HET JOODSE VERLEDEN VAN KALMTHOUT Marleen Van Landeghem
HET JOODSE VERLEDEN VAN KALMTHOUT Marleen Van Landeghem De voorgeschiedenis De gemeente Kalmthout bevindt zich in het noorden van de provincie Antwerpen en grenst aan Kapellen,Brasschaat,Wuustwezel en Essen en aan de Nederlandse gemeenten Putte en Zundert. Het behoort tot het arrondissement Antwerpen. Kalmthout is een grote gemeente: 5.944 hectare. Het telt in totaal 17.350 inwoners. Door haar uitgestrektheid kunnen wij de verschillende wijken afzonderlijk beschouwen met hun eigen entiteit en eigen identiteit , karakter en gewoonten. Vandaag onderscheiden we de volgende wijken : Nieuwmoer,Achterbroek,Dorp,Centrum en Heide. Kalmthout is in haar vroegste geschiedenis door de mens bezocht. Archeologische vondsten zoals silexen, pijlpunten,… zouden wijzen op nederzettingen in de prehistorie . Zo vond men circa 9000 bewerkte vuurstenen uit de periode 15000 – 2500 voor onze tijdrekening. Gezien de geringe natuurlijke vruchtbaarheid zal het aantal bewoners wellicht erg klein geweest zijn. Ook invloeden van Frankische kolonisatie is merkbaar. De toponiemen (Akker,Foxemaat,Hillo) , de dorpsaanleg , het dorpsplein, de hoevebouw duiden zonder twijfel op de Frankische invloed. Rondom hun woonkern deden de Franken aan akkerbouw terwijl het grootste gedeelte van het gebied als gemeenschappelijke graasweide gebruikt werd. Hierdoor verdween geleidelijk aan het natuurlijke bos en ontwikkelde er zich een nieuw vegetatietype , de heide. Voor 1146 vormde Kalmthout, samen met Essen,Nispen,Roosendaal en een gedeelte van Huybergen de heerlijkheid Nispen. Deze heerlijkheid was eigendom van de heer Arnold van Brabant, heer van Breda. Zij was zelf eerst een onderdeel van het markgraafschap Antwerpen en vervolgens vanaf de eerste helft van de twaalfde eeuw van het hertogdom Brabant, dat een leengoed was van het toenmalige Duitse Rijk. In 1146 schonk Arnold van Brabant de helft van zijn bezittingen in Kalmthout aan de abdij van Tongerlo, in 1133 gesticht door de volgelingen van Sint-Norbertus. In 1157 deed de zoon van Arnold hetzelfde met het overblijvende gedeelte van de bezittingen en trok zelf de abdij in. De bullen van paus Eugenius III (1157) waarin beide giften werden vastgelegd zijn de oudste documenten waarin de plaatsnaam van ons dorp voorkomt en wel als “Calmthot” . De schenking wordt eveneens bevestigd in een oorkonde van de bisschop van Luik. Over de toponymische betekenis van de naam is men het nog niet eens. Het achtervoegsel “hout” duidt in elk geval op het bosrijke karakter van de streek. De evolutie in de zestiende eeuw verliep echter niet helemaal vlekkeloos en ongestoord. Vooral de politiek-religieuze conflicten waren noodlottig voor de hele grensstreek tussen het protestantse Noorden en het katholieke Zuiden. Onder het Spaans bewind waren Kalmthout en Essen herhaaldelijk het decor van onlusten en bloedige conflicten. Zo richtten de stropersbenden onder de leiding van de Gelderse krijgsman Maarten van Rossum in 1542 grote schade aan. Ook de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) betekende een zware beproeving
2
voor Kalmthout. Het dorp werd verwoest en gebrandschat, de meerderheid van de bevolking vermoord of op de vlucht gedreven. Zo trok de Franse maarschalk De Biron in 1583 met zijn huurlingenbende door de streek. Samen met de omliggende dorpen liep hij ook Kalmthout onder de voet en verwoestte het dorp. Ook de belegering van het nabijgelegen Bergen-op-Zoom (1586-1587) eiste een zware tol. Pas na de vrede van Munster in 1648, konden de Kalmthoutenaren opnieuw op adem komen. Pas in de loop van de zeventiende eeuw trad een relatieve rust in en groeide het dorp opnieuw aan, hoewel ook dan geregeld oorlogen,inkwartieringen van vreemde legers en besmettelijke ziekten (de Zwarte Dood) de bevolking teisterden. De Tongerlose norbertijnen bevorderden niet alleen de leef- en werkgewoonte, maar verbeterden tevens het plaatselijke voorzieningsniveau. Zo groeide de oudste abdijhoeve “De Greef” in de loop van de achttiende eeuw uit tot een echt handelscentrum waar alle voor die tijd beschikbare producten te koop werden aangeboden Deze markt was tot ver buiten de gemeentelijke grenzen bekend. Met de Franse revolutie eindigde de eeuwenlange voogdij en bescherming van de abdij van Tongerlo. De Franse pletrol vergruisde meedogenloos alles wat maar enigszins herinnerde aan het Ancien Regime. De abdij- en kerkgoederen werden aangeslagen en verkocht en de abdij verloor haar rechten op de heerlijkheid. De abdijhoeven werden uiteraard ook verkocht aan particulieren. De ervaring en de inzet van de plaatselijke landbouwbevolking volstonden echter om de traditionele landbouwactiviteiten verder te zetten. Kalmthout en Essen werden gescheiden en als zelfstandige gemeenten ingericht (1795) . Toen België na de korte Hollandse overheersing in 1830 onafhankelijk werd, telde Kalmthout 2300 inwoners. Door het aanleggen van de spoorlijn Antwerpen – Rotterdam in 1854 trad Kalmthout voorgoed uit het isolement. Door de spoorverbinding ontstond er een intense pendelbeweging van en naar Antwerpen en de verbeterde communicatie-mogelijkheden maakten dat nieuwe ideeën en gewoonten het platteland binnensijpelde. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw zien wij langzaam maar zeker de stad bezit nemen van het platteland. Heel wat inwoners van de Antwerpse agglomeratie werden aangetrokken door de groene en de landelijke omgeving van heiden en bossen. Dit leidde tot een belangrijke immigratie van stadsmensen en het eendagstoerisme, later kwamen er tweede verblijven, uiteindelijk ook volwaardige woningen . Men moet zich voorstellen dat een goede honderd jaar geleden de huidige wijk Heide nog echt heide was. De wijk Heide beslaat – zonder rekening te houden met het natuurrreservaat dat ongeveer 1800 ha beslaat – ongeveer een zesde van de oppervlakte van Kalmthout. Het telt nu ongeveer 5000 inwoners. Het heeft meer dan de andere wijken een hoofdzakelijk residentieel karakter. Ook erg veel niet-Belgen wonen er. Naar schatting zou circa 10% van de Heidenaren niet Belg zijn . Heide is trouwens altijd een immigratiegemeente geweest, echte autochtone Heidenaren zijn een kleine minderheid. Tot zover een summiere samenvatting van onze voorgeschiedenis. Zoals bekend was België het eerste land op het Europese vasteland om een treinnet uit te bouwen, eerst met de verbinding Brussel-Mechelen later doorgetrokken naar Antwerpen. In 1852 verbond de heer Gihoul,industrieel uit Rijsel en grootgrondbezitter in de streek van
3
Essen en Kalmthout, er zich toe tegenover de Belgische en Nederlandse staat een spoorwegverbinding tussen Antwerpen en Rotterdam aan te leggen. De inhuldiging van de lijn had plaats op 26 juni 1854. ‘s Morgens rond 8u30 was uit het station van Brussel-Noord een speciale trein vertrokken waarin de belangrijke personaliteiten hadden plaatsgenomen. Nog geen uur later was hij in Antwerpen, waar vreugdeschoten werden gelost vanop de nog bestaande stadsomwalling. Het station van Antwerpen , toen nog van hout , was met bloemen en vlaggen versierd . Het gezelschap stapte uit en werd aangevuld met provinciegouverneur Teichmann en diverse Antwerpse VIPs in kleurige uniformen, bengelend vol eretekens. De muziekmaatschappij van Merksem bezette drie banken in de trein en zou aan elk van de vier nieuwe stations (Ekeren,Kapellen,Kalmthout en Essen) een deuntje spelen. Een reiziger die de tocht in 1854 meemaakte, een zeker Charles D. , reporter van een franstalig dagblad, vergeleek het traject tussen Kapellen en Kalmthout met een treinreis door een woestijn : “ Zover het oog reikt, bemerkt men niet anders dan een uitgestrekte vlakte zonder leven, zonder vegetatie, zonder bomen , zonder huizen, kortom een wijde woestenij van zand, slechts hier en daar onderbroken door een plek grauwe heide ‘’ . De horizon leek volgens hem begrensd door een getande lijn van wit zand ; Eerst na geruime tijd zag hij enkele dennenbomen die het monotone landschap doorbraken.
Treinhalte in Heide Kalmthout
In 1897 kreeg ook de wijk Heide een treinhalte
4
In 1911 kreeg Heide het huidige station . Geleidelijk aan ontwikkelde Heide zich van een centrum van dagtoerisme naar een permanente residentiele woonplaats. Een groot aantal stedelingen ging verder dan een sporadisch bezoek aan de Heide ; velen kochten een stuk grond in Heide en bouwde er meestal vrij luxueuze villas . Ook de Joodse medeburgers, vaak werkzaam in de diamant, werden bekoord door de mooie bossen en de gezonde lucht van Heide. Kort na de eeuwwisseling waren het – op enkele Russische en Oostenrijkse staatsburgers na – allemaal Amsterdamse Joden . Daarom stonden ook de Joden mee aan de wieg van het ontstaan van Heide-Kalmthout.
5
De Ontwikkeling van Heide
't Hof van Heide
Vijver bij 't Hof van Heide
In 1904 bouwde 2 Antwerpse Joodse diamantairs, Bernard Bolle en Paul Lewedow “’t Hof van Heide” of het Jodenhotel, zoals het in de volksmond genoemd werd. Het stond op de hoek
6
van de Nieuwstraat en de Heibloemlaan, aan de noordkant van de Withoefse Heide , op een gebied van 1 ha 87 are . Langs een schilderachtige weg was het verbonden met het station en met zijn speeltuin bood het een bijzondere attractie. Dit hotel was eigenlijk de aanzet tot de Joodse inwijking in Heide maar het hotel brandde af in 1912 en werd niet meer hersteld. Men heeft er nu wel een straat naar vernoemd . Bernard Bolle (geboren in Den Haag 22 mei 1861) is overleden in de gemeente Kalmthout op 27 december 1935 .
Kruispunt Heidestatiestraat-Kapellensteenweg-Beauvoislaan
Zoals bekend loopt doorheen de Kempen een waterscheidingskam die de rivieren en beken doet aflopen naar ofwel het Scheldebekken, ofwel naar het Maasbekken. In Heide is die plaats duidelijk zichtbaar gemaakt: op die plaats staat een aloud kapelletje,zeker al vanaf de 18de eeuw ; het staat op een hoogte van 27 m boven de zeespiegel, op de kruising van 2 belangrijke wegen. De foto is genomen vanuit de Heidestatiestraat met rechtdoor de Beauvoislaan en links en rechts de Kapellensteenweg . Deze plaats is nu een zeer druk verkeerspunt. De straat was de verbinding van de Kapellensteenweg met het station van Heide. In deze Heidestatiestraat werden vele hotels gebouwd en ook in vele huizen werden kamers ter beschikking gesteld die verhuurd werden aan meestal joodse vakantiegangers . Er was een jonge joodse vrouw die een winkel had in de straat en er was ook een joodse kapper gevestigd , Sabera genaamd. Een man gekend onder de naam Mouke wachtte de reizigers op bij de trein en gaf inlichtingen aan de mensen waar ze kamers en woningen konden huren.
