Hfst. 19 Verrekening van voorheffingen en voorafbetalingen • Voorheffingen en voorafbetalingen worden in mindering gebracht van de berekende basisbelasting
• Stadia in de berekening van de ven. B – Berekening van de basisbelasting • = belastbare grondslag x toepasselijk tarief • Ev aanslag art. 219 WIB (300% + ACB)
– Verrekening van de niet terugbetaalbare voorheffingen • Indien de voorheffingen de verschuldigde belasting overtreffen Î saldo = verloren
– Verrekening van de terugbetaalbare voorheffingen • Indien de voorheffingen de verschuldigde belasting overtreffen Î saldo wordt terugbetaald
– Verrekening van de voorafbetalingen • De voorafbetalingen worden afgetrokken van de de belasting uit gewone aanslag (Voorafbetalingen kunnen ook het saldo negatief maken of het bestaande negatieve verhogen)
1
– Vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetaling • Als de vennootschap onvoldoende voorafbetalingen heeft verricht Î belastingvermeerdering
– Samenvoeging van de gewone en afzonderlijke belastingaanslag • Indien een gewone en afzonderlijke aanslag tegen 300% Î optellen. Dit is de verschuldigde belasting of het door de fiscus terug te betalen bedrag aan voorheffingen en voorafbetalingen
– Belastingverhoging • Wegens onvolledige of onjuiste aangifte
• Principe van de verrekenbaarheid van de voorheffingen – Voorheffingen zijn voorschotten op de verschuldigde vennootschapsbelasting – Maken in principe deel uit van de belastbare grondslag van de Venn. B (via VU) – Voorheffingen worden afgetrokken van de uiteindelijk verschuldigde Venn. B, als de voorheffingen > verschuldigde Venn. B Î overschot wordt terugbetaald (indien het terugbetaalbare voorheffingen zijn) – Indien niet terugbetaalbare voorheffingen Î definitief verloren – Eerst worden de niet-terugbetaalbare voorheffingen aangezuiverd dan pas de terugbetaalbare – Voorheffingen kunnen nooit verrekend worden met de afzonderlijke aanslag van 300%
2
• Verrekening van niet terugbetaalbare voorheffingen – Fictieve roerende voorheffing • Op bepaalde vóór 1 dec 1962 uitgegeven effecten of leningsovereenkomsten kan de venn een niet terugbetaalbare fictieve RV verrekenen • Inhouding: effectieve RV van 12,5% • Fictieve RV van verschil tussen 25/75 van het netto geïnde roerend inkomen en ingehouden RV Voorbeeld p 418 Roerend inkomen van € 10.000,00 waarmee een FRV kan verrekend worden Roerend inkomen Ingehouden RV netto roerend inkomen
10.000,00 -1.250,00 8.750,00
25/75 van netto inkomen werkenijk ingehouden RV Fictieve RV
2.916,67 -1.250,00 1.666,67
– Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (FBB) • Doel vermijden van internationale dubbel belasting • FBB wordt geacht de buitenlandse belasting te vertegenwoordigen die de inkomsten in het buitenland hebben ondergaan Î FBB wordt met Ven. B verrekend (niet terugbetaalbaar) • Van toepassing op – – – –
In buitenland belaste buitenlandse royalties Intresten van buitenlandse beleggingen die daar werden belast Diverse inkomsten van roerende aard Voor ontvangen dividenden kan geen FBB verrekend worden (uitz. div van buitenlandse beleggingsvenn. die aan bep. vwn voldoen) – FBB wordt maar ,verrekend als de bedoelde roerende inkomsten in het buitenland aan een soortgelijke belasting als de Belgische inkomstenbelasting zijn onderworpen – FBB moet ook in de VU onder code [029] opgenomen worden
