Het Svk- puntensysteem 2015 Aangepast aan MB 02/12/2013
We geven je hier een overzicht van de situaties die ‘punten kunnen opleveren’. Het totaal van de behaalde punten bepaalt je plaats op de wachtlijst. Dit maakt dat degene die (volgens het puntensysteem) in een meer prangende situatie zit, ook meer kans maakt. Het is daarom belangrijk dat je iedere wijziging in je situatie onmiddellijk meldt aan het SVK. Het kan je plaats op de wachtlijst veranderen. We geven je ter informatie een overzicht van de punten. Wil je meer weten over de toepassing of invulling van deze punten, kan je altijd ten rade gaan bij de SVK-medewerker. We onderscheiden 6 mogelijke ‘groepen’ waarin je punten kan krijgen. In iedere groep geldt het hoogst aantal punten (optellen is niet mogelijk). 1. Het (Actueel besteedbaar) inkomen 2. De woonnood 3. De kinderlast 4. Mutatievraag; een SVK-huurder die wil verhuizen naar een andere SVK-woning 5. Het aantal jaren dat de kandidaat is ingeschreven op de wachtlijst 6. De band met de gemeente waar de woning gelegen is, of met het werkingsgebied van het SVK
1.
Het Actueel Besteedbaar Inkomen (max. 20 punten)
Kandidaten krijgen op basis van hun inkomen van de laatste 6 maanden (Actueel Besteedbaar inkomen) punten toegekend. Vertrekbasis is hier het leefloon (vroeger bestaansminimum genoemd). Voor alleenstaanden of gezinnen met een inkomen gelijk aan het leefloon worden 20 punten toegekend. Het aantal punten daalt volgens onderstaand schema (Gebaseerd op de leefloonbedragen van 01-09-2013).
Alleenstaanden Inkomen tot en met € 868,36 tot en met € 968,36 tot en met € 1118,36 tot en met € 1318,36 tot en met € 1518,36 meer dan € 1518,36
Punten 20 17 14 11 8 5
Categorie tot leefloon + 51 euro tot leefloon + 151 euro tot leefloon + 301 euro tot leefloon + 501 euro tot leefloon + 701 euro Meer dan leefloon + 701 euro
Punten 20 17 14 11 8 5
Categorie tot leefloon + 121 euro tot leefloon + 241 euro tot leefloon + 421 euro tot leefloon + 661 euro tot leefloon + 901 euro Meer dan leefloon + 901 euro
Gezinnen Inkomen tot en met € 1210,82 tot en met € 1330,82 tot en met € 1510,82 tot en met € 1750,82 tot en met € 1990,82 meer dan € 1990,82
1
Let op: sommige inkomens worden niet in rekening gebracht: - Het inkomen van kinderen die bij de kandidaat-huurder inwonen, ononderbroken deel uitmaken - van het gezin en minder dan 25 jaar oud zijn op de referentiedatum, wordt niet meegeteld. - Het inkomen van inwonende ascendenten wordt slechts voor de helft meegerekend. Het wordt - niet aangerekend voor familieleden van de 1ste en de 2de graad die erkend zijn als ernstig - gehandicapt of die ten minste 65 jaar oud zijn. In uitzonderlijke situaties wordt rekening gehouden met de schulden of alimentatie die je moet afbetalen.
