma’s (dit programma is uitsluitend
Werving verliep via de ‘Two head Start’
maar geen feedback.
barrières. Ook zij krijgen een stappenteller,
nieuwsbrieven met een zelftest gericht op
2. Maandelijks kregen de vrouwen
whiteboard om hun scores op bij te houden.
stappenteller met feedback en een
counseling. Daarnaast krijgen ze een
krijgen de vrouwen korte gestructureerde
en email (maandelijkse nieuwsbrieven),
van de lessen, 6 maanden na de lessen en 12
nieuwsbrieven
Klinische onderzoeken en beoordelingen
gemaakt voor de Latino populatie.
programma is cultuurgevoelig en op maat
worden gemotiveerd meer te bewegen. Dit
maanden, 1 uur per week, waarin vrouwen
Activity) lessen; 8 lessen gedurende 2
(Increasing Motivation for Physical
Alle vrouwen kregen de IMPACT
voor volwassenenonderwijs.
werden uitgevoerd 10 weken na aanvang
Het
Werving van de vrouwen verliep via beroepstrainingsprogramma op locaties
conditie;
Ouders met een
type 2.
en en diabetes
hartklachten/fal
van
ter voorkoming
een lage SES
vrouwen met
beweging onder
lichamelijke
van
Het bevorderen
support
Etnische
1. Email en
Albright et
al., 2005
18
van vragenlijsten en kregen ze een boekje met illustraties en foto’s.
werden ouders geïnterviewd aan de hand
met interview.
Methode/strategie
onderzoeken
Doelstelling op de nulmeting en een jaar later. Hier
Doelgroep
: 2 klinische
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
de
Ruimtes waar
Thuisbasis
Setting / Plaats
Interme-
locale
Getrainde
en
ksassistent
Onderzoe
diair
niveau lager dan groep 8,
Bij ouders met een lees
conditie
vrouwen in de email support
significant groter dan de
counseling conditie
vrouwen in de email+telefoon
energie verbruik van de
Na 10 maanden was het
Effect
Onder-
k naar de
Onderzoe
beweging.
ke
lichamelij
van
vergroten
Het
werp
1. Interventie;
counseling
methode
‘Rookvrije
kinderen’ +
Fossum,
Arborelius,
&
Bremberg,
2004
20
Ouders in
Cotinine levels werden opgenomen voor de geboorte en wanneer het kind 3 maanden is. 1. De verpleegsters die de counseling geven, kregen een 2-daagse training en een follow-up sessie waarin rollenspelen (op
die een training
kregen.
2. Controle
conditie,
1-4 weken oud moet in Zweden
Het rookgedrag van ouders met baby’s van
‘Rookvrije kinderen’ wordt gegeven.
gebieden waar de counseling methode
gezondheidscentra in verschillende
health nurses)
kinderen’.
‘Rookvrije
interventie
counseling
van een
geregistreerd worden door de CHN’s.
baby’s.
pasgeboren
roken met
Zweden die
Werving van de ouders ging via de
(CHN: child
verpleegsters
computer
presentatie op
4. Powerpoint
boodschap
Het evalueren
3. video met gesproken boodschap, lezen is
in eigen tempo bekeken kan worden.
begrepen.
(makkelijker
taalgebruik)
2. verbeterde formulieren (makkelijker
4. PowerPoint presentatie op computer die
goed wordt
formulieren
gesproken
info minder
2. verbeterde
1. originele geschreven formulieren
3. video met
dat risicovolle
formulieren
wacht).
niet nodig.
benadrukken
geschreven
persoon helpt terwijl deze op een hart
van een implantaat bij het hart die de
gewicht) en hoge risico info (het plaatsten
verzamelen over kinderen met laaggeboorte
informatie (consent geven voor info
verschillende condities; 4 met lage risico
voor lage SES families). Er zijn 8
Methode/strategie
taalgebruik)
ouders en het
informatie laag geschoolde
ouders.
voor een
manier van
effectieve
1. originele
alleenstaande
van consent
hun kinderen +
dan 10 jaar of
m.b.t. het geven
van de meest
overdracht aan
een kind jonger
informatie
Doelstelling
onderzoek met
Doelgroep
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
tra.
gezondheidscen
Thuis en in
settings
Geen klinische
plaatsvinden.
Start’
van ‘Two Head
programma’s
Setting / Plaats
Interme-
methode.
kinderen’
‘rookvrije
g van de
counselin
die de
Nurses)
Health
ters (Child
Verpleegs
a’s.
programm
head start’
‘Two
ars van de
verzamela
data
diair
de controle conditie.
meer te roken dan ouders in
inventieconditie aangaven
dat ouders in de
Uit de zelfreports bleek juist
ophoog was gegaan.
in de controle conditie
terwijl het level van cotinine
conditie was omlaag gegaan,
ouders in de interventie
Het level van cotinine van
risico informatie.
beter onthouden dan de hoge
werd de lage risico informatie
informatie. In alle condities
herinneren zich meer
computerversie; ouders
werken dan de video of de
schriftelijke versie (2) beter te
bleek de verbeterde
Effect
Onder-
kind.
voor het
omgeving
rookvrije
een
ng van
bevorderi
g ter
counselin
gerichte’
van ‘klant
Evaluatie
formats.
nde
verschille
via
informatie
lage risico
risico vs.
van hoge
geheugen
begrip en
mate van
werp
de hoogte
al., 2003
de ouders die meededen met de training gratis kinderstoeltjes en parkeer kaarten met daarop nogmaals de noodzaak van een kinderstoel.
over de
noodzaak van
kinderstoelgebr
uik in de auto.
wettelijk verplicht is een stoeltje te
In 7 dagcentra werd benadrukt dat het
kinderstoelgebruik in de auto. Ook kregen
voorlichten
curriculum. 2. Ouders voorlichten over de noodzaak van
SES families.
curriculum.
1. Kinderen op de hoogte brengen van het
geworven.
Ouders zijn via dagzorginstellingen
komen (ramen open e.d.).
de mogelijkheid voor de rook om weg te
locatie van de roker, locatie van het kind en
bij houden waarin gevraagd wordt naar de
48 uur (als ze minder roken) een zelfreport
dan 10 sigaretten per dag roken) of om de
Ouders moesten om de 24 uur (als ze meer
2. Verpleegsters kregen geen training.
doelen.
voorgesteld in het rookgedrag en mogelijke
2. Ouders
gebruik in lage
van kinderstoel
brengen van het
lage SES
Het verhogen
heeft gerookt in de nabijheid van het kind,
training.
Ouders met
vragenlijst was uitgevoerd, of de ouder
zonder de
1. Kinderen op
ouder een vragenlijst invullen over: of de
Apsler et
CHN’s moesten na elke counseling met een
verpleegsters
21
van de ouders’ eigen doeltreffendheid) .
kinderen’ +
of de moeder veranderingen heeft
behandeld werden (als doel het versterken
‘Rookvrije
Methode/strategie
methode
Doelstelling video) en het geven van feedback
Doelgroep
counseling
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Dagzorg centra
Setting / Plaats
Interme-
ers
medewerk
dagzorg
Getrainde
diair
waarde.
hadden geen toegevoegde
financiële tegemoetkomingen
wettelijke verplichtingen en
Het benadrukken van
verlaagd van 56% naar 26%.
gebruiken van de stoel
3% naar 38% en het niet
stoelgebruik verhoogd van
Na de interventie was het
Effect
Onder-
auto.
in de
el gebruik
Kindersto
werp
blemen.
ziekenhuis
lage SES (voornamelijk Spaanstalige gezinnen) met kinderen jonger dan 6 jaar die ingeroosterd waren voor een WIC
1. Videogroep
die de video
‘Making the
right call: the
Poison Control
Centre’ te zien
kregen.
2. Reguliere
voorlichting in
een “Woman,
Kelly et
al., 2003
Ouders met
ademhalingspro
(STOP)’ in een
23
‘stoppen met
voor
Program
setting.
van een
het ziekenhuis
Outreach
ouders regels hebben opgelegd die verbieden in huis te roken is verhoogd van 29% naar 71%.
na het motivatiegesprek en na 2 maanden. - brief aan de huisarts met stadia van roken. - verwijzing naar Massachusetts ‘Smoker’s Quitline’ voor onophoudelijke counseling.
advies geven
telefonisch
Centers) die
Control
PCC’s (Poison
het gebruik van
bevordering van
interventie ter
een video-
aanbevelingen van PCC. Ze
(Poison
PCC’s
PCC en het aannemen van afgenomen.
van
aanzien van het spreken met
van het
dering
is. De 2de en 3de werden telefonisch
werknemers, zien. Ze voelen
ers.
bevor-
ventie ter
inter-
Een video
voorgelezen, omdat het leesniveau zeer laag
kwalificaties van
medewerk
openingstijden en
kennis van PCC,
gezien, laat een verhoging in
huis.
zieken-
voerd in
ma uitge-
program-
met roken
Stoppen
gebruik
California.
WIC-
tenten en
WIC centra in Noord
zoeksassis
verschillende
Onderwerp
zich zelfverzekerder ten
De eerste vragenlijst werd in de klas
het afronden van het telefonische interview.
deelname aan de voorlichting en nog $10 na
ontvingen $10 voor de eerste vragenlijst en
gevolgd door een telefonisch interview. Zij
tijden; nulmeting, 2 en 4 weken later,
De groep die de video heeft
huisarts. De mate waarin
counseling van 15 minuten, 5 en 10 dagen
In 2
afspraak gemaakt bij de eigen
Deelnemers vulden een vragenlijst in op 3
hebben gebruikt. 38% had een
- 2 follow-up telefoongesprekken /
Evaluatie van
aan nicotinevervangers te
gerookt te hebben en 27% gaf
aan de laatste 7 dagen niet
duurde dan 24 uur. 21% gaf
hebben stoppen dat langer
gaf 49% aan geprobeerd te
heeft gevolgd. Na 2 maanden
waarvan 80% alle counseling
56% deed mee aan de studie,
(kauwgum of pleisters).
Onder-
lors
Counse-
Effect
- 1 week gratis nicotine vervangers
plaats.
Intermediair
motivatiegesprek.
vond thuis
interventie
rest van de
ziekenhuis. De
plaats in het
gesprek vond
Motivatie-
Setting / Plaats
setting.
maat gemaakt n.a.v. eerste
- schriftelijke materialen over roken op
min.)
