Het WWZ-loket in Duiven en Westervoort
Beslisnotitie
Ali Dekker, adviseur Duiven (Bestuur & Management Consultants) Judith Godijn, adviseur Westervoort (Companen) Projectnummer: 127008 Juni 2006
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
INHOUD
SAMENVATTING BESLISPUNTEN
3
HOOFDSTUK 1
5
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
NAAR EEN WWZ-LOKET VOOR DUIVEN EN WESTERVOORT 1.1
Inleiding
5
1.2
Voordelen van samenwerking
5
1.3
Inbedding van het loket binnen bestaande projecten in beide gemeenten
6
1.4
Gezamenlijke uitgangspunten van het op te richten loket
6
1.5
Waarin kunnen de beide gemeenten samen optrekken?
7
1.6
Waarin hebben beide gemeenten keuzevrijheid?
8
MODEL VOOR HET GEMEENTELIJK WWZ-LOKET
9
2.1
Inleiding
9
2.2
Beschrijving van het referentie model
9
2.3
Model voor loket in Duiven en Westervoort
PLAN VAN AANPAK IMPLEMENTATIE
11 13
3.1
Inleiding
13
3.2
Projectstructuur
13
3.3
Resultaat
17
3.4
Besluitvormingstraject
18
3.5
Planning
18
BIJLAGE 1
BEGRIPPEN IN HET REFERENTIEMODEL
20
BIJLAGE 2
RESULTATEN GESPREKRONDE GEMEENTE DUIVEN
24
2/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Samenvatting beslispunten De gemeenten Duiven en Westervoort stellen voor om ten aanzien van de ontwikkeling van het loket wonen-welzijn-zorg in beide gemeenten de krachten te bundelen. Op vier thema’s: uitgangspunten, takenpakket, samenwerking en implementatie leggen wij de volgende beslispunten voor. 1. Voorgesteld wordt om de volgende uitgangspunten voor het loket te hanteren: • Het loket te beschouwen als een gemeentelijke verantwoordelijkheid en ook door de gemeenten te laten uitvoeren en in te bedden in de gemeentelijke organisaties. • Voor het loket uit te gaan van een dienstverleningsconcept dat klant en vraaggerichtheid, snelheid van werken en ontbureaucratisering voorop stelt. • Als taken voor het loket te zien: informatie en advies (wegwijs), het afhandelen van aanvragen voor individuele verstrekkingen en cliëntondersteuning. • Het loket voor wat betreft informatie en advies te zien als een middel bedoeld voor alle burgers in beide gemeenten. • Een goed digitaal loket te ontwikkelen. • In het loket de relevante taken van SWODW (Stichting Welzijn Ouderen Duiven Westervoort, nu Mikado), zoals het werk van de adviseur zorg en dienstverlening, de ouderencentrale en het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp te integreren. 2. Te kiezen voor een groeimodel. Als eindperspectief voor het concrete takenpakket gericht op afhandeling als uit te gaan van de volgende producten: • Individuele WMO-verstrekkingen (voormalige WVG en huishoudelijke hulp en verzorging). • AWBZ-aanvragen. • Welzijnsvoorzieningen. • Bijzondere bijstand en inkomensondersteunende maatregelen. • Schuldhulpverlening. • WIN (Wet inburgering nieuwkomers). • Kwijtschelding belastingen. • Leerlingenvervoer. • Begeleiding van zorgcliënten sociale zaken. Per 1 januari 2007 WMO-verstrekkingen, overige taken in groeimodel Per 1 januari dienen in elk geval de WMO-verstrekkingen via het loket aangeboden te worden. De overige producten zullen gefaseerd worden toegevoegd. 3. Ten aanzien van de organisatie van het loket en de samenwerking tussen Duiven en Westevoort uit te gaan van: • Fysieke loketten in beide gemeenten, waarbij de locaties door beide gemeenten zelf kunnen worden bepaald.
3/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
• •
• • •
Gemeenschappelijk organisatie van de telefonische frontoffice en het digitale loket. Een gezamenlijk team: het personeel van de midoffice van de loketten blijft vooralsnog in dienst van de eigen gemeenten, maar komt onder aansturing van dezelfde leidinggevende. Met uitzondering van de loketmedewerkers van Westervoort, die onder leiding van de afdeling Publiekszaken blijven staan. Een gezamenlijke administratieve backoffice aangehaakt bij de SDZ (samenwerking Duiven Zevenaar ten aanzien van de Wet werk en bijstand). WVG-consulenten in principe ontwikkelen tot allround WMO-medewerkers en casemanagers. Gezamenlijk gebruik van specialismen (onder andere schuldhulpverlening).
4. Ten aanzien van de implementatie het volgende te besluiten • Een projectstructuur in te richten. • Een extern projectleider aan te trekken die als kwartiermaker en implementator optreedt en de kosten daarvan te delen. • Een gezamenlijk bedrijfsplan op te stellen voor de loketten in de beide gemeenten. • In te zetten op de opening van beide loketten op 1 januari a.s.
4/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Hoofdstuk 1 Naar een WWZ-loket voor Duiven en Westervoort 1.1
Inleiding
De gemeenten Westervoort en Duiven willen samen een wonen-welzijn-zorgloket oprichten. Beide gemeenten zijn aanvankelijk afzonderlijk begonnen met het oprichten van een loket. Meerdere redenen gaven echter aanleiding om gezamenlijk een WWZ-loket op te richten. In dit hoofdstuk lichten wij toe wat de redenen zijn om samen te werken en wat de gezamenlijke uitgangspunten van beide gemeenten zijn voor het op te richten loket. Ook geven wij aan waarin de beide gemeenten keuzevrijheid hebben. Leeswijzer In hoofdstuk 1 worden de gemeenschappelijke uitgangspunten voor het loket verwoord. Op basis van de gezamenlijke uitgangspunten is een model voor het loket ontwikkeld. In hoofdstuk 2 lichten wij dit model toe. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een referentiemodel voor gemeentelijke loketten. In hoofdstuk 3 tenslotte gaan wij in op het plan van aanpak; hoe te komen tot het loket. Tot slot bevat de bijlage een overzicht van de gesprekken die voor de gemeente Duiven met externe partners zijn gevoerd over het loket. 1.2
Voordelen van samenwerking
Gezien de schaal van de gemeente Duiven en Westervoort, is het logisch om elkaar op te zoeken als het gaat om het oprichten van een WWZ-loket. Redenen/voordelen van samenwerking zijn onder meer: • In Duiven en Westervoort zijn dezelfde woonpartijen (Vivare en Woonzorg Nederland), welzijnspartijen (welzijnsstichting Mikado) en zorgpartijen (Diafaan, Alysis, STMG) actief.1 Samenwerking is dus logisch, anders zou je allebei een andere wegwijzer maken naar dezelfde aanbieders. • Beide gemeenten werken reeds intensief samen, met name op het terrein van welzijn: SWO Duiven-Westervoort gaat op in de nieuw op te richten welzijnsstichting Mikado en maken beide gebruik van de adviseur zorg en dienstverlening. • De beperkte schaal van beide gemeenten noopt ertoe om intensief samen te werken (‘samen sta je sterk’). • Financiële efficiency: het is voordelig om in beide gemeenten eenzelfde loket te hebben. Denk aan; personeelskosten, kosten opzet en beheer (digitaal) loket. De gezamenlijk kosten kunnen via een eenvoudig systeem verrekend worden • Afstemming; door gezamenlijk één loket te hebben, is afstemming relatief eenvoudig en wel zo helder voor de burger.
1
Niet uit te sluiten valt dat er ook met andere zorgpartijen samengewerkt gaat worden.
5/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
1.3
Inbedding van het loket binnen bestaande projecten in beide gemeenten
De gemeente Duiven heeft in december 2005 BMC (Bestuur & Management Consultants) de opdracht verleend voor de ondersteuning bij de ontwikkeling van het loket. De poging van de gemeente Duiven om binnen het zogenaamde Snelbindersproject tot de ontwikkeling van een loket te komen, is niet succesvol gebleken. Binnen het Snelbindersproject werken partijen in wonen, welzijn en zorg samen op diverse thema’s. De gemeente heeft vervolgens de ontwikkeling van het loket naar zich toe getrokken. De huidige inzet van BMC is er op gericht dat de opzet van het loket wordt geconcretiseerd en vervolgens samen met de betrokkenen wordt uitgewerkt. De gemeente Westervoort werkt binnen het project Thuis in eigen buurt samen met betrokken partijen aan de opgave die er ligt op het terrein van wonen-welzijn-zorg. In het project wordt allereerst gezamenlijk een visie op wonen-welzijn-zorg opgesteld. Vervolgens wordt op basis van die visie een aantal uitvoeringsprojecten benoemd. Het is de bedoeling dat de visie medio 2006 wordt vastgesteld in de raad. Vanaf medio 2006 kan vervolgens handen en voeten worden gegeven aan de gezamenlijk benoemde uitvoeringsprojecten. Het wonen-welzijn-zorgloket is één van de uitvoeringsprojecten binnen het project Thuis in eigen buurt. Door de invoering van de WMO op 1 januari 2007, heeft de gemeente Westervoort uit praktische redenen besloten dit uitvoeringsproject te vervroegen. Er wordt dus niet gewacht tot de visie is vastgesteld. Voor ondersteuning van het project Thuis in eigen buurt heeft de gemeente Westervoort Companen benaderd. 1.4
Gezamenlijke uitgangspunten van het op te richten loket
1. Het loket is een gemeentelijke verantwoordelijkheid en ingebed in de gemeentelijke organisaties van Duiven en Westervoort. Aanbieders van woon-, welzijn- en zorgvoorzieningen participeren dus niet in het loket. 2. Beide gemeenten kiezen voor een praktische aanpak en kiezen voor een groeimodel. Bij de start van het loket voldoet het aan de volgende functies: • Goede wegwijzer naar de juiste aanbieder van woon-, welzijn- of zorgvoorzieningen. Dat wil zeggen advies- en informatieverstrekking, vraagverheldering, doorverwijzing en - indien de klant dat wil - bewaking van de afhandeling van de vraag. De functie die de ouderencentrale op dat punt vervult wordt daarin geïntegreerd. • Daarnaast worden aan het loket individuele hulp- en zorgaanvragen (voormalige WVG-aanvragen, huishoudelijke hulp en verzorging en AWBZ-aanvragen) afgehandeld. De individuele WMO-diensten worden dus aan het loket geleverd. Overige producten worden binnen een groeimodel gefaseerd ingevoerd: - Welzijnsvoorziening. - Bijzondere bijstand en inkomensondersteunende maatregelen. - Schuldhulpverlening. - WIN (Wet inburgering nieuwkomers). - Kwijtschelding belastingen. - Leerlingenvervoer.
