Het maatschappelijk rendement van Koersvast bv in 2005 Jaarverslag: De sociale prestatie van Koersvast bv
Amsterdam / April 2006
Deze rapportage is mogelijk gemaakt door:
Koersvast bv Waterspiegelplein 10 d 1051 PB Amsterdam tel: 020-4866814 fax: 020-6816460 e-mail:
[email protected] website: www.koersvast.org
2
Inhoud Het maatschappelijk rendement van Koersvast bv in 2005
1. Inleiding
4
2. Het profiel van Koersvast 2.1 De producten van koersvast 2.2 Projecten
5 6 7
3. In- en uitstroom in 2005: totalen
8
4. In- en uitstroom van de gedetacheerden
9
5. In- en uitstroom van de uitzendkrachten
10
6. Kenmerken van de Koersvast werknemers 6.1 Algemeen 6.2 De jobhoppers aan de onderkant van de arbeidsmarkt
12 12 13
7. De maatschappelijke prestatie: SROI-criteria 7.1 Overwegingen 7.2 Social Return on Investment 7.3 Criteria (wegingsfactoren) om de bespaarde uitkeringen te berekenen
14 14 14 15
8. Het maatschappelijke rendement in euro’s
17
3
1. Inleiding Door de kredietverlening van Start Foundation (www.startfoundation.nl) is Koersvast bv gehouden om periodiek te rapporteren over haar sociale prestatie. Koersvast heeft historisch gezien het karakter van een sociaal bedrijf en de medewerkers van Koersvast ervaren het als een uitdaging om te beschrijven hoe dit profiel overeind gehouden wordt in veranderende economische en maatschappelijke omstandigheden. De uitdaging bestaat mede uit het berekenen van het maatschappelijk rendement van koersvast bv in harde euro’s. In deze notitie wordt een overzicht gegeven van de in- en uitstroom van werknemers die in 2005 bij Koersvast in dienst waren. Tevens wordt beschreven wat de kenmerken van de werknemers zijn. Maar waar het uiteindelijk om gaat is om de gegevens te interpreteren in termen van ‘sociale prestatie’ in euro’s: het maatschappelijk rendement van Koersvast bv. Daartoe is de methodiek van de Social Return On Investment (SROI) toegepast conform een aantal richtlijnen zoals beschreven in het boek ‘Sociale return on investment’ onder redactie van Peter Scholten (uitgave: 2005 NIVRA Nyenrode/Start Foundation). In 2005 heeft Koersvast 259 personen voor kortere of langere tijd op de loonlijst gehad. Dat waren 200 uitzendkrachten, 51 gedetacheerden en 8 personen in de overhead. Koersvast verkocht in 2005 gemiddeld 8500 inleenuren per maand. Hetgeen betekent dat Koervast elke dag gemiddeld 60 personen uitleende. Koersvast heeft in 2005 aan 29 bedrijven personeel geleverd. Bedrijfseconomisch zit Koersvast bv al drie jaar in zwaar weer. In 2005 werd een negatief bedrijfsresultaat geboekt van € 34.000,- op een omzet van 1,9 miljoen euro. Daar staat tegenover dat in deze rapportage berekend wordt dat het maatschappelijk rendement van Koersvast in 2005 berekend kan worden op € 480.491, Deze notitie begint met een beschrijving van het bedrijf Koersvast in een historische context zodat de lezer het bedrijf Koersvast kan duiden in het maatschappelijke krachtenveld. Vervolgens wordt u meegenomen in een beschrijving van de werknemers van Koersvast en in- en uitstroomcijfers. Deze rapportage eindigt met twee hoofdstukken waarin het maatschappelijk rendement van Koersvast bv in euro’s berekend wordt. We hopen dat de innovatieve insteek van deze rapportage u tot de laatste pagina kan boeien!
Amsterdam, 7 april 2006 Daniël Giltay Veth Huig de Groot Nancy van Gerwen
4
2. Het profiel van Koersvast Koersvast bv is in 1998 begonnen als een gespecialiseerd detacheringbureau voor langdurig werklozen. Het bureau is inmiddels uitgegroeid tot een bedrijf dat een breder scala aan diensten aanbiedt en gespecialiseerd is in de vacaturevervulling voor lagere functies op de arbeidsmarkt. Door de economische crisis vanaf 2002 en het wegvallen van vele stimuleringsregelingen om langdurig werklozen aan het werk te helpen was Koersvast gedwongen om het pakket aan diensten uit te breiden zonder direct haar identiteit te verloochenen. In 2003 is begonnen met het uitzendbureau en vanaf 2005 is pay-rolling een onderdeel van het dienstenpakket. Tevens heeft Koersvast meegedaan bij meerdere openbare aanbestedingen van reïntegratieprojecten van de gemeente Amsterdam. Helaas bleken met name deze projecten verliesgevend. Gaandeweg zijn binnen Koersvast geïntegreerde doch verliesgevende reïntegratiediensten gestopt of losgekoppeld van Koersvast en ondergebracht in aparte projecten, onder andere in DGV Holding bv. Gedwongen door de omstandigheden heeft Koersvast in 2 jaar tijd een omslag gemaakt van een organisatie die aanbodgericht werkt (werklozen worden aan werkgevers aangeboden; de werkzoekende is de klant) naar een organisatie die vraaggericht werkt (Koersvast acquireert vacatures; bedrijven zijn de klant). In 2005 is de overhead ingrijpend gereorganiseerd toen bleek dat aangenomen reïntegratieprojecten van de sociale dienst zwaar verliesgevend waren. Helaas kon dat niet zonder gedwongen ontslagen. De omslag die gemaakt moest worden is gerealiseerd dankzij de steun van Start Foundation; zonder deze steun was Koersvast failliet