Het Schip algemene school voor voortgezet speciaal onderwijs Postadres: bezoekadres T 053 4321 403
Postbus 742 7500 AS Enschede Blekerstraat 105 7513 DT Enschede
F 053 431 03 54
E
[email protected] I www.tschip.nl
Dit onderwijsplan is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van het Schip. Reproductie en gebruik alleen na toestemming van de schrijvers: © 2008 het Schip. Voor meer informatie:
[email protected]
2
2
Onderwijsplan het Schip
Het Schip is een school voor voorgezet onderwijs aan jongeren met ernstige gedragsstoornissen. De school valt bestuurlijk (nog) onder de stichting Scholengroep Twente Speciaal. De toevoeging tussen haakjes refereert aan het gegeven dat de besturen voor speciaal onderwijs in Twente in januari 2010 één organisatie willen vormen voor speciaal onderwijs voor cluster 2, cluster 3 en cluster 4. Het Schip is een organisatie die, geheel in overeenstemming met de tijdgeest, voortdurend verkeert in dynamische processen. Al deze ontwikkelingen probeert de school in kaart te brengen middels een kleine veelheid aan managementrapportage. Vanuit het Schoolplan 2004 is er verder invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid op basis van het INK model. Dat heeft geleid tot allerlei ontwikkelingen die anno 2008 dringend om een nieuwe beschrijving vragen. Daarom heeft het Schip een nieuw schoolplan 2008 geschreven waarin in hoofdlijnen de ontwikkelingen staan, huidige én te verwachte, op het gebied van onderwijs, organisatie, personeel, financiën, huisvesting, kwaliteitsbeleid en niet te vergeten communicatie. Dit document heeft de bedoeling het onderwijs en de daaraan gerelateerde processen op het Schip te beschrijven. Daarom heet dit document ook het onderwijsplan. Dit plan moet gelezen worden als één katern in het totale schoolplan van het Schip waarin alle managementrapportage is vastgelegd. Deze katernen hebben een onlosmakelijke relatie en samenhang tot elkaar. Hoewel het onderwijs in Nederland een dynamische bedrijfstak is waarin voortdurend nieuwe ontwikkelingen zich aandienen, blijft voor het Schip een aantal uitgangspunten onaantastbaar. De bedoeling is om deze zo helder mogelijk te beschrijven. Een van de uitgangspunten die het Schip al jaren hanteert is de missie:
Zorg voor een goede koers. De koers voor leerlingen:
Een volwaardige plek in de maatschappij.
De koers voor personeel:
optimaal kunnen functioneren in een goed arbeidsklimaat, met volop ontwikkelingsmogelijkheden
De koers voor de organisatie:
Zorgvuldig besteden van de middelen en goed onderhouden wat we hebben.
De koers voor beleid:
het goede van bestaande ontwikkelingen verder uitbouwen, en inspirerend vormgeven van nieuwe ontwikkelingen, waaronder passend onderwijs
Wim Markerink (directeur)
3
3
Onderwijsplan het Schip
Pagina
Pagina
• Inleiding
3
• Schoolkampen en outward bound
31
• Intentieverklaring
5
33
• doelstelling
6
• Project leerlingen: Rebound, Op de Rails en Herstart • de leerlingencoördinator
• visie
7
• de taken van de leerlingencoördinatie
35
• toeleiding en toelating
8
• de Commissie van Begeleiding
36
• het cyclische proces rondom de leerlingenzorg
9
• Overleg met anderen
37
• planmatige gedragsbeïnvloeding
10
• overleg met ouders
38
• wat is planmatige gedragsbeïnvloeding
11
• procedure schoolverzuim leerlingen
39
• sociale ondersteuning op vijf domeinen
12
• Stagebeleid voor leerlingen
40
• de ontwikkelingverlooplijn
13
• passend onderwijs
41
• de ontwikkelingsverloop lijn en onderwijsarrangementen
14
• ATC arbeidstoeleiding en Coaching
42
• de uitstroomgerichte leerroute
15
• voorkomen vroegtijdig schoolverzuim
43
• de uitstroomgerichte competenties
16
• aansluiten onderwijs naar arbeidsmarkt
44
• overzicht van uitstroomgerichte competenties
17
• de organisatie van onderwijs op het Schip
45
• Heft in eigen handen
20
• Teamteaching
47
• Columbus methodiek, een integrale benadering
23
• Leerkrachtgedrag en de roos van Leary
48
• De normaallijn, de columbusmethodiek en de units van het Schip • Integrale aanpak: meerdere leefgebieden
24
• De locaties van het Schip
50
25
• De kwaliteit van de organisatie INK
51
• Een webbased digitaal handelingsplan
28
52
• Het Portfolio, spil in de leerlingenzorg
29
• Strategische keuzes komende drie jaar vanuit het INK model • Beschrijving onderwijs vanuit de negen INK managementdomeinen
4
34
53
4
Onderwijsplan het Schip
het Schip spreekt in een intentieverklaring uit:
Alle processen die op het Schip plaatsvinden worden bewaakt vanuit het belang van de leerling. Zowel onderwijsinhoudelijk, alsook naar personeel, organisatie, middelen, huisvesting en communicatie staat het belang van de leerling centraal in de toetsing van processen. De leerling staat centraal.
5
5
Onderwijsplan het Schip
Doel van de school Elke leerling wordt geschakeld naar die vorm van onderwijs of arbeid waarin de jongere zich normaal gesproken moet kunnen handhaven en ontwikkelen.
Een missie. Koers zetten en koers houden Het Schip is een overslagschip voor jongeren die uit de boot zíjn gevallen en voor jongeren die tussen de wal en het schip dreigen te vallen. Voor hén zijn we er. Samen met de jongeren zet de bemanning van het Schip een koers uit die past bij de jongere en waaruit de jongere perspectief ziet voor zijn vaartraject. Het Schip vaart vrij en koersgericht, zij is een betrouwbaar en zeewaardig zeilschip en is in staat om te varen op de wind, maar als het nodig is heeft ze een krachtige motor aan boord. De taken zijn verdeeld en iedereen werkt samen om de juiste route te bevaren. Veiligheid staat daarin voorop en aan boord moet iedereen zijn plek hebben. Het Schip zoekt actief naar nieuwe routes die nog niet zijn bevaren, en zij wil daarin graag samenwerken. Dat vaartraject zal ertoe leiden dat elke jongere zijn plek vindt en krijgt waar hij zichzelf kan staande houden én ontwikkelen. Om de goede koers te zetten zijn er binnen het Schip een aantal kernbegrippen: -
alleen kun je veel bereiken, maar samen ben je in staat om méér te klaren samen zijn we verantwoordelijk, en dat kan alleen als je je zelf verantwoordelijk voelt en daarnaar handelt wij zijn de deskundigen, en zullen er alles aan doen om het juiste perspectief te bieden aan de jongere (en zijn ouders) door goed te overleggen We zijn laagdrempelig en toegankelijk. Er worden geen barrières opgeworpen om met ons in contact te treden We streven naar onvoorwaardelijke acceptatie; dat wil zeggen dat we elkaar als mens blijven respecteren, ongeacht het gedrag dat we zien en ondervinden We gaan om met de leerling zoals we willen dat er met ons wordt omgegaan
Zorg voor een goede koers
6
6
Onderwijsplan het Schip
Visie Het Schip is een school voor 140 jongeren met ernstige gedragsstoornissen in Enschede en NoordOost Twente. Elke leerling neemt vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid het roer in handen om een koers te varen die leidt tot een volwaardige plek in de maatschappij waar hij zich moet kunnen handhaven en ontwikkelen. Naar een volwaardige plek betekent een persoonlijk ontwikkelingstraject richting scholing of werk met perspectief op zinvolle arbeid of via stage een volwaardige plaats in de samenleving. Via zijn portfolio zal de jongere zijn voortgang presenteren. Voor veel van onze leerlingen zal het behalen van een startkwalificatie niet haalbaar zijn. Daarom is het van groot belang dat er gewerkt wordt aan competenties die de jongere helpen om gericht aan het gedrag te werken dat nodig is om succesvol geschakeld te kunnen worden. Deze uitstroomgerichte competenties zijn een onlosmakelijk onderdeel van het traject van de jongere en hebben vooral betrekking op het gedrag van de jongere, omdat dát de schakelbaarheid van de leerling belemmert. Uitgangspunt voor het werk met de jongere is toewerken naar zelfverantwoordelijke zelfbepaling. De jongere leert dat hij de baas is op het schip van zijn eigen leren en leven, niet alleen in de machinekamer, maar ook op de brug. Deze zelfverantwoordelijkheid is ook de essentie van het pedagogisch handelen van het personeel. Doordat iemand zich zelfverantwoordelijk voelt voor alles wat er binnen de school speelt en daarnaar handelt én omdat hij intensief samenwerkt met anderen ontstaat er gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het Schip werkt met zelfsturende teams die vanuit het principe van teamteaching een orthopedagogisch model hanteren dat naadloos past binnen de grondbeginselen van zelfverantwoordelijkheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Binnen het Schip is kennen en gekend worden essentieel voor het welbevinden van iedereen.
7
7
Onderwijsplan het Schip
Toeleiding: hoe komen leerlingen op het Schip. Leerlingen kunnen worden aangemeld door ouders, scholen, instellingen, voogdij-instanties, jongeren zelf. Of een leerling daadwerkelijk een plaats krijgt op het Schip bepaalt de jongere, samen met de ouder(s) (of tekenbevoegde voogd). Zowel de jongere als de verantwoordelijke opvoeder tekent voor plaatsing. Voordat leerlingen worden aangemeld op het Schip is er vaak al veel gebeurd. Er zijn overlegmomenten geweest binnen "vangnetten", er is intensief overleg geweest met Leerplichtafdelingen van gemeenten, er is kortom, veel gesproken met alle partners binnen de regio die zich om jongeren bekommeren.
Toelatingscriterium: welke leerlingen kunnen worden toegelaten op het Schip. Leerlingen kunnen worden toegelaten op het Schip als zij een beschikking hebben van een Commissie van Indicatiestelling. Deze onafhankelijke commissie beoordeelt vanuit een zogenaamde "slagboomdiagnostische functie" de toelaatbaarheid van leerlingen op het Schip. De commissie voor Indicatiestelling baseert de toelaatbaarheid van jongeren op psychodiagnostisch, orthopedagogisch of psychiatrisch onderzoek, waarin, naast een psychische stoornis of vorm van psychopathologie (geclassificeerd volgens de DSM-IV), een onderwijsbelemmering moet worden aangetoond. Tevens moet er voor de indicatie sprake zijn van integrale problematiek en moet de ontoereikendheid van de zorgstructuur worden aangetoond middels een duidelijke verslaglegging. Toelatingscriterium: voor welke jongeren van welke leeftijd is het Schip bedoeld. Leerlingen kunnen worden opgenomen op het Schip in de leeftijd van 10 tot 20 jaar. Met betrekking tot de intelligentie kan worden gezegd dat het Schip zich niet nadrukkelijk vastlegt op een ondergrens. Voorwaarde voor plaatsing is dat de leerling in ieder geval onderwijs op Het Schip wil proberen om te onderzoeken of dit aansluit bij zijn/haar hulpvraag en behoefte. Er moet een basismotivatie aanwezig zijn.
8
8
Onderwijsplan het Schip
Toelichting: fase
Plan
Do
Inhoud: waar gaat het over
Welke documenten
Wie is verantwoordelijk
Na de beschikking volgt er binnen 6 weken een handelingsplan van de C.v.B. Dat handelingsplan is de start voor het proces van het eerste half jaar. In het handelingsplan staat ook het uitstroomprofiel verwoord.
• •
(Beschikking C.V.I) 1e handelingsplan
• • •
C.v.B Ouders/jongere
De ontwikkeling van de leerling wordt maandelijks gescoord. Met behulp van het portfolio worden doelen gesteld en bijgesteld volgens een SMART-achtige aanpak Het proces van de leerling wordt beschreven via het portfolio van de leerling.
•
Scorelijst digitaal handelingsplan Halfjaar handelingsplan Uitstroomgerichte competenties Portfolio Heft in eigen handen
• • •
Mentor jongere C.v.B Team van de locatie jongere
• • • •
Check
Na een halfjaar worden de resultaten van het handelingsplan besproken op voortgang en wordt het plan bijgesteld.
• • •
act
9
Bijgestelde doelen worden voor het tweede halfjaar uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn, als de leerling nog op school zit verwerkt in het jaarlijkse handelingsplan .
• • •
•
Evaluatieformulier Scorelijsten en handelingsplan POP leerling/ uitstroomgerichte competenties
• • •
Mentor jongere C.v.B Team van de locatie
Scorelijsten en handelingsplan Evaluatieformulier
• • •
Mentor jongere C.v.B Team van de locatie
9
Onderwijsplan het Schip
Het Schip werkt in haar aanpak van leerlingen op school primair aan het beïnvloeden van het gedrag. Alle activiteiten die daarvoor nodig zijn worden als middel gezien om de doelstelling van de school te halen. In de aanpak van jongeren op het Schip richten we ons op twee ontwikkelingsaspecten: Enerzijds de emotionele ontwikkeling en anderzijds de sociale ontwikkeling. Wat verstaan we onder sociaal emotionele ontwikkeling? Vanaf het vroegste begin van zijn leven gaat een mens relaties met anderen aan. Met wie de belangrijkste relaties aangeknoopt worden, verandert in de loop van het leven. In het begin zijn dat vooral ouders of verzorgers, later ook leerkrachten, leeftijdgenoten, vrienden, vriendinnen, kennissen. Voor het welzijn is de mens afhankelijk van contacten met anderen. Relaties met andere mensen, de kwaliteit van deze relaties, de mate waarin iemand deze relaties als prettig ervaart, welke gevoelens en gedachten deze relaties oproepen ten aanzien van anderen en zichzelf is grofweg het domein van de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Voor de verantwoording van het planmatig handelen op het Schip verwijzen we naar publicaties van het KPC in het kader van het diepteproject sociaal emotionele ontwikkeling onder leiding van professor van Lieshout, Drs. Hoeben en Drs. van Lier. De vier onderdelen van deze publicaties zijn: 1 2 3 4
sociaal emotionele ontwikkeling en de vertrouwensrelatie. planmatig gedragsbeïnvloeding. gesprekken met individuele leerlingen. gesprekken met ouders.
Deze readers zijn op elke vestiging van het Schip aanwezig. De kernaspecten van deze theoretische onderbouwing is in dit onderwijsplan verkort opgenomen.
10
10
Onderwijsplan het Schip
Wat is planmatige gedragsbeïnvloeding? Onder planmatige gedragsbeïnvloeding verstaan we een reeks van activiteiten waarmee je als leerkracht het gedrag van een individueel kind en de situatie waarin dat gedrag plaatsvindt, volgens een plan in de gewenste richting stuurt. Het gaat er simpel gezegd om dat het gedrag van het kind en de eisen uit zijn omgeving geleidelijk aan beter op elkaar worden afgestemd en niet langer met elkaar in conflict komen. Bij het werken aan het verbeteren van de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen richten we ons op twee kerngebieden: 1 Zelfvertrouwen en zelfwaardering. 2 Vertrouwen in de ander. Schematisch ziet dat er verkort als volgt uit: Oplossen van ontwikkelingstaken
Zelfvertrouwen
Ervaren van sociale ondersteuning
Vertrouwen
Veerkracht
Flexibele en volhardende stijl van omgaan met probleemsituaties
Verwachting m.b.t. eigen affectiviteit
Verwachting m.b.t. de beschikbaarheid van anderen
Controle
Regulering van spanning en emoties
Van groot belang is het bieden van daadwerkelijk gevoelde sociale ondersteuning. Deze ondersteuning wordt vanuit het Schip als volgt vorm gegeven. Er zijn begeleidingscomponenten en er zijn leerlingcomponenten. Deze aspecten zien er zo uit: Begeleidingscomponenten 1
De affectieve component
De mate van warmte en veiligheid binnen de relatie tussen begeleider en leerling.
2
De informatieve component
De mate van duidelijke en doelgerichte informatie naar de leerling vanuit de begeleiding.
3
De gedragsregulerende component
De mate van grenzen en kwaliteitseisen stellen aan de leerling vanuit de begeleiding en de structuur inrichten.
1
Denken
De kennis en de inzichten die de jongere heeft in de situatie waarin gedrag van hem gevraagd wordt. Sociale werkelijkheidsbeleving.
2
Doen
Het vaardigheidsaspect van gedrag
De mate van vaardigheden die een leerling beheerst om het gewenste gedrag uit te voeren.
3
Voelen
De mate waarin emoties het gedrag beïnvloeden.
4
Willen
De mate waarin een leerling iets belangrijk vindt om te doen met betrekking tot zijn gedrag. (normen en waarden patroon)
Gedragsaspecten vanuit de leerling
11
Het cognitieve gedragsaspect
Het emotionele gedragsaspect De waardenoriëntatie
11
Onderwijsplan het Schip
Schematische weergave van sociale ondersteuning binnen planmatige gedragsbeïnvloeding. Een handwijzer voor begeleidingsgedrag in het kader van de sociale ondersteuning.
COMPONENTEN SOCIALE ONDERSTEUNING affectief
informatief
gedragsregulerend
denken
Neem de kijk van de leerling op de situatie serieus. Laat merken dat je de situatie ook van hem uit wilt bekijken en zijn inzichten respecteert.