6/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
•
Cliëntondersteuning door onder andere de inzet van de adviseur zorg en dienstverlening die via het loket gaat werken. De adviseur zorg en dienstverlening treedt in dienst van een van beide gemeente.2 • Koppeling van het loket met relevante dienstverleners als het Meldpunt vrijwillige thuiszorg, de Ouderencentrale en de adviseur zorg en dienstverlening. • Het loket is er voor alle burgers van beide gemeenten: in principe moet iedereen bij het loket terecht kunnen. In de praktijk zien wij echter dat dergelijke loketten vooral bezocht worden door de meer kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een beperking. Echter ook ouders met vraagstukken over opvoeding kunnen er terecht voor informatie. Let op: de praktijk laat zien dat er zelden echt veel mensen naar zo’n loket komen. Het vervult wel een belangrijke functie en naarmate de bekendheid van een loket toeneemt, zal het gebruik ervan ook toenemen. Uiteraard hangt dat mede af van locatie en situering, maar zeker in de begintijd blijven de bezoekersstromen numeriek doorgaans beperkt. Dit pleit voor kleinschalig beginnen, uitgaande van een groeimodel. 3. Beide gemeenten willen een fysiek loket realiseren (een balie). De gemeenten kunnen zelf de locatie van dit fysieke loket bepalen (zie ook paragraaf 1.6). Daarnaast komt er een digitaal loket (website) en een telefonisch loket (één telefoonnummer). Het digitale loket kan op meerdere plekken worden geraadpleegd, waardoor er als het ware ‘satellietlokettten’ ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van het digitale loket door ouderenadviseurs van de SWO-DW aan huis of het raadplegen van het digitale loket in de bibliotheek. 4. De werkwijze in het loket reflecteert het dienstverleningsconcept in beide gemeenten. Daarin staan snelheid van werken, klantvriendelijkheid en ontbureaucratisering voorop. Wat snel kan, moet ook snel en eenvoudig! 1.5
Waarin kunnen de beide gemeenten samen optrekken?
Zowel het gezamenlijk implementeren als het gezamenlijk uitvoeren van het loket wonen-welzijn-zorg biedt veel voordelen. Samenwerking tijdens de implementatiefase (invoering van het loket): • Gezamenlijk werk maken van een digitale sociale kaart (beide gemeenten hebben immers dezelfde aanbieders!): daarbij een praktische insteek. Vervolgens mogelijkheden verkennen om deze verder uit te bouwen tot een interactieve website/digitaal loket. Let wel: in beide gemeenten zullen verschillende administratiepakketten functioneren. Samen met de ICT-ers van beide gemeenten moet gekeken worden hoe optimaal op beide pakketten kan worden aangesloten. In een op te richten werkgroep moet hier aan gewerkt worden (zie hoofdstuk 3, plan van aanpak). • Scholing loketpersoneel. Aandachtspunten daarbij zijn: - Functie van de adviseur zorg en dienstverlening in het loket, inpassing van de informatie en adviesfunctie van de ouderencentrale en de samenwerking met het meldpunt vrijwillige thuishulp. - Bepalen functies in front- en midoffice (zie hoofdstuk 2) en aanstellen daarvan. - Scholing van het personeel: cursussen et cetera. 2
De consulent zorg en dienstverlening is tijdelijke voor een periode van 3 jaar ondergebracht bij de SWO-DW. De overstap naar het loket was al voorzien. In de subsidievoorwaarden is daarop geanticipeerd
7/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
• •
Gezamenlijk opstellen van programma van eisen met financiële randvoorwaarden voor het loket. Met aandachtspunten als: Regelen financiën van het loket. Inrichting fysieke en telefonisch loket. Optimale aansluiting loket binnen de gemeentelijke organisatie. Communicatieplan loket; brochure, folder, bekendmaking et cetera. Gezamenlijk oprichten van een administratieve backoffice ondersteund met ICT en aansluitend op huidige SDW. Westervoort maakt daar nog geen deel van uit, maar zal daar bij aan moeten sluiten.
Uitvoeringsfase • Gezamenlijke bemensing van het telefonisch loket (één telefoonnummer voor beide gemeenten, doorschakeling en dergelijke). • Gezamenlijke inrichting en aansturen van een pool van allround WMOmedewerkers (de midoffice, zie hoofdstuk 2), onder aansturing van een gezamenlijke coördinator, onder leiding van één leidinggevende. • Beheren van digitale sociale kaart en digitaal loket, naar behoefte uitbreiden. • Gezamenlijke monitoring en evaluatie van het reilen en zeilen van het loket. 1.6
Waarin hebben beide gemeenten keuzevrijheid?
• • • •
Gemeenten kunnen zelf de locatie van de frontoffice (balie, zie hoofdstuk 2 waarin wij het model van het loket beschrijven) van het fysieke loket bepalen. Beide gemeenten kunnen op zoek gaan naar een logische plek. Inrichting en organisatorische inbedding van de frontoffice aansluitend op de gemeentelijke organisatie. Zo kan Westervoort gebruik maken van de publieksbalie. Personele bemensing van de frontoffice; de baliemedewerkers. Diepte van aangeboden diensten (met name: ‘In hoeverre neem je mensen ‘bij de hand’ in hun verdere vraagafwikkeling c.q. bewaking van die afwikkeling?’).
In het volgende hoofdstuk beschrijven wij allereerst een referentiemodel voor gemeentelijke loketten en lichten vervolgens het model voor Duiven en Westervoort toe.
8/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Hoofdstuk 2 Model voor het gemeentelijk WWZ-loket 2.1
Inleiding
Veel gemeenten buigen zich in het kader van de WMO over de vraag hoe de gemeentelijke loketten vormgegeven moeten worden. De ontwikkeling van (zorg)loketten heeft al een lange voorgeschiedenis. Al sinds de invoering van de Rio’s is er sprake van dat informatie en advies gebundeld zouden moeten worden en dat de indicatiestelling (WVG, AWBZ, en welzijnsvoorzieningen) geïntegreerd plaats zou moeten vinden. Her en der in het land zijn loketten ontstaan, zoals de Stiploketten in Friesland en de vraagwijzerloketten onder andere in Bergen op Zoom en een aantal Limburgse gemeenten. Een van de redenen is dat de verantwoordelijkheidverdeling diffuus was. Geen enkele partij was echt verantwoordelijk. Bovendien lag een zwaar accent op samenwerking en gemeenschappelijkheid en dat in een tijd waarin marktwerking en concurrentie zich voordeden. Het was kortom moeilijk om het met elkaar eens te worden. Ook in de gemeente Duiven heeft men dat ervaren. De poging om in het kader van het Snelbinderproject tot een gezamenlijk loket te komen, heeft schipbreuk geleden. De WMO schept wat dat betreft duidelijkheid. De gemeente wordt verantwoordelijk voor de loketontwikkeling. De uitvoering kan aan een derde partij worden opgedragen, de gemeente hoeft dat niet perse zelf ter hand te nemen, maar de verantwoordelijkheid ligt onvervreemdbaar bij de gemeente. Uitgaande van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het loket wordt hieronder een model geschetst voor een gemeentelijk loket dat aansluit bij de visie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Een visie die ook door de potentiële samenwerkingspartners wordt gedeeld. Bij de ontwikkeling van het model is rekening gehouden met de ervaringen die in de loop der jaren met loketten zijn opgedaan. De valkuilen worden vermeden. Het model wordt geplaatst in de zorgketen. Hierin worden ook de relaties met andere partijen in de zorgketen beschreven en de verhouding van die partijen ten opzichte van het loket. Op het model zijn varianten mogelijk. Het model wordt eerst op hoofdlijnen beschreven en visueel weergegeven. Vervolgens worden alle begrippen in het model gedefinieerd. 2.2
Beschrijving van het referentie model
Zorgketen De zorgketen loopt van vraag naar aanbod. Het loket beweegt zich in de fase van informatie en advies (vraagverheldering) tot en met indicatiestelling en zo nodig ondersteuning bij de keuze van een zorgaanbieder. Het loket is breed op het vlak van informatie ten aanzien van de WMO. De informatie is niet beperkt tot wonen, welzijn en zorg. Ook informatie over inkomensondersteunende maatregelen, financiën en belastingen is in het loket voorhanden. Op het terrein van problemen van jeugd en hun ouders is alleen in hoofdlijnen informatie beschikbaar. Zij behoren niet tot de primaire doelgroep van het loket.