7
Mont Noir In 1884 kocht de heer Mignot het tentoonstellingspaviljoen van Roemenie op de wereldtentoonstelling te Brussel en deed de houten chalet overbrengen naar zijn eigendom midden van de Kalmthoutse heide. Rond de chalet liet hij dreven, vijvers en een park aanleggen en hij noemde het domein : “Mont Noir” .
8
In 1908 kwam het in handen van B.Bernsohn (op foto) , diamantair uit Antwerpen. Deze liet de “Mont Noir” verbinden via een tramlijn naar het station van Heide, dwars door de duinen. Deze tramlijn wilde hij gebruiken voor het vervoer van en naar het station van de toeristen. In 1914 was de lijn voltooid . Om het domein te maken tot een toeristische attractie had hij grote plannen. Hij had zelfs een aanvraag ingediend om een zwembad te mogen bouwen met beweegbare bodem . Bernsohn is lang in het geheugen gebleven als mens, om zijn inventiviteit en zijn creatieve ideeën bij onze gemeenschap ; u kan zich wel voorstellen dat een zwembad met beweegbare bodem erg revolutionair was voor die tijd. Maar tijdens de eerste wereldoorlog vluchtte Bernsohn naar het buitenland en heeft het landgoed van de hand gedaan. Door de oorlog geraakte het domein in verregaand verval en in het begin van de jaren twintig verdween ook de tramlijn. De tramlijn volgde de oude bedding van de zaveltrein vanuit de Cambuus naar Heide. De zaveltrein werd vroeger gebruikt om onafgebroken zand weg te voeren uit de heide voor het dempen van de Spaanse vesten in Antwerpen. Later kreeg een zekere baron De Terwagne de toestemming om gedurende 20 jaar zand uit de Kalmthoutse duinen weg te halen. De baron liet zo tussen 1888 en 1898 wel geteld 945.835 m3 zand weghalen. Onder andere de Vossenbergen, zéér hoge duinen met zicht op de O.L.Vrouwkathedraal van Antwerpen werden afgegraven. Het meeste zand ging naar de Antwerpse havenwerken en de opbouw van het huidige Centraal Station.
9
Tramlijn naar de Mont Noir
Vanaf 1925 werd Carlier eigenaar van het domein. In het tweede deel van de jaren 30 werd de chalet afgebroken en bouwde men een stenen villa met de naam : “Chateau Mont Noir” . Tijdens de tweede wereldoorlog huisde er maandenlang Duitse soldaten op de “Löwenvilla” en na de oorlog restte enkel nog een ruïne. De overige resten zijn langzaamaan verdwenen . Deels uit rancune tegenover de overheerser, deels voor praktisch gebruik van bouwresten.
10
Hotel Meyer
Hotel de la station
Beide hotels zijn gelegen in de nabijheid van het station in de Heidestatiestraat en zullen later worden gebruikt voor Jeshiva studenten . Daarover volgt later meer.
11
In 1906 bouwden Jan Frans De Blust – Joanna Billiauws hotel “De Zwaan” op de hoek van de Heidestatiestraat en de Leopoldstraat. Van 1924 tot 1930 werd het uitgebaat door de joodse bakker Jankel Stern uit Antwerpen.
“Villa Felice en Helena” is gelegen in de Leopoldstraat en werd uitgebaat door Isak Wolfsberg en Frieda Mangel . Isak zal later weggevoerd worden (8/9/42 VIII/636) en Frieda met haar 2 kinderen (12/9/42 IX/230 IX/231 IX/232). Ook verbleef daar onder andere de familie Ackermann . Hun beide zonen hebben meegevochten tijdens de Spaanse burgeroorlog tegen Franco en daar zijn zij ook gesneuveld. 12
Voorkant Kapellensteenweg
Achterkant hotel Diesterweg
Wed. Rifka Brunner-Hollander begon haar loopbaan als hotelhoudster in Acaciahof. Nadien startte ze in hotel Diesterweg een nieuw hotel en door gebrek aan plaats breidde ze het uit naar pension Brunner wat zich bevond in de tuinwijk “Vredeburg” en dat tot ongeveer 1960 .
13
Het Keienhof werd gebouwd door diamantair Mozes Tolkowsky in 1914 op de hoek van de Max Temmermanlaan en de Putsesteenweg . In de jaren 80 raakte het in verval en nu is het gerestaureerd en uitgebreid door Kris Bresseleers tot restaurant en feestzaal. De verbouwing heeft toch ruimte gelaten voor de oorspronkelijke fin de siècle bouwstijl. Eclectische bouwstijl. Gevels in breuksteen met raamomlijstingen in metselwerk. Verschillende dakvormen , deels zadeldak, deels puntdaken . Frappante veranda en balkonuitbouw. Enkele art nouveau-achtige elementen zoals de ramen (rond- en hoefijzervorming met verdeling) en de veranda. Het hotel Acaciahof gelegen op de Kapellensteenweg werd uitgebaat door Abraham Mangel en echtgenote Regina Luftig , later ook Villa Felice en Helena tesamen met zijn familie Wolfsberg-Mangel.
14
Rozenberghof , op de foto Maurice Gluck met echtgenote
Rozenberghof vijver
Een prachtig typisch fin de siècle villa-hotel-pension met tuin, vijver en dreven. Het werd gebouwd in 1893 door Franz Schmitz . Na eigenaarwissel werd het uitgebaat door Morris Gluck die vroeger garçon was in pension Brunner. Hij zou ook kunstreprodukties te koop aangeboden hebben en had ook een winkel in de Leopoldstraat. 15
Joodse bijdrage tot de Kalmthoutse architectuur
Tussen en 1907 en 1911 bouwden 5 Amsterdamse Joodse diamantairs deze 5 villas in de Nieuwstraat in de typische fin de siècle architectuur, voornamelijk cottagestijl, symbool voor de ontwikkeling van Heide, daar stonden bijna 20 jaar lang slechts vijf huizen op een rij temidden van de heide,en kreeg daarom de naam “ nieuwe “straat . Villa “ Heidevreugd “ 1911 had als bouwheer Salomon Kesner, diamantslijper uit Amsterdam, gehuwd met Eva Tokkie.
Nr 22
Villa “Les Lilas” (de seringen), 1907, bouwheer Mozes Polak, Amsterdams diamantbewerker met hoofdverblijf in Antwerpen. 4 jaar later verkocht hij ze aan Chaim Stern en werd ze bewoond door Samuel Stern die zich vanuit New York in Kalmthout kwam vestigen.
Nr 24
16
Villa “Bos en Hei” , 1908 bouwheer Henri Walewijk, Nederlandse diamantslijper. De ontwerper van de villa en ook van nr 24 was Jozef Vincke Brusselse Architect ,hij bouwde ook voor zichzelf het buitenverblijf het “vinkenhof” ,later eigendom van de joodse fam. Kornreich. Nr 26
Villa “Jeanne d’Arc” , 1910, bouwheer was Georges Bolle, Amsterdams diamantbewerker, broer van Bernard Bolle. Deze villa werd bewoond van 1914 tot 1923 door Salomon Engelander en Rosalia Mercado. Nu door de nieuwe eigenaars totaal verminkt .
Nr 28
Villa “Windoord” werd gebouwd in 1911 door Maurice Engelander, Nederlandse diamantbewerker. Hij verhuurde ze aan de Russische diamantair Chanina Ginsburg en de eveneens Russische handelsreiziger en makelaar in diamant Mendel Silberklang. Diens zoontje Alfons werd hier geboren in 1912. Nr 30
17
Deze villa is gebouwd in 1910 door Hubert Melis. Het is gelegen in de Bloemenlei en is 1530 m2 groot. Het was eigendom van Rachel Feinberg-Levenson, geboren te Wilna (Litauen) 12 augustus 1865. Dit huis was een huwelijksgeschenk aan haar dochter Jeannette Feinberg geboren te Amsterdam 9 februari 1896. Zij was getrouwd met Michlias Smargonsky geboren te Wilna 5 juni 1890. Zij hadden 3 kinderen : Jaak (Londen 22/09/1915), René David (Antw. 8/05/1921) en Charles Arnold (Antwerpen 3/10/1922). Haar broer Isaak Feinberg (Amsterdam 13/2/1900) is ook naar Kalmthout gekomen voor zijn gezondheid (hij had tbc). Hij is desondanks toch overleden 20 maart 1926. Het huis is verkocht in 1931.
Gebouwd in 1913 door de diamanthandelaar Joseph Ackermann in de Leopoldstraat. In februari 1952 werd het als gift overgemaakt aan Jesode-Hatora-Beth-Jacob in Antwerpen. Deze vzw was er vorig jaar nog steeds eigenaar van.
18
Zomerhuisje
Van 1908 tot 1933 was dit huisje in de Steeg eigendom van Bernard Bolle. Na de oorlog werd het eigendom van professor Nico Gunzburg - Scheikewitz van 1951 tot 1959. Hij was professor aan de rijksuniversiteit te Gent en hij leverde een grote bijdrage tot de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Hij was voorzitter van de Raad van de Joodse Vereniging van België en ook voorzitter van het “Centraal Beheer voor joodse Weldadigheid en Maatschappelijk Hulpbetoon” gesticht in 1920 en vele andere .
19
De familie van Ephraim Schmidt verbleef in de jaren 20-40 zeer dikwijls in de Molenbaan. Hier staan op de foto genomen in augustus 1928 v.l.n.r. Ephraim , zijn moeder (overleden in 1943 in het Erasmusziekenhuis, joodse vrouwenzaal; zij werd er wegens haar hopeloze gezondheidstoestand in de onderduikingswoning naar toe gebracht), zijn oudste broer (gedeporteerd samen met zijn vrouw in 1942 en niet meer teruggekomen), zijn zuster (woonde in Israel en is in 1997 overleden) en een kozijn die als wees vanaf zijn zesde jaar bij hen als broer is opgevangen (gedeporteerd en niet teruggekeerd) . Niet op de foto zijn vader (overleden in Israel in 1955) en de tweede oudste broer (verongelukt in mei 1940 te De Panne)
. Foto genomen in de duinen vlak voor het “fort” in 1935 . De onderste persoon : ? De middelste persoon is Naftali Wachstock (scheikundig ingenieur) ; zijn familie heeft jarenlang in Kalmthout gewoond. Bovenaan : Ephraim Schmidt
20
De synagoge Een tijd lang werden gebedsbijeenkomsten gehouden in het huis van Shaul Wachstock in de Thillostraat. Door de toeloop die alsmaar groter werd groeide de noodzaak naar een synagoge.
De bouwtoelating werd gegeven op 29 november 1927 . Het werd gebouwd in 1928 en in 1929 officieel in gebruik genomen.