• FBB voor buitenlandse royalties – Inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen. – Verrekenbare FBB-bedrag wordt forfaitair vastgesteld op 15/85 van het netto geïnde bedrag VÓÓR aftrek van ingehouden RV naar NA aftrek van buitenlandse belasting – Als buitenlandse belasting = 15% Î FBB heeft neutraal effect (er wordt evenveel verrekend als de buitenlandse belasting) – Als buitenlandse belasting lager ligt dan FBB Î er kan meer verrekend worden dan wat in buitenland werd ingehouden – Als de buitenlandse belasting meer bedraagt dan 15% Î maximaal 15% verrekenbaar
3
Voorbeeld p 419 Portugeese royalties waarop 8% bronbelasting werd ingehouden 1. Royalties zijn rechtstreeks in Portugal geïnd, zonder tussenkomst van een Belgische tussenpersoon. Portugese bruto royalties Ingehouden Portugese bronbelasting netto geinde royalties Verrekenbare FBB: 9.200,00 x 15/85 =
10.000,00 -800,00 9.200,00 1.623,53
2. Royaties zijn geïnd via een Belgische tussenpersoon die de RV heeft ingehouden Portugese bruto royalties Ingehouden Portugese bronbelasting netto royalties ingehouden Belgische RV netto geinde royalties Verrekenbare FBB: 9.200,00 x 15/85 =
10.000,00 -800,00 9.200,00 -1.380,00 7.820,00 1.623,53
• FBB voor buitenlandse octrooi-inkomsten – Voor buitenlandse octrooi-inkomsten die genieten van de octrooiaftrek (cfr. Hfst. 13) Î FBB wordt vastgesteld zoals bij buitenlandse intresten – Werkelijke buitenlandse belasting is verrekenbaar met een max. van 15%
• FBB voor buitenlandse interesten – In functie van de werkelijk ingehouden buitenlandse belasting met een max van 15% – Netto geïnde intresten, NA aftrek van de buitenlandse belasting, VÓÓR aftrek van Belgische RV nog verder beperken door te vermenigvuldiging met twee breuken
1e breuk Werkelijk ingehouden buitenlandse belasting; uitgedrukt in percentage met een maximum van 15% 100 - Teller
– Verrekenbare gedeelte van de buitenlandse belasting wordt rechtstreeks gerelateerd aan de in het buitenland werkelijk betaalde belasting, met een maximum van 15% – Als de buitenlandse belasting door de schuldenaar van het inkomen wordt gedragen Î noemer blijft 100%
• Het FBB – vóór 2e bewerking wordt vervolgens nog vermenigvuldigd met de breuk (positief of 0)
netto geïnde intresten x
BB VI- FK x 100 - BB VI
– BB buitenlandse belastingdie werd ingehouden met max 15% – VI = Totaal bedrag van de inkomsten van onroerende goederen, roerende goegderen en kapitalen en het brutobedrag van de beroepsinkomsten. Uit dat totaal moeten de al dan niet verwezenlijkte MW worden uitgesloten – FK = totaal bedrag van de financiële kosten
4
2e breuk A + (B – C) – (D – E)
indien > 0
A + (B – C) A = totaal bedrag van inkomsten uit onroerende goederen, van kapitalen en roerede goederen van het boekjaar B = totaal brutobedrag van de beroepsinkomsten C = al dan niet verwezenlijkte meerwaarden D = totaal bedrag van de inkomsten van kapitalen en roerende goederen die de vennootschap heeft gedragen gedurende het boekjaar E = bedrag van uitgekeerde dividenden
