Bijlage bij brief over voortgang VVE-bestuursafspraken
1 Inleiding Het Ministerie van OCW heeft gericht geld ingezet in de G37 om de kwaliteit van de VVE te verbeteren. Deze zijn in maart 2012 vastgelegd in bestuursafspraken met de G37 gemeenten. Per gemeente zijn daarbij specifieke afspraken gemaakt aan de hand van belangrijke indicatoren van de inspectie. Met als doel dat gemeenten: de kwaliteit van de pedagogisch medewerkers verhogen, opbrengstgericht werken stimuleren, de ouderbetrokkenheid versterken, afspraken maken over de beoogde resultaten van VVE, het aantal VVE-plaatsen en schakelklassen uit te breiden en de toeleiding naar de voorschool verbeteren. De hoofddoelen van deze inspanningen zijn dat kinderen zonder achterstand naar groep 1 en 3 van de basisschool gaan en het tegengaan van onderpresteren van leerlingen. Hierna lichten we per onderdeel de voortgang toe van deze afspraken in Enschede.
2 2.1
Voortgang bestuursafspraken „Effectief benutten van VVE‟ Meer hbo‟ers
Inhoud afspraak De afspraak valt uiteen in twee onderdelen: A. Ter ondersteuning van het primair proces wil de gemeente Enschede coaching on the job mogelijk maken (door VVE-coaches; voorheen genoemd Hbo-coaches). De afspraak luidt dat op 31-12-2015 daarvoor 14 fte‟s wordt ingezet. B. Inzet van 17,6 fte‟s Hbo‟er als pedagogisch medewerker (pm‟ers). Stand van zaken Ad A. Op dit moment zijn 10 fte‟s voor „coaching on the job‟ werkzaam. Deze VVE -coaches zijn inmiddels geschoold, beginnen steeds meer draagvlak te krijgen in de IKC‟s en raken steeds beter ingewerkt. De huidige inzet sluit aan op de behoefte. Na overleg met de partners in de stuurgroep IKC/VVE bleek een uitbreiding van VVE-coaches tot de afgesproken 14 fte‟s dan ook niet wenselijk. Er is veel meer behoefte om vooral in de concentratiegebieden extra hboinzet op de werkvloer beschikbaar te hebben. We hebben daarom met het ministerie afgesproken dat we binnen dit onderdeel de nog te realiseren 4fte voor coaching on the job gaan inzetten als extra hbo‟ers op de werkvloer. Ad B. Er zijn op dit moment binnen de kinderopvangorganisaties circa 23 fte‟s hbo gediplomeerde pedagogische medewerkers in dienst. Deze hbo‟ers worden ingezet op extra taken tot 1 januari 2016. Daarmee voldoen we ruimschoots aan de afspraken met het Rijk.
1
2.2
Hanteren kindvolgsysteem
Inhoud afspraak In de bestuursafspraken staat dat in Enschede zowel de scholen als de voorschoolse 1 instellingen een „evidence based‟ kindvolgsysteem hanteren. Aan dit volgsysteem worden peutertoetsen toegevoegd. De toetsen worden conform de richtlijn afgenomen en de uitkomsten worden als evaluatiebron benut. Binnen de Stuurgroep IKC/VVE is afgesproken 2 dat als systeem Cito/LOVS wordt gebruikt. Stand van zaken Op de scholen wordt reeds Enschede breed gewerkt met Cito/LOVS. Bij de voorscholen wordt de implementatie daarvan op dit moment afgerond. Een groot deel van de leidsters heeft inmiddels een opleiding gevolgd in het afnemen van Cito-toetsen en materialen zijn aangeschaft. Ook de scholing om per organisatie te werken met het kindvolgsysteem heeft inmiddels plaatsgevonden. 