Regeling SAH, SVK-bijlage 1 INHOUD: • • •
Inleiding Programma van eisen opleiding arbeidshygiënisten Programma van eisen opleiding veiligheidskundigen INLEIDING
De door Hobéon SKO gehanteerde certificeringnorm ISO 17024 (certificatie van persoonlijke vakbekwaamheid) heeft in zich dat onder andere de beroepsopleiding deel uitmaakt van het certificeringtraject van de veiligheidskundige/arbeidshygiënist, en dat aan de opleiding toetsbare eisen moeten worden gesteld. Voor toelating van de opleiding als deel van het certificeringproces geldt onder anderen het aantoonbaar maken dat niveau, omvang en inhoud van de opleiding minimaal voldoen aan de hieronder gestelde criteria. Tevens moeten de opleidingen voldoen aan de in het reglement Toelating van Opleidingen gestelde eisen. PROGRAMMA VAN EISEN OPLEIDING ARBEIDSHYGIENISTEN §1
Criteria ten aanzien van leerdoelen voor de opleidingen Indien men aan de eisen van het arbeidshygiënisch onderwijsprogramma heeft voldaan, moet men over de volgende basisvaardigheden als arbeidshygiënist kunnen beschikken:
¾
¾
¾ ¾ ¾ ¾
Het zelfstandig herkennen van blootstelling aan belastende factoren in de werksituatie, met name chemische, fysische, biologische en fysieke/ergonomische factoren en het opstellen van een meetstrategie voor het karakteriseren van de blootstelling aan die belastende factoren; Het zelfstandig evalueren van de gezondheidsrisico's ten gevolge van blootstelling aan genoemde belastende factoren;Het zelfstandig evalueren van productieprocessen, machines en werkmethoden op het ontstaan en de verspreiding van belastende factoren en daaraan verbonden gezondheidsrisico's; Het adviseren over gezondheidsrisico's die kunnen ontstaan bij nieuw te introduceren of te ontwerpen productieprocessen, machines en werkmethoden; Het adviseren over beheersmaatregelen, bij het ontwerpen van beheersmaatregelen en bij of invoeringsprogramma's alsmede het evalueren van de effectiviteit van beheersmaatregelen, alleen in samenwerking met andere specialisten; Het adviseren over noodzakelijke activiteiten, zowel uitvoerend als beleidsmatig, in het kader van wettelijke regelingen op het gebied van de arbeidsomstandigheden; Het informeren, adviseren en trainen van personen op alle niveaus in de organisatie over onderwerpen met betrekking tot de arbeidshygiëne. Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 1 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 ¾
Het kunnen samenwerken met andere disciplines en problematiek binnen die disciplines kunnen signaleren naar de betreffende deskundigen.
§2
Criteria ten aanzien van niveau en omvang van de opleidingen Een arbeidshygiënische opleiding moet genoten zijn aan een van de HTOinstellingen waarvan het diploma recht geeft op het dragen van de titel ingenieur (ing.) of aan een universitaire instelling met een opleiding in een technische, agrarische of natuurwetenschappelijke richting. In het onderwijsprogramma van 4 jaar dient de opleiding c.q. afstudeervariant arbeidshygiëne minimaal 1,5 jaar (82 studiepunten = stp) te omvatten. In het geval van een deeltijdstudie of zogenaamde kopstudie arbeidshygiëne, na een succesvol afgeronde vooropleiding, dient een onderwijsprogramma van minimaal 30 studiepunten te zijn gevolgd. Het arbeidshygiënische onderwijsprogramma is een combinatie van basiskennis, primaire kennisgebieden en ondersteunende vakken. Een onderwijsprogramma bestaat uit een cursorisch deel, een stage en een afstudeeronderzoek. In onderstaande tabel staat aangegeven welke omvang het studieprogramma arbeidshygiëne dient te hebben. Dit totale studieprogramma kan bij meerdere opleidingsinstituten zijn gevolgd met dien verstande dat het een en ander heeft geresulteerd in een diploma van een afgeronde opleiding arbeidshygiëne (voltijd of deeltijd). Tabel: overzicht eisen onderwijsprogramma
Basiskennis - Wiskunde en statistiek - Scheikunde - Natuurkunde - Informatica - Humane biologie Primaire kennisgebieden - Basiskennis arbeidshygiëne - Fysische belastingsfactoren - Chemische belastingsfactoren - Biologische belastingsfactoren - Fysieke belastingsfactoren & ergonomie