• Formule kan als volgt worden samengevat: Verhouding tussen enerzijds het globale inkomen verminderd met de financieringskosten en anderzijds het onverminderde globale inkomen (zo wordt een schuldsaldocoëfficiënt toegepast op het FBB
I. Bedrijfsopbrengsten 70/74 A. Omzet B. Wijziging in de voorraad goederen in bewerking
Σ + I, A +/- I,B
rekening : 70 71
+ I,C + I,D
72 74
- I I, A
60 600/8 609
en gereed product en in de bestellingen in uitvoering
C. Geproduceerde vaste activa D. Andere bedrijfsopbrengsten II. Bedrijfskosten A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 1. Inkopen 2. Wijziging in de voorraad (toename -, afname +)
60/64
E. Waardeverminderingen op voorraden,
+/- I I, E (ten dele)
bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -)
631 632
IV. Financiële opbrengsten A. Opbrengsten uit FVA B. Opbrengsten uit vlottende activa C. Andere financiële opbrengsten
75
+
VII. Uitzonderlijke opbrengsten A. …
76
+ VII, E (ten dele)
764/9
Σ bedrag
(positief of nul)
IV
75
… E. Andere uitzonderlijke opbrengsten
Van dat bedrag zijn eventueel nog de verw ezenlijkte meerw aarden af te trekken die zouden begrepen zijn in de andere bedrijfsopbrengsten [I, D – rek. 741] of in de financiële opbrengsten [IV – rek. 752] - correctie bepaalde verw ezenlijkte MW
Σ bedrag Tenslotte moet rekening w orden gehouden, in min of meer, met de fiscale correcties die aan de boekw inst w orden aangebracht althans in zover die correcties betrekking hebben op bestanddelen die bij de vorenstaande berekening in aanmerking zijn genomen [voorbeeld : een verhoging van de omzet, onderw aardering van de voorraden, FRV op verkregen roerende inkomsten, …]. Daarentegen moeten de correcties die op andere bestanddelen betrekking hebben buiten beschouw ing w orden gelaten [voorbeeld : een afschrijvingsexcedent, …]
+/- fiscale correcties Σ bedrag
5
Het bedrag van “FK” stemt overeen met het totaal van de tijdens het belastbare tijdperk gedragen financiële kosten, die op fiscaal gebied de aard hebben (ten name van de verkrijgers) van roerende inkomsten (met uitsluiting van dividenden): - Kosten van toegekende intresten - Kosten van toegekende royalties - Kosten van toegejkende inkomsten begrepen in lijfrenten en tijdelijke renten Financiële kosten [kosten die op fiscaal vlak evenwel niet de aard hebben van roerende inkomsten – zoals waardeverminderingen, wisselverschillen en bankkosten – worden uiteraard buiten beschouwing gelaten]. V. Financiële kosten A. Kosten van schulden
65 650 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden 6501 Afschrijving van kosten bij uitgifte van leningen en van disagio 6502 Andere kosten van schulden 6503 Geactiveerde intercalaire intresten
B. Waardeverminderingen op andere vlottende activa dan bedoeld onder II. E 651 6510 Toevoeging 6511 Terugneming (-) C. Andere financiële kosten 652 653 654 655 656 657-659
Minderwaarde op realisatie van vlottende activa Discontokosten op vorderingen Wisselresultaten Resultaten uit omrekening van vreemde valuta Voorziening met financieel karakter Diverse financiële kosten
In de resultatenrekening worden volgende gegevens teruggevonden: bedrijfsopbrensten: bedrijfskosten * aankopen handelsgoederen: * andere: Voorraadwijziging handelsgoederen: financiële opbrengsten: Financiële kosten: * intresten * wisselverlies uitzonderlijke opbrengsten: * meerwaarden: * andere: uitzonderlijke kosten: Winst van het boekjaar voor belastingen belastingen opresultaat van het boekjaar WINST VAN HET BOEKJAAR