- een motivatie gesprek, counseling (20
aan STOP;
hun kind werden gevraagd deel te nemen
Ouders die in de wachtkamer zaten voor
de stoeltjes gebruikten.
financiële tegemoetkomingen wanneer ze
In 4 van de 7 centra’s kregen ouders
op de boetes als dit niet gebeurde.
gebruiken en werden ouders geattendeerd
Methode/strategie
een ziekenhuis
programma in
roken’
implementatie
opgenomen in
de
Tobacco
Evaluatie van
kind is
het ‘Stop
Ouders wiens
Evaluatie van
Winickoff
et al., 2003
Doelstelling
Doelgroep
22
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
25
24
Nr
Cahuzak, M. 2002
Hanrahan-
2002
Bos JPMJ
Titel
Effect van
MIM op
eerstgeboren kind.
die CB
bezoeken
ontwikkeling, verzorging en opvoeding van kinderen. Er zijn zeven categorieën
gezondheid kind, competentie
Informeren
Moeders.
van herkenbare situaties over de
zijn tekeningen, in de vorm van een strip,
moeder,
Moeders
wordt gevoed door een beeldverhaal. Dit
gezondheid
belang zijn. De discussie tussen de moeders
onderwerpen besproken die voor haar van
van de interventiemoeder allerlei
krijgen
geestelijke
naar effect
een
groep: moeders
1.Tijdens de bezoeken worden op initiatief
Huisbezoeken
grond.
achter-
bare
vergelijk-
met
Moeder
effect op gezinsklimaat bleek
van groepsbijeenkomsten. Moeders met
effect gekeken. Het positieve
1.Interventie-
Ook is na het langere termijn
Tweede jaar alleen begeleid door middel
borstvoeding en aten meer
Baby’s kregen vaker
gezondheid moeder beter.
consultatiebureau Algemene
en de tevredenheid met het
competentie bij het opvoeden
Kleine toename van de
gezondheid van de moeder.
Geen effect op de geestelijke
nog steeds merkbaar.
van het literaire gezinklimaat.
significant betere kwaliteit
hebben na het programma een
Groepsbijeenkomsten op het wiijkbureau.
-igen
pleegkund
hebben aan het programma
De gezinnen die deelgenomen
ramma.
wijkbureau.
bijeenkomsten
wijkver-
Getrainde
Opgroeiboekje krijgen ze een aantal
twee weken. Naast informatie uit
en
Huisbezoeken
aanwezig in huis.
correct nummer van PCC
oplegt. Ook was er vaker een
verwaarlozing van de moeder
zijn minder bang dat PCC
Effect
babyboekjes en cassettebandjes met liedjes,
Effectevaluatie
Eerste jaar twee wekelijks bezoek van een boekenpret wijkverpleegkundige iedere
Intermediair
Boekenpretprog
leesklimaat.
boekenpret op
snacks.
door WIC; info over inentingen en gezonde
2. Reguliere voorlichting die gepland staat
telefoonnummer van PCC.
2 telefoonstickers met het gratis
een folder met algemene info over PCC en
de telefoon. Verder kregen de deelnemers
Setting / Plaats
krijgen het
leesklimaat.
een slecht
leesklimaat
Gezinnen met
een slecht
vergiftigingscenario’s worden getoond die
kind.
1 Gezinnen met
personeel van PCC worden behandeld. 2
ventie voor het beide door de PCC behandeld worden over
openingstijden en kwalificaties van het
Engels als in Spaans te krijgen. De functie,
vergiftigingspre
1. De video duurt 9 minuten en is zowel in
managen van
t.a.v. het thuis
Methode/strategie
(WIC) kliniek.
voorlichting.
Infant and
Doelstelling
Children’
Doelgroep
Interventie
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Onder-
en
moeder
tie
competen
heid en
gezond-
lijke
Geeste-
gedrag
Voorlees-
Centers)
Control
werp
ieder geval één roker) met lage SES en een kind met astma tussen de 1 en 11 jaar die een ‘pediatric outpatient clinic’ bezoeken.
over cotinine
levels aanwezig
in de urine van
het kind,
folders met info
en 2
telefoongesprek
ken die een
rookverbod in
huis stimuleren.
27
(waarvan in
groep; feedback
nicotinelucht en koolstofmonoxide levels in hun huis, dat vastgesteld werd tijdens het
het passief roken van gezinsleden kan
kinderen hebben jonger dan 3 jaar en zijn geworven via de basiszorg
From Smoke)
1. Motivatie
interview (MI)
conditie
rokende ouders,
gericht op
interventie-
motivationele
roken en
Infants Safe
verminderen. Ouders kregen feedback over
stoppen met roken of meeroken door kind
maat gemaakt naar de doelen van de ouders;
ieder 10 minuten). De interventie was op
telefonische counseling gesprekken (van
interview van 30-45 minuten en 4 follow-up
een
lage SES die
(Keeping
al., 2001
roken van verpleegsters en artsen. 1. MI conditie bestaat uit een motivatie
Project KISS
Emmons et
2. Ouders ontvingen regulier advies over
stimuleren en adviseren.
en een maand erna om de ouders extra te
gebeld één week na ontvangst van de brief
en auto, werd meegestuurd. De ouder werd
mogelijke manieren om niet te roken in huis
door een kind met astma bespreekt en
Een booklet die de risico’s van meeroken
aangegeven verbod op roken in het huis.
gemaakte feedback gegeven t.a.v.
het kind. Ook werd er minimale op maat
zorg. Vaststellen of
astma.
het kind met
in de urine van
levels aanwezig
over cotinine
van feedback
over de level van cotinine in de urine van
2. Reguliere Ouders met een
2.3 Krijgen standaard begeleiding via CB.
bezoeken. 1. Ouders ontvingen een brief met feedback
voor zuigelingen.
een ander CB
naar het geven
zijn gelijk aan die van het consultatiebureau
3. Moeders die
Effectstudie
verschillende beeldverhalen. De thema's
Ouders
1. Interventie
Wakefield
et al., 2002
26
Deze thema's zijn verwerkt in 48
ontwikkeling, voeding, spelen en veiligheid.
ontwikkeling, denken, taal, lichamelijke
hetzelfde CB
CB.
moeders die
gespreksonderwerpen: sociaal-emotionele
Methode/strategie
bezoeken
tevredenheid
Controlegroep:
Doelstelling moeder,
Doelgroep
2.
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Thuis
ken.
telefoongesprek
brieven en
Thuis via
Setting / Plaats
Interme-
mail.
2. Via de
lichters.
heidsvoor-
gezond-
Getrainde
1.
tenten
zoeksassis
Onder-
diair
gegaan over tijd en in de SH
is het level nicotine omlaag
beide groepen; in de MI groep
follow-up metingen voor
gevonden tussen nulmeting en
dan de SH groep. Trends zijn
MI groep significant lager
nicotine level in huis van de
Na 6 maanden was het
gevonden tussen de groepen.
werden geen verschillen
groep. Bij de follow-up
tegen 41,9% van de controle
de woonruimte gebannen
de interventie groep roken uit
Na 6 maanden had 49% van
eiwit dan vet
Effect
Onder-
met lage
gezinnen
in
kinderen
van
meeroken
en van
verminder
Het
astma.
met
kinderen
van
meeroken
Roken en
heid kind.
gezond-
werp
begeleidin g deden de counselin g sessies.
werden gedaan na 3, 6 en 12 maanden. 1. 7 counseling sessies zijn gegeven verspreid over 3 maanden. De counselsessies duurde 12-28 minuten. In de eerste sessie werden lange termijn doelen gesteld die in de sessies erna werden
ng ter vermindering van het meeroken door jonge kinderen.
een lage SES en kinderen jonger dan 4 jaar die hun kind blootstellen aan rook in huis.
2. Controle-
groep
gedragscounseli
een
Effectstudie van
controle groep.
laten meeroken.
roken en te stoppen met hun kinderen te
centrum en een kort advies te stoppen met
voedingsadvies programma in het WIC
groep en vermeerderde in de
2. Controle groep kreeg het reguliere
van het kind verminderde
Het level cotinine in de urine
over tijd waren significant.
verschillen tussen de groepen
aantallen: 24,6; 12,1; 8,4. De
controle conditie waren deze
en 3,7 na 12 maanden. In de
nulmeting, 4,5 na 3 maanden
groep was 27 op de
gerookt was in de counseling
over het aantal sigaretten dat
uitgedeeld als cue in huis.
en actieve
training
uur
met 20
studenten
Eindejaars
Het verslag van de moeders
enigszins in de counseling
telefoon.
en 4 over de
thuis uitgevoerd
sessies zijn
1.
zijn niet significant.
gegaan. Echter beide trends
is het nicotine level omhoog
Effect
aangehaald. ‘ No Smoking’ stickers werden
deelname. Follow-up metingen/interviews
kregen tussen de $60-$90 voor hun
mee te doen aan de studie. Deze gezinnen
een voedingsadvies kregen en gevraagd
gezinnen benaderd, die in het WIC centrum
Na 9 maanden screenen in WIC centra zijn
Follow-up is gedaan na 3 en 6 maanden.
tijdens een follow-up.
level in het huis gemeten en teruggekoppeld
verspreidingsmonitor heeft het nicotine
handleiding. Een passieve
verminderen en een hulpmiddel
1. 3 counseling
groep
Moeders met
‘stoppen met roken’ handleiding, een stencil met tips hoe je passief roken kan
2. SH conditie ontvingen via de email een
eerste bezoek.
al., 2000
Intermediair
1. Counseling-
Setting / Plaats
Hovell et
Methode/strategie
referentiegroep
verminderen.
Doelstelling
28
Doelgroep
(SH)
2. Zelf hulp
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Onder-
gezinnen.
lage SES
in huis in
aan rook
kinderen
ng van
blootstelli
van
verlagen
Het
SES
werp
wonen in een lage SES wijk waar kinderen veel gaatjes hebben (Leeds, UK).
Education)
gericht op een
dieet.
2. DHE gericht
op
mondhygiëne-
30
kinderen die
Health
al., 2000
Evaluatie van
(tussen 8-28 weken) met een lage SES.
groep; afspraak
met kinderarts
vóór de
geboorte van
noodgevallen. Ook had de arts meer het gevoel de
herinnering. 2. Geen afspraak aangeboden vóór de geboorte van het kind.
gepland vóór de
geboorte.
minder vaak voor
interventiegroep kwamen
voorafgaand aan de afspraak gebeld ter
Moeders in de
geven van borstvoeding.
positiever geworden over het
14% van de controlegroep
afspraak
moest plaatsvinden tussen 32-36 weken
kinderarts werd via de mail verstuurd. Deze
1. Een afspraak vóór de geboorte met een
van de interventiegroep en
aan het onderzoek.
Van de moeders die
groep met gaatjes na drie jaar.
18 kinderen in de controle-
(2 kinderen in groep a) tegen
enkel kind gaatjes na drie jaar
interventiegroepen had geen
controlegroep. In de
aanzienlijk minder dan in de
kinderen (en hun moeders)
was het aantal gaatjes bij
In de interventiegroepen (a-d)
zwangerschap. Vrouwen werden 24-48 uur
kinderafdeling.
de prenatale
counseling) aan
(met
Kinderarts
ers
voorlicht-
heids-
gezond-
mond-
Getrainde
Effect
borstvoeding gaven, zijn 45%
In de kliniek
Intermediair
kinderarts, werden gevraagd mee te doen
Vrouwen die zich wilden inschrijven bij een
Thuis bezoeken
Setting / Plaats
2. Er werd geen
het kind.
vrouwen
1. Interventie-
Serwint et
al., 1996
DHE.
groep zonder
5. Controle-
minder frequent
4. Idem groep3,
dieet en OHI.
