Het lot van het ego bij ziekte en sterven
Dr. Alexander Verstaen Heidehuis vzw (Palliatieve Zorg Noord-West-Vlaanderen)
Perennis gcv (Centrum voor Psychospirituele zorg, Ontwikkeling en Therapie)
KORTE INLEIDING Wat is palliatieve zorg? -
“Is alles wat nog dient gedaan te worden als men denkt dat er niks meer aan te doen is”
-
“Leven toevoegen aan de dagen, geen dagen toevoegen aan het leven”
-
totaalzorg: pijn- en symptoomcontrole psychologische zorg sociale zorg
existentiële / spirituele zorg
KORTE INLEIDING (2) Wat is palliatieve zorg? -
is niet alleen zorg in de terminale fase of stervensfase
-
is niet alleen de zorg voor oncologische patiënten
-
is niet alleen de zorg voor de patiënt
-
is niet alleen een zaak van de arts (multidisciplinariteit – interdisciplinariteit)
-
is meer dan het opvolgen tot en met het eventueel uitvoeren van euthanasie
KORTE INLEIDING (3) Het probleem van de vierde pijler pijn- en symptoomcontrole
+
psychologische zorg
+/-
sociale zorg
+/-
spirituele zorg
-
EEN “NIEUWE” BENADERING: TRANSPERSOONLIJKE THEORIE Uitgangspunten -
Eeuwige Wijsbegeerte
-
menselijke ontwikkeling houdt niet (noodzakelijk) op bij het stadium van de volwassen persoonlijkheid
-
ziekte en sterven vormen een mogelijke poort naar het spirituele domein: pad van het denken, pad van het doen, pad van de spirituele praxis, pad van het hart
-
je kan niemand verder helpen dan je zelf staat
WAT WORDT ER BEDOELD MET “EGO”? In psychologisch opzicht -
positieve connotatie: Is een verzamelterm voor een aantal belangrijke psychologische functies (logisch denken, geheugen, perceptie, emotionaliteit…) die essentieel zijn om te kunnen functioneren in deze wereld
-
psychotherapie is erop gericht te werken aan de egosterkte
-
Voorbeeld: cognitieve therapie als bijsturen van verkeerde interpretaties
-
het ego hoeft niet vernietigd te worden, het is een noodzakelijke illusie
WAT WORDT ER BEDOELD MET “EGO”? (2) In spiritueel opzicht -
Heeft een problematisch karakter. Het is onze poging onszelf te pakken te krijgen en te fixeren. We doen dit door middel van identificaties. Het kleine zelf identificeert zich met het lichaam, de gevoelens, de denkpatronen enz. Het is het proces van “ikken en mijnen”
-
Het vasthouden aan een denkbeeld van een ego is de meest verstorende en meest hardnekkige illusie. Het is de belangrijkste bron van ons lijden, ook in de context van ziekte en sterven De dood is enkel en alleen maar pure verschrikking voor wie zich volledig identificeert met het ego…
valse zelf
ware zelf
zelf
Zelf
ego-identiteit
lotusidentiteit
dualistisch bewustzijn
eenheidsbewustzijn
DE ONTMANTELING VAN HET EGO
-
Vastklampen aan de illusie van het ego zorgt voor een samenspel met de kracht van afstoting (afkeer) en aantrekking (begeerte).
-
Het proces van ontmanteling (disidentificatie) van het ego wordt soms door het leven zelf in gang gezet (zie bvb. levensbedreigende ziekte), maar we kunnen ook kiezen om er hier en nu mee te beginnen. Je hoeft het moment van de waarheid niet uit te stellen tot je zwaar ziek/stervende bent…
Identificatie 1: Ik ben wat anderen van mij denken -
Het ego zoekt naar zelfbevestiging en identificeert zich met andermans gedachten: andermans gedachten worden onze gedachten over ons
-
Afhankelijkheid van het oordeel van anderen
-
Voorbeeld: wat gebeurt er als iemand zegt dat je slim bent?
