Hockeyplan. approach 2020

Hockeyplan approach 2020

Auteur : TC Hisalis Versie : 1.0 Opgesteld : 23 juli 2015

Inleiding HC Hisalis heeft de keus gemaakt om prestatie gericht te gaan hockeyen. Maar prestatie gericht hockeyen betekend niet alleen kijken naar prestaties van de eerste teams. Het doel moet zijn om het maximale te halen uit de jeugdleden, qua presteren en speelplezier. We willen graag dat alle eerste teams in de (sub) top klasse uitkomen. Maar dat ook de lagere teams veel speel-plezier halen uit het spelen bij HC Hisalis. Tot de D-jeugd is het beleid dat het spelplezier voorop staat. Dit betekend dat alle teams tot de D-jeugd dezelfde trainingsmogelijkheden krijgen. Daarbij moet wel vermeld worden dat vanaf de D-jeugd er naar gestreefd wordt om de eerste teams zo sterk mogelijk te maken. Voor de lagere A, B en C- teams ligt het accent meer op spelplezier en gezelligheid, de eventuele aanwezige potentiele talenten wordt de mogelijkheid gegeven om mee te trainen met de selectieteams. Op deze manier krijgen alle leden de aandacht die ze verdienen. Om een goede jeugdopleiding te waarborgen moeten er vier voorwaarden worden ingevuld: 1. trainers / coaches 2. trainersmogelijkheden 3. opleidingsplan 4. organisatie

Trainers Trainers zijn van groot belang bij het opleiden van de leden. We gaan trainers benaderen waarbij de competenties passen bij een team. Waarbij houding en gedrag van een trainer leidend is in plaats van hockeykennis. Daarnaast proberen we spelers en speelsters van H1 en D1 bij de trainingen en coaching van de jeugdteams te betrekken. Juist de spelers en speelsters van H1 en D1 kunnen door hun ervaring en uitstraling overdragen wat een jeugdspeler ervoor over moet hebben om het beste uit zich zelf te halen. Om naast de juiste competenties in houding en gedrag wel de juiste kennis te waarborgen gaan we opleidingen van de KNHB promoten. Trainersmogelijkheden Om trainers op een zo hoog mogelijk niveau trainingen te laten verzorgen moet er geinvesteerd worden in de trainersmogelijkheden. Hierbij doelen we op materialen en ondersteuning. Daarnaast is het van belang dat de organisatie goed georganiseerd is. De eindverantwoordelijke van de jeugdafdeling is de technisch manager. De technisch manager vormt en controleert het beleid en zorgt voor het optimale functioneren van het kader. Lijncoordinatoren JA, JB, JC, MA, MB en MC moeten zo nauw mogelijk bij de teams betrokken zijn en van alle zaken op de hoogte trachten te zijn.

1. uitgangspunten jeugdopleiding algemene uitgangspunten:  het vergroten van het speelplezier  verhogen van het spelniveau  elk lid verdient evenveel aandacht  optimaliseren van de opvang en begeleiding van de leden  junioren vormen de basis van de seniorenafdeling  technisch kader stimuleren om opleiding te volgen. algemene doelstellingen:  elk jeugdteam voorzien van een HT2 of HT3 gediplomeerde trainer of trainer met tweede klasse bondscompetitie ervaring.  jeugdopleiding eindigt niet bij de overgang van junioren naar senioren, H1 of D1 is het einddoel  HC Hisalis heeft een regiofunctie ten aanzien van opleiden  bevorderen betrokkenheid spelers en speelsters van H1 en D1  naast presteren is spelplezier erg belangrijk, met plezier in de sport en de juiste drive zijn de juiste voorwaarden voor maximaal presteren. specifieke doelstellingen seizoen 2015-2016: 1. herstructureren organisatie technisch kader a. introductie van de technisch manager b. minder trainers in absolute zin en accent op meer professionele trainers 2. waarborgen van aandacht voor de lagere teams a. lagere teams voorzien van gediplomeerde trainers en coaches b. begeleiding van trainers en coaches. c. promotiemogelijkheden naar eerste teams zo veel mogelijk open houden, d.m.v. openselectie beleid d. selecties zo samenstellen dat er vanuit lagere teams mee getraind en gespeeld worden in hogere teams 3. beleid voeren dat gericht is op de ontwikkeling van een “club betrokkenheid” a. uitvoeren van richtlijnen aan spelers, trainers en coaches b. bij het selecteren nadrukkelijk kijken naar de interne motivatie c. individueel aandacht geven aan talenten d. de bank bepaald de sterkte van het team, bankzitters zijn de eerste die in aanmerkingen komen om in te vallen 4. technisch manager betrekken bij jeugdopleidingen talentontwikkeling a. thema bijeenkomsten organiseren b. participatie van trainers en coaches bij uitvoeren, evalueren en bijstellen van Hockeyplan c. niet gediplomeerd kader stimuleren tot volgen van opleiding d. bevorderen van opkomst bij interne bijeenkomsten e. praktisch intensief begeleiden van niet gediplomeerd kader f. onervaren trainers en coaches stage laten lopen bij ervaren krachten

2. organisatie en bevoegdheden belangrijke communicatielijnen: 1. app 2. website 3. bijeenkomsten 4. vitrine gang, organisatorische mededelingen en wedstrijduitslagen organisatorische kader:  TC  technisch manager  lijncoördinator  wedstrijdsecretariaat  JJ coördinator technisch kader:  technisch manager  hoofdtrainer(s) junioren en jongste jeugd  trainer & coach  teambegeleider/teammanager taken technisch manager:  uiteenzetten van beleid en controle hierop  uitwerken periodeplan en trainingen  praktische instructie van de trainers met betrekking tot de oefenstof en methodologie  begeleiden van trainers in het training geven door middel van begeleidingsavonden.  behandelen van algemene zaken: o aanspreekpunt voor technisch kader o coördinatie beleidsmatig ontwikkeling van het jeugdplan o aanspreekpunt voor de behandeling van actuele problemen  aanspreekpunt op de zaterdag  verantwoording afleggen bij voorzitter TC  toezien dat de regels van het hockeyplan worden nageleefd  opkomst trainingsgroepen controleren en eventueel actie ondernemen op  goed functioneren van trainers en coaches

