Onderwijsprofiel
Colofoon
Het onderwijsprofiel van kath. basisschool de Bosbouwers is opgesteld door: -
Els Verstraeten Dineke Welters Lilian Schuurman
(Intern begeleider, kath. basisschool De Bosbouwers) (Intern begeleider, kath. basisschool De Bosbouwers) (directeur, kath. basisschool De Bosbouwers)
Met dank aan: -
Fons Slot
(Consulent, Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Haarlemmermeer)
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
2
Inhoudsopgave
Inleiding
bladzijde 4
Het onderwijsprofiel Passend Onderwijs Haarlemmermeer
bladzijde 5
De Bosbouwers Algemene informatie over de school
bladzijde 6
Opbrengst gericht werken en verbetertrajecten
bladzijde 11
De toetskalender
bladzijde 12
De leerresultaten Spelling Rekenen DMT Begrijpend lezen
bladzijde 13
Leerstofaanbod groepen 1 en 2
bladzijde 15
Leerstofaanbod groepen 3 t/m 8
bladzijde 17
Leertijd per vakgebied
bladzijde 22
Didactisch handelen
bladzijde 23
Pedagogisch handelen
bladzijde 25
Klassenmanagement
bladzijde 31
Verklarende woordenlijst
bladzijde 33
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
3
Inleiding
Katholieke basisschool De Bosbouwers ‘Met plezier van en aan elkaar leren’. Dit document is het onderwijsprofiel van basisschool De Bosbouwers. Basisschool De Bosbouwers is een katholieke basisschool in Hoofddorp. De school ligt in de wijk Overbos in Hoofddorp. Het is de enige katholieke basisschool in deze wijk, gelegen op een scholeneiland samen met een openbare school en een school voor speciaal basisonderwijs. De wijk Overbos is gebouwd in de jaren 1983–1989. De bewoners komen uit alle lagen van de samenleving. Zo is de schoolgemeenschap ook opgebouwd en daar zijn wij heel blij mee. We vinden onze schoolgemeenschap een goede afspiegeling van de huidige maatschappij. De school heeft een hoofdgebouw bestaande uit twaalf lokalen en een dependance (4 lokalen) die op een kleine vijftig meter afstand van het hoofdgebouw ligt. De school wordt vooral bezocht door kinderen uit de wijk Overbos en Floriande (de eilanden 7 t/m 12), maar ook uit de omliggende wijken, waaronder Bornholm en Toolenburg. Op het scholeneiland zijn twee sportzalen, een peuterspeelzaal, kinderopvang en een wijkcentrum gehuisvest. Op het grasveld of op het geasfalteerde (voetbal)veld kunnen we bij mooi weer heerlijk buiten sporten. Zo hebben we op ons eiland alles dicht bij de hand en zien we het als een ‘breed’ scholeneiland. Basisschool De Bosbouwers bestaat vanaf 1983. Bij aanvang van het schooljaar is het leerlingenaantal gemiddeld 375 leerlingen. Deze leerlingen zijn verdeeld over 15 groepen. Er is sprake van een stabiel leerlingenaantal. Er werken 29 medewerkers op de school, bestaande uit een directeur, onderwijzend personeel (groepsleerkrachten en vakleerkracht gym) en onderwijs ondersteunend personeel ( onderwijsassistente en conciërge). Met dit team verzorgen wij het onderwijs aan onze leerlingen. Onze onderwijsvisie is samen te vatten in de volgende omschrijving: “Samen spelen en leren in een sfeer waarin ieder kind zich veilig en geborgen voelt, zich gewaardeerd weet en meetelt. In dit klimaat hebben de kinderen de mogelijkheid zich optimaal te ontwikkelen, aan én van elkaar te leren, en wel op een wijze dat ieder voldoende vertrouwen heeft in het eigen kunnen om, nu en in de toekomst, zelf verantwoord keuzes te kunnen maken”. In dit onderwijsprofiel beschrijven wij het huidige bekwaamheidsniveau van de school en de wijze waarop het onderwijs, vanuit bovenstaande visie, wordt vorm gegeven. Meer informatie over de school vindt u op de website. Lilian Schuurman, directeur.
Katholieke basisschool de Bosbouwers Liesbos 10-12 2134 SB Hoofddorp Telefoon: 023-5553290 E-mail: info@de bosbouwers.nl Website: www.debosbouwers.nl
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
4
Het onderwijsprofiel Passend onderwijs Haarlemmermeer Een onderwijsprofiel van iedere school bestaat uit een basiszorg, een breedtezorg en een dieptezorg (zie landelijk referentiekader). In het Samenwerkingsverband Haarlemmermeer spreken we van een basisaanbod, een breedteaanbod en een diepteaanbod en formuleren scholen een plusaanbod. De onderwijsprofielen van de PO, SBO en SO scholen gezamenlijk leveren een onderwijscontinuüm op, waarmee wij alle leerlingen een passend onderwijsaanbod kunnen geven. Het breedte- en het diepteaanbod op onze scholen is een intensivering van de onderwijsaanpak zoals de school het biedt in het basisaanbod. Dit geldt voor alle vormen van onderwijs. De onderwijsprofielen geven zicht op het onderwijsaanbod voor alle leerlingen in een school. Het onderwijsprofiel moet een zichtbare kwaliteit van onderwijs waarborgen. Een goed gedifferentieerd onderwijsaanbod op de basisschool zorgt ervoor dat veel leerlingen thuisnabij onderwijs kunnen volgen en slechts een beperkt aantal leerlingen een beroep hoeft te doen op het diepteaanbod. Het onderwijsprofiel is een instrument in handen van de schooldirecteur om het onderwijsaanbod gericht te bekijken en te beoordelen. Waar nodig, kan er met het team worden ingezet op verbetering of verandering. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn:
Planmatig werken De leerresultaten Een helder geformuleerd onderwijsaanbod en effectieve methodieken. De bewaking van de leertijd. De instructievaardigheden Het (pedagogisch) klimaat Het klassenmanagement
We sluiten aan bij de begrippen in het waarderingskader van de inspectie en bij de vele kwaliteitsinstrumenten. Het zijn die elementen uit het primair proces die direct invloed hebben op de leerresultaten van de leerlingen. Het onderwijsprofiel hangt op deze wijze sterk samen met het onderwijskundig deel van het schoolplan en de onderdelen uit het kwaliteitssysteem van de school. Op iedere school is in het onderwijsprofiel beschreven hoe de school deze onderwijskwaliteit definieert en monitort. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn voor al onze scholen gelijk. De onderdelen moeten beschreven worden in concreet waarneembaar gedrag. Het gedrag is meetbaar en beschreven in termen van ‘wat zie ik’. We vinden dat iedere school of ieder schoolbestuur zelf de elementen uit het onderwijsprofiel inhoudelijk vorm moet geven en eventueel een eigen ambitieniveau moet formuleren. Het betekent dat de onderwijsprofielen qua vorm vergelijkbaar zijn, maar qua inhoud per school en per bestuur moeten verschillen om te komen tot een dekkend netwerk.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
5
De Bosbouwers (algemene informatie) De organisatie van de school Groepering De basisschool is gericht op onderwijs aan kinderen van 4 tot 12 jaar. Onze school werkt met jaargroepen die meestal één leeftijdsgroep hebben. Er kan ook sprake zijn van meerdere leeftijden in een groep: we noemen dat een heterogene samenstelling. Er zijn acht jaargroepen. De vierjarigen starten in groep 1 en aan het eind van groep 8 gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. De eerste twee jaren zitten de kinderen in een heterogene groep 1-2, dus de vier- t/m zesjarigen zitten bij elkaar in één groep, in één lokaal, met een eigen leerkracht. Na groep 1-2 doorlopen de kinderen de jaargroepen 3 t/m 8. De school streeft naar enkele jaargroepen, maar het kan voorkomen dat er twee jaargroepen moeten worden gecombineerd. We noemen dit dan een combinatiegroep. De samenstelling van de groepen wordt jaarlijks in juni bekend gemaakt. In de groepen wordt getracht zoveel mogelijk in te spelen op de individuele behoefte van kinderen. Het schoolteam werkt aan een systeem van onderwijs dat erop is gericht het lesgeven, de groepsorganisatie en het contact met de leerlingen te optimaliseren. In sommige vakgebieden wordt er gedifferentieerd, d.w.z. wordt de leerstof op verschillende niveaus aangeboden. In andere vakken, bijvoorbeeld de creatieve en de zaakvakken wordt meer klassikaal gewerkt. De zelfredzaamheid van de kinderen en het samen, van en aan elkaar, leren speelt in ons systeem een belangrijke rol. De gemiddelde groepsgrootte in onze school ligt op ongeveer 26-28 kinderen. Organisatie van zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Er zijn altijd kinderen met specifieke behoeften op een school. Dat kan te maken hebben met een leerachterstand, met een kleine lichamelijke handicap of met meerbegaafdheid. De zorg voor deze kinderen is toevertrouwd aan de intern begeleider en de betreffende groepsleerkracht van het kind. De samenstelling van het team Wie werken er in de school? We onderscheiden in de school een aantal functies te weten directeur, intern begeleider (is belast met de coördinatie van de zorg voor kinderen met een speciale behoefte), bouwteamcoördinator (is belast met de leiding van een bouwteam) remedial teacher (is belast met directe hulp aan kinderen die extra zorg behoeven), onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel. Het onderwijsondersteunend personeel op onze school wordt gevormd door de conciërge en de onderwijsassistent/administratief medewerkster. Naast functies kennen we ook taken, vooral bij het onderwijzend personeel. Naast lesgevende taken hebben leerkrachten ook andere werkzaamheden (taken) te doen, zoals:
de voorbereiding van een schoolactiviteit of buitenschoolse sportactiviteit, het kiezen en implementeren van een nieuwe methode, huishoudelijke taken, volgen van de ICT-ontwikkeling.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
6
Onze manier van werken In de groepen 1-2 zitten de 4-5-6 jarigen bij elkaar in de groep. Deze samenstelling is bewust zo gekozen. Kinderen vinden het prettig te werken en te spelen in een omgeving met oudere of jongere kinderen. De sociaal-emotionele ontwikkeling krijgt hierdoor een stimulans in een leeftijdsfase waarin kinderen hiervoor heel gevoelig zijn. Soms werkt de kleutergroep als groep, bijvoorbeeld in de kring of bij het buitenspelen, andere keren wordt de groep gesplitst om zo meer tegemoet te komen aan de individuele wensen van de kinderen. Vanaf groep 3 zitten leerlingen van dezelfde leeftijd bij elkaar in de groep, waarbij differentiatie plaatsvindt naar capaciteit, tempo en belangstelling. Zowel de ochtend als de middag begint met een inloopmoment. De kinderen mogen dan naar binnen en kunnen daarbij begeleid worden door hun vader en/of moeder. Tijdens deze inloop bestaat de mogelijkheid om korte boodschappen aan de leerkracht door te geven. De groepen 1-2 De groepen 1-2 werken volgens een bepaald schema, gevisualiseerd voor de kinderen door de dagritme kaarten. Deze kinderen vinden het plezierig als er op een dag vaste (herkenbare) activiteiten plaatsvinden. De ochtend wordt gestart met een kring. Samen wordt de dag geopend, leren de kinderen luisteren naar elkaar en naar de leerkracht, ze leren te vertellen, vragen te stellen en te beantwoorden, ze leren hun gedachten goed onder woorden te brengen. In de kring vinden ook allerlei ontwikkelingsactiviteiten plaats op het gebied van taal, rekenen, expressie, wereldoriëntatie, motoriek en sociaal-emotioneel gebied. Na de kring volgt het moment van spelend leren. Dit kan zijn het buitenspelen of het werken met het keuzebord (spel en werkopdrachten). Tijdens het werken met het keuzebord vindt het zelfstandig werken plaats. Door middel van een klok wordt de kinderen aangegeven hoelang dit moment duurt en de leerkracht niet gestoord mag worden. De kinderen wordt geleerd op welke wijze ze zelf tijdens dit moment problemen, waar ze tegen aanlopen, op kunnen lossen. De leerkracht kan tijdens het zelfstandig werken extra aandacht geven aan kinderen. Hij/zij kan werken in een kleine kring of met een individuele leerling om extra instructie te geven, extra te begeleiden, voorinstructie, verdieping, etc.. Ook werken de oudsten, vanaf januari, tijdens dit moment aan hun speelwerktaak. Dit is een formulier waarop tot april twee opdrachten en van april tot het einde van het schooljaar drie opdrachten staan. De kinderen werken hier zelfstandig gedurende de week aan. Op deze wijze bevorderen we de zelfstandige leerhouding van de kinderen en leren we ze plannen e.d.. Tijdens het buitenspelen staan het bewegen en de sociale omgang centraal. De motoriek wordt verder ontwikkeld door het spelen in de zandbak, op de speeltoestellen en met de fietsen en karren. Kinderen leren op hun beurt wachten, leren samen spelen en werken, leren ruzietjes op te lossen. Ze doen ervaringen op, allerlei begrippen komen tijdens hun spel spontaan aan bod zoals diepe kuil, grote taart, hoog schommelen, ver weg of dichtbij zijn, etc.. Het tussendoortje, voor de kinderen een rustmoment in de ochtend, wordt in de kring gedaan. De leerkracht kan dan voorlezen of een verhaal vertellen. Tevens is dit moment voor een groep de wisseling tussen het buitenspel of speelzaal en werken met het keuzebord. De ochtend wordt altijd afgesloten in de kring. Tijdens deze kring kan de ochtend geëvalueerd worden en alvast over het middagprogramma gesproken worden.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
7
Bij de start van de middag (de inloop) liggen er regelmatig werkjes klaar en weten de kinderen in welke hoeken ze mogen gaan werken/spelen. Sommige kinderen hebben een bepaalde opdracht gekregen van de leerkracht. Tijdens dit speel/werkmoment wordt ook de klok weer op zelfstandig werken gezet en gaat de leerkracht met kinderen apart (in de kleine kring) aan het werk. Hierna volgt weer het buitenspelmoment en ook de middag wordt beëindigd in de kring. De groepen 1-2 werken met thema's. De leerkrachten bereiden het thema met elkaar voor, spreken af welke activiteiten voor woordenschat, begrippen, waarnemen, ordenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, taal-, reken- en motorische vaardigheden gedaan worden, welke doelen behaald willen worden en op welke wijze deze bereikt worden. Vanzelfsprekend heeft iedere leerkracht de ruimte om een en ander naar eigen inzicht, vaardigheid en creativiteit vorm te geven. Gedurende een week vinden er minimaal twee gerichte bewegingsmomenten plaats in de speelzaal. Hierbij gaat het vooral om lichamelijke en motorische ontwikkeling van het kind en wordt er geklauterd, met ballen gespeeld, gegooid en gevangen, gedanst, gesprongen, etc.. Voor deze lessen is er door de leerkrachten een aanbod met doorgaande lijn samengesteld uit divers naslagmateriaal. De groepen 3 t/m 8 Tijdens het inloopmoment is er tijd voor contact tussen de kinderen, ouders en de leerkracht. Op maandag wordt gestart met de kring. Op de andere dagen staat een andere lesactiviteit op het rooster. Er wordt gewerkt volgens een dagrooster, waarbij in de ochtend vooral de vakken taal, lezen, rekenen en schrijven aan bod komen en de wereldoriënterende en creatieve vakgebieden vinden meestal in de middag plaats. Het bewegingsonderwijs wordt zowel in de ochtend als in de middag gegeven. Voor deze lessen maken we gebruik van de sportzaal op het scholeneiland en bij mooi weer van het grasveld. Het dagrooster is niet iedere dag hetzelfde, ook niet iedere week. Er wordt door de leerkracht flexibel mee omgegaan. Het kan namelijk wel eens voorkomen dat een bepaalde gebeurtenis de aandacht vraagt van de groep en er dan afgeweken wordt van het rooster. Omdat niet ieder kind op dezelfde manier leert, in hetzelfde tempo en met dezelfde capaciteit wordt de instructie op verschillende manieren verzorgd. De leerkracht stemt de instructie af op de verschillen die er zijn. Het ene kind heeft behoefte aan meer instructie terwijl het andere kind met minder toe kan. De leerkrachten passen instructie vooraf, (kleine) groepsinstructie, individuele instructie, verlengde (extra) instructie toe, al dan niet met behulp van een instructietafel. De minimum inhoud van de leerstof wordt vooral bepaald door de methoden die wij gebruiken. Daarnaast heeft de leerkracht de ruimte om naar eigen inzicht de leerstof te verbreden of aan te passen (denk hierbij aan actualiteiten, behoefte van de groep en eigen voorkeur). Een vereiste hierbij is wel dat deze kerndoelen dekkend blijft. Ook de kinderen kunnen naast het minimum-programma een inbreng hebben betreffende de leerstof. Zo zijn er verplichte en keuze opdrachten. Een belangrijk aspect binnen de werkwijze in de groepen 3 t/m 8 is het werken met dag- en weektaken (zelfstandig werken). Hiermee wordt in groep 2 al een begin gemaakt door het werken met de speelwerktaak. Vanaf groep 3 wordt dit de dagtaak genoemd. Deze wordt in groep 6 uitgebreid naar een twee-dagentaak en in groep 7 en 8 wordt gewerkt met een weektaak. Het principe van werken met de dag- en weektaak is dat er, verspreid over een week, in de ochtend momenten zijn dat de kinderen zelfstandig aan het werk zijn en dat we ze een zelfstandige leerhouding aanleren. De kinderen werken in hun eigen tempo, bepalen zelf de volgorde van het werk, letten op de momenten dat er instructie gegeven gaat worden, zorgen er voor dat ze met de verplichte opdrachten tijdig klaar zijn en werken ook aan keuzeopdrachten. Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp. 8
