Aan college van Burgemeester en wethouders Gemeente Almere.
Betreft
Advies Adviesraad Sociaal Domein ten aanzien van adviesaanvraag Consultatienotitie herijking beleidsplan armoedebestrijding
Datum
Geacht College, Op 4 april ontvingen wij uw adviesaanvraag voor het nieuwe beleidsplan armoedebestrijding. Wij hebben met veel genoegen het beleidsplan gelezen en adviseren overwegend positief hierover. Wel hebben we enkele kanttekeningen en aanvullende adviezen, die we hieronder en in de bijlage zullen bespreken. Als ASD zijn we verheugd te merken dat onze signalen en die van het BO+ ter harte zijn genomen. We zien enkele adviezen uit zowel de armoedeconferentie als het ongevraagde advies van januari 2016 in het beleidsplan terug, en zien een grote bereidheid bij uw organisatie om meer te gaan werken vanuit vertrouwen en minder vanuit regels. Deze wijze van werken is ons uit het hart gegrepen. De hoofdvisie in uw nieuwe armoedebeleid is de veranderstrategie van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd werken, waardoor op een flexibele manier maatwerk geleverd kan worden. Hier kan niemand het mee oneens zijn – voor ons is echter de vraag hoe dit door zal werken in de uitvoering. Hoewel uw adviesvraag enkel het beleidsplan betrof, zullen wij daarom in de bijlage ook wat opmerkingen maken over de uitvoering, die ons inziens de vertaling van het beleid is, en daarom niet mag ontbreken in het advies. Hieronder volgen de algemene opmerkingen en adviezen over het beleidsplan: Definities: Het beleidsplan gaat over armoede en haar gevolgen op het maatschappelijk leven. Er wordt echter niet vermeld bij welke inkomensgrens armoede gedefinieerd wordt. Daarnaast bestaat er naast normatieve armoede ook gepercipieerde armoede; mensen die ondanks een redelijk inkomen niet rond kunnen komen. Wij zien zowel een kwantitatieve als kwalitatieve definitie van armoede. Advies: Voor een goed begrip van de beleidsnota adviseren wij een financiële grens te noemen als onderdeel van de definitie van armoede, en tevens de definities van minimum inkomen, bijstandsnorm, modaal inkomen en AOW uitkering te noemen – eventueel in een bijlage aangevuld met de bedragen zoals deze in 2016 van kracht zijn.
Doelstellingen: Het beleidsplan staat in het kader van een belangrijke kanteling in het denken over het ontstijgen van armoede door eigen kracht, al dan niet met behulp van eigen netwerken. De aandacht voor de zorg voor hen die onvermogend zijn of geen eigen netwerk hebben, dreigt hiermee uit het zicht te raken - met de kans op armoede. Advies Voeg aan de doelstellingen een vijfde doelstelling toe: Almeerders die niet in staat zijn om zichzelf te redden, blijven verzekerd van een sociaal vangnet. Preventie: Er zijn meerdere factoren die armoede kunnen bevorderen en waar de gemeente invloed op heeft. Drie belangrijke factoren zijn: Het eigen risico bij WMO-voorzieningen Deze is verplicht, maar de gemeente heeft de bevoegdheid om het eigen risico kwijt te schelden. Advies Maak gebruik van deze bevoegdheid ten behoeve van gezinnen met een minimum inkomen. De hoge huurprijzen en het gebrek aan sociale huurwoningen Armoede en schulden worden in een belangrijke mate veroorzaakt doordat mensen met voor hen te hoge huren te maken hebben, als gevolg van een gebrek aan betaalbare woningen. Advies Overleg met woningcorporaties en andere woningbouwers over de mogelijkheden voor meer goedkope woningen met een maandhuur tot aan de kwaliteitsnorm (zie ook de bijlage). De gemeente kan hiervoor bijvoorbeeld gereduceerde grondprijzen of erfpachtovereenkomsten aanbieden. Dure zorgverzekering De ziektekostenverzekering Almere is naar verluid tegen marktconforme tarieven. Advies Onderhandel scherp met de zorgverzekeraar Menzis, en ook met andere maatschappijen, om zo een goede prijs met een ruime dekking aan te kunnen bieden voor minima. Ten slotte merken wij nog op dat het hebben van onoplosbare schulden en vooral het voorkomen hiervan (preventie) voor een groot deel afhangt van een goede vroeg-signalering. Advies: Organiseer meer coördinatie in de samenwerking tussen alle instellingen en instanties die deze signaalfunctie kunnen vervullen. Ontwikkel tevens één standaard intakeformulier dat door alle dienstverleners gehanteerd wordt om zo een deel van de informatie bij schuldhulp sneller te verzamelen. Dit geldt ook voor gegevens uit de BasisRegistratie Persoonsgegevens zoals adresmutaties of verandering van gezinssamenstelling. Daarnaast is het raadzaam dat uitvoeringsinstanties als de Sociale Verzekeringsbank en het UWV actief informatie verstrekken over het Almeerse armoedebeleid, zodat mensen weet hebben van hun rechten en mogelijkheden, en waardoor het niet-gebruik van inkomensondersteuning verminderd wordt.