2.3 Meer schakelklassen en implementatie co-teaching Inhoud afspraak 3 A. Uitbreiding aantal deeltijdschakelklassen van 10 naar 12. B. M.b.t. co-teaching is afgesproken dat de uit de schakelklassen verkregen deskundigheid wordt benut voor de VVE-geïndiceerde kinderen in de reguliere groepen 1 en 2 van de bij de schakelklassen betrokken scholen. En dat we de mogelijkheden daarvoor onderzoeken. Stand van zaken Ad A. Het aantal schakelklassen is de laatste jaren 13 geweest, daarmee hebben we de ambities ruimschoots gehaald. We hebben samen met de schoolbesturen de werkagenda „Schakelklassen‟ opgesteld en concrete afspraken gemaakt over o.a. werkwijze en financiering. Ad B. Het onderdeel co-teaching is in uitvoering. Hiervoor is een traject op maat ontwikkeld. Kern daarvan is het versterken van de samenwerking tussen de leraren van de deeltijdschakelklassen en de moederklassen, in combinatie met het optimaliseren van het onderwijs aan de niet Nederlandstalige leerlingen in de moederklassen. Daartoe volgen zowel de leerkrachten van de deeltijdschakelklas als de moederklas op dit moment een gerichte training. Daarnaast worden begeleiders binnen de steunpunten Passend Onderwijs getraind om het ingezette proces na implementatie te kunnen blijven volgen en indien nodig de coteaching als coaches on the job te begeleiden. 2.4 Pilots toeleiding Inhoud afspraak Het bereik adequaat in beeld krijgen en houden en het nul-bereik terug te brengen (in 2015 een 50% afname t.o.v. 2011).
1
Het gaat hier om de inzet van een kindvolgsysteem waarvan, dat op grond van wetenschappelijk onderzoek, het beste resultaat mag worden verwacht. 2 LOVS = Leerling Ontwikkeling Volg Systeem 3 In de deeltijdschakelklas vindt minimaal acht uur intensief taalonderwijs in een aparte groep plaats in combinatie met onderwijs aan het kind in de reguliere groep op de school waar het staat ingeschreven. . 2
Stand van zaken De gemeente Enschede heeft met de GGD/Jeugdgezondheidszorg een procedure afgesproken waarbij de GGD op de consultatiebureaus signaleert en indiceert. Hierbij staan de te nemen stappen beschreven om de geïndiceerde peuters naar de voorscholen toe te leiden. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt m.b.t. de inschatting van ontwikkelachterstanden van een peuter door de voorscholen. Tot slot is het zaak de resultaten adequaat te monitoren. Met de GGD en de kinderopvangorganisaties spreken we over het aanscherpen van de rapportages, waardoor we deze beter kunnen benutten voor onze beleidsontwikkeling. Daarnaast bereiden we pilots voor om de resultaten van de toeleiding verder te verbeteren. Dit moet leiden tot een sluitende toeleiding in de loop van 2015. 2.5 Verhoging taalniveau pedagogisch medewerkers in de kinderopvang Inhoud afspraak Bij het opstellen van de bestuursafspraken in 2011 waren er in Enschede 317 pedagogisch medewerkers betrokken bij het primair proces. De ambitie voor eind 2015 is dat deze allemaal aan het vereiste taalniveau voldoen (te weten het 3F-niveau, HAVO/MBO4). Stand van zaken In Enschede hebben de omstandigheden zich gewijzigd ten opzichte van 2011; onderwijs en kinderopvang werken nauw samen binnen de IKC‟s. Eén van de gevolgen van deze ontwikkeling is dat er inmiddels veel meer pedagogisch medewerkers betrokken zijn bij het primair proces (circa 500). Wij streven ernaar een zo groot mogelijk deel van deze medewerkers aan het vereiste 3F-niveau te laten voldoen. Het is zowel in het belang van het kind als van de pedagogisch medewerker zelf om serieus werk te maken van het eigen taalniveau. Pedagogisch medewerkers die taalvaardig zijn, zijn beter in staat om (doelgroep)kinderen te ondersteunen in hun taalontwikkeling. Bovendien zorgt een voldoende eigen taalniveau voor meer werkplezier en arbeidsperspectief. Met de partners in de onze stad hebben we daarom afgesproken dat voor 2016 alle - binnen de context van een IKC werkzame - pedagogisch medewerkers voor mondelinge en leesvaardigheden moeten voldoen aan het niveau 3F. Het gaat hierbij om ongeveer 500 medewerkers. Op dit moment heeft ongeveer een kwart daarvan alle