Het regenboogje “Plotseling zagen ze allemaal een grote boog aan de hemel. Het was een boog met heel veel kleuren. Je kunt die boog nog steeds zien als er tegelijk regen en zon is. We noemen het de regenboog. Deze regenboog is Gods teken dat Hij een verbond sloot met de hele aarde.” Genesis 9, 16-17
Verloop van de viering
Welkom
Sorry Wens
Luister Zing Bid
Aan
Dank
Deel
Droom
Gedenk
Eet
Hoop
tafel
Welkom Groet
Kruisteken Voorganger:
We zijn hier allemaal samen
Kind en juf samen: in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen! Voorganger:
Welkom in deze kerk. We luisteren en vieren hier samen in Jezus naam!
Samen:
Welkom iedereen!
Welkomstliedje Liedje 1: Iedereen is anders
Liedje 2: Welkom
Sorry Kind: In onze school maken we plezier maken we fouten zeggen we sorry beginnen we opnieuw worden we boos vergeven we geven we knuffels zeggen we ‘ik hou van jou’ hebben we lief!
Juf: Lieve God, we hebben niet altijd ons best gedaan maar willen het graag een volgende keer beter doen. Help Jij ons hierbij?
Wens Liedje: Tot 7 maal 70 maal
Luister Een verhaal van vandaag
Een Jezusverhaal Voorganger: We luisteren naar een verhaal uit de Bijbel. Dit is het woord van God. Het verhaal vertelt over Gods liefde voor iedereen. God praat ook vandaag nog tegen ons. Luister maar!
Jezusverhalen
Baby
Zoekende
Genezende
Jezus
Jezus
Jezus Ruziënde
Jezus
Nieuwe
Jezus
Jonge Feestende
Gevende
Blijvende
Jezus
Jezus
Jezus
Jezus Verrezen
Jezus
Zing Liedje 1: Laat zo je licht maar schijnen
Liedje 2: …
Bid Ik geloof…
Wij bidden …
Voorganger: We verwoorden ons geloof. Ons geloof is samengevat in een bondige tekst.
Kind: Bidden wij dat er licht is in onze ogen; dat we elkaar zien en samen spelen.
Kind en juf samen: Ik geloof in God, de Vader die alles gemaakt heeft. Ik geloof in Jezus die ons leert delen. Ik geloof in de Geest die bij ons is en ons helpt. Ik geloof in mensen, die willen leven zoals Jezus. Ik geloof dat er kleine wondertjes gebeuren als ik wil delen. Ik geloof dat we zo samen gelukkig kunnen leven.
Kind: Bidden wij dat er licht is in ons hart; dat wij onze vriendjes steeds helpen. Kind: Bidden wij dat er licht is in onze gedachten; dat wij steeds nadenken en eerlijke besluiten nemen. Juf: Bidden wij dat er licht is in onze school; dat er vriendschap en gastvrijheid is.
Aan tafel De tafel klaarmaken Voorganger: Laten we de tafel dekken met brood, wijn, bloemen, tekeningen, lichtjes, gebedjes,… Want Jezus nodigt ons uit aan tafel.
Tafellied: Ik bied U dit brood
Dank
Gedenk
Dank U
Jezus is bij ons
Kind: God, Elke dag als ik naar buiten kijk, voel ik mij heel rijk. Ik zie wat Jij mij zomaar geeft: de lucht, het gras, de bloemen, alles wat leeft. De aarde is een mooi juweel. Dat merk ik als ik buiten speel. jij maakt mij heel blij, want Jij geeft vriendjes om te spelen met mij.
Voorganger: ’Op een avond zat Jezus met zijn leerlingen aan tafel. Hij wist dat hij ging sterven. Jezus heeft ons een teken van Zijn liefde gegeven.’ ‘Tijdens de maaltijd nam Jezus het brood. Hij brak het brood en gaf het aan zijn leerlingen. Hij zei: Neem en eet, dit is mijn lichaam’ ‘Op die avond nam Jezus ook de beker met wijn in zijn handen en sprak: Neem en drink, dit is mijn bloed. Blijf dit doen om aan Mij te denken.’ In dit Brood en deze Wijn komt Jezus dicht bij ons. Kind en juf samen: We willen Hem nooit vergeten.
Samen: Dank U wel.
