Het Jong Besluit van KRAS ‘WERK’
BESTE POLITICUS, EXPERT, GEÏNTERESSEERDE… Op vrijdag 29 april palmden jongeren voor één dag de Kamer, de Senaat en het Vlaams Parlement in. Dat de gemiddelde leeftijd van de parlementariërs die dag beduidend lager lag, heeft alles te maken met het project KRAS. Dit is een rollen- en discussiespel waarbij honderden jongeren uit heel 21 verschillende gemeenten een jaar lang vrijwillig debatteren rond één centraal thema. Dit jaar was dat ‘waardig werk’. Dit Jong Besluit van KRAS bevat de oplossingen, ideeën en aanbevelingen van zo’n 500 Vlaamse jongeren over het thema Werk, zowel op nationaal als mondiaal vlak. Deze aanbevelingen zijn het resultaat van een jaartraject waarin deze jongeren debatteerden vanuit verschillende invalshoeken. In aanwezigheid van politici en experts werden deze concrete beleidsaanbevelingen op Plenum (b)XL gewikt, gewogen en gestemd. Het KRAStraject rond het thema Werk liep over het hele schooljaar 2015 - 2016. In eerste instantie verdiepten de jongeren zich in verschillende standpunten in het debat rond Werk via rollenspelen. Op die manier maakten ze kennis met het thema en ontdekten ze verschillende perspectieven in dit debat. Nadien kregen de jongeren de kans hun persoonlijke mening te vormen en hierover het debat aan te gaan met lokale politici. Uitgangspunt hierbij is dat jongeren zelf bepalen wat zij belangrijk vinden als het gaat over werk en de toekomst. Wij analyseerden voor u alle aanbevelingen die de jongeren deden en vatten de meest opvallende trends samen op de volgende pagina. In elk parlement werden een aantal aspecten van WERK besproken in 6 verschillende commissies. Voor uw comfort hebben wij ook hiervan een beknopte samenvatting opgesteld. Algemene samenvatting: Samenvatting Kamer: Economie Samenvatting Senaat: Ecologie Samenvatting Vlaams Parlement: Sociaal
p. p. p. p.
3 5 12 19
Uiteraard kan u ook alle concrete en gedetailleerde aanbevelingen van de jongeren terugvinden in dit Jong Besluit van KRAS. We hopen dat u zich kan laten inspireren door het harde werk van deze jongeren, om in uw (beleids)werk ook hun visie op de toekomst mee vorm te geven. Bij vragen of reacties, staan we u graag te woord. KRASSE groet, Annelies, Ruth, Pieter, Nona en Katrien
[email protected] of 02/527.91.94 KRAS is een project van Jeugddienst Globelink met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
2
SAMENVATTING PLENUM(B)XL De scheiding tussen werk en privé vervaagt Heel wat werkgevers interpreteren het woord ‘werknemer’ letterlijk, de werknemer neemt effectief zijn werk mee naar huis. De jongeren willen dat postindustriële fenomeen een halt toe roepen door een duidelijke scheiding tussen werk en privé op “U kent het wel, het spelletje te trekken. Die vervagende scheiding lokt bij heel wat werknemers Monopoly. Je begint met een groepje psychische problemen uit. De jongeren nemen die problematiek heel enthousiastelingen en je eindigt met ernstig en besloten dat er een uitgebreider preventiebeleid moet één enthousiasteling. The winner takes it all. Willen wij dat ook zo in komen rond stress en burn-outs. onze maatschappij?” Draagvlak creëren De jongeren kijken duidelijk naar de overheid wanneer het gaat over het informeren van burgers (vb. over thuiswerk). Door middel van campagnes kan ervoor gezorgd worden dat het draagvlak voor alternatieve of vernieuwende ideeën groter wordt en hierdoor zal er ook meer vraag naar zijn. Tegelijkertijd wordt van de overheid verwacht dat ze een duidelijk kader schept, zodat duurzaam consumptiegedrag aangemoedigd wordt. Vb. een verlaagd BTW tarief op duurzame producten. “Jongeren zijn meer dan een diploma of punten alleen. Dat wordt vaak vergeten op de werkvloer. Elders verworven competenties zijn moeilijk te bewijzen, maar ze zijn belangrijk in de samenleving. Daarom pleiten wij voor een youth-pass!”
