UNIVERZITA PALACKÉHO V OLOMOUCI FILOZOFICKÁ FAKULTA KATEDRA NEDERLANDISTIKY
Het thema van de cultuurbotsing bij de gekozen Surinaamse auteurs
The topic of the culture clash by the chosen Surinamese writers Bakalářská diplomová práce
Jana Pešoutová
Vedoucí práce: PhDr. Eva Brázdová Toufarová OLOMOUC 2010
Dankbetuiging: Hiermee wil ik graag iederen hartelijk bedanken, die mij bij het schrijven van de scriptie heeft geholpen en vooral PhDr. Eva Brázdová Toufarová, die de begeleidster van de scriptie was.
2
Čestné prohlašení Prohlašuji, že jsem svou bakalářskou práci vypracovala samostatně a uvedla v ní všechny prameny a literaturu, kterou jsem použila. V Olomouci dne Jana Pešoutová
3
Dankbetuiging .......................................................................................................................2 Čestné prohlášení .................................................................................................................3 Inhoud ....................................................................................................................................4 Woord vooraf ........................................................................................................................5 1 Inleiding ..............................................................................................................................6 2 Kritische momenten in de Surinaamse geschiedenis ...................................................8 3 Theorieën over de cultuur en de cultuurverschillen ..................................................12 4 Stereotypen over Nederlanders en Surinamers .........................................................15 4. 1 Stereotypen over Nederlanders ...................................................................................15 4. 2 Stereotypen over Surinamers .....................................................................................17 4. 3 Stereotypen gevonden in de Surinaamse literatuur....................................................17 4. 4 Stereotypen in de media .............................................................................................18 5 Inlichting tot cultuurverchillen in de literatuur .........................................................20 6 Korte profielen van de gekozen auteurs ......................................................................24 6.1 Anil Ramdas ..................................................................................................................24 6.2 Bea Vianen ....................................................................................................................25 6.3 Astrid Roemer ...............................................................................................................26 7 Cultuurbotsing, cultuurverschillen en stereotypen beschreven door gekozen Surinaamse auteurs ............................................................................................27 7. 1 De Zwarte Piet..............................................................................................................27 7. 2 Schaamtecultuur ...........................................................................................................29 7.3 Machismo ......................................................................................................................29 7. 4 Individualisme van Nerdelanders ...............................................................................31 7.5 Migranten ......................................................................................................................32 7. 6 Discriminatie ................................................................................................................34 7.7 Het koloniaal erfgoed ...................................................................................................36 8 Conclusie...........................................................................................................................38 9 Resumé in het Tsjechisch ...............................................................................................41 10 Summary in English .....................................................................................................42 Anotace ................................................................................................................................43 Bibliografie ..........................................................................................................................44 Internetbronnen .................................................................................................................46 Bijlage...................................................................................................................................47
4
WOORD VOORAF “Ik begrijp jouw thema niet, hoor, er is toch geen sprake van cultuurbotsing tussen bakra„s1 en ons. Ik zou het meer beschrijven als cultuurverrijking. We zijn geen Marokkanen,”2 was een reactie van een Surinaamse vriendin over het thema van de auteurs scriptie. Deze uitspraak zelf bevat veel tegenstrijdigheden en riep in men veel vragen op over cultuurverschillen, stereotypen, vooroordelen, multiculturele problematiek en over wat is de hedendagse Nederlandse cultuur eigenlijk wel is. Als buitenlander heeft men de rol van de toeschouwer die het toneel van de hedendaagse Nederlandse maatschappelijke situatie probeert te begrijpen. Nederland was voor de auteur van dit schrijven het land van tolerantie, een voorbeeld van de multicuturele samenleving die funcioneert. Deze scriptie is een poging om een betere inzicht over de multiculturele maatschappij in Nederland te krijgen.
Jana Pešoutová
1
Het woord bakra is afkomstig uit Surinaams-Nederlands en betekent een blanke (m. n. een Nederlander) (Dale, van, Boon den T., Geeraerts D., Sijvan der N. 2005: 1608). 2 Is een letterlijke citatie van het gesprek tussen de auteur van de scriptie en een Nederlandse studente met Surinaamse afkomst van 23. 11. 2009. 5
1
INLEIDING Nederland is en was, voor de komst van allochtonen, al een multicultureel
land. Vanaf de jaren zestig is het aantal immigranten in Nederland sterk toegenomen. Er is zelfs sprake van een verandering van de Nederlandse maatschappij en deze verandering brengt nieuwe feiten mee. De oplossingen van de multiculturele problematiek worden gezocht en daarom moeten de oorzaken genoemd worden. Hedendaagse maatschappelijke tegenstellingen worden aan cultuurverschillen en religies toegeschreven. Verschillende culturele normen en waarden worden als oorzaak van een cultuurbotsing gezien. Men moet echter beseffen in welke mate cultturverschillen de rede zijn van het conflict en in welke mate stereotypen. De uitspraak: “Suriname is Nederlandse creatie” (Roo 2002: 199) kan men met vogelvlucht als Nederlandcentristische uitspraak negeren maar kan ook als een hulp bij oplossing van een raadsel dienen. Er is geen twijfel over dat Suriname enorm op Nederland was gericht. De cultuurverschillen zouden bij nadere inspectie klein blijken. Toch spreekt men ook in verband met de voormalige kolonie als over een cultuurbotsing. Wat zijn de oorzaken van een mogelijke cultuurbotsing? Hoe hebben de dragers van Surinaamse cultuur: literaire auteurs de cultuurbotsing beschreven? Om de complexiteit te begrijpen van de Surinaamse verhouding tegenover de Nederlandse is het nodig om het in een historisch kader zetten. Met dat doel gaat men eerst de historische achtergrond van Suriname beschrijven. Om de culturele verschillen te kunnen herkennen, worden in het derde hoofdstuk de theoriën over de cultuur en de cultuurverschillen besproken. Vervolgens gaat men laten zien in welke mate onze denkbeelden door stereotypen beïnvloed kunnen worden. Voordat de werken van Surinaamse auteurs behandeld worden, is het noodzakelijk om op de specifieke kenmerken van de Surinaamse bevolking te wijzen. Aan de hand van korte fragmenten wordt er in het vijfde hoofdstuk bekeken hoe de Surinaamse schrijvers de cultuurverschillen en stereotypen beschrijven. Op basis daarvan hoopt men ook wat meer helderheid te krijgen over de hedendaagse Nederlandse multiculturele problematiek.
6
Volgens veel Nederlanders3 is bij Surinamers de integratie het meest gelukt. Door deze bewering wordt er een kans gegeven aan alle culturen en religies die in de Nederlandse samenleving willen integreren. Suriname is de wereld in het klein. De wereld met grote etnische verscheidenheid die alle grote religies ter wereld vertegenwoordigt. Men wil de eerste stap van deze succesvolle integratie beschrijven: de confrontatie tussen de Nederlandse en de Surinaamse cultuur. Men laat zich daarbij leiden door de beschrijvingen van de Surinaamse auteurs en studies over cultuurverschillen. De gekozen auteurs zijn: Anil Ramdas en zijn boek De beroepsherinneraar en andere verhalen, Beane Vianen met haar werkstuk Het Paradijs van Oranje en Astrid Roemer met Oost West Holland Best. Criteria voor deze keuze waren de representatie van de twee grootste bevolkingsgroepen in Suriname, gezichtspunten van een man en een vrouw, het thema en de populariteit. Deze auteurs waren zelf actief, of het thema van hun boeken reageert op de gebeurtenisen, in de periode rond de onafhankelijkheid van Suriname. Deze periode is gekozen, omdat in die tijd de exodus van Surinamers naar Nederland zijn hoogtepunt bereikte. In deze scriptie gaat men uit van het cultuurrelativisme en een dynamisch cultuurconcept waarin het individu geen pasief wezen is dat uistluitend op basis van de groepscultuur handelt, die hij heeft geleerd.
3
Zie artiekel http://static. rnw. nl/migratie/surinaams. caribiana. nl/innederland/car20090501_mythe-redirected (8. 3. 2010). 7
2
Kritische momenten in de Surinaamse geschiedenis De oorspronkelijke bewoners van Suriname bestaan uit verschillende
stammen die we kunnen onderverdelen in twee taalgroepen: de Arowakken en de Caraïben. De eerste Europeanen die Suriname zagen waren Alfonso Hojeda, Juan de la Cosa en Amerigo Vespucci in 1499.4 Na het vertrek van de Spanjaarden kwamen de Nederlanders, maar de echte kolonisatie begon toen een groep Engelse kolonisten van Barbados Suriname in bezit nam. Tot het eind van de zestiende eeuw hadden Europeanen geen belangstelling in Suriname, maar hier kwam een wending in, doordat men vermoedde dat het goudrijk Eldorado in het binnenland moest liggen. Engelsen zonden een groep ervaren Portugees-Joodse planters naar Suriname, waarna de kolonie snel tot bloei kwam. Na de Vrede van Breda in 1667 , kreeg Nederland weer bezit van Suriname, in ruil voor Nieuw Amsterdam, het huidige New York. De keus van Nederland was beïnvloed door de verwachting dat Suriname een meer profijtelijke kolonie zou zijn. De drijvende kracht van de plantageeconomie waren slaven, die uit Afrika werden gehaald. De arbeid op de plantages was onmenselijk zwaar en de sterftecijfers waren hoog. Het aantal inwoners werd rond 1800 op 50. 000 geschat, van wie slechts 4000 vrij waren. Slaven die in Afrika geboren waren, noemden slavenhouders Zouterwaternegers en hun in Suriname geboren nakomelingen werden Creolen genoemd. Evenzo heetten blanken, die in de kolonie geboren waren. 5 Ontvluchte slaven en hun nakomelingen kregen de naam Bosnegers of Marrons. Zij bewaarden hun culturele erfgoed onbeschadigd, in vergelijking met de bewoners van het kustgebied waar hun culturen onder de vuur lagen van de andere heersende culturen. Nieuw beleid was de oorzaak voor de economische neergang van de plantages, samenhangend met de Amsterdamse beurskracht en mede door de aanvallen van de Marrons. In de jaren zestig van de negentiende eeuw onstond er in Europa een grote kritiek op de exploitatie van de autochtone bevolking in de
4
Over de komst van conquistadores schrijft Albert Helman in zijn Zuid-Zuid-West. Volgens Van Dale is Creool ook iemand die in een ander werelddeel geboren is uit Europese ouders, meer bepaald een afstammeling van Europeanen in de SpaansAmerikaanse staten en op de West-Indische eilanden. (Dale, van, Boon den T., Geeraerts D., Sijvan der N. 2005: 696). 5
8