Geef zoveel informatie, zodat hij de situatie kan begrijpen. weet wat er gebeurt en waarom. Geef het waarom van verwachtingen en regels aan.
Help de situatie te verwoorden zodat je samen alternatieven voor zijn gedrag kan bedenken. Geef uitleg over hoe hij dit gedrag kan uitvoeren. Geef situaties andere interpretaties.
doen
Laat merken dat je er voor hem bent op momenten dat het hem niet meteen lukt. Laat merken dat je snapt dat het vervelend voor hem is. Moedig hem aan als hij het (bijna) goed doet.
Geef inzicht in het waarom van een bepaald gedrag en de aspecten van het gedrag. Bespreek alternatieven.
Maak concrete afspraken over wat hij wel en wat hij niet mag doen. Zorg dat het doel haalbaar is. Laat hem de effecten van zijn gedrag zelf ervaren. Oefen de vaardigheden en geef daar feedback op.
voelen
Laat tijdig merken dat jij er voor hem bent als hij het moeilijk heeft, dat je zijn gevoelens waarneemt, erkent en serieus neemt. Let erop dat non-verbaal en verbaal gedrag in overeenstemming zijn
Benoem de gevoelens en verduidelijk ze. Probeer zoveel mogelijk inzicht te geven in de bedreigende of emotionele gebeurtenis.
Geef aanwijzingen hoe hij zijn emoties kan reguleren. zoek samen uit hoe hij deze anders kan uiten. Spreek af hoe je zult reageren.
willen
Laat merken dat het je wat doet als hij zich wel/niet aan de afspraak houdt. Accepteer hem als persoon met eigen verantwoordelijkheden.
Praat over de consequenties van zijn gedrag voor hemzelf en de anderen, over wat jullie belangrijk vinden en waarom. Maak wederzijdse verwachtingen duidelijk.
Maak concrete afspraken over de manier waarop je elkaar aan de afspraak kan houden en herinneren. Laat hem de positieve effecten van het gewenste gedrag ervaren.
De sociale ondersteuning van jongeren op school richt zich op vijf domeinen omgang met de persoonlijke problematiek
De wijze waarop de jongere omgaat met zichzelf, en zijn directe omgeving. De gezondheid, de persoonlijke omstandigheden waarin de jongere leeft, de woonomgeving, het zelfbeeld, de opvoedingsstijl e.d.
Algemeen sociaal op school
De wijze waarop de jongere gemotiveerd is voor school. In hoeverre hij komt volgens afspraak en of hij op tijd is. De mate waarin de jongere zich houdt aan regels en afspraken en gevoel voor humor heeft. De wijze waarop de jongere omgaat met zijn leeftijdgenoten. De mate van samenwerken, vrienden hebben en/of maken, samen spelen, empatische gevoelens jegens leeftijdgenoten, gevoel hebben voor sociale verhoudingen, e.d
omgang met de leeftijdgenoten
omgang met de begeleiding
De wijze van omgang met volwassenen binnen de schoolsetting. Opdrachten accepteren, luisteren, hulp vragen en zich laten bijsturen, zich laten corrigeren, conflicten uitpraten en oplossen e.d.
omgang met de taken
De wijze waarop de jongere omgaat met het werk dat gedaan moet worden op school. Opdrachten accepteren, opdrachten afmaken, nauwkeurig werken, concentratie, motivatie, samenwerken, e.d.
Deze vijf domeinen worden maandelijks "gescoord”. De totale ontwikkeling van de leerling wordt vastgelegd middels de ontwikkelingsverlooplijn.
12
12
Onderwijsplan het Schip
De ontwikkelingsverlooplijn. De ontwikkelingsverlooplijn is de belangrijkste leidraad van het planmatig handelen op het Schip. De ontwikkelingsverlooplijn beschrijft het ontwikkelingsniveau van het traject dat de leerling doorloopt op het Schip. Leerlingen worden in maandelijkse rapportage beoordeeld met betrekking tot hun ontwikkelingsverlooplijn. Hieronder staat verkort weergegeven de betekenis van de cijfers binnen de ontwikkelingsverlooplijn, en de gevolgen voor het onderwijs/ begeleidingsaanbod. Nive au
0
betekent
Consequentie aanbod
Melden bij leerplicht/ RMC en inbrengen in MDO Kleine setting met een Jongere is in beeld. Komt onregelmatig. Is vaak te laat of integraal, gaat eerder weg. Houdt programma niet vol. Kan slecht leervoorwaardelijk omgaan met regels en afspraken. Complexe en/of programma-aanbod. gestapelde problematiek. Veel individuele aandacht. Jongere komt regelmatig. Is wel vaak te laat. Heeft Kleine setting met een moeite met basale regels en afspraken. Wil activiteiten individueel, integraal doen, maar kan geen gestructureerd aanbod aan. programma. In Problematiek groter dan alleen schoolproblematiek. sommige gevallen leervoorwaardelijk. Jongere komt in principe volgens afspraak. Kan en wil Kleine setting met activiteiten doen. Heeft moeite met volhouden. Gaat niet programma aanbod. altijd correct om met regels en afspraken. Problematiek Veel aandacht in niet te groter dan schoolproblemen. grote groepen
Geen unit van het Schip
Jongere heeft een vast plek met een programma. Is in staat om zich te houden aan de regels en afspraken. Handhaaft zich in een beschermde setting. Heeft moeite met plannen op langere termijn. Kan afhaken op motivatie, maar probeert dat goed te regelen. Problematiek is in beeld en op traject.
Het onderwijsprogramma heeft naast de gedragscomponent een didactische component.
Chez Nous De Sluis De Bougie educatie De Helling
5
Jongere heeft een vaste plek met een vast programma. Houdt zich langduriger aan de gemaakte afspraken. Problematiek is in beeld en is op traject en niet sterk interfererend voor de schoolsituatie.
Begeleiding kan op groepsniveau. Programma heeft een schakelkarakter Begeleiding op afstand
6
Jongere heeft een uitstroom traject waarbij duidelijk de eigen verantwoordelijkheid is afgebakend. Uitstroom is bekend en in traject gezet.
(Chez Nous) De Sluis educatie De Helling De Bougie. Alle units
7
Proces bewaken. Op Jongere is schakelbaar richting een (in principe) reguliere afstand begeleiden setting
8
Jongere zo snel mogelijk schakelen naar een reguliere setting
1
2
3
4
Jongere is niet in beeld. Hij spijbelt structureel. Hij wijst elke vorm van begeleiding vooralsnog af. Wil geen aanbod, zeer complexe, meervoudige problematiek
Wie: Unit
Chez Nous De Sluis Chez Nous De Sluis.
Chez Nous De Sluis De Bougie educatie
Alle units
Ambulante begeleiding. Alle units
Zie ook: Columbus methodiek, een integrale aanpak
13
13
Onderwijsplan het Schip
De ontwikkelingsverlooplijn en het onderwijs aanbod Deze ontwikkelingsverlooplijn kan niet los worden gezien van de andere rapportage, omdat dan een vertekend beeld kan ontstaan. Deze ontwikkelingsverlooplijn moet ook worden bezien in het kader van de zogenaamde " onderwijsarrangementen" die de school aanbiedt. Centraal in de onderwijsarrangementen staat de uitstroomgerichte leerweg: Overzicht van de onderwijsarrangementen: Onderwijsaanbod
doelgroep
doelstelling
Individuele Leervoorwaardelijke gedragsprogramma ‘s en crisisopvang.
Jongeren met meervoudige en/of complexe problematiek, die niet plaatsbaar zijn op een andere school. Leeftijd: 11 - 20 jaar, met nadruk op 11-15 jaar. IQ: vanaf ong. 60 (Wisc) Ont.Verl.lijn: vanaf 1 Jongeren met meervoudige en/of complexe problematiek die niet plaatsbaar zijn op een andere school in de leeftijd van 14 – 19 jaar. IQ: vanaf 60 Ontw.Verl.lijn: vanaf 3 Jongeren met meervoudige en/of complexe problematiek die niet plaatsbaar zijn op een andere school in de leeftijd van 14 – 19 jaar. IQ: vanaf 60 Ontw.Verl.lijn: vanaf 3
Schakelen naar die vorm van scholing en arbeid waar de jongere zich normaliter moet kunnen handhaven en ontwikkelen.
Vestiging Individuele planmatige gedragsbeïnvloeding Chez Nous (van Lieshout), ingebed in het Groot Bruninkstraat 9 huiskamerprincipe. Postbus 742 7500 Enschede Toewerken naar 053 – 4780174 zelfverantwoordelijke zelfbepaling.
Schakelen naar die vorm van scholing of arbeid waar de jongere zich normaliter moet kunnen handhaven en ontwikkelen.
Planmatige gedragsbeïnvloeding (van Lieshout) ingebed in leer/werkplaatsenaanbod.
Schakelen naar die vorm van scholing of arbeid waar de jongere zich normaliter moet kunnen handhaven en ontwikkelen.
Planmatige gedragsbeïnvloeding (van Lieshout) ingebed in didactische programma’s
Jongeren vanaf 15 jaar, die een arbeidsritme aankunnen. IQ: vanaf 60 Ontw.verl.lijn: vanaf 4
Schakelen naar arbeid en/of arbeidsgerichte scholing. (SMEOT/ SPOS e.d)
Toewerken naar zelfverantwoordelijke zelfbepaling. Werken aan arbeidsattitude. Individuele programma’s gerelateerd aan arbeidstraining.
Jongeren met complexe en of meervoudige problematiek, met de nadruk op jongeren in Noordoost Twente.
Schakelen naar die vorm van onderwijs of arbeid waar de jongere zich normaliter moet kunnen handhaven en ontwikkelen.
“Gedrag leren”
Planmatige gedragsbeïnvloeding gekoppeld aan Leerwerktrajecten.
“leerwerken”
Planmatige gedragsbeïnvloeding, gekoppeld aan sterkere didactische programma’s
“leren leren”
Arbeidstrainings centrum, opererend vanuit een scheepswerf.
“leren werken” Planmatige (en soms leervoorwaardelijke) gedragsbeïnvloeding, Individueel onderwijsaanbod gerelateerd aan interesses, mogelijkheden en motivatie van de leerling.
Leeftijd: 12- 17 jaar. IQ: vanaf ongeveer 60 Ontw.verl.lijn: vanaf 2
Methodiek
Toewerken naar zelfverantwoordelijke zelfbepaling.
Locatie
Vestiging
De Bougie Blekerstraat 105 Postbus 742 7500 AS Enschede 053 – 4321 403
Vestiging
Individuele programma’s, gebaseerd op de ontwikkelingsverlooplijn. Toewerken naar zelfverantwoordelijke zelfbepaling
Educatie
Snelliusstraat 7000 AA Enschede 053 -7113471
Vestiging
ATC De Helling Binnenhaven 9 Postbus 742 7500 AS Enschede 053 – 431 04 02 Vestiging
De Sluis
Carmelstraat 31 Oldenzaal Postbus 742 7500 AS Enschede 0541- 531 939
“gedrag leren” “leerwerken” “leren leren” “leren werken”
14
14
Onderwijsplan het Schip
De uitstroomgerichte leerroute. Fase 5: uitstroom
8
Uitstroom en schakelen
7
Externe stage (AGL) of proefplaatsing op school
6
Uitstroomprogramma is in gang gezet
5
Vast programma met een uitstroom richting
Fase 3: Assessment Beschrijving vaardigheids competenties
4
Vast programma. Nog geen uitstroom richting
3
Doet activiteiten zonder langere structuur
2
Kan geen geregeld programma aan.
1
Kan geen programma aan. Gestapelde problemen
0
Niet begeleidbaar
Fase 2: Pré Assessment
Fase 1: Intake & start Beschrijving startpositie
Fase 4: Stage of proefplaats Beschrijving stage competenties
Beschrijving overdracht PORTFOLIO
PORTFOLIO PORTFOLIO
Beschrijving persoonlijke competenties PORTFOLIO
Het portfolio beschrijft de ontwikkeling van de jongere. De jongere is eigenaar van het portfolio en bepaalt wat er in komt en hoe het wordt ingezet.
Om een leerling succesvol te schakelen is op het Schip gekozen voor de uitstroomgerichte leerroute. De basis voor de voortgang is de ontwikkelingsverlooplijn van de leerling. Via de vooruitgang van de ontwikkelingslijn wordt aangesloten bij de uitstroomgericht competenties (zie hiervoor het hoofdstuk: de uitstroomgerichte competenties). Centraal in het traject van de uitstroomgericht leerroute staat het portfolio van de leerling. Er wordt middels een integrale aanpak zoveel mogelijk toegewerkt naar de normaallijn van de leerling. Samen met alle andere partners wordt via een aantal concrete stappen met een trajectcontract gewerkt naar de hoogst mogelijke uitstroom, gebaseerd op de behoefte van de leerling, maar ook van de school of werkplek waar de leerling naar toe gaat. Binnen de uitstroomgericht leerroute zijn een aantal fases vastgesteld, beschreven in het portfolio: Intake en startfase Pré assessment fase
Assessment fase
Proefplaatsing/ stage fase Uitstroom en nazorgfase
15
• • • • • • • • • • • • • • •
Alle relevantie informatie die vooraf en tijdens de startfase van de leerling bekend is. Het handelingsplan van de C.v.B. Beschrijving van persoonlijkheidskenmerken Beschrijving van rol, drijfveren, Beschrijving van doelen die leerlingen zich gesteld hebben Beschrijving de uitstroomgerichte competenties Beschrijving van de uitstroomgerichte competenties Handelingsplan van de mentor en de jongere Beschrijving van (interne) stages Behaalde resultaten: (VCA/ certificaten/ EVC’s) Stagecontract en stagedoelen Beschrijving voortgang stage/ proefplaatsing Beschrijving van nazorgplan Rapport van alle behaalde competenties
15
Onderwijsplan het Schip
De uitstroomgerichte competenties In het kader van Equal ontwikkelingsproject heeft het Schip meegeholpen aan het ontwikkelen van een digitaal portfolio voor de arbeidsmarkt gerichte leerroute. (zie hiervoor het hoofdstuk Heft in eigen handen) Centraal in dat programma zijn een aantal basis competenties die noodzakelijk zijn om succesvol geschakeld te kunnen worden. Deze competenties zijn voorgelegd aan verschillende branchevereniging en zij hebben de competenties erkend als fundamenteel voor de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt. Voor meer informatie verwijzen wij naar: http://www.lvc4.nl/read//heft_in_eigen_handen?sublist=1544 De competenties zijn ingedeeld in een paar hoofdcompetenties: 1 2 3 4
16
persoonlijke competenties organisatorische competenties sociale competenties cognitieve competenties.
16
Onderwijsplan het Schip
Overzicht uitstroomgerichte competenties voor mentor, leerling en contra-indicatie Hoofdcompetentie 1: Persoonlijke attitude en vaardigheden Indicatoren voor mentoren
Compeentie 1.1
Zelfstandig werken
•
Ziet werk en pakt het spontaan aan. • Voert opdrachten zelfstandig uit. • Ziet problemen bij het werk en meldt dat.
Items voor leerlingen • • •
Wanneer ik zie dat iets moet gebeuren, dan doe ik dat meteen. Ik voer mijn taken zonder extra hulp of uitleg uit. Ik zie problemen in het werk en meldt dat.
Contra-indicatie • • • •
1.2
Inzet tonen
• • • • •
1.3
1.4
Discipline tonen
Goede indruk geven
Kan routinetaken blijvend goed uitvoeren. Houdt een opdracht/ taak vol. Heeft een sterk werktempo. Voert de opdracht binnen de gestelde tijd uit. Doet wat nodig is, en doet extra werk als het gevraagd wordt.
• •
• • • • •
Is altijd op het werk. Is altijd op tijd, en als hij te laat is wordt dat op een goede wijze geregeld. • Houdt zich aan de regels en procedures binnen het werk.
• • •
•
•
Weet zich gepast te kleden binnen de eisen van het bedrijf. • Geeft een fitte indruk. • Besteedt op een goede manier aandacht aan hygiëne. • Is schoon op zichzelf.
Ik blijf me op mijn werk concentreren. Als ik ergens aan begin maak ik het af. Ik heb een stevig werktempo. Ik werk hard om mijn werk af te krijgen. Ik doe extra werk als dat gevraagd wordt.
•
Ik ben aanwezig op het werk. Ik kom op tijd op mijn werk. Ik houd mij aan regels en afspraken in mijn werk.
•
• • • •
• •
• • •
Ik pas mijn kleding aan aan het bedrijf. Ik kom uitgerust op het werk. Op mijn werk zie ik er netjes uit. Op mijn werk ben ik schoon en fris.
• • • •
1.5
1.6
Werken onder druk
Aanpassen
Kan goed omgaan met (verhoogde) werkdruk. • Hanteert ook bij verhoogde werkdruk normale omgangsvormen. • Prestaties blijven goed bij verhoogde werkdruk. • “Persoonlijke problemen” van thuis hebben geen invloed op het werk.
•
•
• •
•
• • • •
17
Kan zich goed aanpassen aan de cultuur van het bedrijf. Kan goed omgaan met onvoorspelbare situaties. Stelt zich open voor ideeën van anderen. Raakt niet overstuur bij wijziging van de opdracht. Staat open voor vernieuwingen binnen het werk.