21
22
Door de grote bezieling en inzet van Mendel Kornreich die 8 andere mensen in de raad had opgenomen werd de opdracht gegeven een synagoge te bouwen . De architect was de heer Beirens en aannemer Alexander Nagels . Heel wat mensen hebben er toe bijgedragen dat het gebouw in stijl en afwerking niet moest onderdoen voor de synagogen van de ‘stad’ . De gelden werden trouwens in Antwerpen en Heide ingezameld , waarbij Mendel Kornreich één van de grootste geldschieters was. De plaatselijke Joodse gemeenschap stak letterlijk de handen uit de mouwen en hielp bij de bouw. Samuel Spira keek nauwlettend toe dat de werkzaamheden volgens plan vorderden. De gevel van het gebouw verraadt neo-moorse stijl maar ook subtiele architecturale elementen uit de twintiger jaren zijn in het gebouw te bespeuren. De plaatselijke glazenier zorgde voor een groot glasraam boven de heilige ark waarin de Davidster prijkt. Er is een ruim balkon voorzien voor de vrouwen. De ramen in het gebouw zorgen voor veel licht en aan de ingang is een kleine consistoriekamer waarboven een kleine woonruimte voor de conciërge voorzien was . Het is de enige synagoge in België gelegen buiten een stad . Het is in Heide het eerste gebouw voor de eredienst. De parochiekerk kwam er als gebouw pas in 1935. De synagoge werd tot voor enkele jaren terug nog gebruikt tijdens de zomerperiode . Nu ze niet meer gebruikt wordt en er dringend behoefte is aan restauratie als ze niet minimaal wordt hersteld , rest er enkel nog een bouwval. En alleen al uit historisch belang van dit gebouw voor zowel de joodse geschiedenis van België als voor de erfgoedtraditie in Kalmthout is het hoog tijd om de handen in elkaar te slaan om het gebouw te redden. Ondanks de oorlog bleef het synagogegebouw tamelijk gespaard. Maar de Joodse gemeenschap was gedecimeerd . De overlevenden en de erfgenamen van de rechtmatige eigenaars kwamen nog vele jaren terug naar Heide-Kalmthout. Het leven rond de synagoge kreeg weer betekenis. Maar het werd nooit meer wat het voor de oorlog was . Voor vakanties trok men niet meer naar Heide of de Belgische kust maar verkende men de wereld buiten België . 23
Die evolutie raakte ook hier de Joodse gemeenschap. Het gevolg was dat velen hun huis verkochten zodat de hier even herlevende Joodse gemeenschap opnieuw gedecimeerd werd . De synagoge verloor steeds meer aan betekenis, had steeds minder vaak een minjan . De doodssteek kwam wanneer de laatste conciërge, mevrouw Ytje Barendsen, die jarenlang de zorg voor de synagoge op zich had genomen kwam te overlijden . De klein- en achterkleinkinderen van de oorspronkelijke stichters zijn nu met bijna honderd verspreid over de wereld wat het moeilijk maakt om samen tot een oplossing te komen en een juridisch platform te vinden. Het gebouw kan geklasseerd worden maar dat is meestal een uitermate ongunstige oplossing voor de eigenaars . Ook vanuit de gemeente is de goodwill aanwezig om te helpen bij de restauratie van dit waardevolle gebouw . Ook werd er gesuggereerd om er een permanente tentoonstelling en educatief centrum van te maken over de joodse samenleving in Heide-Kalmthout.
Zicht op de ark en de bima , links de ramshoorn
Onder de tafels van de Wet met de 10 geboden afgekort : « Ter nagedachtenis van Dov, zoon van onze meester rabbijn Moshe Avigdor – dat de vrede met hem weze ! – König . Hij is overleden de 6de Eloul 5734. Dat hij ruste in vrede in Jerusalem – dat zij herbouwd en verstevigd zou worden ! » vert. J.Deom
24
Voorkant Synagoge Leopoldstraat
De plaatselijke glazenier zorgde voor een groot glasraam boven de heilige ark waarin de Davidster prijkt
25
Synagoge binnenkant linkerzijde
Synagoge binnenkant rechterzijde
Op de rechtse plaat die aan de muur hangt staat volgende tekst : « Verboden een boek mee te nemen uit de synagoge zonder de toelating van de gabaiem (beheerders van de synagoge) » Op het kleinere plaatje staat volgende tekst : « Steun de synagoge » vert. Marleen Van Landeghem
26
« Deze plaat getuigt dat wijlen Dov König, zoon van wijlen rabbijn Moshe Avigdor, toegewijd beheerder en bestuurder steeds aanwezig was tot aan het ondergaan van de Zon < ( = tot zijn laatste dag ) > . Hij is overleden de dag van de heilige Sabbat , de 6de Eloul 5734 < ( = 24 augustus 1974)> . Dat zijn ziel zou opgenomen worden in de bundel van het leven < ( = R.I.P )> » vert. J. Deom
Psalm 107 Integrale tekst
27
Modiem derabbanan “Wij danken U dat U, eeuwige , onze God en God van onze voorouders bent, de God van allen die bestaan, onze schepper, schepper van het oerbegin. Uitingen van prijzen en dank komen Uw grote en heilige naam toe, omdat U ons het leven hebt geschonken en ons staande hebt gehouden. Moge U ons zo laten voortleven en ons stand doen houden. Moge U onze ballingen verzamelen naar uw heilige voorhoven om Uw wetten stipt na te komen en Uw Wil te doen, om U met een gaaf hart te dienen; omdat wij U dankbaar mogen zijn wordt U geprezen, God, die wij dank verschuldigd zijn” vertaling uit de Siddoer ( Sjabbat-gebed)
28
Aramese tekst uit de Zohar dat soms gebeden wordt op Sjabbat
“ Evenals dat zij zich verenigen daarboven in het Ene , zo ook zult gij één worden hier beneden in het mysterie van het Ene , om met hen daarboven één te zijn tegenover het Ene… want de Heer is één en Zijn Naam is één, ….. enz …. “
Montage bijbelse teksten uit de kabbalah met onder ander stukken uit psalm 15 en psalm 16
29
De Jesjivah ( Talmoed-hogeschool ) “Ets Chajiem” (Levensboom)
Thillostraat
In één van deze huizen woonde Shaul Wachstock (geboren 7 dec 1875 te Krakau ) waar een tijdlang gebedsbijeenkomsten gehouden werden . Van grote betekenis voor de joodse aanwezigheid te Heide is de oprichting van de “jesjivah ets chajiem”, de eerste in België ,die in augustus 1929 door de heren I. Masel en Burack opgericht werd. De eerste leerlingen kwamen niet uit de welgestelde families . Het waren er amper 5 à 6 die aan rabbijn Schapiro werden toevertrouwd . In de vakantietijd kwamen de jongens van de stad naar Heide om voetbal te spelen en ook te leren . Zo is de belangstelling gegroeid . De Jesjivah is naar de Heidestatiestraat verhuisd en het aantal leerlingen steeg tot 15 . Zij verbleven in die tijd in het hotel Meyer . Later ook in het hotel de la Station aan de overzijde. Alles liep er niet van een leien dakje want het gebeurde dat de lessen bij kaarslicht moesten gegeven worden en het eten op de kachel gekookt, omdat er niet voldoende geld was voor de gas en electriciteitsrekening. Om de eetlust van de jongens enigszins te bedaren en het budget te helpen saneren werd oud-brood gekocht. Soms moesten de grote broden met een zaag bewerkt worden, omdat ze te hard waren voor het mes. Na het eerste jaar werden de schulden voor de uitgaven van de Jesjivah het groot probleem van de heren Masel en Burack . Masel heeft zijn textielhandel verkocht en het geld voor de Jesjivah gebruikt . Men moet niet vergeten dat toen vele mensen vanwege de wereldcrisis zonder werk zaten. Efraïm Nussbaum zorgde voor het nodige brood . Het aantal jongens steeg onder de leiding van Sjragai Sapiro en Jankel Broner hielp hem bij het lesgeven. Rabbijn Sapiro was als leraar en als mens een voorbeeld van nederigheid, eerlijkheid, goedheid, overgave en verantwoordelijkheid. Hij hield van de jongens en was voor hen als een vader. In 1933 kwamen veel leerlingen uit Duitsland en de Oostbloklanden, vooral Polen.
30
In 1938 telde de instelling tussen 120 en 140 leerlingen. Wijlen Tobias Schiff wees mij nog de boom aan in de tuin van “hotel de la Station” waar hij als jonge Jesjivah-student in klauterde. Om de jongens een bestaan te garanderen, werd hen een beroep in de diamantnijverheid aangeleerd.
Toen Sapiro was ondergedoken bij de heer Burack wilde hij na een huiszoeking de gastvrije familie niet meer in gevaar brengen . Hij trachtte naar het onbezette Frankrijk te vluchten, maar de persoon die hem en nog andere joden moest overbrengen, verklikte hen aan de gestapo, en zo kwam hij terug in de Dossinkazerne van Mechelen en heeft een bitter einde gevonden in de nazi-kampen.
Rab. Sjr. Sapiro, hoofd van de Talmoedhogeschool in Heide
In 1936 werd door het schepencollege van Kalmthout een vergunning verleend om een seminariegebouw op te richten tussen de Leopoldstraat en de spoorweg. De eerste steenlegging vond plaats in 1938, doch het gebouw kwam nooit klaar door toedoen van de oorlog. De muren van het gebouw stonden na de oorlog nog min of meer overeind. Nu is deze plaats opgenomen in een nieuwe wijk. De “Jesjivah” zelf bevindt zich sinds 1961 te Wilrijk na enkel jaren vestiging te Kapellen.
In 1938 was rabbijn Rottenberg aanwezig bij de eerste steenlegging van de Jesjivah die nooit voltooid is geraakt. Hij is ook omgekomen na de nazi-deportaties
31
Er waren joodse kinderen in Heide die in het niet-joods internaat “Nid d’Aiglons” hun profaan onderwijs kregen en dan in de jesjivah hun joodse opleiding voltooiden. 32
Buiten de talrijke weekend- en vakantietoeristen was er van 1931 tot 1942 een komen en gaan van ongeveer 700 ingeschreven joodse Kalmthoutenaren van verschillende nationaliteiten. Zo waren er 382 Polen, 41 Roemenen, 30 Hongaren, 20 Tsjechoslovaken, 19 Russen, 7 Litauers, 7 Estlanders, 3 Letlanders, 4 Duitsers, 5 Noren, 3 Italianen, 11 Fransen, 6 Amerikanen, 1 Brit, 4 Palestijnen (toen), 43 Nederlanders, 80 Belgen en 15 nationaliteit onbepaald. Dat onze samenleving van mensen, met ieder hun eigen cultuur, in hun dagelijkse leven niet altijd een vlekkeloos verloop kende, is begrijpelijk, maar heeft nooit tot excessen geleid.
Geboren te Kalmthout.
Bransdorfer, Gitte Bransdorfer, Judith Deutsch, Simonne Fischler, Baroch Ginsberg, Jacob Ginsberg, Jetty Ginsberg, Simon Glikes, Erwin Arno Glikes, Fred Goldberger, Esther Neuman, Harry Orgel, Lea Orgel, Rachel Orgel, Sara Wolfsberg, Chaim H.