Participatie: Het beleidsplan noemt inzet van het eigen netwerk en vrijwilligers als één van de middelen bij armoedebestrijding. Wij zien hierbij wel drie knelpunten: ten eerste heeft niet iedereen een netwerk, ten tweede kan de inzet van vrijwilligers leiden tot kwaliteitsverlies van zorg (onder meer door de afwezigheid van de signaleringsfunctie van professionals) en ten derde ontstaan mogelijk verdringingseffecten op de arbeidsmarkt; hoewel dit voor de meeste functies geldt, hebben de laaggeschoolden hier het meest onder te lijden. Advies Wees hier alert op en betrek dit bij de diverse uitvoeringsmaatregelen. ‘Evidence based beleid’ In zowel het beleidsplan als in de uitvoeringsnota wordt gesteld dat de veranderstrategie mede gebaseerd is op ‘evidence based ’ beleid (proefondervindelijk bewezen beleid), wat inhoudt dat er gebruik gemaakt wordt van beproefde methodieken. Er wordt echter niet gerefereerd aan in het verleden behaalde effecten van bedoelde methodieken, waardoor voortzetting gerechtvaardigd wordt. Advies:
Onderbouw het voortgezet gebruik van ‘evidence based’ beleid met behaalde resultaten gedurende de afgelopen jaren. Het nieuwe armoedebeleid ziet er in de ogen van de ASD goed uit en wij zijn erg benieuwd naar de uitwerking hiervan. De Uitvoeringsnota mag wat ons betreft nog veel concreter. Bovendien zijn er nog enkele punten die ons inziens meegenomen moeten worden in de nota - deze staan in de bijlage. We hopen dat u onze opmerkingen en adviezen naar waarde meeneemt in de verdere uitwerking van uw plannen en zijn te allen tijde bereid dit advies nader toe te lichten. Met vriendelijke groet,
Klaas Jongejan, voorzitter
Bijlage De ASD vindt het positief dat vernieuwing niet zozeer gezocht is in beleidskaders, maar voornamelijk in de aanpassing van de uitvoering. De Uitvoeringsnota is daarbij van belang. Deze is volgens ons echter nog summier en weinig concreet. Hoewel wij hierover niet adviseren, willen wij wel graag enkele aandachtspunten meegeven.
In de uitvoeringsnota worden op meerdere plaatsen kwantitatieve gegevens vermeld, maar bij de uitwerkingen worden geen kwantitatieve ambities vermeld.
Het is toe te juichen dat er meer nadruk komt op preventie, maar het doel mag niet de middelen heiligen; met name de Straatkubus als middel om achter de voordeur te komen kan een privacy schendend effect hebben.
Er wordt in het beleidsplan terecht aandacht besteed aan de inkomens positie van ouderen. In de uitvoeringsnota echter, wordt geen aandacht geschonken aan de combinatie van toenemende zorgbehoefte en de rigoureuze afbouw van de tegemoetkoming zorgkosten, waardoor meer mensen noodgedwongen afzien van zorg. Dit geldt trouwens voor alle groepen met een laag inkomen.
In onze ogen is de financiële positie van gezinnen met opgroeiende kinderen onderbelicht in de Uitvoeringsnota. Uit de Nibud Minima effectrapportage 2014 blijkt uit de bijlage Begrotingen 2015 na wijziging wet- en regelgeving, dat een aanzienlijke groep gezinnen met kinderen en een minimum inkomen onder het bestaansminimum dreigen te zinken. Ook deze groep gezinnen heeft aandacht nodig.
Zoals bekend is de basisbeurs voor studenten afgeschaft. Lenen blijft echter wel mogelijk. Studenten uit gezinnen met een minimum inkomen dragen vaak bij aan het gezinsinkomen. Deze manier van armoedebestrijding in deze gezinnen blijft onzichtbaar voor de gemeente. De studenten zijn daardoor gedwongen om maximaal te lenen en daarmee een hoge studieschuld opbouwen. Dit zien wij als een slechte start van het volwassen leven. De gemeente zou onderzoek moeten doen onder studenten naar inkomen en studieschuld, om eventueel passende maatregelen te nemen waardoor je oplopende schulden van deze groep voorkomt.
Middelen voor re-integratie en activering hebben lang niet altijd het gewenste effect. Activering naar werk zonder dat er ‘uitzicht op werk’ is, lijkt op water naar de zee dragen. Activeren kan geen doel op zichzelf zijn. Re-integratie trajecten moeten een reële kans op werk als doel hebben. De middelen voor activering moeten alleen voor bewezen effectieve instrumenten dienen.
Voor werkende minima en zelfstandigen met een inkomen rond bijstandsniveau zijn er inkomensondersteunende maatregelen. Deze zijn niet altijd bekend en daardoor is ook het effect hiervan niet te meten. Evenmin is het duidelijk welke ambitie er is inzake het bereiken van een levensvatbaar bedrijf. Door de effectiviteit van de inkomensondersteunende maatregelen van werkende minima te monitoren krijgt men hierin inzicht.
Woningen met een huurprijs onder de kwaliteitsnorm van €409,92 zijn zeer beperkt beschikbaar in Almere. Het gevolg is dat gezinnen met een laag inkomen naar een huis met een hogere huur moeten verhuizen, dat boven hun financiële draagkracht ligt. Aangezien de centrale huurtoeslag slechts 65% van het huurverschil compenseert, dreigen deze gezinnen onder het bestaansminimum te geraken.
In de Uitvoeringsnota wordt gewezen op het woonlastenfonds. Hierbij past echter een kanttekening. Dit fonds verstrekt alleen een uitkering aan een beperkte groep, de ontvanger moet namelijk gedurende meerdere jaren beneden het minimum inkomen zitten (in 2015 was dat vanaf 2011).
In de Uitvoeringsnota staat niets over handhavingsverordeningen. Hoewel wij geen voorstander zijn van de “tandenborstelpolitie”, zijn wij wel van mening dat handhaving zodanig ingezet moet worden dat iedereen rechtvaardig behandeld wordt. Hierbij zien wij graag dat de leefwereld van de inwoners en niet de systeemwereld van de regels centraal staat. De meeste regels worden immers door de gemeente zelf vastgesteld, daar waar de centrale overheid vaak ruimere regelingen kent. Wij pleiten sterk voor maatwerk vanuit rechtvaardigheidsgevoel.