-
Om uit te groeien tot wie je in wezen bent, is het soms nodig te sterven aan het huidig leven
-
Belangrijk binnen palliatieve zorg zowel voor hulpverlener als voor patiënt
“Als de hele wereld hem zou prijzen, zou hem dan niet stimuleren. Als de hele wereld hem zou veroordelen, zou hem dat niet ontmoedigen. Hij is onwrikbaar over het verschil tussen het interne en het externe” (Zhuangzi)
“Vat niks persoonlijk op” (D.M. Ruiz)
-
Dit betekent niet dat complimenten van geen tel zijn
-
Dit betekent niet dat je onverschillig bent ten aanzien van de gedachten van anderen: disidentificatie is geen onverschilligheid!
Identificatie 2: Ik ben wat ik doe -
De meesten brengen 1/3 van hun volwassen leven werkend door. Ook hier kan het ego zich hechten aan het externe.
-
Verlies van werkidentiteit speelt een rol in de mate van lijden bij pensionering, ontslag of werkonbekwaamheid (bvb. bij ziekte)
-
Oefenen in dis-identificeren van jouw job
-
Betekent niet dat arbeid, presteren onbelangrijk is. Ok om samen te vallen met de actie. Maar als je klaar bent, wees dan jij!
-
Belang binnen palliatieve zorg: bvb. debat rond ondraaglijk lijden
Identificatie 3: Ik ben mijn verleden -
Erfenis van Sigmund Freud
-
Het ego identificeert zich met het verleden (ervaringen, gewoontes, reflexen, automatismen…)
-
Mogelijkheden tot verandering worden onderschat: Ik ben nu eenmaal zo (“selffulfilling prophecy”). We zijn te bitter over ons verleden en te passief over onze toekomst.
-
Illustratie: verander een gewoonte gedurende een week, je bent er nog steeds!
-
Belang binnen palliatieve zorg “Iedereen sterft zoals die geleefd heeft…” “Families hebben hun eigen geschiedenis…”
Identificatie 4: Ik ben wat ik heb -
Het ego identificeert zich met bezittingen. Onze essentie lijkt soms verdwenen achter de dingen die we bezitten.
-
Oefeningen voor disidentificatie van het materiële: loop eens rond in jouw materiële rijk… vraag eens €1 voor de parkeerautomaat…
-
Onthechting van het materiële maakt een belangrijk deel uit van de spirituele praktijk in verschillende tradities (bedelen, “give away” ceremonie, gelofte van armoede…)
-
Belang voor palliatieve zorg: niet kunnen loslaten van het materiële is een factor die het stervensproces kan bemoeilijken
Identificatie 5: Ik ben mijn gedachten en gevoelens GEDACHTEN -
Het ego identificeert zich ook met wat we zelf denken over onszelf
-
Oefeningen “Ik ben Mitt Romney…” Als je van gedachte verandert, hou je dan op te bestaan? Moet je dezelfde gedachte blijven denken om jouw essentiële zelf te blijven?
GEVOELENS -
Identificatie met gevoelens
-
to react versus to respond
-
Belang binnen palliatieve zorg: Disidentificatie betekent niet het verdringen, wegduwen van emoties en gedachten! Zo sla je een belangrijke stap over. Emotionaliteit toelaten en beleven zorgt er net voor dat het gemakkelijker wordt om de hechting aan gedachten en gevoelens te verbreken. Hoed u voor palliatieve hardnekkigheid = alle lijden willen verzachten, wegnemen (lichamelijk lijden, angst, depressie…)
IMPLICATIES VAN DE TP BENADERING VOOR PALLIATIEVE ZORG 1.
Het levensloopperspectief kan helpen om het ziekte-en stervensproces beter te begrijpen: Wat gebeurt er als we ongeneeslijk ziek zijn / sterven? Door welke fasen gaan we?
2.
Het realiseren van spirituele zorg impliceert ook een hele weg voor de hulpverlener. Zijn we bereid die weg te gaan? Zijn we bereid gebieden te verkennen waar de zieke doorheen gaat?
3.
Inzicht in bewustzijnsontwikkeling vermijdt overpathologiseren en palliatieve hardnekkigheid