Kalmthout, 13/10/1935 Kalmthout, 06/12/1936 Kalmthout, 12/12/1931 Kalmthout, 01/01/1934 Kalmthout, 29/09/1930 Kalmthout, 20/09/1932 Kalmthout, 14/07/1934 Kalmthout, 30/06/1937 Kalmthout, 05/05/1931 Kalmthout, 08/11/1939 Kalmthout, 22/08/1936 Kalmthout, 21/11/1940 Kalmthout, 07/05/1935 Kalmthout, 28/11/1933 Kalmthout, 28/08/1935
Leopoldstraat 69 . Leopoldstraat 69 Capellenstwg. 322 Heidestatiestr.111 Thillostraat 498 Thillostraat 498 Thillostraat 498 Thillostraat 486 Thillostraat 486 Thillostraat 478/1 Thillostraat 493 Leopoldstraat 88 Leopoldstraat 88 Leopoldstraat 88 Heidestatiestwg. 119
Overleden te Kalmthout.
Bolle, Bernard G. De Jong, Levie Dellmann, Sara Glikes, Fred Goldstein. Mozes Hersch, Eugeen Kleinberger, Naphalie Landy. Blima Lerner, Joudka S. Maringer, Gustav Niekerk. Albert J. Stauber, Naftali Szafran, Aron Taubova, Bertha Wachsstock, Lazar
Den Haag, 22/05/1861 Amsterdam, 07/10/1888 Antwerpen, 13/02/1931 Kalmthout, 05/05/1931 Pzedborz, 15/11/1857 (Doiau) Bovian, 15/06/1910 Mordaska, 23/03/1891 Dukla, 22/12/1875 Berchodi, 1877 Krakau, 22/12/1897 Amsterdam, 10/03/1869 Sighet, 17/06/1907 Brzese, 25/12/1870 Antwerpen, 18/09/1933 Krakau, 07/12/1875
33
Capellenstwg. 314 Thillostraat 478 Heidestatiestwg. 94 Thillostraat 486 Heidestatiestwg. 95 Thillostraat 498 Capellenstwg. 39 Kinderwelzijnstr. 203 Thillostraat 503/1 Zandstraat 161/1 Korte Heuvelstr. 378 Foxemaatstraat 424 Heidestatiestwg. 63 Leopoldstraat 89 Leopoldstraat 70
27/12/1935 17/06/1936 1931 6/05/1931 23/01/1933 10/03/1942 1939 4/1937 1/09/1935 1935 7/03/1942 10/04/1940 25/06/1933 1933 2/02/1938
Gehuwd te Kalmthout De eerste schepen Cornelius Van Thillo ambtenaar van de burgelijke stand voltrok op 4 mei 1922 het huwelijk tussen Selman Berenson geboren te Brest-Litovsk 30 mei 1851, zoon van Oscar Berenson en van Entla Ginzburg , en Sylvie Boonefaes , geboren te Brugge 30 oktober 1873 ,weduwe van Eugenius Hilarius Robert . Getuigen waren Alois Fraeyman en Felix Kalhöfer . De eerste schepen Cornelius Van Thillo ambtenaar van de burgerlijke stand voltrok op 12 mei 1925 het huwelijk tussen Abraham Katz ,diamanthandelaar, geboren te Posada Olchowa, distrikt Sanok in Polen 18 oktober 1897, zoon van Mozes Katz en van Gitta Zupnik , en Sara Matel Wachsstock , geboren te Krakau (Polen) 15 oktober 1901, dochter van Saul Jacob Wachsstock en van Ryfka Lerner . Getuigen waren Lazar Rabinowitz en Felix Kalhöfer. Burgemeester Joannes Erreygers voltrok op 18 september 1928 het huwelijk tussen Israel Mojsze Glikes, diamantbewerker, geboren te Warschau 22 december 1905, zoon van Szaïa Alter Glikes en van Malka Lenezyka, en Gella Liubowsky , bureelbediende, geboren te Frankfurt a/m (Duitsland) 24 mei 1903 , dochter van Isaak Liubowsky en van Frieda Lipschitz . Getuigen waren Alois Fraeyman en Felix Kalhöfer . Burgemeester Joannes Erreygers voltrok op 24 mei 1929 het huwelijk tussen Izaak Wolfsberg , diamantsnijder, geboren te Lezniow (Polen) 10 januari 1899 , zoon van Israel Leib Wolfsberg en van Chaje Taube Mecis, en Frieda Mangel, hotelhoudster, geboren te Frankfurt a/m (Duitsland) 11 mei 1906 , dochter van Abraham Mangel en van Regina Luftig . Getuigen waren Hirsch Mangel en David Eisner. Burgemeester Joannes Erreygers voltrok op 24 juni 1930 het huwelijk tussen David Ezryel Wachsstock, diamantkoopman, geboren te Krakau (Polen) 14 augustus 1900, zoon van Saul Jacob Wachsstock en van Ryfka Lerner, en Anna Kronengold, geboren te Krakau 16 juni 1906, dochter van Salomon Kronengold en van Zlata Strassman. Getuigen waren Naftali Wachsstock en Alois Fraeyman . Eerste schepen Constantinus De Ridder voltrok op 3 augustus 1932 het huwelijk tussen Chaim Abramowicz , bediende, geboren te Wilna (Lithauen) 18 mei 1905, zoon van Zelik Abramowicz en van Gitla Herca, en Mariasky Mary (Bengefen) Gofenson, bediende , geboren te Haifa (Erez Israel Palestina) 1 april 1905 , dochter van Menachem Mendel (Bengefen) Gofenson en van Mirel Krivitsky. Getuigen waren Lejb Morbka Najman en Brucha Gisla Goldflam. Eerste schepen Constantinus De Ridder voltrok op 16 augustus 1932 het huwelijk tussen Josif Mer, geneesheer, geboren te Liepaja (Letland) 19 september 1900, zoon van Judel Mer en van Sara Hirschberg, en Liba Berger, geboren te Warschau(Polen) de 28 maart 1907, dochter van Lejbus Berger en van Ester Ruchla Rodoban. Getuigen waren Sara Bergman en David Berger.
34
Eerste schepen Desiré Boen voltrok op 6 maart 1934 het huwelijk tussen Hirsch Mangel, kruidenier, geboren Frankfurt a/m (Duitsland) 20 januari 1903 ,zoon van Abraham Mangel en van Regina Luftig, en Chaja Ryfka Schhlanger, geboren te Sokolow (distrikt van Kolbuszowa,Polen) 25 december 1905 , dochter van Chana Schlanger. Getuigen waren Frieda Mangel en Nathan Orgel. Eerste schepen Desiré Boen voltrok op 10 oktober 1935 het huwelijk tussen Nathan Orgel, landbouwleerling, geboren te Crasna (Roemenie) 3 april 1910, zoon van Henric Orgel en van Cecilia Derfler, en Rachela Korenfeld, geboren te Walbrom (Rusland) 19 mei 1910, dochter van Fajwel Szlama Korenfeld en van Sara Holender. Getuigen waren Liebman Weintraub en Baruch Brand. Schepen Petrus Josephus Smits voltrok op 28 december 1938 het huwelijk tussen Isaak Delmonte, diamantbewerker, geboren te Hilversum (Nederland) 3 september 1907, zoon van Samuel Delmonte en van Sophia Delmonte, en Chawa Berant, geboren te Drzewica (Rusland) 6 augustus 1893, dochter van Lejbus Berant en van Chaja Jungbach. Getuigen waren Julia Denie en Frans Ruys. Schepen Petrus Ferdinandus Brughmans voltrok op 11 oktober 1939 het huwelijk tussen Mordcha Frankenthal, diamantbewerker, geboren te Warschau(Polen) 22 januari 1902, zoon van Icek Frankentahl en van Sura Hechtkopf, en Bertha Reicher, geboren te Brussel 14 december 1908, dochter van David Reicher en van Slata Corwiz. Getuigen waren Carolina Nilsen en Debora Freilich. Schepen Petrus Ferdinandus Brughmans voltrok op 11 oktober 1939 het huwelijk tussen Juda Goldfinger, diamantbewerker, geboren te Krakau (Polen) 23 juli 1915, zoon van Schaje Goldfinger en van Ryfka Lea Lipschutz, en Gizella Bransdorfer, geboren in Nagyhalasz (Hongarije) 12 augustus 1915, dochter van Treibel Juda Bransdorfer en van Eszter Teichteil . Getuigen waren Simon Neuberger en Max Wachsstock. Schepen Petrus Ferdinandus Brughmans voltrok op 8 februari 1940 het huwelijk tussen Mosco Tzechoval, secretaris van de Jeshivah, geboren te Rezina (Roemenie) 1 januari 1907, zoon van Simon Tzechoval en van Ruhel., en Mindla Zylberblat, geboren te Bialystok (Polen) 24 mei 1914, dochter van Chona Zylberblat en van Fejga Lew. Getuigen waren Guilelmus Ruys en Frans Ruys. Schepen Petrus Ferdinandus Brughmans voltrok op 6 mei 1940 het huwelijk tussen Jonas Tiefenbrunner, leraar , geboren te Wiesbaden 19 juni 1914, zoon van Efraim Tiefenbrunner en van Matel Licht, en Ruth Sara Feldheim, geboren te Fulda (Duitsland) 28 september 1911, dochter van Wolf Feldheim en van Johanna Risch. Getuigen waren Maurice Glikes en Simon Neuberger.