Onderwijs als wegwijzer Enkele jongeren zetten volgend jaar hun eerste stappen op de arbeidsmarkt. Uit de aanbevelingen blijkt dat jongeren vinden dat het onderwijs hen wegwijs moet maken in hun studiekeuze, de arbeidsmarkt, duurzaam en ecologisch denken en handelen, … Het is de rol van het onderwijs om hen te laten kennismaken met de optie, nadien is het aan henzelf om hun eigen keuzes te maken.
Voor wat hoort wat? De jongeren dragen duidelijk het voor-wat-hoort-wat principe hoog in het vaandel. Als je arbeidsbekwaam bent, maar geen recht hebt op een werkloosheidsuitkering, dan moet je volgens hen aantonen dat je actief opzoek bent naar een job. Daarnaast worden werklozen verplicht tot wederdienst indien zij daartoe in staat zijn. Straffen of belonen? Er zijn heel wat drempels die bedrijven, overheden en consumenten tegenhouden om duurzame keuzes te maken. Om deze te overwinnen kiezen jongeren duidelijk voor een combinatie van de wortel (duurzaam gedrag belonen) en de stok (vervuilend gedrag bestraffen). Zo vragen de aanwezige jongeren dat nagegaan wordt of multinationals de nationale regelgeving volgen en moet een onafhankelijke organisatie fiscale vluchtroutes in kaart brengen en afsluiten. Jongeren zijn het er over eens dat de vervuiler moet betalen, maar ze zijn het niet helemaal eens over de manier waarop dit zou moeten gebeuren.
“Men is vaak van mening dat men voor een klimaatvriendelijk beleid iets moet opgeven. Wij denken dat we daar juist een positief verhaal rond kunnen maken. Een goed economisch beleid en een klimaatvriendelijk beleid gaan hand in hand.”
KRAS 2.0 Naast een duidelijke visie, werkten de jongeren ook toe naar een aantal concrete ideeën zoals een duurzame ideeën denktank voor bevolking en onderzoekers. “Dit idee is low-budget en dus heel realistisch. We hebben gezocht naar iets wat recht vanuit de burger vertrekt en iedereen zijn mening kan geven. Een beetje zoals bij KRAS, maar dan op grote schaal en voor iedereen van België ”
3
DE DISCUSSIEVRAGEN PER COMMISSIE Kamer (Economie) Binnen een vrije economische markt kunnen bedrijven en personen zich relatief vrij bewegen. Werknemers kunnen overal gaan werken en bedrijven kunnen zich overal vestigen. In welke werkomstandigheden is dit? Wat zijn gevolgen van delokalisatie? Hoe eerlijk is de concurrentiestrijd hierdoor? Door de economische crisis van de voorbije jaren zien we eveneens dat de werkloosheid nog steeds hoog ligt en dat armoede en ongelijkheid blijven toenemen. Kan werk de kloof tussen arm en rijk verkleinen? Hoe pakken we werkloosheid aan? En hoe kunnen we alle jongeren van deze diverse samenleving dezelfde kansen geven? In de Kamer lag de focus van de commissies op het economische aspect van werken. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Hoe Hoe Hoe Hoe Hoe Hoe
kunnen kunnen kunnen kunnen kunnen kunnen
we we we we we we
ervoor ervoor ervoor ervoor ervoor ervoor
zorgen zorgen zorgen zorgen zorgen zorgen
dat dat dat dat dat dat
er wereldwijd een eerlijke concurrentiestrijd is? werk de wereldwijde kloof tussen arm en rijk verkleint? het recht op waardig werk wereldwijd verzekerd kan worden? werknemers geen slachtoffer worden van delokalisatie? jongeren optimale kansen krijgen op de arbeidsmarkt? alle jongeren dezelfde kansen krijgen op de arbeidsmarkt?
Senaat (Ecologie) Internationaal werd in december op de COP21 in Parijs afgesproken dat landen zich zullen inzetten om de opwarming van de aarde te beperken tot onder de 2°C. Hiervoor moeten alle landen klimaatplannen indienen. Maar hoe ziet zo’n klimaatvriendelijk economisch beleid er uit? In de Senaat lag de focus van de commissies op het ecologische aspect van werken. 1. Hoe kunnen we ervoor 2. Hoe kunnen we ervoor werk voor iedereen? 3. Hoe kunnen we ervoor 4. Hoe kunnen we ervoor wordt? 5. Hoe kunnen we ervoor wordt? 6. Hoe kunnen we ervoor
zorgen dat bedrijven gestimuleerd worden om een duurzame koers te varen? zorgen dat een duurzaam beleid wereldwijd zorgt voor tewerkstelling en degelijk zorgen dat het economisch beleid de klimaatverandering onder 2°C houdt? zorgen dat in ons economisch systeem het gebruik van grondstoffen duurzamer zorgen dat het draagvlak voor ecologische thema’s bij werknemers vergroot zorgen dat de consument bijdraagt aan een duurzaam grondstoffengebruik?
