Hogeschool InHolland Haarlem
Het Schoolportret: Onderzoek van de ICT-omgeving en context in de school Minor ICT 1
Avelyn Vink 501052 Sacha van de Griendt Minor ICT 1
Het Schoolportret: Onderzoek van de ICT-omgeving en context in de school
Inhoudsopgave Inleiding ........................................................................................................................... 2 Methodes op school ......................................................................................................... 2 Aanwezige ICT-middelen en infrastructuur ........................................................................ 3 Kennis en ervaring leerkrachten ........................................................................................ 4 Klassenmanagement van het ICT-gebruik .......................................................................... 5
1
Het Schoolportret: Onderzoek van de ICT-omgeving en context in de school
Het Schoolportret Onderzoek van de ICT-omgeving en context in de school De school waar het onderzoek naar de ICT-omgeving heeft plaatsgevonden, is de openbare basisschool Ter Cleeff in Haarlem. De Ter Cleeff is een grote school met meerdere onderbouw, middenbouw en bovenbouw groepen. Voor dit onderzoek heb ik gebruik gemaakt van verschillende interviews, de schoolgids, het bekijken van methodes en het raadplegen van verslagen van vergaderingen. Om eerst een beeld te krijgen van de school ben ik op onderzoek uitgegaan. Waar zijn computers te vinden? Hebben alle klassen een digibord? Zo ja, welk digibord? In welke methodes werken de kinderen etc. Eerst ben ik zelf op onderzoek uitgegaan en later heb ik mijn onderzoek aangevuld met behulp van interviews en het raadplegen van verschillende schriftelijke bronnen. In de schoolgids heb ik alleen het volgende terug kunnen vinden op het gebied van ICT: “Computers in het onderwijs: Het gebruik van de computers in de klas is in ontwikkeling. In de kleuterbouw hebben alle groepen een computer in de klas waar de kinderen op een speelse wijze vertrouwd mee worden gemaakt. Er zijn programma’s voor het herkennen van kleuren en figuren, voor taalactivering en ordenen. De overige groepen hebben twee computers in de klas met onder andere programma’s voor rekenen en taal. De computers staan in een netwerk. Er is een computerlokaal met 16 computers ingericht waar men met een hele groep terecht kan. Leerlingen van de groepen 6 t/m 8 kunnen via het internet Kennisnet raadplegen. Er is aandacht voor een veilig gebruik van internet. Eén leerkracht is gedurende 1 dagdeel vrijgesteld van lesgevende taken en coördineert deze activiteiten.” Methodes op school In de school worden allerlei methodes gebruikt voor de verschillende vakken. Als eerste wil ik melden dat op deze bassischool geen methode voor ICT aanwezig is. Voor rekenen is de methode ‘Alles Telt’ aanwezig. Dit is een methode waarbij ook het digibord gebruikt wordt. Alle pagina’s van het leerlingenboek en het werkschrift zijn beschikbaar, met en zonder antwoorden erin. Daarnaast zijn er allerlei handige, digitale instrumenten die in de rekenles gebruikt kunnen worden. Denk aan rekenrekjes, klokken, kralenkettingen en getallenmuurtjes. Maar ook aan uitleganimaties ter ondersteuning van de instructie en opdrachten voor begeleide inoefening van nieuwe stof. Verder heb je op deze school de methodes ‘Taal in beeld’, ‘Lezen in beeld’ (begrijpend lezen), en ‘Spelling in beeld’. Bij alle drie de methodes is er software voor de digiborden terug te vinden, namelijk een leerkracht assistente op het digibord. Hiermee kan je efficiënt, effectief en aansprekend instructie geven. Bij deze methode ingesloten heb je oefensoftware voor de leerlingen. Dit zijn serious games om te oefenen met spelling en om de woordenschat te vergroten en te verbreden.