9/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Het loket is in elk geval diep op het vlak van de WMO-voorzieningen, die in samenhang met AWBZ-voorzieningen worden beoordeeld. Het loket is ook de frontoffice voor het CIZ. Loket; eerste fases in de zorgketen In het loket staan klantgerichtheid en snelheid van handelen voorop. Wat snel kan, wordt in het loket afgehandeld (ook eenvoudige indicaties). Het aantal overdrachtsmomenten wordt geminimaliseerd (regelloket). Bij een loket van enige omvang werken loketmedewerkers in de frontoffice en consulenten of casemanagers in de ‘midoffice’. De loketmedewerkers beantwoorden korte vragen, reiken formulieren uit et cetera. Dit is een werkwijze die beide gemeenten nu ook al kennen. Zo wordt in Westervoort de frontoffice gevormd door de publieksbalie, aangestuurd door publiekszaken. Als een vraag wat meer tijd vergt en een analyse van de situatie aan de orde is (vraagverheldering), dan wordt een consulent of casemanager ingeschakeld voor vraagverheldering en advisering en zo nodig de intake voor WMO- of AWBZ-voorzieningen (midoffice). Indien nodig voor de indicatiestelling schakelt de consulent in beide gemeenten het CIZ in. Het CIZ fungeert als backoffice van het loket. Dit is ook conform de besluitvorming in de Tweede Kamer omtrent de betrokkenheid van het CIZ in de lokale loketten. Zie voor een uitgebreide beschrijving van de taakverdeling in het loket over de loketmedewerker (frontoffice) en de consulent (midoffice): bijlage 1, Begripsbepaling. Sideofficeorganisaties: zelfde fase zorgketen Er zijn meer organisaties actief op het vlak van informatie, advies en cliëntondersteuning. In de gemeenten Duiven en Westervoort zijn dat Mikado, de sociaal raadslieden en MEE. Ook het in ontwikkeling zijnde meldpunt vrijwillige thuishulp beweegt zich op dit terrein. Met deze organisaties kan dus samengewerkt worden. Naast de genoemde taken hebben deze organisaties nog meer functies. SWO-DW levert ook aanbod en MEE en de sociaal raadslieden treden soms ook op voor de cliënt in bezwaar- en beroepprocedures. Dat pleit ervoor om deze organisaties een zelfstandige positie te laten behouden, maar waar mogelijk in te schakelen. Vaak hebben deze organisaties een specifieke expertise die niet in elk loket voorhanden kan zijn. MEE heeft veel ervaring met cliënten met een verstandelijke beperking of een psychiatrische aandoening. De sociaal raadslieden op het terrein van de sociale wetgeving en juridische zaken en dergelijke en welzijn ouderenorganisaties hebben vaak adviseurs in dienst die cliënten, zoals ouderen die moeite hebben met de regie over hun leven, intensief kunnen begeleiden en zo nodig ook zaken concreet voor hun kunnen regelen. Deze organisaties worden in het model ‘sideofficeorganisaties genoemd’. Organisaties die in dezelfde fase van de zorgketen actief zijn als het loket. Beide gemeenten zetten in op overname van die taken of functies van de SWO-DW die relevant zijn voor het loket. SWO-DW is voor die taken dan geen sideoffice meer. Voor de overige taken wordt SWO-DW een aanbieder. Aanbieders: volgende fase zorgketen Als de fases van informatie en advies doorlopen zijn, de nodig indicaties zijn afgegeven en de aanbieders zijn gekozen, vindt overdracht aan de aanbieders plaats. Dat is een volgende fase in de zorgketen. Aanbieders zijn ketenpartners.
10/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Zij nemen het stokje over en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorg en dienstverlening. Dat typeert ook de relatie tussen de aanbieders en het loket. Het loket en de aanbieders hebben onderscheiden verantwoordelijkheden, aansluitend bij hun kerntaken. Verder zijn aanbieders leveranciers van informatie voor het loket. Sommige aanbieders hebben ook hun eigen informatie- en adviesfunctie, zoals thuiszorgorganisaties en opereren dus ook in eerdere fases van de zorgketen. De adviseur zorg en dienstverlening of -bemiddelaar is ook gericht op informatie, advies, ondersteuning en begeleiding. Echter de focus ligt toch op de eigen producten en diensten van de organisatie. Dat onderscheidt hen van de ‘sideorganisaties’ die een bredere scope hebben dan de eigen organisatie of zelfs geen aanbod leveren. Hierna wordt het model visueel weergegeven. De kleuren staan voor fasen in de zorgketen. Zorgketen
Lokaal loket
Informatie
Side office
Loketmedewerker/receptie
MEE
Sociaal raadslieden
(geen indicatie!)
(geen indicatie)
Consulenten/case managers Advies Indicatie Regelen
Backoffice intern: administratie
Aanbod
Backoffice extern: CIZ, CAK
Ketenpartners Wonen
Welzijn
Zorg
Herindicatie, dossierverandering
Warme overdracht
2.3
Model voor loket in Duiven en Westervoort
Het referentiemodel sluit goed aan bij de visie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Op het referentiemodel zijn varianten mogelijk die uitgaan van meer samenwerking tussen de gemeenten en dat is waar Duiven en Westervoort voor opteren. Men kiest op voorhand voor verregaande samenwerking met het doel om de kwetsbaarheid van de eigen organisatie zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast is de overname van de relevante taken van Mikado door de gemeente Duiven (adviseur zorg en dienstverlening, ouderencentrale en Meldpunt Vrijwillige Thuishulp) ook eenvoudiger, aangezien voor beide gemeenten gewerkt kan worden.
11/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
In het kort bestaat het model uit de volgende kenmerken: • Een gezamenlijk team: het personeel van de loketten blijft in dienst van de eigen gemeenten, maar komt onder aansturing van dezelfde leidinggevende, met uitzondering van de loketmedewerkers van Westervoort, die onder leiding van de afdeling publiekszaken blijven staan. • Een gezamenlijke administratieve backoffice aangehaakt bij de intergemeentelijke sociale dienst in Zevenaar. Westervoort zal daar dan ook bij aan moeten haken. • Fysieke loketten in beide gemeenten. • Gemeenschappelijk organisatie van de telefonische frontoffice en het digitale loket. • WVG-consulenten in principe ontwikkelen tot allround WMO-medewerkers en casemanagers. Duiven hecht aan hoogwaardige dienstverlening in de frontoffice en maakt derhalve geen scherp onderscheid tussen front- en midoffice (vloeiende overgang, consulent kan zo nodig ook aan de balie zitten). • Gezamenlijk gebruik van specialismen (onder andere schuldhulpverlening). Schema gezamenlijk loket Duiven en Westervoort;
Lokaal loket Duiven Loketmedewerker in receptie lokaal loket
Lokaal loket Westervoort Loketmedewerker in publiekszaken
Team van consulenten/case managers Gezamelijke backoffice en faciliteiten voor beide loketten. Administratie in Zevenaar
12/37
Externe backoffice extern: CIZ, CAK
Aansturing door publiekszaken.
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Hoofdstuk 3 Plan van aanpak implementatie 3.1
Inleiding
In hoofdstuk 1 is al aangegeven op welke onderdelen door de beide gemeenten samengewerkt kan worden. Het betreft de volgende onderdelen: • Telefonische en electronische bereikbaarheid. • Bemensing (een team van consulenten, loketmedewerkers). • ICT/Sociale kaart. • Digitaal loket. • Inhoudelijke aansturing (coördinator loket). • Samenwerkingsafspraken met externe partijen (CIZ, Mikado, Zevenaar). • Werving en scholing van medewerkers voor het loket. Ook op de verordening die ten grondslag ligt aan de verstrekkingen en ten aanzien van de communicatie rond het loket kan samengewerkt worden. In het geheel van te regelen punten kunnen drie thema’s onderscheiden worden: • Automatisering. • Uitvoering. • Financiën en personeel. 3.2
Projectstructuur
Voorgesteld wordt om de loketontwikkeling gezamenlijk op te pakken en een projectstructuur in te richten en gezamenlijk een externe projectleider c.q. kwartiermaker (implementator) aan te stellen. Projectstructuur De projectstructuur voor het loket bestaat uit een breed samengestelde projectgroep en daaronder drie werkgroepen. De projectgroep ressorteert onder de gezamenlijke stuurgroep WMO van de beide gemeenten. De werkgroepen worden voorgezeten door de extern projectleider. Besluiten worden aan college en raad voorgelegd. Stuurgroep WMO
Projectgroep loket
ICT
13/37
Uitvoering
Personeel en financiën, randvoorwaarden
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Extern kwartiermaker/implementator De kwartiermaker zal veel voorbereidend werk moeten verrichten. Immers, de druk op de ambtelijke organisatie is met de voorbereiding van de WMO erg groot. Ook is de tijdsdruk tot 1 januari hoog. Voorgesteld wordt om de kwartiermaker alle werkgroepen te laten voorzitten en te coördineren en de administratieve ondersteuning van de werkgroepen (agenda’s, verslagen) ook extern te organiseren. In het loket komen medewerkers van verschillende partijen te werken. Van de projectleider wordt verwacht in de aanpak ook rekening te houden met cultuurverschillen en het overbruggen daarvan. Opdracht De kwartiermaker heeft als doel om het loket operationeel te maken voor 1 januari in opdracht van de projectgroep. Concreet • Coördineren van het implementatieproces, bewaken van de planning, leggen van verbanden. Met daarbij aandacht voor de context en organisatiecultuur van beide gemeenten. • Voorbereiden van notities voor de werkgroepen. • Rapporteren van voortgang in de werkgroep aan de projectgroep, voorleggen van beslispunten aan de projectgroep. • Opstellen van een bedrijfsplan. • Beoogd eindresultaat is een loket dat gereed is om proef te draaien. Tijdsbesteding Circa een à anderhalve dag per week en een halve dag administratieve ondersteuning van half juni tot eind december. Projectgroep Opdracht Voorbereiden van de implementatie van het loket; alles in gang zetten wat nodig is. Doorgeleiden van voorstellen van college en raad. Aansturen van de extern projectleider. Samenstelling: managers en beleidsmedewerkers van Duiven en Westervoort en de extern projectleider. • Koos Seijzener. • Lex de Hilster. • Loes Stelder. • Roelien van Straten c.q. Gerard Schuurman. • Tonny Jansen. • Carl te Riele. • Extern projectleider. • De projectleider WWZ Westervoort, Judith Godijn is op afroep beschikbaar. Tijdsbesteding Frequentie: 1 x per 4 weken; mei - december.