In de dag- en weektaak wordt gewerkt met basisstof en keuzewerk. Basisstof is de leerstof van de methoden, die zelfstandig verwerkt kan worden, eventueel na een instructie. Daarnaast is er andere 'verplicht aan te bieden' stof. De basisstof kan verschillen per leerling. Keuzewerk is zelfstandige basisstof waar de leerlingen geen instructie bij nodig hebben, extra werk en verdieping en/of verrijkingstof. Tijdens de momenten van zelfstandig werken, heeft de leerkracht tijd om kinderen extra te helpen. Op deze momenten is er dan sprake van 'uitgestelde aandacht' door de leerkracht. Kinderen kunnen even niet bij de leerkracht komen en leren de problemen, waar ze tegen aanlopen, zelf op te lossen. Ze kunnen bijvoorbeeld de hulp van een groepsgenoot inroepen of de opdracht even overslaan. Tijdens het werken met uitgestelde aandacht wordt gebruik gemaakt van een symbool (duidelijkheid voor de leerlingen) en zorgt de leerkracht voor service-rondjes. Dit zijn de momenten dat leerlingen de kans krijgen om hulp van de leerkracht te vragen. De leerlingen van de groepen 7 en 8 werken niet meer op deze wijze. Om te kunnen leren van en aan elkaar, moet je kunnen samenwerken. De kinderen ervaren dat ze samen aan iets kunnen werken, samen iets kunnen (op)bouwen, samen iets kunnen maken en samen zorgen dat iets lukt. Het is dan belangrijk dat alle kinderen actief meedoen. Als een kind niet meedoet of mee mag doen, ervaren de kinderen wat er gebeurt en wat dit betekent, zowel voor het werk als voor het kind zelf. We vinden het belangrijk de kinderen te laten ervaren dat je door samen iets te doen vaak meer bereikt dan door iets alleen te doen en dat je dan van en aan elkaar leert. Soms bewust en soms onbewust. Er is sprake van een opbouw in werkvormen en in samenwerkingsvaardigheden (van eenvoudig naar complex). De basale samenwerkingsvaardigheden komen aan bod in alle bouwen. De overige vaardigheden hebben we verdeeld over de groepen 1-2 t/m 8. Samenwerken gebeurt ook tussen jongere en oudere kinderen. Zo helpen de kinderen van groep 7 en 8 de leerlingen van eind groep 2 en groep 3, 4 en 5 incidenteel en waar mogelijk bij het leesonderwijs (tutorlezen) en ook bij techniek-onderwijs wordt de hulp van oudere kinderen ingeroepen. Het jongere kind leert van het oudere kind. Maar het oudere kind leert zelf ook. Het leert uitleggen, geduld te hebben, inzicht krijgen in de materie, enz.. Vormen van samenwerken zie je op onze school in alle groepen, vanzelfsprekend op het niveau van de kinderen. Het hoort bij onze dagelijkse schoolpraktijk. De doelen van ons onderwijs Het onderwijs in alle groepen richt zich op de zogenoemde ‘Kerndoelen Basisonderwijs’, die wettelijk zijn vastgesteld. De school heeft zich te richten op deze doelen en is daar ook voortdurend mee bezig. Deze kerndoelen komen uitgebreider aan de orde in het schoolplan. Een schoolplan beschrijft de ontwikkeling van de school voor een vierjarige periode en ligt ter inzage op school. De schoolgids beschrijft de praktische uitwerking van het schoolplan. In de schoolgids staat beschreven vanuit welke visie en missie de school het onderwijs vorm geeft. De schoolgids ligt ter inzage op school. Het schoolplan en de schoolgids zijn ook terug te vinden op de website van de school (www.debosbouwers.nl) onder het kopje ‘Informatie’. Speciale voorzieningen in ons gebouw In het hoofdgebouw zijn 12 leslokalen met werk/speelplekken op de gang, een speelzaal voor de groepen 1-2, een mediatheek en een aula beschikbaar. De nevenruimten (de aula en de werk/speelgangen) worden o.a. gebruikt voor spel, werken in kleine groepjes en op de computer. De centrale aula eveneens voor vieringen met de gehele school. Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
9
In het lokaal voor remedial teaching, is een orthotheek ingericht. Een orthotheek is een kleine bibliotheek, vol met boeken, werkboekjes, werkbladen, achtergrondinformatie en hulpmiddelen, die speciaal gericht zijn op hulpverlening aan kinderen met leer- en/of gedragsproblemen. De intern begeleiders en de directeur beschikken over een eigen kantoor. Alle lokalen beschikken over computers, met software speciaal voor elke leeftijdsgroep. Vanaf schooljaar 2013-2014 heeft ieder lokaal een digitaal schoolbord. De groepen 1-2 krijgen gym in de speelzaal en de groepen 3 t/m 8 gebruiken de twee sportzalen op het scholeneiland voor hun bewegingsonderwijs. De personeelskamer wordt ook voor andere doeleinden, zoals vergaderruimte en spreekkamer, gebruikt. Daarnaast zijn er twee aparte werkruimtes, die eveneens dienst doen als spreekkamer en gebruikt worden voor leerlingenbegeleiding (o.a. logopedie). De dependance, die op kleine afstand van onze school ligt, huisvest de groepen 7 en 8 van onze school. We hebben er voor gezorgd dat hier alle voorzieningen aanwezig zijn om kwalitatief goed onderwijs te verzorgen. Voor groepsoverstijgende activiteiten komen de kinderen van de dependance altijd naar het hoofdgebouw. Ook de dependance heeft een personeelskamer, die tevens dienst doet als extra werkruimte.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
10
Opbrengstgericht werken en verbetertrajecten De kwaliteit van het onderwijs op de Bosbouwers wordt twee keer per jaar geëvalueerd. De momenten van evaluatie van de groepsplannen en het opstellen van nieuwe groepsplannen zijn I II gekoppeld aan de CITO-toetsmomenten. Er vindt een analyse op groepsniveau én op leerling-niveau plaats op basis van de behaalde resultaten. De onderwijsbehoefte van de leerling, de observaties van de leerkracht en de behaalde resultaten bij de methodegebonden toetsen zijn belangrijke factoren die, naast de behaalde Cito-scores, van invloed zijn op het beredeneerd lesaanbod. De groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen zijn een belangrijke schakel in het zorgbeleid van de school. Verbetertrajecten kunnen zowel op groepsniveau als op schoolniveau worden bepaald en ingezet. Toets
Cyclus I: Leeropbrengsten
- M-toets CITO afnemen.
- Heeft het verbeteronderwerp het verwachte effect op de leeropbrengsten?
Sept
Okt/ Jan
Jan
(zie bijlage: De toetskalender op pagina 12)
Febr/ mei
- M-toets analyseren.
Juni
- E-toets CITO afnemen
- Wat is op basis van de toetsresultaten de keuze voor het vakgebied dat je centraal wilt stellen (Plus, Basis, Breedte) - Ambitie opstellen: Wat zijn je ambities ten aanzien van je leeropbrengsten? - Eindevaluatie verbetering onderdeel uit het onderwijsprofiel.
Cyclus II: Verbetering onderwijsprofiel - Startbijeenkomst voor verbeteringen onderdeel uit het onderwijsprofiel. - Observaties in de klas - Werkgroepen - Evaluatie verbeteringen onderwijsprofiel - Welk verbetertraject gaat de school volgend jaar starten? - Team kiest het onderdeel uit het onderwijsprofiel waarmee zij denken de leeropbrengsten te kunnen verhogen. Management stelt een plan van aanpak voor het komend schooljaar vast: Uitbreiden onderwijsprofiel met nieuwe inhoud, of: Niveau huidige onderwijsprofiel verbeteren - Voortgang huidige plan van aanpak - Opzet nieuwe plan van aanpak - Uitvoering Plan van aanpak
- Analyse E-toets en bijstellen van de geformuleerde ambities en plan van aanpak.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
11
De toetskalender Deze toetskalender wordt jaarlijks aangepast aan het vakantierooster. wk
datum
h. p 1 2 3
34 35 36
18-22 aug 25-29 aug 1-5 sept
37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48
8-12 sept 15-19 sept 22-26 sept 29 sep-3 okt 6- 10 okt 14-18 okt 20 -24 okt 27- 31 okt 3-7 nov 10-14 nov 17-21 nov 24-28 nov
4 5 6 7 8
49 50 51 52 1 2 3 4
1-5 dec 8-12 dec 15-19 dec 22-26 dec 29 dec-2jan 5-9 jan 2015 12-16 jan 19-23 jan
7 8 9
5
26-30 jan
4
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
2-6 feb 9-13 feb 16- 20 feb 23-27 feb 2-6 mrt 9-13 mrt 16-20 mrt 23-27 mrt 30 mrt- 3apr 6-10 apr 13-17 apr 20-24 apr 27 apr-1 mei 4- 8 mei 11-15 mei 18-22 mei 25- 29 mei 1-5 juni
5 6 7
24 25 26 27 28
8-12 juni 15-19 juni 22-26 juni 29 juni-3 juli
4 5 6 7
1
2
3
4
5
6
7
In deze periode groepsplannen opstellen.
8
CitoEntree
Herfstvakantie 1 2 3 4 5 6
In deze periode afname van Zien met behulp van de ‘Kijkwijzer’ en opstellen van het handelingsplan.
Afname: R&W, Spelling Begr. Lezen
Kerstvakantie 1 2 3
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Afname Midden-toetsen: Afname: AVI/ DMT, Spelling, Woordenschat, AVI-DMT MBegrijpend Lezen, Rekenen & Wiskunde. Woordenschat afname: Taal, Rekenen Uiterlijk 6 februari zijn alle toetsgegevens ingevoerd in CITO-LOVS e
In deze periode 2 groepsplan opstellen. Voorjaarsvakantie
In deze periode afname van Zien met behulp van de ‘Kijkwijzer’ en opstellen van het handelingsplan.
Eind-CITO Meivakantie
1 2 3
Afname Eindtoetsen: AVI/DMT, Spelling, Woordenschat, Begrijpend Lezen groep 3 en 4, Afname: E1, E2 Rek.&W. Taal, Rekenen Uiterlijk 12 juni zijn alle toetsgegevens ingevoerd in CITO-LOVS!