taken lijncoördinator:  voordragen coaches voor de breedte teams  communiceren samenstelling teams, regels en trainingsschema  stimuleren van actieve participatie van trainers en coaches  zorgen dat iedereen met plezier aan het hockeyen is en deelneemt aan het clubleven taken trainer & coach:  uitvoeren van het opleidingsplan  behoud van spelplezier  behoud van individuele ontwikkeling  aanwezig bij begeleidingsavonden van lijncoordinator  actief onderhoud met lijncoordinator  lijncoordinator advies aan met betrekking tot samenstelling team kanttekening:  aanstelling per seizoen  trainer / coach heeft een signalerings functie  belemmerd wijziging in teamsamenstelling niet taken teambegeleider/teammanager:  ondersteuning organisatie op teamniveau (wedstrijdformulieren, ontvangst tegenstander / scheidsrechter en contact ouders)  ondersteunen coach op sociaal vlak  bewaken onderlinge verhoudingen in het team taken wedstrijdsecretaris:  algehele coördinatie competitiewedstrijden (tijden / velden)  onderhoud contact met wedstrijdsecretariaat andere clubs  onderhoud contact met competitieleiders KNHB  opgave teams aan de KNHB  toernooien doorspelen aan categorieleiders

organisatorisch beleid richtlijnen aantal trainingsuren per categorie:  elftallen 2 x 1,5uur  JJ 2 x 1uur trainingsdiscipline is essentieel voor een goede jeugdopleiding, uitgangspunten hierbij zijn:  speler moet zo snel mogelijk bijgestuurd worden bij wangedrag door trainer en/of categorieleider  regels dienen strikt en consequent te worden toegepast selectiebeleid selecties A1/A2, B1/B2, C1/C2 en D1/D2:  begin mei ontvangen de categorieleiders advies van de trainers en coaches met betrekking tot teamsamenstelling  in mei komen de categorieleiders bij elkaar om de voorlopige selecties samen te stellen  indien nodig wordt er eind mei een selectietraining georganiseerd door de categorieleider  begin juli maakt de categorieleider de voorlopige selecties bekend, deze selectie wordt ook via de app/website gecommuniceerd  in juni wordt er getraind in de nieuwe samenstellingen  de selectie blijft het gehele seizoen open, er kunnen dus wijzigingen plaats vinden in de hefst,- en kerstvakantie

selectie criteria om goed te kunnen vaststellen wat het niveau van een individu is en om te voorkomen dat er subjectieve maatstaven worden aangelegd, volgt hieronder een opsomming van selectiecriteria die we hanteren. deze selectiecriteria zijn richtlijnen die de technisch manager, trainers/coaches leiders hanteren bij twijfel of indien er een keuze gemaakt moet worden. Dit betekend niet dat spelers enkel op technische en tactische capaciteiten worden geselecteerd. naast deze twee aspecten zijn de volgende elementen ook van belang: mentaliteit, motoriek, sociaal functioneren en instelling indeling criteria:  technische vaardigheden o aanvallend  soleren: dribbel en passeren  spelen van de bal (passing)  aannemen van de bal o verdedigend  houding (voetenstand)  stickvoering  tactische vaardigheden o aanvallend  1:1  2:1  3:1  3:2  Driehoeksspel  vaste spelpatronen  schijnruimtes o verdedigend  mandekking  zonedekking  channelen (bij 1:1, 1:2, 1:3 en 2:3)  dubbelen aandachtsgebieden: technische vaardigheden:  houding  snelheidsverandering  richtingsverandering  timing  dosering  handelen onder druk  aantal handelingen De belangrijkste meetmomenten in het seizoen voor alle teams zijn:  voorbereiding voorcompetitie  herfstvakantie (TIPS)  winterstop (TIPS)  eventuele selectietrainingen  voor de eerste week van november en eerste week van maart moeten de categorieleiders zorgen dat de trainers en coaches TIPS hebben ingevuld.

5. hockeyleerplan inleiding Op de hiernavolgende pagina’s staan per categorie per periode aangegeven volgens welk richtlijnen de trainingen moeten worden gegeven. Daarnaast is er natuurlijk ruimte voor uitwerkingen van bevindingen uit wedstrijden. Het plan is ingedeeld in vier periodes met de volgende opbouw:  periode A, augustus tot en met september: herhalen van periode D van het voorgaande jaar en nieuwe technieken  periode B, oktober tot en met november: herhalen van periode A en nieuwe technieken  periode C, februari tot en met maart: herhalen van periode B en nieuwe technieken  periode D, april tot en met mei: herhalen periode C en nieuwe technieken De technieken die herhaald worden, komen terug in de warming-up of zijn onderdeel van oefeningen waarbij het accent op een andere techniek ligt (“kern 2”) specifieke aandachtpunten voor de jongste jeugd: • F-categorie: veiligheid staat voorop!!! daarom accent op brede grip. • E-categorie: ontwikkeling moet niet afgeremd worden, eventueel mogelijk om spelers te leren slaan (mits veilig). Waarbij de accent moet liggen in de toepasbaarheid (keuze tussen push en slag).

