MEMO
BOOMADVIES WINDEMULLER www.windemuller.nl
Ter attentie van cc: Opgesteld door
M.A. Windemuller
Datum
April 2014
Projectnummer
1212 WBA
Onderwerp
‘Veterane snoei’ of ‘retrenchment pruning’ van oude bomen.
INLEIDING De laatste jaren is er in de boomverzorging meer aandacht voor ‘ouderenzorg’. Gedoeld wordt daarmee op het begeleiden van het insterven of “terugtrekken” van de primaire kroon van oude bomen. Dit gebeurt door het verdrogen en afsterven van takken in de hogere kroondelen, waarbij door het uitbotten van adventief knoppen dieper in de kroon en op de stam, een kleinere, secundaire kroon wordt gevormd waarmee de boom in principe nog een lang leven voor zich heeft. Dit memo gaat hier nader op in met de bedoeling wat meer licht te brengen in dit wat vergeten aspect van het beheer van oudere bomen.
Het ouderdomsproces van bomen: van ontkiemen tot dood
A B C D E Stadia A-B Jeugd, niet bloeiend > Jonge boom, hoge vitaliteit. eerste Groei beïnvloed door wortelmycorrhiza. ontB-C Eind jeugd, jong volwassen > Continuering snelle groei. wikkeGeringe hoeveelheid niet funktionerend ling weefsel. C-D Geheel tot laat volwassen > Bereikt maximale hoogte. geheel Doodhoutschimmels aanwezig. tot laat Maximale bloei en zaadproductie. volwasNatuurlijke taksterfte en toename niet sen functionerend weefsel. D-E Vroeg veteraan stadium > Terugsterven van kroon. veteToename vegetatieve vitaliteit in lagere raan kroon, schimmelaantastingen, houtrot. (afta> Verder terugsterven kroon, verkleining kelings E-F Laat veteraan stadium levende kroon. fase) Verdere uitbreiding holtes, kernrot Afname vitaliteit. F-G Afstervings fase > Terminaal stadium en uiteindelijke dood Maximale houtontbinding en compostering.
F Jaarringen Toename in dikte
Constante dikte
Vermindering dikte Duidelijke vermindering in dikte Jaarringen zijn in toenemende mate in omtrek doorbroken
G Ontkieming Geringe bijdrage groeiplaats
Hoge vitaliteit
Toename voedingselementen voor schimmels en kolonisatie
Toenemende vitaliteitsvermindering
Dood
Samengesteld door Neville Fay of Treework Environmental Consultancy, designer Christine Kirkley, vertaling en bewerking Bomenstichting, 2007
VETERANE BOMEN Veel volwassen bomen hebben op een gegeven moment hun maximale omvang bereikt. Na dit hoogtepunt kan het alleen maar bergafwaarts gaan, de achteruitgang begint. Aftakeling bij bomen is niet altijd hetzelfde als het hebben van een slechte conditie of gebrek aan vitaliteit. Aftakeling houdt in dat de (primaire) kroon zich terug gaat trekken waarbij vaak lager in de boom een nieuwe compactere (secundaire) kroon gevormd wordt. Dit is het begin van de
VETERANE SNOEI ALGEMEEN-‐vrs 1.5.docx
page 1 of 5
MEMO
BOOMADVIES WINDEMULLER www.windemuller.nl
veterane fase.
De veterane fase kan langer duren dan de jeugd- en volwassen-fase van de boom bij elkaar. Feitelijk dient zich een nieuwe levensfase aan. Bij de overgang naar deze en daarop volgende levensfases zullen takken of delen daarvan worden afgestoten om de kroon te reduceren en de mechanische belasting te verminderen. In de natuur gebeurt dit door het uitbreken van delen van de kroon bij extreme weersomstandigheden (bliksem, storm, ijzel). Daarbij ontstaat in de binnenkroon meer lichtinval waardoor nieuwe scheuten ontstaan die het begin van de ontwikkeling van een nieuwe verkleinde kroon aangeven. In de bewoonde omgeving kan het proces van de ontwikkeling naar de veterane fase om veiligheidsredenen niet helemaal aan de natuur over gelaten worden en zal dus moeten worden begeleid.