Onze Vader Onze Vader Voorganger: We bidden het gebed dat Jezus aan zijn leerlingen, zijn vrienden, heeft geleerd. Hij geeft het ook aan ons. God is Onze Vader. Wij zijn Zijn kinderen!
Kind en juf samen: Onze Vader Die in de hemelen zijt. Geheiligd zij Uw naam. Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde als in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden Gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren. En leid ons niet in bekoring Maar verlos ons van het kwade. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid Amen!
Vredeswens Vredeswens Voorganger: Jezus heeft aan zijn apostelen VREDE geleerd. Wij geven elkaar ook een teken van die VREDE! Samen: VREDE voor mijn vriendje! VREDE voor de mensen om me heen!
VREDE voor iedereen!
Deel Communie Voorganger: We stappen naar het altaar. We ontvangen de heilige hostie. Dit is het lichaam van Christus, die zijn leven heeft gegeven voor ons, en die voor altijd bij ons zal zijn. Sommige leerlingen ontvangen een heilige hostie. Andere leerlingen geven een hand. Lichaam van Christus Amen
Eet Muziek
Droom We dromen van …
Voorganger: Vragen we dan Gods Zegen: Kind en juf samen: in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen!
Hoop Regenbooglied
Tot ziens!
Jezusverhalen
Baby
Zoekende
Genezende
Jezus
Jezus
Jezus Ruziënde
Jezus
Nieuwe
Jezus
Jonge Feestende
Gevende
Blijvende
Jezus
Jezus
Jezus
Jezus Verrezen
Jezus
De baby Jezus kijkt op! O P K I J K E N
Geboorte van Jezus
(Lc 1,26-38; 2,8-20; 2,25-40)
In Nazareth woont een jonge vrouw. Haar naam is Maria. Ze gaat trouwen met Jozef. Op een dag krijgt Maria bezoek van Gabriël. Hij is een engel van God. ‘Dag Maria’, zegt de engel vriendelijk. ‘De Heer zorgt voor je. Hij zal je zegenen.’ Maria schrikt. Wat bedoelt de engel? Gabriël stelt haar gerust. ‘Wees niet bang, Maria. God houdt van je. Luister! Je zult een kindje krijgen, een zoon. Als hij geboren is moet je hem Jezus noemen. Jezus betekent redder. Hij zal voor altijd de koning van Israël zijn.’ Maria wordt blij. Mag zij de moeder worden van de redder, die God heeft beloofd? Maar een kindje moet toch een vader hebben? Ze is nog niet getrouwd met Jozef. Maria vraagt aan de engel hoe dat kan. De engel zegt: ‘God zelf zal ervoor zorgen dat de baby in je buik gaat groeien. Jouw kindje is de Zoon van God.’ Maria gelooft de engel. Eerbiedig zegt ze: ‘Het is goed wat de Heer doet.’ In Bethlehem, in een stal, waar ook de dieren wonen, wordt Jezus geboren. Maria wikkelt haar kindje in een doek. Ze heeft geen wieg. Daarom legt ze ket kindje in de voerbak van de dieren. Jezus, de Redder van alle mensen is geboren! Uit: De Prentenbijbel, Marijke ten Cate, 2008.
De baby Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
Een wasbeer heeft zwart omrande oogjes, waardoor het lijkt of hij een brilletje draagt om beter te kunnen zien. De mens die zich gedraagt als een wasbeer geeft aandacht aan anderen.
Jezus kijkt heel aandachtig naar de mensen en ziet hen allemaal als een kind van God. Hij vraagt ook aan ons om zo echt naar elkaar te kijken. Wanneer moeder Maria en vader Jozef én alle bezoekers in de stal, naar de baby Jezus kijken, zien ze de Zoon van God.
Een goedgemutste wasbeer wordt gekenmerkt door luisteren naar iemand, waarderen, empathisch handelen en opkijken. Een slechtgemutste wasbeer wordt gekenmerkt door dwepen, iemand ophemelen, onoprecht waarderen en slijmen.
