HEDENDAAGSCHE
HISTORIE OF
H E T
V E R V O L G
T A N
DE
ALGEMEENE
HISTORIE;
Befchreeven door een Gezelfchap van
G E L E E R D E IN UIT
M A N N E N
E N G E L A N D .
H E TE N G E L S CH V E R T A A L D ,
XIFdi. 2>E E L,
LP** en II
EN.Z.
STUK;
Behelzende de H I S T O R I E der A F R I K A A N S C H E E I L A N D E N , benevens de H I S T O R I E van A B Y S S I N I E , O F O P P E R - A E T H I O P I E N en A A N G R E N Z E N DE R Y K E N , en der voornaamlte K O N I N G R - Y K E N Of D E K U S T V A N ZANGÜEBARj
als mede eenebefchryving van het L A N D
DER.
K A F F E R S .
Te By
AMSTERD4M,
ÉÉL S C I I A L E K MDCCLXXXIK
A M
§\
A
B
Y
S
S
I
N
I
E.
-299
re krygszaak hen noodzaakt dezelven te beklimmen (y). X V I Ï I . D E naastvolgetide tamme dieren , die aanmerkenswaar- BOEK.; dig zyn , zyn de kameelen en dromedarisfen , die zy ins- I V . gelyks in groot getal aankweeken, uit hoofde van hunne HOOFDST. nuttigheid in het draagen door heete en zandige woesty- U I . nen; doch , naardien deeze niet verfchilk n van die, A F D . welke wy reeds in ons algemeen verflag van Africa be- Kameelen fchreven hebben, zullen wy onze leezers wyzen tot het *» Dromegeen wy daar van deeze dieren gezegd hebben. D a a r ' word echter eene foort van dieren gevonden, d i e , -DeCamefchoon zy misfchien tot het foort tbr Kameelen behoo« P* ' ren, onze opmerking waardig zyn ; de inwoonders noemen die Girafa cacheme, of, dun van achteren , uit hoofde van de zeidzaame geftalte. Dit beest is veel hooger dan een olifant , doch integendeel zo fyn en tenger als de ander dik en plomp is. Een man te paard kan recht op zittende onder zyn' buik doorryden , de gewoone hoogte van zynen voorbeenen van den grond af tot aan den buik word gerekend op twaalf voeten; doch die van de achterbeenen is merklyk korter. De hals is omtrent even lang , naar evenredigheid, en tot den grond reikende , om gras te eeten, dewyl gras, zyn eigentlyk voedfel is ,• kortom het is in alle opzichten genoegzaam overeen komftig met de befchryving , die de ouden ons gegeven hebben van den Camelopardus. ONDER de wilde dieren van dit land verdient de Oli Olifanten fant onze eerfte opmerking Deeze dieren vind m e n ^ / hier in groote menigte , en echter vind men niet, dat 'er ooit een tam gemaakt is in het gantsch Keizerryk; waarom wy dezelven met recht onder de wilde dieren van dit land moogen plaatfen. Schoon zy verfchillende van aart zyn in de verfchillende landen van dit waerelddeel, fchynen zy echter natuurlyk eigen te zyn aan deeze d a n s f c n
lo
ldus
e r
(y) T B L L E Z , L U D O L P H , D A P P F I ,
enz.
Pp 2
goo*
H I S T O R I E
V A N
X V I I I ze luchtftreek , of beter gezegd eene natuurlyke landBOEK' plaag , uit hoofde van de verfchriklyke verwoeftmg , I V . welke zy aanrechten onder het koorn, waarvan zy tien. HOOFDST maal meer verwueften met hunne lompe breede voeten, III. dan zy daarvan opeecen. Z y werpen de groote boomen A F D . om verre , en breeken de kleinen om derzelver bladen te eeten; hierdoor verwoesten zy door den tyd geheele bosfchen, dewyl zy doorgaans in groote driften van vyftig tot honderd fterk onzwerven. De bladen , die zy liefst eeten zyn die van een' boom , niet ongelyk aan onzen karfenboom , en wiens vruchten zeer aangenaam van fmaak zyn. Zy zyn hier zo monfterachtig groot, dat een man, die op een' grooten muilezel gezeten is op verfcheiden fpannen na hunnen rug niet bereiken kan (z). Z>« Rhino-Het naastdaaraanvolgend dier is de Rhinoceros, een fchep. «ros. f t e i i y k e gedaante, en grootte , en een doodvyand van den .Olifant ; doch wy hebben dit dier ook reeds te vooren befchreven ; en fchoon de Portu. geefche fchryvers zeggen, dat het onder de ingeboren gedierten van dit land behoort , is 'er echter niet een van Zeer xeid. hen, die zegt ooit een in Abysfinien gezien te hebben , zmmindit waaruit wy moogen opmaaken, dat dit dier hier zo zeld' zaam is als de Olifanten talryk zyn. Ook vind men hier Leeuwen. i Leeuwen, die zeer gevaarlyk en fchadelyfc zyn; daar Derzelver > an verfcheidene foorten en grootte, waaronder £ de voornaamfte is die men de koninglyke leeuw noemt. uirykmd. . het f d
v a n
e e n e
mon
L a n d
y e e
Ti¥^
z
v
d
n
er
V
n
u
d e e z £
d i e r e n
g r o o t e
f c h a d e
d o s n
o n d e r
hoornvee , wenden de Abysfiniers alle list en ftoutmoedigheid aan om dezelven te dooden , en vallen op hen aan met hunne lanfen , of fomtyds zelfs met hunne zwaarden ; want dit grootmoedig dier , hoe wreed het zy tegen de dieren , zal geen' mensch aanvallen , wanneer het niet eerst aanvallen , of door grooten honger daar(s) LOBO, pag. 69.