gegaan. Door de nieuwe producten van Koersvast groeide het bedrijf min of meer per ongeluk, ondanks de economische crisis, uit tot een organisatie die in 2005 1.9 miljoen omzet euro maakte: • In 2002 werd een omzet gemaakt van € 600.000,• In 2003 werd een omzet gemaakt van € 800.000,• In 2004 werd en omzet gemaakt van € 1.400.000,• In 2005 werd een omzet gemaakt van € 1.900.000,De prognose is dat Koersvast in 2006 een omzet zal maken van 2.3 miljoen euro. Koersvast plaatste de afgelopen zeven jaar 700 werknemers in het MKB verdeeld over meer dan zeventig bedrijven. Wij vonden voor bedrijven onder meer bouwopruimers, winkelpersoneel, productiepersoneel, logistiek- en administratief personeel, loodsmedewerkers, operators, zalenzetters, keukenhulpen, parkeerbeheerders, asbestsaneerders, horecapersoneel, (opleverings)schoonmakers, bouwhulpen, slopers, procesoperators, personeel voor de betonindustrie, beveiligers en personeel voor de lagere functies in de zorg. Van de honderden bemiddelde werknemers waren er meer dan tweehonderdvijftig die voorheen (zeer) langdurig werkloos waren. Koersvast profileert zich op de markt onder het motto: ‘Uw partner in sociaal verantwoord ondernemen’. Commercieel opererend in de flexmarkt levert Koersvast goed personeel door de enorme ervaring van haar medewerkers in werving en selectie, met name voor functies aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Maar er is meer. De bedrijven waarmee Koersvast samenwerkt herkennen het historisch gegroeide karakter van Koersvast als sociaal bedrijf. Koersvast is voor steeds meer bedrijven het sociaal verantwoorde alternatief voor gesjoemel aan de onderkant van de arbeidsmarkt; gerommel en gerotzooi dat op veel grotere schaal plaats vindt dan het op eerste gezicht lijkt. De medewerkers van Koersvast worden in intakegesprekken dagelijks geconfronteerd met zaken als concurrentie doordat gewerkt wordt met illegalen, discriminatie, gerommel met niet rechtsgeldige arbeidscontracten, ziektegevallen die niet aangemeld worden, het niet uitbetalen van reserveringen en schending van CAO- en Arbo bepalingen. In dit licht bezien vinden veel werknemers het prettig om bij Koersvast te werken om de simpele reden dat ze normaal behandeld worden en krijgen waarop ze recht hebben.
5
2.1 De producten van Koersvast Koersvast levert op de commerciële markt oplossingen voor uiteenlopende vraagstukken in de arbeidsvoorziening van bedrijven. In de eerste plaats door het werven, selecteren en plaatsen van personeel waarbij Koersvast de werkgeversrisico’s neemt. Daarbij zijn drie varianten: Uitzenden: Koersvast werft en selecteert flexibel inzetbaar personeel. De inlener betaalt de werkelijk gewerkte uren. Koersvast draagt de werkgeversrisico’s en is verantwoordelijk voor de betaling van de lonen, reserveringen, vakantiegelden en pensioenrechten voor langdurige uitzendkrachten. Het uurloon dat Koersvast aan de uitzendkracht betaalt is gebaseerd op de functie- en loonschalen zoals deze gebruikt worden in de inlenende bedrijven of de uitzend CAO. Detacheren: Koersvast streeft er uit sociaal oogpunt na om haar werknemers normale arbeidscontracten te bieden over een langere periode. Daarbij ontvangen de werknemers een ‘vast loon’ en worden niet, zoals uitzendkrachten, per uur betaald. Deze constructie wordt mogelijk als het inlenende bedrijf een werknemer over een periode van bijvoorbeeld een half jaar of een jaar voor een vast aantal uren per week in wil zetten. De detacheringconstructie wordt door inlenende bedrijven van Koersvast gebruikt om potentieel nieuw personeel te testen. De praktijk leert dat de meeste gedetacheerde werknemers naar verloop van tijd een aanstelling verwerven bij het inlenende bedrijf. Het voordeel in vergelijking met uitzendcontracten is dat de werknemer een vast inkomen heeft waardoor de kans op verloop minimaal is; een van de grote nadelen bij de inzet van uitzendkrachten. De detacheringconstructie is werkbaar om langdurig werklozen uit de bijstand te plaatsen indien gepaard aan loonkostensubsidie. Koersvast gebruikt deze constructie ook om jongeren te plaatsen die een BBL-leerroute volgen op het ROC. Een gemiddeld lager inleentarief dient als ‘smeermiddel’ indien het bedrijf bereid is langdurig werklozen of jongeren een kans te geven door middel van een detacheringcontract van minimaal een half jaar. Binnen de huidige wetgeving is het mogelijk dat de betreffende kandidaat eerst maximaal een maand op proef meedraait waarbij de aspirant werknemer werkt met behoud van uitkering. Koersvast draagt zorg voor de begeleiding die bij dit soort plaatsingen hoort. Pay-rolling Bij pay-rolling besteedt een bedrijf de juridische werkgeversrol uit aan Koersvast bv. Het bedrijf doet de werving en selectie van het personeel zelf en u draagt tevens zorg voor de begeleiding van het personeel. Er zijn diverse constructies mogelijk wat betreft het soort arbeidscontracten dat gebruikt wordt. Dat kan variëren van reguliere contracten voor bepaalde tijd tot oproepcontracten.