bijlage 1: selectie criteria

selectie richtlijnen F categorie:  deze categorie is niet gericht op selecties  het doel is dat de kinderen kennis te laten maken met hockey en hen te stimuleren om te gaan hockeyen  de samenstelling van de teams wordt benaderd vanuit een sociale context, de teams dienen zo harmonieus mogelijk gemaakt worden selectie richtlijnen E categorie:  in deze categorie worden de eerste en tweedejaars opgesplitst  de sterkste tweedejaars worden zoveel mogelijk bij elkaar gezet, echter de sociale verhoudingen worden niet uit het oog verloren  in het veld wordt er door gerouleerd (dus ook op doel), niemand staat een heel seizoen in de aanval of verdediging  in deze periode wordt er vooral aandacht gegeven aan de basistechnieken (frequente herhalingen) en veiligheid selectie richtlijnen D categorie:  de teams worden in deze categorie samengesteld door selectie op individuele kwaliteiten. in de D1 spelen de beste spelers, in de D2 spelen de spelers die de D1 niet hebben gehaald (uiteindelijk bepaald na de selectietrainingen). Eerste en tweede teams zijn selectieteams Overige teams worden ingedeeld mede rekening houdend met verzoeken van spelers zelf (met vriend(in) in een team willen spelen  de sociale context blijft in deze categorie nog steeds een rol spelen bij het samen stellen van de teams (bijv. om een dreigend isolement van een speler te voorkomen)  in het veld wordt nog steeds door gerouleerd, het is lastig om nu al te bepalen of een speler een keeper of spits is  wel kan er begonnen worden met het stimuleren van een vaste keeper. Dit heeft de nadrukkelijke voorkeur voor de D1  elk kind speelt in principe even lang selectie richtlijnen C categorie:  de teams worden in deze categorie samengesteld door selectie op individuele kwaliteiten. in de C1 spelen de beste spelers, in de C2 spelen de spelers die de C1 niet hebben gehaald (uiteindelijk bepaald na de selectietrainingen). Eerste en tweede teams zijn selectieteams. Overige teams worden ingedeeld mede rekening houdend met verzoeken van spelers zelf (met vriend(in) in een team willen spelen.  zijn twee kinderen even sterk waarbij een van de spelers tweedejaars is en de ander eerstejaars dan gaat de eerstejaars voor.  zijn twee kinderen van dezelfde leeftijd even sterk en moet er toch gekozen worden dan geeft de “teambalans” de doorslag (verhouding verdedigend en aanvallende spelers)  iemand die in het eerste jaar in de C1 zit, wordt in principe ook het daaropvolgende seizoen gekozen voor C1.



er wordt in het veld nog zoveel mogelijk gerouleerd, wel moet dit zo min mogelijk invloed hebben op het verloop van de wedstrijd. als een speler zegt dat hij/zij een bepaalde positie niet kan spelen dan is deze niet geschikt voor het eerste team.



de kinderen worden de eerste beginselen van prestatie hockey bijgebracht: o keuzes leren maken (je hoeft niet in de C1) o open-selectie principe o elke speler wordt maximale speeltijd gegund, de zwakste speler van het team speelt in principe minimaal 45 minuten. o introductie basis-speler en bank-speler diegene die afwezig was op de training start in principe op de bank

selectie richtlijnen B categorie:  de teams worden in deze categorie geselecteerd op individuele kwaliteiten en per linie  de teams worden ingedeeld naar sterkte, de talenten spelen in de B1 en minst getalenteerde in het laagste team  zijn twee kinderen even sterk waarbij een van de spelers tweedejaars is en de ander eerstejaars dan gaat de eerstejaars voor  zijn twee kinderen van dezelfde leeftijd even sterk en moet er toch gekozen worden dan geeft de “teambalans” de doorslag (verhouding verdedigend en aanvallende spelers)  als iemand in het eerste jaar in de B1 speelt is dat geen garantie dat hij/zij het seizoen daarop automatisch geselecteerd wordt voor de B1  er wordt gespecialiseerd naar vaste posities  ook hier geldt: iemand die afwezig was tijdens de training begint in principe op de bank  de minimale speeltijd van een speler is 35 minuten selectie richtlijnen A categorie:  de teams worden in deze categorie geselecteerd op individuele kwaliteiten en per positie  de trainingsgroep van de A1 wordt groot gehouden met de mogelijkheid om mee te spelen bij de A2  de beste elf staan in de basis, mits zij op de training zijn geweest  het streven moet zijn om de zwakste speler minimaal 20 minuten te laten

bijlage 2: selectie eisen D-categorie: techniek  dribbel: onregelmatig  push, flats en slag over 10 meter statisch en dynamisch  reverse  passing linker zone  passing rechter zone  open aannemen  wegdraaiend aannemen  hoge backhand aannemen  passeren: drag naar rechts en drag naar links inclusief tempo wisseling tactiek  1:1, essentie -> sterke en zwakke kant  2:1, essentie -> sterke en zwakke kant  Kommetje  hulpzijde / balzijde uithoudingsvermogen  minimaal 12 min kunnen dribbelen zonder bal C-categorie: techniek  dribbel: voorste en achterste ruimte  push, flats en slag over 25 meter statisch en dynamisch  aannemen vanuit de dekking  aannemen hoge backhand  passeren: lichaamsschijn tactiek  1:1, essentie -> schijnruimte  2:1, essentie -> schijnruimte  3:1, essentie -> schijnruimte  3:2, essentie -> rugdekking  Kommetje  scoringsposities  hulpzijde / balzijde uithoudingsvermogen  minimaal 17 min kunnen dribbelen zonder bal

kracht  push-up: minimaal 15 x  squat: minimaal 20 x met handen in de nek  crunch: minimaal 15 x

B-categorie: techniek  dribbel: voorste en achterste ruimte  push, flats en slag over 25 meter statisch en dynamisch  aannemen vanuit de dekking  aannemen hoge backhand  kaats  passeren: afschermend dribbelen tactiek  driehoeksspel  zone verdediging  balzijde verdedigen -> mandekking  hulpzijde verdedigen -> interceptie  channelen  full-press uithoudingsvermogen  shuttle run (jongens trap 10 zonder bal en trap 8 met bal)  shuttle run (meisjes trap 8 zonder bal en trap 6,5 met bal) kracht  push-up: minimaal 25 x  squat: minimaal 30 x met handen in de nek  crunch: minimaal 25 x

A-categorie: techniek

 dribbel: backhand dribbel  aannemen vanuit de dekking  aannemen hoge backhand  passeren: lichaamsschijn tactiek  timing  switch  zone verdedigend  channelen  dubbelen  half court press uithoudingsvermogen  shuttle run (jongens trap 12 zonder bal en trap 9 met bal)  shuttle run (meisjes trap 8,5 zonder bal en trap 7 met bal) kracht  push-up: minimaal 20 x  squat: minimaal 30 x met handen in de nek  crunch: minimaal 25 x, links en rechts