14/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Tijdsbesteding: 3 x 7 = 21 uur per persoon.
Werkgroep automatisering Opdracht • Maken van een voorstel voor de keuze van een applicatie waarmee alle WMOwerkzaamheden in het loket kunnen worden ondersteund, die aansluit op het administratieve pakket dat door de SDW gebruikt wordt en andere noodzakelijke externe partners (CIZ, CAK, en zo mogelijk aanbieders). • Het doen van een voorstel omtrent de organisatie en het onderhoud van de applicatie. • Voorbereiden van de implementatie van de software. Concrete werkzaamheden • Opstellen programma van eisen. • Selectie van de applicatie en de sociale kaart. • Digitaal loket/website. • Organisatie beheer en onderhoud. • Aansluiting op bestaande ICT-systemen van organisaties als het CAK/CIZ. Samenstelling In deze werkgroep zitten een gemeentelijke ICT-medewerker, een manager en een beleidsmedewerker en een consulent van een van beide gemeenten onder leiding van de extern projectleider. De werkgroep wordt voor enkele dagen begeleid door een extern ICT-adviseur. Tijdsbesteding Doorlooptijd: juni - oktober/november. Frequentie: 1 x per 3 weken (meer in het begin, minder later). Tijd: 5 x 4 = 20 uur per persoon. Werkgroep uitvoering Opdracht • Het beschrijven van het werkproces in het WMO-loket (wie doet wat, kniploket en backoffice). • Het maken van een voorstel voor de inpassing van de werkzaamheden van de adviseur zorg en dienstverlening, de ouderencentrale en de vrijwillige thuishulp, in samenwerking met de werkgroep personeel en organisatie. • Bepalen van de opleidingsbehoefte. • Het opstellen van een communicatieplan. • Op basis van de beschrijving van werkprocessen door deze werkgroep kan de werkgroep automatisering het programma van eisen voor de administratieve backoffice (applicatie) bepalen. Concrete taken • Functieprofielen.
15/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
• • • •
Beschrijven werkprocessen. Inpassing adviseur zorg en dienstverlening, meldpunt vrijwillige thuishulp. Opleidingsprogramma. Folder en voorlichtingsmateriaal.
Samenstelling Deze werkgroep bestaat uit een beleidsmedewerker, twee consulenten (WVG en SoZa) en extern betrokkenen (zoals de adviseur zorg en dienstverlening, Stichting Mikado). Incidenteel kunnen ook anderen aan de werkgroep toegevoegd worden (onder andere communicatieadviseurs). Tijdsbesteding Doorlooptijd: juni - september. Frequentie: 1 x 3 weken; (4 bijeenkomsten). Tijdsbesteding 4 x 4 uur per persoon: 16 uur per persoon. Werkgroep Financiën, personeel en organisatie Opdracht • Het maken van een voorstel voor de benodigde bemensing van het loket, de wijze van aansturing en de financiële consequenties van het loket, inclusief de huisvesting. • Het maken van een plaatsingsvoorstel van de bestaande medewerkers en het werven van nieuwe medewerkers. • Het maken van afspraken met de externe partijen over de samenwerking met of inpassing in het loket. • Met daarbij aandacht voor de context en organisatiecultuur van beide gemeenten. Concreet • Berekenen van de benodigde formatie. • Doorrekenen van de financiën. • Ruimtelijke programma van eisen voor het loket (waar en wat nodig). • Afspraken over overname van het personeel met Mikado. • Afspraken met CIZ, sociaal raadslieden en MEE. Samenstelling De werkgroep bestaat uit de beide managers, een medewerker P&O en een medewerker Bedrijfsbureau/Financiën. De extern projectleider zit de werkgroep voor en voert onder andere de formatieberekening uit. Tijdsbesteding Doorlooptijd: juni - december. Frequentie: 1 x 3 weken. Tijd: 8 x 4 = 24 uur per persoon.
16/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
3.3
Resultaat
De producten van diverse werkgroepen worden gebundeld in een bedrijfsplan voor het loket. Dit plan wordt vastgesteld door de colleges en ter bespreking aan de beide raadscommissies voorgelegd.
17/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Het slotresultaat van de implementatiefase is concreet een operationeel loket in beide gemeenten dat de WMO-aanvragen kan afhandelen op 1 januari 2007 dat wil zeggen: • Een ingericht fysiek loket in beide gemeenten. • Een opgeleid team. • Geschikte ICT voor in het loket. Het werken als casemanager en het fijnslijpen van de diverse werkprocessen zal in 2007 verder ontwikkeld worden. 3.4
Besluitvormingstraject
De volgende documenten vergen bestuurlijke besluitvorming op raad-, college- of commissieniveau: • Beslisnotitie: visie op het loket en plan van aanpak; vaststellen door de colleges voor 1 juli, vaststellen in beide raden van september. • Bedrijfsplan: vaststellen in de colleges eind oktober en ter bespreking aan beide commissies. • Contracten/samenwerkingsafspraken: vaststellen in colleges eind november. 3.5
Planning
De tijd voor de implementatie tot 1 januari 2007 is kort. Het is wenselijk om proef te draaien met het loket, bijvoorbeeld vanaf november. Het te werven personeel zou ook vanaf dat moment in dienst moeten zijn. Voor het scholingsprogramma zal ook de nodige tijd uitgetrokken moeten worden (zes tot acht weken). Idealiter vindt de scholing plaats voorafgaand aan het proefdraaien, maar voor nieuw personeel is dat praktisch gezien niet haalbaar. De opleiding en het proefdraaien kunnen gecombineerd worden. Hieronder worden de onderwerpen in tijd uitgezet. Elk onderdeel zal in deelstappen uitgewerkt moeten worden Onderwerp ICT Programma van eisen voor loket Selectie applicatie Sociale kaart (keuze, vulling) Website Organisatie-onderhoud Uitvoering Werkprocessen Opleidingsplan Functieprofielen Inpassing taken SWODW
Wie
Wanneer
Werkgroep Automatisering
Juni September Oktober - december December November
Werkgroep Uitvoering
In samenwerking met werkgroep Financiën en Personeel Communicatieplan (folder) In samenwerking met communicatieadviseurs
18/37
Juni September September November
November
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Financiën Personeel Formatieberekening Aantallen (aan)vragen Verzamelen Formatieplan Aantal loketmedewerkers Aantal consulenten Werving (aanstelling 1 november) Inpassing medewerkers SWODW Opleidingsplan Uitvoering Programma van eisen huisvesting loket Onderwerp Financiën loket Exploitatie en investeringen WMO-verordening en beleidsregels voor de indicatiestelling Afspraken met • MEE • Sociaal Raadslieden • CIZ
19/37
Werkgroep Financiën, Personeel en Organisatie
Mei/juni
Juni
Augustus - oktober Augustus
Werkgroep Uitvoering
Augustus September - november Mei
Wie
Wanneer September
(in samenwerking met met regio, voor de volledigheid vermeld)
Raad oktober
November/december
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Bijlage 1 Begrippen in het referentiemodel In deze paragraaf worden alle begrippen gedefinieerd en beschreven wat er precies gedaan wordt. De functies van loketmedewerker en consulent worden beschreven. Loket (front- en midoffice)
• • • • • •
Loket staat onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. Het loket is breed ten aanzien van informatie. Het loket is diep ten aanzien van de WMO-diensten (zie hierna). Loket staat borg voor onafhankelijke en objectieve advisering. Het loket is klantgericht. Het loket handelt voor wat betreft de WMO-voorzieningen zoveel mogelijk zelf af of treft daartoe de voorbereidingen (gekwalificeerde intake). Het loket werkt integraal. Bij de beoordeling van een vraag wordt niet alleen naar het eigen pakket gekeken (WVG, HV, welzijn), maar ook naar AWBZvoorzieningen. Het loket is frontoffice voor het CIZ3. Het loket verwijst niet, maar schakelt zo nodig andere partijen in ten behoeve van een cliënt (niet de cliënt reist, maar zijn probleem). Het loket biedt indien nodig persoonsgerichte ondersteuning en begeleiding aan de kwetsbare doelgroep (zie opmerking). Het loket zorgt voor zogenaamde ‘warme overdracht’ dat wil zeggen dat er minimaal telefonisch contact is over de cliënt. Het loket houdt zicht op het dossier van de cliënt.