Voltijdopleidingen
Deeltijdopleiding/ Kopstudie
Tenminste 4 onderdelen Totaal minimaal 25 spt Minimaal 3 stp. per onderdeel
Voldaan in vooropleiding, omvang gelijk aan eisen voltijdopleidingen
Alle onderdelen Totaal minimaal 30 spt. Minimaal 1 spt. per kennisgebied
Alle onderdelen Totaal minimaal 15 spt. Minimaal 1 stp. per kennisgebied
Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 2 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 - Humane Toxicologie - Gezondheidsleer (beroepsziekten) - Epidemiologie & biostatistiek - Meetmethoden & meetstrategieën - Beheersmaatregelen - Wetgeving Arbo en milieu Ondersteunende kennisgebieden & practica - I - Organisatieleer & Arbeid- en Organisatiekunde - Veiligheidskunde Ondersteunende kennisgebieden & practica - II
Alle onderdelen Totaal minimaal 5 spt. Minimaal 1 spt. per kennisgebied
Beide onderdelen Totaal minimaal 3 spt. Minimaal 1 spt. per kennisgebied
Geen minimum aantal onderdelen Totaal minimaal 4 spt.
Geen minimum aantal onderdelen Totaal minimaal 2 spt.
Totaal minimaal 18 spt.
Totaal minimaal 10 spt.
- Procestechnologie - Werktuigkunde & bouwkunde - Zorgsystemen - Klimaattechnologie - Voorlichtingskunde - Bedrijfskunde Afstudeeronderzoek
§3 3.1
Definities kennisgebieden Primaire kennisgebieden Basiskennis arbeidshygiëne Kennis van mens-milieu relaties zowel op als buiten de werkvloer; Kennis van de klassieke stadia van probleemvaststelling en -oplossing waarbij de elementen 'herkennen', 'evalueren' en 'beheersen' een belangrijke rol spelen in de diverse stadia. Fysische belastingsfactoren Dit primaire kennisgebied moet de volgende factoren omvatten: geluid, trillingen, klimatologische factoren (warmte, koude), ioniserende straling, niet-ioniserende Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 3 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 straling en verlichting. Voor elk van de factoren moet men tot de volgende vaardigheden in staat zijn: • Kwalificeren, kwantificeren en evalueren van de blootstelling van werknemers, door het bepalen van de blootstelling en conclusies te trekken uit de verzamelde gegevens; • Vaststellen van het gezondheidsrisico van de blootstelling, mede op basis van normen en grenswaarden; • Adviseren over maatregelen om de blootstelling te beheersen volgens de arbeidshygiënische strategie, eventueel in samenwerking met specialisten. Chemische belastingsfactoren Aandacht voor inhalatoire blootstelling (gassen, dampen en stof) en huidblootstelling met inbegrip van het concept van totale blootstelling. Voor elk van de factoren moet men tot de volgende vaardigheden in staat zijn: • Kwalificeren, kwantificeren en evalueren van de blootstelling van werknemers, door het bepalen van de blootstelling en conclusies te trekken uit de verzamelde gegevens; • Het begrijpen van de grondslagen van biologische ‘monitoring’, • Vaststellen van het gezondheidsrisico van de blootstelling, mede op basis van normen en grenswaarden; • Evalueren van het werkproces en methodes op hun vermogen om potentieel schadelijke luchtvervuilende stoffen te genereren, met het oog op de mogelijkheid om deze stoffen te reduceren tot acceptabele niveaus. • Adviseren over maatregelen om de blootstelling te beheersen volgens de arbeidshygiënische strategie, eventueel in samenwerking met specialisten. Biologische belastingfactoren Aandacht voor biologische belastingsfactoren: organisch stof en micro-organismen. Voor elk van de factoren moet men tot de volgende vaardigheden in staat zijn: • Kwalificeren, kwantificeren en evalueren van de blootstelling van werknemers, door het bepalen van de blootstelling en conclusies te trekken uit de verzamelde gegevens; • Kennis van merkers van biologische blootstelling; • Vaststellen van het gezondheidsrisico van de blootstelling, mede op basis van normen en grenswaarden; • Kennis van het verschil tussen pathogene en niet pathogene organismen in de werkomgeving. • Adviseren over maatregelen om de blootstelling te beheersen volgens de arbeidshygiënische strategie, eventueel in samenwerking met specialisten.
Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 4 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 Fysieke belastingsfactoren en ergonomie • Kennis van het optimaliseren van de mens-werk relatie en de arbeidsomstandigheden door aanpassing van de werkplek, machines en gereedschap aan de werknemer. • Kennis van antropometrische kentallen; • Kennis van meetmethodes om fysieke belasting te kwantificeren, normen en grenswaarden. Humane toxicologie • Evaluatie en interpretatie van toxicologische informatie afkomstig van wetenschappelijke publicaties; • Kennis van basale toxicologische methoden en technieken; • Kennis van de algemene principes over hoe toxische substanties worden geabsorbeerd, gemetaboliseerd en geëlimineerd in het menselijk lichaam; • Kennis van de algemene principes van de effecten die toxische stoffen hebben op mensen (dosiseffect relaties). Gezondheidsleer (beroepsziekten) • Basale kennis van de volksgezondheid en de interactie met arbeidsomstandigheden, kennis van preventieve gezondheidsbeschermende maatregelen en kennis van volksgezondheid stimulatie programma's. Epidemiologie en biostatistiek • Kennis van epidemiologische technieken en principes, het opzetten, evalueren en interpreteren van epidemiologische studies. Kennis van begrippen zoals confounding, effect modificatie, epidemiologische kentallen zoals incidentje en prevalentie ratio's en associatie maten als Odds Ratio's, Risk Ratio's en Prevalence rate ratio's. Meetmethoden en meetstrategieën • Algemene vaardigheden, betreffende (statistische) evaluatie van blootstellinggegevens (acuut/chronische blootstelling), ongewone werkschema's, blootstellingroute, gecombineerde blootstellingen en informatiebronnen; • Komen tot een valide risicoschatting op basis van representatieve meetresultaten door: o Kennis van normen en grenswaarden; o Kennis en toepassing van meetmethoden; o Opzetten van meetstrategieën (locatie, selecteren werknemers, duur van de meting, aantal metingen, frequentie van de metingen en selectie en gebruik van de juiste meetmethoden); o Toepassen van de meest geschikte (statistische) evaluatie van de (meet)gegevens. Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 5 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 Beheersmaatregelen • Kennis van het vaststellen van de noodzaak van beheersmaatregelen; • In staat zijn om te adviseren over beheersmaatregelen en bij het ontwerp ervan, rekening houdend met verschillende randvoorwaarden en mogelijke alternatieven in hun socio-economische context. Wetgeving Arbo en milieu • Kennis van het wettelijke raamwerk van arbeidshygiëne en veiligheid; • Inzicht in de wettelijke verantwoordelijkheden van werkgevers en werknemers; • Kennis van de beroepsmatige wettelijke aansprakelijkheid. 3.2
Ondersteunende kennisgebieden en practica Organisatieleer • Inzicht in het mensbeeld en opvattingen over organisaties, organisatievormen, bouwstenen van de organisatie en organisatorische regelingen; • Kennis van informatievoorziening, besluitvorming, marketing en management strategieën. • Kennis van adviseren van verschillende groepen, effectiviteit van diverse methoden, mondeling en schriftelijk rapporteren. • Managen (ondersteunen, sturen, faciliteren) van het adviestraject. Arbeids- en organisatiekunde • Basale kennis van de invloed van psychologische en sociologische factoren op de gezondheid en welbehagen op het werk; • Een duidelijk beeld hebben van de invloed van sociale omstandigheden en houdingen ten aanzien van de arbeidshygiëne; • Kennis van het raakvlak tussen arbeids- & organisatiekunde en arbeidshygiëne en inzicht in de specifieke deskundigheid van de A&Odeskundige. Veiligheidskunde • Kennis van de algemene principes van ongevallen theorieën en analyses; • Basale kennis van de veiligheid van systemen; • Inzicht in het optreden en voorkomen van beroepsgerelateerde ongelukken; • Kennis van chemische en fysische gevaren ( brand en explosie, elektrische en mechanische gevaren); Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 6 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 •
Kennis van het raakvlak tussen veiligheid en arbeidshygiënische problematiek en inzicht in de specifieke deskundigheid van de veiligheidskundige.