35
De Oorlogsjaren Enkel de dreigende donkere wolken die boven Europa hingen en vanuit Nazi-Duitsland tot ons dreigden te komen heeft aan dit alles een einde gemaakt. Zij die het gevaar onderkenden en de mogelijkheid hadden, verkozen te vluchten zodat uiteindelijk begin 1940 een goede 130 joodse mensen in Kalmthout overbleven. Toen werd voor eenieder 10 mei het begin van een 5 jaar lange nachtmerrie die voor de joodse mens in heel Europa een tragedie is geworden, die elk menselijk begrip ver te boven ging. Dit gebeuren zal onder de naam "Shoah" (Hebreeuws: totale vernietiging) voor altijd in de geschiedenis verder leven. De moord op 6 miljoen joden waaronder bijna 2 miljoen kinderen, louter en alleen omdat hun geboorte hun "zijn" bepaalde en waardoor ze voor de zoveelste maal als "zondebok" fungeerden voor het falen van de wereldstructuur, zal een schandvlek blijven op de gehele mensheid. Door de subtiele aanpak van de Nazi-Duitser die begin 1940 een vals gevoel van veiligheid creëerde om daarna met dubbel zoveel kracht en meedogenloosheid terug te slaan is ons algemeen bekend. Het trieste noodlot van de Belgische joden verloopt in drie fasen. 1 - De schijnbare gelijkheid tussen joden en niet-joden (28 mei tot 28 oktober 1940). 2 - Verordeningen en toeëigeningen (28 oktober 1940 tot 22 juli 1942) gaande van: - verwijdering uit openbare ambten, balie en pers, - het aanleggen van een jodenregister, - de onmogelijkheid creëren om handel te drijven, - roof en brandstichting van joodse goederen. 3 - Razzia's met vervoer naar de Dossinkazerne in Mechelen met massale deportatie naar Polen vanaf 22 juli 1942. De Kalmthoutse bevolking ervaart op 10 mei 1940 de eerste tekenen van de tweede wereldoorlog. Er heerst grote verbijstering. Vele mensen besluiten te vluchten, maar zien snel in dat deze oorlog totaal anders is dan die van '14-'18 en keren vlug terug. In deze chaotische toestand herkent men de menselijke plooibaarheid en aanpassingsvermogen aan de nieuwe toestand. De angst en de wil om te overleven worden in hoofdzaak de leiddraad in het dagelijkse leven. Dat er zovelen sneuvelden, gefusilleerd en doodgemarteld werden en vooral niet te vergeten onze joodse Kalmthoutenaren die door de hel van de concentratiekampen de dood vonden, werd in de volgende jaren bittere werkelijkheid. Laat ons nu terugkeren naar wat er in Kalmthout plaats vond via materiaal gevonden in het archief en wat tijdsgenoten me vertelden. Weldra werden de eerste Duitse verordeningen bezorgd op het gemeentehuis waaruit de anti-joodse geest duidelijk naar voren treedt met niet mis te verstane verwoordingen. Dat die houding een golf van ongeloof opwekte, bewijst het herhaald schrijven vanuit Brussel. In een brief gedateerd op 14 januari 1941, werd nogmaals herinnerd aan het eerste schrijven van 6 december 1940, waarin dringend gevraagd werd naar de toepassing van de verordening "de maatregelen tegen de joden". De gemeente werd verplicht een jodenregister aan te leggen en de joodse ondernemingen te merken met aanplakbiljetten. En de brief werd besloten met de volgende woorden: "Ik vestig uw ernstige aandacht op de erge onaangenaamheden, die zouden kunnen voortvloeien uit het niet-onmiddellijk overmaken van inlichtingen vereischt door de bezettende overheid". Getekend door de direkteur-generaal Bajard. Dat het hier niet bij bleef en de verdere ontmenselijking met onverminderde ijver werd doorgedreven, bewijst de oproep in de brief van 29 juli 1941 ondertekend door de sekretarisgeneraal G. Romsee. De joden werden verplicht op hun identiteitsbewijs de vermelding "Jood-Juif", 1,5 cm groot en in rode inkt, boven de foto te laten aanbrengen. Tot uiteindelijk ook het uiterlijke kenteken, 36
de gele jodenster, als een "stigma" moest worden aangebracht, duidelijk zichtbaar op de linkerborstzijde en verplicht vanaf het zesde levensjaar. Deze middeleeuwse maatregel werd opgedragen door het Feldkommandatur 520 en ondertekend door verwaltungschef Himmel (10 juni 1942). Dat zelfs de zieke joodse mens aan een strenge maatregel moest voldoen, werd duidelijk gemaakt in weer een volgend schrijven gericht aan het ziekenhuis St. Vincentius te Kalmthout (20 augustus 1942). Er werd verboden zieke joodse mensen op te nemen. Hun behandeling werd slechts toegestaan in een gesloten afdeling van het St. Erasmusziekenhuis te Borgerhout en enkel door joodse geneesheren. Dit in opdracht van de gouverneur a.i. J. Grauls.
Het was nog niet voldoende dat de joodse mens werd vernederd in zijn individuele menselijke waardigheid. Daarbij werden ze uitgesloten van alle culturele manifestaties, openbaar vervoer, enz... Dit alles samengevat in een politieverordening getekend door kolonel en bevelhebber Nadrowski en medegedeeld door de gouverneur a.i. J. Grauls (12 juli 1942). Hij diende als aanplakbrief onmiddellijk uitgehangen te worden.
37
Restte enkel nog hun vermogen, hun eigendommen, hun overlevingskans. Waar wederom een politieverordening als aanplakbrief een einde maakte op 2 september 1942. Ook hier hadden de nazi's alles naar zich toegehaald zodat de joden door deze verordening tot kansloze getekende burgers werden herleid. Dat men in Kalmthout dit alles niet klakkeloos aanvaardde, meen ik te mogen opmaken uit de langzaam-aan-actie tussen de burgemeester en de ontvanger der belastingen, in verband met de joodse eigendommen en vermogens. In verscheidene brieven werd over en weer geschreven, vallend over pietluttige woorden of zinnen, uitgesmeerd over meer dan twee maanden en dat voor één ingeschreven eigendom. Dit alles zeer tegen de zin van de accurate nazi's die beide heren constant onder druk zette.
38
Kalmthout beschikte ook over een zeer goed georganiseerde verzets- en weerstandsgroep (zie "Kalmthout in de Branding, biz. 174-175 en 179-180) die heel veel heeft bijgedragen tot de overlevingskansen van joden en niet-joden. Waarbij o.a. onze veldwachter Frans (Sus) Ruys zich op een bijzondere manier heeft onderscheiden. Zeer dikwijls met de grootste risico's en het op spel zetten van zijn eigen leven. Door het verstrekken van alle soorten hulp gaande van extra voedselbonnen, illegale identiteitspapieren, het over de grens brengen van vluchtelingen, andere naar onderduikadressen, enz... dit alles uit zuivere goodwill. Wat niet belet heeft dat de heren Alexander Walther Wäser (Hamburg, 18/01/1888) (hier bekend onder de naam "Duitse bakker") en in het bijzonder Hubert Van Meldert (Antwerpen,6/6/1911) , als collaborerende gestapo's de rol op zich namen van mensenvernietigers uit winstbejag en dat hun overtuiging geleid heeft tot de zo droevige deportatie van onze joodse Kalmthoutenaren. Lijst Kalmthoutse Joden weggevoerd tijdens razzias in 1942-1943 : Akst,Abraham H.
Lask,22/6/1892
Leopoldstraat 87
V/436
25.8.42
Akst,Chuna
Lodz,24/6/1914
Leopoldstraat 87
X/954
15.9.42
Akst,David
Antwerpen,25/3/1930
Leopoldstraat 87
V/439
25.8.42
Akst,Friedrich
Oberhausen,9/10/1924
Leopoldstraat 87
I/272
4.8.42
Akst,Herman
Antwerpen,25/3/1930
Leopoldstraat 87
V/438
25.8.42
Akst,Max
Antwerpen,11/12/1933
Leopoldstraat 87
V/440
25.8.42
Akst,Sara B.
Borgerhout,18/4/1927
Leopoldstraat 87
V/860
25.8.42
Binstock,Anna
Nedoboutzk,19/12/1892
Cappellensteenweg 39
IX/110
12.9.42
Bryl,Maria D.
Antwerpen,16/10/1924
Cappellensteenweg 39
IX/163
12.9.42
Bryl,Max
Antwerpen,2/2/1928
Cappellensteenweg 39
I/523
4.8.42
Bryl,Schloma
Proshwoff,27/3/1892
Cappellensteenweg 39
XIX/589
15.1.43
Bryl,Tobia
Antwerpen,27/8/1926
Cappellensteenweg 39
IX/111
12.9.42
Jakobowicz,Sarah
Antwerpen,11/1/1933
Capellensteenweg 190
XXIIB/896
20.9.43
Schiff,Helene
Antwerpen,25/9/1906
Capellensteenweg 190
XXIIB/895
20.9.43
Epstein,Myra
Byalistok,28/4/1897
Heidestatiesteenweg 110
V/856
25.8.42
Schiff,David N.
Krakau,28/3/1886
Heidestatiesteenweg 110
V/238
25.8.42
Schiff,Sulameth
Borgerhout,29/3/1928
Heidestatiesteenweg 110
V/239
25.8.42
Mangel,Frieda
Frankfurt a/m,11/5/1906
Heidestatiesteenweg 119
IX/230
12.9.42
Wolfsberg,Adolf
Antwerpen,4/5/1930
Heidestatiesteenweg 119
IX/231
12.9.42
Wolfsberg,Chaim H.
Kalmthout,28/8/1935
Heidestatiesteenweg 119
IX/232
12.9.42
Wolfsberg,Isak
Leszniow,10/1/1899
Heidestatiesteenweg 119
VIII/636
8.9.42
Mangel,Hirsch
Frankfurt a/m,20/1/1903
Heidestatiesteenweg 62
IX/222
12.9.42
Mangel,Max Adolf
Berchem,27/12/1936
Heidestatiesteenweg 62
IX/224
12.9.42
Schlanger,Ryfka
Sokolow,25/12/1905
Heidestatiesteenweg 62
IX/223
12.9.42
Kornreich,Mendel
Dukla,17/7/1868
Kinderwelzijnstraat 203
IX/16
12.9.42
Luftig,Mozes
Chrzanow,1870
Leopoldstraat 68
IX/225
12.9.42
Taub,Bleina
Dembitza,1875
Leopoldstraat 68
IX/226
12.9.42
39
Kersz,Szjandla
Radoszyce,1/1/1889
Leopoldstraat 87
V/437
25.8.42
Friedman,Bertha
Gorlica,13/11/1897
Leopoldstraat 88
IX/234
12.9.42
Orgel,Aron
Berchem,22/8/1937
Leopoldstraat 88
IX/238
12.9.42
Orgel,Isidoor
Grasna,12/2/1905
Leopoldstraat 88
IX/233
12.9.42
Orgel,Lea
Kalmthout,21/11/1940
Leopoldstraat 88
vermoord razzia Kalmthout
Orgel,Rachel
Kalmthout,7/5/1935
Leopoldstraat 88
IX/237
12.9.42
Orgel,Rebecca
Antwerpen,25/10/1931
Leopoldstraat 88
IX/235
12.9.42
Orgel,Sara
Kalmthout,28/11/1933
Leopoldstraat 88
IX/236
12.9.42
Berant,Chawa
Drzewia,6/8/1893
Leopoldstraat 89
IX/228
12.9.42
Delmonte,Isaak
Hilversum,3/9/1907
Leopoldstraat 89
IX/227
12.9.42
Delmonte,Jeannette
Antwerpen,5/6/1936
Leopoldstraat 89
IX/229
12.9.42
Deze 37 joodse mannen, vrouwen en kinderen die nog in Kalmthout verbleven, werden tijdens de razzia's, geleid door SD-chef Holm, opgehaald en op brutale manier gedwongen plaats te nemen in de vrachtwagen. Elke onwil werd gruwelijk afgestraft. Hiervan getuigt het volgende verhaal. De familie Orgel, waarvan de vader Isidoor koster in de synagoge en leraar van de joodse kinderen was, haalde zich de woede van de gestapo op de hals in een laatste poging tot verzet. Toen hij samen met zijn vrouw Bertha Friedman en hun 5 kinderen naar de wachtende vrachtauto werden geleid, rukten zij hun jongste kindje, de kleine Lea, anderhalf jaar oud, uit de armen van haar moeder en sloegen het dood tegen de zijwand van de auto. Dit wrede verhaal werd verteld door een niet-joodse ooggetuige, nu helaas overleden. Maar daar de kleine Lea als enige van de familie Orgel ontbreekt op de transportlijst, kan ik dit wrede incident voor waar aannemen. Zo werden deze mensen naar de Dossinkazerne in Mechelen gevoerd en gingen ze hun noodlot tegemoet. Lijst van de gedeporteerden vanuit de Dossinkazerne die in Kalmthout gewoond hebben. 4.8.42 Bryl,Max Akst,Friedrich
Antwerpen,2/2/1928 Oberhausen,9/10/1924
Cappellensteenweg 39 Leopoldstraat 87
I/523 I/272
Rychowa,15/6/1911
Cappellensteenweg 190
II/326
Satu-Mare,9/1/1909 Borgerhout,11/10/1925 Berchem,9/9/1926 Seini-satu,6/9/1909 Londen,28/8/1924 Antwerpen,23/12/1935 Uioara,11/6/1899 Viscul de Jus,27/5/1900 Berchem,24/4/1925 Ilba,19/2/1905
Molenbaan 433 Thillostraat 498 Molenbaan 432 Molenbaan 433 Thillostraat 481 Molenbaan 433 Molenbaan 430 Leopoldstraat 89 Molenbaan 432 Molenbaan 430
III/965 III/488 III/132 III/966 III/486 III/967 III/969 III/952 III/131 III/968
Kalmthout,29/9/1930 Biskerpice,17/4/1902 Przemysl,1/6/1880 Antwerpen,11/1/1935 Antwerpen,29/10/1927 Antwerpen,9/10/1931
Thillostraat 498 Thillostraat 469 Thillostraat 498 Thillostraat 469 Thillostraat 498 Thillostraat 469
IV/365 IV/533 IV/360 IV/537 IV/367 IV/534
11.8.42 Kleiman,Tauba
15.8.42 Herskovits,Nicolaz Ginsberg,Mozes Tyberg,Abraham Goldenberg,Ilona Sonabend,Helen Herskovits,Roland Schwartz,Regina Horovitz,Sarolta Tyberg,Mozes Herscovici,Alex S.