• • • • • •
Opmerking: de meer persoonsgerichte dienstverlening van het zorgloket richt zich op de kwetsbare doelgroep met een geringe mate van zelfredzaamheid. Zij die alleen met steun de regie over hun eigen leven kunnen behouden. Niet iedere cliënt heeft behoefte aan een dergelijke persoonlijke begeleiding. Kwetsbaarheid heeft niet alleen te maken met opleiding of financiële positie, maar kan ook te maken hebben met (tijdelijke) emotionele kwetsbaarheid. Frontoffice
De frontoffice wordt bemenst door een loketmedewerker. De loketmedewerker: • Staat de klanten te woord. • Beantwoordt telefoontjes. • Beantwoordt korte vragen (twee tot drie minuten) zelf. • Schakelt zo nodig een consulent van midoffice in. • Voor nieuwe cliënten wordt altijd een consulent van de midoffice ingeschakeld. • Maakt afspraken (bijvoorbeeld voor spreekuren). • Geeft formulieren mee.
3
CIZ Arnhem heeft ook een eigen frontoffice.
20/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
• • •
Wijst klanten de weg in het informatiesysteem. Registreert de werkzaamheden. Is van mbo-niveau.
Midoffice
De midoffice wordt bemenst door consulenten of casemanagers. Zij hebben ook directe klantcontacten en zorgen voor de afhandeling van de WMO-aanvragen. De consulent/casemanager: • Wordt ingeschakeld door de frontoffice (direct of zonodig op afspraak). • Wordt altijd voor nieuwe cliënten ingeschakeld. • Werkt in een spreekkamer. • Doet aan vraagverheldering en advisering (wat is er allemaal aan de hand en wat is er mogelijk). • Schakelt indien nodig een sideoffice in. • Doet zo nodig een gekwalificeerde intake op basis van een integrale vraagverkenning. • Werkt allround (WVG, HV, inkomensondersteuning/Bijzondere Bijstand). • Doet eenvoudige indicaties zelf. • Schakelt voor complexe indicaties het CIZ in. Het CIZ ontvangt de intakegegevens. • Volgt de werkzaamheden van de side- of backoffice. • Geeft voortgangsinformatie aan een cliënt. • Houdt het dossier bij van een cliënt. • Adviseert een cliënt zo nodig bij de keuze van de aanbieder. • Schakelt indien nodig een (ouderen)adviseur of andere begeleider in, als een cliënt meer begeleiding nodig heeft. • Zorgt voor warme overdracht aan een aanbieder. • Vraagt veranderingen in de situatie van de cliënt te melden, al dan niet elektronisch (bijvoorbeeld verandering in indicatie). • Is van hbo-niveau. Side office
Zelfstandige organisaties die actief zijn op het terrein van informatie en advies en ondersteuning en begeleiding en daarnaast andere taken hebben die een zelfstandige positie van deze organisaties nodig maakt. Sideorganisaties: • Opereren in dezelfde fase van de zorgketen als het loket. • Hebben vaak expertise op specifieke aandachtsgebieden of voor specifieke doelgroepen die niet in elk loket voorhanden kan zijn (MEE, sociaal raadslieden). • Hebben daarnaast ook andere taken, zoals persoonlijke belangenbehartiging (buddyfunctie), zoals bezwaarschriften opstellen voor een cliënt, die een zelfstandige positie ten opzichte van het loket rechtvaardigen. • Kunnen ingeschakeld worden via het loket voor zeer intensieve begeleidingstrajecten of voor speciale doelgroepen die een speciale aanpak nodig hebben, zoals mensen met een verstandelijke handicap. • Kunnen spreekuren houden in het loket. • Houden ook hun eigen frontoffice open.
21/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Positie van de welzijnsorganisatie De welzijnsorganisaties passen ook in de definitie van de sideofficeorganisaties. In Duiven is in principe gekozen voor overname van de relevante taken van de welzijnsorganisaties. De relevante activiteiten worden ingepast in het gemeentelijk loket met overname van het personeel. Samenwerking op detachering basis is ook een mogelijkheid. Backoffice
Administratief Organisaties of organisatieonderdelen die activiteiten of werkzaamheden uitvoeren waarvoor geen cliëntcontacten voor nodig zijn. De backoffice werkt met de gegevens die het loket aanlevert. Het Centraal Administratie Kantoor is een externe administratieve backoffice. Het CAK is door het Rijk aangewezen als organisatie voor de inning van zowel de eigen bijdragen voor de WMO als voor de AWBZ. In verband met het anticumulatiebeding mag een cliënt niet meer aan eigen bijdragen betalen dan het bedrag dat past bij zijn inkomen. Dit wordt door het Rijk vastgesteld. Inhoudelijk Voor complexe indicaties kan advies ingewonnen worden bij Argonaut of het CIZ. Het CIZ is in elk geval de partij voor de AWBZ-indicaties. Duiven heeft voor indicaties gekozen voor het CIZ. Het CIZ worden gezien als backofficeorganisaties, omdat: • Het CIZ (meestal) geen zelfstandige frontoffice heeft voor de WMO4. • Het CIZ ingeschakeld wordt via het loket. • Het CIZ werkt met de (intake)gegevens die het loket aanlevert. • Het loket de voortgangsinformatie aan de cliënt verzorgt. Opmerking In het kader van het indicatieonderzoek kan het toch nodig zijn om contacten te hebben met de cliënt (bijvoorbeeld onderzoek door een arts, of huisbezoek door indicatieadviseur). In de meeste gevallen is het niet nodig. Aanbieders (wonen, welzijn en zorg)
De aanbieders voor wonen, zorg en welzijn nemen de cliënt over en leveren de feitelijke diensten. Dat is de laatste fase in zorgketen. De aanbieders: • Zijn ketenpartners. • Leveren de feitelijke diensten. • Zijn leverancier van informatie voor het loket. • Informeren het loket over verandering in de situatie van de cliënt (andere indicatie nodig). • Hebben ook een eigen frontoffice.
4
Sommige CIZ-organisaties hebben wel een eigen frontoffice voor de AWBZ, in elk geval telefonisch. In de laatste kamerbehandeling over de WMO is afgesproken dat het CIZ in de loketten aanwezig moet zijn.
22/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
•
23/37
Kunnen gebruik maken van de sociale kaart en de digitale informatie die voor het loket ontwikkeld is (partner in informatie).
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Bijlage 2 Resultaten gesprekronde gemeente Duiven Aanpak
In de gemeente Duiven is in het kader van het ontwikkelingsproces voor de lokale loketten een gespreksronde langs interne en externe sleutelpartijen gehouden. Vanwege de grote overlap in externe samenwerkingspartners zijn deze gesprekken ook informatief voor de gemeente Westervoort. Er zijn tien gesprekken over het loket gevoerd met intern betrokkenen en externe organisaties te weten: Intern: • Afdelingshoofd MAZA. • Beleidsmedewerker. • Wethouder. • Het sectorhoofd. Extern: • Voorzitter WMO-platform in oprichting. • Sociaal raadslieden. • Coördinator ouderen SWO-DB. • MEE. • CIZ. • Meldpunt Vrijwillige Thuishulp. Met de aanbieders zijn geen gesprekken gevoerd. Op grond van de gekozen uitgangspunten spelen die geen rol in de ontwikkeling van het loket. Echter de sociaal raadslieden maken onderdeel uit van de Thuiszorg Midden Gelderland en de SWODB, waarbij de ouderencentrale, de adviseur zorg en dienstverlening en het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp zijn aangehaakt, is ook een aanbieder. De gespreksonderwerpen waren zoals hiervoor aangegeven: • Breedte en diepte van het loket. • Doelgroep: voor wie is het loket: zorgvragers (jong en oud), jeugd en ouders met opvoedingsvraagstukken? • Locatie. • Relatie van betrokken organisaties met het loket. In elk gesprek werden eigen accenten gelegd, bijvoorbeeld extern de aard van de werkzaamheden van de externe organisaties en de overlap in werkzaamheden en intern de personele situatie. Van elk gesprek is een verslag gemaakt. Hieronder worden kort per gesprek de belangrijkste uitspraken gedaan. Het betreft dus niet het volledige verslag. De interne gesprekken worden vanwege de grote eensluidendheid samen genomen.