De zoekende Jezus weerstaat! W E E R S T A A N
Jezus in de Woestijn
(Mt 4, 1-11)
Jezus was al veertig dagen en veertig nachten in de woestijn en had honger. De duivel kwam naar Hem toe en zei: ‘Als U de zoon van God bent, beveel dan dat die stenen in brood veranderen.’ Jezus antwoordde: ‘Een mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.’ Toen nam de duivel Jezus mee naar de heilige stad en zette Hem op het hoogste punt van de tempel. ‘Als U de zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: God zal Zijn engelen de opdracht geven om Zijn Zoon op handen te dragen, zodat Hij zijn voet niet pijn doet aan een steen.’ Jezus sprak: ‘Er staat ook geschreven: ‘Stel de Heer, uw God niet op de proef.’ Nu nam de duivel Jezus mee naar een heel hoge berg. Hij toonde Hem alle koninkrijken van de wereld en zei: ‘Dit alles zal ik U geven als U mij volgt.’ Daarop zei Jezus: ‘Ga weg, Satan! Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen Hem.’ Toen liet de duivel Hem met rust. Meteen kwamen er engelen om voor Jezus te zorgen. Bron: http://www.nabbi.be/bijbel/content.php?ID=1679
De zoekende Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
Een steenbok zet zich schrap op zijn rots: hij laat niemand anders toe. Wie te dichtbij komt, riskeert een stevige kopstoot. Een mens die zich gedraagt als een steenbok, kan zijn terrein afbakenen. Hij of zij kan de eisen van anderen weerstaan.
Jezus weerstaat aan de verleidingen de Duivel. Hij weet wie hij wil zijn en worden voor anderen. Een eerlijke herder, oprechte vriend en liefdevolle koning.
Een goedgemutste steenbok wordt gekenmerkt door assertief zijn, keuzes maken, opkomen voor eigen belang en zich ergens in kunnen vastbijten. Een slechtgemutste steenbok wordt gekenmerkt door altijd koppig zijn, egoïstisch zijn, zich steeds verzetten en tegenspreken.
De ruziënde Jezus vecht aan! A A N V E C H T E N
Jezus en de tempelreiniging
(Lc 19)
Toen Jezus met zijn vrienden in Jeruzalem aankwam gingen ze recht naar de tempel. Daar wilde hij zijn. Toen ze er waren, bij die prachtige beroemde tempel, werd iedereen een beetje stil. Want niemand wist wat er zou gebeuren. ‘Hebt u al geld voor de collecte meneer’, zei een man met een eigen loketje. ‘U mag daarbinnen alleen joods geld geven, niet van die Romeinse kwartjes zoals u daar hebt. Voor 2 Romeinse kwartjes, geef ik u 1 echt, door priesters goedgekeurd joods kwartje. Geeft u maar hier.’ Toen werd Jezus kwaad. ‘Wat is dit?’ riep hij. ‘Hebben jullie van God een handeltje gemaakt? Verdienen jullie er goed aan? Ja? Dan zal je God wel dankbaar zijn, he? Je mag je centen houden!’ Jezus gooide het hele loketje om met de man er nog in. En even verderop gooide hij een betaaltafel om. Hij strooide een geldkist rinkelend over het plein en gaf er nog een trap tegen. Overal waren nu winkeliertjes aan het grabbelen en overal stonden mensen te grinniken. Maar Jezus bleef echt kwaad. Hij ging weer terug met zijn vrienden. Het ezeltje liep achter ze aan. De Romeinse politie had alles gezien. Maar ze hadden hem niet durven pakken. ‘Met al die mensen erbij komen er maar relletjes van’, had de hoofdman gezegd en hij had gelijk. ‘Ze denken dat je in de tempel moet zijn om dicht bij God te zijn’, zei Jezus. ‘Ze denken dat je van de tempel moet houden. Voor mij mag die stapel stenen in elkaar donderen. Ik wil van mensen houden.’ Uit: Woord voor Woord kinderbijbel, Karel Eykman – Bert Bouman, 1987.
De ruziënde Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
Met zijn scherpe blik spiedt de havik van hoog in de lucht de omgeving af, speurend naar wat lelijk, vals of slecht is. Een mens die zich gedraagt als een havik, kan aanwijzen wat fout loopt en onjuist is. Hij of zij heeft een kritische blik.
Jezus geeft heel duidelijk aan wat fout loopt. Hij blijft niet onverschillig toekijken. Hij geeft duidelijk zijn mening en droom van Gods wereld mee aan de mensen.
Een goedgemutste havik is gericht op kritisch zijn, iets onderzoeken, iets in twijfel trekken en opkomen voor de zwakkere. Een slechtgemutste havik is gericht op agressief zijn, altijd kritiek geven, uitdagen en roddelen.