18.8.42 Ginsberg,Jacob Dorf,Gitel Ginsberg,Aron Weinreb,Anna Ginsberg,Bera Weinreb,Malvina
40
Pencier,Gusta Ginsberg,Wolfred Ginsberg,Jetty Weinreb,Isaac
Tarnov,23/10/1927 Antwerpen,6/11/1928 Kalmthout,20/9/1932 Borgerhout,26/7/1937
Cappellensteenweg 41 Thillostraat 498 Thillostraat 498 Thillostraat 469
IV/645 IV/366 IV/362 IV/536
Telsiai,22/9/1900 Antwerpen,25/3/1930 Korczyna,11/6/1901 Wolbrom,1892 Antwerpen,11/12/1933 Borgerhout,18/4/1927 Borgerhout,29/3/1928 Czernowitz,1891 Lask,22/6/1892 Byalistok,28/4/1897 Antwerpen,10/12/1933 Antwerpen,21/2/1931 Mirchov,15/2/1913 Kielec,1890 Mirchov,11/7/1921 Antwerpen,25/3/1930 Radoszyce,1/1/1889 Krakau,28/3/1886
Leopoldstraat 68 Leopoldstraat 87 Thillostraat 474 Heidestatiesteenweg 104 Leopoldstraat 87 Leopoldstraat 87 Heidestatiesteenweg 110 Cappellensteenweg 40 Leopoldstraat 87 Heidestatiesteenweg 110 Thillostraat 474 Leopoldstraat 68 Heidestatiesteenweg 104 Heidestatiesteenweg 104 Heidestatiesteenweg 104 Leopoldstraat 87 Leopoldstraat 87 Heidestatiesteenweg 110
V/665 V/438 V/325 V/213 V/440 V/860 V/239 V/367 V/436 V/856 V/326 V/666 V/214 V/212 V/466 V/439 V/437 V/238
Lask,10/7/1902 Borgerhout,20/12/1929 Zelow,1904
Thillostraat 486 Thillostraat 486 Thillostraat 486
VI/515 VI/517 VI/516
Slommike,14/1/1910 Aliszno,25/12/1909 Antwerpen,28/11/1932 Krakau,2/9/1888 Antwerpen,18/4/1929 Antwerpen,2/3/1934 Borgerhout,24/1/1927 Berchem,11/9/1925 Warschau,1899 Berchovo,4/7/1908 Antwerpen,23/12/1935
Cappellensteenweg 283 Thillostraat 470 Thillostraat 470 Bevrijdingslaan 124 Cappellensteenweg 283 Molenbaan 429 Molenbaan 429 Bevrijdingslaan 124 Molenbaan 429 Leopoldstraat 89 Cappellensteenweg 283
VII/776 VII/895 VII/897 VII/976 VII/777 VII/903 VII/902 VII/977 VII/901 VII/681 VII/776
Bizostek,23/1/1904 Antwerpen,31/5/1933 Berchem,24/4/1927 Leszniow,10/1/1899 Kuldigo,28/2/1907 Przemysl,3/8/1899 Antwerpen,17/4/1933
Cappellensteenweg 41 Thillostraat 471 Thillostraat 471 Heidestatiesteenweg 119 Heidestatiesteenweg 63 Thillostraat 471 Cappellensteenweg 41
VIII/148 VIII/39 VIII/40 VIII/636 VIII/462 VIII/38 VIII/149
Gorlica,13/11/1897 Grasna,12/2/1905 Kalmthout,7/5/1935 Berchem,22/8/1937 Berchem,27/12/1936 Frankfurt a/m,20/1/1903 Chrzanow,1870 Antwerpen,27/8/1926 Sokolow,25/12/1905 Lodz,18/9/1890 Dukla,17/7/1868 Antwerpen,16/10/1924 Frankfurt a/m,11/5/1906
Leopoldstraat 88 Leopoldstraat 88 Leopoldstraat 88 Leopoldstraat 88 Heidestatiesteenweg 62 Heidestatiesteenweg 62 Leopoldstraat 68 Cappellensteenweg 39 Heidestatiesteenweg 62 Leopoldstraat 85 Kinderwelzijnstraat 203 Cappellensteenweg 39 Heidestatiesteenweg 119
IX/234 IX/233 IX/237 IX/238 IX/224 IX/222 IX/225 IX/111 IX/223 IX/957 IX/16 IX/163 IX/230
25.8.42 Kacyte,Maita Akst,Herman Pasternak,Jockwet Brukner,Chaja L Akst,Max Akst,Sara B. Schiff,Sulameth Lipschitz,Zajnwel Akst,Abraham H. Epstein,Myra Grun,Herman Fenigson,Ida Wajntraub,Ruchla Wajntraub,Chaim D. Wajntraub,Ber Akst,David Kersz,Szjandla Schiff,David N.
29.8.42 Klajn,Abram N. Klajn,Rachel Rybsztajn,Szajndla
1.9.42 Solewicz,Chawa Nidzinski,Zlaka Pinczewski,Max Goldstein,Chana Wietschner,Leon M. Tabakman,Max Tabakman,Maria Ganger,Lucie Wajsappel,Estera Taubova,Etela Wietschner,Charles E.
8.9.42 Pencier,Izaak Broder,Frieda Broder,Salomon Wolfsberg,Isak Kirsners,Lilya Kleinhaus,Feiga Pencier,Emmanuel
12.9.42 Friedman,Bertha Orgel,Isidoor Orgel,Rachel Orgel,Aron Mangel,Max Adolf Mangel,Hirsch Luftig,Mozes Bryl,Tobia Schlanger,Ryfka Herschkovitz,Joseph J. Kornreich,Mendel Bryl,Maria D. Mangel,Frieda
41
Wolfsberg,Adolf Siemon,Eva Orgel,Rebecca Berant,Chawa Binstock,Anna Delmonte,Jeannette Taub,Bleina Sonabend,Baruch Sonabend,Hilda Sonabend,Rebecca B. Orgel,Sara Delmonte,Isaak Wolfsberg,Chaim H.
Antwerpen,4/5/1930 Warschau,27/7/1998 Antwerpen,25/10/1931 Drzewia,6/8/1893 Nedoboutzk,19/12/1892 Antwerpen,5/6/1936 Dembitza,1875 Warschau,2/10/1897 Borgerhout,15/8/1927 Borgerhout,2/1/1931 Kalmthout,28/11/1933 Hilversum,3/9/1907 Kalmthout,28/8/1935
Heidestatiesteenweg 119 Thillostraat 481 Leopoldstraat 88 Leopoldstraat 89 Cappellensteenweg 39 Leopoldstraat 89 Leopoldstraat 68 Thillostraat 481 Thillostraat 481 Thillostraat 481 Leopoldstraat 88 Leopoldstraat 89 Heidestatiesteenweg 119
IX/231 IX/998 IX/235 IX/228 IX/110 IX/229 IX/226 IX/997 IX/999 IX/1000 IX/236 IX/227 IX/232
Grylow,23/1/1893 Borgerhout,21/6/1930 Tarnow,20/6/1885 Tonnushof,10/3/1912 Tonnushof,6/10/1914 Lodz,24/6/1914 Bobowa,4/7/1905 Tonnushof,9/8/1921
Hollekelderstraat 297 Cappellensteenweg 283 Hollekelderstraat 297 Cappellensteenweg 40 Cappellensteenweg 40 Leopoldstraat 87 Cappellensteenweg 283 Cappellensteenweg 40
X/892 X/14 X/891 X/895 X/896 X/954 X/19 X/897
Antwerpen,11/3/1932 Przemysl,25/2/1890 Antwerpen,26/5/1928 Korczyna,12/9/1906 Szendro,11/1/1902 Losice,16/9/1913 Kalmthout,8/11/1939 Bielefeld,9/11/1911 Antwerpen,16/5/1938 Krakau,25/1/1897 Warschau,1866 Kielic,1899
Berkendreef 9 Leopoldstraat 71 Berkendreef 9 Thillostraat 474 Berkendreef 9 Thillostraat 478/1 Thillostraat 478/1 Thillostraat 478/1 Thillostraat 478/1 Berkendreef 9 Heidestatiesteenweg 64 Cappellensteenweg 40
XI/1839 XI/1828 XI/1838 XI/1030 XI/1896 XI/2472 XI/2474 XI/2471 XI/2473 XI/1837 XI/2679 XI/1299
Tarnow,17/12/1927 Antwerpen,23/1/1933 Antwerpen,6/10/1929 Buda Gurowskj,2/5/1907 Tarnow,20/11/1895 Jacienicy,4/2/1899 Lodz,7/8/1903 Gizalt,25/2/1915 Rona de Siss,7/6/1906 Antwerpen,20/9/1937 Dantzig,22/7/1927 Budapest,20/5/1904 Nowy Sacz,4/10/1898 Sosnowicz,15/1/1920 Antwerpen,19/6/1930 Sosnowicz,15/1/1887 Antwerpen,2/5/1933 Borgerhout,6/7/1931
Thillostraat 486 Thillostraat 480 Thillostraat 480 Thillostraat 480 Thillostraat 486 Cappellensteenweg 21 Hollekelderstraat 298 Cappellensteenweg 21 Cappellensteenweg 343 Cappellensteenweg 341 Hollekelderstraat 298 Cappellensteenweg 341 Thillostraat 486 Thillostraat 8/2 Hollekelderstraat 298 Thillostraat 8/2 Hollekelderstraat 298 Thillostraat 486
XII/965 XII/370 XII/369 XII/368 XII/964 XIII/28 XII/996 XIII/29 XII/442 XIII/382 XII/997 XIII/381 XII/963 XIII/100 XII/998 XIII/99 XII/999 XII/966
Krakau,15/3/1877 Felsztyn,14/1/1900 Antwerpen,24/6/1937 lodz,28/11/1903 Borgerhout,28/10/1931 Skandvile,28/2/1901
Thillostraat 498 Thillostraat 470 Molenbaan 432 Thillostraat 470 Cappellensteenweg 41 Heidestatiesteenweg 117
XIV/133 XIV/735 XV/451 XV/113 XIV/3 XIV/960
15.9.42 Gotz,Sosche Baumgarten,Nesamel Lerner,Israel M. Lipschitz,Mozes B. Lipschitz,Wolf M. Akst,Chuna Reinhold,Mariem H. Lipschitz,Moische D.