24/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Intern
Breedte en diepte: regelloket Intern is men van mening dat in het loket informatie te vinden moet zijn op zoveel mogelijk terreinen. Het accent ligt wel op zorg en daaraan gerelateerd wonen en welzijn. Ook de zorggerelateerde aspecten van Sociale Zaken worden bij het loket ondergebracht. Het gaat om het volledig pakket dat nu door Sociale Zaken nog zelf afgehandeld wordt. Sociale activering en leerlingenvervoer zijn ook bij de afdeling MAZA ondergebracht en dat blijft ook zo. De toegang voor die diensten loopt dus via het loket, maar het loket hoeft zich daarop niet te profileren. Voor de WMO-diensten wil men een volledige dienstverlening bieden, dus informeren, adviseren, indiceren en zo nodig ook regelen. Concreet gaat het om: • WVG. • Huishoudelijk verzorging. • Parkeerkaarten. • Inkomensondersteuning (onder andere bijzondere bijstand). • Welzijnsvoorzieningen. Aan de raad wordt voorgesteld om zoveel mogelijk indicaties in eigen huis te doen en voor de complexe indicaties het CIZ in te schakelen, terwille van de integrale advisering WMO/AWBZ. Allround medewerkers in ‘regelarm’ loket5 Klantgerichtheid, snelheid van werken en eenvoud staan in het loket voorop. De loketmedewerkers zijn in principe allround medewerkers die alle aanvragen zowel inzake de WMO (WVG en huishoudelijke verzorging) als Sociale Zaken kunnen afhandelen. Nu zijn WVG en Sociale Zaken gescheiden circuits. Voor alle aanvragen worden afzonderlijk gegevens verzameld. Binnen Sociale Zaken is per 1 maart het zogenaamde winkelprincipe ingevoerd, dat wil zeggen vandaag aanvragen dan morgen uitbetalen! Men streeft naar een regelarm loket. Het loket in Wijchen stelt men zich ten voorbeeld. Het antwoord op een vraag naar een voorziening is ‘ja, tenzij’, ervan uitgaande dat men, zeker in de sfeer van WVG-verstrekkingen niet voor zijn plezier een verhoogde wc pot of traplift aanvraagt. Dit zal consequenties hebben voor de inhoud van de huidige WVG-verordening. De huidige toetsingsmedewerker zal een medewerker kwaliteit worden. Relatie met andere organisaties De inzet van de gemeente Duiven is om een aantal diensten van of aangehaakt bij Stichting Welzijn Ouderen Duiven Westervoort (SWODW), zoals de ouderencentrale, de adviseur zorg en dienstverlening en het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp in het loket onder te brengen. Met de subsidieverstrekking aan twee laatstgenoemden is daar ook op geanticipeerd. De adviseur zorg en dienstverlening is in 2004 5
Een regelarm regelloket lijkt een tegenstelling. Bedoeld wordt een loket waarin zo weinig mogelijk regels gelden en zoveel mogelijk geregeld wordt voor de cliënt.
25/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
aangesteld voor een periode van drie jaar en kan dus per 1 januari 2007 overstappen naar het loket.
26/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Dat geldt ook voor het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp. Voor het dienstverband moet de meeste praktische oplossing gevonden worden. Overname van het personeel ligt voor de hand, maar detachering kan ook. Dit is ook afhankelijk van de vraag of SWODW zich als aanbieder verder wil ontwikkelen of niet. Maar de inzet is overname van de betreffende personeelsleden. Voor de sociaal raadslieden geldt hetzelfde. Automatisering Ten aanzien van automatisering zullen de nodige voorzieningen getroffen moeten worden. De huidige pakketen voor de WVG volstaan niet voor de WMO. Er is nog geen digitale sociale kaart. Stichting MEE heeft er een ontwikkeld voor de regio en ook de bibliotheek heeft een voorbeeld (de Gids). De bruikbaarheid van deze systemen en de koppelbaarheid met andere aan te schaffen applicaties zal beoordeeld moeten worden. Locatie Er is een sterke voorkeur om het loket in het gemeentehuis zelf onder te brengen. De vraag is of er voldoende ruimte is. Het pand van CIZ dat naast het gemeentehuis staat, komt binnenkort vrij. Dat biedt ook mogelijkheden voor de vestiging van het loket, maar de uitstraling van het pand wordt niet positief beoordeeld. Zo nodig kunnen ook andere afdelingen uitgeplaatst worden. Extern
WMO-platform De voorzitter van het platform heeft het gesprek op persoonlijke titel gevoerd. Het onderwerp loketten is nog geen onderwerp van gesprek geweest. Het onderwerp staat voor de volgende vergadering op de agenda. De heer Egtberts is warm voorstander van een gemeentelijk loket. De overheid dient hierin zijn verantwoordelijkheid te nemen. De heer Egtberts heeft uitgewerkte ideeën over de werkwijze in het loket. Inhoud van het loket (diepte) Het doel van het ene loket moet zijn om het aantal schijven waarmee een cliënt te maken heeft om zaken omtrent wonen, welzijn en zorg te regelen, te reduceren. De loketmedewerker (m/v) is een ‘casemanager’, die alles wat noodzakelijk is, voor een cliënt regelt of in werking zet: een soort ‘spin in het web’ ten behoeve van de zorgvrager. De salesmanager is diegene die de eenvoudige indicaties stelt. Objectiviteit of beter nog controleerbaarheid is gewaarborgd door het gebruik van protocollen en het vastleggen van beoordelingscriteria in gemeentelijke verordeningen. De heer Egtberts ziet er de zin niet van in om in naam van onafhankelijkheid de uitvoering van de indicatiestelling op basis van door de gemeente vastgestelde criteria vervolgens buiten de deur te leggen. Dat is een vorm van onnodig de bal rondspelen. Complexe indicatiestellingen, die de expertise van het loket te boven gaan, en discutabele indicaties (mogelijke bezwaar- en beroepsprocedures) moeten in handen worden gelegd van het CIZ.
27/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Die is immers ook verantwoordelijk voor de AWBZ-indicatiestelling. Het aantal betrokken partijen en dus het aantal ‘knippen’ in het proces blijft zo tot het minimum beperkt. Taken van het loket (breedte) De heer Egtberts is staat een WMO-breed loket voor ogen. De informatie richt zich ook op jeugdigen en hun ouders inzake opvoedings- en ontwikkelingsvraagstukken. Ook mensen met inkomensvragen en financiële problemen moeten in het loket terecht kunnen. Waar de grens ligt tussen WMO-loket en CWI c.q. WWBconsulenten zal ook gaandeweg moeten worden uitgekristalliseerd: daar waar inkomen een onderdeel is van wonen, zorg en welzijn (en dus gerelateerd is aan de WMO) zal zoveel mogelijk de cliënt alle zaken bij het WMO-loket moeten kunnen regelen. Interne samenwerking (backoffice) is daarvoor een absolute noodzaak. Doelgroepen Bij voorkeur WMO-breed, dus naast ouderen en zorgvragers ook jeugd en ouders. Ook meldpunten met betrekking tot buurtoverlast horen bij het loket (wijkgericht werken). Ergens is natuurlijk wel een grens nodig. Waar de grens ligt, moet proefondervindelijk ontdekt worden. Alles regelen vooraf lukt toch niet en in bepaalde opzichten is ‘learning by doing’ en ‘trial and error’ waarschijnlijk beter dan streven naar perfectie op voorhand. Werkwijze in het loket Er moet vooral praktisch en oplossingsgericht gewerkt worden in het loket. De ‘casemanager’ neemt alle noodzakelijke stappen en kan zo nodig andere organisaties inschakelen, zoals bijvoorbeeld MEE of het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp, als blijkt dat er geen recht is AWBZ- of WMO-hulp. Deze organisaties opereren naast het loket. Dat kunnen zelfstandige organisaties zijn. De aanbieders werken in de keten na het loket. Idealiter blijft de ‘casemanager’ op de hoogte van alle stappen die er rond een cliënt worden gezet. Bepaalde vormen van indicatiestelling door zorgaanbieders via protocollen en criteria (WMO en/of AWBZ) wordt door het CIZ en de gemeente mogelijk gemaakt. In geval van bestaande cliënten hoeft dat geen probleem te zijn, maar de echte poortwachterfunctie kunnen ze niet vervullen volgens de heer Egtberts. De vraagverheldering en informatie- en adviesfunctie aan het begin van de zorgketen wordt door een zorgaanbieder te beperkt uitgevoerd of blijft achterwege. Cliënten worden daardoor in hun keuzevrijheid belemmerd. Locatie Het gemeentehuis als fysieke plek voor het WMO-loket is een goede plek. Dit benadrukt ook de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Echter, er moet flexibel mee omgegaan worden: spreekuren in de wijk- en buurtcentra, verzorgingstehuizen en huisbezoeken van de ‘casemanager’ zijn ook mogelijk. Verder is het loket telefonisch (baliemedewerker) en digitaal goed bereikbaar. Sociaal raadslieden
Takenpakket Het pakket van de sociaal raadslieden bestaat uit het geven van informatie over: • Sociale zekerheid. • Arbeidsrecht.
28/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
• •
29/37
Belastingen. Consumentenrecht.
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
• • •
Wonen. Onderwijs. Personen en familierecht.
Naast de informatie en adviesfunctie hebben zij ook een ondersteuningsfunctie. Ze ondersteunen cliënten ook in bijvoorbeeld het opstellen van bezwaarschriften. Daarnaast vervullen zij een signaleringsfunctie ten aanzien van knelpunten in de regelgeving, zowel op lokaal als op landelijk niveau (via de landelijke signaleringscommissie sociaal raadslieden). Recent is sterk bezuinigd op het sociaal raadsliedenwerk. Er is echter veel meer vraag dan er capaciteit is. In 2005 zelfs 50% meer. De sociaal raadslieden zullen de toegang moeten gaan reguleren. Het ziet ernaar uit dat ook dit jaar de vraag groot is. Overlap Er is een netwerkoverleg waarin organisaties zoals SRw, SWODW, Talent (sociale activering), AMW, Activerend Huisbezoek van TZMG elkaar treffen. Daarin wordt dikwijls geconcludeerd dat veel hulpverleners zich met dezelfde cliënt bezighouden. Het blijkt dat veel hulpverleners die ingeschakeld worden niet eerst doorvragen wie er nog meer over de vloer komen. Dat zou wel moeten. De meeste overlap is er met de adviseur zorg en dienstverlening. Met het AMW en het CWI is eigenlijk geen sprake van overlap. AMW maakt onderdeel uit van dezelfde organisatie. Intern zorgt men voor ‘warme overdracht’. Er moet dus meer worden samengewerkt dan nu gebeurt. Breedte en diepte Wat betreft de breedte van het loket pleitten zij voor een zo breed mogelijk loket, dat echter niet op alle onderdelen ook diep hoeft te zijn. De loketmedewerker moet vooral ook goed sorteren en zo nodig anderen inschakelen. Het moet wel behapbaar blijven. De eerste stap in het proces is echter cruciaal. De loketmedewerker moet daarom van hbo-niveau zijn. Doelgroep Ook mensen met een uitkering zijn wat betreft de sociaal raadslieden doelgroep van het loket. Als het loket zich primair richt op wonen, zorg en welzijn en bijvoorbeeld niet op werken (en uitkeringen) zal het aan het publiek duidelijk gemaakt worden waar zij met die vragen terecht kunnen. Locatie Wat betreft de locatie. Het loket wordt als voorportaal van de gemeente gezien. Het gemeentehuis is dus is een goede locatie. Het loket moet wel uitstralen naast de cliënt te staan. Sociaal raadslieden in het loket De sociaal raadslieden passen goed in het loket. Zij zijn laagdrempelig en onafhankelijk. Maar sociaal raadslieden komen namens hun cliënt ook wel eens in het geweer tegen besluiten van de overheid, zoals een bijvoorbeeld WVG- of WWBbeschikking. Dat kan in het loket dus ook gebeuren. Dat vergt een van de gemeente onafhankelijke positie.