bijlage 3: leeftijdskarakteristieken de karakteristieken geven globaal aan welke mogelijkheden en beperkingen je hebt wat betreft het werken met de verschillende leeftijdscategorieën E & D categorie: bewegingsvaardigheden  motorisch leren verbeterd snel  technische vaardigheden zijn effectief aan te leren  voorwaarden zijn aanwezig om techniek volledig onder de knie te krijgen kracht  de algemene kracht is niet trainbaar snelheid  tussen 7 en 10 jaar is er een plotselinge toename van snelheidseigenschappen  reactie snelheid verbetert snel en is rond 10 jaar relatief goed  sprinten is goed mogelijk uithoudingsvermogen  als gevolg van een verbeterde zuurstof opname zijn duurbelastingen mogelijk coördinatieve vaardigheden  meerdere handelingen kunnen achter elkaar uitgevoerd worden C categorie: bewegingsvaardigheden  dit is de beste leeftijd voor het leren van bewegingen  er wordt veel risico genomen  aan het eind van deze fase ziet men bij balsporten, dus ook hockey, dat er duidelijk verschil is in het kunnen van de jongens ten opzichte van meisjes kracht  de snelkracht neemt toe  er is een geringe toename van uithoudingsvermogen  er is een klein verschil tussen de beide geslachten snelheid  de reactiesnelheid neemt duidelijk toe en bereikt het niveau van de volwassene  enkelvoudige bewegingen kunnen zeer snel worden uitgevoerd uithoudingsvermogen  men kan een sprongsgewijze stijging van het uithoudingsvermogen constateren  wat betreft duurloop is de trainbaarheid zo groot dat het volwassenen niveau haalbaar is  sprinttraining kan toegevoegd worden aan de trainingen coördinatieve vaardigheden  nieuwe bewegingen kunnen zomaar worden uitgevoerd  sterke punten zijn: observeren en bewegingscontrole



bij een goede impuls bereikt de bewegelijkheid een hoog niveau, indien er geen juiste impuls wordt gegeven kan er zomaar sprake zijn van achteruitgang

B categorie: bewegingsvaardigheden  er is stagnatie in het technisch kunnen  er ontstaan wel betere voorwaarden om later optimaal technisch te kunnen ontwikkelen kracht  meisjes zijn ongeveer 30% zwakker dan de jongens snelheid  tijdens de puberteit zijn alle voorwaarden optimaal om bewegingen elkaar vloeiend te laten opvolgen  reactie snelheid is maximaal uithoudingsvermogen  jongens hebben ongeveer 25% meer duurvermogen dan meisjes coördinatieve vaardigheden  bewegelijkheid en de lenigheid gaan bij beide achteruit maar bij de jongens wat meer dan bij meisjes A categorie: kracht  kracht en snelheid zijn maximaal  kracht ontwikkeling bij meisjes is minimaal  voorwaarden zijn aanwezig om techniek volledig onder de knie te krijgen snelheid  het niveau van een volwassenen wordt bereikt  de grotere snelheid bij jongens is toe te schrijven tot de grotere krachtcomponent bij de jongens uithoudingsvermogen  duurtraining is mogelijk  vanaf 16 jaar is sprintbelasting mogelijk coördinatieve vaardigheden  voor jongens is deze fase een nieuw hoogtepunt van motorische en coördinatieve ontwikkeling  bij meisjes is er van een geringe ontwikkeling sprake, behalve bij hen die nog volop trainen

bijlage 4: uitleg trainingsstof veelal worden trainingen uitgelegd door middel van het “praatje / plaatje / daadje”-methode. Het nadeel van deze methode is dat de uitleg niet volledig “vertaald” wordt door de spelers omdat zij nog geen goed beeld kunnen vormen. Daarom zijn we voorstander van de methode “plaatje / praatje / daadje” op deze manier ziet men eerst wat er van hun verwacht wordt en kunnen zij de accenten makkelijker plaatsen in de oefening. fouten – analyserende aanpak de handelingspsychologie maakt onderscheid tussen twee soorten van leren, nm. De fouten – analyserend aanpak (f.a.) en de moment – aanpak (m.a.) wat wordt er onder deze twee termen verstaan? Bij de f.a. richt de speler zich vooral op het eigen motorische gedrag, hij merkt zijn eigen fouten op, analyseert deze en trekt conclusies voor de volgende keer. Bij de m.a. richt de speler zich alleen op het resultaat, de speler legt geen verband tussen de verschillende pogingen. de speler merkt niet of nauwelijks de gemaakte fouten op of de aard van de foutende fouten-analyserende aanpak wordt algemeen als de meest succesvolle methode gezien. Een speler met een m.a. moet anders worden benaderd dan een speler met een f.a.. In veel gevallen is de m.a. om te buigen f.a.. door vragenderwijs training te geven kom je te weten of een speler m.a. of f.a. zijn.bijvoorbeeld: trainer: “hoe kan je de hoge bal verbeteren?” f.a.: “door dieper door mijn knieen te gaan kom ik beter onder de bal.” bijvoorbeeld: trainer: “hoe kan je de hoge bal verbeteren?” m.a.: “door harder en hoger te pushen.” Blijf bij een m.a. speler doorvragen dan kan je eventueel de speler zijn aanpak ombuigen van m.a. naar f.a..Hoe leer je een f.a. een nieuwe techniek / beweging aan? We onderscheiden verschillende fases in het leerproces, nm.:  uitleg  bijbrengen  instuderen  automatisme inslijpen uitleg:  geef zelf een demonstratie  begeleid demonstratie met een “praatje”  de uitleg mag niet lang duren bijbrengen:  geef vragenderwijs training  geef verbale sturing  de beweging door de speler laten verwoorden  beperk je tot het verbeteren van een deel van de totale beweging, per correctie instuderen:  veel oefenen  de betekenis van een demonstratie neemt af  per correctie meerdere aandachtspunten benoemen automatisme inslijpen  veel herhalingen  nagenoeg geen verbale sturing

correctie methoden: corrigeren is direct en bespaard tijd, echter de speler wordt niet gedwongen om na te denken over zijn eigen beweging. hieronder volgen twee methoden, nm.:  de bewuste methode  de onbewuste methode bewuste methode  voorbeeld van speler of trainer  fout demonstreren  aanwijzingen van de trainer  beweging met ritme aangeven  visuele hulp door middel van pilonnen  video onbewuste methode  opdracht veranderen  aanpassen trainingsopstelling adviezen met betrekking tot correctie:  vraag de speler naar het resultaat  corrigeren is geen doel maar een middel om een doel te bereiken  corrigeer duidelijk, wees rustig en vriendelijk  corrigeer niet voordurend