Vlaams Parlement (Sociaal) Sociale bescherming is een mensenrecht. Hoe organiseren we dit wereldwijd? Hoe kunnen werknemers hun rechten verdedigen? Er blijkt een kloof te zijn tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Krijgen elders verworven competenties hierin een plaats? Zolang we ons maar goed voelen op het werk! Niet? In het Vlaams Parlement lag de focus van de commissies op het sociale aspect van werken. 1. Hoe kunnen we ervoor ook bij ziekte, ongeval 2. Hoe kunnen we ervoor verdedigen? 3. Hoe kunnen we ervoor 4. Hoe kunnen we ervoor job? 5. Hoe kunnen we ervoor werkvloer? 6. Hoe kunnen we ervoor privé?
zorgen dat een economie zo georganiseerd wordt dat iedereen te allen tijde, dus of werkloosheid, beschermd kan worden? zorgen dat werknemers wereldwijd in hun bedrijf hun rechten kunnen zorgen dat er een goede aansluiting is tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs? zorgen dat elders verworven competenties mee tellen in de zoektocht naar een zorgen dat er een ideaal evenwicht is tussen efficiëntie en welzijn op de zorgen dat de werknemer een ideaal evenwicht kan vinden tussen werk en
4
SAMENVATTING KAMER Binnen een vrije economische markt kunnen bedrijven en personen zich relatief vrij bewegen. Werknemers kunnen overal gaan werken en bedrijven kunnen zich overal vestigen. In welke werkomstandigheden is dit? Wat zijn gevolgen van delokalisatie? Hoe eerlijk is de concurrentiestrijd hierdoor? Door de economische crisis van de voorbije jaren zien we eveneens dat de werkloosheid nog steeds hoog ligt en dat armoede en ongelijkheid blijven toenemen. Kan werk de kloof tussen arm en rijk verkleinen? Hoe pakken we werkloosheid aan? En hoe kunnen we alle jongeren van deze diverse samenleving dezelfde kansen geven? In de Kamer lag de focus van de commissies op het economische aspect van werken. De jongeren werkten een gemeenschappelijke visie uit, inclusief concrete ideeën, oplossingen en aanbevelingen. “U kent het wel, het spelletje Monopoly. Je begint met een groepje enthousiastelingen en je eindigt met één enthousiasteling. The winner takes it all. Willen wij dat ook zo in onze maatschappij?” Straffen of belonen? Jongeren lijken naar bedrijven toe eerder voor een positieve aanpak te kiezen als het gaat over zorg en aandacht voor de werknemer. Bedrijven die hun werknemers in waardige omstandigheden laten werken verdienen volgens hen een label en bedrijven die 50-plussers aannemen krijgen belastingvoordeel. Strenge regels en controle zien de jongeren niet echt zitten. Quota’s en streefcijfers voor bedrijven, om bijvoorbeeld jongeren (al dan niet met een verschillende etnisch culturele achtergrond) aan te werven, werden afgeketst. Ook controle op de werkgever door een uitgewerkt voorstel rond blinde sollicitaties haalde de stemming niet. Als het om eerlijkheid en rijkdom gaat wordt daarentegen wel voor controle gekozen. Zo vragen de aanwezige jongeren dat nagegaan wordt of multinationals de nationale regelgeving volgen en moet een onafhankelijke organisatie fiscale vluchtroutes in kaart brengen en afsluiten. In hun speech klonk het als volgt “Wij, de consument, de burger, zijn het slachtoffer van de zeer actuele belastingontwijking die zich op grote schaal afspeelt. Wij willen een eerlijk en fiscaal beleid.”. I choose you! Doorheen alle aanbevelingen richten de KRASsers zich tot heel wat doelgroepen. In de eerste plaats worden heel wat bedrijven, werkgevers en jonge werknemers aangesproken om actie te ondernemen. Zo worden bedrijven bijvoorbeeld verplicht om voor elke jonge medewerker een oudere werknemer aan te stellen als mentor. De ideeën zijn echter ook van toepassing op consumenten en scholen. Zo wordt bijvoorbeeld gevraagd om reeds in het middelbaar arbeidseducatie en –oriëntatie te onderwijzen. Eveneens zou in het secundair de ondernemingszin van jongeren gestimuleerd moeten worden. “Want een complex probleem als jeugdwerkloosheid moet op meerdere fronten bestreden worden. In jongeren investeren is steeds de moeite waard.” luidt het in hun speech. Wie, o wie moet dat doen? De jongeren zien voor de uitwerking van hun ideeën een grote rol weggelegd bij overheden. Zo wordt hen gevraagd om lokale producten dichter bij de consument te brengen en om te sensibiliseren rond lokale producten en een waardig-werk-label. Ook de EU kreeg een rol in hun aanbevelingen. Zo vragen ze een Europees geharmoniseerd beleid als het om eerlijke concurrentie gaat, evenals een basinkomen in alle Europese landen om te kloof tussen arm en rijk te verkleinen. Bij dit laatste thema zien ze echter ook een rol voor individuen aangezien een progressief vermogensbelastingsysteem positief gestemd werd.