Procestechnologie • Kennis van basisprocessen, zoals ze worden toegepast in de verschillende industrieën: • Keuzes van procesroutes en -apparatuur, modellering en simulatie; • Globale kennis van optimalisatie en economische evaluatie. Werktuigkunde en bouwkunde • Enige vaardigheden in de werking en opzet van technische constructies; • Kennis van de randvoorwaarden voor het ontwerp van bouwfysisch verantwoorde gebouwsystemen (comfortcomposities, buitenklimaat en binnenklimaat); • In staat zijn om technische tekeningen, zoals blow schema's, constructie layouts en ontwerpschema's te begrijpen. Zorgsystemen • Kennis van zorgsystemen, in het bijzonder Arbo- en milieuzorgsystemen; • Kennis hebben van het opzetten en implementeren van een zorgsysteem; • Inzicht hebben in de interactie tussen wettelijke eisen en ondernemingsbeleid. Klimaattechnologie • Kennis van installaties ten behoeve van verdergaande klimaatbeheersing: verwarmingssystemen, koelsystemen en ventilatiesystemen; • Kennis van de ergonomische aspecten van binnenklimaat en verlichting, meetmethoden, effecten op de mens en beoordelingsnormen. Voorlichtingskunde • Kennis van de belangrijkste concepten in de moderne voorlichtingskunde in het bijzonder de gezondheidsvoorlichting en gezondheidsbevordering; • Een goed inzicht in de factoren die de effectiviteit van voorlichting bepalen; • Een goed overzicht van de verschillende varianten van voorlichting, met hun kenmerken; • Een duidelijk beeld van een werkwijze, op grond waarvan de voorlichten systematisch tot zijn doel kan komen; • Kennis van een aantal theorieën voor gedragsverandering.
Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 7 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 Bedrijfskunde • Kennis van het functioneren van organisaties en bestuurlijke problemen in organisaties en management; • Inzicht in de bedrijfseconomie: financiering en kosten. 3.3
Stageperiode Geen verplichting in het kader van dit programma van eisen.
3.4
Afstudeeronderzoek Een afstudeervak bevat in sterke mate een aspect van zelfwerkzaamheid van de cursist door het overwegend zelfstandig bewerken van een arbeidshygiënisch onderwerp (individueel of groepsverband). Het afstudeervak moet duidelijk binnen een of meerdere aandachtsgebieden van de primaire kennisgebieden vallen. De begeleiding dient in handen te zijn van een arbeidshygiënische opleiding.
Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 8 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 PROGRAMMA VAN EISEN VEILIGHEIDSKUNDIGE OPLEIDINGEN §1
Criteria ten aanzien van niveau en omvang van de opleidingen De opleidingen kunnen gegeven worden op post-H.T.O. - dan wel postacademisch niveau (hierna te noemen niveau 1) of op post-M.T.O.-niveau (hierna te noemen niveau 2). De opleiding op niveau 1 heeft een minimale omvang van 250 uren cursorisch onderricht en een praktijkgedeelte van tenminste 200 uur. De opleiding op niveau 2 heeft een minimale omvang van 100 uren cursorisch onderricht en een praktijkgedeelte van tenminste 80 uur. Het cursorisch onderricht alsmede het praktijkgedeelte dienen hierbij betrekking te hebben op de in § 2 genoemde leerdoelen. De aandachtsgebieden binnen de opleidingen Wat betreft opleidingen op niveau 1 geldt dat veiligheidskundigen met een opleiding op dit niveau, als deskundige bij uitstek op veiligheidsgebied, met name in staat dienen te zijn tot het herkennen, schatten en typeren van nieuwe en/of meer complexe risico´s en het adviseren over de beheersing daarvan. Dit vereist binnen de opleiding een accent op de diverse herkennings- en analysemethoden en vaardigheid in de toepassing ervan. Wat betreft opleidingen op niveau 2 geldt dat veiligheidskundigen met een opleiding op dit niveau met name in staat dienen te zijn tot het toepassen van standaard herkenningsmethoden en van risicobeheersingmethoden. Daartoe dient in de opleiding het accent te liggen op deze beide terreinen. Het cursorisch deel van de opleidingen De tijd die beschikbaar is voor cursorisch onderricht dient zodanig over de binnen de opleiding te behandelen onderwerpen te worden verdeeld dat een evenwichtig opgebouwde opleiding wordt verkregen, mede gelet op de hier bovengenoemde accenten. Voorts dient binnen de opleidingen te worden zorggedragen voor een redelijke onderlinge verhouding tussen verschillende didactische werkvormen, met dien verstande, dat ongeveer 20% van het cursorisch onderricht dient te bestaan uit practica, opdrachten en werkgroepen, die de gelegenheid tot interactie bieden, zodat de cursist vertrouwd wordt gemaakt met de voor de praktische functieuitoefening belangrijke aspecten. Het praktijkgedeelte van de opleidingen In de opleiding dienen theorie en praktijk (kennis, vaardigheden en houding) in overeenstemming te zijn met de gestelde leerdoelen zoals die gelden voor de opleiding. Het realiseren van gestelde leerdoelen dienen aantoonbaar en toetsbaar te zijn via het leerplan, cursusinhouden en examenonderdelen. De opleiding dient te worden afgesloten met een begeleid eindproject waarin de kandidaat aantoont het geleerde in de opleiding te kunnen toepassen bij de aanpak van een Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 9 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 veiligheidskundig probleem, welke een studiebelastingduur kent van minimaal 200 uur. §2
Criteria ten aanzien van leerdoelen voor de opleidingen Binnen de opleidingen dienen de hierna genoemde leerdoelen (`eindtermen` ) te worden gerealiseerd:
2.1
Algemene leerdoelen • Het kunnen functioneren als professionele zakelijke dienstverlener. Zakelijk: het opereren op basis van afspraken met betrokken partijen. Dienstverlener: bij het functioneren staat het beantwoorden van een vraag of het oplossen van een probleem van opdrachtgever/klant centraal. • Beschikken over relevante kennis en vaardigheden op het terrein van veiligheid- en gezondheidsrisico´s zowel voor werknemers als de omgeving. • Beschikken over relevante kennis en vaardigheden op het terrein van wet- en regelgeving. • Kunnen beoordelen van en adviseren over het ontwikkelen, implementeren, beheren en bewaken van zorgsystemen.