koloniën – het boek Max Havelaar vond indertijd een goede klankbodem bij de bevolking. In 1863 werd de slavernij in Suriname afgeschaft en tien jaar later waren slaven werkelijk vrij. Om het tekort aan arbeidskrachten te voorkomen, werden Chinezen uit Java en Hindoestanen uit Brits-Indië als contractarbeiders gehaald. Hindoestanen vormden toen de grootste etnische groep. De meeste Nederlanders gingen naar het moederland terug. “Toch was en is de gerichtheid van land en volk op Nederland enorm. Dat kwam onder meer door de etnische verscheidenheid. Elke groep had zijn eigen taal en cultuur en de koloniale heerser hield de groepen zoveel mogelijk gescheiden. Deze verdeel-en-heerspolitiek had tot gevolg dat het Nederlands of de Surinaams-Nederlands zich moeiteloos als contacttaal kon handhaven.” 6 (Roo 2002: 199) In de twintigste eeuw ging de neergang van de plantages door. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er sprake van een economische bloei, doordat het bauxiet een belangrijke grondstof voor de geallieerden werd. Na de oorlog was er, zoals overal ter wereld, ook in Suriname een golf van dekolonisatie. In dezelfde periode gaan veel jongeren uit de betere kringen terug naar het moederland in Europa om te studeren. Het Surinaamse nationalisme ontwikkelde zich paradoxaal niet op de eigen bodem. De voorstanders van de pro Surinaamse-nationalistische politiek-culturele beweging hadden meestal een opleiding in Nederland gevolgd. Tot in de jaren zeventig beheersten Nederlanders in Suriname het economische leven, maar toch was daar een verandering gekomen: in de regering trad de eerste gouverneur van Surinaamse afkomst in functie. De hele twintigste eeuw wonen er Surinamers in Nederland, maar daarbij gaat het om een relatief kleine groep van vooral studenten, hoger opgeleiden, muzikanten, werkkrachten en verpleegsters. Na 1968 zoekenn velen hun heil in wat Bea Vianen (1973) ironisch het paradijs overzee noemde. Voor de onafhankelijkheid kwam de grootste immigratie golf, omdat toen de sfeer in Suriname
zich
verhardde
wegens
groeiende
conflicten
tussen
de
bevolkingsgroepen (met name tussen de Creolen en de Hindoestanen) Doordat er in Nederland genoeg werk blijkt te zijn, besluit een derde van de Surinaamse bevolking naar Nederland immigreren. In het jaar 1975 wordt het aantal
9
Surinamers in Nederland op honderd duizend geschat. In hetzelfde jaar is de onafhankelijkheid een feit. Het resultaat van de Surinaamse exodus is dat tegenwoordig de helft van de inwoners van de toenmalige kolonie in Nederland woont. Dit jaar wordt het aantal Nederlanders van Surinaams herkomst in Nederland op 342. 198 geschat.7 Men zegt dat de komst van de Surinamers een onverwachte erfenis van het Nederlandse koloniale verleden is. Vijf jaar na de onafhankelijkheid pleegt een groep militairen een staatsgreep. Desi Bouterse kwam aan de macht. Militairen kregen steeds meer kritiek, maar oppositieleiders werden geëxecuteerd. Deze gebeurtenissen staan bekend als de Decembermoorden. Het korstondige optimisme van de jaren daarvoor veranderde in een desillusies. De schrijvers werden door middel van censuur tot zwijgen gebracht. Nederland stelde de ontwikkelingshulp onmiddellijk uit, waardoor de economie van de voormalige kolonie de bodem raakte. Het land werd internationaal afgesneden, de inflatie nam toe en er was een tekort aan voedsel. Suriname werd niet meer als voormalige kolonie gezien maar als een gewoon ontwikkelingsland. Sinds 1987 zijn de diplomatische betrekkingen tussen Nederland en Suriname hernieuwd, maar blijven schommelen. In 1992 tekenden de twee landen een verdracht van vriendschap en samenwerking, hiermee hervatte ook de beloofde ontwikkelingshulp. De band tussen de twee landen versterkt door de grote migratie en blijft dankzij de moderne technologie (in het vervoer en de communicatie) behouden. De band op het culturele niveau wordt aangetoont door het feit dat het grootste gedeelte van de Surinaamse literatuur in Nederlandse uitgeverijen gepubliceerd wordt. In 2005 wordt Suriname lid van de Taalunie en volgt het spellingtraject Nederlandse Taalunie. In hetzelfde jaar worden in Woordenlijst Nederlandse Taal 500 Surinaams-Nederlandse woorden opgenomen. Het logische resultaat van de gezamenlijke historische betrekkingen is dat Nederland en Nederlanders in de rijke Surinaamse literatuur een rol spelen. In vele werken verwijzen de auteurs naar de ervaringen met de cultuurverschillen die de Surinaamse immigranten hebben meegemaakt. In principe wordt er in vele
7
Zie: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71090ned&LA=NL (1. 2. 2010). 10
boeken gepleit voor betere kennis over elkaar om vooroordelen weg te nemen. In de gekozen boeken kan men inspiratie zoeken over hoe men van de cultuurbotsing een cultuurverrijking kan maken. Ook kan men inspiratie vinden over hoe om te gaan met verschillen in het denken, voelen en handelen van mensen met andere culturele
achtergronden
in
11
het
algemeen.
3
Theorieën over cultuur en cultuurverschillen
Er bestaan veel theorieën over wat de term cultuur precies omvat. “In het dagelijkse spraakgebruik wordt de term “cultuur” veelvuldig gebruikt om naar één of meerdere aspecten van de materiële of immateriële producten van groepen te verwijzen zoals deze tot uitdrukking komen in de inrichting van hun sociale, economische, natuurlijke en religieuze omgeving.”8 Dit heeft te maken met onder andere de voorwerpen die de mensen uit verschillende culturen produceren en gebruiken, de manier waarop ze met elkaar omgaan, gewone alledaagse zaken (bv. groeten, eten, niet tonen van hun gevoelens, hoe ze dingen zeggen, tijd en ruimte indelen) en de wereld om hen heen waarnemen. Vaak wordt het begrip “cultuur” ook door wetenschappers alleen aan landen gebonden. Sommige landen kunnen echter ook multicultureel zijn. Andere wetenschappers definiëren deze term als de kennis die men nodig heeft om in een situatie te kunnen functioneren: kennis van o.a. een taal, tijd en geografische ruimte. Om een eigen cultuur te hebben moet een groep een gezamenlijke taal hebben om hun cultuur te kunnen ontwikkelen en naar de volgende generaties over te dragen. Ook moet men lange tijd een gezamelijk gebied bewonen. Conform deze criteria kan vastgesteld worden dat er veel multiculturele landen zijn. Er zijn honderden definities van de term cultuur en daarom ook veel theoriën over cultuurverschillen. In deze theoriën bestaan allerlei tweedelige classificaties van culturen. Het gaat hier over de classificaties als individualistisch tegenover collectivistisch, welke ook de meest onderzochte culturele elementen zijn. In de individualistische culturen staat het belang van het individu centraal, in de collectivistische culturen daarentegen ligt de aandacht op het belang van de groep. Een voorbeeld van zo een indeling is de Nederlandse cultuur die als individualistisch wordt gezien. Daartegenover worden de Turkse en de Marokkaanse culturen als collectivistische culturen beschouwd. Volgens een onderzoek over culturele variaties in emoties (Gomes de Mesquita 1993) bestaat de neiging om te zeggen dat Nederlanders invidualistischer zijn dan Surinamers. Andere classificaties die men in de literatuur aantreft zijn moderne tegenover 8
Zie http://www.interculturelecommunicatie.com/download/voorlichting.html (16. 2. 2010). 12
traditionele, westerse tegenover niet-westerse, fijnmazige tegenover grofmazige en schuld- tegenover schaamte-culturen. De grondslag aan de beroemde theorie over de culturele variabiliteit van Hofstede (1994) is dat de nationale culturen van elkaar verschillen in de mate waarin ze een bepaalde waarde belangrijk vinden. De nationale culturen worden door Hofstede in de volgende dimensies ingedeeld: de mate van het collectivisme, de machtsafstand, de mate van de onzekerheidsvermijding en de sekserollen. Nederland is volgens deze theorie een invidualistische maatschappij en een feminien land.9 Helaas kan men deze resultaten niet als een volledige werspiegeling van de werkelijke culuturele verschillen gebruiken. Rekening houdend met het feit dat elke afzonderlijke “nationale cultuur” heterogeen is en de Surinaamse cultuur wat meer dan de andere nationale culturen, bestaan er binnen de verschillende nationale culturen ook nog subculturen. Dit heeft als gevolg dat het twijfelachtig is of zulke tweedelige classificaties een nationale cultuur als de Surinaamse kunnen karakteriseren. Er zijn nog veel andere bezwaren die men tegen komt als hij volgens zulke klasifikatie de Surinaamse en de Nederlandse cultuur tracht te vergelijken. Het eerst probleem is dat bij zo‟n onderzoek nauwelijks rekening wordt gehouden met de sociale en economische achtergrond. Uit het onderzoek van Lambert (1987: 12) blijkt dat de sociale klasse waartoe ouders gerekend worden een veel grotere invloed op de opvoeding dan de etnische afkomst heeft. Een ander probleem is het dynamische cultuurconcept waarover de meeste wetenschapers het eens zijn. In het dynamische cultuurconcept wordt de mens als een actief wezen gezien. De oorspronkelijke cultuur biedt aan een immigrant een breed scala van mogelijkheden waaruit het individu een tijdelijke keuze kan maken die dient als een drijfveer voor zijn handelen. De culturele verandering is onvermijdelijk, in het bijzonder bij immigranten. Immigranten ontwikkelen zich en ze komen eerder overeen met de verwachtingspatronen en referentiekaders van het nieuwe land. De mate en de snelheid van de ontwikkeling zijn afhankelijk van het belang welk een individu aan een bepaald cultureel element hecht en ook of het is toegestaan om binnen de groep af te wijken van de cultuur. De
9
De vrouwelijke waarden zouden zijn: zorg voor anderen, mensen en persoonlijke verhoudingen zijn belangrijk, zowel mannen als vrouwen mogen zacht zijn en aandacht hebben voor mensenlijke verhoudingen. 13
identiteitsbeleving is iets heel subjectiefs, maar de identiteit wordt niet los van de samenleving gevormd. Deze loopt opnieuw uiteen met de theorie van Hofstede, waarin geen rekening wordt gehouden met het dynamische karakter van de cultuur. In verband met de dynamiek van een cultuur is het gevoel te behoren tot een bepaalde groep bepalend voor de eigen identiteit. Het gevoel kan verzwakt of versterkt worden door de mening van anderen en omgekeerd. Op het internationale vlak betekent dat, dat de attitudes van de Surinamers beïnvloedt worden door de attitudes van Nederlanders en omgekeerd. Uit het onderzoek over de tweede generatie allochtonen in Nederland (Hoving, Dibbits, Schrover 2005: 217) blijkt dat indien de etnische groepen een afwijzende houding van Nederlanders ondervinden en zich gestigmatiseerd voelen, er een neiging is zich te identificeren met de cultuur van de migranten ouders. In veel gevallen gaan zij zich verdedigen door de Nederlandse cultuurelementen over te nemen en de cultuur van ouders af te wijzen. Uit een aantal interviews in dit onderzoek vloeit voortdat deze pogingen niet gelukt zijn als hun uiterlijk het anderszijn signaliseert. Daaruit blijkt dat het verloop van een acculturatie niet eenduidig tot een segregatie of een integratie leidt. Eveneens lijkt grote kans te zijn dat de nieuwe cultuurelementen op den duur als eigen worden ervaren en de culturen van migranten veranderen door de vermenging en integratie in de nieuwe cultuur. Veel scheidslijnen tussen de culturen verdwijnen mettertijd vanzelf en andere blijven sluimerend aanwezig. De attitudes die de beslisende rol bij een acculturatie hebben kunnen op de echte kennis van de twee culturen gebasseerd zijn, maar zij kunnen evenzo alleen op de basis van stereotypen bestaan. In het volgende hoofdstuk worden eerst de meest voorkomende stereotypen doorgenomen die over Nederlanders en Surinamers bestaan.
14
4
Stereotypen over Nederlander s en Surinamers Stereotypen zijn gebaseerd op generalisaties. Er zijn een heleboel
stereotypen die niets over de werkelijkheid zeggen, maar soms heeft men de neiging om eigen denkbeelden door een stereotype laten te beïnvloeden. In de literatuur verwijst men naar het feit dat Europese afkomst en huidskleur van migranten een belangrijke rol speelt bij hun waarneming door derden. Ook in Suriname wordt de sociale status beïnvloed door somatische kenmerken, maar ook hier moet men beseffen dat het maatschappelijke klimaat zich voortdurend ontwikkelt. Sinds het tijdperk waarin de meeste Surinamers naar Nederland kwamen is veel gebeurd: de aanslagen van elf september, politieke moorden, het succesverhaal van Lijst Pim Fortuyn, de populariteit van Geert Wilders. De maatschappelijke positie van Surinamers van de jaren tachtig stijgt.10 Misschien is de neiging om alles te veralgemen een gesamelijke eigenschap van ons allemaal. Het is mogelijk dat de behoefte aan eenvoud, ordening
en
overzichtelijkheid
een
onderdeel
van
ons
oeroud
beschermmingssysteem is.