De genezende Jezus zorgt! Jezus en de blinde Bartimeüs
z o r g E N
(Lc 18, 35-43)
Op een dag komt Jezus in de buurt van de stad Jericho. Langs de kant van de weg zit Bartimeüs. Hij is blind en bedelt om geld. Hij hoort dat er een heleboel mensen voorbijkomen? ‘Wat is er aan de hand?’ vraagt hij. En iemand antwoordt hem: ‘Jezus van Nazaret komt voorbij!’ Dan begint Bartimeüs hard te roepen: ‘Jezus, heb medelijden met mij!’ De mensen die vooraan lopen zeggen boos tegen hem: ‘Houd toch je mond!’ Maar hij schreeuwt nog veel harder: ‘Jezus, heb medelijden met mij!’ Jezus blijft staan. Hij zegt tegen de mensen: ‘Roep hem eens bij me.’ Dat doen ze. Ze gaan naar Bartimeüs toe. ‘Kom man, opstaan’ zeggen ze tegen hem. ‘Hij roept je.’ Bartimeüs loopt naar Jezus toe. Jezus vraagt hem: ‘Wat kan ik voor je doen?’ ‘Ik wil kunnen zien, Heer’ antwoordt Bartimeüs. Dan zegt Jezus: ‘Je zult kunnen zien. Omdat je zoveel vertrouwen in mij hebt!’ Meteen kan Bartimeüs zien. Wat is hij blij! Hij dankt God voor alles wat er gebeurd is. Voortaan blijft hij altijd bij Jezus. Ook alle mensen die het gezien hebben, danken God. Uit: De Prentenbijbel, Marijke ten Cate, 2008.
De genezende Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
Bevers leven jarenlang in een hecht familieverband. Het zijn bovendien noeste werkers: als dammenbouwers zorgen zij voor een aangepaste biotoop voor heel wat andere dieren. Bevers delen bezittingen met anderen.
Jezus had vele vrienden om zich heen. Jezus heeft tijdens zijn leven voor heel wat mensen gezorgd. Hij kwam dicht bij mensen en kon hen zo genezen. Hij deelde zijn leven met alle mensen.
De goedgemutste bever is gericht op zich verantwoordelijk voelen, zorgen, attent zijn en hulp bieden. Een slechtgemutste bever is gericht op alles weggeven, iemand overbeschermen, teveel verwennen en andermans taken uitvoeren.
De nieuwe Jezus lost! Jezus’ doopsel
L O S S e N
(Mt 3, 1- 17)
Johannes was de neef van Jezus. Hij trok rond in de woestijn. Tegen iedereen zei hij: ‘Maak de weg van de Heer recht!’ De mensen luisterden naar hem. Ze wilden doen wat God vroeg. Ze wilden ophouden met kwaad te doen. Daarom lieten ze zich dopen. Ze gingen kopje onder in de rivier. Dat was het teken van een nieuw begin. Jezus wilde zich ook laten dopen. Maar Johannes zei: ‘Ik doop je niet! Jij zou mij moeten dopen!’ Toch stapte Jezus in het water. De Geest van God daalde als een duif op Hem neer. Een stem uit de hemel zei: ‘Dit is mijn geliefde Zoon. In Hem vind ik vreugde.’ Toen ging Jezus de woestijn in. Uit: En God maakte de mens, Sylvia Vanden Heede, 2006.
De nieuwe Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
Wanneer hij bang is, verdrietig of moe, trekt de schildpad zich terug in zijn schild. Hij zegt geen ja en geen nee als je hem benadert. Kiezen valt hem moeilijk. Een mens die zich gedraagt als een schildpad, is onzeker, twijfelt en weet niet wat te doen.
Jezus laat zich dopen en begint zo met een nieuw leven. Hij gaat de woestijn in om na te denken over wie hij werkelijk is en wat zijn opdracht is in deze wereld.
Een goedgemutste schildpad wordt gekenmerkt door tot rust komen, emoties toelaten, fouten toegeven en reflecteren. Een slechtgemutste schildpad wordt gekenmerkt door negatief denken, zich altijd het slachtoffer voelen, niet zichzelf kunnen zijn en zich laten overdonderen.