T E L L E Z , L U D O U H , en ani
A
B
Y
S
S
I
N
I
E
.
301
«hartoe genoodzaakt word («). Men vind 'er die zo groot X V I I I . zyn, dat men onder de gedooden eenigen gevonden heeft, BOEK. die van het hoofd tot aan den ftaart twaalf voeten lang I V . waren ; waaronder voornaamlyk een was in het Koning HOOFDST. ryk Tigre, die in het jaar 1630 door een' herder in het H l open veld g'edood wierd met eene werpfpies ; dit ver. -AFD. fchriklyk dier kwam uit het gebergte geheel bevlekt met het bloed van de beesten , die het gedood en verfcheurd had , toen de herder den leeuw van verre op hem ziende aankomen , dien tusfchentyd waarnam om een' kuil in den grond te graaven , en toen het dier binnen zyn bereik gekomen was, wierp hy zyne fpies op hetzelve met zulk eene kracht, dat die door het fchouderbeen drong; het verfchriklyk monfter viel, na een yslyk brullen en omloopen , eihdelyk in den kuil , daar het door den zegepraalenden landman , niet zonder moeite en levensgevaar verder afgemaakt wierd. Wy zullen hier tyg*"-, geene befchryving geeven van de tygers , luiperts , wol-^ ' ven , en vosfen, noch van de verfcheidene foorten van aapen , en meer andere fchadelyke dieren, welken in dit land niets verfchillen van de geenen , die in andere heete landen gevonden worden. Sommige Portugeefche R e i s - ^ ' befchryvers beweeren , dat de beruchte Eenhoorn ge' zien is in eenige gewesten van dit Ryk , en wel byzonderlyk in het Koningryk Damot , en in het land der Agaus, welke beide boschachtige landiïreeken zyn ; doch zy voegen daarby, dat deszelfs vlucht van het een bosch in het ander zo verbaazend fnel is , dat zy geen' tyd hadden om deszelfs uiterlyke gedaante naauwkeurig waar te neemen , fchoon zy evenwel eene oppervlakkige befchryving daarvan gegeven hebben, erts
E e n
m n
H E T wild Muildier, of, gelyk fommigen hét verkeer- ^ f :, delyk noemen, de wilde E z e l , en dat door de Abysfini$ri ^J ^f Zto(a) L O B O , Voy. 2, pag. 69, T E L L E Z , LUDOLF-H, Libr. 1 , Cap. 10. Pp 3 e7
co
x
l
cos
H I S T O R I E
X V I I I . Ztora o f
V A N
Zecora genoemd w o r d ,
v i r d men ook in dit
U7 ' ' " ' a n de GallV* las thans bezitters z y n ; het word , uit hoofde van des. °?jf ~ zelfs fraaije geftalte, k l e u r , en ftreepen zo zeer b è w o n AFD ' keizers Roningen het voor een waardig g fchenk h o u d e n , te m e e r , dewyl h e t , fchoon wiid uit EzZ den aart, zeer ligt tam gemaakt kan worden. Zeker ln. diaan heeft eens tweeduizend fequinen voor zulk een d:er betaald om het aan den Mogol re brengen (F). V e e Ie fchryvers verwarren den wilden ezel met de Zecra fchoon dezelve verfchilt van den eerstgemelden, naardien de Zcccra hoorns h e e f t , en gekloofde klaauwen , gelyk a'len de d i e r e n , die onder de foort van het gehoornd vee behooren ; dit dier heeft op de beide zyden een witte ftrnok , die van de achterfchoft tot op de dyën afloopt ; deszelfs haair is r u w , en aschverwig , cn het vleesch malsch , en zeer goed om gegeten te worden. Daar is nog een ander dier , dat tot dezelfde klssfe beh o o r t , doch hetzelve is