• • •
• • •
Als ik het druk heb, word ik zenuwachtig.(-) Als ik het druk heb, doe ik onaardig tegen anderen (-) Als ik het druk heb, ga ik fouten maken (-) Persoonlijke problemen hebben invloed op mijn werk (-)
•
Ik pas me gemakkelijk aan. Ik weet wat ik moet doen als er iets onverwachts gebeurt. Ik ben eigenwijs. (-) Als ze me vragen om mijn werk anders te doen, dan doe ik dat. Ik doe graag nieuwe dingen.
•
• • •
• • •
Ziet het werk niet / moet er op gewezen worden / moet aangespoord worden Vraagt voortdurend om hulp of uitleg Controleert niet / vraagt anderen het werk te controleren Ziet problemen niet / signaleert problemen maar doet niets. Snel afgeleid / aandacht verslapt / vooral bij eentonige, langdurige taken Geeft snel op / laat zich weerhouden door problemen … Verdoet tijd/ traag werktempo/ veel aanmoediging nodig om deadline te halen Doet alleen wat nodig is / doet niets extras uit zichzelf Is vaak afwezig, zonder geldige reden / zonder te melden Komt vaak te laat, zonder geldige reden / zonder te melden Houdt zich niet aan regels waar het niet mee eens is / doet waar zin in heeft Kleedt zich ongepast/ past kleding niet aan aan het werk of bedrijf Maakt een weinig fitte, niet dynamische indruk, uitgeblust, inactief, sloom Is onverzorgd (kleding / kapsel / nagels / vuil, kapot) Is niet schoon op zichzelf, ruikt onfris, ziet er ongewassen uit Raakt in paniek bij toegenomen werkdruk, wordt onrustig Reageert prikkelbaar, onaangenaam, irriteert anderen Werkt minder effectief bij verhoogde werkdruk Problemen in de privésfeer beïnvloeden motivatie, concentratie, kwaliteit vh werk Wil zich niet aanpassen of weet niet hoe het hoort, verdiept zich niet in de cultuur Wordt onzeker van onverwachte gebeurtenissen Sluit zich af voor ideeën van anderen, is alleen met veel moeite te overtuigen Accepteert wijziging van de opdracht niet, wil/kan niet (goed) verder werken
17
Onderwijsplan het Schip
Hoofdcompetentie 2: Organisatorische attitude en vaardigheden Compete ntie 2.1
Veilig werken
Indicatoren voor mentoren
• •
Ik hou me aan de veiligheidseisen.
•
Mijn werkplek is opgeruimd en netjes.
Draagt geen beschermende kleding, volgt veiligheidsinstructies niet op.
• •
•
Ik werk veilig.
Laat spullen slingeren zodat gevaarlijke situaties ontstaan
•
Ik zorg goed voor mijn spullen.
Werkt volgens een plan / planning. • Verzamelt alle benodigde materialen. • Kan hoofdzaken en bijzaken onderscheiden. • Heeft orde op de werkplek.
•
Voor ik ergens aan begin bedenk ik eerst hoe ik het ga aanpakken.
•
Ik verzamel alle materialen voor ik begin.
• • •
2.3
Volgens een plan werken
Netjes werken
•
•
Is roekeloos, zich niet bewust van gevaar, kan risico’s niet inschatten
•
Gedraagt zich zodanig dat dat gevaar voor anderen kan opleveren
•
Is impulsief, werkt van de hak op de tak, brengt geen structuur aan in het werk.
•
Besteedt te veel tijd aan bijzaken, ziet de grote lijn niet (of niet zonder hulp).
•
Verspilt, vernielt, raakt kwijt, onachtzaam, slordig
•
Werkt zonder orde, rommelig
•
Evalueert kwaliteit van het werk niet, ziet fouten niet, ziet verbeterpunten niet. Is onnauwkeurig, slordig
Fouten verbeter ik meteen.
• •
Ik weet welke werkzaamheden belangrijk zijn en welke niet.
•
•
Ik heb overzicht over mijn werk; ik weet precies wat al klaar is en wat ik nog moet doen.
•
Als ik een fout maak, herstel ik dat meteen
• • • •
Ik werk netjes.
Ik ga door tot mijn werk helemaal goed is.
•
Is snel tevreden over eigen werk, onverschillig of eigen werk goed is of niet, stelt eenvoudig haalbare doelen.
Zoekt praktische oplossingen voor problemen. • Kan alternatieven bedenken bij het oplossen van een probleem. • Zoekt hulp bij problemen die niet zelf op te lossen zijn.
•
Als ik een probleem zie, zoek ik een oplossing.
•
•
Als een oplossing niet werkt, bedenk ik een andere.
Passieve, onzelfstandige houding, zoekt niet naar oplossingen bij een probleem
•
Kan geen oplossingen verzinnen, Bedenkt onpraktische oplossingen, schat niet in of oplossingen wel werken
•
Kan niet inschatten dat probleem niet zelf is op te lossen, zoekt geen hulp
• • •
Problemen oplossen
Ik let op de veiligheid van anderen in het werk.
Controleert eigen werk zelf/ ziet fouten. Werkt netjes en zorgvuldig. Maakt weinig fouten. Verbetert fouten. Voldoet aan een gangbare kwaliteitsstandaard op langere termijn.
• •
2.4
Contra-indicatie
Houdt zich aan de arbo-eisen van het bedrijf. Houdt zijn werkplek opgeruimd en netjes. Heeft oog voor eigen veiligheid. Heeft oog voor veiligheid van een ander. Gaat verantwoord om met materiaal en uitrusting.
• •
2.2
Items voor leerlingen
•
Ik maak weinig fouten.
•
Als ik een probleem niet zelf kan oplossen, vraag ik om hulp.
Maakt veel fouten, verbetert fouten niet
Hoofdcompetentie 3: Sociale attitude en vaardigheden Indicatoren voor mentoren
Compete ntie 3.1
Werken met anderen
• • • • • • •
Heeft op een goede wijze contact met collega’s. Heeft goede contacten met de begeleider (baas). Gaat op een adequate manier om met omgangsvormen. Gaat op een goede wijze om met kritiek/ conflicten. Kan goed samenwerken. Houdt rekening met anderen. Is eerlijk.
Items voor leerlingen • • • • • • •
Met de meeste mensen heb ik goed contact. Ik heb een goed contact met de begeleider (baas). Ik gedraag me zoals het hoort. Als ik boos ben, kan ik mij beheersen. Ik werk goed met anderen samen. Ik houd rekening met anderen. Ik ben eerlijk.
Contra-indicatie • • • • • • •
3.2
18
Werken met klanten
• • •
Vraagt wat de klant wil. Doet wat de klant vraagt. Gaat op een correcte manier om met klanten. • Vraagt of klant tevreden is.
• • • •
Ik vraag wat de klant wil. Ik doe wat de klant vraagt. Ik ga op een correcte manier om met klanten. Ik vraag of de klant tevreden is.
Heeft weinig contacten met anderen, werkt niet actief aan prettig contact, onvriendelijk Gaat inadequaat om met leidinggevende, negatieve houding. Is onbeleefd, onbeschoft, houdt zich niet aan de ongeschreven omgangsregels Reageert defensief /onredelijk /agressief /paniekerig bij conflicten Houdt zich niet aan de afspraken, werkt tegen, houdt informatie achter Trekt zich weinig aan van anderen, benadeelt anderen Is onoprecht, liegt, doet alsof, oneerlijk, onbetrouwbaar
•
18
Onderwijsplan het Schip
3.3
Opkomen voor jezelf
• • •
• • •
Straalt zelfvertrouwen uit. Komt op voor een ander. Durft met de leidinggevende te praten. • Komt op een assertieve manier op voor zichzelf. • Heeft een eigen mening.
• •
Ik toon vertrouwen in mijzelf. Ik kom op voor anderen. Ik durf met mijn begeleider (baas) problemen te bespreken. Ik kom op voor mezelf, zonder dat dat ten koste gaat van de ander. Ik geef mijn eigen mening.
• • • • •
3.4
Praten en luisteren
• • • • •
•
Kan gedachten onder woorden brengen. Kan luisteren naar een ander. Verbaal en non verbaal communiceren zijn in overeenstemming. Hanteert correct taalgebruik. Kan tekst begrijpbaar op papier krijgen.
• • • •
Ik leg duidelijk uit hoe ik over iets denk. Ik luister goed naar anderen. Aan mijn houding kun je zien wat ik vind. Ik let op mijn taalgebruik. Als iets opschrijf, is dat voor iedereen goed te begrijpen.
• • • • •
3.5
Leiderschap tonen
• •
•
Neemt verantwoordelijkheid. Kan anderen motiveren en overtuigen. • Kan conflicten uit eigen beweging oplossen. • Geeft het goede voorbeeld.
• • •
Als we met een groep iets moeten doen, neem ik de leiding. Als ik aan anderen vraag iets voor me te doen, dan doen ze dat ook. Als er ruzie is, zorg ik dat het wordt uitgepraat. Ik geef het goede voorbeeld.
• • • •
Twijfelt vaak aan zichzelf, onzeker, laat zich door anderen uit het veld slaan Durft niet op te komen voor de belangen van anderen Vindt het moeilijk om zich te uiten tegen meerderen Laat zich benadelen, komt niet op voor eigen belangen Vormt zich geen eigen mening, neemt mening van anderen over Kan zich niet goed uitdrukken, kan niet duidelijk uitleggen Luistert niet goed, aandacht verslapt, toont geen interesse Onduidelijke lichaamstaal, niet in overeenstemming met verbale comm. Maakt taalfouten, gebruikt grove, onaangepaste taal Schrijft tekst zonder opbouw, structuur, helderheid Passief, grijpt niet in, nonchalant Roept weerstand op / krijgt geen medewerking / is niet in staat te sturen Inactief bij conflicten, doet geen poging om conflicten te voorkomen, op te lossen ?
Hoofdcompetentie 4: Cognitieve attitude en vaardigheden Compete ntie 4.1
Leren
Indicatoren voor mentoren • • • •
19
Is gemotiveerd om te leren. Toont interesse voor het werk. Vraagt ondersteuning en feedback. Deelt kennis en ervaring met anderen.
Items voor leerlingen
Contra-indicatie
•
Ik stel veel vragen en wil alles weten.
•
Heeft een afkeer van leren, leert met tegenzin
•
Ik toon interesse in mijn werk/studie.
•
Vindt het werk niet interessant, is niet geïnteresseerd in achtergronden
•
Ik vraag aan anderen hoe ik mijn werk doe.
•
•
Als ik anderen kan helpen met mijn kennis en ervaring, dan doe ik dat.
Staat niet open voor feedback / luistert naar feedback maar doet er niets mee
•
Houdt kennis voor zich / deelt kennis alleen als er om gevraagd wordt.
19
Onderwijsplan het Schip
Heft in eigen handen Het Schip heeft, samen met een aantal andere scholen voor cluster 4 en praktijkonderwijs geparticipeerd in een project Heft in eigen handen. Doel Doel van het project is een structurele bijdrage te leveren aan de verbetering van de uitgangspositie van de Cluster 4 doelgroep op de arbeidsmarkt. Ten eerste door een Arbeidsmarktgerichte Leerweg in Cluster-4 scholen en Regionale Expertisecentra competentiegericht vorm te geven. Ten tweede door met een nieuw dubbel vraaggestuurd onderwijsmodel een brug te slaan tussen de mogelijkheden van de leerlingen en de vraag op de arbeidsmarkt. Doelgroep Jongeren binnen het Voortgezet Speciaal Onderwijs Cluster 4, voor wie het behalen van een startkwalificatie vaak niet meer tot de mogelijkheden behoort. Dit zijn leerlingen met een gedragsproblematische achtergrond. Dit kan uiteenlopen van leerlingen uit sociaal zwakkere milieus tot leerlingen die vallen binnen het autistische spectrum. Deelnemers Aan dit project hebben 205 mensen deelgenomen. 144 deelnemers zijn voortijdig uitgestroomd en 61 deelnemers zijn uitgestroomd na de volledige voltooiing van het project. Voortgang ontwikkelingen In het project is in samenwerking met Meurs en de scholen een webbased portfoliosysteem ontwikkeld, met daarin opgenomen een aantal onderdelen: • • • • • • • • •
20
De uitstroomgerichte competenties Tests en beschrijving van de persoonlijkheid Tests en beschrijving van de drijfveren van de jongere Tests en beschrijving van de rollen die een jongere graag aanneemt Tests en beschrijving van de werkomgeving waarin de jongere het liefst werkt Overzicht van de werkgebieden Een Persoonlijk ontwikkelingsplan Mogelijkheden voor 360˚ feedback Vrije ruimte voor eigen inbreng
20
Onderwijsplan het Schip
Overzicht van verschillende onderdelen van Heft in eigen handen in relatie met de uitstroomgerichte competenties persoonlijkheid
omschrijving
Exravert Jij en je contact met anderen
+ open - gereserveerd
Zich aangetrokken voelen tot het gezelschap van mensen en zich gemakkelijk uiten Jij en je omgang met anderen
Vriendelijk + Op anderen gericht - Op zichzelf gericht
Meedenken en/of voelen in de gedachten en ervaringen van anderen
Jij en je manier van werken
Zorgvuldig + nauwgezet - impulsief
Nauwkeurig werken en oog hebben voor detail
Jij en je omgang met spanning
Stabiel + rustig - gevoelig
Onder druk ontspannen en kalm blijven
Jij en plannen maken
Innovatief + onafhankelijk - volgzaam
Met creatieve in innovatieve oplossingen komen
Drijfveren: behoefte aan
omschrijving
Beloning
Het streven naar zo veel mogelijk materiele verdiensten
Duidelijkheid
Het streven naar overzicht en structuur, met vaste afspraken/ regels en goede begeleiding
Goede prestatie
Het streven naar hoge kwaliteit
invloed
Het streven naar invloed en macht bij besluitvorming
Sociaal contact
De wil om samen met anderen te zijn in een prettige sfeer
Uitdaging
Het streven naar spanning en avontuur en het verleggen van grenzen
Waardering
Gedreven worden door complimenten over inzet, prestaties en persoonlijke eigenschappen
zelfstandigheid
Het streven naar onafhankelijkheid/ autonomie, dingen zelf willen doen
Rollen: beïnvloeder
omschrijving Dingen organiseren, overtuigen, verkopen en ondernemen
Controleur
Controleren, administratief werk, toepassen van regels en voorschriften
Helper
Helpen, zorgen voor anderen en contact hebben met mensen
Onderzoeker
Dingen uitzoeken, analyseren en problemen oplossen
Ontwerper
Mooie dingen maken, tekenen, schrijven en muziek maken c
21
21
Onderwijsplan het Schip
werkgebiede n computers
VMBO indeling
MBO indeling
Techniek
CWI indeling
Automatisering en ICT Gezondheidszorg. Welzijn en persoonlijke verzorging Gezondheidszorg. Welzijn en persoonlijke verzorging Gezondheidszorg. Welzijn en persoonlijke verzorging
medisch
Zorg en welzijn
zorg
Zorg en welzijn
uiterlijk
Zorg en welzijn
Sociaal agogisch/ zorg/ uiterlijke verzorging Sociaal agogisch/ zorg/ uiterlijke verzorging Sociaal agogisch/ zorg/ uiterlijke verzorging
Verkoop/ Kantoor Horeca/ huishouding
economie
Adminstratie/ handel
Handel en administratie
economie
Horeca/ voeding/ zorg/ toerisme/ facilitair
Horeca en huishouding
natuur
landbouw
Groen/ dieren/ milieu/ voeding
Landbouw, natuur en milieu
beveiliging
Openbaar bestuur, veiligheid en rechtspraak
veiligheid
transport
techniek
Distributie/ transport en logistiek
Opslag en transport
bouw techniek
techniek techniek
Techniek en productie Techniek en productie
Hout en meubels kleding Vrije tijd
techniek
Bouw/ hout en meubel Techniek/ grafisch/ kunst/ informatie Bouw/ hout en meubels
economie economie
werkomgeving
Mode en kleding Toerisme/ horeca/ voeding/ facilitair
Techniek en productie Techniek en productie Toerisme en recreatie
omschrijving
Anderen
Alleen of met anderen werken, steeds met andere mensen werken
Begeleiding
Duidelijke opdrachten, uitleg en steun krijgen, aangemoedigd worden
Bewegen
Met de handen werken, lopen, staan, bukken, tillen en knielen
Kleding
Uniform dragen, vies kunnen worden, er netjes uit moeten zien
Omgeving
Binnen of buiten werken, dicht bij huis, werken waar het rustig is
Omstandigheden
Werken op grote hoogte, kleine ruimte, werken met lawaai en stank
Werkdruk
Veel tegelijk doen, onder druk werken, veel nadenken, hard werken
werktijden
Kantooruren, wisselende tijden, weekeinden, ‘s nachts
22
22
Onderwijsplan het Schip
Onderwijs heeft geen geïsoleerde plek in de samenleving. Als het goed is heeft de school een geïntegreerde plaats in de samenleving. De leerlingen die geplaatst worden op het Schip hebben doorgaans meervoudige achterstanden. Deze achterstanden zijn door de school alléén niet op te lossen. Het Schip staat een integrale aanpak voor vanuit de "ketengedachte", waarbij alle instanties die werken met en voor jongeren hun krachten bundelen ten behoeve van het totale ontwikkelingstraject van de jongere. Het ontwikkelingstraject kent vier fases: fase Omschrijving unfreezing
Dit is de fase van de aanmelding, intake en plaatsing. Door middel van intensieve begeleiding wordt geprobeerd om vertrouwen te verkrijgen. Outward bound activiteiten, schoolkampen, klussen, individuele gesprekken, groepsgesprekken, moeten de leerling het gevoel geven dat er met de leerling naar iets wordt toegewerkt. In deze fase wordt zoveel mogelijk relevante informatie verzameld over de leerling.