onderdelen van de 3Ftoets met goed gevolg afgelegd. De anderen moeten nog één of meerdere onderdelen opnieuw doen en wordt daarvoor opgeleid. Wij zijn ons er samen met de kinderopvangorganisaties van bewust dat we hierbij een grote inzet vragen en dat dit in de praktijk zeker niet altijd makkelijk is. Het gaat om immers veel pedagogische medewerkers, die tegelijkertijd cursussen volgen en de organisatorische gevolgen daarvan zijn groot. Ook legt de onzekerheid van het wel of niet slagen een zware druk op deze medewerkers. Maar met zijn allen, medewerkers, kinderopvangorganisaties en gemeente, zetten we er op in om het gewenste eindresultaat te behalen. 2.6 Gemeentelijk VVE-beleid, de resultaten van VVE Inhoud afspraak Specifiek voor het domein “de resultaten van VVE” hebben we afgesproken dat we stedelijk de resultaten uit de monitor Taal & Rekenen benutten voor concrete verbeteringen. De score van de bestandsopname was in 2011 een 2, streven is de bestandsscore minimaal op 3 te krijgen. Stand van zaken Voor het gemeentelijk beleid is de ambitie vastgelegd om in 2013 op tenminste elk onderdeel van het Toezichtkader van de Inspectie voor VVE op niveau drie te scoren. Dit streven is behaald, ook voor dit onderdeel.
3
Om de taal- en rekenprestaties van Enschedese basisschoolleerlingen in beeld te brengen en te volgen voert het bureau Oberon sinds 2008 een periodieke meting uit. In 2013 is voor de vijfde keer gemeten. In 2012 heeft dit bureau ook aanvullend onderzoek gedaan naar de toetsprestaties van kleuters. De scores van de leerlingen zijn daarbij vergeleken met het door het Cito vastgestelde landelijk gemiddelde. In het memo van 31 oktober jl. hebben we daarover het volgende gemeld: De Enschedese taal- en rekenprestaties liggen ruim boven het landelijk gemiddelde. Enschedese kleuters presteren in zowel groep 1 als groep 2 op de toetsen „Taal voor Kleuters‟ als „Rekenen voor Kleuters‟ ruim boven het landelijk gemiddelde. Bovendien gaat elk cohort Enschedese kleuters beter presteren; de prestaties op beide toetsen in beide leerjaren stijgen elk schooljaar verder boven het landelijk gemiddelde uit. De prestaties van gewichtenleerlingen (gewicht 0,3 en 1,2) blijven achter op de prestaties van leerlingen zonder leerlinggewicht (gewicht 0). Leerlingen met gewicht 0,3 presteren alsnog iets boven het landelijk gemiddelde. De prestaties van leerlingen met gewicht 1,2 zijn de afgelopen jaren gestegen tot ongeveer het landelijk gemiddelde. Tussen groep 1 en 2 blijven Enschedese kleuters ten opzichte van het landelijke gemiddelde gelijk presteren. Wel zien we dat leerlingen die in groep 1 op een laag niveau op taal en rekenen presteren, in groep 2 meeste vooruitgang hebben geboekt. Zij halen hun achterstand deels in. De verschillen tussen leerlingen worden daarmee kleiner. De resultaten worden jaarlijks gepresenteerd in de monitor Taal & Rekenen. Daarnaast is het voor dit onderdeel van belang dat in de Stuurgroep IKC/VVE in april 2014 de resultaatsafspraken zijn vastgesteld. Hierbij is door de schoolbesturen, de kinderopvangorganisaties en gemeente vastgesteld welke resultaten nagestreefd worden voor taal en rekenen. Daarmee liggen we ook voor wat deze afspraak betreft goed op koers. 