donkerbruin van k l e u r , en zacht v a n h u i d ; deszelfs achterbeenen zyn veel korter dan de voorbeenen , en echter is het nog veel fneiler dan een hert. W y zullen dit artikel van de wilde dieren beflui. ten met de befchryving van een zeer zeldzaam dier welke w y met de eigen woorden van den Ichryver z u l len opgeeven. D i t wonderlyk d i e r , " zegt h y , „ heeft de grootte van eene kat , het hee.'t het aangezicht van een' mensch , met een' witten b a a r d , deszelts geluid is treurig en akelig ; het houd zich altoos op i n de boom e n , daar het geboren w o r d , en ook fterft. Het is z o wild van aart, dat 'er geene mooglykheid is om hetzelve tam te maaken ; wanneer men een van deeze dieren gevangen heeft met oogmerk om het groot te b r e n g e n . k i n ' m e n , i n weerwil van alle zorg en oppaifing, n i e t V , » r K
K
y
k
D
i
t
d i e r
T c e l t
m
e
e
j
t
i n
d
e
l
a
r
d
e
n
w a a
S
d
e
r
d
d
a
t
c
n
hoe ( i ) Rtizen der Jefuiten, 1. i , C. 7. Luz.GUH,en a a d i i e r .
A B Y S S I N I E .
S
o
3
boeden, dat het zich doodhongert; een van deeze die- X V I I I . ren wierd gefchoten in myn b y z y n , en hechtte terftond BOEK. z y r e beenen om Jen tak van den boom , daar het eenigen I V . tyd daarna dood gevonden wierd" (c„V HOOFDST. O N D F R de tweefiachtige dieren z y n de krokodil en de Hl. hippopotamus, o f het rivierpaard de grootften. D e Nyl, A F D , o f liever deszelfs moerasfige oever is , om het eens z o De Kni». te noemen , h u n b r o e i n e s t , daar z y zich ophouden, e n * - . » ' vanwaar z y veele uitvallen doen i n de nabuurige landen , PP°P daar 7y ades, dat hen v o o r k o m t , v e r w o e s t e n , doch de- ' wy! deeze dieren ook in JEgypten gevonden w o r d e n , en w y de befchryving van de krokodil reeds op die plaats hebben omgegeven , zullen w y ons enkel bepaalen tot de befchryving van bet laatstgemelde dier. B e t R n ierpaard ? ftt>ry is meer d m eens z o groot dan een os , en deszelfs hoofdj Z"" is byna driemaal grooter ; zyne beenen z y n k o r t ; z y n e « f. voorvoeten z y n verdeeld i n v y f en zyne achtervoeten in "Vier klaauwen ; z y n huid is flap , hard , en donkerbruin van k l e u r ; de mond is wyd , en geheel bezet met tanden , uit het onderst kakenbeen groeijen vier flagtanden, waarvan twee rechtop ftaan, en de twee anderen gebogen z y n a's de flagtanden van een wiid z w y n . Sommige zegaen , dat dit dier even zoveel heeft i n het bovenst ka?kenbeen, doch ten o n r e c h t e , ten z y die van Mthiopifn verfchillen van die vwa'Mgypten , en andere Oosterfche lanocn. Het hoofd is het eenige gedeelte , dat eenige overeenkomst heeft met dat van een paard , op deszelfs midden is een witte ftreep, die aflooot tot op een neus, en midden voor het voorhoofd e?n witte vlak. Geduu- ' rende den dag is dit dier doorgaans i het water, maar des nachts op het land , daar het z y n voedfel zoekt. Het valt aan op alles, dat het i n y n ' weg o n t m o e t ; en naardien het z o buitengemeen plomp en groot is , f
ni
mus
e
ng
e
?
n
Z
(je) POISCET, Voyage en Ethiop. pag. 66.