bijlage 5: fysieke eigenschappen inleiding in dit hoofdstuk worden de volgende onderdelen bespoken:  warming-up  stretchen  krachttraining  conditietraining  coördinatietraining  cooling-down warming-up definitie: alle fysieke en mentale handelingen, die gericht zijn om maximaal te kunnen presteren. doel: prestatieverbetering en blessurepreventie de warming-up is noodzakelijk als voorbereiding op een training of wedstrijd om:  bij hogere temperaturen wordt er meer zuurstof opgenomen door de spieren  bij elke graad meer is er een toename van 10% op de stofwisseling  hogere stofwisseling in de spier geeft een betere doorbloeding van de spier aandachtspunten:  tijdens de warming-up blijven trainingspakken aan  bij hogere omgevingstemperaturen kan de warming-up ingekort worden  periode tussen warming-up en prestatie mag maximaal enkele minuten bedragen voor een maximaal effect van de warming-up  pas na 45 minuten is de spiertemperatuur gezakt tot de oorspronkelijke waarden wanneer een warming-up F, E & D categorie -> maximaal 15 minuten met bal en stick C, B & A categorie -> verschillende loopvormen en eventueel met bal en stick altijd een warming-up doen, omdat alle kinderen in ieder geval wennen aan de opzet van een training (concentratie) stretching definitie: rekkingsvermogen ontwikkelen van spieren, pezen, banden en kapselapparaat doel: verbeteren van bewegingsvrijheid nut en noodzaak van stretching: effecten lange termijn:  toename bewegingsvrijheid  afname inwendige weerstand in de spieren  gevolg verminderde weerstand is dat bewegen minder energie kost

effecten korte termijn:  verhogen bloedsomloop  rekken bindweefsel nut van stretchen Er is geen aantoonbaar bewijs dat stretchen prestatiebevorderend werkt, echter is het wel duidelijk dat het een blessure preventieve werking heeft. Ook is aangetoond dat spelers een grotere belasting aan kunnen nadat er gestretcht is. op welke leeftijd stretchen? In verband met groeispurten waarbij de spierlengte achterblijft op de lichaamslengte waardoor er een spierverkorting ontstaat, begin je in de C categorie met stretchen hoe te stretchen? Er zijn drie methoden om te stretchen, nm.: statisch stretchen, ballistisch stretchen (verend) of contract relax (dubbel aanzetten). Er is geen aantoonbaar bewijs welke methoden het beste resultaat levert, echter stellen we voor om statisch te rekken hierbij is de kleinste kans op spierscheuringen. Met statisch stretchen wordt een spiergroep eerst op spanning gebracht waarna deze enkele seconden op spanning worden gehouden cooling-down de cooling-down heeft betrekking op twee aspecten, nm:  herstelproces afvalproducten  herstelproces spieren herstel proces afvalproducten bij hockey worden de spelers vooral belast door de vele tempowisselingen, interval. hierdoor is de verhouding arbeid – rust erg laag, dus er is weinig tijd om te herstellen. bij de door deze inspanning gebruikte energiesysteem (anaerobe) komt er een afvalstof vrij, melkzuur. bij een overdaad aan melkzuur zal er verkramping optreden van de spier. melkzuur blijft ongeveer een uur in de spier achter. De afbraak van melkzuur kan versnelt worden door actief uit te lopen, in een looppas maximaal 50% van het vermogen. Indien men actief 10 minuten hersteld kan het lichaam na een halfuur weer volledig worden belast elke inspanning is een aanslag op de spieren, hoe intensiever de inspanning hoe meer spieren belast worden. bij elke belasting ontstaan er klein scheurtje in de spieren die normaal na twee dagen zijn hersteld. daarnaast wordt de spier sterker gemaakt om een volgende keer de scheurtjes te voorkomen. Ga nooit na een intensieve training of wedstrijd stretchen, dat bevordert de spierscheurtjes, je lichaam maakt bij het sporten endorphine aan (pijnstiller) waardoor je bij het stretchen na wedstrijd en/of training de spierscheuring verergerd. aandachtspunten: warme kleding aantrekken om snelle afkoeling te voorkomen

bijlage 6: technisch doelstellingen E-categorie periode A, augustus tot en met september:  technisch o grip bij lopen aan de bal o lopen naar een stilliggende bal en daarna drijven o drijven met de bal: kleine tikjes bal aan de stick drijven en daarna stil leggen met puntje o drijven met richtingsverandering; naar links, elleboog naar binnen naar rechts, elleboog naar buiten o frontaal bal aannemen o statisch flatsen  tactisch o oplopen in tweetallen en elkaar aanspelen periode B, oktober tot en met november:  technisch o drijven met de bal, nadruk op richtingsveranderingen o bal aannemen o bal frontaal aannemen o drijven naar links o drijven naar rechts o dynamisch flatsen (met uitstap) o schuifslag o trappetje  tactisch o oplopen in tweetallen en elkaar aanspelen periode C, december tot en met februari:  technisch o indian dribbel o slalom o aannemen in de loop o dribbel en reverse o schuifslag uit de loop



o dummy tactisch o 2:1 zonder weerstand o duel 1:1

periode D, maart tot en met mei:  technisch o indian dribbel smal en breed o slalom forehand o slalom backhand o lage backhand aanname o met backhand passen o push o push uit de loop o slag  tactisch o 2:1 o 1:1, onderscheid maken tussen forehand en backhand D-categorie periode A, augustus tot en met september:  technisch o slalom forehand o slalom backhand o push o push uit de loop, naar links en naar rechts o lange slag o frontaal aannemen o hoge backhand aanname  tactisch o schijnruimte bij 1:1 (verdedigend) o 3:1 in beperkte ruimte, keuze diep en breed o tackle-back periode B, oktober tot en met november:  technisch o onderscheppen bal o lange slag uit de loop o forehand ingedraaid aannemen, open aannemen o dummy  tactisch o schijnruimte 1:1 o 2-1, kies breed o aanval over rechts o cirkelposities o uitverdedigen via zijkanten