Diagnosticeren en "moving"
Als de blokkades duidelijk zijn en de knelpunten in de leerbaarheid van de jongere zijn opgespoord wordt er een handelingsplan opgesteld en uitgevoerd.
Freezing en operationaliseri ng
Het handelingsplan wordt uitgevoerd en afgestemd op de diverse omgevingen waarin de jongere zich bevindt. De agogische begeleiding wordt gaandeweg minder intensief jongeren worden gaandeweg meer verantwoordelijk gemaakt voor hun ontwikkelingstraject.
Ontkoppelen en nazorg
De leerling wordt geschakeld. Er is een plan voor ambulante begeleiding. De uitstroominstanties houden waar mogelijk overleg met het Schip over de vorderingen.
W ERK en ATC
onderw ijs
leerw erkplaatsen
Oriëntatie Binding en toeleiding
Unfreezing
23
m oving & diagnosticeren
operationalisering handelingsplan
ontkoppeling circuit
23
Onderwijsplan het Schip
De normaallijn, de columbusmethodiek en de units van het Schip. Het columbus schema geeft een integrale aanpak te zien waarbij het Schip middels haar planmatige gedragsbeïnvloeding de keten voor de leerling oppakt. Elk mens heeft een niveau waarop hij/zij normaliter optimaal moet kunnen functioneren, de zogenaamde normaallijn. Deze normaallijn is voor iedereen verschillend. Voor een hoogbegaafde jongere uit een economisch welgesteld gezin geldt een andere normaallijn dan een allochtone jongere uit een achterstandswijk. In beide gevallen is het zo dat deze jongere zich moet staande houden in die omgeving waaruit hij/zij voortkomt. Door verschillende omstandigheden verkeren alle jongeren op het Schip ver onder de normaallijn. Het Schip probeert elke individuele jongere zo dicht mogelijk terug te brengen bij zijn normaallijn om met succes te kunnen schakelen. Onderstaand schema geeft aan hoe de verschillende units gezien moeten worden in relatie met de leerlingen groep. De vestiging Chez Nous richt zich in principe op de groep jongeren die het laagst scoren op de ontwikkelingsverlooplijn. ATC De Helling bedient jongeren die in principe het dichtst in de buurt zitten van hun normaallijn. De stippellijnen boven en onder de units geven de reikwijdtes aan die elke vestiging heeft in haar doelgroep. Jongeren op de Bougie moeten in principe op niveau 3 zitten in het kader van de ontwikkelingsverlooplijn. De unit De Sluis opereert op dezelfde wijze als Chez Nous, maar de problematiek in Oldenzaal en omgeving is van een andere aard dan de grootsteedse problematiek, in algemene zin genoemd. De locatie Educatie fungeert met name op het gebied van leren leren. Normaal lijn
8
8
77
ATC De Helling Leren werken
66
EDUCATIE Leren leren
55
De Sluis
44 3
3
2
De Bougie
Gedrag leren Leer-werken Leren leren
Leer-werken
Chez Nous
Gedrag leren
2
1
1
Intake
binding
diagnosticering & moving
operationalisering planmatige gedragsbeïnvloeding
ontkoppelen
nazorg
De rode lijn geeft het niveau weer waarop de jongere normaliter moet kunnen functioneren. De blauwe stippellijn geeft het beoogde traject weer dat de jongere doorloopt. De units staan op verschillende plaatsen vermeld, ingedeeld op het niveau van de begeleidingsmogelijkheden van de leerling. De cijfers 1 t/m 8 geven de ontwikkelingsverlooplijn van de individuele jongere weer:
24
24
Onderwijsplan het Schip
Integrale aanpak: meerdere leefgebieden Om een gewogen uitspraak te kunnen doen over de normaallijn van jongeren op het Schip heeft de school een aantal instrumenten gebruikt en ontwikkeld waarbij kan worden geïnventariseerd wat de leefomstandigheden van jongeren zijn vanuit de verschillende "leefgebieden" Onderstaand wordt schematisch weergegeven waaraan gedacht wordt binnen planmatige gedragsbeïnvloeding op het Schip
Onderwerp Arbeid
Beschrijving Een historisch en actueel overzicht van het arbeidsverleden van de familie waar de jongere uit voort komt. Daarbij moet gedacht worden aan wel of geen werk, Is het een "uitkeringsgezin", is er sprake van ambulante handel, Is er sprake van handel in het grijze circuit. Alles wat van belang kan zijn om de jongere te plaatsen in het gezin waar hij uit voort komt.
Scholing
Een historisch en actueel overzicht van het scholingsverleden van het gezin waar de jongere uit voortkomt en de jongere zelf. Daarbij moet gedacht worden aan diploma's en/of afgeronde opleidingen. Vroegtijdig schoolverlaten. Schoolmotivatie vanuit de familie.
Vrije tijd
Een historisch en actueel overzicht van het vrije tijdspatroon van de jongere, en zijn familie. Is er sprake van sportbeoefening, zijn er hobby's. Is er sprake van "rondhangen" en vandalisme?. Apathie? Heeft de jongere vrienden? Echte vrienden? Probleemgroep? E.d
Thuis/ gezins situatie
Een historische en actuele beschrijving van de opvoedingssituatie van de jongere. Beschrijving van de opvoedingsstijl en het pedagogisch klimaat, Is er sprake van geweld, of verwaarlozing. is er sprake van uithuisplaatsing, actueel of in het verleden? Is er sprake van gezinsondersteuning?
Hulp verleningsgeschiedenis
Een historische en actuele beschrijving van eventuele hulpverlening binnen het gezin of met betrekking tot de jongere. Welke hulp is geboden, met welk doel, welke hulpverleners zijn in beeld? Welke rapportage ligt voor?
25
Mate
van
probleem
weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
Weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
Weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
Weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
25
Onderwijsplan het Schip
Integrale aanpak: meerdere leefgebieden (vervolg)
Onderwerp Contacten Politie/ justitie
Beschrijving Een historische en actuele beschrijving van de contacten die het gezin en de jongere heeft gehad met politie en justitie. Zijn er meldingen geweest? Zijn er delicten geweest ? Is er sprake van Halt afdoeningen geweest.? Is er sprake van begeleiding door de juegdreclassering e.d.?
Mate
van
probleem
Weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
Weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
Verslavings Problematiek
Een historische en actuele beschrijving van de eventuele verslavingsgeschiedenis van het gezin en/of de jongere. Hierbij moet gedacht worden aan experimenteren met soft/harddrugs/drank. Eventuele andere verslaving: gokken, internet, Is er ondersteuning geweest bij verslavingsproblematie? Is er sprake van echte verslaving?
Financien
Een historische en actuele beschrijving van de financiele mogelijkheden van het gezin en/of de jongere. Is er sprake van schulden, Is er sprake van schuld-hulpverlening. Is er een inkomen uit arbeid of is er een uitkering?
weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
Sociale Omgeving
Een historische en actuele beschrijving van de sociale omgeving van het gezin en de jongere. Hierbij moet gedacht worden aan de wijk waarin geleefd wordt, de cultuur die geldt binnen het gezin/familie, de eventuele religie.
weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
Gezondheid
Een historische en actuele beschrijving van de gezondheid van de leden binnen het gezin en/of de jongere. Hierbij moeten alle aspecten die te maken kunnen hebben met ontwikkelingsbelemmeringen worden meegenomen. Denk hierbij aan: ernstige ziekte met fatale afloop, chronische aandoeningen, allergieën, psychische ziektes, psychosomatische klachten
weinig problematisch
Problematisch
Zeer problematisch
26
26
Onderwijsplan het Schip
Integrale aanpak: meerdere leefgebieden (vervolg) Om nog meer in te kunnen schatten hoe de integrale omstandigheden zijn van een jongere is hieronder een indeling in niveaus die gebruikt kan worden bij analyse van de diverse leefgebieden.
Maatschappelijk functioneren Huisvesting
Inkomen/ budget Scholing / vorming Werk/ geen werk Vrijetijds besteding Thuis situatie
Relaties Gezondheid
Voeding
Verslaving Hygiëne
Politie / Justitie Weerbaar heid
27
Eerste niveau
Tweede niveau
Derde niveau
Woont thuis, op een kamer betaald door thuis of heeft zelfstandige huisvesting. Gezinnen wonen in redelijk grote huizen waar jongeren eigen kamers hebben. Minimum of daarboven, er wordt goed met geld omgesprongen (sparen, beleggen e.d.)
Wonen thuis of op kamers: veel wegloopproblematiek, wonen dan binnen pleeggezinnen of crisisopvang
Alleen thuis slapen, niet wonen of samenwonend in kraakpanden of op een kamer, ouders hebben kleine huizen met veel kinderen.
Geen huisvesting, zwervend slapend in kraakpanden. Slaaphuizen, portieken, station e.d.
Minimum inkomen of bijstand. Vaak te hoge leningen voor hun inkomen.
bijstand uitkering veel kortingen i.v.m. sollicitatiebewijs, geld is meestal na 2 dagen opgebruikt.
Opleiding op startkwalificatie regelmatige opkomst.
Veelal problematiek rond school. Jongere disfunctioneert hier.
Vrijwel geen inkomen erg lage uitkeringen door allerlei inhoudingen van schulden e.d. Alleen lagere school, lage intelligentie, zwak begaafd.
Lagere school, vervolgopleiding niet afgemaakt, na 2 jaar schoolverlater. Hebben passend werk bij hun Ondanks beroepsopleiding werkloos Structureel werkloos, er wordt wel opleiding. (niet structureel) of een baan niet zwart gewerkt, scharrelen, passend bij hun opleiding. onregelmatig werk in ondergewaardeerde banen. Sport, verenigingsleven, organisaties, Voetbalclub, buurthuisactiviteiten, Uitsluitend consumptief. politiek, cultuur e.d. bioscoop, tv kijken. Veel Binnenstadskroegen, rondhangen in consumptief. de binnenstad, scoren, clubhuisbezoek. Goed functionerend gezin, al dan niet Gezin functioneert goed. Er is Veel gebroken gezinnen er bestaat gescheiden. echter een storing in de ouder een soort gebruikmakend contact jongere verhouding. tussen jongere en gezin. Jongeren zijn veelal uit huis. Gezin heeft zijn eigen problemen. Jongeren zijn in staat vrij en kritisch Jongeren lopen vast in hun relaties. Relaties op basis van zakelijke relaties aan te gaan. Wel gedwongen relaties vanwege belangen, boven intermenselijk. milieu of werk Gezond leven, zowel lichamelijk als Lichamelijk veelal gezond. Bij Pas naar een arts lopen wanneer geestelijk. Directe inschakeling arts, ziektes inschakeling arts. Psychisch ziektes uit de hand lopen, er komen psychiaters, etc. functioneren vaak minder. Pas hulp veel psychiatrische verwaarlozing zoeken wanneer het uit de hand voor. loopt. Iedere dag gezond eten. Zelf niet koken maar via kennissen Slecht eten, vrijwel uitsluiten patat e.d. genoeg gezonde voeding e.d. Slechts zo nu en dan eten bij binnenkrijgen. ouders (voor zover die gezond eten). Niet verslaafd, gecontroleerd alcohol Experimenteel harddruggebruik, Heroïneverslaving en en softdrugs gebruik. licht verslaafd aan alcohol. alcoholverslaving. Gebruik hoort bij Overmatig softdruggebruik. de regels van de groep. Schone nette huizen, schone kleren, Gore kleding, slordige huizen, Vieze verwaarloosde huizen. Wel bedden e.d. De lichamelijke verzorging redelijk lichamelijke verzorging. schone bovenkleding. Lichamelijke is goed. verzorging is slecht. Veel verwaarloosde infecties Geen contacten Eenmalig contacten vaak Veel en langdurig contact, ook veel seponering klein vermogensdelicten OTS en inbraken, overvallen, en openlijk geweld. agressieve delicten. Maatschappelijk weerbaar, sociaal vaardig.
Niet opkomen voor eigen belangen, aanpassen aan maatschappelijke normen,
Niet sociaal vaardig, weerbaarheid uit zich in agressief gedrag, minderwaardig voelen en geen perspectief zien.
Structureel werkloos, veelal in AAW en WAO. Er zijn geen mogelijkheden om aan de slag te komen. Apathisch gedrag, veel rondhangen en eigenlijk helemaal niets doen. Er bestaat geen contact meer met het gezin, of het gezin disfunctioneert. Met niemand meer omgaan, helemaal geen relaties. Zowel lichamelijk als psychisch zwaar verwaarloost. Leven alcohol, patat, brood. Vaak dagen achtereen nauwelijks iets te eten. Shotten tot overdosis, drinken tot delirium. Vieze kleding en huizen, niet wassen e.d. Veel luizen, vlooien en schurft. Veelvuldig contact in het kader van TBS en bijzondere behandeling, beroving, overvallen, moord, e.d. Alles overkomt de jongere geen fut meer, nergens meer tegen opgewassen zijn, apathie. Geen perspectief meer.
27
Onderwijsplan het Schip
Een webbased digitaal handelingsplan, passend bij planmatige gedragsbeïnvloeding. Het Schip is al een tijdje bezig geweest met de verdere ontwikkeling van de handelingsgerichte diagnostiek binnen haar school. Vanuit de onderwijsinspectie is aangedrongen op het “Smart” maken van de handelingsplannen. De school zelf heeft sterk de wens uitgesproken om een concreet, zinvol systeem te hebben voor de handelingsplanning zonder dat daarbij de bureaucratische valkuil om de hoek komt kijken. Dat heeft geleid tot een samenwerking met school en een ICT bedrijf waarin een programma is ontwikkeld dat als een katalysator dient voor de handelingsplanning binnen de schoolorganisatie. De systematiek is voor de werkers binnen het Schip uiterst gebruiksvriendelijk en zal, samen met de portfolio-ontwikkeling binnen de school, de leerlingenzorg naar een hoger niveau tillen. de handelingsplannen voldoen aan een aantal voorwaarden: • • • • •
Handelingsplannen zijn gemakkelijk en snel te maken op elk gewenst moment op elke plek Handelingsplannen zijn gebaseerd op positieve doelen en een heldere handelingswijzer De geformuleerde doelen zijn heel goed met jongeren zelf te bespreken en te verwerken in hun POP Doelen zijn gemakkelijk te evalueren op succes, en bij te stellen. De handelingsplannen zijn goed te koppelen aan de ontwikkeling van de uitstroomgerichte competenties.
De eerste fase van de digitale handelingsplan systematiek is afgerond. Maar er zal een tweede fase komen waarin aanpassingen en verbeteringen zullen worden ontwikkeld en ingevoerd.
Voorbeeld van een webpagina
28
28
Onderwijsplan het Schip
Inleiding. Leerlingen van het Schip hebben allemaal verschillende mogelijkheden, interesses, motivaties en achtergronden. De capaciteit verschilt van zwakbegaafd tot hoogbegaafd. Leerlingen bepalen vanuit hun toewerken naar zelfverantwoordelijkheid zelf de inrichting van hun dag- of weekprogramma. Daarbij worden er voor elk individu afspraken gemaakt. Deze programma-indeling in tijd wordt vastgelegd in de afsprakenmap in de huiskamer. Dat zegt echter niets over de inhoudelijke aspecten. De visie van het Schip past uitstekend bij de ontwikkelingen met betrekking tot het portfolio voor leerlingen. De jongere is eigenaar over zijn map van activiteiten, met de daarbij geleerde uitstroomgerichte competenties en de evaluatie daarvan. De instrumenten binnen planmatige gedragsbeïnvloeding spelen een ondersteunende en coachende rol. Wat is een Portfolio. Een portfolio is een instrument waarmee de jongeren zicht krijgen op hun eigen ontwikkeling. Ze krijgen inzicht in hun kennis, vaardigheden en competenties. In de praktijk zal het een map zijn waarin de leerling zelf zijn invulling geeft aan zijn portfolio. Goede ondersteuning van de begeleiding is daarbij een voorwaarde. Wat is het doel van het portfolio? Binnen het proces op school wordt de leerling zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid gegeven. Dat betekent dat de jongere zelf keuzes moet maken en voor die keuzes verantwoording moet afleggen. Meestal legt een jongere verantwoording af voor het proces rondom de thema's van planmatige gedragsbeïnvloeding en de uitstroomgerichte leerroute en competenties. De leerling is eigenaar van zijn portfolio en wordt dus verantwoordelijk voor de vulling daarvan. Hij kan laten zien aan zichzelf en anderen wat hij allemaal heeft gedaan, hoe dat gegaan is en wat hij er van geleerd heeft. De plek van het portfolio in de uitstroomgerichte leerweg. De uitstroomgerichte leerroute is de weg die de leerlingen op het Schip moeten gaan.(zie hiervoor hoofdstuk: de uitstroomgerichte leerroute). Het portfolio is het routeboek van dat traject, zowel als het gaat om de inhoud, het proces en de ontwikkelingsverlooplijn. Het portfolio speelt de centrale rol op het middenveld als het gaat om de beschrijving en de trajectbewaking. De universiteit van Groningen heeft meegeholpen bij de plaatsbepaling van het portfolio in het systeem van planmatige gedragsbeïnvloeding. ( zie hiervoor www.tschip: onderzoek universiteit Groningen)
29
29
Onderwijsplan het Schip
Voorwaarden aan het portfoliosysteem. Het portfolio moet aansluiten bij de behoefte en het niveau van de leerling. Het portfolio moet aansluiten bij de doelstelling van planmatige gedragsbeïnvloeding op het Schip. Pas dan zal de leerlingen langzaamaan het gevoel krijgen dat het portfolio iets van hem wordt. Het moet een door de leerling gebundelde verzameling worden waar hij trots op is, en die de voortgang van zijn traject zodanig weergeeft dat hij dat kan meenemen bij uitstroom. Een papieren Portfolio en een digitaal Portfolio. Het portfolio zal starten als een verzamelmap van jongeren waarin hun vorderingen en competenties in beschreven zullen worden. Het is de bedoeling dat deze map uiteindelijk over zal gaan in een digitaal portfolio. Elke leerling zal zijn eigen "map" hebben waarin hij zijn activiteiten, vorderingen, reflecties opneemt. Dit kan met behulp van tekst, maar ook door middel van foto's, filmfragmenten, audiofragmenten, e.d. Het Schip heeft met Heft in eigen handen nu al een digitaal portfolio voorhanden, maar dat programma is niet op alle gebieden toegesneden op de dagelijkse werkelijkheid van het Schip, dus wordt het naast het papierportfolio gebruikt.
