Het sjabloon Ga naar de website van de school: www.kamaaseik.be Studiewijzer Onderzoekscompetenties Downloads Op de website staan 2 sjablonen: Paper en voorblad. Het sjabloon voorblad gebruik je voor je voorpagina, het sjabloon paper voor je eigenlijke OC.
Klik op download sjabloon ‘Paper’. Je krijgt onderstaand scherm:
Kies voor de optie Opslaan. Sla het sjabloon op en open het. In dit sjabloon typ je je OC!!
Stijlen Wanneer je aan je documenten een eigen, vaste (huis)stijl wilt toekennen, kun je gebruik maken van stijlen. Een stijl is een verzameling van opmaakkenmerken. Dit kan zowel tekenopmaak zijn (lettertype, lettergrootte, vet, enz.) als alinea-opmaak (uitlijning, enz.).
1 1.1
Stijlen toepassen Via de groep Stijlen
In het tabblad Start, groep Stijlen staan de belangrijkste stijlen. Klik een stijl aan en de alinea waarin je staat wordt opgemaakt met de gekozen stijl.
Klik op de pijl voor meer stijlen
1.2
Via het stijlen-venster
Een stijl kun je ook kiezen uit de stijlen-venster. Het stijlen-venster open je door te klikken op achter de groep Stijlen.
Selecteer de gewenste stijl voor de alinea
2
Hoe pas je de stijlen toe in je OC?
De onderdelen voorwoord, dankwoord, inleiding, de titels van de hoofdstukken, besluit, literatuurlijst, bijlage plaats je in de Hoofdstuk. Bijvoorbeeld:
Inleiding Open je stijlen-venster door te klikken op
achter de groep Stijlen.
Selecteer de stijl Hoofdstuk
Onderdelen die genummerd worden plaats je in de bijbehorende stijl, bijvoorbeeld:
1
Historiek
Voor de eerste nummering 1 gebruik je Kop 1
1.1
De 18e eeuw
Voor de tweede nummering 1.1 gebruik je Kop 2
1.1.1 1700-1750
Voor de derde nummering 1.1.1 gebruik je Kop 3 Werk indien mogelijk met maximaal 3 koppen, anders wordt de nummering onoverzichtelijk.
Opsommingen plaats je in de stijl opsomming 1, opsomming 2 of opsomming 3. Bijvoorbeeld: •
Eerste opsomming
Tweede opsomming
o
Derde opsomming
De gewone tekst plaats je in de stijl standaard. Bijvoorbeeld De 18e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 18e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1701 tot en met 1800.
HEEL BELANGRIJK!!!! Witregels worden automatisch toegepast d.m.v. de stijlen PLAATS NERGENS EEN EXTRA ENTER OM EEN WITRGEL TE CREËREN!!!
Inhoudsopgaven Word biedt de mogelijkheid om automatisch inhoudsopgaven te maken. Hierdoor kun je heel wat typ- en opzoekingswerk besparen. Nog interessanter is, dat bij wijzigingen in het document, de inhoudsopgave heel vlug kan worden aangepast aan de nieuwe toestand.
1
Inhoudsopgaven maken
•
Plaats de invoegpositie op de plaats waar je de inhoudsopgave wil invoegen. Neem eventueel een nieuwe pagina en tik de titel
•
Klik op het tabblad Verwijzingen, knop Inhoudsopgave, vervolgens kies je de optie Inhoudsopgave invoegen
Klik op de knop Opties.
In het dialoogvenster dat daarop verschijnt kun je zelf opgeven welk stijl bij welk niveau van de inhoudsopgave hoort. Daartoe typ je in het vak Niveau het cijfer dat overeenkomt met de naam van het betreffende stijl.
2
Hoe pas je de stijlen toe in je OC?
Neem voor je OC een nieuwe bladzijde •
Klik op het tabblad Verwijzingen, knop Inhoudsopgave, vervolgens kies je de optie Inhoudsopgave invoegen
•
Klik op de knop Opties.
•
Achter de stijl Hoofdstuk typ je het cijfer 1, achter Kop 1 typ je 2, achter Kop 2 typ je 3 en achter Kop 3 typ je 4
•
Klik op OK
•
Klik op OK
Voetnoten en eindnoten Een voetnoot is een noot die onderaan een bladzijde wordt geplaatst en waarnaar wordt verwezen in de tekst. Verwar voetnoten dus niet met voetteksten. Wanneer deze noten verzameld worden op het einde van het volledige werk (of van een hoofdstuk) spreekt men van eindnoten.
Je hoeft je niet te bekommeren om de nummering van de noten: die wordt automatisch bijgehouden door het programma. Wanneer je voetnoten toevoegt, verwijdert of verplaatst, wordt de nummering automatisch aangepast. Een noot bestaat uit twee gedeelten: in de documenttekst verschijnt een nootmarkering in superscript; onderaan de pagina (bij voetnoten) of na de laatste alinea (bij eindnoten) verschijnt eveneens een nootmarkering in superscript gevolgd door de noottekst. De noottekst staat standaard in een 10-punts lettergrootte, maar indien gewenst kan dit worden gewijzigd via het bijbehorende stijl. Tussen de documenttekst en de noten verschijnt een lijn van 5 cm.
1 •
Voet- of eindnoten inlassen Klik met de muis op de plaats waar je een voet- of eindnoot wil invoegen en klik in het tabblad Verwijzingen, groep Voetnoten op de knop Voetnoot invoegen of de knop Eindnoot invoegen
De cursor wordt automatisch onderaan de pagina (voor voetnoten) of op het einde van het document (voor eindnoten) geplaatst. Hier kun je dan de tekst van de noot intikken.