2
Het Schoolportret: Onderzoek van de ICT-omgeving en context in de school
Voor de wereldoriëntatievakken heb je de methodes ‘Brandaan’, ‘Naut’ en ‘Meander’. Deze methodes maken alleen gebruik van digibordsoftware. De school heeft voor Engels de methode ‘Take it Easy’ gekozen. Deze methode is vrijwel digitaal, de kinderen hebben alleen een werkboek en geen tekstboek. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen de groepen 3/4 en de groepen 5 t/m 8. In groep 3 en 4 wordt alleen met de digibordsoftware gewerkt. In groep 5 t/m 8 staan in deze applicatie niet alleen de volledige lessen, maar ook een digitale versie van het werkboek, de antwoorden, de kopieerbladen, de nieuwe woordjes met uitspraak en de luisterteksten. Aanwezige ICT-middelen en de infrastructuur De school is overgestapt op een centrale server in Amsterdam van Wynsys. Er is sprake van het netwerkconcept, de serviceloze school. Hierbij loggen kinderen in op een eigen website. Op deze website zijn allerlei verschillende programma’s terug te vinden. Opvallend is dat de leraren een andere website hebben dan de leerlingen. De verbinding met het internet is via UPC. Dit wordt geregeld door een kastje die op de benedenverdieping van de school terug te vinden is. Er is geen breedband aanwezig (breedband is een term die in combinatie met internet of netwerken wordt gebruikt. Breedband betekent dat de verbinding met het netwerk wordt gemaakt met een 'snelle' verbinding). Er wordt gebruik gemaakt van een router. Een router is een apparaat dat twee of meer verschillende computernetwerken aan elkaar verbindt, bijvoorbeeld internet en een bedrijfsnetwerk, en pakketten data van het ene naar het andere netwerk verzendt. Intern is ook alles draadloos en er wordt met een kastje gewerkt. De Ter Cleeff basisschool maakt gebruik van het Activboard als digitale schoolbord. Vanaf groep 3 is er in elke klas een digibord aanwezig en ook in de lerarenkamer hangt een Activboard. In de school zijn er rond de honderd computers aanwezig. De school heeft geen tablets, maar wel 35 laptops. Vanaf groep 3 heeft ieder lokaal twee computers voor de leerlingen en één computer voor de leerkracht die in verbinding staat met het digibord. De computers voor de twee leerlingen staan achter in de klas opgesteld. Bij groep een en twee is er één computer aanwezig voor de kinderen en één laptop voor de leerkracht. Daarnaast staan er op de zolderruimte nog 16 computers. De kinderen loggen in met een inlognaam en wachtwoord. Deze gegevens zijn per groep, dus niet ieder kind heeft individueel een eigen wachtwoord en inlognaam. De kinderen kunnen niet vanaf thuis inloggen om op het netwerk te komen. De Ter Cleeff heeft het besturingssysteem ‘Windows 7’. Oude computers hebben een upgrade en ze werken met cloud. De cloud staat voor een netwerk dat met al de computers die erop aangesloten zijn een soort 'wolk van computers' vormt, waarbij de eindgebruiker niet weet op hoeveel of welke computer(s) de software draait of waar die precies staan. De gebruiker hoeft op deze manier geen eigenaar meer te zijn van de gebruikte hard- en software en is niet verantwoordelijk voor het onderhoud. De details van de informatietechnologische infrastructuur worden aan het oog onttrokken en de gebruiker beschikt over een "eigen", in omvang en
3
Het Schoolportret: Onderzoek van de ICT-omgeving en context in de school
mogelijkheden schaalbare, virtuele infrastructuur. De cloud is dus een begrip dat online diensten aanduidt. De Ter Cleeff basisschool werkt met hoofdtelefoons. Deze zijn zowel in de klas als op zolder aanwezig. Daarnaast is er één digitale camera beschikbaar op school. In de toekomst gaan dit er meer worden. Naast CD-spelers en televisies zijn er geen andere ICT-middelen aanwezig. Kennis en ervaring leerkrachten De kennis en ervaringen van de leerkrachten op de bassischool lopen sterk uiteen. Dit heeft met de motivatie, leeftijd en het angstgevoel te maken (Lukt mij dat wel? Gaat het straks niet tijdens mijn les helemaal verkeerd? Druk ik straks niet verkeerd waardoor alles weg is?). Om de kennis bij iedere leerkracht te vergroten is er sprake van nascholing. Iedere leerkracht op de school heeft het diploma ‘Beginnend Eigen Vaardigheid’ gehaald. De scholing wordt gevolgd door de leerkrachten op eigen niveau (beginners en gevorderd), door Edicta. Hierbij krijgen de leerkrachten allemaal een laptop en zijn geschoold in het gebruik van Esis (administratiesysteem voor schoolprestaties leerlingen), software voor in de klas (lezen, spelling en rekenprogramma’s voor kinderen), pravoo (volgsysteem voor sociaal-emotionele ontwikkeling) en het digitale schoolbord. Momenteel worden nieuwe scholingswensen geïnventariseerd en zullen leerkrachten ook komen jaar weer geschoold worden. Naast de nascholing voor ‘Beginnend Eigen Vaardigheid’ is er ook een nascholing voor de bovengenoemde ESIS. ESIS is een modern leerlingadministratie- en leerlingzorgprogramma. ESIS ondersteunt de leerkracht om de absentie en toetsen te registreren en de leerlingrapporten te maken, de IB-er om de begeleiding van individuele en groepjes leerlingen optimaal te regelen, de administratief medewerker om de uitwisseling met BRON probleemloos te laten verlopen. De directeur en de algemeen directeur tenslotte beschikken met de managementoverzichten over up to date informatie om hun organisatie te sturen. Ook krijgen de leerkrachten nascholing voor de software van bijvoorbeeld ‘Alles Telt’ en ‘Spelling in beeld’. Deze nascholing is vooral gericht op de kinderen. Leerkrachten op de Ter Cleeff worden één keer per jaar gecoacht. Dit betekent dat de ICTcoördinator in de klas een bezoek brengt om te kijken naar het gebruik van ICT in de klas. Voor de leerkrachten is de eis dat de les die bekeken wordt geen muziekles is. Het bezoek geeft de leerkracht ook de gelegenheid om gerichte vragen te stellen. De ICT-coördinator op de school heeft een coach opleiding gedaan en is ICT’er, maar de school beschikt niet over een iCoach. Ieder leerkracht krijgt drie keer nascholing in het digibord. Daarnaast wordt de eigenvaardigheid vergroot door acht bijeenkomsten per jaar, die per keer anderhalf uur duren. De ICT-coördinator gaf aan dat veel leerkrachten vooraf nauwelijks enthousiast zijn over deze bijeenkomsten, maar achteraf zeker het nut er van inzien. Leerkrachten geven aan veel te leren van deze bijeenkomsten. Hierin worden uiteenlopende zaken besproken als ‘Hoe maak ik nieuwe mappen aan?’, ‘Hoe werkt schoolbordportaal?’, ‘Hoe werkt PowerPoint en welke mogelijkheden zijn er?’, ‘Hoe kan ik het beste ICT toepassen als ik kinderen wil laten werken in groepjes?’ .