De vierende Jezus geniet! G E N I E T E N
Jezus op de bruiloft in Kana
(Joh 2, 1-11)
Op een dag is het feest in Kana, een plaats in Galilea. Twee mensen gaan trouwen. Maria, de moeder van Jezus, is bij het feest. Ook Jezus en zijn leerlingen mogen op het feest komen. Er wordt veel gegeten en gedronken. Na een tijdje is de wijn op. De leider van het feest weet niet wat hij nu moet doen. Dan gaat Maria naar Jezus toe en zegt: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ ‘Maar wat wilt u dan van mij, moeder?’ antwoordt Jezus haar. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ Maria loopt naar de bedienden. ‘Luister’ zegt ze tegen hen. ‘Als Jezus jullie straks iets zegt, moet je dat meteen doen.’ Er staan daar zes stenen waterkruiken. In sommige kan 80 liter water, in andere wel 120 liter. De Joden gebruiken die kruiken met water wanneer ze volgens hun wet iets moeten schoonmaken. Even later zegt Jezus tegen de bedienden: ‘Vul de kruiken met water.’ Dat doen ze. Ze vullen de kruiken tot bovenaan toe. Dan zegt Jezus tegen hen: ‘Schep er een beetje uit en breng dat bij de leider van het feest.’ De leider van het feest proeft ervan. Het is geen water meer, het is wijn! Hij begrijpt niet waar die wijn vandaan komt. Maar de bedienden die het water geschept hebben, weten het wel! De leider van het feest roept de bruidegom. Hij zegt tegen hem: ‘Iedereen geeft zijn gasten altijd eerst de beste wijn die hij heeft. Als ze dan flink gedronken hebben, geeft hij ze minder goede wijn. Maar u doet het net andersom. U hebt de beste wijn voor het laatst bewaard! Dit is het eerste wonder dat jezus deed. Nu geloven zijn leerlingen in hem. Uit: Kijkbijbel, Kees de Kort, 2010.
De vierende Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
Een poes vraagt om geaaid te worden. Ze begint te spinnen en te ronken als je haar vertroetelt. Poezen zijn dankbaar voor wat hen wordt aangeboden.
Jezus stond heel dankbaar in het leven. Hij dankte God, Onze Vader ook vaak uitdrukkelijk. Jezus vierde ook graag feest met vrienden. Hij ging aan tafel met iedereen die hem verwelkomde.
Een goedgemutste poes wordt gekenmerkt door dankbaar zijn, zorg aanvaarden, genieten en iets durven vragen. Een slechtgemutste poes wordt gekenmerkt door te afhankelijk zijn, profiteren, eigen voordeel voorop stellen en dingen opeisen.
De gevende Jezus leidt! L E I D E N
Jezus tijdens het Laatste Avondmaal (Mt 26, 17-36)
Jezus en zijn leerlingen willen het Paasfeest vieren. De leerlingen maken alles klaar voor het eten. Ze zetten het brood en de wijn op tafel. Dan wordt het avond en gaan ze allemaal aan tafel. Onder het eten zegt Jezus opeens: ‘Ik moet jullie iets zeggen. Een van jullie zal mij verraden.’ Ze schrikken heel erg. Een voor een vragen ze: ‘Ik toch niet, Heer?’ Maar dan gaat er een van hen naar buiten, Judas. Hij gaar tegen de hogepriesters zeggen hoe ze Jezus gevangen kunnen nemen. De anderen zitten nog te eten. Jezus neemt het brood in zijn handen. Hij dankt God voor het eten. Hij breekt het brood in stukjes en deelt het uit. Hij zegt: ‘Neem dit brood en eet ervan. Het is mijn lichaam. Zo geef ik mijn leven aan jullie.’ Dan neemt hij de beker met wijn en dankt God. Hij geeft de beker door aan zijn leerlingen. Hij zegt: ‘Neem deze beker en drink eruit. Het is mijn bloed. Zo geef ik mijn leven aan jullie. Je zonden worden nu vergeven. Je hoort helemaal bij God.’ Ze zingen psalmen en danken God. Na het eten gaan ze naar buiten. Ze gaan naar de tuin op de Olijfberg. Uit: Kijkbijbel, Kees de Kort, 2010.
De gevende Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
De leeuw is de koning van de dieren. Hij weet altijd raad en wijst de weg. Hij neemt de leiding stevig in handen.
Jezus geeft leiding en wijze raad zoals de leeuw. Hij toont ons de richting. Hij geeft ons de tekens van Brood en Wijn. Heel zijn leven is een leidraad voor ons vandaag.