4. 1
Stereotypen over Nederlanders Allereerst worden de stereotypen die Nederlandstalige Belgen over
Nederlanders hebben bekeken. Uit onderzoek (in opdracht van BelgischNederlandse Vereniging 2000) blijkt dat de groep respondenten een goede kennis van Nederlanders heeft.11 In het onderzoek werd Nederland met België, Duitsland, Engeland en Frankrijk vergeleken. De meest voorkomende stereotypen onder Nederlandstalige Belgische jongeren waren dat Nederlanders vriendelijk, praktisch ingesteld, tolerant, dom, gierig en onhandig zijn. Hoge cijfers stonden ook bij arrogant en lui.12 Verder bleek dat Nederlanders een veel positiever beeld over zichzelf hebben. Dit geldt echter ook voor de omgekeerde situatie. In meta-stereotypen – d.w.z. wat men denkt dat anderen over hun eigen groep denken, scoren 10
Geput uit: http://www.ublad.uu.nl/WebObjects/UOL.woa/1/wa/Ublad/archief?id=1014669 (10. 3. 2010). 11 Een empirisch onderzoek in opdracht van de Belgisch-Nederlandse Vereniging: België en Nederland in beeld, 2000, p. 27 – 77. 12 Vergl. http://www. clingendael. nl/publications/2000/20000500_cli_pap_aspeslagh. PDF (18. 2. 2010). 15
Nederlanders positiever dan omgekeerd. Ondanks dat positieve emoties ten opzichte van Nederlanders, overheersen bij Vlamminge en zij sympathie voor het land tonen, zegt maar één vijfde van de Nederlandstalige Belgen dat zij een goede ervaring met Nederlanders hebben gehad. Hiermee wil men laten zien dat hoewel de Nederlandstalige Belgen een goede kennis van de Nederlandse gewoonten hebben en één taal
met de
Nederlanders delen, er veel stereotypen aan het licht komen. Hierdoor kan men veronderstellen dat andere buitenladers, dus ook Surinamers, ook stereotypen over Nederlanders hebben. Andere clichés over Nederlanders worden later behandeld. Volgens de auteurs van het beroemde boek The Undutchabels ontbreekt het Nederlanders niet aan eigendunk. Ze verklaren dat met beroemde uitspraken als “Holland, het Herrezen Atlantis” of “En de Nederlanders Schiepen hun Eigen Land”. (White & Boucke 1996: 18) Volgens hen lijken de Nederlanders alleen gemoedelijk te zijn. In de werkelijkheid zijn ze eerder kritisch, jaloers op elkaar, maar ze zouden ook over de hele wereld bekend staan om hun mensenlievenheid. Hun openheid heeft te maken met het feit dat ze verwaand en koppig zijn. (White & Boucke 1996: 9-20)
Men zou de rol van stereotypen op de eigen identiteit niet onderschatten. De ontmoeting met de migranten moest een zekere invloed hebben op de denkbeelden die Nederlanders hadden overzichzelf. “Wat „Nederlands‟ was, werd steeds opnieuw gedefinieerd in relatie tot de identiteit van anderen. Nederlanders waren afwisselend schoner, netter, preutser, godsdienstiger, minder luidruchtig, minder misdadig en zo verder dan „vreemdelingen‟. Met de komst van migranten met een islamitische achtergrond is een aantal van zulke categorieën in zijn tegendeel veranderd. Nu zijn het soms migrantengroepen die verondersteld worden netter, godsdienstiger en zediger te zijn dan de gemiddeld meer geseculariseerde, seksueel vrijere, alcoholdrinkende Nederlanders.”13 De mate waarin stereotypen invloed hebben op eigen denkbeelden ligt uitermate aan het individu zelf. Vaak heeft men de neiging om anderen als een spiegelbeeld te zien, men denkt over de medemensen op dezelfde manier hoe men over zichzelf denkt. In de 13
Overgenomen van: http://www. dbnl. org/tekst/hovi002cult01_01/colofon. htm (1. 2. 2010). 16
ontmoeting met andere culturen wordt mensen een spiegel voorgehouden en zo onstaan het identiteitsbesef en het zelfsbewustzijn. De confrontatie met de vooroordelen van andere mensen dwingen hen tot nadenken over wie zij zijn. Hetzelfde proces gebeurt ook bij migranten: ook zij herontdekten hun eigen cultuur en identiteit in de confrontatie met Nederlanders. Stereotypen kunnen ook tot het radicalisme leiden.
4. 2
Stereotypen over Surinamers Over Surinamers bestaan er ook veel stereotypen en vooroordelen.
Surinamers zouden beter dan Nederlanders zijn bv. in flirten. Surinaamse jongens zijn naar het schijnt betere versierders, goede dansers, players, maar ook minder betrouwbaar. Een voorbeeld daarvan is bv. de reclame voor DubbelFriss.14 De Ghanezen hebben de indruk over de Afro-Surinamers dat dezen sociale mobiliteit minder belangrijk ervaren.15 Stereotypen bestaan ook tussen Surinamers in hun moederland zelf. Hindoestanen klagen niet, zeggen hun mening niet, zijn achterbaks. Zo staan de Creolen – vooral in de ogen van Hindoestanen en Chinezen – bekend als luie mensen, voorbestemd voor een bestaan in de ambtenarij of laaggeschoolde arbeid. “Hindoestanen, die met de Chinezen de handel overheersen, staan daarentegen bekend als „ijverig‟ en „ambitieus‟. De Chinezen, op elke straathoek vertegenwoordigd met een supermarkt of restaurant, staan te boek als „geldbelust‟.”16
4. 3 Stereotypen gevonden in de Surinaamse literatuur De vooroordelen van Nederlanders over Surinamers laat Astrid Roemer zien in haar boek Oost West Holland Best. (1989: 114-116) Ze wil geen landgenoten als buren hebben want de Surinamers feesten en dansen altijd, eten allerlei uitheemse gerechten, trekken messen om meisjes, maken ruzies over de politiek en zijn niet bang om te schieten. Anil Ramdas (1996: 69) beschrijft de Surinaamse nationale identiteit als theatraal, rumoerig, overgevoelig, ruw en kortzichtig. Surinamers vond hij onverdraagzaam, bevooroordeeld en bekrompen en 14
Zie http://www. youtube. com/watch?v=8b9wD_pVoFc&feature=related (20. 1. 2010). Geput uit: http://www. dbnl. org/tekst/hovi002cult01_01/colofon. htm (1. 2. 2010). 16 http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article550598.ece/Oude_stereotypes_blijven_hard nekkig_in_Suriname (7. 2. 2010). 15
17
Nederlanders daarentegen ruimdenked. Hij waardeerde de mondigheid van de Nederlanders, hun democratische gezindheid, hun nuchterheid. Hij miste bij zijn landgenoten de Nederlandse ingetogenheid, een soberheid en hun ijver. Maar hij tegelijktijd geeft toe dat dit maar een eenvoudige opvatting is. Naarmate hij langer in Nederland was werd zijn standpunt over de kwestie minder duidelijk. Het is van belang om op deze plaats nog eens te benadrukken dat beelden die er over bepaalde bevolkingsgroepen bestaan niet altijd hun feitelijke gedrag weergeven. Toch is het aantal stereotypen dat er bestaat adembenemend.
4. 4
Stereotypen in de media Elke lezer van hedendagse kranten is al niet verbaasd over het overwicht
van slecht nieuws. Dit komt doordat slecht nieuws nieuws is, maar goed nieuw is geen nieuws. De toon wordt door het aantal verkochte exemplaren aangegeven. Het verantwoordelijkheidsgevoel voor de verharding van het maatschappelijke klimaat waait weg. Hierdoor kan het ook makkelijk gebeuren dat het in de Nederlandse media aan het nuance ontbreekt. In diverse media artikelen, die gaan over het plegen van een misdaad, wordt er soms de afkomst van de dader vermeldt.17 Natuurlijk kan dit geen kwaad veroorzaken als het in het belang van het artikel is. Wat niet terecht lijkt, is dat de auteur van zo‟n artikel twee groepen daders onderscheidt: ten eerste autochtone daders en ten tweede allochtone daders van wie de afkomst wordt vermeld. Evenwel zijn er veel voorbeelden van berichten waarin de nationaliteit van de dader nadrukkelijk wordt genoemd en dat ook in gevallen wanneer het alleen over een verdachte gaat. Vaak nuanceren de auteurs later, maar dan is het al te laat. Wat er overblijft is, dat men de indruk krijgt dat de hele cultuur een criminele cultuur is. Media bepalen in grote mate onze beeldvorming, in dit geval betreft het onze beeldvorming over allochtonen. Het vormen van dit beeld is niet door de media zelf gemaakt, maar wordt wel door de media in het nieuws gebracht. Al jaren lang gebruiken politieke partijen media als slagveld. De politiek praat de bevooroordeelde kiezer naar de mond. Spanningen in de maatschappij worden in de politiek weerspiegeld, de populariteit van Geert Wilders is hier het resultaat van. Wat niemand bij het lezen van zulke artikelen vergeet is, dat in de stamboom van vrijwel iedere Nederlander een buitenlander te vinden is. Zelfs in de
18
koninklijke familie, het symbool van de nationale trots, zelfs het volkslied verwijst naar dit feit. Het nuanceren zou in een multiculturele maatschappij meer aan de dagelijkse orde moeten zijn. De kwestie is of het gebruik van politieke correcte woorden helpt. Als een journalist van mening is dat alle Marokkanen criminelen zijn komt dat in zijn taalgebruik tot uiting. Hopelijk zijn er genoeg mensen die kritisch kijken naar de informatie die zij lezen en zijn er genoeg kranten waar dit soort arikelen in vermeden worden.
