OPDRACHTFORMULIER
Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties Naam student:
Datum:
Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk in de bronnen welke informatie je kunt gebruiken bij het oefenen van deze vaardigheid. 3 Beantwoord onderstaande vragen. a In welke situaties mag je een slachtoffer verplaatsen of in stabiele zijligging leggen? b Bij een ongeval staan vaak veel omstanders, die alleen maar kijken. Hoe kun je zorgen dat zij jou helpen en hulp halen? c Je hebt geen verbandmiddelen bij je. Wat kun je doen om toch een wond dicht te drukken als er sprake is van een arteriële bloeding en waarom is dat noodzakelijk? d Vaak weet je niet precies wat een slachtoffer mankeert bij een ongeluk, dus kun je geen gerichte hulp bieden. Wat doe je in ieder geval wel?
Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen:
© Noordhoff Uitgevers bv
1
HANDELINGSFORMULIER
Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties Naam student:
Naam observator:
Datum:
Beoordeling:
Voor alle handelingen geldt: • • • • •
Raadpleeg het dossier; Zorg voor voldoende privacy; Was je handen volgens de WIP-procedure; Pas de voorschriften toe; Observeer en controleer de zorgvrager.
De student:
Goed
Fout
1 Beoordeelt de situatie: • Ga na of er gevaar voor jezelf of anderen dreigt en treed zo nodig op; • Laat de plaats van het ongeval zoveel mogelijk intact; • Verplaats als er nog acuut gevaar dreigt het slachtoffer met de noodvervoersgreep van Rautek; • Kies zo nodig enkele personen om mee te helpen en spreek deze persoonlijk aan; • Geef de helpers korte, duidelijke opdrachten. 2 Geeft algemene hulp aan het slachtoffer: • Controleer eerst of sprake is van een ademhalings- of hartstilstand; • Is het slachtoffer bij bewustzijn, stel hem dan gerust en spreek hem moed in; • Verbeter zo nodig de houding van het slachtoffer, bijvoorbeeld door hem in stabiele zijligging te leggen; • Zorg dat het slachtoffer vrij kan ademhalen en houd omstanders op een afstand; • Maak knellende kleding los maar ontkleed het slachtoffer zo min mogelijk; • Ga na wat er precies gebeurd is, via het slachtoffer zelf of via ooggetuigen. Die informatie kan van belang zijn voor de te verlenen hulp; • Geef een omstander de opdracht om een dokter of een ambulance en zo nodig de politie te waarschuwen; • Vraag de omstander om terug te komen en te melden dat hij hulp heeft ingeroepen; • Verleen alleen hulp die dringend nodig is en zorg dat je het slachtoffer geen schade toebrengt; • Controleer de vitale functies van de zorgvrager door de pols en de ademhaling te meten volgens de vaardigheden Ademhaling opnemen en vaardigheid polslag opnemen. Bekijk ondertussen de situatie en ga na of je vreemde geuren waarneemt; • Controleer de gelaatskleur en de stand van de ledematen; • Ga na of het slachtoffer pijn heeft en stel vast waar; • Help het slachtoffer indien mogelijk op de plaats zelf.
© Noordhoff Uitgevers bv
3
Goed
Fout
3 Voert handeling uit: Hulp verlenen bij arteriële bloeding: • Trek zo mogelijk wegwerphandschoenen aan; • Breng indien mogelijk het gewonde lichaamsdeel omhoog; • Laat het slachtoffer afhankelijk van zijn situatie liggen of zitten (bij dreigende shock het slachtoffer altijd laten liggen). Zorg dat het hoofd altijd lager ligt dan de plaats van de bloeding; • Druk bij een sterke bloeding de slagader tussen wond en hart dicht. Als dit niet lukt, druk je in de wond met een steriel gaasje de slagader dicht; • Leg als de situatie het toelaat een wonddrukverband aan volgens vaardigheid Drukverband pols, duimmuis, knie, enkel en elleboog. Hulp verlenen bij veneuze bloeding: • Trek zo mogelijk wegwerphandschoenen aan en druk in de wond met een steriel gaasje de ader dicht; • Leg daarna een wonddrukverband aan; • Leg zo nodig het lichaamsdeel omhoog, maar pas als het drukverband is aangelegd. Hulp verlenen bij bloeding uit oor of mond: • Bedek het oor met steriel verband als dat kan volgens vaardigheid Oog-, oor- en hoofdverband en leg het slachtoffer in stabiele zijligging; • Zorg dat het bloedend oor boven ligt, zodat er geen braaksel of straatvuil bij kan komen. Hulp verlenen bij bloedingen in de borstholte en longbloeding: • Laat het slachtoffer zitten of half-zitten en verbied hem te praten; • Zorg dat het slachtoffer zich niet kan verslikken; • Wacht op deskundige hulp. Hulp verlenen bij bloedingen in de buikholte: • Laat het slachtoffer plat liggen; • Geef hem absoluut niets te drinken; • Wacht op deskundige hulp. Hulp verlenen bij botbreuken: • Trek zo mogelijk wegwerphandschoenen aan en stel vast wat het slachtoffer heeft gebroken; • Ondersteun bij een beenfractuur het lichaamsdeel zodanig dat de gewrichten gesteund worden; • Gebruik eventueel een dekenrol, een jas, een tas of iets dergelijks; • Laat bij een onderarmfractuur het slachtoffer zijn arm ondersteunen en leg een mitella aan volgens vaardigheid Mitella, brede das en snelverband; • Leg bij een bovenarm-, elleboog- of sleutelbeenfractuur een brede das aan volgens vaardigheid Mitella, brede das en snelverband; • Bedek bij een open wond deze zo mogelijk met steriel verband; • Verander nooit de stand van het lichaamsdeel bij een open fractuur.
4
© Noordhoff Uitgevers bv
Goed
Fout
4 Rapporteert de bevindingen: • Geef bij aankomst van deskundige medische hulp een kort, maar volledig verslag van de toestand van het slachtoffer.
Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen:
© Noordhoff Uitgevers bv
5
TOETSFORMULIER
Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties Naam student:
Naam beoordelaar:
Datum:
Beoordeling:
Kruis aan hoe de handelingen zijn uitgevoerd. Kies uit: V = Voldoende; O = Onvoldoende Kruis aan door wie de beoordeling is gedaan. Kies uit: B = BPV; S = School
Opdracht Je verleent eerste hulp na een ongeval of in een andere acute situatie. Uitvoering
V
O
B
S
1 Gaat na of er gevaar voor zichzelf of anderen dreigt. 2 Laat de plaats van het ongeval zoveel mogelijk intact. 3 Probeert de gevaarlijke situatie zo snel mogelijk op te heffen. 4 Spreekt de zorgvrager moed in. 5 Zorgt voor frisse lucht. 6 Laat assistentie waarschuwen. 7 Verleent alleen de strikt noodzakelijke hulp. 8 Voelt de pols en controleert de ademhaling. 9 Gaat na of de zorgvrager pijn heeft. 10 Observeert de gelaatskleur en de stand van de ledematen. 11 Gaat volgens protocol om met bloedingen. 12 Gaat volgens protocol om met botbreuken. 13 Doet bij aankomst van assistentie kort maar volledig verslag. 14 Werkt zo ergonomisch, hygiënisch, kostenbewust en efficiënt mogelijk.
Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen:
© Noordhoff Uitgevers bv
7