BEGELEIDEN NAAR DE VETERANE FASE Bij het begeleiden van de bomen naar de veterane fase gaat het primair om de boom op een veilige wijze de overgang van fase D naar fase E en F te laten doormaken, zie model op blz. 1. Belangrijke aandachtpunten zijn daarbij: •
Veiligheid: de omgeving wordt bij voorkeur extensief gebruikt;
•
De uitvoering moet in fasen plaatsvinden. Te veel snoei in een keer leidt tot te uitbundige vorming van jonge twijgen wat later weer moet worden gecorrigeerd (extra onderhoud);
•
Zorgen voor voldoende licht voor jonge takken die zich binnen in de primaire kroon ontwikkelen;
•
Tijd; afhankelijk van de fase waarin men met de snoei begint kan het ‘terugtrekken’ van de primaire kroon proces enkele jaren tot enkele decennia duren;
•
Aanwezigheid van dood hout waarin diverse organismen kunnen leven, als het mogelijk is in en op de boom maar ook op de grond rondom de boom;
•
Ongestoorde onverharde groeiplaats, liefst voorzien van een mulchlaag;
•
Als de primaire kroon van een boom al deels is afgestorven en de boom ook al een duidelijk begin van secundaire kroon gevormd heeft, dan kan het terugnemen van de kroon met kortere intervallen en/of in minder stappen worden uitgevoerd dan op pag. 3 in het voorbeeld is aangeven;
•
Zie het model ‘Voorbeeld van veterane snoei gebaseerd op een individueel boombeheerplan van 30 jaar’ op pag. 3.
ECOLOGISCHE ASPECTEN De ecologische betekenis van veterane bomen voor flora, fauna en schimmels is groot. Staand dood hout, gedeeltelijk omgeven door het levende deel van de boom, is het habitat van veel geleedpotigen (o.a. insecten) en larven daarvan die op hun beurt weer tot voedsel dienen van vogels en zoogdieren. Holten bieden vogels en vleermuizen schuilplekken die in stedelijke bebouwing niet veel meer te vinden zijn. Mossen en zwammen vinden een micromilieu waarin ze zich kunnen ontwikkelen. Kortom, veterane bomen dragen, evenals het laten liggen van dode bomen in het bos, in belangrijke mate bij tot de instandhouding van een grote biodiversiteit. Daarbij zijn het vanuit het oogpunt van natuureducatie leerzame objecten. VERSCHIL MET KANDELABEREN Bij het kandelaberen in de volwas-fase worden de gesteltakken ‘op stomp’ gezet, geknot. Het grote verschil met veterane snoei is daarmee letterlijk zichtbaar. •
Er blijft een stam over met enkele sterk ingekorte hoofdtakken, vaak meer dan 50% van de lengte;
• • •
De vuistregel van maximaal 20 % snoei wordt ruimschoots overschreden; Er wordt geen rekening gehouden met de natuurlijke kroonvorm en het duurt lang (20 - 40 jaar) tot de boom zijn natuurlijke vorm weer terug krijgt; Het is een uiterste noodmaatregel als kappen het enigste alternatief is;
•
Sommige bomen verdragen deze ingreep goed (eik, linde), maar andere doen dat minder goed en gaan er zelfs vaak voortijdig aan ten gronde (o.a. beuk).
VOORDELEN VAN VETERANE SNOEI •
Bijdrage aan een grotere biodiversiteit.
•
Bomen blijven langer "jong", dat wil zeggen hun vermogen om te regenereren blijft in stand doordat er altijd een voldoende groot aantal actieve eindknoppen aanwezig blijft.
VETERANE SNOEI ALGEMEEN-‐vrs 1.5.docx
page 2 of 5
MEMO
BOOMADVIES WINDEMULLER www.windemuller.nl
•
De hormoonhuishouding (o.a. productie van auxine) blijft daardoor eveneens in stand, waardoor de vorming van andere hormonen door de wortel, die op hun beurt weer de groei van scheuten bevorderen, onbelemmerd kunnen doorgaan. Veterane snoei houdt zodoende dus een verjongingskringloop in stand.
•
De breukgevoeligheid van de stam, kroon, en / of individuele takken neemt gaandeweg af en kan beter gecontroleerd of gestuurd worden (bijv. door vermindering van de hefboomwerking en aangrijpingspunten voor de wind).