3. DHE d.m.v.
tandpasta.
de bezoeken
na de drie jaar onderzocht).
gebruik van
fluoride
(behalve de controlegroep, die werd alleen
(OHI) met
gedurende de drie jaar. Elk jaar werden alle
kreeg de DHE en OHI 1 keer per jaar
jaar en 2 keer in het derde jaar. Groep d
duurde, elke 3 maanden in de eerste twee
interviews en counseling dat 15 minuten
en c kregen DHE d.m.v. gestructureerde
(Office of Population Statistics). Groep a,b
Moeders werden direct benaderd via OPCS
Methode/strategie
kinderen onderzocht op gaatjes e.d.
Zwangere
programma.
voorlichtings-
gezondheids-
een mond-
Effectstudie van
Doelstelling
instructies
Moeders met
1. DHE (Dental
Kowash et
Doelgroep
29
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Onder-
gedrag
gezond
ing van
bevorder-
kind ter
van het
geboorte
vóór de
kinderarts
aan
Bezoek
tie.
interven-
heid
gezond-
mond-
Een
werp
kind tussen 712 jaar oud met een laag inkomen, die een taalcursus volgen.
ouderlijke steun
d.m.v. 11
groepslessen.
2. Controle-
groep;
wekelijkse
32
moeders en
interventie;
meedoen aan een speciaal voedingsaanvul lings programma in het WIC centrum.
groep; partner
support en een
op stimulans
gebaseerd
voorlichtings-
programma.
2. Gebruikelijk
borstvoedings-
al., 1995
programma.
vrouwen die
1. Interventie-
Effectstudie
borstvoeding.
het geven van
bevordering van
interventie ter
naar een
voor kind) en een gezondheid screening
voeding.
Sciacca et
Beoordelingen ($20 voor moeder en $10
informatie en
shirts met borstvoedingberichten voor
voor verhuur van een borstpomp, (3) T-
geboorte, (2) Attenderen op een programma
waarin vrouwen worden voorbereid op de
1. Basis programma; (1) 5 sessies van 1 uur
producten zouden ontvangen.
vrouwen en partners verschillende
interventiegroep dat voor deelname de
centrum onder vermelding bij de
Vrouwen werden geworven in het WIC
per post verzonden naar de moeders.
voeding werden wekelijks via de mail en
2. Standaard folders over gezond gedrag en
moesten worden uitgevoerd.
cultuur specifiek (gelet op Mexicaans eten).
gezondheids-
kennis en het aanmoedigen van het eten van
les), die gericht zijn op het vergroten van
van 1 uur (moeder en kind kregen $5 per
1. In 12 weken volgen moeders 11 lessen
worden in beide groepen uitgevoerd.
en na metingen bestaan uit vragenlijsten en
gevraagd mee te doen aan de studie. Voor
Families die een taalcursus volgen, werden
centrum
Children)
Infants and
WIC (Woman,
werkers
ingsmede-
Voorlicht-
?
steun dan de partners in de
interventiegroep gaven meer
de interventie. Partners in de
gaven vaker borstvoeding na
onafhankelijk van de intentie,
borstvoeding. Vrouwen,
van kennis en attitudes over
veranderingen ten aanzien
ondervond positieve
De interventiegroep
eetgewoontes gevonden.
veranderingen in
voeding. Hier werden geen
toename in kennis over
folders gezorgd voor een
controleconditie hebben de
aanwezigheid in de les. In de
kennis over voeding en
veranderingen in eetgedrag,
groep) is gerelateerd aan
Ouderlijke steun (interventie-
verdwenen.
Een brochure met gepaste gezondheidszorg
taalcursus.
de verschillen tussen groepen
werd meegestuurd.
dagen na de interventie waren
telefoonnummer van de gekozen kinderarts.
Effect
welkomstbrief met naam en
Locatie van de
Intermediair moeder te kennen. 30-60
Setting / Plaats
Alle vrouwen een afspraakkaart en een
Methode/strategie
minder vet en meer granen. Deze lessen zijn
Zwangere
van kanker.
risicofactoren
van de
vermindering
ter
een interventie
Effectstudie van
Doelstelling
folder met
Spaanstalige
1. Actieve
Fitzgibbon
et al., 1996
Doelgroep
31
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Onder-
ing.
borstvoed
van
het geven
ing van
bevorder-
tie ter
Interven-
lage SES.
met een
moeders
talige
Spaans-
een groep
eten in
gezond
ing van
bevorder-
tie ter
Interven-
moeder.
van de
werp
Nr
Titel
Interventie
Doelgroep
Doelstelling
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
2. Alleen het basisprogramma.
kregen een tas vol luiers).
die na 3 maanden borstvoeding gaven,
borstvoeding na 3 en 6 maanden (vrouwen
buddy, (4) Zelf report over het geven van
wanneer ze een afspraak maakten met deze
toegewezen en werden beloond met luiers
vrouwen kregen automatisch een Buddy
kledingzaak, gratis knipbeurt e.d., (3)
van gratis lunch, tegoedbonnen in
basisprogramma werd gegeven in de vorm
mee te doen aan de 5 sessies uit het
voetbalwedstrijd), (2) extra stimulans om
partners krijgen 2 kaartjes voor een
vol met baby spullen en een borstpomp, de
(vrouwen die meedoen, ontvangen een tas
angsten van beide worden besproken
durende les over borstvoeding, waarin
(1) Vrouw met partner krijgt een 2 uur
het geven van borstvoeding. + Interventie;
dienen and (5) 15 minuten voorlichting over
waar WIC moeders als rolmodel kunnen
Introductie in het Bosum Buddy programma
vrouwen die borstvoeding geven, (4)
Methode/strategie
Setting / Plaats
Intermediair controlegroep.
Effect
Onderwerp
B
meisjes (van 810 jaar) met hun ouders in gebieden met lage inkomens
informatie over
baseline
gegevens van
een interventie
ter
2
Amerikaanse
alleen
die voedingsbonne n ontvangen en kinderen hebben op de basisschool.
onderzoek
d.m.v.
1. telefonische
interviews
geassisteerd
door de
computer
groepen
2. focus
laag inkomen,
Verkennend
et al., 2007
e.
Atkinson
Moeders met
technologie.
beweging en
lichamelijke
voeding,
aan advies over
hun behoefte
moeders is over
wat de visie van
Onderzoeken
Studies)
van
gewichtstoenam
Multi-site
Enrichment
GEMS (Girls
de Standford
gegevens van
en baseline
van het design
Een overzicht
Doelstelling
vermindering
Afrikaans-
Dit artikel geeft
Robinson
et al., 2007
Doelgroep
1
Interventie
Titel
Nr
Overzichts- en verkennende studies
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Interme-
getrainde moderator en en
(duurde ± 15 min). 2. focus groepen (N = 56), waarin voeding, lichamelijke beweging en technologie
samen
kers
Onderzoe
2.
rs
interviewe
he
telefonisc
Getrainde
1.
diair
met
departement.
Health
centra en de
non-profit
bibliotheken,
zoals,
gemeenschap
de
2. Locaties van
1.Thuis
Setting / Plaats
technologie, en informatie voorziening
voeding, lichamelijke inspanning,
bestaande uit 130 vragen, aangaande
1. Telefonisch interview (N = 146)
werker werden ingezet).
ontwikkelaar en een voedingsbonnen
services) hielp bij de werving (een baan
sociale dienst (departement of social
gegevens van deze moeders opgevraagd. De
Department of Human Resources) zijn
D.m.v een landelijke database (Maryland
Amerikaanse meisjes.
gewichtstoename onder Afrikaans -
en familie ter vermindering van
interventie gebaseerd op de gemeenschap
de werving van de doelgroep voor een
De GEMS wordt gebruikt (en nu getest) bij
Methode/strategie
voedingsbudget.
behouden van een
lichamelijke beweging en het
gegeven wordt over voeding,
een interventie die on-line
aan en zijn geïnteresseerd in
De moeders hebben behoefte
gepubliceerd wordt.
dus afwachten wanneer dit
kunnen zeer informatief zijn
Resultaten over de interventie
gegevens zijn gepresenteerd.
besproken. Allen baseline
uitgevoerd, wordt hier niet
De interventie die is/wordt
Effect
Onderwer
ie
technolog
en
beweging
ke
lichamelij
Voeding,
e
interventi
ng
erminderi
gewichtsv
voor
werving
bij
gebruik
GEMS
p
5
4
3
hun kind
vragenlijst
3. On-line
huij, 2007
methode is?
2. korte
een dure
Bourdeaud
aangezien het
rag.
De
meest geschikt
gezondheidsged
ool in België.
kleuter/basissch
kinderen in de
participanten
kenmerken
welke
doen aan een lichamelijke activiteiten kaart) kwamen bij ouders terecht dmv hun
programma + advies op maat (respons
uitgedeeld.
school
worden op
2.
kers
Onderzoe
1.
zijn ze het
van
1. Brochures
materialen e.d.
het veranderen
1. Brochures met de vraag of men mee wilt
doelgroepen,
als doel hebben
Achterhalen
onderwerpen,
interventies die
Ouders van
gebaseerd op 4-5 theoretische
voor welke
maat gemaakte
1. brochures
(7) op maat gemaakt
interventies en
‘tailored’ op
Spittaels &
huishoudens i.p.v. klinieken,
gemaakte
schriftelijke
Het sterkste effect wordt
Hoge SES en werkzaam
vaders.
en doen eerder mee dan
Moeders tonen meer interesse
SCT en TTM.
gedragstheorie, zoals TPB,
maakt gebruik van een
demografische aspecten, (8)
concepten, gedrag en
werving loopt via
interventies en follow-up, (6)
US, (5) korte periodes tussen
(4) deelnemers komen niet uit
(3) meer dan een keer contact,
of magazines (met plaatjes),
screening, (2) flyers, kranten
gericht op preventie of
bereikt met: (1) interventies
zijn op maat
besproken.
liep, uitgebreid wordt
zwaar letsel dat een kind op
waarin het voorkomen van
voorkeur aan ‘echte’ verhalen
gebruik. Ook gaven ze
informatie gaven over het
duidelijke en concrete
door interventies die
Ouders waren gemotiveerd
review over
n.v.t.
kers
Meta-analytisch n.v.t.
notulisten. Onderzoe
2007
n.v.t.
vorige focusgroepen) achterhaald worden.
?
Noar et al.,
Hoe effectief
de auto bevorderen.
(in de auto) van
n.v.t.
kinderstoel in
het riemgebruik
stoppen.