Berekening van het actueel besteedbaar inkomen 1. Optelsom van alle officiële inkomens Alle (officiële) inkomens van de personen wiens inkomen in aanmerking moet genomen worden, worden verzameld. Het MB spreekt hier over ‘alle belastbare en niet-belastbare inkomens van de laatste zes maanden voor de referentiedatum’. De kandidaat-huurder moet het inkomen bewijzen met alle mogelijke bewijsstukken (attesten vervangingsinkomens, loonstrookjes, pensioenstrookjes, rekeninguittreksels …). Wat nemen we mee in deze berekening ? 1. De ‘integratietegemoetkoming voor personen met een handicap’ is geen inkomen en kan bijgevolg niet in rekening kan worden gebracht. 2. Het inkomen van gezinsleden die niet mee verhuizen naar de SVK-woning wordt niet mee in rekening gebracht. 3. Alle effectief ontvangen inkomens in die referentieperiode moeten in rekening gebracht worden: ontvangen vakantiegeld, eindejaarspremie, ontslagvergoeding,… 4. Het inkomen van de wettelijke partner wordt steeds mee in rekening gebracht, want er wordt verondersteld dat deze mee de huurwoning zal betrekken, tenzij kan aangetoond worden dat het huwelijk ‘onherstelbaar ontwricht’ is. 5. Het komt meermaals voor dat, ten gevolge van de mogelijke verhuis naar een SVKwoning, een inkomenswijziging zal gebeuren. Dit probleem beperkt zich tot woningzoekenden die én leven van een vervangingsinkomen én waar de samenstelling van het gezin wijzigt. Er wordt geen rekening gehouden met het toekomstige inkomen. 2. Verminderd met de vrijgestelde inkomens In de tweede stap in de berekening van het ABI wordt nagegaan welke van de officiële inkomens vrijgesteld zijn. De vrijgestelde inkomens worden niet in aanmerking genomen en mogen dus afgetrokken worden van het totale inkomensbedrag van de kandidaat-huurder. Hierbij geven we je de integrale lijst, soms met tussen haakjes een aantal concrete voorbeelden: -
-
-
-
-
de hulp verleend door de centra (2) (OCMW-huurtoelage, stookolietussenkomst, SintNiklaastoelage, schooltoelage,… de gezinsbijslag waarvoor de betrokkene de hoedanigheid van bijslagtrekkende bezit ten voordele van kinderen krachtens de Belgische of een buitenlandse sociale wetgeving voor zover hij deze opvoedt en volledig of gedeeltelijk ten zijnen laste heeft (kindergeld) het onderhoudsgeld of het voorschot op de termijn van onderhoudsgeld ontvangen ten gunste van de ongehuwde kinderen ten laste van betrokkene voor zover deze laatste hen opvoedt; het gedeelte van het loon dat door de uitgever van de PWA-cheques ten laste wordt genomen en overeenstemt met 3,72 EUR per niet-ontwaarde PWA-cheque en dat door het centrum aan de betrokkene wordt uitbetaald voor werkzaamheden, verricht in het kader van een PWA- arbeidsovereenkomst overeenkomstig de terzake geldende reglementering, evenals de eventuele eruit voortvloeiende vergoedingen; de productiviteits- of aanmoedigingspremies voorzien en betaald door de verschillende bevoegde overheden in het kader van de individuele beroepsopleidingen (IBO) in ondernemingen, tijdens een periode van maximum zes maanden; de premies en toelagen van de Gewesten voor verhuizing, installatie en huur die aan de betrokkene worden toegekend (Gewestelijke huur- en installatiesubsidie);
2
-
-
-
-
-
-
het bedrag van de studietoelagen die de specifieke studiekosten dekken en die door de Gemeenschappen aan de betrokkene zijn toegekend te zijnen gunste of ten gunste van de kinderen die hij ten laste heeft. De Koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad bepalen wat moet verstaan worden onder specifieke studiekosten voor de toepassing van onderhavig besluit; de toelagen, uitkeringen en bijslagen van de Gemeenschappen voor het onderbrengen van jongeren in een opvanggezin (toelage voor pleeggezinnen; opgelet; enkel indien toelagen vanuit de Vlaamse of Franstalige Gemeenschap); de presentiegelden die de betrokkene ontvangt als lid van de provincieraad, de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn; de niet- regelmatige giften afkomstig van om het even welke instelling of van personen die niet met de betrokkene samenwonen en jegens hen niet tot de onderhoudsplicht gehouden zijn; de frontstrepen- en gevangenschapsrenten; de renten verbonden aan een nationale orde op grond van een oorlogsfeit; de ten laste neming voorzien door de deelgebieden van de kosten voor de niet-medische hulp- en dienstverlening verleend door derden aan een persoon met een verminderd vermogen tot zelfzorg, alsook de door de niet-beroepsmatige zorgverlener ontvangen vergoeding van de zorgbehoevende in het kader van de verstrekte niet-medische hulp- en dienstverlening (zorgverzekering, … Niet; integratietegemoetkoming, dit is immers een federale tussenkomst) de vergoedingen die door de Duitse overheid bij wijze van schadeloosstelling worden betaald voor de gevangenhouding tijdens de tweede wereldoorlog; Het terugvorderbaar belastingskrediet (leefloontrekkers met kinderen krijgen sinds 2005 een terugbetaling door de fiscus. Het bedrag verschilt van het aantal kinderen ten laste); Forfaitaire vergoeding voor voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Voor de toepassing van b) en c) wordt de ouder die de gezinsbijslag of het onderhoudsgeld ontvangt, beschouwd als degene die het kind opvoedt ingeval het kind tijdelijk wordt geplaatst. Een inkomen dat niet op deze lijst voorkomt wordt niet vrijgesteld, ook als een bepaald inkomen vanuit inhoudelijke ‘beter’ zou worden opgenomen. De lijst is niet eenvoudig aan te passen aan de actualiteit, want de berekening van het RMI is een federale materie.