17
Zie bijlage waar zijn voorbeelden van artikels waar Nederlandse media generaliseren. 19
5
Inlichting over cultuurverchillen in de literatuur In bovenstaande hoofdstukken heeft men geprobeerd de obstakels aan te
tonen die men kan tegenkomen tijdens het zoeken naar cultuurverschillen. Voordat men de werken van Suriaamse auteurs kan behandelen en conclusies kan trekken is het noodzakelijk om op de specifieke kenmerken van de Surinaamse bevolking te wijzen. Nederland en Suriname zijn multiculturele landen. Het verschil ligt in het proces van het onstaan van de Surinaamse lappendeken. Toen de slavernij was afgeschaft groeide ook een tolerantie tot de Afro-Surinaamse uitingen. Nederland blijft echter het oriëntatiepunt. Het erfgoed van de Nederlandse koloniale tijd is in de Surinaamse cultuur nog immer aanwezig. Eén van de belangrijkste voorbeelden is het gebruik van de Nederlandse taal. De taal is een belangrijke factor die bepalend is voor de identiteit. Het enige beschikbare onderwijs was tot de jaren zestig in het Algemeen Beschaafd Nederlands. De andere volkstalen hadden toen nog geen eigen officiële spelling en werden in het onderwijs en de politiek als geminacht. De rol van het onderwijs in de vorming van de nationale identiteit valt niet te onderschatten. In de jaren tachtig was de positie van het Surinaams-Nederlands18 in Suriname inferieur. Edgar Cairo 19 wijst in zijn boek Ik ga dood om jullie hoofd (1980) op de minderwaardige positie van het Surinaams-Nederlands bij Surinamers. Surinamers geven er volgens hem de voorkeur aan om het ABN te gebruiken, welke wordt geidentificeerd met de beschaafdere Nederlandse cultuur. Hij beschrijft hoe een Creools meisje naar hem toekomt en een boek van hem wil kopen, maar dat mag niet in Neger-Engels (Sranan Tongo) zijn, want dat haat ze. (Cairo 1980: 24) Hij sluit zijn beschrijvingen van de toenmalige taalsituatie ironisch af met de opmerking dat, net als bij andere Surinaamse verschijnselen, het Surinaams-Nederlands pas door Surinamers geaccepteerd zal worden wanneer ook Nederlanders het mooi beginnen te vinden. (Cairo 1980: 47) In het tweede hoofdstuk is het reeds besproken dat een aantal SurinaamsNederlandse woorden in de Woordenlijst van de Nederlandse Taal zijn opgenomen. Het Surinaams-Nederlands is het resultaat van het wederzijdse 18
Surinaams-Nederlands definieert Cairo als een taal waar Sranan tongo of Sarnami of in elke huis uit gesproken taal en het Nederlands. (Cairo 1980: 19). 19 Cairo, E. wordt vaak bekritiseerd vooral uit Surinaamse publiek voor het gebruik van een variant van Surinaams-Nederlands zogenaamd “Cairojaans”. 20
contact tussen de twee landen. Anno 2006 heeft Suriname zich verplicht tot de invoering van de officiële spelling van het Nederlands. Met de ondertekening van de overeenkomst werd evenzo een werkgroep ingesteld die de taak heeft om de Surinaams-Nederlandse spelling op te stellen en te beschrijven. Zoals eerder al werd aangeduid, hebben het Nederlands, als officiële taal en het Sranan (Surinaams) als de algemeene omgangstaal het grootste bereik. In Suriname hebben meer dan twintig talen hun eigen domein. Andere belangrijke talen zijn het Sarnami, het Javaans, het Chinees en de Marrontalen. Men kan ook de talen van de oorspronkelijke bewoners niet vergeten die in de Arowakse en Caraïbische taalgroepen verdeeld zijn. De taal wordt het rag van Anansi - een element, dat alle bevolkingsgroepen samenbindt. Deze rol heeft het Nederlands in officiële situaties. Het Nederlands is ook de taal die de gekozene auteurs bindt. Zoveel talen en zoveel culturen dragen ertoe bij dat Suriname niet voor niks als de kleine Verenigde Naties wordt aangeduid. De etnische verscheidenheid komt overeen met de verscheidenheid van godsdiensten. De meest gelovigen staan in de rij van christenen, hindoes, islamieten.20 De traditionele godsdiensten van Afro-Surinamers en inheemsen zijn naast de Europese godsdiensten blijven bestaan. He christendom en winti 21 wordt naast elkaar uitgeoefend terwijl dat in het algemeen in de ogen van christenen tijgenstrijdig is. De Europese godsdienst bracht ook normen en waarden mee die met de oorspronkelijke normen en waarden werden vermengd. Zo een cultuurbotsing is bv. het concubinaat en het Europeese huwelijk. De etnische verscheidenheid komt ook aan het licht in het onderwerp van de echtverbintenis. Het huwelijk van hidoestanen kan een paar dagen duren en deze groep trouwt bijna altijd. De meerderheid van AfroSurinaamse vrouwen (ook christenen) geeft echter de voorkeur aan het leven in concubinaat of de bezoeksrelatie. Ondanks de grote Europese invloed op de Surinaamse cultuur, komen de Afrikaanse of Aziatische wortels duidelijk naar voren. Elke bevolkingsgroep heeft zijn eigen cultuur. De eigen culturele elementen komen tot uiting in dansen22, 20
Geput uit: http://www.statisticssuriname.org/images/stories/pdf/2007/census%20profiel%20website%2016jan07.pdf (25. 3. 2010). 21 Van Dale beschrijft winti als een Afro-Surinaamse godsdienst. (Dale, van, Boon den T., Geeraerts D., Sijvan der N. 2005: 4161). 22 In het onderzoek van Cairo, A. B. worden o.a. volgende soorten van Afro-Surinaamse dans onderscheiden: de winti, de banja, de kotodans en werkdans. Zie 21
liederen, volksverhalen, odo‟s (spreekwoorden), kinderspelen, de Surinaamse keuken, ten dele ook nog in kleding, sieraden, houtsnijwerken waarin symbolen verstopt zijn.23 Veel daarvan is ook naar Nederland gebracht bv. het gebruik van Osodresi - kruiden als geneesmiddelen. In het zevende hoofdstuk gaat men zich bezighouden vooral met andere culturele uiting: de literatuur. Het bonte mengsel van verschillende culturen wordt als het typische kernmerk van Surinaamse cultuur beschouwd. Dit hoeft niet nodzakelijk te leiden tot een multiculturele samenleving. Men ziet Suriname liever als multi-etnische samenleving waar verchillen op de basis van somatische kenmerken, godsdienst en cultuur dikwijls een etnische betekenis hebben. 24 Een voorbeeld daarvan is het feit dat Nederlanders in Suriname jarenlang een goede sociaal-economische positie hebben gehad. In de ogen van veel Surinamers behoren Nederlanders tot een goede sociale klasse. De etnische identiteit van andere bevolkingsgroepen heeft ook een rol in het dagelijkse leven. Deze weerspiegelt de spanningen tussen verschillende etnische groepen, met name in de rivaliteit tussen Creolen en Hindoestanen. Tussen de Creolen onderling zijn er ook twisten. Er wordt gezegd dat Stadscreolen op Marrons (Bosnegers) neerkijken. Een bijzondere positie in de etnische verhoudingen hebben de moksi‟s, mensen met gemengd bloed. Ze zijn anders: lichtgekleurden met glad of bijna glad haar. Zij liggen dichterbij de Nederlanders en worden daarom tot de elite gerekend. Het andere element dat alle Surinamers ten delen verbind is de gemeenschappelijke geschiedenis. Weliswaar heeft het land niet zoveel tijd als andere landen gehad om een natie te vormen (de nationale symbolen komen pas de jaren zestig van vorige eeuw), toch heeft Suriname een democratische regeringsvorm waar alle burgelijke rechten geresprecteerd worden. De vraag wat de Surinaamse identiteit is, wat alle Surinamers van de diverse bevolkingsgroepen gemeenschappelijk hebben, wordt vooral door auteurs gesteld in de jaren zestig en tot de onafhankelijkheid. Zij bekritiseren de verdeeldheid of propageren de verbinding van de bevolkingsgroepen.
http://www.dbsuriname.com/archief/nat/2004/sept04/30-09-04/Nat_Traditionele%20AfroSurinaamse%20dans%20wordt%20onderzocht.asp (24. 3. 2010). 23 Voorbeelden van houtsnijwerk, odo‟s en Surinaamse muziek zijn te vinden in de bijlage. 24 Er is sprake over etnische identiteit in geval dat economische en culturele verschillen worden bepalend voor handelen van de mensen, een sociaal betekenis krijgen. 22
Terwijl de Surinamers terecht trots zijn hun vreedzame samenleving, ziet men toch nog tekenen van het stereotyperen. 25 Dit gebeurt ook in Nederland waar juist door de confrontatie met de andere cultuur de herontdekking van eigen cultuur onstaat. In het volgende hoofdstuk wordt besproken hoe bepaalde Surinaamse auteurs de cultuurbotsing beleefd hebben. Er wordt gekeken naar de wisselwerking tussen de denkbeelden over zichzelf en de denkbeelden van de anderen. Deze worden geconfronteerd om de rol van werkelijke cultuurverschillen en ook van stereotypen te ontdekken.
25
Het stereotyperen werd in het vierde hoofdstuk genoemd. 23
6
Korte profielen van de gekozen auteurs Zoals in de inleiding wordt aangeduid waren de volgende factoren voor de
keuze van de schrijvers bepalend; het thema, de representatie van de twee grootste bevolkingsgroepen in Suriname, het gezichtspunten van zowel man als vrouw en de populariteit van de auteur. In het volgende deel worden de profielen van de gekozen auteurs kort beschreven.
6.1
Anil Ramdas
Afb. 1 Anil Ramdas 26
Anil Ramdas (*1958) is zoon van een Surinaamse onderwijzer en zijn Guayanese vrouw. Hij is Hindoe opgevoegd maar is niet gelovig. Zijn opleiding, werk en migranten ervaringen lijken een grote invloed te hebben op thema‟s van zijn werk en zijn schrijfstijl. Al tijdens zijn opleiding in sociale geografie schreef hij voor kranten. Vandaag de dag is hij colummist bij het nrc handelsblad. Het boek vanwaar informaties zijn opgedaan, is een bundel van verhalen die beide bevolkingsgroepen raakt. Bij Ramdas is moeilijk te bepalen waar de werkelijkheid eindigt en waar de fictie begint. Makkelijk overtuigt hij de lezer van diverse maatschappelijke thema‟s (bv. integratie, ontworteldheid van migrant, politiek) die hij onder de loep neemt. Met een sociologische kijk probeert hij vanuit verschillende invalshoeken de oorzaken van verschillende situaties vinden. In 1997 kreeg Ramdas E. du Perron-prijs.
26
Overgenomen van http://www.dbnl.org/auteurs/portret/ramd001_p01.gif (27. 4. 2010). 24
6.2
Bea Vianen
Afb. 2 Bea Vianen .
27
Bea Vianen (*1935) is dochter van een Hindoestanse moeder en vader van gemengd-etnische afkomst. In Het Paradijs van Oranje (1973) stelt Vianen zich erg kritisch tegenover de levenswijze van Surinaamse migranten (vooral Hindoestanen). Het hoofdpersonage verzet zich tegen vooroordelen van zijn landgenoten, hun taboeïseren, hun kleingeestigheid en conflicten tussen de bevolkingsgroepen. Zij laat in haar roman zien hoe groepstradities de vrijheid van een idividu kunnen beperken. Zij schildert het verval van de Surinaamse cultuur af en beschuldigt de Surinamers hiervan. Het thema van persoonlijke vrijheid, geslotenheid en ontvluchting loopt als een rode draad door haar werk. In haar roman komt zij via de gedachten van het hoofdpersonage, gesprekken, herrineringen niet alleen tot kritiek, maar probeert ze ook de goede weg aan te raden. Dat is ook het doel van Sirdjal (het hoofdpersonage) die via zijn boeken een verandering wil brengen. De stijl van haar roman is traditioneel en ze geeft veel aandacht aan de psyche van de personages. In vergelijking met andere Surinaamse auteurs bv. Cairo was het gebruik van Surinaamse taalelementen in het gekozen boek schaars en beperkte alleen tot het lexicale niveau.
27
Geput uit: http://blogsimages.skynet.be/images_v2/002/535/747/20081106/dyn007_original_218_300 _pjpeg_2535747_b2957f84281854e86be9c08d2f6d1bb0.jpg (27. 4. 2010). 25
6.3
Astrid Roemer
Afb. 3 Astrid Roemer. 28
Astrid Roemer (*1947) Afro-Surinaamse schrijfster overpeinst en uit haar mening over verschillende actuele thema‟s in haar bundel van columns: Oost West Holland-Best. Motieven die regelmatig herhaald worden in haar verhalen zijn de discriminatie, de integratie, de multiculturele samenleving en de postkoloniale relatie tussen Nederland en Suriname. Zij schrijft vaak over haar politieke visie en vrouwenemancipatie. Met gloed maar toch bedachtzaam schrijft Roemer over het overleven in deze wereld. Migranten in haar literatuur zijn geen ontwortelde idividuen maar ze zijn dragers van een transnationale cultuur. Zij experimenteert met alle genres van minder naar meer realistisch. Haar werk varieert van poëzie, liederen, toneelstukken en romans tot colums en reisbeschrijvingen. Dankzij het boek Neem me terug naar Suriname werd ze in haar geboorteland populair. Zij was ook een tijd actief in de politiek als raadslid van Groen Links. In 1999 kreeg Roemer de LiBeraturpreis voor de Duitse vertaling van Lijken op Liefde.
28
Zie http://wordswithoutborders.org/images/people/Roemer.jpg (27. 4. 2010). 26
7
Cultuurbotsingen, cultuurverschillen en stereotypen
beschreven
door gekozen Surinaamse auteurs De oorsprong van mogelijke misverstanden tussen de cultuur van het moederland en die van de voormalige kolonie wordt aan de hand van korte fragmenten beschreven. Om een duidelijk beeld te krijgen van de ontmoetingen tussen de culturen die door een koloniaal verleden worden verbonden, kan men ook hier niet de relevante hoofdstukken van het dagelijkse leven buiten beschouwing laten.