periode C, december tot en met februari:  technisch o onderscheppen bal o lange slag uit de loop o passing na reverse o hoge backhand stop, open aannemen o voetenwerk achter de bal komen bij forehand aanname o bal aannemen frontaal naar de bal toelopend o lift  tactisch o aanval over rechts op tempo o aanval over links o cirkelposities o rebound o verleggen in kommetje periode D, maart tot en met mei:  technisch o herhaling alle bovenstaande technieken o kaatsen op rechterbeen o aannemen bal in beweging bal komt van links en van rechts o eenhandige dribbel op backhand o backhandslag o lift  tactisch o herhalen alle bovenstaande tactische aandachtspunten C-categorie periode 1, augustus tot en met september:  technisch o dribbel met de bal asymmetrisch o lange slag uit de loop o backhandslag uit de loop o verkorte slag o push uit de loop naar rechts o afkaatsend aannemen o 1:1 tegen keeper o dribbel op backhand o hoge bal  tactisch o aanval over links en rechts op tempo o tackle-back o strafcorner training

periode 2, oktober tot en met november:  technisch o eenhandig drijven op de forehand o afkaatsend aannemen o channelen o reverse naar links en rechts o hoge bal  tactisch o channelen o dubbelen o introductie balzijde / hulpzijde o strafcorner training periode 3, december tot en met februari:  technisch o eenhandig drijven met bal; op forehand op backhand o hoge bal o tip-in forehand o aannemen bal, bal komt van links en van rechts o channelen, aandachtpunt afstand tot tegenstander o reverse naar links en rechts  tactisch o aanval over rechts op tempo o aanval over links o cirkelposities o rebound o verleggen in kommetje periode 4, maart tot en met mei:  technisch o herhaling alle bovenstaande technieken o kaatsen op rechterbeen o aannemen bal in beweging bal komt van links en rechts o eenhandige dribbel op backhand  tactisch o herhalen alle bovenstaande tactische aandachtspunten

B-categorie periode 1, augustus tot en met september:  technisch o drijven op backhand en forehand o drijven met een hand naar tweehandig voor duel o verkorte slag o hoge bal o slap-shot o slap-shot uit de loop o backhand slag uit de loop  tactisch o aanval over rechts en links met weerstand o press, passing tegenstander dwingen naar forehandzijde o 3:1 o 2:1 periode 2, oktober tot en met november:  technisch o aannemen bal in dekking o drijven met tempowisselingen en richtingsveranderingen o slap-shot uit de loop o hoge bal o backhand slag  tactisch o press o over de bal komen, switch o uitverdedigen via aanbiedende middenvelder, switch periode 3, december tot en met februari:  technisch o open aannemen onder druk (zone dekking) o verkorte slag o tip-in forehand  tactisch o switch in voorhoede, niet zijn maar komen o channelen en dubbelen o laat komen van backs bij aanbieden middenvelder bij uitverdedigen periode 4, maart tot en met mei:  technisch o open aannemen forehand en backhand (met en zonder druk) o verkorte slag o hoge bal

o tip-in forehand o tip-in backhand o reverse onderdruk  tactisch o herhalen alle voorgaande aandachtpunten A-categorie periode 1, augustus tot en met september:  technisch o aannemen bal in dekking o reverse in dekking o a-symetrisch dribbel op tempo o hoge bal  tactisch o opkomende laatste man o cirkelposities periode 2, oktober tot en met november:  technisch o aannemen in dekking o reverse in dekking o onderscheppen bal o hoge bal o slap/shot uit de loop  tactisch o overload op middenveld bij uitverdediging o press naar forehand periode 3, december tot en met februari:  technisch o open aannemen op backhand door draaiend naar forehand o hoge bal uit de loop  tactisch o aanval door het centrum o focus op handelingssnelheid de gehele training periode 4, maart tot en met mei:  technisch o herhaling alle bovenstaande technieken  tactisch o herhalen alle bovenstaande tactische aandachtspunten

bijlage 7: coaching waarom ben je coach? Wat jouw motivatie ook mag zijn, wij stellen dat coaches er voor de leden zijn. Je bent coach om ervoor te zorgen dat elk kind plezier heeft in het hockeyen bij HC Hisalis. Plezier in hockey krijgen leden door technieken te beheersen en op een sportieve manier te hockeyen en om uiteraard te winnen. Sportiviteit staat voorop, sportiviteit betekent:  respect voor trainer / coach  respect voor scheidsrechter  respect voor medespelers  respect voor tegenstanders Een coach heeft verschillende functies (petten) voor spelers:  leraar: je leert spelers technieken en tactieken  opvoeder: je voedt spelers op tot sportieve spelers  motivator: je motiveert spelers bij winst en verlies  teambuilder: je leert spelers dat je hockey samen speelt en dat je naast hockey ook samen kunt optrekken Zoals duidelijk mag zijn: coachen is niet puur gericht op wedstrijdresultaat. Ze beleven onder jouw leiding plezier aan het hockey. Dat betekend niet dat resultaat niet belangrijk is, want winnen bevorderd het plezier in hockey. Wij verwachten van een coach dat deze een team laat presteren naar vermogen, laat het team nieuwe ervaringen en uitdagingen opdoen. De coach is diegene die een team tijdens wedstrijden begeleidt. Wedstrijden zijn in de ogen van de jeugdleden belangrijker dan de training. Hierbij is er dus een direct verband tussen de jeugdopleiding en de coach. Een coach is een onmisbare schakel in het systematisch aanleren van hockeytechnieken en tactieken. Coachen omvat vier taken:  organisatie & afspraken  communicatie  observatie  technisch,- en tactische kennisoverdracht Om een seizoen goed te laten verlopen, geeft het ons de voorkeur om met de spelers bij elkaar te komen en heldere afspraken te maken. Belangrijk is wel dat de gemaakte afspraken consequent worden nageleefd. Het heeft de voorkeur om ook de ouders aan het begin van het seizoen bij elkaar te laten komen zodat jij je kan voorstellen en jouw regels ook duidelijk zijn bij de ouders.