600.000,00 -245.000,00 -20.000,00 15.000,00 120.000,00 -90.000,00 -40.000,00 65.000,00 1.000,00 -50.000,00 356.000,00 -40.000,00 316.000,00
Na een fiscale controle worden volgende bestanddelen bij de winst geteld: - onderschating van de voorraad 20.000,00 - verworpen uitgaven 40.000,00 De € 120.000,00 financiële opbrengsten omvatten: - Belgische intresten 70.000,00 (15% RV) - buitenlandse intresten 20.000,00 (12% bronheffing) 30.000,00 (20% bronheffing) Berrekening van het verrekenbare FBB-bedrag voor de buitenlndse intresten
a) eerste breuk 20.000,00 x 12/88 = 30.000,00 x 15/85 =
2.727,27 5.294,12 (20% wordt beperkt tot 15%) 8.021,39
b) tweede breuk Het verkregen bedrg moet nog vermenigvuldigd worden met volgende breuk Bedrag van de noemer: - bedrijfsopbrengsten - handelsgoederen - voorraad handelsgoederen - Onderschatting voorraad HG - financiële opbrangsten - uitzonderlijke opbrengsten - TOTAAL NOEMER Bedrag teller - Bedrag van de noemer - Gedragen intresten - TOTAAL TELLER
600.000,00 -245.000,00 15.000,00 20.000,00 120.000,00 1.000,00 511.000,00
511.000,00 -90.000,00 421.000,00
b) Het verrekenbare FBB voor de intresten bedraagt dus : 8.021,39 x 421.000,00 511.000,00
6.608,62
6
• Verrekenbaarheid ifv bezitsduur – Het FBB wordt slechts verrekend tot het gedeelte dat betrekking heeft op de inkomsten die belastbar zijn tot de periode waarin de venn de volle eigendom van de goederen of kapitalen heeft gehad
– Verenigbaarheid van het Belgisch FBB-regime met de DBV’s • Internationale verdragrecht heeft voorrang op het nationale recht Î DBV’s hebben voorrang op de belgische FBB-regeling • Verdrag bepaald hoeveel de bronstaat mag inhouden en de vooraarden waaronder die voorheffing in het land van de verkrijgende vennootschap mag verrekend worden
• 4 situaties – Dubbelbelastingverdrag verwijst naar Belgische wetgeving Î Belgische regels worden toegepast (Ierland, Japan, VS) – Het verdrag verwijst naar de Belgische wetgeving, maar voorziet een FBB dat minimaal gelijk is aan de buitenlandse belasting [Hongarije (15%), Italië (15%) en Portugal (15%)] – Het verdrag verwijst naar een minimaal tarief of naar een vast tarief. Het verdragstarief is dan van toepassing [Frankrijk (15%) China (15%), Brazilië (20%) Australië (10%) India (15%)…] – Tax-sparing clausule: de verrekening van het FBB wordt berekend op een vast percentage van het inkomen (15% 20%), zelfs indien dit inkomen werd vrijgesteld in de bronstaat (Brazilië, Indonesië, Maleisië…)
• Volgens het Hof van Cassatie hoeft het op basis van een DBV (internat. Recht) verrekende FBB niet per se exact overeen te komen met het in de VU (intern recht)
• P. 431: verrekening van de terugbetaalbare roerende voorheffing – Roerende voorheffing is verrekenbaar EN terugbetaalbaar • RV eerst opnemen via VU in belastbare basis
– Verrekenbaar bedrag • Netto-bedrag bruteren en op dit bruto bedrag de RV berekenen (via netto x 100/85 als RV 15% bedraagt, 100/75 als RV 25% bedraagt en 100/90 als RV = 10%) – 15% op intresten uit overeenkomsten gesloten na 1 maart 1990 & dividenden die genieten van verlaagde voorheffing – 25% voor intresten uit overeenkomsten van vóór 1 maart 1990, andere dan VV-aandelen – 10% voor liquidatieboni en inkoopboni