2: 20 focusgroepen waarin de reactie op
van een
vroegtijdig met nieuwe interventies (ontwikkeld a.h.v.
kinderstoel in de auto.
achterhaald over het gebruik van een
die het gebruik
waarom ouders
2007
voordelen en angsten van ouders worden
van interventies
redenen
& Xie,
identificeren
laag
Stap 1: 10 focus groepen waarin barrières,
gerelateerde vragen werden gesteld.
u
studie naar de
Erkoboni,
Het
Ouders met een opleidingsnivea
Verkennende
Winston,
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
lichamelij
gemaakte
maat
Een op
es
interventi
gemaakte
maat
van op
Het effect
auto
l voor de
kinderstoe
een
riem in
en van de
positioner
correct
Het
8
7
6
een on-line assessment doen.
laag begrip voor taal in een stedelijke wijk
van
kleuterschool
ter bevordering
aan de
kinderopvang.
van materialen
voorafgaande
werken bij de
al., 2006
die in settings
verzorgers die
Ouders met een
van kinderen
gaan en
Ontwikkeling
bijdrage.
de gezondheid
kinderopvang
van methoden
ontwikkeling
van de
Beschrijving
bevorderen.
zitten, te
Ouders en verzorgers kregen $40 voor hun
stimulatoren om
de
- discussie opgenomen op tape.
- 90 min per focus groep
een ‘open’ vragen
- Structurele discussies die begonnen met
via de opvangcentra.
kinderen naar
ouders door folders en opgeef formulieren
strategieën, barrières en
waarvan de
van succesvolle
laag inkomen
Trifiletti et
al., 2006 en follow-up telefoontjes, werving van
en
moderator
ele
letselpreventie stil te staan bij
ter bevordering van
ontwikkeling van methoden
Advies om bij de
ouders en verzorgers.
kunnen zijn volgens de
succesvolle strategieën
taalgevoelig zijn zouden
education die cultureel- en
Groepsdiscussies en ‘peer’
kinderen”.
Het vaststellen
plaatsen
Taveras et
hanteren om controle te
en vaardigheden kunnen
gezondheid van hun Profession
“Geef moeders gereedschap waarmee ze de nodige kennis
krijgen over hun leven en de
?
n.v.t.
‘literacy’ in een
Werving van verzorgers verliep via brieven
n.v.t.
deelname aan het programma.
breder kader te
medewerkers
gezondheids-
gedaan.
computer
3. Assessment
uitgedeeld.
3. Internet
interesse, maar niet met
waren gerelateerd met
2006
Ouders met
3. Via internet vanuit huis konden ouders
onderzoek?
n.v.t.
deelnemers)
een on-line
Een advies aan
achter de
ingevuld door scholieren (kinderen van de
meedoen aan
school
kers
Onderzoe
om gezondheid
inkomen
een laag
Moeders met
werd thuis
van (niet)deelnemers te achterhalen werden
er eerder
werden ook op
2. 2000 korte vragenlijsten om kenmerken
mensen zullen
2. Vragenlijsten
kind.
bezitten. Welke
Richter,
6 focus groepen
onderzoek
Drummon
d, &
Literatuur
Porr,
assessment.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
huidig
g op
toepassin
Niet van
inkomen.
met laag
ouders
van
kinderen
ering van
idsbevord
Gezondhe
literacy
ids
Gezondhe
computer.
a op de
programm
n
activiteite
ke
11
10
9
loodvergiftiging .
met laag inkomen, die ingeschreven zijn bij
loodvergiftiging
het liefst
ontvangen.
een laag begrip van computers
krijgen dezelfde
informatie
mogelijkheden.
Bakken,
2005
gezondheid en
een slechte
deelnemers
Starren, &
Families met
Alle
Choi,
Medicaid.
manier van het
de 1-2 jaar oud
informatie over
1. 11 weken, 2 uur durende groepsessies, Dagopvang
Getrainde
Computer
gebruiken
g
handleidin
eenzelfde
ers die
groepsleid
gedragsproblemen hebben.
kinderen meerdere
ouders aangeven dat hun
de ouders, (3) de mate waarin
van eigen doelmatigheid van
bij de nulmeting (2) de mate
samen met: (1) aanwezigheid
Deelname van ouders hangt
3. Evaluatie met een korte quiz met ‘waar’ en ‘niet waar’ opties.
via de computer
baby’s (NICU).
care voor
de intensive
voor de familie en het voorbereiden op het ontslag van de baby.
ruimte binnen
Een kleine
2. Klinische info zoals medicatie, steun
1. Demografische informatie
de deelnemers.
Vragenlijsten werden rond gemaild onder
worden betaald. computer
meegedaan krijgen $120.
geregistreerd. Naast de 3-D
wanneer een ‘touch’ is
meteen feedback te geven
namelijk dat het belangrijk is
gebruik van een touch screen,
Geeft voorwaarden voor het
thuisbezoeken geliefd.
vooral video’s, billboards
minderheidsgroepen zijn
hebben de voorkeur. Onder
gezondheidsmedewerkers
Folders en discussies met
bijeenkomst.
de ouder op de eerste
hulp en de aanwezigheid van
Ouders die alle 4 de metingen hebben
Kinderopvang, avondeten en taxiritten
deelname afhangt van de behoefte van de ouder voor
de interventie, na 6 maanden en na één jaar.
De resultaten suggereren dat
Thuis via
Chicago
centra in
4 metingen zijn afgenomen; nulmeting, na
opfrissessie.
Twee maanden later krijgen de ouders een
jonge kinderen.
op alledaagse situaties van ouders met
krijgen en bespreken die betrekking hebben
waarin ouders videofragmenten te zien
mogelijkheden
van educatie
implementeren
ontwikkelen en
Het
informatie over
ontvangen van
analyse naar de
Behoefte
kinderen tussen
ouders
Ouders met
Vaststellen hoe
Polivka et
al., 2006
families.
inkomen
voor lage
sessies.
ouders is bij een oudertraining
inkomen
videofragmente
deelname van
kind speel
een laag
en
laat zien hoe de
preventieve
de 2-4 jaar met
1.Vragenlijsten
onderzoek dat
Beschrijvend
n van ouder-
kinderen tussen
oudertraining.
Families met
Preventieve
materialen.
begrip van taal.
Garvey et
ouders en inhoud van de
met een laag
leescapaciteit / niveau van de
voor mensen
met lage inkomens
al., 2006
letselpreventie.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
gebruik
screen
Touch
tiging.
loodvergif
ht over
eoverdrac
Informati
ing.
oudertrain
ve
preventie
aan een
ouders
van
Deelname
.
onderzoek
14
13
12
identificeren
van gezonde
eetgewoontes.
& Walker,
2005
6 kleine groepen zijn geïnterviewd en
Ruimtes waar
die kinderen uit families met lage SES behandelen.
over astma
2. Geen
onderwijsprogr
amma
al., 2004
Kinderartsen
vragenlijsten.
1. 2 seminars
kinderen op de pediatrie
studie d.m.v.
Brown et
lage SES met
Een
beschrijvende
2005
Ouders met een
Een vragenlijst is afgenomen, waarin
Interviewe
Kinderarts
van 2-3 uur beide. Patiëntenvoorlichting en
bezoeken aan de arts gevolgd door een interview met de ouder. Kinderen werden gedurende 12 en 24 maanden gevolgd.
families met lage SES.
Binnen 22 maanden na de seminar werden
preventie werden besproken.
op kinderen uit
effect hebben
een positief
de seminars ook
pediatrie
en
hulp of ziekenhuis.
opgenomen bij een eerste
seminar conditie minder vaak
werden de kinderen in de
groepen gevonden. Wel
verschillen tussen beide
Er zijn geen significante
praten met een professional. Afdeling
ouders. 1. Seminars werden gegeven in 2 sessies
92% zou hierover willen
lage SES Onderzoeken of
vinden is op het internet.
waardevolle
vinden onder
gemeenschap
gezondheidsinf
informatie. 93% vindt dat er
gezondheidsgerelateerde
zoeken van
gebruikt internet voor het
41% heeft internet thuis. 52%
58% heeft een computer en
/
gezondheidsinformatie te
SES
computers om
n.
sassistente
onderzoek
Getrainde
n
sassistente
onderzoek
rs /
ormatie te
tra voor de lage
internet en
in
van de pediatrie
Wachtkamer
gezondheidscen
en gebruik van internet en computers.
ouders gevraagd worden naar hun toegang
en toegang van
van het gebruik
beschrijving
worden
n ontvangen
klassen gehouden
Een
Zie interventie. zwangerschaps
touch screen).
aanzien van de
opgenomen
‘click’ bij aanraking van het
vergroten ten
voedingsbonne
lage SES die
vrouwen met
Zwangere
Kind et al.,
interventie.
Geen
Het
Fowles,
Hendricks,
nodig (het horen van een
het begrip te
nieuwe baby.
knop zijn geluidsresponse ook
/ internet om zo
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
Geen
uit lage
kinderen
om zo
kinderarts
de
den van
vaardighe
kennis en
van
Vergroten
lage SES.
met een
ouders
onder
internet
tie via het
dsinforma
gezondhei
van
bereik
Het
e.
interventi
17
16
15
ogramma ‘Roken? Niet waar de kleine bij is’.
10 maanden zijn opgenomen in de effectstudie.
van focus
meedoen aan
gifpreventie
werden random gebeld, maar er is uiteindelijk
zorgsettings.
dan 5 jaar.
onderzoek
York Poison
hebben jonger
binnen
hotline (New
kinderen
et al., 2003
NYC PCC
programma en
Gezinnen
bellen naar de
Children)
Vergelijkend
aanzien van het
Infants and
Winickoff
ondervinden ten
(Woman,
over roken en
de voorlichting
vergelijken hoe
Vaststellen en
iets voordoet.
wanneer zich
Control Centre)
groepen welke barrières ouders
het WIC
door middel
over
Achterhalen
lage SES die
2 focus groepen
Schwartz
et al., 2003
Ouders met een
voorlichtingspr
vragenlijsten.
naar het
moeders van baby’s van 0-
d.m.v.
Een effectstudie
al., 2003
Alleen de
Effectstudie
Crone et
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
‘Roken?
mma
ngsprogra
voorlichti
ie naar het
Effectstud
n.
meet overtuigingen, gedragingen en kennis
werden afgenomen via de telefoon. Deze
Climate Survey of Tobacco Control’)
Verschillende vragenlijsten (‘the Social
telefoonstickers mee.
zien over gifpreventie en kregen ze info en
ouders een 15 minuten durende video te
durende discussies. Na afloop kregen
De focus groepen bestonden uit 90 minuten
$10 en een gratis lunch.
programma. Ouders die meededen kregen
het ziekenhuis die kwamen voor het WIC
Ouders zijn geworven via wachtkamers in
telefoon
Thuis via de
New York City
ziekenhuis in
kers
Onderzoe
kers
bij een huisarts. Ongeveer de
kinderarts geweest en 38%
afgelopen jaar bij een
62% van de kinderen was het
iemand naar hun huis komt.
artsen, en willen dat er
meer vertrouwen hebben in
gevaar zou zijn, omdat ze
volgens hun het kind in
de NYC PCC wanneer
eerder 911 zouden bellen dan
vergelijke
jkheden
ngsmogeli
Voorlichti
ie.
gifprevent
t.a.v.
groepen
Focus
bij is’.
de kleine Ouders gaven aan dat ze
voorlichtingsprogramma.