Het portfolio: inhoud en fasering Normaal lijn
Uitstroom en nazorg fase: Proefplek/ stagefase: assessmentfase: Pré assessmentfase: Startfase: • • •
30
Stamkaart Handelingsplan C.v.B Andere documenten
• • • • • • •
Persoonlijkheid Drijfveren Rollen Werkomgeving Werkgebieden Activiteiten P.O.P
• • • • • •
Competenties Vast programma Interne stage Activiteiten P.O.P. handelingsplan
• • •
Stagecontract Competenties
• • •
Uitstroom verslag AB plan
Inhoud: • Handelingsplan C.v.B • Uitstroomgerichte competenties • P.O.P • Tests: Heft in eigen handen • Scores en handelingsplan Schip
30
Onderwijsplan het Schip
Een wezenlijk onderdeel van planmatig handelen op het Schip zijn de schoolkampen en de outward bound activiteiten. Een schoolkamp is een activiteit waarin leerlingen en begeleiders meerdere dagen en nachten met elkaar doorbrengen op een relatief primitieve plaats buiten de school. Een schoolkamp is evenals een outward bound activiteit een middel dat gebruikt wordt om gedrag te observeren, te beïnvloeden of te reguleren. Aan de activiteit ligt voor elke leerling afzonderlijk en/of voor de groep als zodanig een leerdoel ten grondslag. Het op kamp gaan en de outward bound activiteiten zijn een integraal onderdeel van het schoolaanbod. Mogelijkheden en materiaal: Schoolkampen worden het gehele jaar georganiseerd, dikwijls op plaatsen die relatief afgezonderd zijn van de buitenwereld. Er wordt een situatie gecreëerd waarbij men van elkaar afhankelijk is en waarbij de nadruk ligt op zowel de zelfredzaamheid, als het groepsproces. Hierbij • • • • •
kan gedacht worden aan bijvoorbeeld de volgende soorten kampen: Werkassessment kampen in Frankrijk, een watermolen opknappen "Tukkerreizen", vaarkampen met een zeewaardig zeilschip. Meerdaagse wandelkampen met rugzak door de natuur Meerdaagse fietskampen Vaarkampen met een skûtsje die door jongeren zelf is gebouwd
Voor het gebruik van de materialen wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de Stichting Balans biedt. Deze stichting beschikt over bijv mountainbikes, kano's, rugzakken, slaapzakken, klimmaterialen, tenten, enz.
31
31
Onderwijsplan het Schip
Voor het vervoer van de leerlingen heeft het Schip de beschikking over een tweetal negenpersoonsbusjes. Rapportage en evaluatie. Schoolkampen en outward bound activiteiten hebben nooit een vrijblijvend karakter. Van de schoolkampen worden verslagen gemaakt en besproken in de leerlingenbesprekingen. De resultaten komen terug in het portfolio van de leerling en de activiteiten worden gekoppeld aan de uitstroomgerichte competenties. Op deze wijze wordt de verkregen informatie ingepast binnen het handelingstraject voor de leerling. Kosten. Van leerlingen wordt bij schoolkampen een bescheiden bijdrage gevraagd. Voor hen die over heel weinig of geen financiële middelen beschikt wordt door de school een regeling getroffen. De kosten van schoolkampen en outward bound activiteiten komen ten laste van het vestigingsbudget.
32
32
Onderwijsplan het Schip
Projectleerlingen: Rebound: Loods/ Op de Rails/ Herstart/ Het Schip heeft, naast haar reguliere leerlingen, ook ruimte voor zogenaamde projectleerlingen. Deze jongeren worden om verschillende redenen in één van de onderstaande projecten geplaatst. Schematisch is weergegeven de overeenkomsten en verschillen die er tussen de drie voorzieningen zijn zoals die door het Schip wordt uitgevoerd.
Herstart
Op de Rails
Loods: rebound
doelgroep
Jongeren die om diverse redenen langdurig thuiszitten
Leerlingen met ernstige gedragsproblemen die de veiligheid op school in gevaar brengen
Gedragsmoeilijke leerlingen die in het V.O. grensoverschrijdend gedrag vertonen
doelstelling
Jongere weer laten wennen aan school en het vinden van een passende plek binnen het onderwijs
Terugkeer naar het regulier onderwijs. Als dit niet kan wordt gezocht naar een andere passende vorm van onderwijs
Terugkeer naar het reguliere onderwijs (school van herkomst) In uitzondering doorplaatsen naar andere vorm van onderwijs
Duur van plaatsing
Maximaal 16 weken
Maximaal 1 jaar
Maximaal 13 weken, met één keer verlenging mogelijk
aanmelding
Leerplicht
Samenwerkingsverband VO
Zorgplatform SWV VO
Verantwoorde lijkheid ligt bij
Herstart coördinator van REC Oost Nederland
REC Oost Nederland (op de rails coördinator)
Samenwerkingsverband VO
Uitvoering op
Alle locaties van het Schip
Alle locaties van het Schip
In principe op alle locaties van het Schip, met nadruk op Educatie (Enschede) en de Sluis (N.O. Twente)
33
33
Onderwijsplan het Schip
De leerlingcoördinator is vanuit de directie verantwoordelijk voor het proces van planmatig handelen op het Schip. Hij is de adjunct-directeur. Hij doet de intake, is voorzitter van de commissie van begeleiding, onderhoudt contacten met jongeren, ouders, instellingen, collega’s e.d. ten behoeve van het onderwijs. Verder woont hij zo veel mogelijk de wekelijkse leerlingenbesprekingen bij op de vestigingen. Daarnaast zit hij de halfjaarlijkse leerlingenevaluaties voor, waarbij de handelingsplannen van de leerlingen besproken worden. Deze leerlingenevaluaties worden verder bijgewoond door alle werkers van de betreffende unit, de schoolmaatschappelijk werker en de orthopedagoog. Daarnaast organiseert de leerlingcoördinator het mentorenoverleg. Dit overleg is bedoeld om informatie over algemene leerlingenzaken te verschaffen aan alle mentoren. Hierbij kan ook aan deskundigheidsbevordering gedacht worden door derden. Dit overleg vindt ongeveer drie keer per jaar plaats. De overlegvormen binnen de school met betrekking tot leerlingen/ onderwijszaken: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
34
Dagelijkse voorbespreking van de werkdag. Strategie en plan van aanpak. Elke vestiging. Dagelijkse nabespreking van de werkdag. Intervisie en afspraken rondom het vervolgtraject van de leerling(en) op elke vestiging. Wekelijkse leerlingenbespreking op elke vestiging: afspraken en voortgang wordt besproken en vastgelegd in bondige vorm. Wekelijks Commissie van Begeleiding: bespreking nieuwe leerlingen, vestigingsoverstijgende leerling-zaken, handelingsgerichte diagnostiek. Regelmatig: op vestigingen wordt gezamenlijk het handelingsplan besproken en vastgesteld. Halfjaarlijks: leerlingenevaluaties. De leerlingencoördinator bespreekt met alle mensen van een vestiging de voortgang met betrekking tot de handelingsplannen. Jaarlijks: instroom-, uitstroom- en doorstroomgegevens binnen de directie bespreken voor het jaarverslag. Een keer in de zes weken: Commissie van Begeleiding met schoolarts: maken van plannen met betrekking tot de handelingsgerichte diagnostiek. (zie ook Commissie van Begeleiding) Periodiek: mentoroverleg: actuele zaken rondom de ontwikkelingen binnen het onderwijs op het Schip. Periodiek intakefunctionarissen binnen het REC Oost Nederland. De leerlingen coördinatie gaat met de secretaris overleg voeren over de stroomlijning van de routing richting de REC beschikkingen. Op elke plenaire vergadering wordt het onderwijs geagendeerd. Het gaat dan niet om concrete leerlingenzaken, maar meer andere zaken die te maken hebben met het onderwijs.
34
Onderwijsplan het Schip
De taken van de leerlingencoördinatie: WAT
INTERN/ EXTERN
intakegesprekken.
Extern
Gerrit Meere
Overleg instanties over leerlingen
Extern
Gerrit Meere
Bezoek ZAT
Extern
Gerrit Meere
Bezoek WeB.
Extern/ intern
Gerrit Meere
leerlingenadministratie invoeren en bijhouden.
Intern
Marianne Bolsenga
Invoering Vis2
Intern
Marianne Bolsenga
Mutaties bijhouden en kortsluiten met administratie
Intern
Administratie
Commissie van begeleiding voorbereiden
Intern
Marianne en Gerrit
Commissie van begeleiding bijwonen
Intern
C.v.B.
coördinatie trajecten van project leerlingen: herstart
Intern
Marijke Ros
coördinatie trajecten van projectleerlingen: Op de Rails
Intern
Gerrit Meere
coördinatie Loods (rebound) leerlingen
Intern/extern
Leerlingbesprekingen bijwonen op de vestigingen
Intern
Michel van Zuilekom/ Jan van der Wel Gerrit Meere
Leerlingenevaluaties bijwonen op de vestiging.
Intern
Gerrit Meere/ Loes Fransen
Aanspreekpunt voor vragen over de school of leerlingen. Algemeen
Extern/ intern
Gerrit Meere (Wim Markerink)
Formele “slecht-nieuwsgesprekken” voeren met jongeren/ouders.
Extern
Gerrit Meere (Wim Markerink)
Pedagogische planbesprekingen voeren met hulpverleningsinstellingen.
Extern
Gerrit Meere/ C.v.B./Mentor
Vraagbaak voor jongeren die niet naar mentor of vestigingsleider willen gaan.
Intern
Gerrit Meere/ Loes Fransen
Cfi leerling-telling.
Extern/ intern
Gerrit Meere/ Marianne Bolsenga
busvervoer/ kinderbijslag e.d met de administratie coördineren
Intern/ extern
Gerrit Meere, Adminstratie
Schoolplan/ schoolgids/ stukken voor de nieuwsbrief. bijhouden vakliteratuur
Extern/ intern
Kader
Stage coördinator voor leerlingen
Extern/ intern
Per vestiging
Contactpersoon protocollen voor de C.v.I. / protocolbewaker
Extern
Marianne Bolsenga/ Gerrit Meere
Coördinatie schoolkampen
Intern
Gerrit Meere
Overleg leerplicht .Algemeen
Extern/ intern
Gerrit Meere
Rapportagevragen door instellingen ouders e.d.
Intern/ extern
Gerrit/ Loes Fransen
Contacten ambulante begeleider over ambulante leerlingen
Extern/ intern
Gerrit Meere
Coördinatie ESF jongeren
Extern/ intern
Wim Markerink/ Melanie van Hemert
35
WIE
35
Onderwijsplan het Schip
De spil in het hele proces ligt bij de leerlingencoördinatie en de Commissie van Begeleiding Commissie van Begeleiding: Gerrit Meere: Marijke Ros: Loes Fransen: Ellen Zinger: Jan van der Wel: Michel van Zuilekom: Hans Bossink: Desiree van der Veer: Marianne Bolsenga:
adjunct directeur/ leerlingencoördinator/ coördinator Op de Rails vestigingsleider/ coördinator Herstart. orthopedagoog maatschappelijk deskundige. vestigingsleider/ coördinator Loods/ Herstart/ op de Rails N.O.Twente vestigingsleider/ coördinator Loods in Enschede vestigingsleider schoolarts/ orthopedagoog afspraken en verslag/ procedure bewaker.
Taken: bespreken van nieuwe aanmeldingen/ screening. plannen van eventuele onderzoeken. controle op de voortgang van de trajecten bij jongeren tussentijdse rapportage van onderzoeken. besprekingen LOODS leerlingen. Bespreking Herstart jongeren Bespreking Op de Rails jongeren besprekingen casussen vanuit de vestigingen Op grond van beschikkingen aanzet handelingsplan formuleren. Bespreking medische onderzoeken. Totale kwaliteitsbewaking rondom de leerlingenzorg. Verzorgen van aanzet rapportage voor mentoren binnen het Schip.
• • • • • • • • • • • •
36
36
Onderwijsplan het Schip
Het Schip heeft in de preventieve sfeer een actieve houding met betrekking tot risicoleerlingen. Daarom bezoekt het Schip alle ZAT vergaderingen die er zijn binnen het voortgezet onderwijs in Enschede. Dat zijn:
1. ZAT Stedelijk Lyceum. 2. ZAT Bonhoeffer College. 3. ZAT Scholingsboulevard
In Noord oost Twente is het Schip/ de Sluis vertegenwoordigd bij de volgende overleggen: 1. ZAT Twents Carmel College 2. Platform 16+ Oldenzaal 3 .Netwerk Oldenzaal 12+ 4 netwerk Losser/ Overdinkel/ Denekamp/ Ootmarsum/ Weerselo 5 beleidsgroep jongeren Noord Oost Twente 6 werkgroep gezonde en veilige school Verder is er intensief overleg met zorgteams binnen het regulier onderwijs over afstemming met betrekking tot leerlingen. Ook neemt het Schip actief deel aan het samenwerkingsverband V.O. Twente. Zowel in de stuurgroep als in het zorgplatform wordt gesproken over de leerlingenzorg. Vanuit de individuele, planmatige behandeling van leerlingen komt het regelmatig voor dat er overleg plaatsvindt tussen de verschillende instanties en het Schip. In dit kader moeten we denken aan: • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Elke verwijzende onderwijsinstantie, of elke instantie waar naar toe wordt geschakeld. Bureau Jeugdzorg Jarabee, jeugdzorg in Twente Jeugdreclassering. Raad voor de Kinderbescherming. GGZ Tactus. Mediant. Politie, wijkbureaus en Jeugdzaken. SPD Hengelo, William Schrikkergroep, stichting de Eik, enz. Leerplichtzaken van de gemeentes waar de leerlingen wonen. Specifiek jongerenwerk “De Rots” Stichting Balans voor beheer en gebruik van faciliteiten Circus Tijdgeest, voor activiteiten met achterstandjongeren Manege de Kapberg voor paardrijden met leerlingen Arbeidstoeleiding en coaching, (ATC). Internationale contacten, bijvoorbeeld leerwerkprojecten in Duitsland en Frankrijk. Elke andere instantie die betrokken is bij het traject van leerlingen.
37
37
Onderwijsplan het Schip
Bij de invulling van het onderwijsproces op het Schip gaan we uit van een individuele, planmatige aanpak. Voor elke leerling is er een op maat geschreven handelingsplan. In de contacten met ouders wordt tevens uitgegaan van een individuele benadering. Ouders worden regelmatig op de hoogte gehouden van het ontwikkelingstraject van hun kind. Er kunnen samen met ouders afspraken gemaakt worden over een gezamenlijke aanpak in de benadering van jongeren. Het eerste contacten met ouders geschiedt doorgaans bij aanmelding. In een gesprek met de leerlingencoördinator wordt besproken of de jongere eventueel een leerling van het Schip zou kunnen worden. Indien er voldoende indicaties zijn wordt samen met de ouders de route naar de C.v.I gelopen. Als een leerling geplaatst is op het Schip verlopen de contacten voornamelijk via de mentor van de leerling. Daarnaast heeft de administratie een ondersteunende taak voor wat betreft het helpen bij kinderbijslagformulieren, buskaarten e.d. Er zijn verschillende vormen van contact met ouders: Soort gesprek
doel
Wie
intakegesprek
Inventarisatie van het al of niet plaatsen van een leerling op het Schip, of in een rugzak traject. Een onderzoek naar ondersteunende en belemmerende factoren in de thuissituatie met betrekking tot de onderwijskansen van de leerling Waar nodig. Het gaat dan om melden van absentie, ziekte, dagelijkse dingen. Het op de hoogte houden van zaken Op verzoek van ouders of school kan er op school gesproken worden over de afstemming in het vervolgtraject, elkaar op de hoogte houden, bijsturen van bepaalde zaken etc. Ouders betrekken bij school. Informatie geven
De leerlingcoördinator
Maatschappelijk onderzoek Telefonisch overleg Gesprekken op school ouderinformatie avonden huisbezoeken
Op verzoek van ouders of school kan er een huisbezoek worden afgelegd. Doel is het verbeteren van de relatie huis/ school, informatie over de thuissituatie verzamelen, afstemming, bijsturing e.d. Daarnaast bezoekt de mentor jaarlijks de ouders thuis in verband met het bespreken en vaststellen van het jaarlijkse handelingsplan Formule Op verzoek van school. Deze gesprekken hebben tot doel gesprekken op om te komen tot verbetering in het traject van de school leerling. Bij deze gesprekken worden afspraken gemaakt, vastgelegd en ondertekend. Multi disciplinair Op verzoek van een van de deelnemers van het overleg wijkzorgteam kan er een Multi disciplinair overleg worden Vanuit de gehouden waarbij Het Schip één van de partners is. In wijzorgteams dit gesprek wordt geprobeerd multi disciplinaire afspraken te maken in het integrale traject van de jongere.