7
Voorbeeld p. 432 Dividend van € 75.000,00 waarop 25% RV is ingehouden, uitgekeerd door een Blegische vennootschap Netto geïnd bedrag
75.000,00 x 100/75 100.000,00 x 25% 25.000,00
Brutobedrag Verrekenbare RV:
– Bepering op de verrekenbaarheid van de RV • Verrekenbaarheid van dividenden (maatregel tegen “couponstripping”) – Onderneming moet de aandelen in volle eigendom hebben op ogenblik van de toekenning of betaling van het dividend – Geen verrekening van de RV in zover die toekenning een waardevermindering of minderwaarde tot gevolg heeft op de aandelen waarop ze betrekking hebben » Waardevermindering: de werkelijke waarde van het aandeel op afsluitdatum van het BJ waarin het dividend werd toegekend, is lager dan de fiscale waarde op afsluitdatum vorig boekjaar
» De beperking van de verrekening wordt slechts toegepast ten belope van en in verhouding tot de waardevermindering – Uitzondering op de beperkte verrekenbaarheid: » Vennootschap kan aantonen dat ze de aandelen 12 maanden onafgebroken in volle eigendom heeft gehad vóór de toekenning van het dividend OF » Ze kan aantonen dat de aandelen in de bewuste periode in eigendom of vruchtgebruik op geen enkel moment hebben toebehoord aan een venn. die niet onderworpen is aan de ven. B of aan een buitenlandse vennootschap die de aandelen op ononderbroken wijze heeft belegd in een Belgische inrichting Voorbeeld beperkte verrekenbaarheid van RV Fiscale warde per einde boekjaar N - 1: Werkelijke waarde einde boekjaar N Bruto uitgekeerd dividend Ingehouden RV
1.000,00 900,00 waardeverm. 100
300,00 75,00
Verrekenbare RV : RV x Bedrag waardevermind. Bruto dividend
= 75 * 100 = 25 300
• Verrekenbaarheid van andere roerende inkomsten – RV op intresten en royalties is slechts verrekenbaar in verhouding tot de periode dat de venn volle eigenaar of vruchtgebruiker van de roerende inkomsten is geweest of in verhouding tot de tijd dat de venn. schuldeiser van het inkomen is geweest Voorbeeld p. 433 Belgische NV met boekjaar 01/10/N-1 - 30/09/N Ontvangst van een netto-intrest op obligaties € 5.000,00 Intresten hebben betrekking op periode 01/01/N - 30/09/N De obliigaties werden aangekocht 01/03/N Berekening RV netto geïnd bedrag Brutobedrag Roerende voorheffing beperking ifv bezitsduur Verrekenbaar bedrag RV
5.000,00 x 100/85 5.882,35 x 15% 882,35 x 7/9 686,27
Aangezien de NV de effecten mar 7 maanden in haar bezit heeft gehad, wordt de verrekenbaarheid van de RV beperkt tot de periode 1/3/N -30/9/N
8
Voorafbetalingen • De voorafbetalingen (VA’s) worden verrekend met de verschuldigde venn. B. – VA’s worden ingeschreven naast code [175] – VA’s zijn niet verplicht, sanctie Îvermeerdering belastingschuld wegens onvoldoende VA’s – Indien teveel VA’s Î terugbetaling of overdracht naar volgend boekjaar (schriftelijke aanvraag) – Startende KMO’s • Eerste 3 boekjaren vanaf hun oprichting niet geconfronteerd met belastingvermeerdering bij onvoldoende VA’s • KMO-venn Î genieten van verlaagd opklimmend tarief (jaarlijks te evalueren) • Controles en aanpassingen v/h kunnen het tarief wijzigen Î werkt door naar vrijstelling voor vermeerdering