fiMU
d
ota
3
o4
H I S T O R I E
V A N
XVIII. verderft het meer met zyne voeten dan het met zyn' BOEK. mond verfijnd. Even als de Olifant eet het niet alleen, I V . maar vertrapt nog daarenboven het gras , graanen , en HooFrsT. moeskruiden, met één.woord alles, dat de arme inwoonders voor hun onderhoud zaaijen ; maa»- nog veel verA F D . derflyker is het , dat dit beest alles verplet , dat onder het bereik van zyne voeten komt, zowel menfehen als beeften , waarvan het vervolgens het bloed uitzigt, en den romp laat leggen om op den grond te verrotten , of door de krokodillen opgegeten te worden (d) Doch met dit alles is het zo vreesachtig van aart, dat het op het gezicht van een' gewapenden man , of van eenig vuurwapen terftond de -vlucht neemt. In het water is dit dier veel ftoutmoediger; daar durft het booten en fchuiten aantasten , die het dikwyls omverre haalt; voornaamlyk de wyfjes, wanneer zy jongen hebben ; want dan zonderen zy zich af van de overigen, en vallen aan op alles , dat haar naby komt; doch anders houden zy zich by de mannetjes ; en men vind gewoonlyk verfcheiden van dezelve by één mannetje, gelyk men onder ons veel koeijen by een' ftier vind ; maar, met dit alles zyn zy zo minyverig , dat men zelden twee mannetjes by eene Veel onder-faift d . Zy zyn menigmaal onderworpen aan eene d7'fkhT foort van kramp of jicht ; en wanneer hen die overkomt zyn zy niet in ftaat zichzelven te verweeren , maar leggen plat op den grond , met een' der voorvoeten onder Dtszeifs den b u i k , en met alle tekens van hevige pyn By dertanden zyn ] j j gelegenheden worden zy door de inwoonders over. !VM vallen, en gedood; voornaamlyk om hunne tanden, die veel witter zyn dan ivoor, en deeze witheid ook veel langer behoudea ; zy maaken ook veel werk van derzelver linkerklaauwen , als een onfeilbaar middel tegen de zwartgalligheid, Hunne huid, beenen, vet,en meest alle j v m
b
g e
y
e
(d) L U D O L P H , 1.3,
C. 10. M A I L L E T , 1.'», pag. 126. en anderen.
A
B
Y
S
S
I
N
I
E
.
305
alle deelen worden tot de eene of andere zaak gebruikt. XVIIÏ. De buid , die glad, en omtrent twee duimen dik i s , BOEK. kan door geenerhande wapentuig doorboord worden ; i v . daar is maar één klein plekje aan het voorhoofd , daarHooFDs*. dit dier kwetsbaar i s ; men zegt, dat ééne huid van lil. zulk een dier ; een genoegzaame vraent is voor drie of A F D . vier kameelen, en een man, die binnen in den bmknehuMis van dezelve overeindftaat kan naauwlyks het rugbeen be->»jrs. reiken. W y vinden nergens aangetekend , dat efenige*£ " Nub'ërs of Abysfiniers ooit een van deeze dieren levendig gr vangen hebben , en ook niet, dat men eenig dier ontdekt heeft , dat zyn doodelyke vyand is , gelyk de ichneumon , of waterkat , van de krokodil ; de zwaardvncb voor de walvisch , en de vogel ibis voor de vhe. eende flang. Eindelvk nog doet de hippopotamus zich kennen dnor een zo luid en verfchrikkelyk gebrul , dat , naar men zegt , alle andere dieren op het hooren van dat geluid van fchrik boeven en wegvluchten (e). HIKRBY zullen wy nog voegen de waterhagedis , d i e ^ »*«• door de inboorlingen ongoueg genoemd word, en door de Itaüaanen cauaiverbera , uit noofde der groote kracht en fche. pte van den Haart , waarmede dit dier, dat^ niet dikker maar langwerpiger is dan eene kat, met één flag een' mensch het heen kan afflaan ; de huid is zacht t n zonder haair, het uuzicht vinnig en verichrikkende; het leeft van gras, wanneer h a buiten het water is ; en LuieW) geeft, volgens zyn' Gre-oüus, aan hetzelve de gedaante van een' draak, doch wat hy door dien naam verHaat is ons onbekend / ) . . OOK vind men in dit land eene groote menigte en OwnJW Verfcheidenheid van viscb , in de groote meeren en fV) TET.I.E7., A L M E Y D A , L O B O , LTJDOLPH, M A i M E T . e n anderen. (f) LurioLPHLfta. : . c a T f L L E Z , D A P P E R , B C C H A R T , 1. 4 . C
•5 ,cn anderen HEOEND HIST X I V . D . I. ST.
Qq