6
2.2 Projecten In de loop der jaren zijn als ‘spin-off’ vanuit Koersvast diverse projecten ontwikkeld. De meeste projecten zijn oorspronkelijk ontwikkeld in Koersvast; de afgelopen jaren zijn de projecten echter veelal ondergebracht in DGV Holding bv van Daniël Giltay Veth, tevens de eigenaar van Koersvast bv. Voorbeelden van deze projecten zijn: • De samenwerking tussen Koersvast bv en de gemeente Amsterdam, dienst Maatwerk, om werknemers met een WIW-dienstverband door middel van scholing, stageplaatsen en bemiddeling te plaatsen op de reguliere arbeidsmarkt in 2000-2002. Deze samenwerking heeft uiteindelijk geleid tot de oprichting van stichting Horizon. Deze Stichting is gespecialiseerd in assessment van de moeilijkst plaatsbare groepen op de arbeidsmarkt. Inmiddels werkt deze Stichting als vaste partner van de WRA-groep (sociale werkvoorziening in Amsterdam). • Voor de stadsdelen Baarsjes en Bos en Lommer heeft Koersvast in de jaren 1999 en 2000 een experiment uitgevoerd om in samenwerking met buurtinstellingen vindplaats gericht werklozen op te zoeken, te motiveren en te bemiddelen. • In 2001 schreef Daniël Giltay Veth, de directeur van Koersvast, op verzoek van de provincie Noord Holland het boekje ‘Schipperen met Respect’. In het boekje staan vijfentwintig portretten van voormalig langdurig werklozen, hun bemiddelaars, begeleiders, voorlieden en bazen. Door middel van de portretten wordt een beeld geschetst van de onderkant van de arbeidsmarkt. Het boekje is nog te bestellen bij Koersvast. • In 2003 en 2004 heeft Koersvast bv het project ‘Arbeidspool elementaire dienstverlening’ uitgevoerd, mede gefinancierd door de Raad van Werk en Inkomen. Het was een geslaagde poging in samenwerking met een aantal bedrijven de economische crisis het hoofd te bieden waarbij door de organisatie van Koersvast van een gezamenlijke arbeidspool (flexpool) het mogelijk werd werknemers aan het werk te houden in plaats van te ontslaan. • In 2003 en 2004 voerde DGV Holding bv het project ‘Allochtone vrouwen in de zorg’ uit in de Chassébuurt, stadsdeel de Baarsjes in Amsterdam waarbij Koersvast de bemiddeling naar stageplaatsen, vrijwilligerswerk en betaald werk uitvoerde. Inmiddels is in juni 2005 een vervolg op het project gestart genaamd ‘ MEEdoen: Bouwen aan Burgerschap’ . Het hoofdaannemerschap en de regie over het project is gegund aan DGV Holding. Er wordt zeer nauw samengewerkt met vijf instellingen waaronder de sociale dienst die hiervoor twee klantmanagers vrijgemaakt heeft. • DGV Holding voerde tot de zomer 2005 het project FOCUST uit in opdracht van de dienst Maatwerk van de gemeente Amsterdam. Het was een disciplinering- en toeleidingsproject naar betaald werk van langdurig werklozen waarbij Koersvast de arbeidsbemiddeling uitvoerde. • In juli 2005 is de Stichting Houvast Amsterdam opgericht. Het is een werkervaringsproject voor dak- en thuislozen dat medegefinancierd wordt door woningbouwvereniging de Dageraad. De werkzaamheden betreffen het zogenaamde huurderonderhoud dat voornamelijk uitgevoerd wordt in panden van HVO/Querido. Mede sponsor is het bedrijf Sigma Coatings. Het project is ontwikkeld in een coproductie door Koersvast en DGV Holding. Koersvast bv is de organisatie die de doorstroming van geschikte kandidaten verzorgt. Directeur van Houvast is Peter Lankamp die het project vanuit Koersvast ontwikkeld heeft. • In 2005 organiseerde Koersvast een werkgelegenheidsproject uit bij het recyclingbedrijf Sita. Jongeren konden werkervaring opdoen bij de afdeling containers schilderen waarna doorstroming via Koersvast mogelijk was. • Steeds meer bedrijven werken expliciet, en naar tevredenheid, samen met Koersvast in het kader van sociaal verantwoord ondernemen, waaronder bekende grotere bedrijven zoals de Voorbij Prefab Beton bv (betonindustrie), Hoveniersbedrijf Van der Tol, Sita Recycling en Aristo Zalen.
7
3. In- en uitstroom van werknemers in 2005: totalen De in- en uitstroom gegevens per categorie zijn: Overhead Per 1 januari 2005 waren zes personen in de overhead van Koersvast werkzaam. Twee fulltimers en vier parttimers. Kortstondig heeft een extra administratieve kracht het team versterkt doch zij verkoos een andere werksetting. Door de interne reorganisatie zijn twee personen om economische redenen ontslagen en één persoon herschikt naar het project Houvast. Daarvoor in de plaats is één nieuwe werknemer aangenomen. Per 31 december bestaat het team uit vijf personen, de DGA, twee fulltime accountmanagers en twee part time administratieve krachten. Het team bestaat uit twee vrouwen en drie mannen. Gedetacheerden Per 1 januari 2005 waren veertig personen werkzaam als gedetacheerden. Daarvan hadden 37 personen een arbeidscontract voor bepaalde tijd en drie personen een contract voor onbepaalde tijd. Gedurende het jaar zijn er 18 nieuwe detacheringcontracten bij gekomen. In 2005 zijn er 36 personen uitgestroomd zodat er per 31 december nog 22 gedetacheerden in dienst waren van Koersvast Uitzendkrachten In januari 2005 waren 57 uitzendkrachten werkzaam voor Koersvast. In 2005 zijn 143 nieuwe uitzendkrachten voor Koersvast gaan werken. Totaal 200. Gedurende het jaar zijn 131 uitzendkrachten ook weer doorgestroomd, afgevallen, ontslagen of verdwenen. Van 7 personen is het uitzendcontract omgezet in een detacheringscontract. Per 31 augustus waren nog 55 werknemers bij Koersvast als uitzendkracht geregistreerd.