Een goedgemutste leeuw is gericht op leiden, organiseren, uitleggen en groepsbevorderend werken. Een slechtgemutste leeuw is gericht op domineren, manipuleren, bevelen en autoritair optreden.
De blijvende Jezus houdt! Jezus en de Heilige Geest
H O U D E N
(Hnd 2,1-42)
De leerlingen van Jezus zijn in Jeruzalem. Ze zijn samen met andere mensen in een huis. Ze bidden en wachten op de heilige Geest. Plotseling horen ze het geluid van de wind. Het hele huis wordt er vol van. Op hun hoofden komen een soort vlammen. Het lijkt wel vuur! Nu weten ze dat de heilige Geest uit de hemel is gekomen. De leerlingen beginnen druk te praten over alle bijzondere dingen die God doet. Ze spreken verschillende talen. Er komen veel mensen op de drukte af. Iedereen verstaat de leerlingen in zijn eigen taal. De mensen zijn verbaasd. Hebben de vrienden van Jezus soms te veel wijn gedronken? Petrus komt naar voren. Hij zegt: ‘Nee, wij zijn niet dronken. Hert is de Heilige Geest! Hij laat ons vreemde talen spreken. Nu kunnen mensen uit alle landen horen wie Jezus is. Jezus is naar ons toe gekomen omdat God van ons houdt. Hij si gedood aan het kruis, maar ook weer levend geworden. Wij hebben het zelf gezien. Nu is hij bij zijn Vader in de hemel. Vandaag heeft hij de heiige Geest gestuurd om ons blij en moedig te maken.’ Veel mensen begrijpen nu pas wie Jezus is. ‘Wat moeten we doen?’ vragen ze. ‘Ga anders leven. Laat zien dat je bij Jezus hoort. Hij zal je redden en je alle verkeerde dingen vergeven!’ zegt Petrus. Veel mensen geloven wat Petrus zegt. Ze willen graag gedoopt worden. De mensen die in Jezus geloven, eten en bidden vaak samen. Ze zorgen goed voor elkaar. Elke dag komen er meer mensen die bij Jezus willen horen. Uit: De Prentenbijbel, Marijke ten Cate, 2008.
De blijvende Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
Vanonder zijn halfgesloten oogleden ziet de uil wel wat er onder hem gebeurt, maar hij laat het gebeuren. Hij houdt zijn snavel toe; zijn geheim blijft bewaard. Een mens die zich gedraagt als een uil, wil soms alleen zijn. Hij of zij blijft op afstand. Hij of zij wil niet overal aanwezig zijn en vertelt weinig over zichzelf.
Jezus komt onverwacht terug bij de leerlingen. Tijdens zijn leven toonde Hij wie Hij was en tegelijkertijd benadrukte hij dat de leerlingen moesten zwijgen. Het leek wel alsof hij een groot geheim met zich meedroeg. Jezus laat de leerlingen met Pinksteren ervaren dat hij nu op een andere, mysterievolle manier bij hen is en blijft.
Een goedgemutste uil is gericht op observeren, een geheim bewaren, er niet op ingaan en filosoferen. Een slechtgemutste uil is gericht op uit de hoogte doen, zich afsluiten voor anderen, zich nooit laten kennen en zich steeds afzijdig houden.