38
School maatschappelijk werker Mentor of vestigingsleider Mentor of vestigingsleider vestigingen Mentor. Evt. maatschappelijk werker
Directie.
Procesmanager wijkzorgteam. Alle betrokkenen rondom de jongere.
38
Onderwijsplan het Schip
Vooraf: Het komt nogal eens voor dat leerlingen zich niet of slechts gedeeltelijk houden aan de leerplicht. De doelgroep van het Schip is nogal specifiek in haar problematiek en de daaraan gekoppelde aanpak. Toch is het van groot belang dat er tijdig en consequent gemeld wordt bij leerplichtzaken. De procedure: fase
wat
Wie De mentor bewaakt het proces
0
Er is geen schoolverzuim.
Er is geen melding nodig.
1
Een leerling komt één week ongeoorloofd niet op school
Bij onbekend verzuim wordt meteen telefonisch contact opgenomen met thuis. Het verzuim telefonisch aan
De vestigingsleider
leerplicht doorgeven. Er wordt nog geen afspraak gemaakt over wie er wat gaat ondernemen.
1/2
Een leerling komt veelvuldig onregelmatig op school.
Het verzuim wordt doorgegeven en gezamenlijk wordt afgesproken of er actie wordt ondernomen en door wie.
Vestigingsleider en de leerplicht.
2
Een leerling komt twee weken ongeoorloofd niet op school
Het verzuim wordt doorgegeven aan leerplicht. In gezamenlijk overleg wordt een actieplan opgesteld.*
De vestigingsleider en de leerplichtambtenaar
3
Een leerling is volledig uit beeld.
School en leerplicht houden elkaar op de hoogte van de stappen die in fase twee zijn afgesproken.
De vestigingsleider en de leerplichtambtenaar
Eventueel melden in het wijkzorgteam, indien er meervoudige risico’s zijn.
*
Het actieplan bestaat uit een wie doet wat en wanneer. Beide partijen stemmen hun acties op elkaar af. Het plan kan van zeer laagdrempelig tot breed overleg zijn. Zie hiervoor ook het verzuimprotocol van de gemeente Enschede.
Bij leerlingen die vallen onder het project Herstart wordt alle verzuim volgens afspraak gemeld aan Leerplicht.
NB:
39
Elke dag te laat is ook schoolverzuim. Gedekt schoolverzuim is ook schoolverzuim en verdachte ziekmelding kan aanleiding zijn voor melden bij de leerplicht.
39
Onderwijsplan het Schip
Stage heeft als pedagogisch-didactisch middel een duidelijk omschreven rol en functie binnen het onderwijsleerproces van het Schip. Als onderdeel van het individuele programma van de leerling kan stage een wezenlijke rol vervullen om leerlingen beter toe te kunnen leiden naar de arbeidsmarkt of het reguliere onderwijs. Voor een uitgebreide beschrijving van het stagebeleid verwijzen wij naar het stagebeleidsplan zoals die op elke vestiging ligt. De hoofdlijnen van dit plan willen we hier benoemen: Stages zijn te verdelen in twee hoofdgroepen, te weten interne en externe stages. Bij de interne stage kunnen de leerlingen binnen de setting van de school, in het kader van “ervarend leren”, zich voorbereiden op een externe stage, of terugkeer naar het reguliere onderwijs en zich tevens oriënteren op specifieke vakgebieden. - De externe stages zijn onder te verdelen in de oriënterende stage en de beroepsvoorbereidende stage. -
De oriënterende stage zal veelal voor een van tevoren vastgestelde periode aangegaan worden. Doel van deze vorm is dat de leerling kennis maakt met verschillende werkvelden, “leert” stagelopen en went aan de arbeidseisen en de werksfeer in het stagebedrijf. De voortgang wordt vastgelegd in het portfolio van de leerling. De beroepsvoorbereidende stage heeft met name als doel dat de leerling een betere kans maakt op een reguliere arbeidsplaats binnen de gekozen richting of het reguliere onderwijs. Ook hier wordt de voortgang vastgelegd in het portfolio van de leerling. De centrale rol binnen het gehele stageproces is weggelegd voor de stagecoördinator. Deze fungeert als intermediair tussen de leerling, de diverse vestigingen, de school en de arbeidsmarkt. IN de meeste gevallen zal de mentor de stagecoördinator zijn. Voor de toekomst zijn er een aantal ontwikkelingen die voor het stagebeleid binnen het Schip noemenswaardig zijn om te volgen en eventueel verder te ontwikkelen: • Arbeidstraining op ATC, de Basis en de werkwijzer met begeleiding van het Schip • Trajecten: schoonmaak in de groot huishouding (opleiding, certificering, werk • Opstarten trajecten werken in de zorg en werken in de kinderopvang • VCA als basis voor externe stage • Uitvoering project uit voorzorg naar nazorg.
40
40
Onderwijsplan het Schip
passend onderwijs In 2011 zal er passend onderwijs worden ingevoerd in het primair en voortgezet onderwijs. Dat betekent dat scholen de zorgplicht hebben om ervoor te zorgen dat elke leerling op de goede plek in het onderwijs terecht komt. Het Schip gaat uit van de overtuiging dat passend onderwijs geen nieuwe organisatie is, maar een sterke inzet op samenwerking en afstemming tussen bestaande onderwijsvormen. Alleen waar “witte vlekken” zich aandienen moet een onderwijsarrangement worden ingericht. Om dit werkbaar en overzichtelijk te houden opteert het Schip voor een subregionale aanpak. Zo dichtbij mogelijk, zo vroeg mogelijk, zo licht mogelijk. Schematisch wordt onderstaand weergegeven welke bestaande zorgaanbod er is
Passend onderwijs in Twente Beschrijving van het bestaande aanbod in schooljaar 2008 – 2009 in heel Twente Loket passend onderwijs ENSCHEDE
Loket passend onderwijs HENGELO/ Borne/ Holten
Loket passend onderwijs ALMELO e.o.
Loket passend onderwijs Noord Oost Twente
WSNS en SBO • WSNS 8.03 en 8.05 • Spinaker/ Tender • Ariensschool
WSNS en SBO • WSNS 7.01 en 7.02 • Beyaart • De Stiepel
WSNS en SBO • WSNS6.01/6.02/6.03/6. 05/ 6.06 • De Oosteres • De toermalijn
WSNS en SBO • WSNS 8.05 • De Windroos
SWV VO Twente • OPDC Enschede • BC zorglocatie • Loods: rebound • BC praktijkschool • De Wissel praktijkschool • LWOO op 4 scholen • Herstart en op de Rails
SWV VO Twente • OPDC Arcade • SLwoo Wooldermeent • Rebound: Perspectief • Genseler: praktijkschool • LWOO op 4 scholen • Herstart en op de Rails
SWV VO Twente • OPDC ’t Nijrees • Rebound SWV VO • Erasmus praktijkschool • LWOO op 6 VO scholen • Herstart en Op de Rails
SWV VO Twente • Extra zorgklas TCC • LWOO unit TCC • Rebound: Loods • TCC praktijkschool • LWOO op 5 locaties TCC • Herstart en Op de Rails
Cluster 2 • SO Huizingschool • VSO het Maatman • Leerwerktrajecten ATC
Cluster 2 • N.v.t
Cluster 2 • N.v.t
Cluster 2 • N.v.t
Cluster 3 • SO en VSO de Huifkar • OCR Roessingh SO/VSO • Schuttesbosschool • ATC leerwerktrajecten
Cluster 3 • ’t Iemenschoer SO • ’t Korhoen VSO
Cluster 3 • Herderscheeschool
Cluster 3 • N.v.t
Cluster 4 • (SO) / VSO het Schip • SO / VSO Mozaïek (psychiatrie) • Jonge kind (Sloepje) • ATC
Cluster 4 • SO/VSO Onder de Kap • De Kapstok leerwerktrajecten • Jonge kind
Cluster 4 • VSO de Passage • SO / VSO Mozaïek (psychiatrie) • Jonge kind • ATC MOTA • De Bouwsteen
Cluster 4 • VSO de Sluis • Jonge kind • ATC de Basis
41
41
Onderwijsplan het Schip
Om de arbeidsmarktgerichte leerweg van leerlingen op het Schip verder kwalitatief vorm te geven is het Schip een nauwe samenwerkingsrelatie aangegaan met het ATC, arbeidstoeleiding en coaching. Deze instelling bestaat uit een trajectbureau en een aantal uitvoerende projecten. Het trajectbureau verzorgt de intake voor alle aan het ATC toevertrouwde jongeren. Vanuit het trajectbureau wordt er een trajectplan opgesteld en uitgevoerd. Om dat proces te bewaken zijn er een aantal trajectbegeleiders aangesteld die als casemanager voor de jongeren functioneren. In het trajectplan zit een fasering. Jongeren kunnen uitgeplaatst worden in een externe stage, maar ook kunnen zij eerst een plek krijgen binnen een van de eigen projecten die het ATC heeft. Schematisch staat hieronder welke projecten er zijn voor deze jongeren. het Schip heeft haar unit De Helling ingebracht in het ATC. Dat betekent dat jongeren van het schip via een andere wijze in traject worden gezet. Deze trajecten worden bewaakt door de mentor van het Schip die verantwoordelijk is voor het proces van de leerling. Via ATC de Helling wordt aan jongeren een metaal lasopleiding aangeboden die erkend wordt door de SMEOT. Om de toetsing in het kader van kwaliteitsbewaking te garanderen heeft de directeur van het Schip zitting in het dagelijks bestuur van de stichting ATC. Daarnaast heeft de leerling coördinatie regulier overleg over afstemmingszaken in het kader van aansluiting school en ATC.
Trajectbureau:
Intake, coördinatie en trajectbegeleiding
ATC Richtersweg
ATC De Helling
ATC De werkplaats
ATC Coupe int.
ATC De Huifkar
ATC Hairstyling
ATC Coach
Assemblage/ Heftruck/ boekbinderij
Metaal/hout scheepswerf
Assemblage Inpakwerk/ demontage
textiel
Eetcafé/ catering
Kapper/ Opleiding ROC
Traject begeleiding
42
42
Onderwijsplan het Schip
voorkomen voortijdig schooluitval. De opdracht die aan de ketenpartners gegeven moet worden is dat er daadwerkelijk een sluitende aanpak wordt gecreëerd in de overgang van onderwijs naar de arbeidsmarkt. Om in de voorwaardelijke sfeer ervoor te zorgen dat voortijdig uitval wordt voorkomen moet de structuur helder in beeld gebracht zijn.
Onderwijs Iedereen met een diploma gaat door naar een vervolgopleiding of arbeid. Als er geen startkwalificatie behaald wordt door de jongere wordt hij gemeld binnen het actieteam van de gemeente (RMC), als het om integrale problematiek van de jongere gaat en deze niet in traject zit. Of als het om schoolongemotiveerdheid gaat en de behoefte om te gaan werken wordt de jongere gemeld bij ATC
De speciale route. Integrale problemen en/of geen startkwalificatie?
De reguliere route
Onderwijs
Arbeid
ROC/ HBO/
ZAT, zorgplatform, wijkzorgteam/ ATC, arbeidstoeleiding en coaching Gezamenlijk zorgen zij ervoor dat voortijdige uitval wordt tegengegaan. Er is sprake van een een-loket voorziening voor jongeren die nog zijn ingeschreven op een onderwijsvoorziening, maar dreigen uit te vallen.
Toelichting op schema Onderwijs. Het onderwijs leidt op voor diploma. Als een leerling de school verlaat heeft hij feitelijk twee mogelijkheden: of hij gaat verder met een vervolgschool/opleiding, of hij gaat aan het werk. Daar waar er problemen zich voordoen tijdens de schoolloopbaan van de jongere is er in Enschede een ondersteunings- en begeleidingssystematiek ontwikkeld die geldt voor alle scholen van voortgezet onderwijs in Enschede. Jongeren met problemen worden eerst opgevangen binnen de bestaande begeleidingsstructuren van de scholen zelf. Als het lastiger op te lossen is en er is meer advies en ondersteuning nodig wordt een jongere ingebracht in een Zorg Advies Team vergadering. Mocht een jongere in de wijk overlast veroorzaken of anderszins problemen hebben wordt hij ingebracht in een Wijkzorgteam vergadering. Als jongeren uitvallen uit een traject en er is sprake van ernstige problematiek op meerdere leefgebieden dan wordt deze jongere besproken binnen de Anpakk’ngroep. Daar wordt een ultieme poging ondernomen om de jongere weer op traject te krijgen. Het registratiesysteem dat door alle participanten wordt gebruikt is VIS2. Dit eenduidige systeem is de basis van de zorgstructuur binnen Enschede, en binnenkort ook in Noord Oost Twente. ATC, arbeidstoeleiding en coaching is een organisatie die zich in dit schema richt op jongeren die uitvallen op schoolse motivatie. Zij biedt "time-out" trajecten aan aan jongeren die ingeschreven zijn op scholen binnen Enschede. Binnen die trajecten krijgen jongeren coaching, trajectbegeleiding en hulp bij toeleiding naar arbeid(training) of onderwijs. 43
43
Onderwijsplan het Schip
waarborgen voor aansluiting van het onderwijssysteem naar het arbeidsmarktsysteem.
ONDERWIJS. Is verantwoordelijk voor de uitvoering van de leerplicht. Zij heeft haar eigen integrale zorgstructuur,de ZAT. En voor arbeidstoeleiding en coaching, het ATC De overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt is het knelpunt voor een aantal probleemjongeren. Het RMC fungeert idealiter als één-loket voor de speciale trajecten. Zij bewaakt vooral de overgang tussen twee systemen.
JEUGDZORG De jeugdzorg biedt trajecten aan voor de geïndiceerde zorg.
ARBEIDSMARKT
Als jongeren uitgevallen zijn uit het onderwijs en geen werk hebben is er een sluitende structuur om hen aan het werk te helpen. Via het CWI, de uitkerende instantie en als er geen uitkeringsrecht is, de gemeente krijgen jongeren een traject aangeboden. Dit loopt via het actieteam
De Jeugdagenda van de gemeente Enschede spreekt over een gedeelde visie hetgeen belangrijk is voor het jeugdbeleid in Enschede. De sluitende aanpak is een gedeelde visie door alle partners. De gemeente Enschede is groot propageerder van werken in netwerken. Voorgestelde aanpak sluit hierbij aan. Zorg voor fysieke nabijheid van voorzieningen is reeds in beleid gezet als het gaat om de gezamenlijke nieuwbouw van de Rots en het Schip, maar ook de projecten van het ATC vallen hierbinnen. De informatieoverdracht is een belangrijk speerpunt en bron van aanpak bij het ZAT, RMC en ATC. De jeugdagenda zegt dat elke jongere tot 23 jaar moet bezig zijn met: • Een opleiding op eigen niveau. Dit past binnen de reguliere route. • Betaald werk. Dit valt binnen de reguliere route. • Actief zijn in een leer-werktraject. Dit valt binnen het aanbod van speciale routes vanuit onderwijs. • Deelnemen aan een arbeidsmarktgericht-, activerings- of zorgtraject. Dit valt binnen speciale routes vanuit arbeidsinpassing. Dit is het domein van het Schip
44
44
Onderwijsplan het Schip
Op het Schip is een organisatievorm gekozen die een afgeleide vorm is van het Unit Management Matrix. Er zijn een aantal vestigingen met een eigen, omschreven deel van het leerlingenbestand. Aan dat eigen deel van de doelgroep is per vestiging een verschillende vorm van aanpak ten aanzien van de jongere gekozen. Voor het unit management model zijn een aantal kenmerken aan te geven: 1 Elke unit heeft een zekere autonomiteit. 2 Elke Unit heeft een relatie met elkaar. Zij staan niet op een eilandje binnen het geheel van het Schip. 3 Het beleid wordt centraal ontwikkeld vanuit de directie. 4 De unit hebben een eigen financiële verantwoordelijkheid, gebaseerd op het budgetsysteem. 5 Er zijn een aantal centrale staf- en servicefuncties ten behoeve van het hele school gebeuren. Het duidelijkst is dit inzichtelijk te maken via een organogram, voor een uitgebreide toelichting op dit organisatieschema wordt verwezen naar het schoolplan. Schematisch is dat op de volgende wijze in een organogram weergegeven:
Strategische top: bestuursmanager
Bestuur: werkgever
Inhoudelijke staf
Ondersteunende staf
Commissie van begeleiding
Administratie. SSTS: staf en servicebureau. Aavas groep Dienst ICT/ indialoog
vestigingsleider
vestigingsleider
Chez Nous
De Bougie
vestigingsleider
De Sluis
vestigingsleider
AtC De Helling
vestigingsleider
Directie: eindverantwoor delijk (twee portefeuille houders.) Kader: management overleg, wekelijks
elke unit opereert als kleine totaal organisatie met eigen budget.