8
4. In en uitstroom in detail: de gedetacheerden. In 2005 jaar waren 58 gedetacheerden werkzaam op contract van Koersvast. Drie werknemers daarvan zijn in vaste dienst en langdurig gedetacheerd. De overige contracten zijn voor bepaalde tijd (half jaar of jaar) en de bedoeling is dat men uiteindelijk doorstroomt naar het bedrijf waar men werkzaam is. In onderstaande analyse worden 51 personen in oogschouw genomen. De overige 7 personen waren uitzendkrachten die in de laatste maanden van het jaar een contract aangboden kregen. Het zijn 40 mannen en 7 vrouwen. De groep ziet er als volgt uit: Etnische herkomst: Nederlands: Surinaams/Antilliaans: Marokkaans: Turks: Duits: Ethiopië Gambia: Engels : Chinees : Pools :
Leeftijden: < 25 jaar: 25 – 35 jaar: 35 - 45 jaar: 45 – 55 jaar:
Branches waar men werkt: Betonindustrie Schoonmaak Parkeren/beveiliging Bouwgelieerd Groenvoorziening Productie Horeca Callcenter Kaderfuncties
22 16 4 3 1 1 1 1 1 1 51
8 14 19 10 51
10 5 8 9 5 7 3 1 3 51
Uitkering voor in dienstname : Bijstand: WW: WAO: Geen:
Fasering (afstand tot de arbeidsmarkt) Fase 1: Fase 2: Fase 3: Fase 4:
Uitstroom: Doorstroom het inlenende bedrijf Doorstroom naar ander werk Ziek uit dienst Uitstroom naar scholingsproject Ontslag/contract niet verlengd
14 22 4 11 51
15 12 12 12 51
15 ) 7 ) 2 1 11 36
De groep van 22 (15+7) mensen die doorstroomden naar (duurzaam) regulier werk ziet er als volgt uit: • 13 personen hadden voorheen een WW-uitkering • 4 personen hadden voorheen een bijstanduitkering • 2 personen hadden voorheen een wao-uitkering • 3 personen had voorheen geen uitkering
Afgezet tegen de fasering (afstand tot de arbeidsmarkt; zie 7.3) kunnen de 22 doorstromers als volgt getypeerd worden: • 9 personen hadden wij ingedeeld in fase 1 • 6 personen hadden wij ingedeeld in fase 2 • 3 personen hadden wij ingedeeld in fase 3 • 4 personen hadden wij ingedeeld in fase 4
9
5. In en uitstroom van de uitzendkrachten Het is onmogelijk de kenmerken van de uitzendkrachten zo gedetailleerd te beschrijven als bij de gedetacheerden het geval is. Soms zijn de uitzendkrachten zo kortstondig in dienst dat relevante gegevens onvoldoende bekend zijn. Van maar liefst 61 voormalige uitzendkrachten is het niet bekend wat ze zijn gaan doen nadat ze bij Koersvast vertrokken zijn. Bij het schrijven van de half jaar rapportage waren er nog minder gegevens bekend. In het tweede half jaar van 2005 hebben we ten behoeve van deze rapportage een nieuw registratiesysteem opgezet om meer gegevens in beeld te krijgen. Op basis van een analyse van de gegevens die we wel hebben kunnen we de volgende indicaties geven over de 200 uitzendkrachten die bij Koersvast in dienst waren in 2005. Etnische herkomst: Nederlands Niet westers allochtoon Surinaams/Antilliaans Westers allochtoon
44 % 23 % 28 % 5%
(89) ( 46) (55) (10)
Uitkeringssituatie Voorzover wij na kunnen gaan, zijn 35 mensen vanuit een bijstandsituatie bij Koersvast gaan werken als uitzendkracht (17 %). Deels onder druk van de sociale dienst, deels uit een oprechte wens om uit de uitkering te komen. Voorheen, in de hoogconjunctuur, was het juist deze groep die Koersvast in dienst nam en met zware begeleiding detacheerde. Om twee redenen is het op dit moment nog maar mondjesmaat mogelijk om reguliere (detachering)contracten te bieden. Veruit de meeste bedrijven kiezen vooralsnog voor een uitbreiding van hun personeelsbestand door flexwerkers en niet voor gedetacheerden met het oog op doorstroming. Bovendien is er vooralsnog ruim voldoende aanbod van gemotiveerd personeel (waaronder steeds meer oost Europeanen) zodat men niet zit te wachten op ‘probleemgevallen’. De tweede reden is een financiële. De loonkostensubsidies zijn minder geworden evenals de voorwaarden waaronder mensen met een WWB-aanstelling (voorheen wiw-banen) geplaatst kunnen worden bij Koervast. Bovendien zijn de aanzienlijke afdrachtskortingen voor langdurig werklozen en lage lonen afgeschaft. Per saldo is een fase 4 werknemer voor Koersvast bijna even duur als een fase 1 werknemer. Het risico bij leegloop en ziekte wordt veel te groot en is mede de verklaring voor de bedrijfseconomische verliezen van Koersvast is 2003 en 2004. Men neemt een behoorlijk risico om de bijstandsuitkering op te zeggen. Als de uitkering opgezegd wordt dan vraagt het twee maanden of meer om opnieuw een uitkering te verkrijgen indien het werk mislukt en men weer werkloos wordt. Tragisch genoeg vallen te veel instromers vanuit de bijstand ook bij Koersvast snel buiten de boot door onaangepast gedrag, gebrek aan discipline en gebrek aan doorzettingsvermogen. Toch blijft het opvallend hoeveel personen vanuit de bijstand bij Koersvast komen werken. Door te werken met een ‘poolsysteem’ kunnen we ook zwakkere, doch gemotiveerde, personen in de race houden door ze van bedrijf naar bedrijf te herschikken. Ongeveer 26 % van de nieuwe instromers (52 werknemers) had bij in diensttreding bij Koersvast een WW uitkering; over het algemeen kortdurende WW-uitkeringen. Men is gemotiveerd om aan het werk te gaan om te voorkomen dat men in de bijstand komt. Voor veel mensen is dat een angstbeeld. Twee werknemers hadden een waouitkering en een tachtig plusser (!) besloot als chauffeur bij Koersvast te gaan werken om zijn karige aow bij te spijkeren. Maar de grootste groep, ongeveer 55 % (110 werknemers), heeft helemaal geen uitkering als men solliciteert bij Koersvast. Zij maken deel uit van een enorme groep ‘baanhoppers’. In het vervolg van deze rapportage (6.2) zullen we een nadere beoordeling maken van deze opmerkelijke groep werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
10
Fasering Ook voor de uitzendkrachten hebben we poging gedaan om ze typeren in termen van afstand tot arbeidsmarkt, of zo men wil: de kans om duurzaam te overleven op de arbeidsmarkt. Van 158 uitzendkrachten hebben de accountmanagers van Koersvast die beoordeling kunnen maken. Van 42 uitzendkrachten niet omdat ze te kort in dienst waren. Het beeld is als volgt: • fase 1: 47 • fase 2: 52 • fase 3: 27 • fase 4: 29 • onbekend: 42 Branches De uitzendkrachten werken in branches waar een flexibele inzet van personeel aan de orde is. Overigens probeert Koersvast te voorkomen dat de inzet van uitzendkrachten te flexibel is. We zoeken plekken waar mensen in principe voor perioden van vele weken of maanden uitgezonden kunnen worden. Globaal is de onderverdeling als volgt: Bouwopruimen en bouwondersteuning: Groenvoorziening (zomer) Horeca (zomer): Sloop en aanverwant: Overig:
40 % 15 % 5% 25 % 15 %
Uitstroom De uit- en doorstroom onder uitzendkrachten is groot: in 2005 verdwenen 138 uitzendkrachten. Nou is dat beeld enigszins vertekend omdat maar liefst 30 man in een klap overgenomen zijn door een bedrijf dat gespecialiseerd is in bouwopruimen. De aanstellingen die de ‘doorstromers’ kregen zijn redelijk duurzaam. Voor zover dat begrip hanteerbaar is deze markt. Voor zover wij kunnen nagaan is het volgende gebeurd met de uitstromers: Doorgestroomd naar een aanstelling bij de inlenende bedrijven: Ander werk gevonden (o.a. bij andere uitzendbureaus) Contract gekregen bij Koersvast (detachering) Ontslagen, verdwenen of zelf werk beëindigd, vervolg onbekend
11
38 32 7 61 138
6. Kenmerken van de Koersvast werknemers 6.1 Algemeen Koersvast is in 1998 begonnen als detacheringsbureau voor mensen in fase 3 of 4 met een uitkering van de sociale dienst. De groepen die doorverwezen werden hadden vrijwel zonder uitzondering een lage opleiding. Daardoor kwam Koersvast bijna als vanzelf terecht in het segment van de arbeidsmarkt waar ongeschoolde arbeid wordt aangeboden of arbeid waarvoor de vaardigheden op de werkvloer aangeleerd kunnen worden. En dat beeld is niet wezenlijk veranderd anno 2006. Alhoewel er een tendens zichtbaar is geworden in 2005 dat bedrijven Koersvast ook in gaan schakelen voor de werving van vakkrachten op MBO-niveau of leerlingen. Onze verwachting is dat deze tendens zich in 2006 zal doorzetten. Het overgrote deel van de werknemers van Koersvast is laag- of ongeschoold en sociaal kwetsbaar. De schuldenproblematiek is enorm. In het geval van plm. 20 % van de nieuwe instromers ligt binnen acht weken na in diensttreding een deurwaardersbevel op de mat voor een loonbeslag. En wij als werkgever zijn verplicht om dat door te voeren en het slechte nieuws te brengen. Vervolgens heb je te maken met een werknemer die niet bijster gemotiveerd meer is om voor een drempelbedrag van iets meer dan € 700,- per maand te werken. Bij Koersvast hebben we veel te maken met werknemers die in het jargon bestempeld zijn tot ‘doelgroep’. Dat betreft langdurig werklozen maar ook bijvoorbeeld dak- en thuislozen die o.m. doorverwezen worden door de Stichting Houvast Amsterdam, voortgekomen uit de boezem van Koersvast zelf. Maar we hebben ook te maken met voormalige alcohol- en drugsverslaafden en met mensen die direct vanuit de gevangenis naar ons door verwezen worden door de reclassering of zelfs vanuit de gevangenis werken met een electronisch voetbandje. Overigens komt het ook elke maand wel een keer voor dat een werknemer spoorloos verdwenen is en naar later blijkt in het gevang terecht gekomen is. Persoonlijke tragedies zijn aan de orde van de dag: de beslagleggingen, de scheidingen, uit de hand gelopen vechtpartijen, dakloos worden, alcohol- of drugsgebruik, gezondheidsproblemen, naweeen van oorlogstrauma’s, opgelicht zijn door voormalige werkgevers of koppelbazen. En niet te vergeten het gedoe over verlopen identiteitsbewijzen de procedures inzake verblijfsvergunningen (36 personen). Noem het maar op: wie een week op het kantoor van Koersvast gaat zitten, komt alle ‘ stuggle for life’ aan de onderkant van de samenleving tegen. Het is de professionaliteit van de medewerkers van Koersvast om hier mee om te gaan. Wij kunnen al die problemen niet oplossen. Het enige wat we kunnen doen is ‘onze mensen’ serieus te nemen zonder te ‘pamperen’ en zo goed mogelijk de weg te wijzen naar de juiste instanties. Onze eerste taak is en blijft om onze werknemers zo goed en kwaad als mogelijk aan het werk te houden en dat verantwoord te doen volgens de richtlijnen van de CAO. Want werk is de basis van sociaal functioneren.
12
6.2 de job-hoppers aan de onderkant van de samenleving Binnen Koersvast zijn we historisch gezien voornamelijk bezig geweest met het aan het werk helpen van mensen die een uitkering hebben. Dat vraagt om een specifieke aanpak die bestaat uit het motiveren van de kandidaten en het zoeken naar en zo veilig mogelijk constructie qua arbeidsvoorwaarden gevolgd door tamelijk intensieve begeleiding. Sinds we met het uitzendbureau gestart zijn komen we ook een ander soort werknemers tegen. Er is een opmerkelijk grote groep die in 2005 bij Koersvast solliciteerden zonder dat ze uitkering hadden. Het zijn job-hoppers die van baantje naar baantje zwerven, veelal via uitzendbureaus en zwart betaalde klussen. Over het algemeen is men laag geschoold en belast met weinig leervermogen maar wél met een intrinsieke motivatie om te werken. De reden dat ze geen vaste betrekking verwerven heeft alles te maken met sociale vaardigheden. De meesten hebben een kort lontje zodat conflicten snel geboren zijn en uit de hand lopen waarna ze weer mogen vertrekken. Het is een groep die de boot gemist heeft in onze papieren en geautomatiseerde maatschappij. Regelmatig horen we dat ze hun rechten op een uitkering laten lopen omdat ze totaal niet kunnen dealen met de papieren procedures. Onze administratie draait heel wat uurtjes per week om dit soort jongens te helpen met formulieren of om de loonstrookjes uit te leggen. Onze administratieve krachten worden soms wanhopig als weer eens het verschil tussen bruto en netto uitgelegd moet worden. Om de haverklap worden rekeningen geblokkeerd of veranderd en de mutaties in telefoonnummers zijn niet te tellen. We houden nu ons hart al vast voor de gevolgen van het nieuwe zorgstelsel. Eén van ons noemde deze groep het ‘moderne lompenproletariaat’: de dagloners van deze tijd, levend in relatieve armoede. Een ander typeert de groep als ‘sociale tuimelaars’: ze vallen in sociaal opzicht alle kanten op, in de relatiesfeer, in de vriendenkring, op het werk , in het gebruik van alcohol en drugs en in relatie tot justitie. Maar op de een op andere manier komen ze altijd weer overeind. Ze beschikken, paradoxaal genoeg, over een enorme overlevingsdrang; iets wat bij langdurig werklozen juist zo ontbreekt. We zouden deze mannen meer willen bieden dan we kunnen in de zin van sociale oplossingen maar daarin lopen we meestal vast. Een oplossing zou zijn om een gedeelte van deze jongen de kans te bieden op meer stabiliteit door ze normale arbeidscontracten aan te bieden van een half jaar of een jaar en vervolgens te detacheren in plaats van uit te zenden. Dat vraagt echter om medewerking van inlenende bedrijven en die zijn, de jongens kennende, nogal huiverig.
