Hoofd Het ‘kalmeer nu!’-teken Het is een raar idee, dat je een paard kan zeggen “word kalm”. Hup, je duwt op een knopje, kalm paard. En toch kan het. Ooit een paard gezien dat schrikt of opgewonden raakt? Het eerste wat zo’n paard doet, is z’n hoofd in de lucht gooien - en het adrenalinepeil schiet mee omhoog. Het paard scant in een flits de omgeving en houdt zich klaar om te vluchten, nauwelijks nog in staat om helder te denken… Omgekeerd: een rustig paard heeft z’n hoofd laag. Een héél rustig paard heeft z’n neus tot op de grond - hij graast. Een paard dat kalm voorwaarts gaat tijdens het rijden of longeren, houdt ook z’n hoofd laag. Het gekke is dat het omgekeerde ook werkt: vraag je een paard om z’n hoofd naar beneden te doen, dan wordt het paard daar ook kalmer van. Met mensen gebeurt iets gelijkaardigs, overigens. Probeer maar eens als je heel humeurig bent opgestaan. Trek je mondhoeken op, alsof je vrolijk aan het lachen bent. Hou dat even vol, en je voelt jezelf vanzelf vrolijker worden! Het hoofd naar beneden kunnen vragen heeft echter nog méér prettige ‘bijwerkingen’. • Het is ook handig als je paard z’n hoofd naar beneden brengt op precies die hoogte die praktisch is bij het halsteren, optomen, ontwormen of wat het ook mag zijn dat je aan z’n hoofd wil doen. • ‘Hoofd naar beneden’ is niet alleen een mentale oefening, maar ook een fysieke. Niet voor niets ligt er bij het dressuurrijden veel nadruk op voorwaarts-neerwaarts. Niet alleen toont je paard dat hij vertrouwen heeft in z’n ruiter (die houdt de omgeving wel voor hem in het oog), hij strekt op die manier ook de spieren van de ‘bovenlijn’ (hals, rug, achterhand). Voorwaarts-neerwaarts kunnen rijden is een voorwaarde om op een ontspannen manier naar verzameling te kunnen werken. Als je paard dit al op de grond kan, dan is het ook voor hem makkelijker te begrijpen wat je van hem verwacht vanuit het zadel. Het ‘kalmeer nu!’-teken is dan ook één van de eerste oefeningen die we ons paard willen leren. Het is een oefening die zo breed inzetbaar is, dat hij gerust voor alle andere mag komen, precies omdat hij niet alleen een fysiek, maar ook zo’n sterk mentaal effect heeft. Je kan je paard ten allen tijde rustig krijgen. Het is de perfecte, rustige uitgangspositie, zowel voor grondwerk, tussen de oefeningen door, als bij het rijden. Als je paard z’n hoofd naar beneden houdt, kan hij ook niet staan prutsen met andere dingen of gaan rennen. Omdat deze oefening één van de eersten is, en we hem bovendien op zoveel verschillende manieren zullen kunnen vragen zal je paard ook zelf naar deze houding teruggrijpen als iets dat hij door en door kent en waarvan hij bovendien weet dat hij zich er goed bij voelt. Je paard leren z’n hoofd naar beneden te doen is op zich een eenvoudige oefening, omdat de beweging zo dicht bij instinctief gedrag ligt, in het bijzonder: grazen. Bij al wat je traint zal je merken dat die dingen die dicht bij het natuurlijke gedrag van het paard liggen, makkelijk te verkrijgen zijn - en niet alleen dat: het zijn ook de eerste gedragingen waarop een paard terugvalt als de dingen fout gaan. Des te belangrijker om van ‘hoofd naar beneden’ de eerste oefening te maken die je volop doortraint. Dit is een beweging waar je paard ten allen tijde op mag terugvallen!
74 • Kalm: hoofd naar beneden •
naar beneden ‘Hoofd naar beneden’ kan - zoals zo ongeveer alle oefeningen - op verschillende manieren: • freeshapend • targettend • met je hand achter z’n oren • aan het halstertouw • aan de teugel • ... Elke manier heeft z’n eigen voor- en nadelen. We beginnen het hoofd naar beneden te leren met een techniek die nog niet aan bod kwam: freeshapen.