26.9.42 Uhr,Henriette Hauser,Osiasz H. Uhr,Rosa Grun,Israel J. Uhr,Mor Bluszteyn,Tema Goldberger,Esther Goldberger,Isaac Goldberger,Sonia Lemberger,Bluma D Baumkoller,Rosa Gnat,Chill
10.10.42 Wolf,Markus Buchman,Samuel Buchman,Israel Ejzenberg,Chaja Strauchen,Dyna Bodner,Bluma Blajwas,Mina Merkrebs,Feina Rub,Esthel Lindenfeld,Judith Kochma,Frieda B. Lindenfeld,Eugene Wolf,Mozes N. Broner,Kalman Kochma,Sara Warmund,Eva Kochma,Anna Wolf,Salomon B.
14.10.42 Blatt,Anna Steinhauser,Freida Tyberg,Augusta Pinczewski,Zaliman H. Pencier,Lea Sapiro,Faivelis
42
24.10.42 Tyberg,Eva Schnall,David Steinhauser,Anna Tyberg,Chiel M. Fisch,Chaja Tyberg,Pese Tyberg,Rebecca R. Tyberg,Sara R. Tyberg,Tobias Y. Herschthal,Gitel Steinhauser,Leib
Antwerpen,26/1/1932 Wulka Zaleszanka,14/1/1904 Antwerpen,6/10/1934 Mlawa,19/1/1898 Buwkowska,9/7/1902 Berchem,26/10/1927 Borgerhout,3/6/1934 Berchem,5/12/1930 Borgerhout,10/11/1935 Krakau,22/8/1906 Sasiadowice,18/11/1903
Molenbaan 432 Heidestatiesteenweg 65 Thillostraat 470 Molenbaan 432 Cappellensteenweg 41 Molenbaan 432 Molenbaan 432 Molenbaan 432 Molenbaan 432 Thillostraat 471 Thillostraat 470
XV/448 XV/169 XIV/736 XV/444 XIV/2 XV/446 XV/449 XV/447 XV/450 XV/441 XV/187
Dantzig,20/8/1924 Oswieczin,18/8/1908 Leczyca,1905 Przempel,13/3/1914 Bobowa,26/1/1901 Deurne,6/11/1930 Jaroslow,18/4/1906 Mirchov,6/12/1917 Chrzanow,6/1/1914 Podgorze,8/12/1895 Krakau,30/3/1900 Krakau,20/8/1920 Scezrzec,10/3/1878 Antwerpen,16/1/1922 Tarnow,8/10/1919 Stanistarezki,10/3/1882 Wodzczon,20/1/1904 Radosszewicz,17/5/1905 Wasta,30/110/1912 Borgerhout,9/4/1924 Nowy-Sacz,26/1/1910 Rychowa,1897 Krakau,2/7/1909
Heidestatiesteenweg 122 1 Leopoldstraat 89 Cappellensteenweg 283 Kinderwelzijnstraat 203 Heidestatiesteenweg 61 Heidestatiesteenweg 61 Heidestatiesteenweg 61 Heidestatiesteenweg 104 Kinderwelzijnstraat 203 Thillostraat 469 Cappellensteenweg 283 Bevrijdingslaan 124 Heide 333 Cappellensteenweg 21 Hollekelderstraat 297 Thillostraat 477 Hollekelderstraat 298 Kanadezenlaan 154 Thillostraat 470 Thillostraat 503 Thillostraat 471 Cappellensteenweg 190 Heide 333
XVII/295 XVII/894 XVII/180 XVI/212 XVII/908 XVII/845 XVII/844 XVI/425 XVI/647 XVII/386 XVII/341 XVI/703 XVII/732 XVI/327 XVI/829 XVI/126 XVII/361 XVII/910 XVI/518 XVI/454 XVII/225 XVI/125 XVII/226
Jaworzow(P),19/8/1877 Zembin,12/3/1894 Bobowa,26/2/1900 Berchem,4/2/1934 Wieliczka,5/7/1878 Bona de Sus,12/9/1914 Proshwoff,27/3/1892
Thillostraat 503/1 Leopoldstraat 85 Heidestatiesteenweg 67 Thillostraat 498 Heide 333 Thillostraat 498 Cappellensteenweg 39
XIX/240 XVIII/916 XVII/236 XVIII/283 XIX/46 XVIII/282 XIX/589
Antwerpen,19/7/1910 Podgorze,23/8/1888 Oswieczin,9/11/1899 Morkzyszow,16/11/1888
Cappellensteenweg 331 Heidestatiesteenweg 91 Heidestatiesteenweg 63 Heidestatiesteenweg 91
XX/1522 XX/299 XX/648 XX/298
Antwerpen,28/11/1941 Warschau,14/12/1908 Dobromil,10/8/1907 Warschau,22/1/1902
Thillostraat 478 Thillostraat 478 Heidestatiesteenweg 112 Thillostraat 478
XXI/420 XXI/418 XXI/1361 XXI/417
Antwerpen,28/2/1925 Krakau,18/7/1906 Kalmthout,12/12/1931 Cracovic,18/12/1895 Antwerpen,19/3/1892 Antwerpen,29/7/1927
Cappellensteenweg 322 Leopoldstraat 70 Cappellensteenweg 322 Heidestatiesteenweg 97 Cappellensteenweg 322 Cappellensteenweg 322
XXIIB/463 XXIIB/569 XXIIB/465 XXIIB/360 XXIIB/461 XXIIB/464
31.10.42 Adler,Jakob L. Baron,Natan Baumgarten,Loser Brand,Baruch Kornreich,Kelma Kornreich,Giselle Strasberg,Beile Wajntraub,Abram M. Samuel,Chaim Weinreb,Maier Wietschner,Henryk Ganger,Zacharias Wikler,Chaja Merkrebs,Henry Lerner,Majer Lando,Anna Kochma,Fafoel Klug,David Zibenberg,David Zylbergeld,David Kauftheil,Pinkas Kielersztein,Rywka Herschthal,Abraham
15.1.43 Strassberg,Marjem Benensohn,Chiffra Kraus,Elias Hersch,Lily Herschthal,Isaak Teszler,Haia Bryl,Schloma
19.4.43 Rotenberg,Marcus Anisfeld,Chaja Getreider,Chastrel Hauser,Simon
31.7.43 Frankental,Jacqueline Reicher,Bertha Lieberman,Reizla Frankental,Mordcha
20.9.43 Deutsch,Jacques Wachsstock,Temora F. Deutsch,Simonne Blaugrund,Simon Deutsch,Adolphus Deutsch,Rachel
43
Strauss,Golda Schiff,Helene Poons,Esther Blaugrund,Salome Blaugrund,Sylvain Danzig,Charlotte Klug,Ruth Klug,Lucic Jakobowicz,Sarah Hauser,Sylvia Hauser,Lucien Morgenstein,Martha E.
Hamburg,20/10/1907 Antwerpen,25/9/1906 Antwerpen,5/7/1905 Antwerpen,21/7/1929 Antwerpen,15/2/1934 Antwerpen,20/11/1904 Antwerpen,30/6/1930 Antwerpen,17/10/1933 Antwerpen,11/1/1933 Antwerpen,11/11/1924 Antwerpen,6/1/1923 Lonya,10/3/1900
Statiestraat 58/3 Capellensteenweg 190 Bevrijdingslaan 132 Heidestatiesteenweg 97 Heidestatiesteenweg 97 Heidestatiesteenweg 97 Kanadezenlaan 154 Kanadezenlaan 154 Capellensteenweg 190 Heidestatiesteenweg 91 Heidestatiesteenweg 91 Cappellensteenweg 322
XXIIB/788 XXIIB/895 XXIIB/893 XXIIB/362 XXIIB/363 XXIIB/361 XXIIB/381 XXIIB/382 XXIIB/896 XXIIB/103 XXIIB/58 XXIIB/462
Tarnow,15/7/1908
Cappellensteenweg 333
XXIV/608
4.4.44 Sand,Isaak J.
Deze 199 joodse mensen die in Kalmthout woonden of gewoond hadden, hebben allen de hel van de concentratiekampen moeten ondergaan.
De enige die het overleefde was David Zylbergeld. Op 31 oktober 1942 werd David vanuit de Dossinkazerne op transport gezet naar Auschwitz en zou daar 3 jaar lang trachten te overleven wat op zich al een wonder mag heten. Tegen het einde van de oorlog werd hij op de dodenmars gezet met als opzet uitputting tot de dood volgt. David werd in coma gevonden door de Russen langs de kant van de weg. Op het punt waar de twee grootmachten elkaar ontmoetten is hij naar de Amerikanen overgestapt die hem opnamen in het militair ziekenhuis. Na 7 maand langzaam herstel is hij een nieuw maar getekend leven begonnen. Hij vertrok naar Israel , vocht mee in de bevrijdingsoorlog van
44
1948 en heeft het tot commandant gebracht, kreeg terug nierproblemen en is naar België terugggekomen. Ondanks vele medische behandelingen is hij in 1970 gestorven . De familie Zylbergeld-Reicher heeft uiteindelijk 14 familieleden verloren in de kampen waaronder vader Zylbergeld met zijn jongste zoontje, zijn schoonbroer en schoonzus en nichtje Jacqueline Frankentahl (zie foto) . Het verdriet was voor moeder Zylbergeld zo groot dat ze ingestort is, waardoor dochter Bertha de verantwoordelijkheid en de zorg op zich nam van de twee jongere broers Leon en Sammy, en ook regelmatig voor haar nichtje Sara Frankentahl die na ondergedoken te zijn mentaal gebroken was omdat heel haar familie was vergast. Bertha heeft dag en nacht gewerkt zodat ook haar gezondheid is gebroken en zij verder moest leven met een zware hartkwaal.