3. Verminderd met de betaalde de onderhoudsgelden Ook de effectief betaalde onderhoudsgelden van de laatste 6 maanden worden afgetrokken van het inkomenstotaal. Ontvangen onderhoudsgelden ten voordele van de kinderen worden niet mee in rekening gebracht, ontvangen onderhoudsgelden ten voordele van de ex-partner wél. 4. Soms met mindering betaalde schuldaflossingen Vierde stap is dat ook de schuldaflossingen, d.w.z. De effectief betaalde schulden, worden afgetrokken van het bedrag van het inkomen. Het MB geeft meer uitleg over welke betaalde schuldaflossingen hiervoor in aanmerking komen: de achterstallige schulden die betaald zijn ten gevolge van een collectieve schuldenregeling overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van in beslag genomen onroerende goederen; de achterstallige schulden die betaald zijn in het kader van budgetbegeleiding of budgetbeheer bij een OCMW of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling. Net als bij de onderhoudsgelden, geldt ook hier dat enkel in de laatste 6 maanden effectief betaalde schulden afgetrokken worden voor de berekening van het ABI. Noot: Wanneer er uitvoerend beslag werd gelegd op het inkomen van de kandidaat-huurder zoals bepaald in art 1409§1, derde lid van het Gerechtelijk Wetboek, wordt enkel het inkomen dat overblijft na uitvoerend beslag in aanmerking genomen als inkomen.
3
2.
Woonnood (max. 20 punten)
Absolute prioriteiten Kandidaat die zelf een woning aanbrengt, aangepast aan zijn gezinssamenstelling en in voorkomend geval aan zijn lichamelijke gesteldheid of die van één of meerdere leden van zijn gezin. Het SVK kan de woning wel weigeren wegens de contractvoorwaarden, de kwaliteit of het comfort van de woning.
4096
kandidaat die een fysieke handicap heeft of van wie een gezinslid gehandicapt is. Die kandidaat krijgt voorrang op die woning die aangepast is aan de huisvesting van gehandicapten. Die een verhaal heeft ingediend tegen een beslissing van het SVK (over het niet toelaten tot een woning), en gelijk heeft gekregen.
1024
Die naar aanleiding van grote renovatiewerken moet worden herhuisvest, en het SVK aan zijn SVKwoning deze werken uitvoert of laat uitvoeren.
512
Effectieve of dreigende dakloosheid geen huisvesting of opvang of verblijf in nachtopvang hebben
20
een instelling, opvangtehuis of gevangenis kunnen of moeten verlaten en geen woonrecht meer hebben elders (punten kunnen worden toegekend tot max. 6 maanden na de KH de instelling mag of kan verlaten)
20
verblijf in noodwoning, crisisopvang, transitwoning of hotel
17
verlies woonrecht en opvang bij vrienden of familie. Hieronder vallen ook kandidaat-huurders die bij hun partner vertrokken zijn omwille van een stukgelopen relatie en vervolgens bij familie of vrienden intrekken.
