Het spel dat we niet mochten spelen door Rob Heinen Na het sein wisselen op onze Sinterklaasavond, schuiven wij aan aan tafel dertien. Dat had al een waarschuwing kunnen zijn. Ik krijg, op Spel 13, de tweede waarschuwing, dat iets niet helemaal goed zou kunnen gaan, als Zuid de volgende verzameling: HV92 V3 AH106 AH9. Noord is gever en allen zijn kwetsbaar en het bieden gaat zo: West Noord Oost Zuid -‐ pas 2 1 2 2 pas … 1 Multi 2 Schoppen, korte harten, non-‐forcing
Jaja, non-‐forcing. Martin zei er later ook al wat van. Met dat Martin zit na te denken, wat hij zal doen, hoor ik een diepe stem op bestraffende toon vragen: Wie zit er hier verkeerd? Het is Pietermanbaas en zijn kleine onderknuppel. Met bevende stem en bang, dat we nu op latere leeftijd toch echt mee naar Spanje moeten -‐ gek, hè, vrijwillig gaan hele volksstammen in de winter naar Spanje, maar als er dan druk op staat wordt het ineens anders – bekennen we schuld en verhuizen naar tafel zestien. Op tafel zestien treffen we een tweetal jeugdige, vriendelijke jonge heren. West deed mij een beetje aan mijzelf denken in het begin van mijn pogingen het bridgespel machtig te worden. Na een tweetal spellen – vijftien en zestien – gespeeld te hebben, was het bewuste spel dertien aan de beurt. Martin en ik zeggen niets en pakken de kaarten. Ik heb dus weer: HV92
V3 AH106
AH9. Het bieden gaat nu: West -‐
Noord pas
Oost pas
Zuid
Ik steek mijn kaarten weg. Het bieden is anders gegaan. Ik leg het aan de tegenstander uit. Oost verontschuldigt zich. Ze spelen geen zwakke twee. West is net van de cursus af. Dat vermoeden kreeg ik al, toen West na afloop van één van de voorgaande spellen vroeg of hij het nu goed geboden had. Nel wordt er bij gehaald en zij kent ons een arbitrale score van twee IMPen per paar toe. Nadat we spel veertien gespeeld hadden, was er nog tijd genoeg over om toch spel dertien te spelen, wat we op verzoek van Martin dus maar gingen doen. Nog steeds heb ik dezelfde verzameling. Het bieden gaat door waar het gebleven Spel 13 10 is: West -‐ pas pas
Noord pas 3 3 SA
Oost pas pas a.p.
Zuid 2 SA 3
Dat klinkt normaal. Martin zegt nog. 'Wij weten allemaal wat je moet starten', tegen West, 'maar voor
N/Allen
A62
VB742 8632 ??3
??
??
??
??
??
??
?? HV92 V3 AHT6 AH9
jou is dat lastiger'. Hij start met 3. En dan gaat het zo: slag West 1 3 2 4
Noord T 2
Oost A 8
Zuid 5 K
Nu lijkt 2 een merkwaardige kaart, maar voorkennis vertroebelt altijd mijn blik. Als je nog meer slagen tegen mij wilt halen, dan kun je het beste mij je kaarten laten zien. Succes gegarandeerd; ik raak er volledig van in de war. het is eenvoudigweg teveel informatie. De daadwerkelijke verdeling en de kans Noord Oost Zuid daarop. Zulke merkwaardige processen slag West 3 3 2 5 A beginnen zich dan in mij hoofd af te 4 8 4 9 K spelen. 5
5
V
4
T
Goed nu eerst maar eens de ruiten. Op 6 5 B 7 6 de laatste ruiten moet ik even denken. 7 ?? 7 8 ?? Wat heb ik nu eigenlijk allemaal gezien week waarin veel – te veel – gebeurd is. Een op deze vrijdagavond. Eind van de week. Een week waarin ik in ieder geval weer een paar dagen opstaan om kwart over vijf heb meegemaakt. Dus. Spel 13
-
N/Allen
A6
Dit zijn de kaarten voor Noord-‐Zuid die resteren en voor Oost-‐West die gespeeld zijn. Zuid moet dus nog een kaart weggooien. Welke gaat het worden? Voorkennis. Oost heeft een zwakke twee in harten. Hij 8632 heeft dus zes hartens en twee ruitens. Daarnaast heeft 43 A8 hij óf drie schoppens – mogelijk, maar onwaarschijnlijk 5 874 – en twee klavers, óf twee schoppens en drie klavers. 83 95 In het laatste geval zal hij er vast een honneur bij 5 ?? hebben. Dat maakt hem dan ingooibaar om van zijn Q9 H af te spelen. Als Oost twee schoppens en drie klavers heeft, dan heeft West nu nog twee klavers, Q3 vier schoppens en een harten. Heeft Oost oorspronkelijk drie schoppens en twee klavers gehad, AK9 dan kan West nu het beste een schoppen weggooien en een harten vasthouden om door het Aas heen te spelen. Hem ingooien lijkt dus lastig. Tien slagen zijn in ieder geval zeker. Laat ik op basis van wat ik weet maar 9 weggooien. De ingooi tegen West lijkt onzin. West gooit inderdaad een schoppen weg. Dit zijn de mogelijke eindfiguren, zoals ik ze zie.