Hierbij enkele standaard afspraken:  wedstrijden zijn verplicht  op tijd komen  rondom de wedstrijd geen mobiel verkeer  er wordt rond de wedstrijden niet gedronken en gerookt  afzeggen voor de wedstrijd doe je uiterlijk voor de eerste training van de week voor de wedstrijd  wijs een aanvoerder aan  alle spelers spelen in het juiste tenue  ook bij koud weer in normaal wedstrijd tenue spelen (zonder extra kleding)  ontvang de coach van de tegenpartij  geen grote mond (consequentie: direct wissel)  discussie in het veld (consequentie: direct wissel)  hand geven aan scheidsrechter en tegenstanders  sluit de wedstrijd altijd gezamenlijk af  iedereen heeft droge of schone kleding bij zich  zorg dat het wedstrijdformulier is ingevuld  categorieleider of trainerscoördinator zijn jouw vraagbaak  houdt goed contact met de trainer  probeer spelers enthousiast te maken voor het schrijven voor een stukje op de website Communicatie bij een teamsport heeft betrekking op:  teambesprekingen  wedstrijdbegeleiding  wedstrijdbesprekingen  individuele besprekingen

er zijn twee verschillende teambesprekingen: informatieve en probleemoplossend  richtlijnen informatieve bespreking o houdt de bespreking op een rustige plaats zodat spelers niet afgeleid worden door geluid, bekende, trainingen of wedstrijden o bereid de bespreking voor zodat het gesprek bij de kern blijft o behandel niet te veel onderwerpen in 1 gesprek o behandel het onderwerp in de volgorde:

o o o o



algemeen -> specifiek team -> individueel positief -> negatief houd de bespreking levendig door humor en spelers betrekken in het gesprek

richtlijnen probleemoplossende bespreking o trek een bepaalde tijd uit waarin je het probleem rustig kan bespreken o formuleer het probleem cq vraag en betrek daarna de spelers erbij o probeer iedereen zijn menig te laten geven o geef jouw mening niet meteen prijs o rond het gesprek af met een samenvatting en conclusie en eventuele te nemen acties

wedstrijdbegeleiding  wees zuinig met jouw aanwijzingen, op die manier laat je de spelers zelf spelen en hebben jouw aanwijzingen een hogere attentiewaarde  geef aanwijzingen aan spelers wanneer deze niet in het spel zijn  wees specifiek in jouw aanwijzingen, bijvoorbeeld, “beweeg eens naar links” in plaats van “beweeg eens”  noem eerst de naam van de speler  aanmoedigen is geen probleem, zolang het om positieve stimulerende opmerkingen gaat  dit laatste geldt ook voor de aanmoedigingen van de ouders, het is jouw taak om ook deze mensen te coachen.

wedstrijdbespreking onder wedstrijd bespreking verstaan we drie momenten rondom een wedstrijd waarin je het team kan toespreken: voorbespreking, rustbespreking en nabespreking. 



voorbespreking o duur -> max. 15 min. o aantal onderwerpen -> max .4 o volgorde onderwerpen -> verdedigend -> aanvallend -> opstelling o inhoud -> evaluatie vorige wedstrijd-> geen discussie o toon -> posities -> stimulerend o bijzonderheden -> creeer een wij-gevoel -> uitdagend rustbespreking o duur -> max. 5 min. o aantal onderwerpen -> max. 3 o volgorde onderwerpen -> positief algemeen -> negatief algemeen o toon -> positief -> stimulerend -> rustig o bijzonderheden -> terugkoppeling naar gemaakte afspraken



nabespreking o duur -> max. 2 min. o aantal onderwerpen -> max. 2 o volgorde onderwerpen -> positief -> negatief o toon -> omgaan met emoties o bijzonderheden -> geen zondebokken -> leermomenten

individuele bespreking  persoonlijk belangstelling tonen: hoe gaat het op school, hoe is de thuissituatie. Deze twee factoren beïnvloeden de prestatie tijdens sporten. Duidelijk is dat benadering van de coach en handelen naar het besprokene als erg positief wordt gezien. Daarnaast vinden kinderen het ook gewoon heel plezierig om te merken dat de coach geïnteresseerd is in hem of haar. uitleg geven aan handelen: kinderen vinden het heel erg plezierig om te weten waarom zij zijn gewisseld. Dit betekend niet automatisch dat ze er mee eens zijn. Maar zorg er voor dat ze begrijpen waarom je een bepaalde beslissing neemt.  waarschuwen: als iemand een fout maakt (niet afzeggen, te laat komen, grote mond of niet houden aan de afspraken) is het verstandig om diegene daar direct op aan te spreken. Indien een speler herhaaldelijk dezelfde fouten maakt dan is een officiële waarschuwing op zijn plaats. Zorg dat je deze gesprekken nooit alleen houdt.

Een belangrijke taak van de coach is het observeren en analyseren van de wedstrijden. De coach moet niet alleen zien hoe een wedstrijd verloopt maar juist waarom een wedstrijd zo verloopt. Het gaat er niet om het constateren dat wij sterker / zwakker zijn en daardoor winnen / verliezen, maar vooral om de redenen waarom wij sterker / zwakker zijn. Hieronder volgen enkele richtlijnen voor de wedstrijdanalyse: de wedstrijdanalyse betreft in eerste instantie jouw eigen team:  houdt het team zich aan de gemaakte afspraken o Zo nee, waarom niet? o Zo ja, zijn de afspraken effectief? o Indien de afspraken niet effectief zijn, wat moet er worden veranderd  Houden spelers zich aan de individuele afspraken? o Zo nee, waarom niet? o Zo ja, zijn de afspraken effectief? o Indien de afspraken niet effectief zijn, wat moet er worden veranderd in tweede instantie richt de wedstrijdanalyse zich op de tegenstander  wat zijn opvallende aanvalslijnen?  hoe wordt er verdedigd?  welke spelers vallen positief en negatief op?

Richt je vooral op de zwakke plekken van de tegenstander. Daar kan tijdens de wedstrijd geprofiteerd worden. Van de sterke punten van de tegenstander kan, na afloop van de wedstrijd, geleerd worden. Om een beeld te vormen van de wedstrijd kan je de volgende aspecten nagaan: aanvallend:  hoe is de samenwerking tussen middenveld en voorhoede?  hoe wordt de voorhoede aangespeeld?  wordt het hele veld bespeeld?  worden alle spelers in het spel betrokken?  Zijn er sectoren die niet bespeeld worden? verdedigend:  worden verdedigende posities snel ingenomen?  Worden door alle linie’s tackleback gelopen?  Hoe is de samenwerking tussen laatste man en verdedigende linie?  Wordt de aanval overal onder druk gezet? algemeen:  hoe wordt er gecommuniceerd door de spelers?