7. 1
De Zwarte Piet Op 1 juli 1863 werd de slavernij afgeschaft en op 1 juli 2002 werd het
Nationaal monument van Slavernijverleden in Amsterdam onthuld. Tijdens de feestelijke ceremonie stelde minister Van Boxtel toen vast dat in het Nederland zo lang na de afschaffing nog steeds: “bewust of onbewust kleurbarrières aanwezig zijn.” (Hoving, I., Dibbits, H., Schrover, M. 2005: 249) In het boek De beroepsherinneraar en andere verhalen (Ramdas 1996: 19) vindt de ik-persoon de figuur van de Zwarte Piet discutabel. Pas in Nederland begrijpt hij dat het decemberfeest “een ideologische dimensie is, Sinterklaas en zijn zwarte knecht”. (Ramdas 1996: 19) Hij beschrijft hoe de discussie over de Zwarte Piet, die al onderdeel van een jaarlijks ritueel geworden is, verloopt. Volgens hem heeft het feest duidelijk “een zweem van racisme” (Ramdas 1996: 19) en hij onkent het argument dat de Pieten zwart zijn geworden door de schoorsteen: “Maar dat zijn dan rare schoorstenen, die meteen ook je haar kroes maken, je dikke lippen geven en je raar doen rondspringen, net aapjes uit de het bos.” (Ramdas 1996: 19) De migrantenorganisaties zeggen dat het feest een gevoelig thema is voor de minderheden en dat het niet in de multiculturele samenleving past. De zwarte ouders en kinderen klagen dat ze rond Sinterklaas vaker worden gepest. “Met Sinterklaas hangen ze op de Bijnekorf” probeert een Nederlander een grapje over Afro-Surinamers te maken. (Vianen 1973: 114) “Some Surinamer men […] before the recent influx recall how they would good-naturedly smile and play the role when during the period of the Sinterklaas celebration Dutch children would take them to be Zwarte Piet.”(Hoving, I., Dibbits, H., Schrover, M. 2005: 263) 27
Ramdas interpreteert argumenten van de blanken door de volgende beweringen; dat het hun feest is, dat de migranten zich maar moeten aanpassen en dat men het speelse karakter uit het oog verliest. Volgens Ramdas (1996: 19) is het niet belangrijk of de Zwarte Piet een racistisch symbool is, maar of je de blanke Nederlander mag vragen om het af te schaffen. Zijn mening is dat je de folklore niet per decreet kan veranderen. Astrid Roemer, die het Sinterklaasfeest altijd met schroom viert, verwijst ook
naar
de discriminatie tijdens het feest. “Het Sinterklaasfeest is
geïnstitutionaliseerd en gelegitimeerd racisme, maar er valt niet tegen te vechten” (Roemer 1973: 78) In de figuur van Sinterklaas ziet zij de personificatie van de macht en het ritueel van beloning en straf. Toch is Roemer geen verklaarde tegenstander van dit feest. Volgens haar zal het Sinterklaasfeest authentieker zijn als de woorden van een bekend Sinterklaasliedje,29 waarin er sprake van een vreemdeling is die op de deur klopt en wordt binnengelaten, waarheid worden. (Roemer 1973: 43)
29
De tekst van het Sinterklaasliedje zie in de bijlage p. 61. 28
7. 2
Schaamtecultuur Armoede wordt niet alleen in Suriname als iets vernederends gezien.
Immigraten, die naar het westen komen, schamen zich voor wie ze zijn. Volgens een schatting uit
2000 leeft 70% van de Surinaamse bevolking onder de
armoedegrens.30 Bea Vianen beschrijft hoe de showin-off op Schiphol van splinternieuwe kleding zich afspeelt, wat de “begeerde glamour was, in de vervulling van gegane het Paradijs van Oranje. Dit was het bewijs dat waar geld is ook het leven is.” (Vianen 1973: 18) Men schrijft enthousiaste brieven naar huis en zwijgt over de negatieve kanten van het verblijf in Nederland: een overprijste woning, dagelijkse vernederingen, over de geringschattende blikken van verkopers in winkels, over het optreden van de personeelschef bij sollicitaties. (1973: 18) Surinamers worden door hun achtergronden in Nederland vervolgd. “Nederland was geen schuilplaats, of het oord van de vergetelheid. Hier werden de scheidslijnen aangedikt of verder doorgetrokken.” (Vianen 1973: 19) Het hoofdpersonage Sirdjal beschrijft hoe er wordt geroddeld en hoe zijn landgenoten elkaar afwijzen. Het gebeurt zelfs dat een Surinamer met weinig zelfvetrouwen zich gedwongen voelt om een blokje om te lopen om zo de confrontatie met een landgenoot te vermijden, die zijn anonimiteit zou kunnen bedreigen. Hij is bang dat zijn landgenoot hem zal vragen waar hij woont, waar hij werkt en hoe het met zijn studie gaat. Sirdjal vraagt zich af wat er veranderd is aan de mensen. Hij geeft het volgende antwoord: Surinamers blijven een onbehaaglijk gevoel houden. Ze stikken in de vooroordelen, van de machtswellust, van hun gevoel van onbehangen. (Vianen 1973: 9) Hij was nooit jaloers op het bezit van een ander of op diens succes. Hij zou ook niets willen hebben alleen om maar het idee dat ook anderen het hadden, maar hij was, volgens zichzelf, een uitzondering tussen Hindoestanen.
7. 3
Machismo Ook al worden vrouwen overal ter wereld gediscrimineerd en staat Latijns-
Amerika hiervoor bekend, is het in België nog maar één generatie geleden dat er geen stemrecht voor vrouwen was. Vianen (1973: 16-17) beschrijft hoe het 30
Overgenomen van: https://www. cia. gov/library/publications/the-worldfactbook/fields/2046. html, (21. 2. 2010). 29
machismo bij een hidoestaans echtpaar verloopt. De man verschuilt zich achter de tradities de hele tijd belachelijke dingen van zijn vrouw te kunnen eisen. De vrouw is bang voor haar man en neemt, voor de goede gang van zaken, de plaats die hij haar in zijn leven geschonken heeft. De man tiraniseert haar, want ze is voor hem een makkelijk slachtoffer. Bij haar kan hij zijn eigen onmacht, zijn ziekelijke nervositeit uiten: “Hij kon zijn mannelijkheid alleen maar bewijzen door haar aan te vallen, te vernederen, en door knorrig tegen haar te doen.” (Vianen 1985: 16) Vianen beschrijft ook de mening dat een vrouw alleen de rol van de moeder moet spelen en dat de landgenoten van Sirdjal Nederlandse vrouwen zedeloos vinden: “Nee, nee je kan niet Hindoestanen kwalijk nemen dat ze Europeanen bandeloos vinden. Hoe kan een meisje dat naakt op televisie verschijnt ooit een fatsoenelijke moeder worden.“ (Vianen 1973: 15) Maya, vrouw van bapa die haar hele leven onder zijn duim zat, kwam in opstand. In haar ouderdom vindt zij haar sterkte. Zij was al te oud om haar dromen te realiseren en nu hoeft ze zich niet de hele dag op een veld en in de keuken uit te sloven. De situatie keert zich om en nu tiraniseert zij bapa. Zij is stug, zwijgt hele dagen en gaat haar eigen gang. Bapa wordt slachtoffer van zijn eigen machismo. (Vianen 1973: 130-131) De minderwaardige positie van de vrouw in het hindoeïsme in India wordt, door een rapport van mensenrechtenorganisatie Amnesty International, aan het geloof toegeschreven. Maar de interpretatie van de rol van de vrouw in Vedas kan verschillend zijn. Als er benadrukt wordt dat de hindoevrouw gehoorzaam aan haar man moet zijn en een ondergeschikte positie in de maatschappij en het gezin moet innemen, wordt vooral verwezen naar de ideale vrouw – godin Sita. De ideale vrouw in Ramayana is aan haar man toegewijd en moet hem haar loyaliteit bewijzen. Het feit dat zij ook de belichaming van de liefde, de goedheid, de trouw en de moed is en dat zonder haar, haar man nooit de belichaming van het kwaad zou kunnen verslaan, wordt vaak vergeten. In een ander epos vindt men de figuur van Draupadi, een uit het vuur geboren vrouw, een voorbeeld van kracht en intelligentie, een vrouw die voor haar rechten heeft gestreden.31
31
Geput uit: http://www.hindulife.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=712%3Afemini sme-binnen-het-hindoeisme&catid=51%3Amaatschappij&Itemid=12&lang=nl (27. 3. 2010). 30
Dat cultuur iets dynamisch is wordt bewezen door de verandering in de positie van hindoevrouwen na de aankomst in Suriname. Vrouwen waren in de minderheid en konden op plantages geld verdienen. Wat ertoe leidde dat ze in een sterkere positie terecht kwamen. De positie van de Hindoestaanse vrouw die naar Nederland emmigreerde wordt zelfs nog sterker. Bij Afro-Surinamers daarintegen was het gebruikelijker dat het hoofd van de familie een vrouw was.32 In de koloniale tijd veranderde de positie van een slaaf. In het begin was het verboden om families te verdelen d.w.z. gescheiden te verkopen. Later veranderden de eigenaars snel, waardoor het fenomeen van gebroken gezinnen ontstond. Slavenhouders voerden een beleid gericht op reproductie en stimuleerden zelfs dat een slaaf meerdere vrouwen had.
7. 4
Individualisme van Nerdelanders In vele studies blijken Nederlanders individualisten te zijn. Dat blijkt ook uit
een verhaal van Roemer waarin ze zich verwondert over de afstandelijke manier waarop de Nederlanders met elkaar omgaan. Zij geeft aan dat het in Suriname ondenkbaar is dat een van de buren zo onmerkbaar overlijdt: “dat vlak naast mijn deur is zo iets ingrijpends en zo ongemerkt, zo doodstil als de winter voorbij is gegaan.” ( Roemer 1973: 45) Ramdas beschrijft in zijn verhaal de eerste gewone Nederlander die hij ontmoette, de figuur van meneer Doets. Eerst beschouwt hij zijn buurman Doets als een eenzame alcoholist die diepongelukkig moet zijn, want niemand is in zijn herinneringen geïnteresseerd. In vergelijking met de derde wereld waar het normaal is dat met de leeftijd de status, de invloed en de macht stijgen, waar ouderen vanwege hun levensevaring werden/worden gerespecteerd is dit heel anders. In de traditionele gemeenschap vertelden ouderen verhalen, over de geschiedenis, vol met subjectieve informatie, die de kinderen de voorbije tijden beter hielpen begrijpen. Maar in de herinneringen van zijn buurman lijkt niemand geïnteresseerd te zijn en daarom drinkt hij elke dag een fles jenever op, om de pijn van de verlatenheid te verzachten, om de dood te bespoedigen. (Ramdas 1996: 63)
32
Onderzoek uitgevoerd alleen bij lage klasse. Zie Gefferie, R. : Huwelijk en concubinaat als samenlevingsvorm binnen de Afro-Surinaamse cultuur, 2007, p. 15. 31
Op het eind bleek dat zijn buurman helemaal niet ongelukkig was maar dat hij van zijn eenzaamheid genoot. Over de dood van meneer Doets hoorde de ikfiguur van de groenteman toen hij al tien dagen dood was. Hij had er niets van gemerkt wat in de derde wereld onmogelijk zou zijn. Ramdas zegt indirect dat het individualisme bij de grote stad hoort. (1996: 45-47) De opkomst van de stad was een mijlpaal in de geschiedenis. De aankomende boeren moesten onderweg leren, om een moderne burger te kunnen worden en voor zichzelf op te komen zonder de hulp van hun verwanten. Ze waren op zichzelf aangewezen. Het individualisme werd mogelijk en men kon zijn omgeving negeren zolang als men het zich kon veroorloven. De stad werd toen en wordt nog steeds gezien als een plek vol spanningen, mogelijkheden en vreemdelingen. De meerderheid van de Surinamers woont in de Randstad. De invidualistische Nederlanders die ze
daar
ontmoeten
hoeven
niet als
karakteristieke vertegenwoordiging voor de rest genomen worden.
7. 5
Migranten De beleving van de cultuurbotsing is hetgene wat alle migranten verbindt.