13
7. Het maatschappelijk rendement van Koersvast bv: Sroi criteria 7.1 Overwegingen Hoe goed of slecht doet Koersvast het nou eigenlijk in haar sociaal presenteren? Start Foundation heeft € 150.000,- aan Koersvast geleend en hoopt dat geld terug te krijgen door verantwoord ondernemerschap en rekent bovendien op een ’social return’. Met andere woorden: van Koersvast mag verwacht worden dat ze bovengemiddeld presteert in het aan het werk helpen en houden van groepen die maatschappelijk gezien minder kansen hebben. Maar hoe meten we het criterium ‘bovengemiddeld’ zodat je kan bepalen van bovengemiddeld is en wat onder de maat? Want op zichzelf zeggen de gepresenteerde prestaties van Koersvast namelijk niet veel als er geen norm is waaraan je die prestaties kan afmeten. Het aantal allochtonen dat bedrijven in dienst nemen wordt vaak als criterium genoemd. Maar dat meteen één van die valkuilen. Het percentage allochtonen dat in dienst is van Koersvast (plm. 60 %) is geen verdienste van Koersvast. Het is inherent aan de bevolkingssamenstelling van Amsterdam en het gegeven dat de onderkant van de samenleving en de arbeidsmarkt nu eenmaal behoorlijk ‘zwart’ is. Bovendien zegt het begrip allochtoon weinig over kansen die men heeft op de arbeidsmarkt. Er zijn kansrijke Marokkanen door Koersvast gedetacheerd die zij aan zij werken met hopeloze Hollandse alcoholisten die werkzaam zijn als ‘jobhopper’. Koersvast zou je moeten vergelijken met branchegenoten (d.w.z. uitzend- en detacheringbureaus) die mensen uitzenden op ongeveer hetzelfde functieniveau (de onderkant van de arbeidsmarkt) in dezelfde regio (een grootstedelijk gebied). Maar is dat wel te doen; is het überhaupt mogelijk om een globaal inzicht te krijgen in de gemiddelde prestaties van branchegenoten als het gaat om het in dienst nemen van mensen uit de bijstand, de WW, de WAO en personen met verschillende etnische achtergronden? Wellicht is belangrijker, als extra dimensie, hoe zoiets als de spin-off van Koersvast waardeert. Zoals deze gerealiseerd worden in de vorm van de diverse projecten; in 2005 de projecten voor dak- en thuislozen (stichting Houvast Amsterdam; www.houvastamsterdam.nl) en allochtone vrouwen in de Baarsjes (MEEdoen: Bouwen aan Burgerschap). Zonder een gemiddelde norm te kennen denken wij dat Koersvast het bovengemiddeld goed doet op basis van onze kennis van de markt. Er zullen maar weinig bedrijven zijn die een zo hoog percentage mensen uit een uitkeringssituatie in laten stromen. Voor de gedetacheerden is dat 85 % en voor de uitzendkrachten plm. 45%. In vergelijking daarmee: in Nederland wordt 90 % van alle vacatures vervuld door reeds werkenden. En hoeveel jobhoppers zonder uitkering vinden niet tijdelijk onderdak bij Koersvast waarmee voorkomen wordt dat ze in de uitkering terecht komen?
7.2 Sociaal Return On Investment Sociaal Return on Investment is een recente methodiek die ontwikkeld is in de Verenigde Staten. Met als doel de opbrengsten van een sociale onderneming op een bedrijfsmatige manierzichtbaar te maken. In Nederland zijn een aantal publicaties over deze materie verschenen, recentelijk nog een uitgave van NIVRA-Nyenrode en Start Foundation waarin onder redactie van Peter Scholten uiteen gezet wordt op welke wijze maatschappelijk rendement gemeten kan worden en als bedrijfsmatig gegeven geïntegreerd wordt in de financiële winst- en verliesrekening. De simpelste manier om het maatschappelijk rendement van een onderneming uit te rekenen is de som van bespaarde uitkeringen van het aantal mensen dat in een jaar vanuit een werkloosheidssituatie in dienst genomen wordt. Doch zo simpel is dat niet, zo zeggen de critici terecht. Want een hoger opgeleide dertiger met ervaring in de WW is toch een heel ander verhaal dan een vijftigjarige alcoholist die al tien jaar in de bijstand zit. Om het feitelijke maatschappelijke rendement van het werk van Koersvast en anderen vast te stellen zou je eigenlijk van elke nieuwe werknemer een ‘risicoprofiel’ moeten samenstellen. Een interessante uitwerking van dat principe werd ons toegespeeld door Sil de Graaf van Start Foundation en dat is het denkwerk van Ronald Boerlage en Frank van der Mark, twee ‘controlers’ van de Sociale Dienst Amsterdam. Zij werken met het begrip Potentiële Maximale Uitkeringsduur (PMU). Zij redeneren vanuit cliënten die in een bijstanduitkering hebben en de PMU is een percentage dat het risico uitdrukt dat men tot de pensioengerechtigde leeftijd in de uitkering blijft. Daartoe worden een heleboel factoren meegewogen zoals gezondheid, verslavingen, schulden, opleidingsniveau,
14
leervermogen, leeftijd, werkervaring, woonsituatie, contacten met justitie. Elke factor wordt gewogen in een risicopercentage. Indien door inspanningen van partijen bepaalde belemmeringen minder worden of opgeheven dan wordt het PMU percentage minder en dat kan uitgedrukt worden in euro’s. En dat is reëel want iemand die bijvoorbeeld van de alcohol verslaving afkomt kost de samenleving minder aan zorg. En dat geldt evenzeer voor een bijdrage die men levert door het bevorderen van maatschappelijke participatie door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Deze denkwijze is interessant omdat Koersvast behoorlijk wat werknemers in dienst heeft met een hoog risicoprofiel. Het opent de mogelijkheid om niet alleen de bespaarde uitkeringen te berekenen maar tevens op basis van een PMU de meerwaarde boven op die bespaarde uitkering. Maar de vraag is of dat haalbaar is binnen een bedrijf als Koersvast. Er is een enorme in- en doorstroom en eigenlijk is de PMU pas goed toe te passen als je mensen voor een langere tijd kan volgen. Bovendien vraagt de toepassing van de PMU om een gedetailleerde verslaglegging van gegevens en dat brengt behoorlijke administratiekosten met zich mee. Doch laat onverlet dat het in theorie zeker mogelijk is om dit model binnen Koersvast in te voeren. De ontwikkelingskosten en de kosten voor implementatie zijn op dit moment echter te hoog om dit proces in te zetten. Hiervoor zijn additionele middelen nodig. In dit kader is het wel interessant om te melden dat in één van de ‘spin-off projecten van Koersvast’, het project Bouwen aan Burgerschap in stadsdeel de Baarsjes wel gewerkt wordt aan het administratieve format om te kunne werken met de PMU-model. In het project worden de relevante data voor de bepaling van de PMU gedetailleerd vastgelegd in administratieve formats over 150 allochtone vrouwen die maar liefst drie jaar gevolgd worden.