•
Het in fasen terugsnoeien van de boomkroon zorgt voor een betere aanpassing aan de lichtomstandigheden dan bij een snoei waarbij alles in één keer wordt weggezaagd. Dit is vooral van belang bij bomen waarvan de bast gevoelig is voor zonnebrand.
•
Het creëren van grote wond oppervlakken in nog levend hout kan worden voorkomen.
NADELEN VAN VETERANE SNOEI •
De onderhoudskosten zijn ten opzichte van een normale extensief verzorgde oude boom hoger.
Voorbeeld van ‘veterane snoei’, gebaseerd op een individueel boombeheerplan van 30 jaar
Verhouding Periode waarin de kroonreductie Aantal fases om de kroonreductie Periode tussen opeenvolgde fasen kroonhoogte (a) / wordt uitgevoerd (aantal jaren). te realiseren (Inclusief de 1e fase) (jaren). stamhoogte (b) 4:1 30 6 6 3:1 20 5 5 2:1 16 5 4 1:1 12 4 4 Voorbeeld van een boom met kroonhoogte / stam verhouding van 3:1 Fase 1 Begin fase Standaard 10 % kroonreductie (afhankelijk van de vitaliteit kan hiervan afgeweken worden, echter nooit meer dan 20%) Fase 2, 3 en 4 Tussenfase Standaard interval van 5 jaar (afhankelijk van onderzoek, vitaliteit en reactie op eerder genomen maatregelen). Fase 5 Laatste fase Voorafgegaan door inspectie. Doel om de gewenste eindhoogte te bereiken, meestal 5 jaar na fase 4. Bron: Neville Fay Treework Enviromental Practice 2008
In Twente zijn H.Slootjes -‐TouchTrees en Boomadvies Windemuller sinds 2008 nauw betrokken bij de praktische uitvoering van veterane snoei, o.a. enkele veterane bomen in Stad Delden waaronder de Kozakkeneik aan de Benteloseweg.
VETERANE SNOEI ALGEMEEN-‐vrs 1.5.docx
page 3 of 5
MEMO
BOOMADVIES WINDEMULLER www.windemuller.nl
VOORBEELD
Bron: BaumZeitung, Zeitschrift für Baumpflege u nd Arboristik, nr. 2 2013, blz. 35.
VETERANE SNOEI ALGEMEEN-‐vrs 1.5.docx
page 4 of 5
MEMO
BOOMADVIES WINDEMULLER www.windemuller.nl
GERAADPLEEGDE LITERATUUR:
Read, Helen; Het Beheer van Veterane Bomen (org. titel: Veteran Trees, a guid to good management), Inverde, Belgie, 2012, ISBN 978 90 820 3380 9. Fay, Neville, MA (Hons), MICFor, MArborA, FLS, FRGS, FRS: Conservation Arboriculture, Learning from old trees, artists and dead poets Fay, Neville, Retrenchment Pruning, 2005, www.treeworks.co.uk Fay, Neville: www.treeworks.co.uk/press_releases_publications.php Read, Helen: Veteran Trees, a guide for good management (febr. 2000) Fay, Neville: Natural Fracture Pruning Techniques and Coronet Cuts, www.treeworks.co.uk Anonymus: Notes On Arboricultural Techniques For Veteran Trees Anonymus: Identifying Vetran trees, www.durhamveterantrees.org.uk Brudi, Erk, ‘Retrenchment Pruning”, Ein neuer Weg um alte Baume zu pflegen?, AFZ-DerWald 8/2009, http://www.treeworks.co.uk/downloads/2009-08-425-Brudi.pdf Roloff, Prof. Dr. A. Baumkronen, Verständnis und praktische Bedeutung eines komplexen Naturphänomens, Ulmerverlag, Stuttgard, 2001, ISBN 3-8001-3193-5. Das Kletterblatt, 16 2008; Kurszeitschrift der Münchner BaumKletterschule, http://www.baumkletterschule.de/cms/upload/Kletterblatt/KB_08_Seite_01bis46.pdf
INHOUDELIJKE TOETS: Ir. J. Kopinga, Alterra, Wageningen.
VETERANE SNOEI ALGEMEEN-‐vrs 1.5.docx
page 5 of 5