18% na de uitvering van het
verminderd van 41% naar
waar de kleine bij is, was
De mate waarin ouders roken
kunnen geven). Onderzoe
erkers
idsmedew
Gezondhe
Niet waar
Het Bellevue
worden
ingevuld
konden thuis
Vragenlijsten
om op maat gemaakte voorlichting te
gezondheidsprofessionals (met 5 stappen
ouders en een handleiding voor
kleine bij is’ bestaat uit een folder voor de
Het programma ‘Roken? Niet waar de
geworven om een vragenlijst in te vullen.
Via thuiszorg instanties zijn ouders
begeleide
kunnen
beter te
families
SES
19
18 tienermeisjes van 15-19 jaar met een laag inkomen.
kind
ontwikkeling
van één
semester op een
2001
van opvoeding wil vergroten.
school die
tienermoeders
artsen/verpleegs ters
borstvoeding te
de mate waarin moeders door
verpleegsters of
onderzoek naar
motiveren
dan 3 jaar.
de mate waarin
artsen, moeders
kinderen jonger
- Overzicht naar
Lu et al.,
2001
Nationaal
op het gebied
opvangt.
tienermoeders
van
zelfvertrouwen
aangemoedigd / ontmoedigd zijn om
Moeders werden gevraagd in hoeverre ze
elkaar 26 minuten duren.
kregen de moeders enkele vragen, die bij
mee te doen aan een onderzoek. Telefonisch
Ouders werden via de telefoon gevraagd
sterke kanten van de moeder.
Touchpoints richtte de les zich vooral op de
informatieverstrekking. Met het gebruik van
uit discussies en aan de hand daarvan
De lessen bestaan voor het grootste gedeelte
Tevens zorgt de school voor kinderopvang.
deelnemers krijgen cadeaubon van $10.
werden de eerste en laatste les ingevuld. De
Opvoedingscompetentie vragenlijsten
week 1 uur (15 weken lang).
cursus duurt één semester en duurt iedere
benaderd om mee te doen aan de studie. De
interventie die het
hadden opgegeven voor de cursus werden
Moeders/zwangere tienermeisjes die zich
vrienden, opleiding).
verschillende settings (werk, familie,
t.a.v. roken en meeroken (door het kind) in
naar een
Effectstudie
zorginstanties.
twee
middelbare
Moeders met
meeroken wordt benut binnen
alternatieve
zwangere
van een cursus
Tienermoeders /
Effectstudie
kinderen.
2. Huisarts
Percy, &
ouders met
(pediatrician)
McIntyre,
gekeken naar de
1. Kinderarts
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
telefoon
Thuis via
ondersteunen.
willen
tienermoeders
school die
middelbare
alternatieve
gegeven op een
De klas wordt
Inc.
DataStat
ers van
medewerk
Getrainde
sassistent.
onderzoek
ker en een
Onderzoe
n en
en meeroken in verschille nde zorginstel lingen.
huisarts (29%). Minder dan de helft van de ouders die roken gaven aan voorgelicht te zijn over de gevaren van roken en meeroken. Ook minder dan de helft was
75 % borstvoeding gegeven
arts/verpleegster (73%), had
aangemoedigd te zijn door
moeders die aangaven
borstvoeding. Van de
Meer dan 34% gaf zelf geen
op het gebied van opvoeding.
ouders waren zelfverzekerder
opvoedingscompetentie;
gebied van
voor en na meting op het
significant verschil tussen
Na de cursus was er een
ing
borstvoed
geven van
n van het
Bevordere
vergroten
ders
tienermoe
entie van
gscompet
Opvoedin
van roken
de huiskamer dan bij de
geadviseerd te stoppen.
aanzien
voor een verbod van roken in
ten
bekijken
gevraagd (38%) naar regels
Bij de kinderarts werd vaker
rookgedrag van gezinsleden.
helft is gevraagd naar het
22
21
20
ingeschreven staan voor de ‘Head Start’ Programma’s.
vast te stellen
t.a.v. het
vergroten van
1. Pictoial
anticipatory
al., 2000
ouders met een
Spaans talige
van twee
Het vergelijken
van het kind.
Powell et
de gezondheid
v.h. kind.
bevordering van
t.a.v. de
van ouders
beperkingen
barrières en
van behoeftes,
Het achterhalen
berichten over
aan media
de gezondheid
die
laag inkomen
beperkingen
inenting.
d, 2000
gedachten t.a.v.
mogelijke
attitudes en
groepen om
werd per telefoon in de computer ingevoerd
Vaststellen van
per jaar.
Drummon
groepen) zijn toegevoegd. De vragenlijst
informatie (3)
geboortecijfer
n, &
specifieke vragen (verkregen uit focus
inenting
hoogste
Ouders met een
media berichten over inenting. Cultureel
de bron van
wijken met het
media.
10 focus
en gedrag en mate van blootstelling aan
vaststellen van
de 10 jaar uit
berichten via de
Williamso
inentingen, kennis over inenting, attitudes
inenting (2)
kinderen onder
inenting
blootstelling
ouders het PAG sheet en in de middag het
In de wachtkamer kreeg in de ochtend de
uitgewerkt.
Deze discussies werden opgenomen en
gezondheidsbevordering van hun kind.
vragen te stellen om het gebied van
focus groepen kregen ouders te kans al hun
ouders opvoedingsvoorlichting. Tijdens de
Gedurende deze oudergroep sessies krijgen
vanuit het ‘ Head Start’ Programma.
oudergroep sessies die gegeven worden
De focus groepen zijn gepland tijdens de
en bijgehouden.
diensten, barrières voor het verkrijgen van
gezondheidszorg toegang, adequaatheid van
De vragenlijst bestaat uit 50 items en meet:
familie.
geprobeerd contact op te nemen met de
bedrijf verkregen. Er werd 6 keer
via een steekproef van een commercieel
gezinnen met
van de mate van
Amerikaanse
e naar
Telefoonnummers van deelnemers werden
blootsteling aan
effect heeft.
borstvoeding.
gekregen.
hoe lang het kind zelf borstvoeding had
al., 2000
hoeverre dit
van (1) Het schatten
geven en in
op het geven
Afrikaans
borstvoeding te
deze motivatie
verpleegster. Daarna werden ze gevraagd
borstvoeding te geven door hun arts of
Overzichtsstudi
worden
- Effect van
Lashuay et
gestimuleerd
geven.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
wachtkamer
In de
ruimtes
‘ Head Start’
telefoon
Thuis via de
g en
Counselin
er
verpleegst
ds
gezondhei
Publieke
Diego
t in San
universitei
van de
psafdeling
wetenscha
sociale
rs van de
interviewe
getrainde
eel
Profession
hebben niet bijgedragen aan
Beide sheets met informatie
zoveel van belang als kennis.
en geen vervoer waren net
inkomen, geen zorgdekking
Beperkingen zoals laag
van het kind te vergroten.
genoeg om de gezondheid
Voorlichting bleek niet
dat inenting gratis kan zijn.
geloofden minder (26%) snel
geld als barrière te zien,
Deelnemers die aangaven
een barrière om in te enten.
naalden en 19% vond de pijn
besmet te raken door de
inenting, 27% was bang HIV
ziektes over te houden aan
(42%). 62% dacht milde
billboards (51%) en radio
opgevangen via TV (63%),
inenting via media te hebben
88% gaf aan berichten over
aangemoedigd.
moeders die niet waren
in vergelijking met 43% door
vergemak
Het
kind.
ng van het
bevorderi
ds
gezondhei
voor de
factoren
ende
Belemmer
gezinnen.
nse
Amerikaa
Afrikaans
van
bereik
ng van het
bevorderi
ter
inenting
voor
aandacht
Media
24
23
het gevaar van roken tijdens de zwangerschap begrijpen en waarnemen.
bevallen zijn en hebben gerookt gedurende de zwangerschap.
slaapligging van het kind in lage en hoge SES klinieken.
gemiddeld
inkomen
2. Laag
inkomen
(nonprone) instructies over
dan 4 maanden
groepen:
onderzoek naar
Vergelijkend
1. (boven)
een kind jonger
verschillende
1997
Moeders met
Survey in twee
Ray et al.,
deze moeders
krijgen hoe
geleden
laag inkomen die een maand
Het in beeld
discussies
kliniek hadden.
sheet.
opgenomen
gezondheidzorg
Program (TIPP)
ongelukken.
1997
het kind in een
Prevention
van
voorkoming
studie d.m.v.
afspraak voor
2. The Injury
sheets ter
& Nyberg,
jaar die een
taalgebruik)
Moeders met
jonger dan 6
(makkelijker
informatie
verschillende
Kwalitatieve
met kinderen
(PAG) sheet
Arborelius,
laag inkomen
guidance
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
opgevolgd. Er werd in 60% van de lage SES huishoudens
het ziekenhuis.
deze instructies heeft
SES en 54% va de lage SES
waarvan 72% van de hoge
48% van de lage SES
van de hoge SES ouders en
waren ontvangen door 72%
ouders hadden meegegeven bij ontslag uit
gevraagd naar de instructies die ze de
De verpleegsters werden informeel
kliniek en roken in het huis.
kind, voorlichting gekregen vanuit de
antwoorden over de slaappositie van hun
te vullen met MC vragen en korte
Nonprone slaapinstructies
ne
pasgebore
ng van
slaapliggi
correcte
voor
Instructies
foetus.
moeders niet minder te gaan
kers
door de
vroedvrouwen zeggen de roken.
meeroken
opmerkingen van
Onderzoe
van
en moraliserende
Ouders werden gevraagd een vragenlijst in
gevaren
de
chap over
zwangers
tijdens de
die roken
moeders
lage SES
en van
Opvatting
recall.
ng van
bevorderi
sheets ter
informatie
k op
taalgebrui
van het
kelijken
kind. Door waarschuwingen
zich een ‘slecht mens’, ook
voelt zich schuldig en voelt
baby’s baren. Het merendeel
moeders die roken gezonde
velen gaven aan dat ook
was voor de foetus, maar
ervan bewust dat roken slecht
Alle vrouwen waren zich
de ouders.
de kennis overgehouden door
vrouwen om te stoppen met roken.
interviews
van
houden
voor het
waren
getraind
uwen die
Vroedvro
er gedaan.
verpleegst
werd door
van sheet
uitdelen
deels door het gevaar voor het
Thuis
Huisbezoeken.
gedaan.
via de telefoon
Posttest werd
sheets.
kregen ze de
niet gericht op het beïnvloeden van deze
deze vrouwen dachten over roken’ en was
minuten en was gericht op de vraag ‘Hoe
geïnterviewd. Dit interview duurde 45-60
Alle 13 moeders werden één keer
gevraagd mee te doen en vervolgens gebeld.
tijdens de zwangerschap, werden per brief
en waarvan bekend was dat ze rookten
Moeders, die geregistreerd zijn in de kliniek
herinneren.
hoeveel van de informatie ze konden
bezoek werden ouders gebeld en gevraagd
verpleegster. 14-28 dagen na het kliniek
ongelukken werd gegeven door
TIPP sheet. Counseling ter voorkoming van
25
aangeboren afwijking.
effecten van
etniciteit,
opleiding en
& Press,
1996
school niet hadden afgemaakt scoorden samen met de
pilot uitgevoerd.
laagst.