30/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
De sociaal raadslieden zien zichzelf als een ‘sideofficeorganisatie’: een zelfstandige vrij toegankelijke organisatie die, met voor een deel dezelfde taken als het loket. Ondersteuning bij het invullen van formulieren moet in het loket plaatsvinden, maar wellicht moet er een apart project van worden gemaakt (formulierenbrigade). MEE
MEE werkt voor alle mensen met een beperking (chronisch zieken, mensen met een lichamelijke of een geestelijke beperking, psychiatrische patiënten en mensen met een beperking door ouderdom). De doelgroep is recent verruimd naar alle zorgvragers. MEE biedt de volgende diensten: • Informatie en advisering. • Vraagverduidelijking. • Aanvragen en realiseren van externe dienstverlening. • Klachtbehandeling en bezwaar en beroep. • Monitoring en evaluatie van zorg en dienstverlening. • Ondersteuning in crisissituaties. • Volledige beeldvorming. • Kortdurende en kort cyclische ondersteuning. • Cursussen. MEE bestrijkt in haar advisering alle levensgebieden. Niet alleen kan men bij MEE terecht met vragen rond wonen, zorg en welzijn, maar ook over opvoedingsvraagstuk, opleiding, scholing, werk en financiën. Het gaat altijd om kortdurende trajecten, variërend van enkele uren tot enkele dagen. Alle diensten van MEE zijn in tijd en doorlooptijd genormeerd. Voor informatie en advies staat gemiddeld 3,5 uur, voor vraagverduidelijking gemiddeld 17 uur en voor ondersteuning bij de aanvraag van externe dienstverlening 14 uur.6 Het tijdsbeslag voor verschillende diensten ligt hoger dan men in een gemeentelijk WMO-loket kan bieden. Net als de sociaal raadslieden biedt MEE ook ondersteuning en begeleiding in bezwaar- en beroepsprocedures of ondersteuning bij klachten over een zorgaanbieder. Tweejaarlijks wordt een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. MEE beschikt ook over een sociale kaart. Die is ook te gebruiken in de websites van gemeenten. De sociale kaart bestaat voorlopig alleen uit adressen. Product en dienstomschrijvingen ontbreken nog. MEE wordt gefinancierd uit de AWBZ. Aanvankelijk zou de financiering van MEE in het kader van de WMO in 2008 overgaan naar de gemeenten. Dit besluit is ‘bevroren’. Vooralsnog blijft de overheveling vanuit de AWBZ naar de WMO beperkt tot de huishoudelijke verzorging. Breedte en diepte MEE is naar analogie van haar eigen dienstverlening, voorstander van een breed en diep loket. Doelgroep Iedereen met een vraag naar ondersteuning. 6
Informatie uit klapper MEE diensten 2005.
31/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Locatie Het gemeentehuis is een goede locatie voor het loket. Aandachtspunten zijn: een goede communicatie en privacy voor cliënten. Positie van MEE in het loket • MEE als zelfstandige partner MEE hecht aan zijn zelfstandigheid en aan het werken op regionale/provinciale schaal. Dat levert meerwaarde op. De adviseurs van MEE zijn wel in te schakelen via het loket. MEE is over het algemeen snel inzetbaar. Het loket treedt in dat geval op als verdeelstation. MEE is er voorstander van om de kennis van andere organisaties te gebruiken en zo nodig snel door te schakelen. MEE kan ook haar expertise beschikbaar stellen voor gemeenten inzake de loketontwikkeling. Gebruik van de sociale kaart is al genoemd, maar ook de opzet voor een publieksinformatiecentrum (welke documentatie heb je nodig). • MEE als opdrachtnemer MEE is in staat om gemeentelijke loketten te bemensen. Medewerkers van MEE hebben de goede houding voor de informatie- en adviesrol. MEE treedt in dat geval op als opdrachtnemer voor de gemeente. Als in het loket echter ook de indicatieadvisering wordt ondergebracht, dan kan dat ingeval van bezwaar en beroep gaan wringen. De consulenten van MEE zijn ook geen casemanagers zoals medewerkers in het loket kunnen zijn. MEE ervaart dat snelle afhandeling door klanten wordt gewaardeerd. Snelle afhandeling moet ook in het gemeentelijk loket voorop staan. Overlap met andere organisaties De functie van de MEE-consulenten en die van de adviseur zorg en dienstverlening zijn in feite inwisselbaar, hoewel beide wel eigen accenten hebben. Ook is er overlap in werkzaamheden met de sociaal raadslieden. Overleg tussen al deze partijen is daarom belangrijk, om goed te weten wat iedereen doet. Stichting Welzijn Ouderen Duiven Westervoort (SWODW)
Takenpakket SWODW gaat per 1 april a.s. op in een brede welzijnsorganisatie (Mikado) die voor Duiven en Westervoort werkt. De voor het loket relevante activiteiten van SWODW zijn de werkzaamheden van de ouderencentrale en die van de adviseur zorg en dienstverlening. De adviseur zorg en dienstverlening (1 fte) is in dienst bij SWODW, maar heeft een onafhankelijke positie. De adviseur werkt naast de doelgroep ouderen ook voor andere doelgroepen, namelijk gehandicapten, chronisch zieken en ex-psychiatrische patiënten. Het betreft een projectaanstelling van drie jaar tot 1 januari 2007. Ze krijgt haar cliënten via verwijzing van diverse instanties. Ze organiseert ook voorlichtingsbijeenkomsten en er is een folder over de dienstverlening. Ook via die weg ontstaan contacten.
32/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
De ouderencentrale geeft informatie en advies over wonen, welzijn en zorg. Dagelijks is de centrale telefonisch te bereiken tussen 09.00 tot 11.00 uur. De centrale wordt bemenst door een ouderenwerker. In 2005 zijn 25687 telefoontjes binnengekomen en zijn 105 huisbezoeken uitgevoerd. De ouderenwerker doet zelf de huisbezoeken in geval van eenvoudige vragen en aanvragen voor de eigen producten van de SWO. Complexe vragen worden overgedragen aan de adviseur zorg en dienstverlening. Uit de registratie blijkt dat het overgrote deel van de vragen (90%) op het terrein van de eigen dienstverlening ligt. De inschrijvingen voor de activiteiten van SWODW lopen ook via de ouderencentrale. De ouderencentrale is gehuisvest in Duiven. De locatie heeft wel een inloopfunctie, maar hiervan wordt minimaal gebruik gemaakt. Breedte en diepte SWODW is voorstander van het ene loket, maar het loket moet wel iets extra’s bieden dat wil zeggen: • Goede vraagverheldering. • Vervolgstappen (huisbezoeken). • Outreachend werken (doelgroep zelf opzoeken, bijvoorbeeld door goede netwerken). Overigens moet wel duidelijk worden waar de grenzen liggen van het loket. Hoe ver gaat het loket in zijn adviesfunctie? Wat doet het loket of wordt vanuit het loket in gang gezet (bijvoorbeeld adviseur zorg en dienstverlening) en wat wordt overgelaten aan de aanbieders? Locatie Het gemeentehuis is een voor de hand liggende plek, zeker als het een inloopfunctie moet hebben. SWOBW is nu gehuisvest in een oud pand van de Rabobank in Westervoort (het Forum). Wellicht dat het nieuwe pand van de welzijnsorganisatie een goed alternatief kan zijn voor het loket, maar daar is nog niets van bekend. Positie SWODW in het loket Concreet is overdracht van de adviseur zorg en dienstverlening en de ouderencentrale aan de orde. SWODB heeft zich daarop ingesteld. Overdracht van de ouderencentrale naar het loket roept wel de vraag op wat er dan met de inschrijvingen gedaan moet worden. Lopen die via het loket of via de welzijnsorganisaties zelf? Overdracht van de ouderencentrale naar het loket in Duiven heeft ook consequenties voor Westervoort. Samenwerking tussen beide gemeenten ten aanzien van het loket is dus noodzakelijk wat de SWODW betreft. In het loket zouden alle betrokken organisaties, ook de aanbieders, moeten samenwerken en niet alleen SWODW. In de praktijk blijkt dat organisaties blijven vasthouden aan hun eigen informatiefunctie en loket. Dat vindt de coördinator van SWODW een gemiste kans. Concurrentiegevoelens zijn aanwezig. Het aanbieden van ondersteunende begeleiding door SWODW roept weerstand op bij andere partijen die dat ook in hun pakket hebben. SWODW wordt daarmee een aanbieder van AWBZ-diensten. 7
Uitgaande van 261 feitelijk opengestelde dagen zijn er per dag gemiddeld tien telefoontjes.