Surinamers komen weliswaar uit de wereld die tot de onafhankelijkheid sterk op het moederland was georienteerd, waar de Nederlandse cultuur bekend was, maar de gevoelens van een rusteloze reiziger zijn er nog steeds aanwezig. “Een migrant is ondernemend en avontuurlijk, moedig en zwerig.” (Ramdas 1996: 50) De tegenstrijdige emoties die de immigrant bij het vertrek voelt, beschrijft Ramdas als “opwinding, verdriet, nervositeit en blijdschap, alles in kleine hoevelheden maar door elkaar.” (Ramdas 1996: 57) Zijn gemengde gevoelens vergelijkt hij met het gevoel dat men heeft als hij te laat op een feestje arriveert: de angst dat men niet welkom is en vandaar de gevoelens van overbodigheid, van misbaarheid. Een migrant is zonder goed excuus en niemand – hijzelf ook niet geloof in de principiële bewegingsvrijheid. (Ramdas 1996: 54) De beslissing om te vertrekken is als een gokspel: Surinamers hebben een onzekere toekomst in Nederland, maar ook in hun vaderland. Een migrant bevrijdt zich van zijn gemeenschap en van zijn geboortegrond, maar tegelijk moet hij naar zichzelf zoeken wat het logische resultaat is van de confrontatie met de andere cultuur. De paradox is dat de meerderheid van de Surinamers niet weten waar hun 32
grootouders precies vandaan komen, want ze waren ook meestal migranten of slaven. Er zijn veel verhalen over de ontworteldheid en de innerlijke leegte die men in de diaspora opdoet, over de identiteitscrisis die de vreemdeling ondergaat. Deze thematiek is gemeenschappelijk voor de migrantenliteratuur. Vianen beschrijft de Surinamers als een tragisch volk, want ze vluchten niet, omdat zij voor een hongersnood vrezen, maar, omdat zij verdeeld zijn, “[...]verward en verwaterd.” (Vianen 1973: 21) Hoewel het volledige antwoord op de vraag waar ze vandaan komen moeilijk te vinden is, is het nog moeilijker te beantwoorden waar de migranten naar toe gaan. “Wij stinken van de transpiratie van het voortvluchten.” (Vianen 1973: 9) De pijn van het vertrek lijkt soms sterker te zijn dan de vreugde van de aankomst. Pas na het vertrek wordt er gemerkt dat het opgegeven stukje grond het dierbaarste plekje ter wereld was. Nadat zij de realiteit ontmaskeren komt vaak een ontgoocheling die de oorzaak van heimwee wordt. Men ontwaakt uit valse dromen en hecht zich aan een andere illusie: heimwee. De nadelen van de verhuizing blijken al snel naar boven te komen. Zoals een Engels spreekwoord zegt: “A rolling stone gathers no moss.33” Migranten in het algemeen hebben gebrek aan contacten en connecties. Is de behoefte aan een gevoel van verwantschap de reden waarom veel migranten in grote multiculturele steden leven? Men kan veronderstellen dat het wonen in grote steden in zekere mate het gevoel van veiligheid met zich meebrengt. Het gevoel is op de verwachting gebaseerd dat hun alledaagsheid een soort gewenning veroorzaakt. Ramdas stelt zich de vraag of de migranten bang zijn voor de reacties van de mensen die op het platteland wonen, want daar hebben de mensen geen kans gehad om voor zichzelf uit te maken wat ze van de migranten denken. (Ramdas 1996: 41) Of is de enige reden dat grote steden meer werk bieden? In elk geval blijkt uit de statistieken dat in de jaren tachtig, Surinamers zich vooral in grote steden vestigden.34
33
Zie: http://dictionary.reference.com/browse/A+rolling+stone+gathers+no+moss (20. 5. 2010). 34 Vergl.: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/B423BB56-A099-4272-86B02BB2021E7468/0/2007k1b15p74art.pdf (20. 3 2010). 33
7. 6
Discriminatie Discriminatie is één van de meest onaangename kanten van de
Nederlandse maatschappij waar de Surinamers mee te maken hebben. De discriminatie is in hun geval meestal op hun uiterlijk gericht. De geringschatting die Nederlanders voor Surinamers hebben en de daaruit volgende discriminatie komt volgens het hoofdpersonage van Het paradijs van Oranje voort uit de angst van de zwarten. Surinamers lijden volgens zijn woorden onder het mama-abooboo-there-syndrom35. (Vianen 1973: 18)
De
thematiek
van
kleurbarriéres komt in het werk van Ramdas tevoorschijn: “Ik ben vreemd en mijn vreemdheid is zelfs aan mij te zien.” (Ramdas 1996: 52) Ramdas verwijst indirect naar het feit dat een conflict tevens veroorzaakt kan worden door de verwachting van de nieuwkomers dat de anderen hem gaan vooroordelen. (1996: 52-55) De verklaring van het gedrag wordt aan dagelijkse ervaringen met racistische discriminatie toegeschreven. In Suriname is de discriminatie op basis van somatische kenmerken ook niet vreemd. In het Paradijs van Oranje vindt een Hindoe het heel jammer dat “al die kafri‟s”36 naar Nederland komen waar zoveel mooie, witte mensen wonen. (Vianen 1973: 137) Volgens Vianen werden in Nederland de scheidslijnen tussen de licht- en donkergekleurden nog aangedikt of verder doorgetrokken. (1973: 21) Dat wordt gerepresenteerd door de figuur van Reinhilde. Om een “echte” Surinaamse te zijn praat zij overdreven Surinaams, zegt ze dat ze gemengdbloedig is en gaat ze zonnen om donkerder te worden. (1973: 87) Zij verwijt, net als andere mensen het hoofdpersonage Sirdjal, dat hij niet anti-Hollands genoeg is. Sirdjal staat tussen twee culturen en probeert zich een onafhankelijke positie te verwerven. Hij heeft zich aan de Nederlandse cultuur aagepast, maar vindt het moeilijk te ontkennen dat “het witte monster” bestaat. Hij bewijst dat sommige Nederlanders vooroordelen hebben. Hij geeft als voorbeeld uitspraken, waarin wordt gezegd dat alle Afro-Surinames op elkaar lijken en allemaal broeders van elkaar zijn. Ook ziet hij het gedrag van een buschauffeur die doet alsof hij een oude vrouw met het Surinaamse accent niet verstaat. Hij ergert zich echter niet zoveel als anderen, want hij ziet dat ook in zijn eigen land 35
Het mama-a-booboo-there-syndrom: auteur bedoeldt de angst van Nederlanders voor Afro-Surinamers. 36 Kafri - scheldwoord afkomstig uit Surinaams-Nederlands voor negroïde Surinamer. (Dale, van, Boon den T., Geeraerts D., Sijvan der N. 2005: 1608). 34
mensen op basis van hun uiterlijke eigenschappen worden beoordeeld. Hij ziet dat het racisme welke de oorzaak van de Surinaamse verdeeldheid is in Nederland een andere vorm krijgt: een anti-Nederlandse houding wat volgens hem evenzo goed racisme is. (1973: 112-114) De ik-figuur in het boek Oost West Holland Best is een voorstander van een boycot-op-alle- niveaus van de apartheid in Zuid-Afrika. Ze protesteerde ook tegen het aankopen van Zuid-Afrikaanse producten via de poster op haar deur: “Pers toch geen Zuid-Afrikaan uit”(Roemer 1983: 23) en zoiets leidt volgens haar niet bepaald tot vriendschap. In een ander verhaal beschrijft ze haar ervaringen met racistische taxichauffeurs en treinconducteurs. “Hé, geeft hier: het is een Nederlandse krant en blijf voortaan met je klauwen van onze spullen af!”(Roemer 1989: 130) Een ander voorbeeld is een verhaal waar haar buren haar vroegen of ze niet expres naar buiten wou komen als er potentiële kopers naar hun huis kwamen kijken, want de kopers laten het allemaal afweten – omdat ze niet zoveel geld wilden uitgeven aan het wonen naast een zwarte vrouw. (Roemer 1989: 114-116) Roemer stelt zich ook kritisch op ten opzichte van de discriminatie die ze “voorkeursbehandeling” noemt. Wat toch maar schijn blijkt: “Anno 1988 weet iedereen beter: om goed te functioneren en aldus opgenomen te worden in een team, wordt van een allochtoon-medewerker verwacht dat die minstens de eigen huid afwerpt en die samen met de eigen-aardigheden van cultuur, volk en land van afkomst in de jaszak stopt en die bij de voordeur weghangt.”(1989: 34) Roemers neemt ook de Nederlandse eis onder de loep dat de migranten zich aanpassen moeten. De aanpassing wordt als een voortdurende play-backshow geïnterpreteerd en terwijl Nederlandse kinderen aan het veramerikaniseren zijn, moeten migranten zich verhollandsen. Roemers meninng over de vereiste integratie blijkt uit volgende betoog: “Maar niemand heeft toen begrepen dat men het meer over het etnische uiterlijk had dan over de normen en waarden van migranten in Nederland.” (1989: 34) De oorzaak van de discriminatie wordt vaak in de angst voor het onbekende, een potentiël gevaar, gezocht. Als onbekenden dan (als het gevolg ervan) nog integratieproblemen hebben wordt de negatieve mening over hen nog verterkt. Vianen biedt ons een hele andere kijk aan: “De Hollandse angst voor het zwarte monster even sterk is als voor het witte monster himself, gezien de toenemende vraag naar zonnenbrandolie.”(Vianen 1973: 21) 35
7. 7
Koloniaal erfgoed In Suriname bekleedden Nederlanders jaren lang hogere maatschappelijke
functies dan Surinamers. Veel auteurs beschrijven hoezeer de gekende hiërarchie op zijn kop werd gezet door de ontmoeting van de eerste blanke vuilnisman, dienstmeisje of straatveger. “Ik zal nooit vergeten dat ik absoluut verbijsterd was toen ik voor het eerst - nu vijftien jaar geleden- in Nederland kwam en een blanke vuilnisman zag. Zoiets kan niet dacht ik: een Hollander die vuil ruimt.”37 De beelden over Nederlanders veranderen. De attitudes van Surinamers tegenover Nederlanders en tegelijk tegenover zichzelf wijzigen ook. Vianen merkt vaak op dat haar landgenoten ziekelijk nerveus zijn. Men kan in zekere mate de innerlijke spannigen in verband met veranderingen na hun aankomst brengen. Vianen schrijft de oorzaak ervan indirect toe aan de minderwaardigheid gevoelens door de armoedige achtergrond en daarmee de samenhagende sociale status. Vervolgens vrezen Surinamers dat een vroegere kennis hun anonimiteit, waarin een soort vrijheid ligt, kan doorbreken. Volgens de bovengeciteerde verbazing hadden bevolkingsgroepen buiten Nederlandse kringen in Suriname een lagere sociale status dan Nederlanders. De bronnen van nervositeit kunnen in de verwarring van veranderende rollen worden gezien. Nederland wordt als een kansrijke land gezien. Er wordt van hen verwacht dat zij hun kansen opwaarderen. Het geluk wordt alleen in materiele dingen gezien. Zij hebben nu kans gekregen om hun lot te veranderen. Het wordt hen aangeleerd om altijd een onderdanige rol in de maatschappij te vervullen. “Wees altijd onderdanig al kost het je je vrijheid.” (Vianen 1973: 8) Bij anderen kan dat berusten op het feit dat zij door anderen voortdurend worden beoordeeld. De oorzaak van de rusteloosheid van de migrant kan liggen aan het voortvluchten of aan de verwarring over hun identiteit en waar zij thuis horen. Men kan de nervositeit aan de innerlijke ontwortelheid toedichten. Er zijn zoveel oorzaken van deze ziekelijke nervositeit dat men vervolgens moet twijfelen of de koloniale houding van slavenhouders op slaven als minderwaardig wezen nog invloed kon hebben op de ziekelijke nervositeit van Hindoestanen. Het overblijfsel van de koloniale tijd is merkbaarder in Suriname. De kluchtige gedraging van douaniers op de luchthaven in Suriname wijt Ramdas 37
Overgenomen van: http://www.dbnl.org/tekst/hovi002cult01_01/hovi002cult01_01_0003.php (20. 7. 2009). 36