Zomervakantie
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
12
De leerresultaten In onderstaande tabellen zijn per vakgebied de ondergrens en de bovengrens opgenomen die horen bij de basisgroep. De scores staan vermeld in de term vaardigheidsscore. Onder de landelijke norm staan de huidige schoolresultaten vermeld, dit is de score die de leerlingpopulatie op basisschool de Bosbouwers behaalt. Daaronder hebben wij kort beschreven welke ambitie wij hebben voor de komende periode. Rekenen en wiskunde Landelijke normscores Rekenen-Wiskunde (M1-E2 is CITO Rekenen voor kleuters) M1*
E1*
M2*
E2*
M3
E3
M4
E4
M5
E5
M6
E6
M7
E7
M8
Landelijke 103norm 57-74 59-80 72-88 78-94 21-43 33-52 41-62 52-72 62-83 70-90 75-96 83-100 91-109 96-115 120 (VS) School112resultaten 31-43 48-64 68-88 85-98 92-108 131 2013-2014 Ambitie Gemiddelde score behouden en waar nodig, afhankelijk van de samenstelling van leerlingen, bijstellen
naar verwachting en haalbaarheid. De leerlingen zijn ingedeeld in drie instructieniveaus waardoor beter tegemoet wordt gekomen aan de onderwijsbehoeften van de kinderen op het gebied van rekenen. Technisch lezen- DMT Landelijke normscores Technisch lezen- DMT M3
DMT
E3
M4
E4
M5
E5
M6
E6
M7
E7
M8
Landelijke norm 13-31 21-50 35-68 47-76 56-84 62-88 71-92 77-96 79-100 83-105 86-106 (VS) Schoolresultaten 13-34 41-69 59-83 78-106 86-104 ------2013-2014 Ambitie Gemiddelde score behouden en waar nodig, afhankelijk van de samenstelling van leerlingen, bijstellen
naar verwachting en haalbaarheid. Spelling Landelijke normscores Spelling M3
E3
M4
E4
M5
E5
M6
E6
M7
E7
M8
Landelijke 104- 110- 116- 117- 122- 125- 129- 133- 135- 136- 139norm 113 119 124 126 131 136 138 142 144 145 148 (VS) School119123133134141resultaten 125 133 142 143 150 2013-2014 Ambitie Gemiddelde score behouden en waar nodig, afhankelijk van de samenstelling van leerlingen, bijstellen
naar verwachting en haalbaarheid. In het verleden waren de scores gemiddeld lager. Door het opstellen van een verbeterplan met de daarbij behorende interventies zijn de streefdoelen bijgesteld. Gemiddeld genomen kunnen we stellen dat de streefdoelen behaald zijn. Het verbeterplan is geëvalueerd en wordt waar nodig bijgesteld en is nu onderdeel van ons dagelijks handelen betreffende spelling.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
13
Begrijpend lezen Landelijke normscores Begrijpend lezen (M1-E2 is CITO Taal voor kleuters) M1* E1* M2* E2* M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8 Landelijke norm 40-56 47-63 54-69 59-73 -13-9 3-22 8-28 16-35 23-41 34-55 42-68 (VS) Schoolresultaten 10-27 23-40 29-40 38-55 36-71 2013-2014 Ambitie Gemiddelde score behouden en waar nodig, afhankelijk van de samenstelling van leerlingen, bijstellen
naar verwachting en haalbaarheid. In het verleden waren de scores gemiddeld lager. Door het opstellen van een verbeterplan met de daarbij behorende interventies zijn de streefdoelen bijgesteld. Gemiddeld genomen kunnen we stellen dat de streefdoelen behaald zijn. Het verbeterplan is geëvalueerd en wordt waar nodig bijgesteld en is nu onderdeel van ons dagelijks handelen betreffende begrijpend lezen. Woordenschat M1* E1* M2* E2* M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8 Landelijke norm 29-51 37-58 41-64 47-69 51-74 55-79 62-85 68-87 76-97 77-100 86-108 (VS) Schoolresultaten 27-51 44-61 52-68 71-81 81-91 85-106 2013-2014 Ambitie Gemiddelde score behouden en waar nodig, afhankelijk van de samenstelling van leerlingen, bijstellen
naar verwachting en haalbaarheid.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
14
Leerstofaanbod Het onderwijsaanbod wordt beschreven in methodieken en materialen. In het breedte en diepteaanbod staat hoe de school intensiveert voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het aanbod wordt beschreven voor technisch lezen, begrijpend lezen, taal, spelling en rekenen. Onderwijsaanbod groepen 1 en 2 Het lesaanbod in de groepen 1 en 2 is afgestemd op de leerlijnen en de te behalen einddoelen voor groep 1 of groep 2. Het aanbod in groep 1 heeft dan ook een ander niveau dan het aanbod in groep 2. Het ontwikkelingsniveau van het individuele kind, ingedeeld in Basis (instructie-gevoelig), Subgroep 1 (instructie-afhankelijk) of Subgroep 2 (instructie-onafhankelijk) zorgt voor de specifieke eisen die er gesteld worden aan de uitvoering (het proces) en het resultaat (het product). Taal 1 Subgroep 2 Speciale activiteiten in kleine kring. (instructieonafhankelijk) Ontwikkelingsmaterialen afgestemd op kinderen die verder in hun ontwikkeling zijn. + aanbod Basis en Subgroep 1.
2 Tutor-lezen (kleuters lezen boekjes met bovenbouwleerlingen). Speciale activiteiten in kleine kring. Ontwikkelingsmaterialen afgestemd op kinderen die verder in hun ontwikkeling zijn. + aanbod Basis en Subgroep 1.
Basisgroep (Instructiegevoelig)
Kringactiviteiten: taalspelletjes, kringgesprekken, themagesprekken, etc. Aandacht voor woordenschat, door per thema bijbehorende woorden centraal te stellen.
Kringactiviteiten: taalspelletjes, kringgesprekken, themagesprekken, etc. Aandacht voor woordenschat, door per thema bijbehorende woorden centraal te stellen. Verteltafel.
Verteltafel. Voorlezen van verhalen en gedichten.
Voorlezen van verhalen en gedichten.
Uitspelen van situaties (dramamethode…) en het vrije spel.
Uitspelen van situaties (dramamethode…) en het vrije spel.
Ontwikkelingsmaterialen gericht op de verschillende taalaspecten.
Ontwikkelingsmaterialen gericht op taalaspecten, o.a. rijm, auditieve synthese.
Activiteiten tijdens zelfstandig werken, o.a. stempelen van woorden, verhaal weergeven met tekeningen, rijmwoorden bij elkaar zoeken.
Activiteiten tijdens zelfstandig werken, o.a. stempelen van woorden, verhaal weergeven met tekeningen, rijmwoorden bij elkaar zoeken.
Spellessen in het speellokaal: spelletjes waarbij taalbegrippen centraal staan.
Spellessen in het speellokaal: spelletjes waarbij taalbegrippen centraal staan.
Muziek: aanleren van liedjes.
Muziek: aanleren van liedjes.
Schooltelevisie en Sesamstraat.
Schooltelevisie en Sesamstraat.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
15
Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
Methode: Onderbouwd.
Methode: Onderbouwd.
Excursies passend bij de thema’s.
Excursies passend bij de thema’s.
Computerprogramma: Bobo, Bas gaat digitaal, Nijntje, Kenny.
Computerprogramma: Bobo, Bas gaat digitaal, Nijntje, Kenny.
Extra hulp in kleine kring op het basisaanbod.
Extra hulp in kleine kring op het basisaanbod.
Spelondersteuning in de verschillende hoeken.
Spelondersteuning in de verschillende hoeken.
Individuele begeleiding bij ontwikkelingsmaterialen.
Individuele begeleiding bij ontwikkelingsmaterialen. Voorschotbehandeling: Extra ondersteuning gericht op de leervoorwaarden voor het aanvankelijk lezen. Leerlingen krijgen gedurende het laatste half jaar van groep 2 een specifieke begeleiding gericht op de deelgebieden die de leerlingen nog onvoldoende beheersen.
Rekenen 1 Subgroep 2 Speciale activiteiten in kleine kring. (instructieonafhankelijk) Ontwikkelingsmaterialen afgestemd op kinderen die verder in hun ontwikkeling zijn.
Basisgroep (instructiegevoelig)/ Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
2 Speciale activiteiten in kleine kring. Ontwikkelingsmaterialen afgestemd op kinderen die verder in hun ontwikkeling zijn.
+ aanbod Basis en Subgroep 1.
+ aanbod Basis en Subgroep 1.
Kringactiviteiten: rekenspelletjes.
Kringactiviteiten: rekenspelletjes.
Ontwikkelingsmaterialen gericht op rekenaspecten, o.a. meer/minder, getal besef, enz.
Ontwikkelingsmaterialen gericht op rekenaspecten, o.a. meer/minder, getal besef, enz.
Bouw en constructiematerialen.
Bouw en constructiematerialen.
Computerprogramma: Pluspunt, Bobo, Nijntje, Kenny, Gynzy en ‘Bas telt mee’.
Computerprogramma: Pluspunt, ‘Bas telt mee’, Nijntje, Bobo, Kenny en Gynzy.
Spellessen.
Spellessen.
De activiteiten voor de groepen 1 en 2 kunnen overeenkomen. Het lesaanbod in groep 1 heeft echter een ander niveau dan het aanbod in groep 2.Het aanbod sluit aan bij het niveau van de groep en de individuele ontwikkeling van een kind. Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
16
Onderwijsaanbod groepen 3 tot en met 8. Technisch lezen Subgroep 2 (instructieonafhankelijk)
3
4
Aanvankelijk leesmethode: “Veilig leren lezen”. (zon-aanbod)
Estafetteloper.
5
6
7
8
Niveauleesboeken.
Estafetteloper. Tutor-lezen (groep 4 t/m groep …) Niveau-lees boeken.
+ aanbod Basis en Subgroep 1.
Tutor-lezen
Basisgroep (instructiegevoelig)
Computer-programma’s: Veilig leren lezen. Aanvankelijk leesmethode: “Veilig leren lezen”. (maan-aanbod)
Materialen horende bij de methode Estafette.
Materialen horende bij de methode “Veilig leren lezen”.
Boekbespreking
Niveauleesboeken.
Nieuwsbegrip.
Computerprogramma’s: Veilig leren Lezen
Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
Estafette, aanpak 2
Aanvankelijk leesmethode: Veilig leren lezen. (ster-aanbod)
Niveauleesboeken.
Boeken (diverse genres): informatieve boeken, prentenboeken, stripboeken, enz. Computerprogramma: o.a. Gynzy en Flits Estafette, aanpak 1, met verlengde instructie Niveauleesboeken.
Leesbladen: Zuidvallei, leesinterventieprogramma.