Freeshapen Wat is het? Het ‘freeshapen’ van ‘hoofd naar beneden’ is de tweede basisoefening bij positieve bekrachtiging, en komt nét na het starten (pag. 40). Dat is niet voor niets - hierboven las je al waarom de oefening belangrijk is voor het paard, maar het freeshapen als techniek leren kennen is ook belangrijk voor de trainer! Freeshapen is een wonderlijke trainingstool. Het geeft mensen een snel en vrij duidelijk idee van de kracht van een bridge, en het ongelooflijke belang van een accurate timing. Je staat voor een paard, en dat doet spontaan, binnen de 5 á 10 minuten, bewust z’n neus tot tegen de grond, met als enig trainingsmiddel je stem (of de clicker), je geduld, timing, en wat wortelschijfjes. Je raakt je paard niet aan - niet rechtstreeks, niet doorheen een touw. Je houdt geen target voor... je doet niets om het gedrag uit te lokken of te veroorzaken. We ‘vragen’ niets. Het paard creëert als het ware z’n eigen oefening: het gebeurt allemaal in zijn hoofd.
In 1961 schreven Keller en Marian Breland in The Misbehavior of Organisms: Here we have animals, after having been conditioned to a specific learned response, gradually drifting into behaviors that are entirely different from those which were conditioned. Moreover, it can easily be seen that these particular behaviors to which the animals drift are clearcut examples of instinctive behaviors having to do with the natural food getting behaviors of the particular species.
Het geeft je een idee over hoe weinig je eigenlijk slechts nodig hebt om iets te trainen. Het is een verbazende ervaring als je dit voor het eerst ziet gebeuren - veel mensen begrijpen dán pas hoe intelligent paarden eigenlijk zijn en hoe weinig ze nodig hebben om iets te begrijpen - als het ze maar simpel en consequent wordt uitgelegd. Letterlijk betekent ‘freeshapen’ vrij scheppen - we bouwen enkel voort op spontaan aangeboden gedrag. Alles wat lijkt op het gedrag dat we uiteindelijk willen, belonen we; wat er niet op lijkt, negeren we. We belonen heel geleidelijk aan alleen het gedrag dat steeds meer gaat lijken op het eindgedrag. Het meest voor de hand liggende nadeel is dat je niets hebt om op terug te vallen als het gedrag later om een of andere reden uit elkaar valt. Met een target of een touw kan je de oefening gewoon opnieuw inleiden tot je paard zich opnieuw herinnert wat het ook weer was. Je hebt basics om op terug te vallen. Die heb je niet als de hele oefening enkel in het hoofd van je paard zit en hij het gewoon vergeten is. Er zit dan niets anders op dan helemaal opnieuw beginnen. Soms gebeurt het spontane gedrag ook veel te weinig of is het veel te complex om succesvol op te kunnen pikken en om te buigen naar iets waar we iets aan hebben in onze verdere training. Het grote voordeel voor het paard is dat het denkproces tijdens het leren helemaal anders verloopt. Anders dan met behulp van targets of touw, wat een beetje te vergelijken is als je paard bij de hand nemen en hem doorheen de oefening te begeleiden, moet je paard z’n hersens gebruiken om uit te vissen waar je naartoe wil. De enige informatie die hij heeft is je bridge. Dat maakt dat zijn aandacht voor jou en voor waar je naartoe wil heel groot is. Vooral in het beginstadium van het werken met bridges wordt in deze oefening de bedoeling van de bridge niet alleen voor jou, maar ook voor je paard kristalhelder. Even belangrijk als het beloond worden voor spontaan gedrag in de juiste richting is dat spontaan gedrag in de ‘verkeerde’ richting geen enkele andere consequentie heeft dan dat hij geen bridge hoort, en dus geen beloning krijgt. ‘Verkeerd’ gedrag wordt op geen enkele manier actief ontmoedigd - de target verdwijnt niet, de druk blijft niet. Het paard leert het zich helemaal zélf aan. Je laat hem letterlijk participeren in het leerproces. Je paard
• Kalm: hoofd naar beneden • 75
krijgt niet alleen van jou de verantwoordelijkheid voor z’n eigen daden - je paard leert om zelf gedrag te creëren. Van nu af zal hij actief met je meedenken, en die instelling neemt hij mee doorheen alle verdere oefeningen.
Het gaat sneller als je deze oefeningen al deed: • de bridge, en de intermediate bridge • beleefdheid • je kan deze oefening makkelijker doen met een omheining (of een touwtje in de staldeur) tussen jullie twee.