aan de gewoonte van de dwingelandij. Hij beweert dat de autoriteit altijd in de Surinaamse geschiedenis de rol van het tonen van de macht had en die macht altijd de betekenis van de dwingelandij had. (1996: 37-39) Maar Roemer blijft geloven dat de macht in Suriname in democratische sporen kan lopen. Naar Roemers mening hebben de ervaringen met het militaire regime van Bouterse en met de boycot van het buitenland heel veel veranderingen gebracht. Zij toont ook een beetje sympathie voor de militairen. Ondanks dat Bouterse wist dat hij bij de verkiezingen ging verliezen, stelde hij zich toch verkiesbaar. Iederen had van de staatsgreep geleerd dat de sterksten overeind blijven en nu kunnen ze tot een hechte natie groeien. (Roemers 1989: 11-13) De koloniale erfenis blijkt in zekere mate aanwezig te zijn in de verhouding tussen de Surinaamse gemeenschap en de Nederlandse. De moeilijke relatie is volgens Vianen gekenmerkt door discriminatie en ongeïnteresseerdheid tegenover Suriname. Sirdjal verwijt een Nederlandse journalist zijn eigendunk wanneer hij ervan uit gaat dat het Sirdjals grootste doel is om door Nederlanders te worden gelezen. Roemers verwijt de Nederlandse pers dat het in de berichtgeving over Suriname zich laat misleiden door een relatief kleine groep Surinamers in Nederland. Welgezeten immigranten vertellen hatelijk verhalen over de hongersnood, om duidelijk te maken dat hun landgenoten honger gaan lijden tot het moment dat Bouterse ze zal opeten. Ze schrijft de over de arrogantie van de Nederlandse pers en haar irritatie hierover: ondanks de boycot en zonder de ontwikkelingsmiljoenen zal Suriname overleven. Vianen houdt zich bezig met het thema van de psychische integriteit binnen een bevolkingsgroep. Dit thema is ook ten dele gebaseerd op de erfenis van het koloniale verleden, die ervoor zorgde dat Suriname een multi-etnisch land werd. Het enige zekere koloniaal erfgoed van Nederlandse Surinamers ziet men in hun aanwezigheid in Nederland. De aankomst van Surinamers kan ook als gevolg van een historische wending gezien worden. Na de onafhankelijkheid die Ramdas beschrijft als de tijd van bevrijding van de koloniale overheersing, uitbuiting en onderdrukking komen Surinamers hun burgerschap verwerven. (1996: 34-47)
37
8
Conclusies Bij de beschrijving van de theoriën over cultuur en cultuurverschillen is
vasgesteld dat een beschrijving van nationale Surinaamse cultuurverschillen niet volledig kan zijn zonder dat men bewust van het feit is dat binnen de Surinaamse nationale cultuur veel eigenaardige bevolkingsgroepen zijn. De karakteristiek van cultuurveschillen in een multi-etnische samenleving als Suriname kan niet volkomen zijn zonder dat men de rekening met sociaaleconomische achtergronden houdt. Al deze bronnen zijn niet in de werken van Surinaamse auteurs beschikbaar. Men moet dus constateren dat het niet mogelijk is om alleen uit de werkstukken van de Surinaamse auteurs conclusies over de werkelijke cultuurverschillen te trekken. De werken kunnen als een inspiratie dienen bij de beschrijving van hoe de Surinaamse auteurs de cultuurbotsing hebben beleefd. Om te kunnen de cultuurbotsing tussen de Surinaamers en Nederlanders afbeelden ging men eerst in het tweede hoofdstuk laten zien dat laatste eeuwen Suriname enorm op Nederland gericht was. Men wijst stuk voor stuk erop dat de Nederlandse afdrukken op verschillende facetten van het hedendaagse leven in Suriname zijn zichtbaar. De wederzijdse invloed op de culturen leidde o.a. tot een taalvariant van Nederlands of beter zeggen tot een nieuwe taal: Surinaams-Nederlands. De minderwaardige positie van Surinaams-Nederlands wijst op wat de waarneming van eigen cultuur is. Als de Nederlandse cultuur als de hoge wordt beschouwd en eigen als de lage, is het logisch dat de mensen zich liever naar de Nederlandse oriënteren. De houding tot de eigen cultuur heeft invloed op de waarneming van zichzelf. De twisten tussen de bevolkingsgroepen worden naar de koloniale verdeel-en-heerspolitiek toegeschreven. De drijfveer van de immigratie was door de sociaal-economische, educatieve en psychologische faktoren gegeven. De aankomst van Surinamers naar Nederland heeft in zekere mate te maken met het kolonialisme en betekende volgende fase in de ontwikkeling van de Surinaamse en ten dele ook van de Nederlandse cultuur. De aankomst was het moment waarop de Surinaamse cultuur opnieuw met de Nederlandse wordt geconfronteerd. De confrontatie was in de nieuwe tijd en ruim geplaatst. Op het procesverloop en de resultaten van een cultuurbosting kunnen volgens de theoriën over cultuurverschillen diverse dingen invloed hebben. Uit 38
deze theoriën blijkt dat het gevoel van het behoren tot een bepaald groep verzwakt of vestrekt door de attitudes van anderen in de omgeving kan worden. De houding kan op een echte kennis en ook op stereotypen gebaseerd zijn. Men liet zien hoeveel stereotypen over elkaar bestaan en welke gevaren meebrengen. De attitudes die gebaseerd zijn op stereotypen kunnen leiden tot een afwijzende gedrag. Het afwijzende gedrag had in de boeken de vorm van de discriminatie. De reactie daarop is altijd iets subjectief maar kan zich manifesteren ook in een afwijzende gedrag. (Sirdjal zou om de echte Surinamer te zijn: anti-Hollands zijn.) Uit de fragmenten is ook duidelijk dat de vooroordelen en discriminatie niets vreemd tussen de bevolkingsgroepen in Suriname is. Ander voorbeeld van de cultuurbotsing in de denkbeelden wordt door de figuur van Zwarte Piet vertegenwoordigd. De meerderheid van Nederlanders is niet bewust van dat in het Sinterklaasfeest een bewoner uit de voormalige kolonie de aanwezigheid van de kleurbarrières kan zien. Ander verschil blijkt uit de positie van een migrant. Toen Surinaamse migranten nog officiël Nederlanders waren voelen zich en vaak worden als vreemdelingen behandeld. Hun avontuur is met tegenstrijdige gevoelens gevuld. De beschrijvingen over de innerlijke ontworteldheid van het migrantebestaan, de identitiescrisis kan als een sein zijn dat ondanks de grote invloed van Nederlandse cultuur op de Surinaamse verschillen tussen die twee zijn. Op de grond van drie boeken wordt vastgesteld dat in een stad wonende Nederlanders in de ogen van de Surinaamse auteurs invidualistisch zijn. Andere verschillen zijn in de verschillende interpretatie van de rol van de vrouw in de maatschappij te vinden. De hoofdpersoon Sirdjal die de uitbeelding van Nederlandse waarden zou zijn uit zich negatief over de rol van vrouw uit de Hindoestaanse kringen. Hij interpreteert de rol van de vrouw als fatsoenlijke moeder, die thuis met kinderen blijft en een onderdanige dienares van haar man is. De invloedrijke elementen op de cultuurbotsing worden gezien in de onderlinge relaties die in zekere mate met de koloniale geschiedenis zijn bezwaard. De maatschappelijke status van Nederlanders in Suriname was en nog steeds is hoog. De onverwachte wending in de geschiedenis veroorzaakt dat na de vereiste onafhankelijkheid Surinamers hun heil in het Paradijs van Oranje zoeken in Nederland. In de verwachting dat zij met hoge cultuur zullen worden 39
geconfronteerd
onstaan
schaamtegevoelens
voor
de
eigen
cultuur.
De
minderwaardige gevoelens uiten zich in de showing-off van de nieuwe kleding en in de gevoelens van de nervositeit. Er werd uit het dynamische cultuurconcept gegaan en zijn actualiteit en juistheid was meerdere malen aangetoond. Als men het dynamische cultuurconcept probeert te apliceren aan de Surinaamse cultuur komt naar boven de gespletenheid van Surinaamse identiteit. In een koloniale situatie leert men zich te identificeren met spiegelbeeld dat hem door de overheersende cultuur is aangereikt. In geval van Suriname leerde men zich te idenficeren door de taal van de Nederlandse overheerser. Het onderwijs was gericht op Nederland en met bewondering werd tot de Nederlandse hoge cultuur opgekeken. De beelden en voorstelingen over het land over dat ze zoveel op school hebben geleert botsen met de realiteit. De verwachtingen kwamen soms niet in de vervulling. Maar de cultuurbotsing tussen Surinamers en Nederlanders was bijzonder in andere zin. De gekende hierarchie was op de kop gezet. De aankomst betekende herinterpretering van eigen identiteit. Voor de zelfsidentificatie van iemand die door de Nederlandse cultuurpolitiek opgevoegd was betekende de aankomst een grote schok. Het aangebonden identieficatiebeeld bleek scheef te zijn. Dat kon een bevrijdingsgevoel hebben maar ook een identitiecrisis brengen. Velen van Surinamers hebben voor imaginaire paradijs betaald alles wat ze hadden. Zij verliezen de illusie dat hun identiteit meer dan die van een gewoone immigrant was. Desondanks er risico‟s van de cultuurbotsing zijn in de vorm van: stereotypen, visiuele barrieéres en zwaar gelaste geschiedenis kan het gevaar vermijden worden door een nuancering en een beetje empathie. Men zou ook beseffen dat de ontmoeting van twee nieuwe culturen tot cultuurverrijking kan leiden. Een mooi voorbeeld kunnen de Surinaamse auteurs zijn die in de confrontatie met anderen een vruchtbare voedingsbodem tot creatie en zelfsontplooing hebben gevonden.
40
9
Resumé in het Tsjechisch Surinam je přirovnáván ke kaleidoskopu pro svou etnickou a náboženskou
pestrost. Přestože tato země byla před nezávislostí propojena ve všech směrech s Nizozemím, objevuje se v knihách surinamských autorů téma kulturního střetu. Cílem práce je popsat, jak toto téma surinamští autoři zpracovali a jaké jsou možné příčíny kulturního střetu. Příchod Surinamců byl v jisté míře výsledek koloniálního období a další stopy společné minulosti se opětovně objevují i ve složitém vzájemném vztahu mezi obyvateli Surinamu a vztahu mezi Nizozemím a Surinamem. Pro pochopení těchto vztahů je pozornost věnována dějinám Surinamu. Před rozborem kulturního střetu v dílech autorů jsou rozebrány teorie o kulturních rozdílech. Z teorií vyplývá, že lze multi-etnickou společnost, jakou je Surinam, charakterizovat na národní úrovni pouze pomocí rozsáhlého výzkumu, kde by byly zahrnuty všechny aspekty (i sociálně ekonomický) a všechny skupiny obyvatel. Přesto jsme se pokusili ukázat na specifické rysy Surinamské společnosti. Z teorií o kulturních rozdílech také vyplývá, že kulturu je nutno chápat jako dynamický proces, při kterém nejen o přijetí do nové skupiny rozhoduj postoj obou stran. Jelikož jejich postoj může být ovliněn stereotypy, je jim také věnována pozornost. Jako hlavní zdroj pro popis kulturního střetu sloužila díla vybraných autorů. Krátkými fragmenty bylo naznačeno, jak autoři vnímali kulturní střety. Témata, která autory spojovala byly např. protichůdné pocity migrantů, odlišná role ženy ve společnosti, nizozemský individualismus a pocity studu, které vznikají při vidině konfrontace s vyšší Nizozemskou kulturou. Kulturní střet je mezi bývalou kolonií a mateřskou zemí specifický i v jiném ohledu. Pro Surinamce tento střet znamenal přehodnocení obrazu o sobě samých, se kterým se identifikovali. To mohlo vést k existenční krizi nebo také k osvobození od přežitků z minulosti. Příkladem, že v konfrontaci mezi kulturami je možné najít nejen střet, ale i obohacení, jsou vysoce cenněná literární díla surinamský autorů.