Leesoefeningen voor thuis (facultatief).
Niveauleesboeken
+ aanbod Basis
Nieuwsbegrip (vanaf groep 5)
Leesoefeningen voor thuis (facultatief). Computerprogramma: Veilig leren lezen + aanbod Basis
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
17
Begrijpend lezen Subgroep 2 (instructieonafhankelijk)
3
4
Aanvankelijk leesmethode: Veilig leren lezen. (zon-aanbod)
Methode: Goed Gelezen.
Leesboeken Varia. Piccolo. Loco.
Basisgroep (instructiegevoelig)
Humpie Dumpie Aanvankelijk leesmethode: Veilig leren lezen (maan-aanbod) Varia Piccolo Loco
5
6
7
8
Computerprogramma horende bij Goed Gelezen. Boeken (diverse genres): informatieve boeken, prentenboeken, stripboeken, enz. Varia. Piccolo. Loco. Nieuwsbegrip. Methode: Goed Gelezen. Computerprogramma horende bij Goed Gelezen. Boeken (diverse genres): informatieve boeken, prentenboeken, stripboeken, enz. Varia Piccolo Loco Nieuwsbegrip
Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
Aanvankelijk leesmethode: Veiling leren lezen (ster-aanbod)
Methode: Goed Gelezen. Computerprogramma horende bij Goed Gelezen. Boeken (diverse genres): informatieve boeken, prentenboeken, stripboeken, enz.
+ basisaanbod + basisaanbod Nieuwsbegrip Oefeningen voor thuis.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
18
Taal
3
4
Subgroep 2 (instructieonafhankelijk)
Aanvankelijk leesmethode: Veilig leren lezen (zon-aanbod)
Methode: Taal Actief (basisaanbod + verrijkingslessen)
Basisgroep (instructiegevoelig)
+ aanbod Basis en Subgroep 1. Aanvankelijk leesmethode: Veilig leren lezen (maan-aanbod)
5
6
7
8
+ aanbod Basis.
Methode: Taal Actief (basisaanbod + r/v lessen) Kring/thema-gesprekken
Varia Piccolo Loco
Voorlezen
Kring/themagesprekken
Boekenbeurt
Schooltelevisie
Spreekbeurt (vanaf groep 5) Voorlezen Schooltelevisie
Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
ComputerProgramma: Veilig leren lezen Aanvankelijk leesmethode: Veilig leren lezen (ster-aanbod)
Werkstukken (vanaf groep 7) Computerprogramma: Taalactief
Methode: Taal Actief (basisaanbod + remediërende lessen) + aanbod Basis.
+ aanbod Basis.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
19
Spelling
3
4
Subgroep 2 (instructieonafhankelijk)
Methode: Veilig leren lezen
Methode: Taalactief.
Zonaanbod.
Herhalingsdictee van alle aangeboden spellingsregels.
Varia Loco Piccolo
Computerprogramma Taalactief en Bloon
Methode: Veilig leren lezen (maanaanbod)
Methode: Taalactief
Basisgroep (instructiegevoelig)
5
6
7
8
Bakkaarten: Kasteel.
Varia Loco Piccolo
Computerprogramma: Taalactief en Bloon Herhalingsdictee van alle aangeboden spellingsregels.
Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
Software horende bij Veilig leren lezen.
Bakkaarten: Huis
Varia Loco Piccolo Methode: Veilig leren lezen (steraanbod).
Methode: Taalactief.
Varia Loco Piccolo
Computerprogramma Taalactief en Bloon. Herhalingsbladen.
+ basisaanbod Herhalingsdictee van alle aangeboden spellingsregels. Cito-hulpboek Spelling. Bakkaarten: Tent. Spellingoefeningen voor thuis. + basisaanbod
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
20
Rekenen
3
4
5
6
7
8
Subgroep 2 (instructieonafhankelijk)
Methode: Alles Telt. Plusprogramma: werkschrift en de ‘Plus-opdrachten’ (vanaf medio groep 4). Kwismeester Computer software Alles Telt Kien Somplex Stenvert Rekenmeesters Breinbrekers Redactiesommen op niveau
Basisgroep (instructiegevoelig)
Varia Piccolo Loco Methode: Alles Telt Basisstof: werkschrift en ‘Even snel’ en ‘Verder-opdrachten’ (vanaf medio groep 4) Kwismeester Computer software: Alles Telt. Redactiesommen Varia Piccolo Loco
Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
Materiaalgebruik zoals: kralenketting, rekenrek, breukendoos, enz. Methode: Alles Telt. Minimale Basisstof en ‘Even Snel-opdrachten’ Maatschrift Kwismeester Computer software Alles Telt en Maatwerk Redactiesommen Oefeningen voor thuis Varia Piccolo Loco Materiaalgebruik zoals: kralenketting, rekenrek, breukendoos, enz.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
21
Leertijd per vakgebied De leertijd is beschreven aan de hand van het gestelde weekrooster. De leertijd (roostertijd) is weergegeven in aantal minuten per week per vak. De leertijd is de tijd die alle kinderen aan het vak besteden, ongeacht de inhoud en de methode. Extra ondersteuning wordt geboden door de groepsleerkracht van de parallelgroep. De parallel-collega begeleidt dan groepjes leerlingen uit subgroep 1 en subgroep 2. De leerkracht bepaalt welke kinderen daarvoor in aanmerking komen. De extra leertijd is afhankelijk van de reden en de duur van de ondersteuning. De leertijd die dan beschikbaar is voor extra ondersteuning is 2 x 30 minuten. Deze ondersteuning vindt buiten de groep plaats. Indien nodig maken we gebruik van externe ondersteuning voor een leerling, welke gegeven wordt onder schooltijd. Taal
Groep 1/2
6.00 uur = 360 minuten
Groep 3
Technisch lezen X
Spelling
X
Begrijpend lezen X
Rekenen
3.45 uur = 225 minuten 5 uur = 300 minuten
13.30 uur = 810 minuten*
Groep 4
6.00 uur = 360 minuten
4.30 uur = 270 minuten
2.30 uur = 150 minuten
1.30 uur = 90 minuten
5 uur = 300 minuten
Groep 5
6.00 uur = 360 minuten
3.45 uur = 225 minuten
2.30 uur = 150 minuten
1.30 uur = 90 minuten
5 uur = 300 minuten
Groep 6
6.00 uur = 360 minuten
2.30 uur = 150 minuten
2.30 uur = 150 minuten
1.30 uur = 90 minuten
5 uur = 300 minuten
Groep 7
6.00 uur = 360 minuten
2.30 uur = 150 minuten
2.30 uur = 150 minuten
1.30 uur = 90 minuten
5 uur = 300 minuten
Groep 8
6.00 uur = 360 minuten
1.30 uur = 90 minuten
2.30 uur = 150 minuten
1.30 uur = 90 minuten
5 uur = 300 minuten
*Onze methode Veilig Leren Lezen combineert de vakgebieden taal, technisch lezen, begrijpend lezen en spelling. **Bovenstaande leertijden per vakgebied worden aangepast als een andere invulling van onderwijstijd passend is bij de leerbehoeftes van de leerlingen.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
22
Didactisch handelen We sluiten aan bij de opvattingen van de Inspectie die het als volgt omschrijft: “Het didactisch handelen van de leerkracht is gericht op het ontlokken en bevorderen van leerprocessen waarbij de leerkracht sturing geeft aan het leerproces en de eigen keuzes van leerlingen. Zo vraagt de leerkracht zich voortdurend af welke hulp, opdracht of aanwijzing gegeven kan worden om leerlingen te helpen tot leren te komen.” Uitgangspunt bij het didactisch handelen is het werken met een instructiemodel. Daarnaast is het van belang dat de leerkracht afstemt op het niveau van de leerlingen. Op de Bosbouwers leren de kinderen om zelfstandig te werken. Dit doen we door te werken met zogenaamde uitgestelde aandacht. Het doel van deze werkwijze is om de tijd in de klas zo effectief mogelijk te gebruiken zodat de leerkracht tijd heeft voor onder andere de verlengde instructie. Om dit te realiseren zijn er afspraken gemaakt over o.a. het lopen van vaste rondes (servicerondje) door de klas om alle leerlingen de gelegenheid te geven om de leerkracht om te hulp te vragen. Tevens geeft deze serviceronde de leerkracht de ruimte om directe feedback te geven aan de leerlingen. Instructiemodel: - De school werkt met het direct instructie model - De school heeft bepaald welke elementen ze per lesfase terug wil zien in de les. Deze staan in het volgende schema: Subgroep 2 Introductie: (instructie- Leerkracht geeft de start van de les duidelijk aan. onafhankelijk) - De leerling krijgt het doel van de les van de leerkracht of leerling verwoordt zelf het doel van de les. Dit kan mondeling of schriftelijk zijn. Inoefening/verwerking: - Leerling gaat zelfstandig aan het werk. Terugkoppeling: - De leerkracht geeft mondeling en/of schriftelijk feedback op het werk van de leerling. - Leerling rapporteert aan de leerkracht over het gemaakte werk: hij geeft aan wat hij geleerd heeft en hoe het werken ging. Basisgroep Introductie: (instructie- De leerkracht geeft de start van de les duidelijk aan. gevoelig) - De leerkracht vertelt het doel van de les. - De leerkracht vertelt wat de leerlingen deze les gaan doen (lesopbouw). Instructie: - De leerkracht laat de kinderen nadenken over oplossingen /strategieën. - De leerkracht geeft uitleg over de inhoud van de opgaven. - De leerkracht creëert betrokkenheid door vragen te stellen en de leerlingen te activeren. - De leerkracht maakt gebruik van ‘modellen’ (hardop de denkstappen benoemen, interactie tussen leerkracht-leerlingen en leerlingen onderling) Inoefening: - De leerkracht maakt samen met de leerling een opgave. Verwerking: - De leerkracht vertelt of schrijft op het bord wat de leerlingen moeten doen. - De leerkracht maakt zijn/haar vaste ronde door de klas. Er zijn duidelijke afspraken wanneer en hoe de leerling om hulp mag vragen. Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
23
Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
- De leerkracht zorgt regelmatig voor feedback. Terugkoppeling: - De leerkracht vat de les en het lesdoel samen. - Leerling rapporteert aan de leerkracht over het gemaakte werk: hij geeft aan wat hij geleerd heeft en hoe het werken ging. - De leerkracht geeft mondeling en/of schriftelijk feedback op het werk van de leerling. - De leerkracht complimenteert de leerlingen met wat goed ging en formuleert indien nodig de aandachtspunten voor de volgende les. Instructie: -De leerling krijgt verlengde instructie. - De leerkracht doet de opgave minimaal twee keer goed voor. Inoefening: - De leerkracht maakt minimaal twee voorbeeldopgaven samen met de leerling. Verwerking: - Leerkracht vertelt de leerlingen individueel wat ze moeten doen. Terugkoppeling: - Zie verder de Basisgroep.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
24
Pedagogisch handelen (algemeen) Het motto van de Bosbouwers geeft duidelijk aan vanuit welke visie wij het onderwijs aan onze leerlingen benaderen. Ons motto is:
Basisschool De Bosbouwers, met plezier van en aan elkaar leren
Samen spelen en leren in een sfeer waarin ieder kind zich veilig en geborgen voelt, zich gewaardeerd weet en meetelt. In dit klimaat hebben de kinderen de mogelijkheid zich optimaal te ontwikkelen, aan én van elkaar te leren, en wel op zo’n wijze dat ieder voldoende vertrouwen heeft in het eigen kunnen om, nu en in de toekomst, zelf verantwoord keuzes te kunnen maken.