technische en tactische kennisoverdracht Deze taak raakt de kern van het coachen, echter de kennisoverdracht kan niet optimaal zijn als de communicatie, organisatie en observatie niet goed zijn.Dus is de taak niet belangrijker dan de andere taken van het coachen.De inhoud van de technische,- tactisch kennisoverdracht is afhankelijk van:  seizoensperiode  training  leeftijd  hockeyniveau periode 1, augustus tot en met september: periode 2, oktober tot en met november periode 3, januari tot en met februari periode 4, maart tot en met mei: herhalen

bijlage 8: Leeftijdskenmerken E-categorie Technisch:  vaardigheden beperkt  backhand spelen is lastig  weinig kracht en precisie bij slag  individueel grote verschillen Tactisch:  samenspel lastig door matige techniek  spel verloopt diagonaal van rechts naar links (alles wordt gespeeld met de forehand)  kluitjeshockey, focus ligt op de bal  weinig besef van posities Mentaal:  snel afgeleid  kunnen alleen individuele opdrachten uitvoeren D-categorie Technisch:  combinatiespel mogelijk Tactisch:  weinig besef van posities  kunnen niet het hele veld bespelen  kluitjeshockey, focus ligt aan de balzijde  reageren pas als de bal in de directe omgeving komt  spel verloopt diagonaal van rechts naar links  kunnen 1 opdracht als team uitvoeren Mentaal:  besef taak binnen het team  prestatie gericht hockey is mogelijk  sociale positie is afhankelijk van resultaat binnen het team C-categorie Technisch:  beste periode voor het technisch aanleren  drang tot technisch handelen Tactisch:  begin georganiseerd samenspel  kunnen het hele veld bespelen  kunnen meerder opdrachten uitvoeren (individueel en team)  focus ligt op aanvallen

Mentaal:  snel afgeleid  puberteit  persoonlijke ontwikkeling maakt onzeker B-categorie Technisch:  technisch nivo stabiliseert  groeispurt maakt coördinatie moeilijk Tactisch:  kracht aan maximum, hoog speeltempo mogelijk  alle linies doen mee met aanval en verdediging  focus verdeelt over aanval en verdediging  beginnende specialisatie van de speler Mentaal:  snel afgeleid  puberteit  persoonlijk ontwikkeling maakt onzeker A-categorie Technisch:  coördinatie neemt weer toe Tactisch:  hele veld wordt bespeelt  volledige tactische scholing mogelijk  verder specialisatie van de speler Mentaal:  ontwikkeld zich tot een volwassenen

bijlage 9: trainer algemene functie trainer  balans weten te vinden tussen plezier en presteren  balans weten te vinden tussen teamprestatie en individuele ontwikkeling  naast spelers technisch en tactisch laten ontwikkelen ook de sportieve en mentale kant ontwikkelen  duidelijke afspraken met de spelers maken en deze controleren op het naleven ervan  eventuele problemen signaleren en doorgeven aan de lijncoordinator  een hoge mate van zelfwaakzaamheid (actief contact houden met spelers, coaches, lijncoordinator en technisch manager)  aanwezig zijn op verschillende overlegvormen  “sociale acties” ondernemen om het seizoen extra inhoud te geven  inhoud geven aan normen en waarden (ballen opruimen, ballen tellen, spullen naar binnen of stil zijn als de trainer iets uitlegt)  het goede voorbeeld geven (roken, drinken, taalgebruik en op tijd komen)  ouders betrekken bij het team

bijlage 10: Klein tactisch woordgebruik De meeste trainers en coaches bedoelen hetzelfde maar gebruiken daar een ander woord voor. Dit werkt veelal voor de spelers erg verwarrend. Hieronder enkele veelkomende situaties met de daarbij horende terminologie:  backhand zijde (= zwakke zijde) cq. forehand zijde (= sterke zijde) o aanvallend: maak acties (lopen of passen) met de eigen forehand maar over de backhand zijde van de tegenstander. o verdedigend: probeer je zo op te stelllen dat de tegenstander gedwongen wordt om over jouw forehand te lopen, hierdoor komt de tegenstander op zijn backhand uit.  balzijde cq. hulpzijde o aanvallend: aan de zijde (gezien vanuit de lengteas) waar de bal is (balzijde) moeten spelers rugdekking geven aan de balbezitter. o verdedigend: aan de balzijde moet de ruimte klein gemaakt worden er wordt 1:1 gespeeld. Aan de hulpzijde gaan spelers naar de as om rug dekking te geven, aan de hulpzijde wordt zonedekking gespeeld.  tijd: o aanvallend: probeer tijd te winnen door de kortste route nemen naar het doel en probeer de ballen niet te brengen maar te spelen. o verdedigend: probeer tijd te winnen door bal naar de buitenzijde te dwingen.  veld groot: o in de aanval wil je ruimte creëren om de bal rond gespeeld te krijgen en de tegenstander te dwingen om te lopen.  veld klein: o in de verdediging wil je de ruimte rondom de bal klein te maken zodat de afspeel mogelijkheden worden verkleind.  rendement: o bij een aanval (alle acties op de helft van de tegenstander) moet er iets gehaald worden uit het balbezit: een goede pass of vrijslag. Binnen het 23-meter gebied betekend dat: overtreding, lange corner, voorzet of strafcorner. In de cirkel betekend dat: doelpoging, strafcorner, lange corner of strafbal.  actie: o in balbezit kunnen we duels gespeeld worden, een duel winnen is niet gelijk aan actie afronden. Een actie is geslaagd als na het winnen van een duel de vervolg actie, pass, goalpoging succesvol is. Duels moet iets opleveren!!!  sober: o niet balbezit: in de verdediging (over het hele veld) moet goed nagedacht worden over de consequenties van het handelen van een speler. bij het uitverdedigen van de tegenstander wil je druk op de bal zetten in het 23-meter gebied maar wil je geen overtreding begaan. o balbezit: tijdens uitverdedigen speel je op 100% zekerheid  binden – passen:

o



balbezitter loopt op directe tegenstander af van medespeler, tegenstander moet keus maken of mee gaan met directe tegenstander of op de balbezitter af lopen. Op moment dat de tegenstander kiest om voor de balbezitter de gaan, passt je naar de medespeler. linkervoetzone: o bij het binden – passen moet de bal vlak langs de linkervoet van de tegenspeler gespeeld worden, dit is de backhand zijde van de tegenstander. Pass komt aan of het is een vrije slag middels een shoot.