Spel 13
-
Spel 13
-
N/Allen
A6
N/Allen
A6
-
-
8632
8632
J76
x
J76
-
x
Kxx
x
Kxx
-
-
-
-
QJx
xx
Qx
Jxx
Q
Q
V3
Q3
-
-
AK9
AK9
Eindfiguur 1
Eindfiguur 2
In beide gevallen loont het nu om de klavers te incasseren. Of West moet de slag nemen en kan dan het beste harten naspelen. Dan heb ik tien slagen. Eén schoppen-‐, één harten, vijf ruiten-‐ en drie klaverslagen. Speelt hij eigenwijs schoppen door, dan zijn het er elf. Of Oost komt aan slag en moet onder zijn H uitspelen. Dan zijn er elf slagen. Eén schoppen-‐, twee harten, vijf ruiten-‐ en drie klaverslagen. Dit is het hele spel. Het zijn dus elf slagen geworden. Martin vraagt nog even subtiel of ik het hele spel heb uitgeteld, of dat ik gebruik het gemaakt van de voorkennis. Martin. Vriend. Wat denk je zelf. Zo zie je maar hoe het helpt als je je een idee vormt van hoe een spel zit, zal ik dan maar als moraal meegeven. Nu wist ik het oneigenlijk en de truc is dus om er op een eigenlijke manier achter te komen. Hoe dan ook, het was allemaal water onder de brug. We kregen van Nel twee IMPen. Niet meer, niet minder. Het hadden er vier kunnen zijn. Na afloop is er natuurlijk nog de traditionele BCO Sinterklaas prijsuitreiking. Motto:
Spel 13
T
N/Allen
A62 QJ742 8632
J76543
A8
J5
KT9874
83
95
QT5
J74 KQ92 Q3 AKT6 AK9
Lang gewacht Stil gezwegen Nooit gevraagd Toch gekregen. Elk jaar weer een verrassing. Dit jaar voor mij een boekje met bridgehumor van de hand van Cees Sint ( wie kent hem nog? { let op de drievoudige bodem } ) en Ton Schipperheyn. Ik kende het zelfs nog niet terwijl je mij toch echt tot de 'Van Start Tot Finish' generatie kunt rekenen. Nou ja, van start tot finish generatie. Deeltje één vluchtig. Deeltje twee nauwelijks en deeltje drie stond in de kast. Ik ben, gek genoeg, niet zo'n lezert. Dat laat ik aan jullie over. Ik ben de schrijvert.
Tot de volgende keer. Rob p.s. Het lijkt of al deze onzin uit mijn duim komt, en dat is ook gedeeltelijk – het onzin-‐ gedeelte – zo, maar op de achtergrond is het wel zo dat alles wat ik schrijf nog door Martins kritische oog wordt nagezien op foutjes, ongerijmdheden en beledigingen van clubgenoten of anderen. Ik kan u zeggen: Hij haalt er voldoende uit. Bedankt daarvoor, Martin.