Onze visie is gebaseerd op een vijftal hoofditems, die we vertalen in onze missie. 1. Met plezier Zowel de kinderen als de leraren hebben het naar hun zin op onze school. Samen gaan we er met plezier naar toe. Op onze school is ‘leren van en aan elkaar’ leuk. Wij creëren een goede sfeer, zijn vriendelijk tegen elkaar, zijn opgewekt en we gaan op een positieve wijze met elkaar om. We vinden het belangrijk dat ouders zich betrokken voelen bij de school en dat zij weten dat er een goede sfeer heerst. Iedere dag laten zij hun kind(eren) bij ons achter en dit moeten zij met een gerust hart kunnen doen. Wij menen dat onze ouders bewust gekozen hebben voor onze school en het dan ook plezierig vinden dat hun kind op De Bosbouwers zit. 2. Klimaat van veiligheid en geborgenheid, waardering en meetellen Om er voor te zorgen dat kinderen, ouders en leraren met plezier naar onze school komen, besteden we aandacht aan onze normen en waarden. Met elkaar hebben we afspraken gemaakt en daar houden we ons dan ook aan. We vinden het belangrijk dat er rust in de school is, dat het gebouw en de klaslokalen er verzorgd uitzien, dat kinderen op een goede wijze met elkaar omgaan en weten waar ze aan toe zijn. De relatie tussen kind en leerkracht, leerkracht en ouder en leerkrachten onderling is open. Er is vertrouwen in elkaar en respect voor elkaar. Eveneens accepteren we van elkaar dat we allemaal anders zijn. Juist dat maakt onze school levendig. We hebben geloof in ieder kind en we luisteren naar elkaar. Met z’n allen zorgen we dus voor een goed leef/leer klimaat (pedagogisch klimaat). Niet het uiteindelijke product vinden wij altijd het allerbelangrijkst, vaak is het proces (de weg naar het resultaat toe) net zo belangrijk. 3. Samen, van en aan elkaar Als wij zeggen: ‘samen, van en aan elkaar leren’, dan bedoelen we met ‘samen’ zowel de kinderen als de leraren. Kinderen leren van volwassenen, maar ook van elkaar. Ditzelfde geldt voor de leraren; ook wij leren aan en van elkaar. Maar wij vinden dat wij als team ook leren van de kinderen. Vanzelfsprekend worden de ouders in dit verhaal van ‘samen’ niet vergeten. Ook zij hebben een lerende (opvoedende) rol bij de groei van hun kind en daarom hebben we ook een luisterend oor voor hen. Heel bewust gaan we met dit ‘leren van en aan elkaar’ om en is het opgenomen in ons onderwijs. Samenwerking is hierbij van grote betekenis. Kinderen laten we bewust met elkaar opdrachten
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
25
uitvoeren (coöperatief leren), we doorbreken de groepen indien wenselijk en de jongere kinderen kunnen worden geholpen door de oudere kinderen. De leraren werken samen in een bouwteam. In dit team worden veel zaken besproken en uitgewerkt. We maken gebruik van elkaars kwaliteiten, we doen o.a. aan collegiale consultatie en geven feedback aan elkaar. De medezeggenschapsraad en ouderraad zijn twee geledingen waarin ouders vertegenwoordigd zijn. Zij worden goed geïnformeerd en ook naar hun mening wordt gevraagd en geluisterd. Beide raden zijn zeer actief betrokken bij de school en bij diverse activiteiten kunnen we altijd over voldoende ouderhulp beschikken. Samen vormen we de gemeenschap De Bosbouwers en samen voelen we ons hiervoor ook verantwoordelijk. 4. Optimale ontwikkeling Kinderen zien wij graag zichzelf zo goed mogelijk ontwikkelen. Wij vinden hierbij een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 belangrijk, waarbij we rekening willen houden met verschillen tussen kinderen (capaciteit, belangstelling en tempo). Het onderwijsmodel stemmen we hier zo goed mogelijk op af en binnen onze mogelijkheden spelen we in op deze verschillen. Fouten mogen gemaakt worden, want leren is proberen. Succeservaringen worden benadrukt en we zorgen ervoor dat de leeromgeving uitdagend is. De leraren zorgen voor een goed klassenmanagement (organisatie, instructie en verwerking). Daarnaast observeren, signaleren, diagnosticeren, begeleiden en evalueren we. Om de kinderen zo goed mogelijk te volgen in hun ontwikkeling gebruiken we een leerlingvolgsysteem binnen onze zorgstructuur. Wij besteden zowel aandacht aan de cognitieve, de motorische als aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Alle vak- en vormingsgebieden laten we voldoende aan bod komen. Ouders en school hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid t.o.v. de opvoeding. Voor een goede ontwikkeling van het kind is het nodig dat ouders en leerkrachten elkaar aanvullen. Daarom is het van groot belang op een goede manier samen te werken.
5. Zelfredzaamheid, voldoende vertrouwen in eigen kunnen zodat zelf verantwoord keuzes gemaakt kunnen worden. Kinderen moeten vertrouwen krijgen en hebben in het eigen kunnen om eigen verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Ze leren varen op eigen inzicht in hun groei naar volwassenheid en kunnen (voor zichzelf) gefundeerde keuzes maken. Op deze wijze bereiden wij ze voor om later zo goed mogelijk te kunnen functioneren in de maatschappij. Deze zelfredzaamheid ontwikkelen we via het aanleren van een zelfstandige leerhouding (doen is durven). Van kleine taken die een leerling zelfstandig moet verwerken tot dag- en weektaken. Op deze wijze laten we kinderen zelf verantwoordelijk zijn voor de planning, laten we ze zelf keuzes maken. Zodoende ontstaat er een verschuiving: de leraar wordt meer een begeleider dan een leider. Daarnaast proberen we de leerstof meer betekenis te geven voor de kinderen. De leerstof zou de belangstelling van de leerlingen moeten opwekken.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
26
Als we naar onze school kijken, dan zeggen wij dat deze gebouwd is op een fundament met drie pijlers. Fundament: 1: met plezier, in een veilig werk- en speelklimaat Pijlers: 2: zelfredzaamheid (autonomie) De leerlingen leren dat zij (mede) verantwoordelijk zijn voor hun eigen taken en gedrag. 3: samen, van en aan elkaar (relatie) De leerlingen voelen zich geaccepteerd, ze zijn welkom, ze horen erbij, en voelen zich veilig. 4: optimale ontwikkeling(competentie) De leerlingen ontdekken wat ze kunnen en ervaren dat ze hierin (kunnen ) groeien. Ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Met een gerust hart kunnen we zeggen dat het fundament waarop we aan het bouwen zijn (1) goed is. Ook al is de basis stevig, we moeten niet vergeten deze te onderhouden. Aandacht blijft dus noodzakelijk. Wat onze schoolontwikkeling betreft richten we ons op de drie pijlers (2-3-4) van onze school. Deze kunnen niet afzonderlijk van elkaar gebouwd (versterkt) worden; we werken dus aan alle drie tegelijk. De drie items hebben van alles met elkaar te maken; aan de een werken, kan niet zonder aan de andere twee eveneens aandacht te schenken. Wel zullen we prioriteiten moeten stellen, daar we anders veel te veel hooi op onze vork nemen en het werk niet aankunnen of half werk leveren. En dat is juist wat we niet willen. Wij willen kwaliteit leveren aan onze schoolgemeenschap. Identiteit van de school Onze school is een katholieke school; er worden dus ook lessen godsdienst/levensbeschouwing gegeven. De school wil daar op een eigentijdse wijze vorm aan geven. De school wil de kinderen niet op de eerste plaats het geloof leren, maar ze leren geloven. Levensbeschouwing is een proces van geloofsoverdracht waarbij kinderen en volwassenen elkaar helpen, stimuleren en inspireren om in de geest van Jezus van Nazareth te leven. Met behulp van de methode ‘Hemel en Aarde’ worden op het niveau van het kind tal van levensbeschouwelijke thema’s behandeld. De methode is er niet op gericht de kinderen in zo kort mogelijke tijd de geloofsleer van de kerk en de inhoud van de bijbel te leren kennen. Met het geven van lessen levensbeschouwing zijn we nog geen katholieke school. Waar het op aankomt is, dat de hele sfeer op school gedragen wordt door mensen die eerlijk proberen te geloven dat het kind in contact komt met mensen, die gelovig willen zijn en dat ook ter sprake willen brengen. Het gaat eigenlijk niet om de lessen, maar om het geheel van opvoeding en onderwijs op school. Levensbeschouwelijke vorming is dus eigenlijk geen apart vak; je levensovertuiging klinkt in het hele schoolleven door. De gelovige opvoeding moet vooral samen waargemaakt worden, t.w. ouders, school en parochie. Daarom werken we op onze school met een commissie levensbeschouwing, bestaande uit ouders en teamleden. Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
27
De school is vertegenwoordigd in de werkgroep ‘levensbeschouwing en identiteit’ vanuit de stichting Meer Primair. In deze werkgroep zijn alle scholen van de stichting vertegenwoordigd. Om ouders in de gelegenheid te stellen in te spelen op de inhoud van onze godsdienstlessen, wordt in het nieuwsblad 'de Bosbode’ uitleg gegeven over de projecten die aan de orde komen in de groepen. Het team kan voor begeleiding op het gebied van de levensbeschouwing ondersteuning krijgen vanuit de Stichting Arkade-Cilon. De identiteit van de school komt ook tot uitdrukking in regelmatige acties “geven voor een goed doel’. Elk schooljaar probeert de school op enigerlei wijze wel een bijdrage te leveren aan een instelling die zich richt op de mensen in onze samenleving die een extra geldelijke bijdrage goed kunnen gebruiken. Daarnaast wordt er twee keer per jaar, in het najaar en met Pasen, voor onder- en bovenbouw een viering in het kerkelijk centrum ‘De Ark’ of in de aula van de school gehouden. De groepen 4 brengen een bezoek aan de parochiekerk Joannes de Doper, de groepen 5 beleven een 'dag in het teken van de natuurelementen' op Kaageiland bij De Stal, de groepen 6 gaan naar de beeldentuin bij de parochiekerk en de groepen 7 gaan op excursie naar het Catharijneconvent te Utrecht.