Educatie
OP de volgende pagina is het organigram verder verduidelijkt.
45
45
Onderwijsplan het Schip
Strategische top: De strategische top bestaat uit de bestuursmanager, samen met de sectordirecteuren en de directeur van het Schip. De directeur en de adjunct-directeur van het Schip zijn verantwoordelijk voor het onderwijs, de organisatie, het financiële beheer, de externe betrekkingen en het personeelsbeleid. Zij zijn richtinggevend bezig en geven de kaders aan waarbinnen het werk moet worden uitgevoerd.
Het kader: Het kader fungeert als lijnmanagement. Deze groep bestaat uit de directie en de vestigingsleiders. Hierin wordt de strategie doorgenomen ten behoeve van de beleidsuitvoering op de verschillende vestigingen. Tevens is het kader het overlegorgaan dat de organisatie bindt.
De units: De verschillende units (vestigingen) zijn de operationele kern van de organisatie. Deze bestaat uit leerkrachten, technisch (pedagogisch) onderwijsassistenten, een creatief therapeut, en de conciërge. Elke unit bestaat uit een vast team met haar eigen taken en verantwoordelijkheden. Er is ruimte voor een eigen schoolklimaat per vestiging mits het binnen de door de hele school gedragen doelstellingen past. ‘Kruisbestuiving’ tussen de units komt regelmatig voor, men kan immers veel van elkaar leren.
De dienstverlenende staf: De dienstverlenende staf is bedoeld voor de hele organisatie. Deze bestaat uit de administratie, servicebureau Consent en administratiekantoor De Aavas Groep.
De commissie van begeleiding: De commissie van begeleiding is verantwoordelijk voor de handelingsgerichte diagnostiek en de inhoudelijke ondersteuning van het onderwijsproces. Zie hiervoor Commissie van begeleiding.
46
46
Onderwijsplan het Schip
De units op het Schip kennen geen klassenstructuur. Op elke unit is een onderwijsaanbod waar leerlingen op kunnen “intekenen”. Zij maken zelf een keuze voor hun dagprogramma, hun weekprogramma, of hun schooljaarprogramma. Voor deze keuze leggen zijzelf verantwoording af. Alle werkers zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het integrale proces op hun vestiging. De vestigingsleider is daarvoor integraal unit-verantwoordelijk. Deze verantwoordelijkheid is neergelegd op zoveel mogelijk managementdomeinen: onderwijs, personeel en organisatie, financien, huisvesting, communicatie. Binnen het systeem van team teaching op het Schip is de gezamenlijk aanpak van het onderwijs een kernzaak binnen de school. 's Morgens wordt de dag voorbesproken en worden afspraken gemaakt. Tijdens de dag worden de lopende zaken kortgesloten met de "kantine" waar de vestigingsleider de werkplek heeft. Aan het eind van de dag wordt met alle collega's de dag geevalueerd. Leerlingen hebben geen vaste begeleider, of leerkracht. Elke leerling kan met elke begeleider werken. Maar het kan ook zo gebeuren dat als het niet "klikt" tussen een begeleider en een leerling dat er dan niet persé met die begeleider hoeft te worden gewerkt. Een leerling kiest zelf wie zijn mentor is. De mentor is een HBO opgeleide medewerker. (dus geen TOA, POA o.i.d) Van belang is voor iedereen helder is hoe de verantwoordelijkheden zijn afgebakend. In het kort komt het neer op: 1 2 3
De directie is eindverantwoordelijk voor het totale onderwijsproces. De unitleider is integraal verantwoordelijk voor het proces op de unit. De mentor is verantwoordelijk voor het proces rondom de leerling die aan hem/haar is toevertrouwd. De mentor verzorgt de rapportage, voert gesprekken met de leerling, ouders, instanties. Hij maakt de handelingsplannen, de verslagen voor leerlingen evaluaties, voert de scoreformulieren in in de computer etc. De technische personeelsleden TOA en POA zijn verantwoordelijk voor het technische product dat wordt geleverd. Daarnaast zijn zij "oog en oor" voor de mentor met betrekking tot de vorderingen van de leerlingen. (Zie hiervoor verder: Personeelsbeleidsplan)
4
Voorwaarden om op een goede manier vorm te geven aan team teaching zoals op het Schip zijn: 1 2 3 4
Er is sprake van voldoende en kwalitatieve informatieuitwisseling. Er is sprake van wederzijds vertrouwen in elkaar bij het uitoefenen van het werk. Er is sprake van echte intervisie. Men onderstreept als volledige team de visie en werkwijze zoals die wordt gehanteerd.
Voordelen van teamteaching op het Schip zijn dat zaken snel en flexibel kunnen worden geregeld. Omdat iedereen wordt betrokken bij alles wat er speelt op de unit voelt elke werker zich verantwoordelijk voor het proces. In de intervisiemomenten is er sprake van sociale ondersteuning van de collega's waardoor stress kan worden gereduceerd. Omdat er meerdere units zijn kunnen collega's wisselen van unit waardoor sleur kan worden voorkomen. Omdat alle leerlingen van een unit te maken krijgt met alle collega's ontstaat er een veel dieper gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Niemand is onbekend of anoniem.
47
47
Onderwijsplan het Schip
De basis van ons omgaan met leerlingen is respect. Hoe kun je respect tonen aan de ander en jezelf : 1
Openheid en doorzichtigheid.
2
Wederzijdse genegenheid en waardering.
3
Onderlinge afhankelijkheid, zonder dat dat bedreigend is voor jezelf of de ander.
4
Er wordt Rekening gehouden met elkaars behoeften.
Een aantal voorwaarden om dat respect te kunnen tonen binnen ons werk: 1
We zijn ons bewust van ons eigen gevoel en onze eigen behoeften.
2
We zijn in staat om onze gevoelens en behoeften te hanteren.
3
We zijn in staat om gevoelens en behoeften van de ander te herkennen.
4
We zijn in staat de gevoelens en behoeften van de ander te hanteren.
5
We kunnen onszelf blijven motiveren om door te gaan, ook als het tegen zit.
Als we met leerlingen aan het werk zijn moeten we niet proberen te veel met woorden te zeggen. Verder moeten we ervoor waken niet te zakelijk te worden. Het is goed om soms ook je eigen emoties te laten zien. Leerlingen hebben immers dondersgoed in de gaten hoe je je voelt. De kapstok van ons handelen ligt altijd in onszelf. De werker is het medium. Dan is het van groot belang dat we uitgaan van onze eigen kwaliteit en dat we spontaan mogen reageren. Het is voor leerlingen uiterst belangrijk dat je voorspelbaar bent. Voorspelbaar betekent veiligheid voor leerlingen. De leerlingen moeten op je terug durven vallen.
48
48
Onderwijsplan het Schip
Welke communicatie vanuit de Roos van Leary past bij het onderwijs aan leerlingen op het Schip De roos is op een dergelijke wijze weergegeven, waarbij de rode begrippen een “rigide stijl” laten zien. Bazig Doordrukkend
commanderend
Leidend Overtuigend
Zich vergalopperen
Behulpzaam Ondersteunend
Koel Afstandelijk
druk
berekenend
Gewenste stijl op het Schip
luisterend ondersteunend
Ontoeschietelijk
overbezorgd
Verongelijkt
onzeker teruggetrokken
slap
Bescheiden Afwachtend
aanhankelijk
Kernbegrippen die passen bij de 7 competenties van de leerkracht die zijn vastgesteld in het kader van het integraal personeelsbeleid zijn: •
Leiden en begeleiden
•
Sturen en volgen
•
Confronteren en verzoenen
•
Conflicten oplossen
•
leerlingen weten dat ze erbij horen en welkom zijn
•
leerlingen laten weten dat ze gewaardeerd worden
•
leerlingen op een respectvolle manier met elkaar laten omgaan
•
leerlingen worden uitgedaagd om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen
• •
Afstemmen op de leerling
•
Rekening houden met verschillen
•
Leerlingen motiveren
•
•
Leerlingen worden positief uitgedaagd om het werk te doen
Voorspelbaar zijn. Grenzen stellen
In de opsomming wordt duidelijk dat er een verschillend arsenaal aan gedragsstijlen nodig is om aan alle voorwaarden te voldoen die passen binnen de competenties. Ook hierbij is duidelijk dat het van belang is dat leerkrachten een “samen-houding” laten zien. Ook hier blijkt dat er wisselend een “boven” of “onder” rol moet worden genomen. Er zijn ook situaties waarbij het nodig is om een sterk sturende, commanderende rol te nemen. Maar ook dat gedrag moet in het belang zijn van de leerling en de groep waarin de leerling zit, en niet in het belang van de individuele leerkracht sec. Een uitgebreid rapport over de pedagogische stijl van personeel op het Schip is te downloaden van www.tschip.nl
49
49
Onderwijsplan het Schip
De organisatie: meerdere vestigingen. Op het Schip zitten gemiddeld 140 leerlingen. Deze jongeren zijn verdeeld over vijf vestigingen. Dat is een bewuste keuze in verband met een voorspelbaar veilig pedagogisch klimaat. Elke vestiging heeft een eigen gebouw met een eigen aanpak. Chez Nous
Deze vestiging gaat uit van het huiskamerprincipe, met een intensieve begeleiding. Naast het schoolaanbod is er ook veel aandacht voor schoolkampen, outward bound activiteiten, klussen e.d. Programma aanbod: Studie, leerwerkplaatsen hout en metaal, consumptieve technieken, creatieve therapie, sport, klussendienst, buitensport, groen De Bougie De Bougie is een leer-/werkplaatsenvestiging waar gewerkt wordt aan het opbouwen en verdiepen van arbeidsattitude en -ritme. Het uitgangspunt is dat jongeren een studieprogramma volgen met een praktijkgerichte leerroute.
Programma aanbod: Studie, zeefdrukwerkplaats, schilderwerkplaats, garagewerkplaats, hout en metaal, sport, textielwerkplaats, klussendienst, consumptieve technieken, assemblagetechnieken
educatie
Educatie
Educatie biedt een gericht scholingsprogramma met een diplomagericht karakter. Er is een duidelijke didactisch programma voor elke individuele leerling met als doel: schakelen naar regulier onderwijs of een intern examenprogramma.
Programma aanbod: studie, sport, Algemene praktische vaardigheden, consumptieve technieken, creatieve vakken, lasopleiding, wijkgerichte activiteiten De Sluis Oldenzaal
De Sluis is de vestiging voor Oldenzaal en omgeving. Via Planmatig Handelen wordt met name de begeleiding van jongeren in Noord – Oost Twente vormgegeven.
Programma aanbod: Studie, opleiding klussendienst, opleiding consumptieve technieken, sport, verzorging, groen
metaal en bouw , technieken, algemene
ATC De Helling
Op de Helling wordt invulling gegeven aan arbeidstraining, arbeidstoeleiding en coaching.
Doel is om afstemming met de arbeidsmarkt te creëren, zodat gunstige schakeling richting werk mogelijk wordt. 50
50
Onderwijsplan het Schip
Hoe breng je de kwaliteit van de organisatie in beeld. Het Schip is al jaren bezig zich te ontwikkelen tot een schoolorganisatie die vanuit een goede, standvastige koers de best mogelijke resultaten probeert te behalen. Om dat te bereiken zijn er vele aspecten van belang die een grote rol spelen. Het Schip heeft in haar analyse van de organisatie en de resultaten gebruikt gemaakt van delen van het zogenaamde INK model.
Dit model bestaat uit twee gedeelten: Organisatie en Resultaat. Het deel organisatie omvat de interne, beheersbare factoren: leiderschap, strategie en beleid, middelen en processen. Het deel resultaten bestaat uit waardering door medewerkers, klanten en leveranciers, en waardering door de maatschappij. Het laatste blok zijn de meetbare eindresultaten. De school heeft haar beleidsdocumenten vorm gegeven op basis van het model van het INK. Op de volgende pagina zijn de strategische keuzes vormgegeven binnen het model.
51
51
Onderwijsplan het Schip
De strategische keuze voor de komende 3 jaar in het INK model gezet In steekwoorden zijn in het INK schema opgenomen welke prioriteiten het Schip stelt voor de komende periode, gekeken vanuit de optiek van de inhoud van het onderwijs.
• De school als “sleutelorganisatie” • Visie en missie opnieuw definiëren en uitdragen • Passend onderwijs: samenwerken • Versterking van de sub-regionale keten
• Lerende school: POP • Versterking teamteaching • Scholing i.v.m. kwaliteitverbetering
• Toelating en plaatsen stroomlijnen • Verdere ontwikkeling digitale handelingsplannen • Nieuwe leerlingenadministratie
• Tevredenheid onderzoeken • Gezamenlijke studiedagen • Leren mogelijk maken •
• Portfolio voor lln • • • • •
Passend onderwijs Loods: rebound Portfolio versterken Kwaliteitszorg Vergroten betrokkenheid ouders
• Doorontwikkeling Loods i.s.m OPDC/zorglocatie • De uitstroomgerichte leerroute
• Tevredenheid ouders 2008 • Tevredenheid leerlingen 2008 • Tevredenheid partners 2009
52
• Diplomering/ certificering
• Verslagen onderzoeken naar tevredenheid • Instroom/ uitstroom uitbreiden • Goede pedagogische gebouwensituatie
• Schoolplan 2008 • Teamteaching en intervisie
• Uitstroomcijfers geschakelde leerlingen • Sociaal jaarverslag
• Uitstroomgerichte competenties
• Nieuwbouw: Sluis en Bougie • ESF
• Jaarverslag: tellen en vertellen
• Imago onderzoek • Donaties, sponsoren • in •
•
52
Onderwijsplan het Schip
INK-model: leidersschap/ organisatie van het onderwijs Leiderschap geeft de manier aan waarop de leiding van de organisatie de koers bepaalt, deze vertaalt naar de dagelijkse werkelijkheid en in steeds wisselende omstandigheden vernieuwt om de overeen gekomen strategie en doelstellingen te realiseren. Er zijn een aantal sub gebieden: 1 richten:
hoe de leiding de koers bepaalt en richting geeft aan de organisatie.
2 inrichten:
hoe de leiding de inrichting van de organisatie op de koers afstemt.
3 verrichten:
hoe de leiding zich persoonlijk inspant om de organisatie te verbeteren en daarbij haar medewerkers betrekt en stimuleert.
In het kader van de beschrijving van het onderwijs kan gezegd worden dat er sprake is van een duidelijke missie en visie in relatie tot het onderwijs. In dit onderwijsplan staat duidelijk verwoord dat "ZORG VOOR EEN GOEDE KOERS" geen lege kreet mag zijn, maar integraal onderdeel moet worden van het gedachtegoed van de school. Daarbij is expliciet de intentieverklaring opgenomen: DE LEERLING STAAT CENTRAAL. Dit betekent dat het primaat ligt bij het werk op de werkvloer. Vanuit de Schipgedachte is er sprake van toewerken naar zelfverantwoordelijke zelfbepaling, waarbij iedereen in de organisatie zelf verantwoordelijk is, maar in gezamenlijkheid, en daarvoor verantwoording kan en wil afleggen.
53
Richten:
Leerlingen zo snel mogelijk schakelen naar onderwijs, werk of ATC, waarbij hij zich normaal gesproken moet kunnen handhaven en ontwikkelen. Elke leerling heeft zijn eigen leerroute en tempo. Daarop wordt aangesloten.
Inrichten:
Elke leerling heeft zijn eigen ontwikkelingstraject. Dat traject is zoveel als mogelijk gebaseerd op de keuzes die de jongere zelf heeft gemaakt. Zijn motivatie is sterk bepalend voor de inrichting van het individuele onderwijsproces. Het is aan het Schip om de motivatie en perspectieven van elke leerling aan te boren en vruchtbaar te maken. Elke leerling gaat met zijn persoonlijke portfolio werken.
Verrichten:
Het onderwijs op het Schip kan alleen dan succesvol zijn als de visie doorgedrongen is bij iedereen die werkt op de school. Zelfverantwoordelijkheid in gezamenlijke verantwoordelijkheid middels teamteaching. Werkers hebben een voorbeeldfunctie, zijn betrokken, hebben aantoonbaar affiniteit met de jongere.
53
Onderwijsplan het Schip
INK-model: strategie en beleid/ organisatie van het onderwijs De manier waarop 't schip haar missie en visie implementeert door een heldere, op alle stakeholders gerichte strategie, die wordt vertaalt in concreet beleid, plannen, budgetten en processen. Er zijn een aantal deelgebieden: 1 oriënteren
hoe de organisatie zowel interne als externe informatie verzamelt en deze gebruikt bij het ontwikkelen van strategie en beleid
2 creëren
hoe de inhoud wordt bepaald, de resultaten worden gemeten en de evaluatie wordt uitgevoerd.