Mexicaanse immigranten het
Vrouwen die de middelbare
Voorafgaand aan de interviews is er een
screening.
konden zich meer herinneren.
manier waarop zij zijn ingelicht over prenatale screening.
rondom
prenatale
die de video hadden gezien,
goed onthouden, maar degene
vrouwen had deze informatie
zien gekregen. Geen van de
vrouwen had een video te
ontvangen, de helft van de
prenatale screening
informatieboekje over
Alle vrouwen hadden een
SES.
mogelijke afwijkingen, opvoeding en de
rs
interviewe
getrainde
kers en
Onderzoe
beslissingen
en duren 1,5-4 uur. Hierin wordt gevraagd
Interviews worden face-to-face afgenomen
Thuis
naar de mening over huidige zwangerschap,
screening.
te doen aan het onderzoek.
worden ze gevraagd binnen 3 maanden mee
vrouwen prenatale screening is aangeboden,
Maintenance Organisation (HMO). Nadat
Vrouwen werden geworven via Health
gerookt tegen 12% in de hoge
kennis en
over prenatale
video op de
beslissingen
van kennis en
determinanten
onderzoek naar
Verkennend
een informatie
risico voor een
vrouwen zonder
gekeken naar de
Preloran,
Zwangere
Er wordt
Browner,
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
en
afwijking
n
aangebore
van
screenen
geboorte
de
Het vóór
C
3
2
stoppen met
2007
2. Osteoporose preventie en de zelf Management cursus duurde 8 uur en richt zich op het vergroten van kennis, zelfvertrouwen, bewustwording en leefstijl.
vergroten van lichamelijke beweging en calcium-
beweging gemeten gemeten.
tot) de calciuminname en mate van
Na 1 jaar en na 2 jaar werden (voornemen
calcium inname.
ing).
lijke
lichame-
mate van
inname en
(calcium-
kinderen
van
gedrag
preventief
rose
Osteopo-
SES
Geen lage
werp
Onder-
beweg-
kind.
verhoogt calciuminname van
inspanning van moeder,
kinderen. Verhoging fysieke
meer calciuminname door
Ja, beide interventies werken;
Effect
kenmerken en mate van beweging en
?
diair
Interme-
Nulmeting voor de demografische
?
Setting / Plaats
& Cureton,
verkregen
inname.
beweging en calcium inname aan.
middel van het
Australië.
geeft het de ideale mate van lichamelijke
kinderen door
hebben in
factoren die van invloed kunnen zijn. Ook
gedrag in
osteoporose en een overzicht van leefstijl
1. Folder met een beschrijving van
osteoporose
van preventief
Het vergroten
Methode/strategie
Niet
2. Groeples.
2006
kinderen die
Moeders met
Doelstelling
Brown,
folder.
Geen lage SES.
Doelgroep
Canham,
1. Informatie-
Winzen-
berg et al.,
groepen.
verschillende
roken voor
Stappen om te
Percival,
1
Interventie
Titel
Nr
Niet geïncludeerde of niet verkregen preventieprogramma’s
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
6
5
4
Nr
1. Kinderen (hun ouders) die opgenomen
Methode/strategie
Thuis
Setting / Plaats
Interme-
Getrainde
diair
Deelnemers hebben zich niet
Effect
Onderwerp
kinderarts
Thuis
bezochten in de kliniek voor
1. Deductieve
versus
berichten met
dat informatie /
de hypothese
Het testen van
verminderen).
kunnen
verzorging
acute
ontvangen iedere 2 weken een mail met een
tips naar de deelnemers gemaild. Ze
nieuwsbrieven, brochures en kaarten met
Zonbeschermende informatie werd via
Professio-
ers
interview-
nele
verbeteren en
Ouders die hun
astma
hulp vallen.
ende nformatie.
omgaan met
onder de NAC-
Zonbescherm-
veranderen, het
buurten die niet
Buller et
kunnen
groep uit
al., 2000
t.o.v. attitude en acute hulp.
attitudes
2. Controle-
de behoefte aan
met positieve veranderingen
vergroten,
hulp.
wanneer het bericht deductief
bescherming werkt beter
Krachtige taal over zon-
De hypothese is bevestigd;
programma was geassocieerd
Deelname aan het NAC-
cijfers.
hadden wel lagere acute hulp-
bestempeld als NAC ‘hoog’
Deelnemers die werden
het aantal acute hulp.
astma kan
gevonden tussen groepen op
individuele
status van het kind werd bijgehouden.
interview iedere 3 maanden waarin de
(doel: het
Er werden geen verschillen
doelgroep te bereiken.
de mogelijkheid heeft om de
hoe een programma als NAC
resultaten alleen aangeven
volgen. Vandaar dat de
het NAC-programma te
vastgelegd om daadwerkelijk
bewustzijn van
voor een telefonisch interview en een
bewoners
buurt -
activiteiten en
gemeenschap.
geïntegreerd is;
Vervolgens werden ouders 2 keer gebeld
verkregen via medische rapporten.
onderzoek. Telefoonnummers werden
werd gevraagd mee te doen aan het
buurt wonen waar het NAC gegeven wordt,
de eerste hulp terecht kwamen en in een
werden voor behandeling van astma of op
bevorderings-
een
gemeenschap
aan een gebaseerd is op
SES families.
programma
om mee te doen interventie die
astma uit lage
een onderwijs-
een lage SES
van ouders uit
gehele
kinderen met
groep uit
buurten waar
al., 2004
(NAC) in de
Amerikaanse
1. Interventie-
Fisher et
SES
Geen lage
eren.
vermind-
en te
patiënt-
van astma
acute hulp
tie om
Interven-
verkregen Het bereiken
Doelstelling
Niet Afrikaans-
Doelgroep
Cohall et
Interventie
al., 2004
2005
Titel
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
vroege screening zijn van belang.
cariës.
10
9
8
preventieprogramma’s en
interventies ter
preventie van
Niet verkregen
Vineis et
al., 1993
1996
verkregen
O'Connor,
verkregen Niet
al., 1997
Hartley, &
Niet
Voorlichting alleen is niet
Onderwerp
Locard et
materialen op de attitudes en gedrag meten.
specifieke.
algemene kennis naar
wordt verwoord, dus van
voldoende, professionele
kunnen worden.
gebracht
taal.
minuten duurde en het effect van de
via telefonische interviews, die zo’n 23
maanden. Post en pretest werd afgenomen
totaal van 10 e-mails verspreid over 6
meerdere
Effect
1998
Intermediair
Review van
Setting / Plaats
Ismail,
Methode/strategie
7
redenering
taal beter met
versus zwakke
5-11 jaar.
redenering.
zeer krachtige een deductieve
kinderen tussen
inductieve
Doelstelling
2. Krachtige
Doelgroep
Interventie
Titel
Nr
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
D
Safe As Houses Project
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2008
E
Ambiente Fresco II
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
Intervention Procedures What is the goal of the intervention: To help families keep secondhand smoke away from their children by providing feedback and counseling about the amount of nicotine in the child’s hair. Where does this take place: In the homes of the families, over the phone, and through the mail. When does it take place: There are four intervention events over a 5-week period: 1. 2. 3. 4.
Event 1 – face to face visit Event 2 – mailer Event 3 – phone call Event 4 – mailer
How does it work: The intervention coordinator will prepare and deliver feedback about the child’s hair nicotine level and provide counseling in a face-to-face visit in the home. Mailers will provide the feedback in alternate versions. A phone call will provide additional support.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
Preparing the Tailored Feedback Forms (see attached examples): Once Julia Klein has given us the results of a hair nicotine test, modify all three versions of the feedback forms for the participant. One feedback form will be used in the face-to-face visit, and the other two will be mailed (the Intervention and Measurement Schedule on the wall shows which version is done when). For version A (Comparative chart), modify four areas: (1) the parent’s name where it says, Querida … (2) the first bar of the chart, putting in the correct value (3) the child’s correct name under the bar (4) you might have to change the blue section. If the child nicotine level is 0-.32, change the last sentence to, “These results suggest that your child’s nicotine level is low. Congratulations and keep up the good work.” For Version B (simple chart), modify five areas,: (1) the parent’s name where it says, Querida … (2) the child’s name on the chart, example, Resultados de Jaime, (3) the hair nicotine value on the chart where is says Nicotina de pelo = xx.xx ng/mg (4) the X on the line of the chart, using the following cutpoints as guidelines, Mínimo = 0 ng/mg (or non-detectable) to .32 ng/mg Significativo = > .32 ng/mg to <2.00 ng/mg Excesivo = 2.00 ng/mg or higher (5) you might have to change the blue section. For example, change the word “excesiva” to “significativa.” If you change the word to “mínima”, you’ll have to change the last part of that sentence and change the last sentence to “Your child’s nicotine level is already low. Congratulations.” For Version C (letter format), modify five areas: (1) (2) (3) (4) (5)
the date the parent’s name, where it says Querida … the child’s name in the 2nd paragraph the child hair nicotine level in the 2nd paragraph you may have to change the words “moderado” and “mas alto” in the in the 2nd paragraph and modify the sentences.
After preparing all 3 versions for a participant, have Terry or Susan check to make sure you haven’t forgotten to change something.
After finalizing the 3 versions, make a copy of each and place in a participant file.
Put a yellow sticky on each version indicting the order it will be presented (see schedule chart on wall), label “face to face”, 1st mailer, or 2nd mailer.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
Counseling Approach In your role as intervention coordinator, you will be working with your families to interpret the hair nicotine results, communicate facts about secondhand tobacco smoke exposure, and discuss ways to reduce the child’s exposure. But before you can begin working with your families to change behavior, we know that you first have to gain their trust. Some of the first home visit will be spent establishing rapport and gaining the family member’s trust. You were selected to do this because you display the ability to listen, empathize, communicate, and motivate. All of these skills can be practiced and strengthened. Listening to others is an especially important skill. It lets the other person know that you care about what is important to them and that you’re trying to understand what is going on in their lives. One good way to listen to another person is to use “reflective listening.” When you are listening this way, you do the following:
• • • • • • •
make eye contact let the other person finish her sentence paraphrase or put into your own words what you just heard restate, without being judgmental, what you think they are feeling try to get the participant herself to set goals for reducing the child’s exposure use positive reinforcement to build confidence. If the participant says, “I think I can go outside to smoke my evening cigarette,” you might say, GOOD IDEA I’LL BET YOU CAN TOO. Help the parent set an obtainable, realistic goal with which the parent feels comfortable (e.g., reducing exposure by 5 cigarettes a day).