Sociaal emotionele ontwikkeling. We werken met ‘Zien’: een leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. ‘Zien’ brengt de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen van groep 1 t/m 8 systematisch in kaart. Bovendien geeft het systeem handelingssuggesties om met geconstateerde problemen om te gaan. Rond de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen gebruiken we de methode “Goed Gedaan’. Het is een werkwijze om systematisch aandacht te besteden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. We hebben de methode dan ook concreet uitgewerkt en ingevoerd onder de naam ‘puntje van de week’. Bij de begeleiding van kinderen wordt er veel gebruik gemaakt van het gesproken woord als opvoedingsmiddel en bij veel kinderen slaat dit onvoldoende aan omdat ze de taal niet kennen die nodig is om te vertellen wat ze denken en omdat ze de opvoedingstaal niet begrijpen. In het ‘puntje van de week’ komt dit aan de orde. De methode ‘Goed Gedaan’ leert kinderen sociale vaardigheden. Dit is nu een ‘vak’ op school geworden. De redenen hiervoor zijn: - Kinderen groeien op in een wereld die veel drukker, ‘groter’ en ingewikkelder is dan vroeger. Kinderen moeten daardoor veel meer kunnen, begrijpen en kiezen dan vroeger. - Kinderen zien meer verschillende voorbeelden dan vroeger. - Kinderen hebben meer opvoeders dan vroeger, die vaak verschillend denken. Kinderen kunnen hierdoor in de war raken. Hoe hoort het nu? Wat is goed? Wat is slim? Een duidelijke uitleg en veilige oefening op school geven dan houvast aan kinderen. Deze methode kent 16 lessen per jaar. Gemiddeld staat een les twee weken centraal. Dezelfde onderwerpen worden in groep 1 t/m 8 behandeld. Voorbeelden en leerpunten zijn steeds afgestemd op de leeftijd. Alle groepen zijn tegelijkertijd bezig met hetzelfde onderwerp. Alle kinderen leren in de les dezelfde woorden en termen voor sociaal gedrag en oefenen dezelfde sociale vaardigheden. De verbinding school-thuis speelt bij het leren van sociale vaardigheden een zeer belangrijke rol. Vandaar dat wij de ouders in de Bosbode uitgebreid informeren, zodat zij weten wat het kind hierover leert op Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
28
onze school. Wij verwachten dat ouders met deze inzichten en vaardigheden aan het werk gaan en vanzelfsprekend dat wij op één lijn zitten. Deze methode maken we voor iedereen zichtbaar door het “Puntje van de week” duidelijk herkenbaar (de witte uitroeptekens) in ons gebouw op te hangen, zodat de hele schoolgemeenschap met het onderwerp bezig is. Tevens hebben we een lijst "gedragsregels voor de leerlingen van de Bosbouwers" samengesteld, waarbij we geprobeerd hebben om een veelheid van afspraken algemeen samen te vatten (zie onze jaargids).Deze afspraken gelden uiteraard zowel in de klas als tijdens het overblijven en voor en na schooltijd in en om het schoolgebouw. Gedrag Rondom het omgaan met (on)gewenst gedrag zijn afspraken op een rij gezet. Deze afspraken worden nageleefd door alle leerkrachten en hebben betrekking op alle leerlingen. Schoolregels. Elke school heeft regels. Deze zijn er zodat iedereen die met school te maken heeft zich prettig en veilig kan voelen. Wij hebben de vele regels die er zijn samengevat in de volgende 4 algemene regels: 1. Zorg voor materiaal en omgeving (Wij gaan zorgvuldig om met eigen en andermans eigendom) 2. Omgaan met elkaar (Wij hebben respect voor groot en klein en zorgen voor een gezellig samenzijn.) 3. Zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid (Ik, jij, hij of zij, op de Bosbouwers hoort iedereen erbij!) 4. Rust en Veiligheid (Hoe leuk het buiten ook was, ik ben rustig in de school en in de klas!) Deze algemene regels zijn gevisualiseerd in de afbeelding van ‘de Regelboom’. De afbeelding van de regelboom hangt in de klaslokalen en in hal. Er is een eenduidige benadering afgesproken rond het geven van feedback bij overtreding van de regels. Dit is vastgelegd in een duidelijk stappenplan. De stappen zijn: 1. Stop en koel af! 2. Wat is er aan de hand? Elke partij vertelt wat er is gebeurd. 3. Probeer er samen uit te komen. Bedenk een oplossing waarin iedereen zich kan vinden. 4. En nu? Welke afspraken hebben we gemaakt? Is het nodig om er op terug te komen? Deze afspraken gelden uiteraard zowel in de klas als tijdens het overblijven, voor en na schooltijd en in en om het schoolgebouw. De algemene regels worden jaarlijks herhaald bij de start van het schooljaar. Als team vinden we het belangrijk om één lijn te trekken binnen de school en kinderen medeverantwoordelijk te maken voor een leefbare en aangename leeromgeving. De bewaking van de regels is primair een taak van het team. We zijn echter van mening dat ook de kinderen zich nauw betrokken moeten voelen. Ieder schooljaar starten we dan ook in de groepen met het maken van klassenregels die gerelateerd zijn aan de algemene schoolregels. Iedere groep visualiseert deze regels op zijn eigen unieke manier in de klas. Niet alle kinderen pakken de omgangsregels gemakkelijk op. Er kan sprake zijn van een aangeboren probleem, sociaaleconomische gezinsaspecten en soms van kindeigenschappen die het moeilijk maken Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
29
om op een gepaste wijze met de omgeving om te gaan. Deze kinderen kunnen we met de training STOP leren om positief gedrag te vertonen. Een aantal leerkrachten heeft de Stoptraining gevolgd. STOP is een trainingsprogramma voor kinderen van 4 tot en met 7 jaar die thuis en/of op school gedragsproblemen laten zien. Deze training wordt gegeven door het Kabouterhuis aan kinderen met (ernstige) gedragsproblemen, hun ouders en leerkrachten. Stop staat voor Samen sterker Terug Op Pad. Het doel van STOP is het doorbreken van het negatieve interactiepatroon tussen een kind en zijn/haar omgeving. Hierdoor kan een kind zich binnen zijn/haar mogelijkheden op een positieve wijze verder ontwikkelen. De training is gebaseerd op sociaal-leertheoretische inzichten en maakt gebruik van gedragtherapeutische technieken. De training biedt de kinderen een duidelijke structuur: dit maakt dat kinderen snel weten wat er allemaal zal gaan gebeuren en wat wel en niet mag. De kinderen leren een aantal vaardigheden zoals luisteren, zichzelf controleren bij kwaadheid, ruzies en problemen kunnen oplossen. In de schoolprakijk is het volgende zichtbaar: - De leerkrachten zorgen voor een werkbare time-out plek voor de leerling. De time-out plek is een stoeltje wat even apart in het lokaal staat. - De procedure is bij de leerlingen bekend. De leerling wordt bij ongewenst gedrag eerst gewaarschuwd door de leerkracht. Bij voortduring gaat de leerling naar de vaste timeout-plek in de klas. Het kind zit gedurende een korte tijd op de plek. De leerkracht legt kort en zakelijk uit waarom dit moet en wat het kind beter had kunnen doen. Na de Time-out kan de leerling weer deelnamen aan de groepsactiviteiten. De ‘Stop’-benadering vindt in overleg met de ouders plaats en wordt toegepast bij kinderen die structureel moeite hebben om zich aan de regels te houden.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
30
Klassenmanagement Op de Bosbouwers wordt het onderwijs in de klas zo georganiseerd dat er een uitdagende, plezierige en uitnodigende werksfeer ontstaat waarin aandacht is voor het individuele kind. In dit hoofdstuk van het onderwijsprofiel beschrijven we hoe dit klassenmanagement er in de praktijk uitziet en hoe de leerkracht de juiste voorwaarde voor de kinderen organiseert. We leren de kinderen om zelfstandig te werken. Dit doen we door te werken met zogenaamde uitgestelde aandacht. Met deze werkwijze willen wij de tijd in de klas zo efficiënt mogelijk gebruiken zodat de leerkracht de mogelijkheid heeft om verlengde instructie te geven aan de instructieonafhankelijke groep en instructie-afhankelijke groep. Om dit te realiseren zijn er afspraken gemaakt over o.a. het lopen van vaste rondes (servicerondje) door de klas om alle leerlingen de gelegenheid te bieden om de leerkracht om te hulp te vragen. Tevens geeft deze serviceronde de leerkracht de ruimte om directe feedback te geven aan de leerlingen. Voor leerlingen met een ontwikkelingsperspectief (OPP) zijn, indien nodig, de afspraken individueel in het document vastgelegd. OPP’s worden altijd in samenwerking met de ouders opgesteld. Klassenmanagement bestaat zoveel mogelijk uit structureren van ruimte, tijd en activiteit zodat de leerkracht de geplande activiteiten uit kan voeren. De ontwikkeling van leerlingen verloopt verschillend. De ene leerling is sterk in rekenen, maar heeft nog moeite met spelling. De andere leerling vindt taal nog lastig, maar is vaardig in de zaakvakken. Om de leertijd zo efficiënt mogelijk te gebruiken kan de invulling aangepast worden aan de leerbehoefte. Een sterke leerling in rekenen kan bijvoorbeeld een kortere rekentijd krijgen, waardoor er meer tijd vrij komt om extra aandacht aan een vak te geven welke hij/zij minder beheerst. Ook kan die tijd gebruikt worden om aan een uitdagende opdracht te werken. Op deze wijze stimuleren we de autonomie van de leerlingen. 01: Ruimte Basisgroep (instructiegevoelig)