41
10
Summary in English Despite of the fact that Suriname was a long time orientated in every way
on the Netherlands appears the topic of the culture clash in the books of the Surinamese authors. The goal of this bachelor‟s work was to discribe how the Surinamese writers have discribed this topic and what are posibble reasons of the culture clash. The arrival of Surinamese people was particularly a result of the colonial past and further remains of the colonial past appears in their complicated relationship. To understand these reliationships was paid attention to the history of Suriname. Before will take a place an analyse of the culture clash of the chosen books theories about the culture differences are reviewed the. According to the theories about the cultural differences it‟s impossible the multiethnic society as Suriname characterize on the national level without ample research where all communities and all aspects (even social- ethnisch aspect) will be included. Despite of it we„ve attemted to show the specific traits of the Suriname society. According these theories is also necessary to attend the term culture as something dynamic. In addition about the acception by the group are diceding both sides. Because this attitude can be influenced by stereotypes, we will focus on the stereotypes as well. The chosen books were the main source for the discription of the culture clash. Thanks to the shorts fragments was indicated how the authors observed the culture clash. The writers were connected by topics e.g.: migrants thema‟s, the different role of the women in the society, Dutch individualism, feelings of the shame which were arising in the view of the confrontation with the higher Dutch culture. However the culture clash between mother country and former colony specific in other way. For the Surinamese people was this confrontation a moment of the reassessmet of the impression with they have identified themself. This could lead to the crises of the identity or to the feeling of relief. The praised books of the Surinamese authors were example that in the confrontation between the cultures is possible to find not only the culture clash but also an enrichment.
42
Anotace Katedra Nederlandistiky, Filozofická fakulta. Autor: Pešoutová Jana, Téma: Het thema van de cultuurbotsing bij de gekozen Surinaamse auteurs. The topic of the culture clash by the chosen Surinamese writers.
Vedoucí práce: PhDr. Eva Brázdová Toufarová Počet stran: 59 Počet příloh: 3 Počet titulů použité literatury: 15 v knižní podobě, 19 internetové zdroje. Klíčová slova: kulturní střet, stereotypy, Surinamská historie, Kulturní rozdíly, Ramdas, A., Vianen, B., Roemer, A., migrantska literatura, Zwarte Piet, kultura studu, mačismus, nizozemský individualismus, discriminace, koloniální dědictví. Charakteristika: Práce se zabývá tématem kulturního střetu u vybraných surinamských autorů jmenovitě: Ramdas, A. Roemers, A. a Vianen B. Za cíl si také klade popsat příčiny případného střetu, které jsou hledány ve dějinách, teoriích o kulturních rozdílech a stereotypech. Následně jsou rozebrány knihy od vybraných autorů, kde se kulturní střet, kulturní rozdíly či stereotypy objevují.
43
Bibliografie Boon, Ton den., Geeraerts Dirk, Sijvan Nicoline van der, Groot woordenboek van de Nederlandse taal / Van Dale. 14e, herz. uitg., Utrecht [etc.] : Van Dale Lexicografie, 2005. Cairo, Edgar, Ik ga dood om jullie hoofd. Haarlem: In de Knipscheer, 1980. Gomes de Mesquita, Batja, Cultural variations in emotions : a comparative study of Dutch, Surinamese and Turkish people in the Netherlands. Proefschrijft Universiteit van Amsterdam, 1993. Hofmanova, Lenka, Nederlandstalige Surinaamse literatuur binnen en buiten Surinam. 2005. Hofstede, Geert, Allemaal andersdenkenden, Omgaan met cultuurverschillen. Amsterdam: Contact, 1994. Kempen, van Michiel, Een geschiedenis van Surinaamse literatuur. deel II., Breda: De Geus, 2003. Nimwegen, Dirk van: Presentatie over de rol van cultuur in communicatie. 2010, (niet official uitgegeven). Pieterman, K.G. (red.), Bijbelgenootschap, 1992.
Elementen
van
Bijbelvertalen.
Nederlands
Ramdas, Anil, De beroepsherinneraar en andere verhalen. Amsterdam: Uitgeverij De Bezige Bij, 1996. Roemer, Astrid, Nergens ergens. Haarlem: In de Knipscheer, 1983. Roemer, Astrid, Oost West Holland-Best: columns. Schoorl: Conserve, 1989. Roo, Jos de(samest.door), Ander geluid: Nederlandstalige literatuur uit Suriname. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, 1990. Shahbazi, Nikita: Aardappeleeters en allochtonen: Wat is er misgegaan?. Soesterberg: Aspekt, 2005. Van Haver, Griet: Nederland-en Vlaanderenkunde, België, Nederland en Vlaanderen van de negentiende tot de eenentwintigste eeuw. 2009, (niet official uitgegeven). Vianen, Beane: Het Paradijs van Oranje. Amsterdam: Em.Querido‟s Uitgeverij B.V., 1973. White, Colin, Boucke, Laurie, The Undutchables, Leven in Holland. Amsterdam: Singel Pockets, 2001.
44
Samengest. door Anne Frank Stichting: Vooroordelen vertekenen. Amsterdam: Anne Frank Stichting, 1997.
45
Internetbronnen http://www.acbkenniscentrum.nl/vluchtelingen (15. 10. 2010) https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/fields/2046.html (21. 2. 2010). http://culturebeats.kennisnet.nl/Mixtweb/Surinamt.htm (13. 4. 2010). http://www.clingendael.nl/publications/2000/20000500_cli_pap_aspeslagh.PDF(1 8. 2. 2010). Hoving, Isabelen en Dibbits, Hester en Schrover, Marlou (red.), Cultuur en migratie in Nederland. Veranderingen van het alledaagse 1950-2000. Den Haag: Sdu Uitgevers, 2005. http://www. dbnl. org/tekst/hovi002cult01_01/colofon. htm (20. 1. 2010). Gefferie, Rachel, Huwelijk en concubinaat als samenlevingsvorm binnen de AfroSurinaamse cultuur, 2007. http://panafstrag-suriname.com/?p=13 (28. 3. 2010). http://www.hindulife.nl/index.php?option=com_content&view=article&id =712%3Afeminisme-binnen-hethindoeisme&catid=51%3Amaatschappij&Itemid=12&lang=nl (27. 3. 2010). http://www.hinduwijzer.nl/Discussie/de-vrouw-in-het-hindoee-de-gemeenschap1.html (27. 3. 2010). http://www.interculturelecommunicatie.com/content/view/14/1/ (17.2.2010). Kempen, van Michiel, Een geschiedenis van Surinaamse literatuur, Deel 2, Paramaribo: Okopipi, 2002. http://dbnl.nl/tekst/kemp009gesc02_01/kemp009gesc02_01_0021.php (12. 4. 2010). Kempen, van Michiel, De geest van Waraku, Kritieken over Surinaamse literatuur, Brussel: Uitgeverij Zuid, Haarlem, 1993. http://www.dbnl.org/tekst/kemp009gees01_01/kemp009gees01_01_0031.php (28. 3. 2010). Lambert, W. E., The fate of old-country values in a new land: A crosscultural study of child reasoning, 1987.http://www.interculturelecommunicatie.com/download/voorlichting.html (16. 2. 2010). http://www.nrc.nl/dossiers/suriname/geschiedenis_na_1975/ (29. 3. 2010). Roo, Joos de, Hollandse hovaardij. Moderne Surinaamse schrijvers over Nederland. http://www.dbnl.org/tekst/roo_001holl01_01/ (20. 7. 2009). http://www.scriptiebank.be/index.php?page=44&id=433 (17.2.2010). Verkruijsse, P. J. H., Letterkundig lexicoon voor de nederlandistiek, 2002. http://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0019.php (30. 3. 2010). http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article550598.ece/Oude_stereotypes_blijv en_hardnekkig_in_Suriname (20. 1. 2010). http://www.wereldjournalisten.nl/artikel/2010/03/09/shatnie/ (27. 3. 2010). http://websteksint.tripod.com/liedjesteksten1.htm (13. 4. 2010).
46
BIJLAGEN Bijlage 1 zijn.
Voorbeelden van artikels waar vooroordelen over minderheden
Reljongeren pesten homo weg http://www.telegraaf.nl/binnenland/5384271/__Reljongeren_pesten_homo_weg__ .html (20. 10. 2009). http://www.telegraaf.nl/binnenland/5072668/__Marokkanen_terroriseren_wijk_O _hout__.html (20. 10. 2009). Marokkanen terroriseren Oosterhoutse wijk http://www.telegraaf.nl/binnenland/5167115/___Marokkaans_tuig_terroriseert_pa rk___.html (20. 10. 2009). Marokkaanse jeugd: Straf aso's harder http://www.telegraaf.nl/binnenland/4711817/__Marokkanen__Straf_aso_s_harder __.html?p=7,1 (20. 10. 2009).
47
Bijlage 2 1.
Sinterklaaslied
Sinterklaaslied: Hoor wie klopt daar kinderen 38 Hoor wie klopt daar kinderen, Hoor wie klopt daar kinderen. Hoor wie tikt daar zachtjes tegen 't raam. 't Is een vreemdeling zeker, die verdwaalt is zeker. 'k Zal eens even vragen naar zijn naam: Sint Nicolaas, Sint Nicolaas brengt ons vanavond een bezoek en strooit dan wat lekkers in d' één of andere hoek.
38
Overgenomen van: http://websteksint.tripod.com/liedjesteksten1.htm (13. 4. 2010).
48
Bijlage 3
3.1
Voorbeelden van Surinaamse odo’s, houtsnijwerk, muziek
Houtsnijwerk
Om te bewijzen dat een Marron-man volwassen is, moet hij houtsnijkunst kunnen beheersen. Aan zijn aanstaande vrouw moet hij rijk versierde voorwerpen (kammen, roerlepels, schalen en andere) geven. De talrijke motieven hebben een betekenis. Het motief van Anansi (nr. 1) is het symbool van slimheid, handigheid en vooral sluwheid. Het motief van de zon (nr. 2) is een symbool voor de eidigheid van het menselijke bestaan. Het derde motief (nr. 3) heeft de betekenis van een harmonische verhouding die een man en een vrouw graag samen zouden willen hebben.
1. Motief van Anansi 39
2. Motief van zon40
3. Motief van harmonische verhouding 41
39
http://www.suriname.nu/201cult/hout02.html ( 20. 4. 2010). http://www.suriname.nu/201cult/hout02.html ( 20. 4. 2010). 41 http://www.suriname.nu/201cult/hout02.html ( 20. 4. 2010). 40
49
3.2
Odo’s
Odo’s zijn spreekwoorden die in het dagelijks leven van populairiteit genieten en ook door de Surinaamse auteurs – vooral dichters – worden gebruikt. In odo‟s is de geschiedenis van de Creolen terug te vinden. Een groot deel is tijdens de slavernij ontstaan. Een voorbeeld van een spreekwoord van die tijd is een dat naar de nachtelijke overvallen op plantages door Marrons verwijst: “A no de bariman d'e broko pranasi.” (Het zijn niet de schreeuwers die de plantage plunderen.)42 (Kempen 2002: 270) Odo‟s zijn samegebonden met meerdere culturele uitingen: met het boven genoemde houtsnijwerk, Osodresi 43 en kleding. Er bestaan de verbindingen tussen gezegden en verschillende vormen van het binden van een hoofddoek of het dragen van verschillende rokken.
3.3.1 De traditionele Creoolse en Marronse muziek De traditionele Creoolse en Marronse muziek is sterk beïnvloed door de muziek van de vroegere Afrikaanse slaven. In hun muziek is het wintigeloof te vinden waarin de trommels erg belangrijk zijn. Naast deze is er ook een populaire creoolse muziekvorm – kawina, de creoolse volksmuziek. Kawina ontstond na de afschaffing van de slavernij. Kawina is dans- en amusementsmuziek. De teksten gaan over het dagelijks leven. Er wordt ook op speciale trommels gespeeld als bv. de zigzag of schudbus en de kwa-kwa bangi. Een belangrijk kenmerk is dat er in een roep- en antwoordpatroon gezongen wordt.
3.3.2 Hindoestaanse muziek
De instrumenten van de klassieke Indiase muziek zijn sitar, sarangi, vina en tabla. De religieuze muziek is de baithak ghana waarbij andere speciale instrumenten
43
Kruiden gebruiken als geneesmiddelen. 50
worden gebruikt. Er bestaan tevens speciale muziekvormen voor bruiloften en geboorten.
51