33/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Als uitvoerende partij in het loket is dat een beperkende factor. Echter als de gemeente Duiven het loket zelf organiseert, dan kan de SWODW zich wel als aanbieder ontwikkelen. Meldpunt Vrijwillige Thuishulp
Het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp is recent van start gegaan voor een periode van een jaar. De taken van het Meldpunt zijn: • Matchen van de vrager van vrijwillige thuishulp met een aanbieder. • Ontwikkelen van een ondersteuningsaanbod. Het accent ligt in eerste instantie op de matching. De deelnemende organisaties blijven ook zelfstandig bereikbaar voor hulpvragen. Het meldpunt wil alleen faciliteren en niet als extra schijf werken. Wellicht dat de publiciteit rond het Meldpunt ook meer vraag kan genereren. Naast de mantelzorgers zelf, zijn ook de professionals binnen bijvoorbeeld de thuiszorgorganisaties een belangrijke doelgroep. Zij kunnen cliënten attenderen op het steunpunt. Het bevorderen van de samenwerking tussen professionele organisaties is ook een van de doelen, evenals het opsporen van witte vlekken in het aanbod. Een ondersteuningsaanbod wordt ontwikkeld in samenwerking met de lokale vrijwilligersorganisaties. Voor het vormgeven van de mantelzorgondersteuning kan een beroep gedaan worden op het Regionaal Servicecentrum Mantelzorg in Arnhem. Breedte en diepte en doelgroep gemeentelijk loket Men is het eens met de geschetste uitgangspunten voor het gemeentelijk loket. Het loket heeft een brede informatie en adviesfunctie en handelt zoveel mogelijk indicaties zelf af. De medewerkers werken in principe allround en zijn klantgericht. Positie van het meldpunt vrijwillige thuishulp De werkzaamheden van het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp passen goed binnen het loket. Aanhaking bij het loket ligt dan ook voor de hand, maar het Meldpunt moet voor de cliënten en de deelnemende vrijwilligersorganisaties wel herkenbaar blijven en bijvoorbeeld de eigen telefoonlijn houden. Over de wijze waarop het meldpunt in het loket ingepast kan worden, moet nog nagedacht worden. CIZ
Taken Het CIZ indiceert AWBZ, waaronder de huishoudelijke verzorging. Het CIZ indiceert voor sommige gemeenten ook WVG-voorzieningen. Visie op het loket vanuit CIZ Het CIZ werkt graag samen met lokale loketten. De klant staat centraal en die is gebaat bij één toegang. Het CIZ fungeert als backoffice voor het centrale loket. Het CIZ heeft echter ook een eigen frontoffice voor de AWBZ. Het CIZ heeft de zogenaamde standaard indicatieprotocollen (sip’s) ontwikkeld, die zonder al te veel scholing gebruikt kunnen worden voor het afgeven van indicaties.
34/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Er zijn er inmiddels 19 en gebruik daarvan kan zonder meer aan het loket gemandateerd worden. Er is een beslisboom voor de huishoudelijke verzorging.
35/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Aan de hand daarvan kan bepaald worden of een aanvraag zelf afgehandeld kan worden of een indicatiesteller ingeschakeld moet worden. Ook voor de eenvoudige AWBZ-indicaties kan het gemeentelijk loket gemandateerd worden. Detachering van medewerkers van het CIZ aan loketten om taken te verrichten is ook bespreekbaar. Het CIZ is ook bereid om spreekuren te draaien in loketten en ook anderszins de loketontwikkeling te faciliteren bijvoorbeeld door middel van scholing en het beschikbaar stellen van de sip’s. Automatisering Voor een soepele aanvraag van AWBZ-voorzieningen is er inmiddels een digitale aanmeldmodule ontwikkeld. Het CIZ werkt aan een goede ICT-ondersteuning.8 Het gebruik maken van elkaar gegevens blijft nog een lastig onderwerp, in verband met de privacy. In de zorg wordt gewerkt aan/met de Hl-7 standaard, een zogenaamde vertaalprogramma waardoor gegevens van verschillende systemen met elkaar uitgewisseld kunnen worden.9 Voor de WMO is daar niets over afgesproken. Applicaties waarin gegevens tussen loketten en CIZ’s uitgewisseld kunnen worden, zijn er nog niet, voor zover bekend. Kosten Omdat de tijdsnormen voor de indicaties en dus de tarieven nog ter discussie staan, is het te vroeg om offerte uit te brengen aan de gemeenten over de kosten van de indicatiestelling van het CIZ.10 Mandatering aan zorgaanbieders Zorgaanbieders maar ook huisartsen, kunnen ook gemandateerd worden tot het uitvoeren van indicaties via sip’s. Als de aanbieder rechtstreeks kan indiceren is een gang naar het loket of naar het CIZ niet nodig (behalve voor de formele afhandeling). In het kader van een zorgvuldig keuzeproces en het niet wenselijk al te vroeg voor te sorteren op een aanbieder. In die zin is het mandaat aan zorgaanbieders lastig. Het CIZ stelt zich echter op het standpunt dat klanten welbewust kiezen voor een aanbieder en dat het in dat geval ook geen probleem is dat de zorgaanbieder een mandaat heeft voor indicaties. Het CIZ stelt geen bijzondere eisen aan mandatering, behalve dan dat de kwaliteit van de gegevens goed moet zijn. Als daar iets aan schort, kan het CIZ het mandaat intrekken. Het betreft hier alleen de AWBZ-indicaties. Advies Het CIZ adviseert de gemeente de bestaande protocollen (huishoudelijke verzorging en gebruikelijke zorg) te handhaven en er niet teveel aan te gaan morrelen. Er is lang over nagedacht en het is voorlopig het beste dat er is.
8 9
10
De aanmeldmodule sluit nog niet aan op de andere applicaties binnen het CIZ. De taal HL7 (Health Level 7) is ontwikkeld om de obstakels bij de uitwisseling van zorginformatie en patiëntengegevens uit de weg te ruimen. Het HL7 protocol is ontwikkeld door de Health Level 7 organisation. Zij bestaat uit een grammatica en een woordenlijst die gestandaardiseerd is zodat medische gegevens door alle zorgsystemen kan worden gedeeld, en gemakkelijk begrepen wordt door iedereen. Andere CIZ-regio’s hebben al wel bedragen genoemd per soort indicatietraject.
36/37
CONCEPT HET LOKET IN DUIVEN EN WESTERVOORT
Samenvatting en conclusie gespreksronde
In de interne gesprekken zijn de uitgangspunten voor het loket verder aangescherpt. Onder andere is de ambitie rond het loket verder uitgewerkt, namelijk het klantgericht, snel en regelarm werken. Deze ambitie ligt in lijn met de koers die op grond van de toekomstvisie voor het ambtelijk apparaat is uitgezet. De primaire doelgroep voor het loket is gedefinieerd. De groep van zorgvragers is breed en omvat ouderen, mensen met een lichamelijke of een psychische beperking, maar ook mensen die in een financieel kwetsbare positie zitten. Jeugd en hun ouders met vragen rond opvoeding en ontwikkelingen behoren niet tot de primaire doelgroep. In de gesprekken met de externe partijen blijkt dat de gemeentelijke lijn gedeeld wordt. De organisaties die actief zijn op het terrein van informatie en advies constateren dat er wel sprake is van overlap in activiteiten. Een betere afstemming is nodig en dat is via het loket mogelijk. SWODW heeft geen bezwaren tegen het overhevelen van de taken, zoals de ouderencentrale en de adviseur zorg en dienstverlening naar het gemeentelijk loket. SWODW heeft zich daar al eerder op ingesteld. Dat geldt ook voor het meldpunt vrijwillige thuishulp. MEE en de sociaal raadslieden hechten wel aan hun zelfstandige positie en de vrije toegankelijkheid van hun diensten. Het WMO-platform i.o. heeft uitgewerkte ideeën over het gemeentelijk loket die goed aansluiten bij de andere gemeentelijke uitgangspunten rond het allround werken van de consulenten. Wel zou het loket nog breder mogen zijn dan waarop de gemeente inzet. Al met al is er een goede basis voor de concrete uitwerking van het loket, nu de visie gedeeld wordt. Geadviseerd wordt, refererend aan de in paragraaf 1 gestelde vragen, de breedte en diepte van het loket te handhaven op de huidige inzet: • Brede informatie, maar diep ten aanzien van de WMO. • Zorgvragers en mensen met een laag inkomen te beschouwen als de primaire doelgroep. • Het loket in het gemeentehuis onder te brengen. • Het loket onder te brengen bij de afdeling Maza, waar ook nu de WVGconsulenten en medewerkers Sociale Zaken onder ressorteren. Van een reorganisatie is in die zin geen sprake. • De ontwikkeling van specialisten naar allround medewerkers te beschouwen als werkontwikkeling. De details en de consequenties daarvan zullen in de volgende fase nadere uitgewerkt moeten worden. • De relevante activiteiten van de SWO-DW, inclusief het meldpunt vrijwillige thuishulp over te nemen. Met MEE en de sociaal raadslieden samenwerkingsafspraken te maken, met behoud van hun zelfstandigheid. • Het CIZ als backoffice voor de WMO te beschouwen, maar over de concrete vorm van de samenwerking nog afspraken te maken.
37/37