2.7 VVE kwaliteit op locaties, onderdelen daarvan zijn: ouderbetrokkenheid, opbrengstgericht werken en interne kwaliteitszorg Inhoud afspraak In de bestuursafspraken is voor de verschillende onderdelen aangegeven wat de streefcijfers voor 2013 en 2015 zijn. De streefcijfers voor dit onderdeel zijn geformuleerd in bestandsscores van de Inspectie. Stand van zaken (o.b.v. het Inspectierapport “de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Enschede in 2013”) In de periode 2007-2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een landelijke bestandsopname uitgevoerd naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Daarna is het signaalgestuurde toezicht op VVE in werking getreden. Bij de totstandkoming van de afspraken tussen het Rijk en de G37 is afgesproken dat de Inspectie van het Onderwijs in 2013 en 2015 een monitor uitvoert om de kwaliteit van VVE op gemeentelijk niveau, op voorscholen en op vroegscholen (groep 1 en 2 van basisscholen) in beeld te brengen. De inspectie heeft hierbij zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de afzonderlijke locaties, de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Enschede beoordeeld. Het eindrapport van de onderwijsinspectie voor de gemeente Enschede is overwegend positief. Op gemeentelijk niveau zijn alle oordelen voldoende of goed. De inspectie heeft voor de gemeente dan ook geen verbeterpunten of verbeteracties gedefinieerd. Ter illustratie het onderstaand citaat uit het rapport:
4
De inspectie concludeert dat: “ het beleid dat al vanaf 2001 is ingevoerd met betrek k ing tot VVE, voortvarend is voortgezet. Naar aanleiding van de bestandsopname en de bestuursafsprak en heeft de gemeente haar beleid op een aantal punten aangescherpt, wat heeft geleid tot een verbetering van de k waliteit van VVE ten opzichte van 2010/2011. In eerste instantie was er stagnatie door een reorganisatie in de structuur. De gemeente besloot om 31 integrale k indcentra in te richten, waarbij organisaties van voorscholen door middel van presentaties door vroegscholen als samenwerk ingspartner gek ozen werden. Dat heeft in bijna alle gevallen geleid tot een visionaire en sterk inhoudelijk e samenwerk ing. Vanaf dat moment (mei 2013) is een sterk e groei in ontwik k eling waarneembaar op de voor- en vroegscholen, maar ook tussen gemeente, besturen en overige partners in de k eten.“ Naast het oordeel over het gemeentelijk beleid is ook de kwaliteit van de VVE op de locaties onderzocht (zowel op basis van vragenlijsten als door locatiebezoeken uit te voeren). De inspectie is overwegend positief over de kwaliteit van VVE op de locaties. Zie onderstaand citaat. “Met name op de aspecten Condities, Kwaliteit van de uitvoering van VVE en Ontwik k eling, begeleiding en zorg beoordeelt de inspectie de meeste indicatoren bij vrijwel alle locaties als voldoende. Aandachtspunten zijn het gerichte VVE ouderbeleid en de participatie in VVE-activiteiten door ouders. Daarnaast zijn ook het afstemmen van activiteiten op het ontwik k elingsniveau van k inderen en de evaluatie bij zorg en begeleiding verbeterpunten voor de VVE-locaties. Met betrek k ing tot de k waliteitszorg en de doorgaande lijn ziet de inspectie groei, maar ook mogelijk heden om dat aspect verder uit te bouwen. Ronduit spectaculair is de groei die bereik t is bij de doelgerichte planning en de planmatige begeleiding. Was dit in 2010/2011 op 25% van de bezochte locaties op orde, nu is dit op 88% van de locaties van voldoende niveau.” De inspectie concludeert tenslotte in haar rapport dat “zowel de gemeente als de voor- en vroegscholen sinds 2010/2011 veel werk hebben verzet in het belang van de doelgroepkinderen, maar ook voor de overige kinderen in de voor- en vroegscholen. Er wordt eendrachtig gewerkt om het beleid verder uit te voeren en te implementeren.” De inspectie zal vanaf 2015 opnieuw de kwaliteit van VVE in de gemeente Enschede in beeld brengen (VVE monitor 2015). 