– Vennootchappen die per kalenderjaar boekhouden • Vervaldagen van voorafbetalingen – VA’s gebeuren 3 maandelijks : de 10e van de vierde maand, 10e van de zevende maand 10e van de tiende maand en 20e van de 12ste maand – Voor BH per kalenderjaar :10 april voor 1e kwartaal, 10 juli voor 2e kwartaal, 10 oktober voor 3e kwartaal, 20 december voor 4e kwartaal – Indien vervaldag een zaterdag, zon- of feestdag is Î vervaldag is eerstvolgende werkdag
• Belastingvermeerdering bij onvoldoende VA’s – De verschuldigde Ven B vermenigvuldigen met vermeerderingspercentage (9% voor AJ 2008) – De vermeerdering kan vermeden worden door tijdens boekjaar voldoende VA’s te verrichten – Aan de gedane VA’s zijn voordelen verbonden » VA 1 : 12% » VA 2 : 10% » VA 3 : 8% » VA4 : 6%
• Berekening van de vermeerdering – Te berekenen op de belasting die overblijft na verrekening van voorheffingen » Eerst de verschuldigde ven. B berekenen (incl. 3% ACB) » De verkregen belasting verminderen met voorheffingen en andere verrekenbare bestanddelen Î basis voor de berekening van de vermeerdering » Bedrag van de totale vermeerdering berekenen indien er geen VA’s zouden gebeurd zijn (basisbedrag – voorheffingen x 9%) [9% = gemiddelde van de bonificatie ifv het aantal kwartalen] » De voordelen waarderen verbonden aan ieder VA [VA 1 x 12%; +VA 2 x 10%; +VA 3 x8%; +VA 4 x 6%] » Het versschil berekenen tussen de globale vermeerdering en h et totale voordeel van de VA’s. het positieve verschil is de uiteindelijke vermeerdering – Indien voordeel > dan algemene vermeerdering Î geen bonificatie – Geen vermeerdering verschuldigd indien positieve verschil < 1% van de belasting is waarop ze is berekend of > 30,00 EUR.
9
Voorbeeld p. 436 Boekjaar per kalenderjaar, vershuldigde basisbelasting € 40.000,00 (incl. 3% ACB). Er werden volgende VA's verricht: 10/04/2007 10/07/2007 10/10/2007 20/12/2007
10.000,00 5.000,00 5.000,00 0,00
(VA (VA (VA (VA
1) 2) 3) 4)
De verrekenbare RV: € 10.000,00 Indien de venn. geen VA's had gedaan ging de globale vermeerdering 30.000,00 (basisbel. - voorheffingen) * 9% = € 2.700,00 bedragen Waardering van de voordelen verbonden aan de voorafbetalingen eerste kwartaal tweede kwartaal derde kwartaal vierde kwartaal
10.000,00 * 12% = 5.000,00 * 10% = 5.000,00 * 8% = 0,00 * 6% =
1.200,00 500,00 400,00 0,00 2.100,00
De verschuldigde vermeerdering bedraagt 2.700,00 - 2.100,00 = 600,00
De verschuldigde vermeerdering bedraagt 2.700,00 - 2.100,00 = 600,00 Berekening van de vennootshapsbelasting voor AJ 2008 Basisbelasting min verrekenbare voorheffingen (RV): min voorafbetalingen plus vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen: te betalen vennootschapsbelasting
40.000,00 -10.000,00 30.000,00 -20.000,00 10.000,00 600,00 10.600,00
– Vennootschappen die hun boekhouding niet per kalenderjaar voeren – Nog altijd per kwartaal voorafbetalen – Wanneer het boekjaar niet begint op de eerste dag v/d maand wordt die maand niet meegeteld – Wanneer het BJ niet eindigt op de laatste dag van een maand, wordt die maand voor een volle maand geteld – Een begonnen kwartaal wordt voor een vol kwartaal geteld