Hoe doe je het? Sta recht voor je paard. Stel je een denkbeeldige horizontale lijn voor, nét onder de neus van je paard. Wacht. Je paard beweegt, hij is geen standbeeldje. Hij zal iets doen. Zodra hij met z’n neus onder de denkbeeldige lijn gaat, bridge en beloon (denk eraan: beloon door hem één pas achterwaarts te laten gaan, beloon niet als hij onbeleefd is, zie pag. 48). Je paard weet nog niet waarvoor hij beloond wordt - tot nu toe kreeg hij alleen een wortelschijfje voor het aantikken van je hand. Als hij dat doet, negeer het dan gewoon. Het enige criterium is: onder de denkbeeldige lijn. Wat hij voor de rest met z’n hoofd doet, is niet belangrijk - naar links of rechts, gestrekt of gekanteld, tussen z’n knieën of hoe dan ook: gaat hij onder de denkbeeldige lijn, bridge en beloon. Stel héél geleidelijk aan de hoogte van je lijn bij, steeds dieper naar de grond. Je zal merken dat je paard eerst gaat begrijpen dat hij iets met z’n hoofd moet doen,... en daarna dat hij gaat zoeken wát hij precies met z’n hoofd moet doen. Plots gaat het licht aan: het moet naar beneden! En dan gaat het snel: het duurt niet lang of je paard houdt z’n hoofd bewust op de grond.
Don Don, een 13-jarige Arabieren-Connemara kruising, is een ouwe rat in het Western-vak (tot barrelracen toe) en komt van een wedstrijdcarrière uitbollen bij Piet. Hij kent alles, weet alles, heeft alles gezien, en is in de fleur van z’n leven. Maar z’n hoofd naar beneden doen gewoon omdat Piet het vraagt, da’s nieuw voor hem.
Piet staat bij Don, die nieuwsgierig is. Al wat Don tot nu toe heeft bijgeleerd, is het allereerste oefeningetje: de hand aantikken van Piet, die dan “Yes!” roept. Piet stelt zich een denkbeeldige horizontale lijn voor, net onder Don’s neus, en wacht.
Don denkt “tja, ‘t zal wel niets zijn zeker?” en verlegt z’n aandacht weg van Piet. Daarbij komt hij onder de denkbeeldige lijn van Piet, die “Yes” roept zodra dat gebeurt. Don begrijpt er niks van, maar ‘t is wel meegenomen natuurlijk, een beetje graantjes. Die “Yes!”, die kent hij wel al, maar Don legt nog geen verband tussen het moment dat hij “Yes!” hoort en wat hij deed met zijn hoofd. Het maakt niet uit dat Don opzij keek toen hij onder de denkbeeldige lijn ging - er is maar één criterium: gaat hij eronder? Dat criterium wordt beloond. Al wat Don moet doen, is zijn hoofd naar beneden doen. Piet kan later nog altijd makkelijk bijschaven, zodat Don weet dat hij z’n hoofd recht voor zich naar Even later gaat Don weer onder de denkbeeldige lijn - heel veel zelfs, kijkend of daar op de grond misschien iets te rapen valt; maar dat maakt niet uit: al wat onder de lijn gaat, hoe veel of hoe weinig het ook is, krijgt een “Yes!” en een beloning.
76 • Kalm: hoofd naar beneden •
Het begint Don te dagen dat Piet hem iets wil vertellen - z’n hersenen draaien op volle toeren, je ziet hem denken. Als Don z’n hoofd, ook al is het maar een heel klein beetje onder Piet’s denkbeeldige lijn beweegt, hoort hij “Yes!” en krijgt hij een beloning.
Don slaat aarzelend aan het experimenteren. Naar links? Naar rechts?
Naar beneden! Als Don recht voor zich uit naar beneden gaat, roept Piet nog harder “Yes!” dan wanneer Don z’n hoofd opzij naar beneden doet. Het licht bij Don gaat aan - PING!
Piet stelt geleidelijk z’n denkbeeldige lijn bij, naar beneden. Als Don boven de lijn blijft, krijgt hij niets te horen, maar gaat hij nu wat dieper, dan... “Yes!” Don denkt nu heel bewust mee.
...En zo gaat Don steeds dieper met z’n hoofd, tot op de grond. Al wat Piet nodig had om duidelijk te maken dat hij graag wou dat Don z’n hoofd naar beneden zou doen, was zijn bridgegeluid (“Yes!”).
Piet gebruikt spontaan lichaamstaal - hij buigt licht voorover - die wat later voor Don de cue zal zijn om z’n hoofd naar beneden te doen, tot op de grond. Nog later kan Piet er eender welk gebaar of stemcommando aan toevoegen dat hij bruikbaar acht.