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
Face-to-Face Visit Materials for the Face-to-Face Visit The following materials are to be taken to the face-to-face home visit: 1. Version A, B, or C of the feedback form that has been tailored based on the child’s nicotine level. The Intervention and Measurement Schedule on the wall tells you which version of the feedback form is to be presented at the home visit, and it should be marked as such with a yellow sticky. 2. Intervention description card ?? 3. Aspectos Básicos del Tabaco fact sheet (Basics about Tobacco) 4. Señales de Humo brochure 5. Donde esta el Humo worksheet 6. Refrigerator magnet 7. Thermos 8. Receipt of money form for signature
Counseling Protocol for the Face-to-Face Visit 1.
Introduce yourself to establish rapport
2.
Present version A, version B, or version C of the feedback form.
3.
In the face to face visit, let the feedback form guide you. When in doubt of what to say or do, just read and follow the feedback form.
4.
Counseling steps for all Versions: 1. Give participant Intervention description card ?? 2. Present and interpret feedback on the feedback form 3. Go over Aspectos Básicos del Tabaco fact sheet (Basics about Tobacco) 4. Discuss health effects on children from the feedback form 5. Give participant the Señales de Humo brochure 6. Complete the Donde esta el Humo worksheet and talk about ways to reduce ETS 7. Ask the participant about the number of cigarettes they currently smoke to help come up with ideas on how to reduce ETS. 8. Remind the participant about the follow-up hair collection visit and that we’ll be able to tell them if there were reductions in the child’s hair nicotine.
5.
The following pages describe the face-to-face counseling for versions A, B, and C. Most of the steps and information are the same for all 3 versions. Susan and Terry will help practice each one before you have to do it.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
Presenting Version A (comparative chart) in the Face-to-Face Visit Read or paraphrase the first few sentences on the feedback form. You might say, or simply read, “remember when one of our staff took a hair sample from your child to test it for nicotine? I have the results here.” First, focus on the Dear Parent section portion of the feedback form, reading, “Nicotine coming from adult’s cigarette smoke gets into children’s hair, so hair nicotine can be used to measure how much tobacco smoke a child is exposed to. The closer to zero, the better.” a.
Version A is the most challenging of the 3 feedback forms. For interpreting version A (comparison chart) you might say…
“The first bar of this graph shows the amount of nicotine found in your child’s hair due to exposure to secondhand smoke. The second bar shows the amount in some Latino children in the San Diego area who are exposed to secondhand smoke—see, it’s about 1.00. The third bar shows the amount of nicotine among children not exposed—see, it’s very close to zero. The fourth bar shows the amount found in exposed adults and children reported in lots of different studies throughout the world.” At this point, you’ll need to interpret the feedback accurately, without scaring the participant. Examples are: “As you can see, the amount of nicotine in your child’s hair is….” Example: “… about the same as other local Latino children exposed to secondhand smoke, higher than children not exposed to secondhand smoke, but not as high as the amount reported in other studies of exposed individuals.” OR Example: “ … about the same as local Latino children who are exposed to secondhand smoke, a little bit higher than children who are not exposed to secondhand smoke, and lower than other people in other studies who are exposed to secondhand smoke.” OR Example: “…very low. Lower than local Latino children exposed to secondhand smoke, lower than people in other studies, and about as low as that among children who have not been exposed.” Unless the child’s value is zero, make a suggestion for reduction of exposure, by saying, “These results suggest that…your child’s nicotine level could be lower, and his/her health would benefit.” If the child’s value is zero (below detectable levels), you can say…
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
“Your child’s nicotine level is already very low. Congratulations. We’ll talk about ways to keep it that way.” b. Proceed with the Aspectos Básicos del Tabaco fact sheet. Read over the sheet with them, adding other facts that you think are important, such as: • Tobacco smoke contains more than 50 chemicals that cause cancer. • Secondhand smoke is the single most important source of harmful indoor air pollution. • When children are around smoke, they breathe the same dangerous substances as the smoker. • Secondhand smoke kills more than 6,000 children a year. • Children exposed to secondhand smoke get sick more often and for longer periods of time than other children. c.
Next, return to the feedback form and name some of the effects of secondhand smoke on children. At this point, say, “Here’s a little brochure to read on your own that talks a little more about the health effects on children,” and give them the Señales de Humo brochure.
d. Complete the “Donde esta el Humo” worksheet together. The Donde esta el Humo worksheet helps identify the places, times of day, and activities in which the child is exposed to ETS in the home or car. This exercise will be useful for identifying opportunities for ETS reduction. Say, “This is a useful exercise to help find out where your child is usually exposed to secondhand smoke. Write in the places where your child is exposed to cigarette smoke. Where’s the main place, would you say? Where else? What about the car? What time of the day is this, usually?” e.
Once the worksheet is completed, brainstorm/discuss potential ways to reduce secondhand smoke in the home and car. To help come up with ideas, ask about number of cigarettes smoked around the child (or check the baseline survey before the visit). You might say, “The survey you filled out a few weeks ago says you smoke about ___ cigarettes around the child per week. Is that still about right? Even if you could reduce his/her exposure by just a few cigarettes, your child’s health would probably benefit. How do you think you might be able to do that?” Try to get the participant to come up with her own goal or strategy to reduce ETS that is realistic and comfortable for her.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
Here are a couple of examples: Example: Parent F explains to the intervention coordinator that she has already started reducing ETS in the TV room (where the child often plays) by smoking only during commercials. When probed, she decides that she probably abides by the rule about 75% of the time. The intervention coordinator gives her verbal praise for her actions thus far, and points out that she has already been able to reduce ETS. Parent F expresses concern about the level of nicotine in her child’s hair, and she and the intervention coordinator discuss a next logical step towards further reducing ETS. Parent F decides that she wants to try to smoke only during commercials 100% of the time, and that she is going to ask her husband to do the same. The intervention coordinator suggests that Parent F place a sign in the family room to remind her of her goal.
Example: Parent H states to the intervention coordinator that she wants to get her child’s hair nicotine level to zero. She would like to quit smoking altogether, but she doesn’t think this is realistic right now. She does think that limiting her smoking to her own bedroom where the child rarely plays is possible. The intervention coordinator reinforces Parent H’s statements about restricting her smoking to one room, and suggests she use personal “rewards” (e.g., purchasing a new magazine) to reinforce her progress. f. Next, discuss the “tips” at the end of the feedback form under the section, “How can I protect my child from cigarette smoke.” These are suggestions to help reduce the child’s exposure. These include: 1. Keep smoke away from the child by smoking outside or in another room. 2. Open the doors and windows to circulate the air in your home and car. 3. Encourage family, friends, and babysitters not to smoke around your child. 4. Tell your child to avoid cigarette smoke. 5. Remind yourself about the reasons to smoke away from your child. 6. Consider quitting smoking—call 1-800-45-no-fume 7. Be kind to yourself…don’t give up. Keep trying to reduce secondhand smoke. g. Leave all materials including the feedback form, tobacco fact sheet, Donde esta el Humo, magnet, your card, intervention description card, and thermos with participant. h. Remind the participant that she’ll receive two mailers and a phone call over the next 4 weeks, and follow-up measurement visit in about 6 weeks.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
Presenting Version B (simple chart) in the Face-to-Face Visit Read or paraphrase the first few sentences on the feedback form. You might say, or simply read, “remember when one of our staff took a hair sample from your child to test it for nicotine? I have the results here.” First, focus on the Dear Parent section of the feedback form, reading, “Nicotine coming from adult’s cigarette smoke gets into children’s hair, so hair nicotine can be used to measure how much tobacco smoke a child is exposed to. The closer to zero, the better.” a.
For interpreting version B (simple chart), tailor what you say based on what the actual value is in the chart, and where the X is. For example, you might say,
“This chart shows the amount of nicotine found in your child’s hair due to exposure to secondhand smoke. You can see that the value of hair nicotine is 2.1, which indicates somewhat heavy secondhand smoke exposure.” OR “This chart shows the amount of nicotine found in your child’s hair due to exposure to secondhand smoke. You can see that the value of hair nicotine is 1.2, which indicates medium or moderate secondhand smoke exposure.” OR “This chart shows the amount of nicotine found in your child’s hair due to exposure to secondhand smoke. You can see that the value of hair nicotine is .24, which indicates minimal secondhand smoke exposure.” Unless the child’s value is zero, make a suggestion for reduction of exposure, by saying, “These results suggest that…your child’s nicotine level could be lower, and his/her health would benefit.” If the child’s value is zero (below detectable levels), you can say… “Your child’s nicotine level is already very low. Congratulations. We’ll talk about ways to keep it that way.” b. Proceed with the Aspectos Básicos del Tabaco fact sheet. Read over the sheet with them, adding other facts that you think are important, such as: • Tobacco smoke contains more than 50 chemicals that cause cancer.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
• Secondhand smoke is the single most important source of harmful indoor air pollution. • When children are around smoke, they breathe the same dangerous substances as the smoker. • Secondhand smoke kills more than 6,000 children a year. • Children exposed to secondhand smoke get sick more often and for longer periods of time than other children. c.
Next, return to the feedback form and name some of the effects of secondhand smoke on children. At this point, say, “Here’s a little brochure to read on your own that talks a little more about the health effects on children,” and give them the Señales de Humo brochure.
d. Complete the “Donde esta el Humo” worksheet together. The Donde esta el Humo worksheet helps identify the places, times of day, and activities in which the child is exposed to ETS in the home or car. This exercise will be useful for identifying opportunities for ETS reduction. Say, “This is a useful exercise to help find out where your child is usually exposed to secondhand smoke. Write in the places where your child is exposed to cigarette smoke. Where’s the main place, would you say? Where else? What about the car? What time of the day is this, usually?” e. Once the worksheet is completed, brainstorm/discuss potential ways to reduce secondhand smoke in the home and car. To help come up with ideas, ask about number of cigarettes smoked around the child (or check the baseline survey before the visit). You might say, “The survey you filled out a few weeks ago says you smoke about ___ cigarettes around the child per week. Is that still about right? Even if you could reduce his/her exposure by just a few cigarettes, your child’s health would probably benefit. How do you think you might be able to do that?” Try to get the participant to come up with her own goal or strategy to reduce ETS that is realistic and comfortable for her. Here are a couple of examples: Example: Parent F explains to the intervention coordinator that she has already started reducing ETS in the TV room (where the child often plays) by smoking only during commercials. When probed, she decides that she probably abides by the rule about 75% of the time. The intervention coordinator gives her verbal praise for her actions thus far, and points out that she has already been able to reduce ETS. Parent F expresses concern about the level of nicotine in her child’s
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
hair, and she and the intervention coordinator discuss a next logical step towards further reducing ETS. Parent F decides that she wants to try to smoke only during commercials 100% of the time, and that she is going to ask her husband to do the same. The intervention coordinator suggests that Parent F place a sign in the family room to remind her of her goal.