17
gerechtelijke uithuiszetting en betekend vonnis (punten max. tot 12 maanden na datum van het vonnis)
17
opzegging huurovereenkomst door eigenaar met een opzegtermijn van minder dan drie maanden of de woning verplicht en rechtsgeldig moeten verlaten binnen een termijn van minder dan drie maanden
17
gerechtelijke uithuiszetting zonder betekend vonnis (punten max. tot 12 maanden na datum van het vonnis)
14
opzegging huurovereenkomst door eigenaar met een resterende opzegtermijn tussen drie en zes maanden of de woning verplicht en rechtsgeldig moeten verlaten binnen een termijn van drie tot zes maanden
14
Wonen in een goed dat niet geschikt is voor wonen wonen in een roerend of onroerend goed dat niet geschikt is voor wonen, waarvoor een stakingsbevel werd uitgevaardigd
20
wonen in een roerend of onroerend dat niet geschikt is voor wonen, waarvoor geen stakingsbevel werd uitgevaardigd
17
wonen op een camping zonder permanent woonrecht
17
wonen in een niet hoofdzakelijk vergunde woning
11
Verminderde kwaliteit of de overbewoning van een woning onbewoonbaarverklaring of conformiteitsonderzoek met advies tot onbewoonbaarverklaring
20
overbewoondverklaring of conformiteitsonderzoek met advies tot overbewoondverklaring
20
ongeschiktverklaring of conformiteitsonderzoek met advies tot ongeschiktverklaring met in beide gevallen op het technisch verslag, min. 3 gebreken in categorie III in de hoofdrubrieken Omhulsel en Binnenstructuur of 3 gebreken in categorie IV en 60 strafpunten (punten kunnen enkel toegekend worden indien het (technisch) verslag niet ouder is dan 6 maanden en indien de kandidaat de woning bewoont op moment van het onderzoek)
17
overschrijding van de bezettingsnorm van de Vlaamse Wooncode, of onaangepast aan de fysieke mogelijkheden van een bejaarde of van een persoon met een handicap
17
ongeschiktverklaring of conformiteitsonderzoek met advies tot ongeschiktverklaring (punten kunnen enkel toegekend worden indien het (technisch) verslag niet ouder is dan 6 maanden en indien de kandidaat de woning bewoont op moment van het onderzoek)
11
ernstige gebreken aan de woning vastgesteld in een verslag van een officiële instantie (bijv. van een gemeente, woonwinkel, LOGO, politie,…) (punten kunnen enkel toegekend worden indien het (technisch) verslag niet ouder is dan 6 maanden en indien de kandidaat de woning bewoont op moment van het onderzoek)
11
4
De betaalbaarheid van de huurprijs de te betalen huurprijs, verminderd met een eventuele huursubsidie, bedraagt meer dan 50% van het actueel besteedbare inkomen
14
de te betalen huurprijs, verminderd met een eventuele huursubsidie, bedraagt meer dan 35% en minder dan 50% van het actueel besteedbare inkomen
11
Het zelfstandig wonen of gaan wonen van een minderjarige met begeleiding door een erkende dienst zelfstandig wonen of gaan wonen met begeleiding door een erkende dienst
17
Interne mutatie SVK-huurder die wenst te muteren
7
Huurder van een kamer met begeleiding, die de begeleiding niet langer nodig heeft
17
Huurder waarvan de huurwoning niet meer voldoet aan de rationele bezettingsnorm
14
3.
De kinderlast (max. 6 punten)
Voor elk kind wordt een punt toegekend. Ook de kinderen die niet permanent in de woning zullen verblijven worden in rekening gebracht, zoals kinderen die geplaatst zijn, of kinderen waarvoor je co-ouderschap of een omgangsrecht hebt
4.
Een mutatievraag van een SVK-huurder (max. 17 punten)
Een SVK-huurder die naar een andere SVK-woning wilt verhuizen, en zich dan ook terug op onze wachtlijst plaatst, krijgt 7 extra punten. Als je als SVK-huurder in een woning woont die te klein is geworden volgens de normen van de rationele bezetting van het SVK, krijg je 14 punten.
5.
Anciënniteit (hoelang je op de wachtlijst staat - max. 3 punten)
In het SVK-systeem ben je nooit zeker dat je een bepaald moment boven op de lijst staat. Er kan altijd iemand bijkomen die meer dringend een woning nodig heeft (waarmee we bedoelen; ‘meer dringend volgens het puntensysteem’), en daarom meer punten verwerft. Om de kandidaat-huurders die al lange tijd op de wachtlijst staan wat te bevoordelen, geven we hen extra punten, namelijk 1 punt per jaar, met een maximum van 3 punten. De inschrijvingsdatum telt.
6.
De band met de gemeente of het werkingsgebied (max. 6 punten)
Personen die een band hebben met de gemeente / werkingsgebied willen we een extra kans bieden. Een band met de gemeente / werkingsgebied is: - als je op het ogenblik van de toewijzing effectief verblijft in de gemeente / werkingsgebied van de vrijkomende SVK-woning, - als je in de periode van zes jaar voorafgaand aan de toewijzing ingeschreven bent (of geweest) in het bevolkingsregister van de gemeente / in een van de gemeenten van het werkingsgebied.
Vermindering van punten (3 punten) Tenslotte kan je puntenaantal ook verminderd worden. Als je 2 keer zonder goede reden een woning weigert die voldoet aan je woonwensen, wordt je puntenaantal gedurende een jaar met 3 punten verminderd.
5