– Boekjaar van 12 maanden • Vier voorafbetalingen van telkens ¼ van de belasting • De VA’s gebeuren uiterlijk de tiende van de vierde, zevende tiende maand en twintigste van de laatste maand Boekjaar van 01/07/2007 - 30/06/2008 VA 1: 10/10/2007 VA 2: 10/01/2008 VA 3: 10/04/2008 VA 4: 20/06/2008
10
– Boekjaar van meer dan 12 maanden • Betaling moet ook door 4 VA’s telkens ten bedrage van ¼ van de belasting gebeuren • Voor de uiterste betaaldata gaat men ervan uit dat de winst zou behaald zijn in de laatste 12 maanden van het boekjaar Boekjaar loopt van 01/10/2006 tot 31/12/2007. De 4 VA's moeten uiterlijk op volgende dat gebeuren: VA 1: 10/04/2007 VA 2: 10/07/2007 VA 3: 10/10/2007 VA 4: 20/12/2007
– Boekjaar van minder dan 12 maanden (verkort boekjaar) • Toe te passen regel volgens kwartaal waarin de activiteit begint • Vennootschap voert boekhouding volgens kalenderjaar Tabel voorafbetaling verkort boekjaar per kalenderjaar Kwartaal van oprichting
aantal uit te voeren VA
Te betalen deel van de totale belasting
uiterste betaaldatum
rangorde van de VA
1ste
4
1/4 1/4 1/4 1/4
10-04 10-07 10-10 20-12
VA VA VA VA
2de
3
1/3 1/3 1/3
10-07 10-10 20-12
VA 2 VA 3 VA 4
3de
2
1/2 1/2
10-10 20-12
VA 3 VA 4
4de
1
totaal
20-12
VA 4
1 2 3 4
Voorbeeld p. 438 Bvba opgericht 6 mei 2007, BH per kalmenderjaar. BJ wordt afgesloten 31/12/2007 - mei wordt niet in aanmerking genomen omdat ze niet volledig is - oprichtingsdatum is gesitueerd in tweede kwartaal - de totale vennootschapsbelasting moet worden voorafbetaald uiterlijk: op 10 juli 2007 : voor één derde op 10 oktober 2007 : voor één derde op 10 december 2007 : voor één derde het algemeen vermeerderingspercentage is gelijk aan 10 + 8 + 9 = 8% 3
• Vennootschap voert haar boekhouding niet per kalenderjaar – Uiterste data worden als volgt vervangen » 10-04 wordt tiende dag van de vierde maand » 10-07 wordt tiende dag van de zevende maand » 10-10 wordt tiende dag van de tiende maand » 20-12 wordt twintigste dag van de laatste maand
11
– Boekjaar van minder dan 12 maanden als gevolg van gewijzigde afsluitdatum v/h BJ of afsluiting van vereffening • Voorafbetalingen worden bepaald door het kwartaal waarin – De wijziging van afsluitdatum – De sluiting van de vereffening
plaatsvindt • Als de vennootschap haar boekhouding per kalenderjaar voert gebeuren de VA’s volgens volgend schema:
Tabel p. 439 Kwartaal van wijziging
aantal uit te voeren VA
Te betalen deel van de totale belasting
uiterste betaaldatum
rangorde van de VA
1ste
1
totaal
10-04
VA 4
2de
2
1/2 1/2
10-04 10-07
VA 3 VA 4
3de
3
1/3 1/3 1/3
10-04 10-07 10-10
VA 2 VA 3 VA 4
4ste
4
1/4 1/4 1/4 1/4
10-04 10-07 10-10 20-12
VA VA VA VA
1 2 3 4
Voorbeeld p. 439 Vennootschap die per kalenderjaar boekhoudt Sluiting v/d vereffening 10-05-2008 moet uiterlijk volgende VA's doen: - op 10 april 2008 - op 10 juli 2008
voor de helft (VA 3) voor de helft (VA 4)
het algemeen vermeerderingspercentage is gelijk aan 6 + 8 = 7% 2
• Indien de vennootschap haar BH niet volgens kalenderjaar voert: – Uiterste data uit tabel worden als volgt vervangen » 10-04 wordt tiende dag van de vierde maand » 10-07 wordt tiende dag van de zevende maand » 10-10 wordt tiende dag van de tiende maand » 20-12 wordt twintigste dag van de laatste maand van het normale boekjaar van 12 maanden
12