3 implementeren:
hoe de doelstellingen in plannen en budgetten tot uitvoering leiden
De strategie van het Schip ten aanzien van het onderwijs is in wezen eenvoudig uit te leggen: Wat wil de leerling, wat kan hij, en hoe kan de school daarbij aansluiten. Problematischer wordt het als de ontwikkelingswensen van de jongere in het geheel niet aansluit met de denkbeelden die het Schip daarover heeft.
54
Oriënteren:
Bij plaatsing op de school worden leerlingen zoveel mogelijk integraal in beeld gebracht. Vanuit zoveel mogelijk leefwerelden wordt informatie verzameld zodat er een compleet beeld ontstaat over de jongere en zijn omgeving. Daarbij wordt gebruik gemaakt van iedereen die daarin een rol kan spelen. (maatschappelijk werker/ orthopedagoog/ specifiek jongerenwerker/ jeugdagent/ leerplicht/ Wijkzorgteams/multidisciplinair overleg/ sportclub/ jeugdzorg e.d.)
Creëren:
De inhoud van het proces is gebaseerd op planmatige gedragsbeïnvloeding. Alle onderwijsactiviteiten zijn daaraan gerelateerd, en het leerlingvolgsysteem is hierop gebaseerd, aangevuld met de ontwikkelingsverlooplijn. Maandelijks wordt de voortgang gerapporteerd. Elk halfjaar worden handelingsplannen geëvalueerd en bijgesteld. Toegevoegd zijn de uitstroomgerichte competenties en de verdere implementatie van het portfolio voor de leerling
Implementeren:
Met elke jongere wordt een startpositie bepaald en een einddoel waar hij of zij naartoe zou willen uitstromen. Dat traject wordt gefaseerd. Het eerste half jaar wordt gezien als observatie en informatie-verzamelen, vanuit het handelingsplan van de C.v.B Daarna wordt er een individueel handelingsplan opgesteld per halfjaar. Bij uitstroom is er een verwijzingsadvies, en ambulante begeleiding bij uitstroom naar onderwijs. Bij uitstroom naar arbeid wordt gebruik gemaakt van het ATC, arbeids toeleiding en Coaching. En er wordt gestart met het project Uit voorzorg naar nazorg.
54
Onderwijsplan het Schip
INK-model: medewerkers/ organisatie van het onderwijs Hier gaat het om de manier waarop de organisatie haar medewerkers inzet, stimuleert en waardeert om haar strategie en beleidsdoelstellingen te realiseren. Mensen zijn er voor de organisatie, maar Het Schip is er ook voor de mensen. Er zijn drie deelgebieden: 1 organiseren: hoe de organisatie het personeelsmanagement afstemt op strategie en beleid, de vereiste organisatiestructuur, de kernprocessen en de externe ontwikkelingen. 2 investeren:
hoe de organisatie op de toekomst gerichte kennisen vaardigheidsbehoeften vaststelt en uitvoering geeft aan de beschikbaarheid en borging van deze kennis en vaardigheden. Dit alles in balans tussen organisatiebelang en individubelang.
3 respecteren: hoe de organisatie omgaat met de medewerkers en hen betrekken, stimuleren, erkennen en waarderen. Organiseren:
Het onderwijs is georganiseerd rondom kleine units. Dat is een bewuste keuze, omdat dat de veiligheid, voorspelbaarheid en de betrokkenheid vergroot van de leerling in de school. Niemand is anoniem. Het middel om vorm te geven aan het onderwijs is team-teaching waarbij een team van medewerkers gezamenlijk het programma verzorgt voor de leerling. In de toekomst wil het Schip de methodiek rondom team-teaching verder uitbouwen en verdiepen en daar waar mogelijk wetenschappelijk laten onderzoeken. Nu al heeft het project “de andere stroom” teamteaching op het schip onderzocht. Zie ook www.anderestroom.nl
55
Investeren:
Van alle medewerkers die mentor zijn wordt verwacht dat zij de opleiding Master SEN afronden. Daarnaast heeft de school regelmatig scholingsbijeenkomsten met uiteenlopende thema's voor het hele team, of delen daarvan. Om door te groeien naar een excellente organisatie is investeren in scholing een speerpunt voor de school. Tevens zal in de toekomst gezocht gaan worden naar jonger personeel.
Respecteren:
Iedereen binnen het Schip heeft een voorbeeldfunctie naar elkaar en naar de leerlingen toe. Dat betekent dat aandacht en respect. onlosmakelijk verbonden is met teamteaching. Geldelijke stimulansen zijn niet realistisch, zelfverantwoordelijkheid in gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn methodes om werkers te ondersteunen, uit te dagen, en te waarderen op het werk dat zij elke dag presteren.
55
Onderwijsplan het Schip
INK-model: middelen/ organisatie van het onderwijs Hier gaat het om de manier waarop vanuit strategie en beleid middelen worden aangewend om de activiteiten van de organisatie effectief en efficiënt uit te voeren en zeker te stellen dat de middelen daadwerkelijk waarde toevoegen aan de kernactiviteit van de organisatie. De subgebieden: 1 geld:
Hoe de organisatie haar financiële middelen verwerft, toewijst, gebruikt en beheert om de toegevoegde waarde van processen voortdurend te verbeteren. 2 kennis & technologie Hoe vanuit strategie en beleid de nood zakelijke kennis en technologie wordt binnengehaald, ontwikkeld, verspreid, toegepast en geborgd. Hoe wordt zekergesteld dat intellectueel kapitaal wordt beheerd en beschermd. 3 materiaal en diensten Hoe deze middelen worden ingezet voor het maximaliseren van de toegevoegde waarde van de eigen processen en in de keten.
56
Geld:
Het Schip is bij de invulling van haar doelstelling: schakelen naar school en/of arbeid afhankelijk van additionele financiering als zij haar doelstellingen wil bereiken. De trajecten rondom het ATC is een voorbeeld van hoe het Schip zich voor langere termijn wil zekeren. Andere gelden zijn afkomstig van het rijk en hebben betrekking op het OLP budget. Dit budget wordt integraal ingezet, samen met alle gelden die deschool ter beschikking gesteld krijgt. Daarnaast zijn er additionele gelden in de zin van Rebound, Op de Rails, Herstart. bijdrages voor inspanningen, Ook in de toekomst wil het Schip zich blijven inzetten om extra gelden te verwerven (bijvoorbeeld ESF 3).
Kennis & technologie:
Om het bestaande potentieel aan kennis op onderwijsgebied te vergroten wordt voortdurend geprobeerd in te spelen op nieuwe kennis. Deze kennis zit meer in de mensen dan in bijvoorbeeld een othotheek, of andere media. Scholing is een vast onderdeel binnen de schoolbegroting en het Schip vindt ook dat deze gelden ten volle benut dienen te worden. In de toekomst zal het Schip met name investeren in menselijke ontwikkeling.
Materiaal en Diensten:
Om optimaal rendement te halen uit het onderwijsproces is met name in het verleden veel geld uitgegeven om de school zo in te richten dat er sprake is van echte leerwerkplaatsen. Dat betaalt zich terug in leerlingen die gemotiveerder aan het werk gaan. Het Schip stelt haar werkplaatsen ter beschikking aan anderen die passend binnen de doelen van het Schip willen werken aan verbetering van materialen. Het Schip stelt haar diensten ter beschikking voor de projecten: rebound, Herstart en Op de Rails. In 2010 gaat het Schip, samen met de Rots en sportschool Balans gezamenlijke nieuwbouw opzetten vanuit de brede school gedachte voor de doelgroep. Er komt nieuwe huisvesting voor de Sluis in Oldenzaal. De locatie Chez Nous wordt in 2009 grondig opgeknapt.
56
Onderwijsplan het Schip
INK-model: processen/ organisatie van het onderwijs De manier waarop de organisatie vanuit strategie en beleid haar processen identificeert, ontwerpt, beheerst en waar nodig verbetert of vernieuwt gericht op waarde toevoeging voor alle stakeholders. De manier waarop er gezocht wordt naar een gezonde balans tussen procedurele sturing en professionaliteit. De subgebieden: 1 ontwerpen
hoe de organisatie haar processen identificeert en ontwerpt in relatie tot hun bijdrage aan de geformuleerde strategie en doelen
2 beheersen
hoe de organisatie haar processen beheerst om een effectieve, efficiënte en flexibele bedrijfsvoering zeker te stellen.
3 verbeteren & vernieuwen
verbeteren heeft betrekking op het continu aandacht schenken aan het optimaliseren van de bestaande processen. Vernieuwen heeft tot doel het verwerven van nieuwe inzichten en innovatie van processen
Ontwerpen:
De dagelijkse processen zijn opgehangen aan teamteaching binnen kleine units, waarbij iedereen zelfverantwoordelijk is binnen de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Kleine teams die met alle leerlingen werken en te maken krijgen met alle processen die spelen op de vestiging zorgen ervoor dat de betrokkenheid vergroot wordt Het doel: jongeren schakelen naar onderwijs en/of arbeid is onderdeel van de leerlingenevaluaties en leerlingenbesprekingen.
Beheersen:
Kleinschalige units waarbij door middel van teamteaching les wordt gegeven op grond van programma's waarbij leerlingen zelf keuzes moeten maken en daarvoor zich moeten verantwoorden, zorgt ervoor dat de dagelijkse processen beheersbaar zijn. Veranderingen worden snel doorgevoerd en de units zijn zeer flexibel in hun aanpak. Nadeel is dat meerdere units kostbaar zijn. Toch kiest het Schip zeer bewust voor deze organisatievorm. Wekelijks wordt in het managementoverleg gesproken over afstemming van de processen en de verbetering daarvan. Het werken met deze doelgroep is onvoorspelbaar en bewerkelijk. Dat betekent dat de energie om na schooltijd nog inzet te plegen op veranderingen beperkt is. De grootste verbeteringsoperatie zal de invoering worden van passend onderwijs waarbij de samenwerking met alle partners sterker wordt.
Verbeteren & vernieuwen:
Hande lings plan Uit voeren
Bijstellen, vastleggen
doen
Bijstellen, vastleggen verbeteren
Lln . evaluatie
Bijv. Functioner ings gesprek
De dag voor bespreken
School plan
Afspraken voor morgen
57
P.O.P
De dag activiteiten
Bijstellen en vernieuwen
Evaluatie en intervisie
Onderwijsplan het Schip
School beleid uitvoeren Evaluatie in kader dagen
57
INK-model: resultaten waardering door klanten over het onderwijs De manier waarop klanten en leveranciers de inspanningen van de organisatie om aan hun eisen te voldoen waarderen. Klanten: Hoe ervaren zij de kwaliteit van het product en de dienstverlening. Hoe ervaren zij de product en diensten assortiment. Hoe gaat de organisatie in op specifieke wensen van klanten. Hoe kijkt de klant naar de processen binnen de organisatie. Hoe is de bereikbaarheid? Zijn er drempels? Hoe wordt de klant te woord gestaan? Leveranciers: Zie ook de onderdelen zoals het staat bij klanten. Hoer ervaren leveranciers de samenwerkingsrelatie? Hoe hecht is de relatie met de school vanuit de leverancier?
58
Klanten:
De jongere is de primaire klant. Aan zijn traject wordt de meeste inzet besteed. Daarbij kiest de jongere voor de route die hij/zij wil gaan. Daarbij zijn ouders natuurlijk ook klant, maar hun ondersteunende waarde wordt wel getoetst. Klantgericht werken betekent dat we in dienst van de jongere werken. Het Schip wil laagdrempelig zijn en in haar benadering naar jongere en ouders uitgaan van wederzijds respect en waardenvrije benadering. Er zijn verschillende tevredenheidonderzoeken geweest naar de verschillende klantengroepen van het Schip. Zie hiervoor www.tschip.nl
Leveranciers:
De leveranciers zijn in dit geval de verwijzende scholen en instellingen. Het Schip steekt veel tijd en energie in de communicatie met de leveranciers. We proberen om makkelijk bereikbaar te zijn en ons aan gemaakte afspraken te houden. We benaderen de leveranciers zoveel mogelijk als " eerstelijns voorziening" Ook in dit geval is klantvriendelijkheid een kernbegrip. Zie hiervoor het tevredenheidonderzoek bij partners.
Toekomst:
Ook in de toekomst wil het Schip periodiek de tevredenheid van haar partners toetsen. Maar daarnaast wil de school wetenschappelijk onderzoek laten verrichten om de kwaliteit te verbeteren. In 2009 zal de pedagogische stijl worden doorgelicht door de universiteit van Amsterdam.
58
Onderwijsplan het Schip
INK-model: Waardering door de medewerkers over het onderwijs Hoe ervaren, beleven en waarderen de medewerkers de inspanningen van de organisatie om een aantrekkelijke werkgever te zijn. Hoe denkt de medewerker over de leiderschapscomponent? Hoe ervaart hij de strategie en beleid. Voelt hij zich betrokken bij het beleid? Hoe ervaart hij of zij de relatie met de mede werknemers? Hoe denkt de medewerker over de inzet van middelen, en zijn eigen rol daarover? Mag de medewerker van invloed zijn op de processen? Voelt de medewerker dat hij of zij een bijdrage levert aan het maatschappelijk belang van de school? Weet de medewerker wat de resultaten zijn van de organisatie?
Medewerkers
Er is een uitgebreide tevredenheid-enquête gehouden onder het personeel. Dat is allemaal beschreven in een rapport. Zie hiervoor www.tschip.nl In 2009 zal er een nieuw uitgebreid onderzoek plaatsvinden naar de tevredenheid van het personeel over het onderwijs. Als de werkers de belangrijkste factor zijn om de gestelde doelen te halen is het ook in de toekomst van groot belang om de tevredenheid van de medewerkers hoog te houden. Het Schip zal haar best doen om deze component optimaal te houden.
59
59
Onderwijsplan het Schip
INK-model: resultaten Waardering door de maatschappij Hoe ervaart de maatschappij de inspanningen van de organisatie om in bedrijfsvoering rekening te houden met de maatschappelijke behoeften en verwachtingen van de lokale, regionale en nationale omgeving.
Lokale omgeving:
Het Schip participeert zeer nadrukkelijk in het lokale speelveld, omdat daar de meeste leerlingen vandaan komen. Met betrekking tot het onderwijs kan gezegd worden dat er binnen Enschede steeds meer positieve waardering is voor het Schip en haar werkwijze. Participatie in samenwerkingsverband VOSVO, platform 12+, ATC, WeB, vangnetten, overleg passend onderwijs e.d Er is een onderzoek naar de tevredenheid van partners gehouden. Zie hiervoor www.tschip.nl
Regionale omgeving:
Binnen de regio zijn de SSTS partners uit Twente de meest in het oog springende. Met name met de Kapstok wordt intensief samengewerkt in het kader van trajecten met betrekking tot leerlingen. Binnen het REC Oost Nederland wordt de indicatie geregeld en de coördinatie rondom de projecten. Er is een onderzoek naar de tevredenheid van partners gehouden. Zie hiervoor www.tschip.nl
Landelijke omgeving:
In de landelijke omgeving zijn er niet zoveel partners die vanuit het onderwijsinhoudelijke een rol spelen. De landelijke vereniging Cluster 4 heeft een belangrijke rol in verschillende taakgroepen. Daarnaast Middels projecten als De Andere Stroom probeert het Schip aandacht te krijgen voor haar doelen en werkwijze.
Toekomst:
Het Schip is van mening dat de school in het midden van de samenleving staat. Daarom zal zij zich meer dan ook inzetten om de ketenbenadering vorm te geven, waarbij integraal niet alleen een mooi woord is, maar ook een vorm van samenwerken waarbij iedereen van elkaars kwaliteit kan profiteren.
60
60
Onderwijsplan het Schip
9 eindresultaten/ De mate waarin de organisatie in staat is haar financiële en operationele doelstellingen te realiseren.
Eindresultaten
Het Schip formuleert al jaren haar instroom doorstroom en uitstroom cijfers in haar jaarverslag. De vorm van dit verslag zal in de toekomst een zakelijker karakter krijgen. Het doel is schakelen. Dat doel zal in de toekomst hoog worden gehouden. Het is de bedoeling dat er nog maar een paar positieve uitstroom varianten zijn: onderwijs, ATC, of anders (verhuizing, hulpverlening, detentie) Het is de bedoeling dat het uitstroomonderdeel onbekend zo laag mogelijk zal worden gehouden.
19 15 8 5 1
TC
A
C
M
aa tm an
0 R O
O C A
C B
4
Cl us te r
R m
61
1
/W er k Ve rh ui sd
2
2
TC C
In een aantal gevallen gaan deze jongeren via het RMC naar het ATC (arbeidstoeleiding en coaching)
30
30 27 24 21 18 15 12 9 6 3 0
c/ Lp l
Van deze leerlingen zijn er 15 die niet op een positieve wijze in een traject konden worden gezet. Dat is 12.45% Daarmee heeft de school het percentage van negatieve uitstroom in 2007 meer dan gehalveerd. (was 28%)
Waar zijn de uitgeschreven leerlingen naartoe gegaan in 2007
SL
Totaal aantal uitgeschreven leerlingen in 2007: 83
61
Onderwijsplan het Schip
62
62
Onderwijsplan het Schip