-
Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
-
De schoolregels hangen zichtbaar in de gang en in de klas. De klassenregels hangen zichtbaar in de klas. De tafels en stoelen zijn zo georganiseerd dat er duidelijke looproutes zijn in de klas. De klok hangt zichtbaar in de klas. De pictogrammen met de dagplanning hangen in de lagere groepen zichtbaar in het lokaal. De leerkracht stelt regelmatig nieuwe tafelgroepen samen. De leswisselingen verlopen rustig en de leerkracht begeleidt deze wisselingen. Materialen kunnen door de leerlingen zelf gepakt en opgeruimd worden. In de kleutergroepen is een projecthoek of thematafel in de gang aanwezig. Groep 1/2, 3 en 4 hebben een kiesbord in de klas hangen. In iedere groep is een groepsmap waarin de specifiek gegevens over de kinderen en de groep te vinden zijn: o.a. weekrooster, plattegrond, leerlinggevens, informatie voor de invallers. Er zijn kleurklokken beschikbaar voor op de tafel van de leerling. De leerling houdt indien nodig een vaste plaats in de klas. Er worden hulpkaartjes op de tafel van de leerling geplakt. Voor een aantal leerlingen kan een rustige werkplek gecreëerd worden door de tafel even weg te schuiven van de rij of tafelgroep. Er zijn schotten in de klas waarachter de leerlingen kunnen werken. De kinderen worden in de gelegenheid gesteld om koptelefoons te gebruiken
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
31
wanneer zij hinder hebben van omgevingsgeluiden. 02: Tijd Subgroep 2 (instructieonafhankelijk) Basisgroep (instructiegevoelig)
-
-
Subgroep 1 (instructieafhankelijk) 03: Activiteit Subgroep 2
-
De leerkracht laat de leerling een deel van de leerstof zelfstandig verwerken. De leerkracht zorgt voor aanvullend werk en compact- en verrijkingsmateriaal. Indien wenselijk kan de leerkracht een leerling of groepje leerlingen wekelijks extra ondersteuning bieden. De leerkracht gebruikt een rooster waarin hij alle lessen plant. De leerkracht houdt zich aan de roostertijden (uitzonderingen voor speciale momenten). De leerkracht vertelt bij aanvang van de dag wat de planning van de dag zal zijn. De start van de dag kan in groep 1/2 verschillen. Na binnenkomst vindt er een kringactiviteit of een inloopmoment plaats. Kinderen kunnen dan aan de slag met een gerichte activiteit die voorzien is van een naamkaartje. De leerkracht gaat effectief met de onderwijstijd om. Dit betekent op tijd beginnen met de lessen. De materialen staan klaar. Weinig tijd verloren laten gaan tijdens leswisselingen. De leerkracht plant op het rooster de volgende werkvormen in: zelfstandig werken, instructiemomenten, samen werken. Indien wenselijk kan de leerkracht een leerling of groepje leerlingen wekelijks extra ondersteuning bieden.
Zie basis
(instructieonafhankelijk) Basisgroep (instructiegevoelig)
Subgroep 1 (instructieafhankelijk)
De leerkracht plant op het rooster diverse werkvormen in: - dag/weektaak (werktaak bij de kleuters) - instructiemomenten - samenwerken De leerkrachten van groep 1/2 werken met een keuzebord. De leerkracht geeft op een klok de tijdsplanning aan. De leerkracht vertelt wanneer de les eindigt. De leerlingen krijgen dan nog een paar minuten de tijd om het werk af te ronden. De leerkracht zorgt ervoor dat de vervolgactiviteiten duidelijk zijn (zinvol extra werk). De leerkracht bespreekt na afloop van de les regelmatig de kwaliteit van de opdracht en de wijze waarop gewerkt en geleerd werd. Duo-leerkrachten zorgen voor een goede overdracht. - De leerkracht van groep 1/2 maakt gebruik van o.a. de kleine kring bij het geven van instructie. - De leerlingen uit groep 2 waarbij de beginnende geletterdheid nog extra ondersteuning nodig heeft, krijgen het laatste half jaar van groep 2 extra ondersteuning op het gebied van taal (Voorschotbehandeling.) - De leerkracht vergroot indien nodig de verwerkingsmaterialen. - De leerkracht maakt gebruik van de instructietafel bij het geven van extra instructie.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
32
Verklarende woordenlijst Basisaanbod
Een basisaanbod is het onderwijsprogramma dat een school realiseert voor leerlingen zonder speciale onderwijsbehoeften.
CITO
Cito wordt internationaal erkend als expert in het ontwikkelen en afnemen van examens en toetsen. Met de toetsen van het Cito Volgsysteem primair onderwijs volgen we de vorderingen van onze leerlingen op een systematische wijze.
Groepsoverzicht
Het groepsoverzicht is een document waarin wij de volgende leerling-kenmerken noteren: behaalde vaardigheidsscores en vaardigheidsgroei, kwaliteiten, specifieke pedagogische en didactische onderwijsbehoeften en instructiegevoeligheid.
Groepsplan
Een organisatiemodel voor het hanteren van de drie verschillende niveaugroepen. Op deze manier komen we tegemoet aan de verschillende onderwijsbehoeften van kinderen in een groep. In het groepsplan staat welke lesstof er aan geboden wordt in de komende periode, welke uitdagende stof voor Subgroep 2 en welke remediërende stof voor subgroep 1.
Onderwijsprofiel
In de wet op het Passend Onderwijs wordt de term ‘ondersteuningsprofiel’ gebruikt. Hierin legt de school minstens eenmaal per 4 jaar vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben en welke ambities de school heeft voor de toekomst.
Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Het ontwikkelingsperspectief is het document waarin de onderwijsdoelen, het leerstofaanbod en de wijze van begeleiding zijn vastgelegd voor leerlingen in het basisonderwijs dat leidt tot een vastgesteld eindperspectief. De school stelt een ontwikkelingsperspectief op voor die leerlingen die waarschijnlijk de eindtermen van het basisonderwijs niet gaan halen.
ParnasSys
ParnasSys is een webbased leerlingvolgsysteem en leerlingadministratiesysteem.
Passend Onderwijs
Passend Onderwijs is een onderwijssysteem dat beoogt dat zoveel mogelijk leerlingen regulier onderwijs thuisnabij kunnen volgen. Kinderen met een handicap of gedragsproblemen hebben recht op een passende onderwijsplek. Dat kan in het speciaal onderwijs, of met extra begeleiding op een gewone school. Vanaf 1 augustus 2014 komt er een nieuw stelsel voor passend onderwijs. Dit verplicht scholen een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
Subgroep 1
Het aanbod voor de leerlingen van subgroep 1 is een intensivering van het basisaanbod en is bedoeld voor leerlingen die een meer intensiever onderwijsaanbod nodig hebben.
Subgroep 2
Dit aanbod is een onderwijsaanbod dat bedoeld is voor leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong die niet voldoende worden uitgedaagd door het basisaanbod.
Samenwerkingsverband
Om elk kind een passende onderwijsplek te bieden, werken scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden. Het samenwerkingsverband moet ervoor zorgen dat ieder kind in de regio een passende onderwijsplek heeft.
Zorgplicht
Zorgplicht betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die op hun school zit, of die zich bij hun school aanmeldt een passende onderwijsplek binnen het samenwerkingsverband krijgt. Zorgplicht is niet hetzelfde als plaatsingsplicht.
Onderwijsprofiel katholieke basisschool De Bosbouwers te Hoofddorp.
33