3 Overige activiteiten De IKC-partners hebben in het kader van de bestuursafspraken diverse activiteiten uitgevoerd of in gang gezet: Het vaststellen van de prestatieafspraken en de resultaatsafspraken en het beschikbaar stellen van middelen aan de kinderopvangorganisaties ter uitvoering daarvan; De partners werken aan de aanbesteding van de opdracht ter monitoring van de prestatieafspraken; er zijn scholingstrajecten voor de pedagogisch medewerkers in het kader van opbrengst gericht werken gestart, die een vervolg krijgen met maatwerk per IKC; Er zijn analyses per IKC uitgevoerd; De IKC‟s hebben zgn. één-pagina-plannen per IKC opgesteld, die het afgelopen najaar verder zijn uitgewerkt; De IKC‟s sluiten jaarlijks samenwerkingsovereenkomsten met concrete ontwikkelafspraken; Er is een nieuw ontwikkelde interne ondersteuningsstructuur per IKC. De beide ondersteuningsstructuren van de kinderopvang en de scholen zijn daarbij geharmoniseerd. De al bestaande IKC-samenwerking vormde een belangrijke „drager‟ onder dit proces. De partners in de IKC-ontwikkeling gaan door op de ingeslagen weg, waarbij veel aandacht is en blijft voor de kwaliteit van de uitvoering. We streven er samen naar dat de inspectiebeoordelingen in 2015 over de volle breedte minimaal voldoende („3‟) zijn.
5
4 Bespreking met het Ministerie over de bestuursafspraken en de uitkomsten van het Inspectierapport Over de uitkomsten van de bestandsopname van de inspectie en over de voortgang van de afspraken hebben we volgens afspraak tussentijds gesproken met het ministerie van OCW. Hierbij heeft het ministerie geconstateerd dat Enschede goed op koers ligt wat betreft de uitvoering. Het is, aldus het ministerie, nu van belang door te zetten, de resterende verbeterpunten gericht aan te pakken en de verworvenheden vast te houden. Vooral kwaliteitszorg en ouderbetrokkenheid vergen nog meer inzet en dat geldt ook voor een aantal kwaliteitsonderdelen (m.n. de opgave die er ligt voor het taalniveau 3F). Aan de extra inzet op kwaliteitszorg (m.n. het ouderbeleid) geven we op dit moment vorm. We hebben samen met de partners een concept stedelijk ouderbeleid geformuleerd dat eind januari in de stuurgroep IKC/VVE aan de orde komt. Ook op het gebied van het taalniveau werken we intensief samen met de kinderopvangorganisaties om de gewenste eindresultaten te bereiken. 5 Vervolgafspraken met het werkveld en het aanbrengen van focus Mede op basis van deze voortgang en de uitkomsten van het inspectierapport heeft de stuurgroep IKC/VVE de focus vastgesteld tot eind 2015. Ook de bevindingen van Expertis op basis van een eerdere evaluatieronde (januari 2014) speelden hierbij een belangrijke rol. Het gesprek met het ministerie heeft hier nog eens aanvullend richting aan gegeven. De partners hebben zes speerpunten binnen de focus benoemd, waarvan vooral de eerste drie direct betrekking hebben op de uitvoering van de voor- en vroegschoolse educatie binnen de IKC‟s. Deze focuspunten zijn: Versterking doorgaande lijn (waaronder pedagogisch/educatief handelen); Verbetering kwaliteitszorg (het implementeren, evalueren, verbeteren en borgen van de kwaliteit van VVE); Versterking ouderbeleid; Aanpakken van IKC-organisatorische aangelegenheden; Verheldering zeggenschap binnen het IKC; Implementatie doorgaande zorgstructuur. Om de focus te delen en om de Colleges van leidinggevenden de mogelijkheid te bieden om hieraan invulling te geven binnen het eigen IKC zijn afgelopen september en oktober verdiepingsmiddagen georganiseerd. Dit heeft geresulteerd in nieuwe samenwerkingsovereenkomsten per IKC, die per 1 december jl. grotendeels zijn vastgesteld.
-o-
6