• Kalm: hoofd naar beneden • 77
Als het niet vanzelf gaat Mijn paard heeft geen idee waarover het gaat en komt m’n hele lijf aftasten. Hij wordt echt opdringerig en denkt dat hij met z’n hoofd aan mij moet komen prutsen of zoiets. Vergeet even het criterium ‘onder de denkbeeldige lijn’. Bridge wél voor “doe iets met je hoofd, maar niet dicht bij mij”. Elke beweging met z’n hoofd is goed. Komt hij te dicht bij jou, dan bridge je niet. Weg van jou, is wél goed. Heeft hij begrepen dat het gaat over “iets met mijn hoofd” (en dat kan al snel), dan kan je terug je denkbeeldige lijn erbij halen. Uiteraard: al wat naar beneden is, verdient extra enthousiasme! Mijn paard wordt gefrustreerd en wil niet meer meewerken - loopt weg. Je wil teveel tegelijk; te snel. Beloon voor elk centimetertje dat goed gaat. Hou vol: het is niet omdat hij het per ongeluk wél eens deed, dat hij al bewust weet waar het over gaat. Het ging even goed, en nu gaat hij met z’n hoofd naar boven en zo. Zie het als een teken van hoe intelligent je paard is: hij verkent de grenzen van het gedrag. Hij vraagt je “hoort ‘hoofd naar boven’ er ook bij? En als ik mijn hoofd naar links doe? En naar rechts?” Hij doet z’n hoofd wel naar beneden, maar alleen naar links (of rechts). Dat is niet erg. Op dit moment denkt hij dat het zo hoort. Zorg eerst dat je er zeker van bent dat hij echt begrijpt dat het gevraagde gedrag ‘hoofd naar beneden is’ (dat wil zeggen: hij doet consequent z’n hoofd naar beneden). Leg ‘m nu uit dat je z’n hoofd graag in het midden hebt, op dezelfde manier als je hem hebt uitgelegd dat je z’n hoofd graag naar beneden hebt. Stel je twee denkbeeldige vertikale lijnen voor links en rechts naast het hoofd van je paard, niet te dicht erbij. Beloon elke keer dat het hoofd een fractie meer naar het midden is, dan naar opzij. Negeer de uitersten naar links (rechts) - daar bridge je niet voor. Beloon juist heel uitbundig als hij z’n hoofd naar het midden naar beneden doet - maak er een feestje van! Stel je vertikale lijnen geleidelijk aan naar het midden toe bij. Mijn paard botst met z’n hoofd over en weer. Hij gaat supersnel naar beneden, maar doet z’n hoofd even snel weer naar boven. Jouw timing-probleem! Hij denkt dat het de bedoeling is dat hij naar beneden flitst en direct daarna weer naar boven moet gaan, omdat je te traag bridget. Je beloont ‘m dus eigenlijk voor het weer naar boven gaan. Probeer te bridgen net voor hij beneden aankomt: als hij met z’n neus vijf centimeter boven de grond is, bridge je al. Tegen dat het geluid ook effectief uit je mond/uit de clicker is, is hij precies beneden. Ben je te laat, bridge dan niet maar geef wel een beloning: hij heeft het goed gedaan. Lukt het je echt niet, leer je paard dan eerst op een andere manier z’n hoofd naar beneden te doen.
Targettend Wat is het? Het ‘targetten’ van ‘hoofd naar beneden’ is een vanzelfsprekende voortzetting van de allereerste target-oefening. Je kan het paard leren targetten naar je hand (en dat heb je al gedaan bij het starten, zie pag. 40), maar dan is het wel vervelend dat je zelf mee moet gaan bukken, waarna je je hand geleidelijk aan minder en minder gaat gebruiken als cue (faden of vervagen). Eerst is je bukbeweging nog heel groot, maar geleidelijk aan maak je die beweging kleiner en kleiner, zodat uiteindelijk een licht voorover neigen met je hoofd al voldoende voor je paard is om zijn hoofd naar beneden te doen. Je kan een paard ook een target, bijvoorbeeld een plat plaatje, leren volgen naar beneden. Het platte plaatje kan je eventueel op de grond laten liggen. Dat geeft hem een betere afbakening van de oefening, iets concreets om zich op te focussen. Een andere mogelijkheid tussen de twee in is bijvoorbeeld je paard een zweepje naar beneden leren volgen: zelf hoef je je nauwelijks te bukken, maar als target is dit toch concrete info voor je paard.
Het gaat sneller als je deze oefeningen al deed: • de bridge, met de handtarget of het targetten van een voorwerp • de vorige oefening: kalm, freeshapend
Hoe doe je het? Sta recht vóór je paard. Vraag je paard om z’n neus tegen je hand te targetten (“hier’”).
78 • Kalm: hoofd naar beneden •