7.3 Criteria (wegingsfactoren) om de bespaarde uitkeringen te berekenen In de vorige paragraaf is uiteen gezet dat het helaas niet mogelijk is om het sociaal rendement van Koersvast uit te rekenen op basis van risicoprofielen en de bepaling van een PMU per persoon. Die gegevens ontbreken. Het zal de lezer desondanks wel duidelijk zijn dat het gezien de ‘doelgroepen’ waarmee Koersvast werkt dat sociale rendement er is. Het is alleen niet meetbaar. In principe is wel uit te rekenen hoeveel de Nederlandse overheid en sociale fondsen besparen per maand doordat mensen de uitkering die ze ontvangen vaarwel zeggen. Maar ook in dit verband is het zaak om normen te stellen per categorie uitkeringsgerechtigden. Er zal gewogen moeten worden in hoeverre Koersvast werkelijk een rol speelt in het uitkeringsonafhankelijk worden van haar werknemers. In het SROI-jargon is dat het benoemen van de ‘Dead Weight’. Met andere woorden: beoordeeld moet worden hoeveel kans iemand die bij Koersvast werkt maakt bij een andere baas om aangenomen te worden. En –wellicht belangrijker nog- Koersvast nuttig blijkt als ervaring om zich op de langere termijn duurzaam op de arbeidsmarkt te handhaven. Daarom willen we de fasering van de werknemers gebruiken als toetsingscriterium, met die kanttekening dat we 42 werknemers niet konden indelen omdat ze te kort in dienst waren om een betrouwbare beoordeling te maken. De fasering is uitgevoerd door de consulenten van Koersvast op basis van indrukken tijdens de intake en ervaringen met de persoon als werknemer. Deze fasering kan als volgt samengevat worden: Fase 1 De mensen die wij als fase 1 typeren zullen het ook zonder hulp van Koersvast redelijk duurzaam redden op de arbeidsmarkt. Dat geldt ook voor veel job-hoppers. Maar ook veel WW-ers zouden bij een andere werkgever een baan gevonden hebben als het niet gelukt zou zijn bij Koersvast. Van de gedetacheerden hebben we er 15 ingedeeld in fase 1. Van de uitzendkrachten zijn dat er 47. Totaal 62. Bespaarde uitkeringen van mensen in fase 1 kunnen niet als verdienste van Koersvast genoteerd worden en zijn daarom geen wegingsfactor bij het berekenen van het maatschappelijk rendement. Fase 2 De mensen in fase 2 hebben minder flair en doorzettingsvermogen en sociale vaardigheden om zich duurzaam op de arbeidsmarkt te handhaven. Maar het zijn wel ‘goede werkers’, waardevol voor een baas omdat ze productie leveren en het vermogen om zich redelijk sociaal te handhaven. Deze categorie maakt bij Koersvast wel meer kans dan bij anderen door de aandacht die er is voor de latente valkuilen en de praktijk bij Koersvast dat goede
15
werknemers altijd weer tweede of derde kansen krijgen bij slippertjes. Van de gedetacheerden hebben we 12 personen ingedeeld in fase 2. Van de uitzendkrachten zijn dat er 54. Totaal 66. Onze aanname is dat 15 % van de fase 2 werknemers zich handhaaft doordat ze bij Koersvast emplooi gevonden hebben en als opstap gebruikt om het op langere termijn duurzaam te redden op de arbeidsmarkt. Wat betekent dat 85 % het waarschijnlijk ook wel enige tijd zal redden in andere settingen. Fase 3 De fase 3 werknemers lijken erg op de fase 2 werknemers maar met dat verschil dat ze niet in alle opzichten ‘goede werkers’ zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit makkelijk verzuimen, gebrekkige sociale vaardigheden en afleiding door persoonlijke problemen. Of ze hebben de nodige problemen waardoor uitval dreigt. Bijvoorbeeld door dakloosheid, alcohol of drugsgebruik, schulden, etc. Deze groep vraagt om permanente aandacht van de Koersvast consulenten om ze ‘in de race’ te houden. Dit is ook groep die regelmatig herplaatst moet worden omdat ze hun plek verspeeld hebben. Van de gedetacheerden hebben we 12 personen ingedeeld in fase 3. Van de uitzendkrachten zijn dat er 27. Totaal 39. Onze aanname is dat 50 % van de fase 3 werknemers zich op de arbeidsmarkt handhaaft doordat ze bij Koersvast werken. De overige 50 % redt zich mogelijkerwijs ook (al hoppend) bij andere bedrijven. Dit is bij uitstek de groep die zich periodiek moet melden bij de WW-loketten. Fase 4 Samen met de fase 3 werknemers is dit de oorspronkelijke doelgroep van Koersvast. Het zijn de mensen die na een langdurige werkloosheid uit de bijstand komen of als levensstijl hebben om de uitkering in- en uit te hoppen. Op meerdere levensgebieden spelen problemen en over het algemeen heeft men er moeite mee om zich als goed werknemer te gedragen qua productiviteit, doorzettingsvermogen en sociale vaardigheden. Ze kosten erg veel tijd in de begeleiding en jammer genoeg vallen veel fase 4 klanten in de huidige tijdgeest voortijdig af. Ook is het percentage doorstromers onder de fase 4 werknemers is klein. Van de gedetacheerden hebben we 12 mensen ingedeeld in fase 4 en van de uitzendkrachten zijn dat er 29. Totaal 41. Onze aanname is dat 80 % van de fase 4 werknemers zich op de arbeidsmarkt handhaaft doordat ze door Koersvast aangenomen zijn. Slechts een klein percentage (20%) zal het elders wellicht enige tijd redden.