Example: Parent H states to the intervention coordinator that she wants to get her child’s hair nicotine level to zero. She would like to quit smoking altogether, but she doesn’t think this is realistic right now. She does think that limiting her smoking to her own bedroom where the child rarely plays is possible. The intervention coordinator reinforces Parent H’s statements about restricting her smoking to one room, and suggests she use personal “rewards” (e.g., purchasing a new magazine) to reinforce her progress. f. Next, discuss the “tips” at the end of the feedback form under the section, “How can I protect my child from cigarette smoke.” These are suggestions to help reduce the child’s exposure. These include: 1. Keep smoke away from the child by smoking outside or in another room. 2. Open the doors and windows to circulate the air in your home and car. 3. Encourage family, friends, and babysitters not to smoke around your child. 4. Tell your child to avoid cigarette smoke. 5. Remind yourself about the reasons to smoke away from your child. 6. Consider quitting smoking—call 1-800-45-no-fume 7. Be kind to yourself…don’t give up. Keep trying to reduce secondhand smoke. g. Leave all materials including the feedback form, tobacco fact sheet, Donde esta el Humo, magnet, your card, intervention description card, and thermos with participant. h. Remind the participant that she’ll receive two mailers and a phone call over the next 4 weeks, and follow-up measurement visit in about 6 weeks.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
Presenting Version C (Letter) in the Face-to-Face Visit You might start by saying, “Remember when one of our staff took a hair sample from your child to test it for nicotine? I have the results here. I’d like to just read the letter to you. Will you follow along?” a.
Now, just read the letter, giving her a copy to follow or have her look on with you. Because the letter presents and interprets the results, it is relatively straightforward.
b. Proceed with the Aspectos Básicos del Tabaco fact sheet. Read over the sheet with them, adding other facts that you think are important, such as: • Tobacco smoke contains more than 50 chemicals that cause cancer. • Secondhand smoke is the single most important source of harmful indoor air pollution. • When children are around smoke, they breathe the same dangerous substances as the smoker. • Secondhand smoke kills more than 6,000 children a year. • Children exposed to secondhand smoke get sick more often and for longer periods of time than other children. c.
Next, return to the feedback form and name some of the effects of secondhand smoke on children. At this point, say, “Here’s a little brochure to read on your own that talks a little more about the health effects on children,” and give them the Señales de Humo brochure.
d. Complete the “Donde esta el Humo” worksheet together. The Donde esta el Humo worksheet helps identify the places, times of day, and activities in which the child is exposed to ETS in the home or car. This exercise will be useful for identifying opportunities for ETS reduction. Say, “This is a useful exercise to help find out where your child is usually exposed to secondhand smoke. Write in the places where your child is exposed to cigarette smoke. Where’s the main place, would you say? Where else? What about the car? What time of the day is this, usually?” e. Once the worksheet is completed, brainstorm/discuss potential ways to reduce secondhand smoke in the home and car. To help come up with ideas, ask about number of cigarettes smoked around the child (or check the baseline survey before the visit). You might say,
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
“The survey you filled out a few weeks ago says you smoke about ___ cigarettes around the child per week. Is that still about right? Even if you could reduce his/her exposure by just a few cigarettes, your child’s health would probably benefit. How do you think you might be able to do that?” Try to get the participant to come up with her own goal or strategy to reduce ETS that is realistic and comfortable for her. Here are a couple of examples: Example: Parent F explains to the intervention coordinator that she has already started reducing ETS in the TV room (where the child often plays) by smoking only during commercials. When probed, she decides that she probably abides by the rule about 75% of the time. The intervention coordinator gives her verbal praise for her actions thus far, and points out that she has already been able to reduce ETS. Parent F expresses concern about the level of nicotine in her child’s hair, and she and the intervention coordinator discuss a next logical step towards further reducing ETS. Parent F decides that she wants to try to smoke only during commercials 100% of the time, and that she is going to ask her husband to do the same. The intervention coordinator suggests that Parent F place a sign in the family room to remind her of her goal.
Example: Parent H states to the intervention coordinator that she wants to get her child’s hair nicotine level to zero. She would like to quit smoking altogether, but she doesn’t think this is realistic right now. She does think that limiting her smoking to her own bedroom where the child rarely plays is possible. The intervention coordinator reinforces Parent H’s statements about restricting her smoking to one room, and suggests she use personal “rewards” (e.g., purchasing a new magazine) to reinforce her progress. f. Next, discuss the “tips” at the end of the feedback form under the section, “How can I protect my child from cigarette smoke.” These are suggestions to help reduce the child’s exposure. These include: 1. Keep smoke away from the child by smoking outside or in another room. 2. Open the doors and windows to circulate the air in your home and car. 3. Encourage family, friends, and babysitters not to smoke around your child. 4. Tell your child to avoid cigarette smoke. 5. Remind yourself about the reasons to smoke away from your child. 6. Consider quitting smoking—call 1-800-45-no-fume
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
7. Be kind to yourself…don’t give up. Keep trying to reduce secondhand smoke. g. Leave all materials including the feedback form, tobacco fact sheet, Donde esta el Humo, magnet, your card, intervention description card, and thermos with participant. h. Remind the participant that she’ll receive two mailers and a phone call over the next 4 weeks, and follow-up measurement visit in about 6 weeks.
Conducting the Supportive Phone Call One of the participant’s contact with the intervention coordinator will be over the telephone, in the fourth week of intervention phase. This call will generally provide social support for the parent. 1.The intervention coordinator will pull a copy of the two feedback forms the participant has already seen to remind her of the child’s nicotine level. Parents will have received two feedback forms at the time of the phone call, and content of those will be useful for providing discussion points. 2.The intervention coordinator will remind the parent of the child’s hair nicotine level, ask about the participant’s progress and challenges, verbally reinforce progress, and provide encouragement to set a new goal if setbacks have occurred.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
VERSION A
Exposure to Tobacco Smoke
Expuesto a la Nicotina (ng/mg)
3.5
3.2
3 2.5 2 1.5
1.37 1.01
1 0.5
0.1
0 Jose
(a) Niños de la Región Expuestos
(b) Niños No Expuestos
(c) Otros Individuos Expuestos
Dear Mrs. Hernandez, You probably remember when project Ambiente Fresco II took a hair sample from your child to test it for secondhand tobacco smoke exposure. Nicotine coming from adults’ cigarette smoke gets into children’s hair, so hair nicotine can be used to measure how much smoke a child is exposed to. The lower the level, the better. The results of your child’s hair sample are shown in the graph. Your child’s hair nicotine level is compared to (a) other San Diego children exposed to secondhand smoke, Secondhand smoke exposure can cause (b) children not exposed to secondhand these problems in children: smoke, and (c) other studies of adults and Asthma children exposed to secondhand smoke. Colds and coughs These results suggest that your child’s Sudden Infant Death Syndrome nicotine level could be lower, Ear infections and his/her health may benefit Sore throat in the short and long term. Bronchitis
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
How can I protect my child from cigarette smoke? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Keep smoke away from the child by smoking outside or in another room. Open the doors and windows to circulate the air in your home and car. Encourage family, friends, and babysitters not to smoke around your child. Tell your child to avoid cigarette smoke. Remind yourself about the reasons to smoke away from your child. Consider quitting smoking—call 1-800-45-no-fume for free help to quit. Be kind to yourself…don’t give up. Keep trying to reduce secondhand smoke.
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
Exposure to Tobacco Smoke VERSION B
Dear Mrs. Cortez,
Jaime’s Results:
Minimal Heavy
Significant
Hair nicotine=2.1 ng/mg You probably remember when project Ambiente Fresco II took a hair sample from your child to test it for secondhand tobacco smoke exposure. Nicotine coming from adults’ cigarette smoke gets into children’s hair, so hair nicotine can be used to measure how much smoke a child is exposed to. The lower the level, the better. The results of your child’s hair sample are shown in the box. The hair nicotine value indicates Heavy secondhand smoke exposure. Steps to decrease your child’s exposure to cigarette smoke may benefit his/her health in the short and long term.
Secondhand smoke exposure can cause these problems in children: Asthma Colds and coughs Sudden Infant Death Syndrome Ear infections Sore throat
How can I protect my child from cigarette smoke? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Keep smoke away from the child by smoking outside or in another room. Open the doors and windows to circulate the air in your home and car. Encourage family, friends, and babysitters not to smoke around your child. Tell your child to avoid cigarette smoke. Remind yourself about the reasons to smoke away from your child. Consider quitting smoking—call 1-800-45-no-fume for free help to quit. Be kind to yourself…don’t give up. Keep trying to reduce secondhand smoke.
X
TNO-rapport | KvL/P&Z/2008.075/ maart 2000
VERSION C San Diego State University, 9245 Sky Park Court, Suite 120, San Diego, CA 92123 ~ (619) 594-0668
Date Dear Sra. Martinez, You probably remember when project Ambiente Fresco II took a hair sample from your child to test it for secondhand tobacco smoke exposure. Nicotine coming from adults’ cigarette smoke gets into children’s hair, so we are able to measure nicotine in hair to see how much tobacco smoke a child has been exposed to. The lower the level of nicotine, the better. Marisol’s hair nicotine level was .70 ng/mg. This indicates a moderate level of exposure, and generally is higher than the level you would see in children living in homes where no one smokes around them. An excellent score would be around 0. Secondhand smoke exposure can cause health problems for a child, such as asthma, colds, coughs, Sudden Infant Death Syndrome (SIDS), ear infections, sore throats, bronchitis, reduce lung function, and poorer school performance. Because breathing even small amounts of other people’s smoke can cause health problems for a child, we encourage you to only allow smoking outside your home or car, away from your child. Here are a few more tips for reducing your child’s exposure: - Open the doors and windows to circulate the air in your home and car. - Encourage family, friends, and babysitters not to smoke around your child. - Tell your child to avoid cigarette smoke. - Remind yourself about the reasons to smoke away from your child. - Be kind to yourself…don’t give up. Keep trying to reduce secondhand smoke. Following these tips could reduce your child’s exposure to 0. Of course, quitting smoking is the best way a parent can reduce children’s exposure to smoke. By calling 1-800-45-no-fume, you can receive free help to quit smoking. If you have any questions, please feel free to ask us at any time by calling (619) 5940668. Sincerely,