Deze familie is maar één voorbeeld uit de vele ,die aantoont hoe moeilijk het was voor de overlevenden om verder te leven na zulke tragedie. Het is beschamend te moeten zeggen dat de toen in Kalmthout wonende Hubert Van Meldert er de hand in heeft gehad om ook 3 Kalmthoutse gezinnen, die joodse kinderen bij zich hadden opgenomen, te laten wegvoeren : - de heer Merks met 5 kinderen - Mr. en mevr. Van Tilburgh-Loopmans met 2 kinderen en hun moeder - mevr. De Bondt-Vingerhoets met 2 kinderen. Hubert Van Meldert heeft zijn straf niet ontlopen en is na de oorlog veroordeeld tot de doodstraf. Mevr. De Bondt-Vingerhoets, die zelf 3 kleine kinderen had, is met haar 2 joodse meisjes, Irene en Charlotte Gänger naar de gevangenis in de Begijnestraat te Antwerpen afgevoerd. Wanneer ze voor de poort van de 2 kinderen werd gescheiden heeft ze nog met geruststellende woorden gezegd : "Je hoeft geen schrik te hebben. Ik ben zo terug". Dat het meer dan 2 maanden zou duren voor ze terug vrij kwam kon ze toen nog niet vermoeden. Hier enkele uittreksels van brieven vanuit de gevangenis. 28 september 1942
45
"Nogmaals lieve man, veel moed en doet aan allen mijnen besten dank die voor de kinderen zorgen. Zorg dat ons Gommerke warm gekleed is. Vraagt hij niet naar mij? En ons Pierke? Ik troost mij met het gedacht dat zij niets tekort hebben. Zeg dat ze braaf moeten zijn en moeten bidden 's avonds opdat ik gauw terug mag komen. Dagelijks leef ik met u mede lieve man en denk ik in de dag nu is hij op het fabriek. Zoo dicht hierbij en malkander nog niet eens kunnen zien, maar ik heb toch veel moed. Ik hoop heel rap thuis te zijn." 26 oktober 1942 "Troost u, maar ik moet mij ook troosten met de hoop op Gods rechtvaardigheid. Wie had ooit kunnen denken dat twee onschuldige kinderen de oorzaak zouden zijn van onze scheiding, mijn verstand is te klein, ik weet nog evenveel als de dag dat ik hier gekomen ben. Ik bid God dat de tijden veranderen en dat u bij de kinderen moogt blijven. Ik houd maar moed. Ik kan me toch niet inbeelden dat ik nog lang hier moet blijven, u weet zoo goed als ik dat ik dat niet verdiend heb, ik heb niemand iets misdaan. Ik hoop dat de kinderen het goed stellen. Er gaat geen uur voorbij of ik denk aan hen. De dagen duren lang en de nachten ook. Houd gij ook goed moed lieve man. Aan alles is een begin maar ook een einde. Vele kussen lieve man, van verre alsook aan onze kinderen en in 't kort misschien te huis." Toen ze uiteindelijk in november werd vrijgelaten was het eerste wat ze deed op zoek gaan naar haar twee joodse meisjes in het Erasmus-ziekenhuis. Daar aangekomen werd ze door een verpleegster apart genomen die haar vertelde dat haar beschermelingen waren weggevoerd naar Polen. Irene Gänger geboren 1/06/1939 , transport 10/10/1942 XII/188 Charlotte Gänger geboren 31/08/1934 , transport 11/10/1942 XII/187 Toen ze me met tranen in de ogen haar verhaal vertelde over de kleine meisjes die ze niet heeft kunnen redden, in het besef dat alle ellende die ze gekend heeft voor niets was geweest, bleef het voor haar nog steeds een moeilijk moment. Maar de daad die ze stelde, om ondanks alle gevaar toch de kinderen bij zich te nemen en de moed op te brengen om mensen die er zoveel erger aan toe waren een thuis te geven, verdient ons respect. Vooral nu in deze tijd de tolerantie tegenover de mensen met een andere cultuur, die zo verrijkend kan zijn, zo dikwijls zoek is, krijgt men de indruk dat men niets geleerd heeft van het verleden. Dit stelt grote vraagtekens naar de toekomst toe.
46
Het Vinkenhof
Kinderwelzijnstraat
Achterzijde van de villa
De historische villa het Vinkenhof met conciërgewoning is gebouwd in 1910 en was eigendom van de familie Mendel Kornreich. In al die jaren dat Mendel Kornreich verbleef in Kalmthout heeft hij talrijke mensen geholpen. Zijn huis stonds steeds open voor behoeftigen. Soms, wanneer er nieuwe inwijkelingen kwamen die geen plaats hadden om te slapen, moesten de kinderen naar de zolder en kregen deze mensen onderdak in hun kamers. Mendel Kornreich was geboren in Dukla (Polen) op 17 juli 1868. Hij was gehuwd met Blima Landy geboren in Dukla op 22 december 1875, overleden 1937.
47
Ze hadden 4 kinderen : Aaron (Eddy) Korneich geboren 11 juni 1895 in Dukla, hij was gehuwd met Sala Elbaum. Hij was lid van de diamantbeurs sinds 24 juli 1913 en hij is overleden 30 april 1960. Tilla Kornreich geboren 14 november 1896 in Dukla. Zij was gehuwd met Hirsch Horowitz. Maurice Kornreich geboren 21 april 1904 in Dukla . Hij was gehuwd met Fela Rieser. Rosa Kornreich geboren 13 november 1908 in Antwerpen. Zij was gehuwd met Isidore Fuss. In 1905 kwam Mendel Kornreich naar Antwerpen. Vrouw en kinderen waren in Oostenrijk gebleven maar zouden later volgen. M. Kornreich was op zoek naar een broodwinning en ging raad vragen bij zijn oom, de diamantair Ignace Landy, welke sinds 1880 in Antwerpen woonde. Hij leerde het diamantslijpen en zat met baard en pajes tussen de vlaamse christelijke jongens naast de molen. Hij heeft er met het slijpen ook de vlaamse taal geleerd. Zo leerde hij het vak en het zakendoen. Zo verkocht hij eens een partij diamant aan een persoon die niet betaalde. Aangezien hij een zeer eerlijk mens was heeft hij lang gewerkt en veel moeten ontberen om zijn schuld aan zijn oom terug te betalen. Van toen af is hij spaarzaam gebleven, ook wanneer het hem goed ging. Hij begon stilaan voor eigen rekening brut te kopen en ging naar de Kempische dorpen waar geslepen werd om zijn steentjes te verkopen. Hij was de stichter van deze nijverheid in de Kempen en was daar van zeer groot belang . Hij gaf werk aan de hele streek die bijna permanent leed aan een tekort aan werkgelegenheid. Hij berekende een zeer kleine winst en kocht geslepen op aan een hoge prijs. Weldra had hij het vertrouwen van de slijpers, aan wie hij steeds goede raad wist te geven om de kwaliteit van hun werk te verbeteren. Door de goede kwaliteit van zijn steentjes , in het bijzonder de achtkant, werd het fabrikaat “Kornreich” wereldberoemd. Ook de kinderen Kornreich waren zeer bedreven in het vak. Zoon Eddy leerde op twaalfjarige leeftijd kloven. Hij zou later talrijke jongens het vak aanleren, waaronder hedendaagse grote diamantairs. De dochter Tila leidde in 1912 een atelier met snijdsters. Ze controleerde de fabrikatie, de boeken en de boekhouding en was zodoende de centrale figuur van de fabrikatieafdeling. Maurice ging de kloversafdeling leiden met een hondervijftigtal klovers. De jongste dochter Roseke kwam ook in de zaak. De firma Kornreich was afnemer van een complete “Sight”, Forminière, Angola, Zuid-West, Premier, Wesselton, British Guyana en nog andere mijnen. Voor de goede kwaliteit van de Zuid-West goederen, had men de beste slijpers nodig. Naast de Kempen ging men ook in het Boomse werken. Mendel Kornreich liet in Boom woningen, slijperijen en werkplaatsen bouwen als eigendom van zijn goede werkers, aan wie hij geld leende zonder intrest. Er werkten meer dan duizend slijpers voor de firma in de Boomse streek. Toen bleek dat de firma volledig afhankelijk was van het fabrikaat, kwamen in 1928 de vertegenwoordigers van de Diamantbewerkersbond ongelooflijk hoge loonsverhogingen eisen. Voorzitter Van Berkelaer kwam zelfs persoonlijk naar de burelen om te eisen dat er niet meer in de Kempen zou gewerkt worden. Mendel Kornreich weigerde pertinent. Indien hij van de Kempen afstand moest doen, zou er ook niet meer in Boom gewerkt worden. Daarmee was het onderwerp afgesloten. Kornreich had een speciaal verantwoordelijkheidsgevoel tegenover zijn werklieden. Maar om de grote zaak op de been te houden, moest men over een groot kapitaal beschikken.
48
Op Jom Kippoer in het jaar 1929 vernam men het verschrikkelijke nieuws over de beurskrach in Wall Street te New York. Mendel Kornreich die zijn geslepen plots niet meer kon verkopen, en aan wie talrijke klanten hun schulden niet meer konden betalen, leed zeer zwaar onder die crisis. Hijzelf kwam al zijn verplichtingen na . Doch hij moest zijn werkzaamheden staken . Zo kwam een einde aan die grote firma. Eén van de talrijke erefuncties was zijn werk bij de Chevra Kadisha, de joodse begrafenisonderneming, behorende tot de Israëlitische Gemeente. Het was voor hem zo belangrijk dat hij het kantoor met klanten en ondernemers ineens verliet, wanneer men hem het pijnlijke nieuws van een overlijden meldde, om te helpen bij de laatste voorbereiding van de aflijvige. Zelfs het sjouwen van de doodskist langs de smalle trappen van oude huizen was voor hem niet te veel. Met open hand en open hart voor zijn medemens, jood of niet-jood, is Mendel Kornreich zijn levensweg gegaan, tot op de dag , dat de Duitsers hem in Heide brutaal zijn komen ophalen naar de hel van hun concentratiekampen (Transport 12/09/42 IX/16). Eén van de niet-joodse inwoners van Heide was hem komen voorstellen om bij hem in een schuur op een afgelegen plaats onder te duiken. Maar Mendel weigerde : “Stel u voor ,indien ze mij bij u zouden vinden, loopt u gevaar dat ze u ook meenemen.“ In de villa “Vinkenhof” was er van 1938 tot 1940 in één van de bijgebouwen een “hachsjaraah” (voorbereiding op een bepaalde taak onder andere een landbouwopleiding voor een leven in kibboets of mosjaw). Na 1945 werd het gebruikt als een transitplaats voor alle overlevende joodse jongeren, die ongeveer met 20 personen per keer trachtten naar Palestina te emigreren, toen het tussen 1945 en 1948 nog onder Brits mandaat stond. Zij zullen daar onder zeer moeilijke omstandigheden een nieuw leven opbouwen en een nieuwe thuis vinden.
Het Arboretum
In 1952 werden de gebroeders De Belder, Robert en Georges, zonen van Frans De Belder en Bertha Horowitz (verwant met familie Kornreich) eigenaar van het Arboretum , maar de
49
kostbare botanische verzameling was totaal onderkomen en verwilderd. Maar onder hun goede zorgen en vooral de bijdrage van Jelena , de vrouw van Robert, werd de waardevolle tuin tot het nu nationaal vermaarde arboretum. Nawoord. U zult merken dat men over het algemeen enkel nog de stenen getuigen zult terugvinden van wat eens een waardevolle samenleving was. Ik wil ook niet de indruk wekken dat de joden die hier vertoefden allemaal begoede en welgestelde mensen waren. Niets is minder waar. De overgrote meerderheid waren gewone hardwerkende mensen en hebben daarom geen zichtbare tekenen achtergelaten. Voor de mensen die hier al leefden hebben ze een spiegel op onze wereld gegeven van verschillen in levenswijzen en ideologieën waardoor ze toch een waardevolle bijdrage hebben geleverd en daarom is het misschien een hulp voor een meer verdraagzame samenleving ook al is het niet altijd even gemakkelijk. Marleen Van Landeghem , 11 november 2002 Bibliografie: - Kalmthout te Kijk , Ronny Neys - Brabosch , Sylvain Brachfeld - Geschiedenis van de joden te Antwerpen, Ephraim Schmidt - Kalmthout in de branding, Jos Vorsselmans - Uitroeing,Redding en Verzet van de joden, Maxim Steinberg - Transportlijsten Mijn dank gaat vooral uit naar de mensen die mij met woord en daad hebben bijgestaan ondermeer : de archivarissen van Kalmthout Ronny Neys en Jean Bastiaensen, Bertha Zylbergeld, Prof. Dr Julien Klener, Jules Horowitz , Sylvain Brachfeld, Ephraim Schmidt, Jacques Deom, wijlen Martha Vingerhoets en in het bijzonder Guy Verheyen, mijn behulpzame en geduldige echtgenoot.
Marleen Van Landeghem Essensteenweg 33 2920 Nieuwmoer-Kalmthout ! 03/677.11.79 !
[email protected]
50