16
8. Het maatschappelijk rendement van Koersvast bv in 2005. Om het sociaal rendement te meten zullen we ons, zoals in het vorige hoofdstuk onderbouwd, beperken tot de berekening van de bespaarde uitkeringen. In 2005 zijn er –buiten de overhead- 251 werknemers in dienst geweest die door Koersvast uitgezonden of gedetacheerd zijn. Daarvan waren er op 31 december nog 83 aan Koersvast verbonden. Van deze 251 werknemers werden 121 mensen aangenomen die op het moment van aanname geen uitkering hadden. Van de overige 129 werknemers is het bekend dat ze bij het begin van hun dienstbetrekking bij Koersvast wel een uitkering hadden: • 49 met een bijstandsuitkering • 74 met en ww-uitkering • 5 met een wao uitkering • 1 met een aow uitkering. Op zichzelf is dit gegeven niet hanteerbaar voor berekeningen. Er zal met gemiddelden gerekend moeten worden. Dat gemiddelde hebben we als volgt vastgesteld. Gemiddeld werd er door Koersvast in 2005 per maand 8500 inleenuren verkocht, de pieken en dalen laten we buiten beschouwing. Dat staat gelijk aan 50 fte. Doch door parttime werk, verlof en ziekte was dat gemiddelde verdeeld over 60 werkzame personen per dag. Als we nu een middeling toepassen van alle gegevens die hiervoor de revue gepasseerd zijn dan kunnen we er vanuit gaan dat van deze 60 werkenden 55 % (33 personen) uit een uitkeringssituatie komen en dat 45 % bij Koersvast ging werken zonder voorheen een uitkering te hebben (27 personen). Doch ook veel van de mensen die zonder uitkering instroomden zitten in de gevarenzone om bij werkloosheid een uitkering aan te moeten vragen. Daarom is het zinnig om te bezien hoe deze 60 personen ingedeeld kunnen worden in de fases zoals deze in hoofdstuk 7.3 zijn gepresenteerd. Op basis van en middeling van de gegevens komen we uit op de volgende indeling: • 32 % (19 personen) zijn te typeren als fase 1 • 30 % (18 personen) zijn te typeren als fase 2 • 19 % (12 personen) zijn te typeren als fase 3 • 19 % (11 personen) zijn te typeren als fase 4 Als norm voor een bespaarde uitkering nemen het bedrag op jaarbasis van € 15.500,- Dat is het bedrag van de netto-uitkering. Overige besparingen, zoals van de uitvoeringskosten van de uitvoeringsorganisaties worden niet meegerekend (noot: deze norm is ontleent aan het boek SROI onder redactie van Scholten). Daarmee komen we uit op de volgende berekening voor bespaarde uitkeringen:
Fase
aantal personen per dag
bedrag x
=€
wegingsfactor fase
1 2 3 4
19 18 12 11
€ € € €
294.500,279.000,180.000,165.000,-
0% 15% 50 % 80 %
15.500 15.500 15.500 15.500
maatschappelijke opbrengst € 0 € 41.850,€ 90.000,€ 132.000,€ 263.850,-
totaal
Naast de dagelijkse besparing van uitkeringskosten, zoals hierboven berekend, is het ook relevant om in oogschouw te nemen dat er maar liefst 73 personen zijn doorgestroomd naar de inleners of naar andere werkgevers. Daarvan zijn er overigens 30 in één klap door een inlener overgenomen, te weten een contingent bouwopruimers en zogenaamde ‘handy man’. Waarschijnlijk zijn het nog meer werknemers redelijk duurzaam aan het werk maar van 61 werknemers weten we niet wat er na hun dienstbetrekking bij Koersvast geworden is. Onze aanname is dat deze doorstromers nog minimaal een jaar uit de uitkering blijven om dat ze contracten aangeboden hebben gekregen of sowieso het vermogen hebben om uit de uitkering te blijven door cumulatieve werkervaring. De berekening is als volgt:
17
Doorstroming: Fase deta.
uitz.
tot.
bedrag x=
totaal
wegingsfactor
maatschappelijke opbrengst
1 2 3. 4.
19 20 11 2
28 21 13 6
15.500 15.500 15.500 15.500
420.000 403.000 201.500 93.000
0% 15% 50% 80%
€ € € €
9 6 3 4
0 60.450,100.750,74.400,-
€ 235.600,-
Totaal
In deze berekening is de matschappelijke opbrengt van Koersvast € 499.450,-. Daar moet echter € 18.959,van af getrokken worden, zijnde het bedrag dat Koersvast in 2005 ontving aan loonkostensubsidies en afdrachtskortingen. Het maatschappelijk rendement van Koersvast volgens bovenstaande berekening komt daarmee uit op € 480.491,- In werkelijkheid zal het rendement hoger liggen maar voor de berekening daarvan ontbreken de relevante gegevens.
18
April 2006 / Amsterdam 19
Koersvast bv April 2006 / Amsterdam