De jonge Jezus toont zich! Z I C H
T O N E N
De twaalfjarige Jezus in de tempel
(Lc 2, 41-52)
Door de heuvels van Judea loopt een lange rij mensen,. Jozef, Maria en Jezus lopen ook mee. Ze zijn op reis naar Jeruzalem om het Pesachfeest te vieren. Dat doen ze elk jaar. Op het Pesachfeest denken ze terug aan de dag dat God de Israëlieten heeft bevrijd uit Egypte. Het is ver lopen naar Jeruzalem. Maar de mensen zijn blij. Zingend komen ze de stad binnen. Ze gaan naar de tempel om te bidden en God te dienen. Jezus bidt ook. Hij vindt het fijn om in de tempel te zijn. Hier woont God, zijn Vader. Hier voelt hij zich helemaal thuis. Het Pesachfeest is afgelopen. Jozef en Maria gaan terug naar huis, samen met heel veel andere mensen. Jezus loopt niet bij hen. Hij loopt vast met de andere jongens mee, denken ze. Hij is tenslotte al twaalf! Maar als ze Jezus de hele dag niet zien, worden Jozef en Maria ongerust. ‘Hebben jullie onze zoon Jezus gezien?’ vragen ze aan iedereen. Nee, niemand heeft hem gezien. Geen mens weet waar Jezus is. Jozef en Maria gaan terug naar Jeruzalem. Pas na drie dagen zoeken, vinden ze Jezus. Hij is in de tempel. Heel rustig zit hij daar, tussen de leraren. Hij luistert naar hen en praat met hen. ‘Wat weet hij veel en wat is hij verstandig!’ zeggen de mensen verwonderd. Jozef en Maria zijn blij dat ze Jezus gevonden hebben. Maar ze zijn ook een beetje boos. ‘Kind’ zegt Maria. ‘Waarom deed je dit? Je vader en ik hebben uren naar je gezocht.’ Jezus kijkt hen aan. ‘U begrijpt toch wel waarom ik hier nog ben? Zegt hij. ‘Dit is het huis van God, mijn Vader?’ Dan gaan ze samen terug naar Nazaret. Uit: De Prentenbijbel, Marijke ten Cate, 2008.
De jonge Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
De pauw laat zijn mooiste veren zien. Hij durft ook de minder fraaie achterkant van zijn veren te laten zien. Iemand die zich gedraagt als een pauw toont zichzelf, stapt naar anderen toe, neemt contact op en biedt zich aan.
Jezus toonde zich aan de mensen zoals hij echt was. Hij stapte naar de mensen toe. Hij vertelde hen over zijn opdracht en over zijn Vader in de hemel.
Een goedgemutste pauw is gericht op beperkingen en talenten (h)erkennen, trots zijn, zich goed voelen en contact leggen. Een slechtgemutste pauw is gericht op opscheppen, zich steeds vooraan willen plaatsen, willen opvallen en pronken.
De verrezen Jezus volgt! V O L G E N
De Emmaüsgangers
(Lc 24, 13-41)
Twee leerlingen van Jezus zijn na zijn dood op weg naar Emmaüs. Dat is een dorp dicht bij Jeruzalem. Ze vinden het heel erg dat Jezus dood is. Ze praten er de hele tijd over. Dan komt iemand bij hen lopen. Dat is Jezus. Maar ze zien niet dat hij het is. Hij vraagt waar ze met elkaar over praten. Ze zeggen tegen hem: ‘Wij praten over Jezus. Wij hoopten dat hij ons volk Israël zou bevrijden. Maar de leiders van het volk hebben hem gekruisigd. Nu is hij dood. Een paar vrouwen zeggen dat hij leeft. Die zijn bij zijn graf geweest, maar daar was hij niet meer.’ Jezus zegt tegen hen: ‘Alles wat er met hem gebeurd is, staat al in de bijbel. God wilde dat dit allemaal zo gebeurde. Geloven jullie dat dan niet?’ Ze komen aan in Emmaüs. De mannen vragen aan Jezus: ‘Blijf toch bij ons eten, het wordt al donker.’ Jezus gaat met ze mee naar binnen. Ze gaan aan tafel. Jezus dankt voor het eten. Hij neemt het brood. Hij breekt het in stukjes en geeft het aan de mannen. Opeens zien ze dat het Jezus is. Maar dan is hij weg. De mannen zeggen tegen elkaar: ‘Wat heeft hij ons de bijbel goed uitgelegd.’ Ze gaan meteen terug naar Jeruzalem. Daar vertellen ze het grote nieuws aan de anderen: ‘De Heer is echt uit de dood opgestaan.’ Uit: Kijkbijbel, Kees de Kort, 2010.
De verrezen Jezus Het axendier
Het Jezusbeeld
De kameel is een volgzaam woestijndier. Hij loopt mee in de karavaan en draagt alle lasten.
Jezus vraagt je om hem te volgen.
Een goedgemutste kameel wordt gekenmerkt door volgen, om raad vragen, gehoorzamen en gezond nieuwsgierig zijn. Een slechtgemutste kameel wordt gekenmerkt door meelopen, nooit initiatief nemen, te afhankelijk zijn, te onderdanig zijn.
Hij wandelt met mensen mee, ook al zien we hem niet altijd. Toch is Hij er, Hij leeft! Hij draagt ook jouw lasten mee.