4
Het Schoolportret: Onderzoek van de ICT-omgeving en context in de school
“Je kunt niet meer zonder!”, is de opvatting die heerst in de school over de rol van ICT. Zo bereidt het de kinderen voor op het voortgezet onderwijs. De ICT-coördinator geeft aan dat er aantal verbeterpunten zijn voor de rol van de ICT in de school. De eigen vaardigheid moet op niveau gebracht worden bij alle leraren. Deze loopt namelijk erg uiteen bij de verschillende leerkrachten en het is belangrijk dat deze verbeterd wordt. Ook moet er gekeken worden naar een betere inzet van ICT bij de vakken spelling en rekenen. Daarnaast moet de website worden veranderd om deze toegankelijker te maken voor de ouders en leerkrachten. Ook wil de school de kinderen meer mediawijsheid bijbrengen en gaan kijken naar de leerlijn van de ICT, waarbij ICT wordt gezien als een middel. Er moet grondiger gekeken worden naar de vraag: Wanneer moet je ICT inzetten en hoe? Ook wil de school meer computers in de klas, namelijk vijf computers per klas. De Ter Cleeff is bezig met het aanschaffen van tablets. Ze willen bewust geen I-pads, aangezien tablets beter werken met Windows 7 waarover de school beschikt. Deze tablets willen ze uitbreiden met een toetsenbordje. De eigen vaardigheid van de kinderen moet verbeterd worden. Daarnaast wordt er gekeken naar een alternatief voor het draadloos internet. De ervaring van school zegt dat deze erg onstabiel is. Klassenmanagement van het ICT-gebruik Volgens de richtlijnen is ieder kind minstens één keer in de week aan het oefenen met de rekensoftware op de computer. De oefensoftware op de computer voor spelling is alleen voor de zwakkere kinderen. Deze indeling wordt gevormd naar aanleiding van de handelingsplannen. De ICTcoördinator wil de klassenmanagement activeren door middel van coachgesprekken. Ook wordt er gewerkt met het programma AmbraSoft. Hierbij loggen de kinderen in op de server en kunnen ze bijvoorbeeld tafels trainen, werkwoordspelling oefenen en spelletjes spelen. Er wordt gestreefd naar meer gebruik van het digibord door de kinderen zelf. Hoe dit het beste toegepast kan worden is nog een punt in de agenda. De klassenmanagement van de ICT richt zich ook op het zelfstandig werken. Denk hierbij aan het elkaar zachtjes waarschuwen voor de computerbeurt. De Ter Cleeff zet ICT vooral in als ondersteuning. ICT is geen vak op zich, maar dat is wel iets voor de toekomst. Het digibord wordt bijvoorbeeld ingezet als ondersteuning. Samen met de leerlingen kan er gekeken worden naar de opdrachten, de bladzijdes uit het boek kunnen uitvergroot op het digibord weergegeven worden. De leerkrachten moeten bijvoorbeeld weten dat er een liniaal bij de digibord software zit. Een opvallend voorbeeld van hoe ICT ingezet wordt in de school is de methode voor Engels. ‘Take it Easy’ is helemaal digitaal, de kinderen hebben alleen een werkboek. Een ander voorbeeld is het gebruik van de computers. In groep 3/4 worden de ingesproken boeken van Ambrasoft regelmatig gebruikt. Een ander opvallend voorbeeld is het leerlingvolgsysteem ESIS die al eerder genoemd is. Wat ik zelf sterk ervaar op de school zijn de grote verschillen tussen de leerkrachten. De één is meer gemotiveerd dan de ander en durft ook meer op het gebied van ICT. Een leerkracht van groep 7 vertelt: “In mijn ogen wordt het gebruik van ICT zwaar overschat. We hebben jarenlang goed onderwijs gegeven zonder de middelen van nu”. De ICT-coördinator en verschillende leerkrachten beamen de verschillen tussen de leerkrachten. Door middel van scholing en bijeenkomsten willen ze het niveau opschroeven, waardoor ICT meer en beter kan toegepast worden op de basisschool! Avelyn Vink, 501052, Hogeschool InHolland Haarlem, Minor ICT 1
5