2.2
Specifieke leerdoelen
2.2.1 Kennis. analyse en oordeelsvorming • Risicobeheersing en -Preventie op organisatorisch terrein Het in staat zijn tot mondeling en/of schriftelijk adviseren, voorstellen doen en grondslagen aanreiken aan werkgever en werknemers (vertegenwoordiging) voor het nemen van beslissingen om het organisatorische systeem en het gedrag daarin op gevaaraspecten te veranderen. • Risicoherkenning bij het organisatorische systeem Het in staat zijn tot het toepassen van organisatorische kennis en gedragskennis ten behoeve van het analyseren van de organisatie en het gedrag hierin op gevaaraspecten. Hierbij inbegrepen het toepassen van genoemde kennis bij het samenwerken en de coördinatie met andere (arbo)disciplines. • Risicobeheersing en -Preventie op technisch terrein Het in staat zijn tot mondeling en/of schriftelijk adviseren, voorstellen doen en grondslagen aanreiken aan werkgever on werknemers (vertegenwoordiging) voor het nemen van beslissingen om mens-machine-systemen op gevaaraspecten te veranderen. • Risicoherkenning bij mens-machine-systemen Het in staat zijn tot het toepassen van technische kennis en van methoden en technieken ten behoeve van het analyseren van mens-machine-systemen op Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 10 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 gevaaraspecten. 2.2.2 Praktische, instrumentele vaardigheden • Bewaken van de uitvoering van het veiligheidsbeleid Het in staat zijn tot het erop toezien dat - op alle niveaus van de organisatie-, de arbeids- en bedrijfsveiligheid bewaakt wordt en dat de uitvoering van het veiligheidsbeleid wordt gecontroleerd. • Informatiebeheer Het in staat zijn tot systematisch beheer en administratie van in- en externe informatie zodat optimale toegankelijkheid voor alle belanghebbenden in arbeidsen bedrijfsveiligheid wordt verkregen. • Bijhouden vak Het in staat zijn tot het bijhouden van de eigen vakkennis, tot het uitwisselen van kennis en het zodoende tot meningsvorming komen alsmede tot het bijdragen aan de ontwikkeling van het vakgebied. • Wetskennis Het in staat zijn de vigerende wetten en regelgeving, het Arbo-gebied betreffend te interpreteren en te implementeren in de beleidsuitvoering van de organisatie. 2.2.3 Vaardigheden in verband met het beïnvloeden • Het geaccepteerd krijgen van veiligheid als doelstelling in het ondernemingsbeleid Het kunnen overtuigen van de werkgever van de noodzaak en het nut van een beleidsvisie en van investeringen op veiligheidsgebied en het - eventueel op verzoek - kunnen aandragen van deze visie ter verwerking in het Arbobeleids(jaar)plan. • Samenwerken en coördineren Het in staat zijn tot het houden van Veiligheidsoverleg en tot het samenwerken met alle relevante partijen binnen en buiten de organisatie en hierbij een coördinerende en organiserende rol kunnen spelen. In het bijzonder in staat zijn met de andere functioneel aanwezige arbo-deskundigen te kunnen samenwerken. • Professionele kwaliteiten Het kunnen functioneren met behoud van een zelfstandig oordeel en een onafhankelijke opstelling, alsmede het vorm geven aan de juiste taakuitoefening door de organisatie en het kunnen omgaan met belangentegenstellingen. • Voorlichting en vorming Net in staat zijn tot het meewerken aan (adviezen en ondersteuning ten behoeve van) voorlichting en vorming van alle personeel, inclusief het (lijn)management. §3
Examinering • De examinering dient te geschieden door middel van een schriftelijke of mondelinge toetsing en vaardigheidsproeven en door middel van een mondelinge verdediging van onder meer een nota over een concreet (bedrijfs)probleem, Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 11 van 12
Regeling SAH, SVK-bijlage 1 inclusief advisering hierover (een en ander bijvoorbeeld op basis van een stage, een literatuuronderzoek of een bedrijfsdoorlichting), met daarnaast een toetsing van de bijgebrachte, theoretische kennis en vaardigheden. • De uitvoering van de examinering dient te geschieden volgens de regels als gesteld in de voor de opleiding geldende examen- en scriptiereglementen. • Het diploma wordt door het instituut uitgereikt indien is gebleken dat het examen met voldoende resultaat is afgelegd en de opdrachten naar het oordeel van de examencommissie met voldoende resultaat zijn uitgevoerd. Op het diploma wordt het niveau van de opleiding aangegeven.
Nummer: REG SAH, SVK 20 002
Revisie: 1.0
Pagina 12 van 12