5
KAMER (ECONOMIE) Commissie 1: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er wereldwijd een eerlijke concurrentiestrijd is? Gelet op het feit dat er op de wereldmarkt een concurrentie heerst tussen grote internationale bedrijven en kleinere nationale of lokale bedrijven. Overwegende dat bedrijven jobs creëren; overheden protectionistische wetten kunnen invoeren om werkzekerheid te behouden in hun land; sociale dumping eerlijke concurrentie onmogelijk maakt; jobs voor een inkomen zorgen en armoede kunnen terugdringen; bedrijven soms meer te zeggen hebben dan overheden en hun eigen spelregels kunnen afdwingen; vrijhandelsverdragen leiden tot minder regels en wetten aan bedrijven. Bevelen we aan dat 1. de overheden lokale producten dichter bij de consument brengen door een percentage aan lokale producten op te leggen aan de supermarkten en door te sensibiliseren. 2. de overheden een beleid voeren dat lokale producten promoot door multinationals te controleren zodat ze de nationale regelgeving volgen. 3. de EU een geharmoniseerd beleid voert op vlak van belastingen en milieu en de gaten in het net sluit om misbruik tegen te gaan. a. (geharmoniseerd: een beleid in verhouding met de economische status van het land)
6
Commissie 2: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat werk de wereldwijde kloof tussen arm en rijk verkleint? Gelet op het feit dat de ongelijkheid wereldwijd toeneemt; de rijkste 1% van de wereld bevat ongeveer 50% van de rijkdom. Overwegende dat 1,3 miljard mensen wereldwijd in extreme armoede of met een minimumloon leeft; het huidig economisch systeem de welvaart verdeelt en dit niet even snel en gelijk voor iedereen; het privévermogen van de rijken sneller stijgt dan het gemiddeld inkomen dat mensen uit arbeid verdienen; volgens sommige economen de vrije markt voor zoveel vooruitgang en winst zal zorgen dat iedereen op termijn van dezelfde welvaart kan genieten. Bevelen we aan dat 1. er een basisinkomen komt in elk land van de E.U. wat hierna wereldwijd uitgebreid wordt. Dit basisinkomen is afhankelijk van de kosten van de basisbehoeften van dat land en moet ervoor zorgen dat iedereen in zijn levensonderhoud kan voorzien. 2. landen wereldwijd verplicht worden om een progressief vermogensbelastingsysteem in te voeren. Deze belastingen worden gebruikt om te investeren in duurzame ontwikkeling nationaal en internationaal. 3. een onafhankelijke organisatie erop toeziet dat fiscale vluchtroutes in kaart worden gebracht en eventueel afgesloten kunnen worden.
7
Commissie 3: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het recht op waardig werk wereldwijd verzekerd kan worden? Gelet op het feit dat werknemers wereldwijd niet altijd in veilige, gezonde en comfortabele werkomstandigheden werken. Overwegende dat de minimale regels van sociale bescherming in sociale zekerheid niet altijd voorop gesteld worden; mensen beter presteren in goede werkomstandigheden; doordat de consument een lage prijs wil een race tot the bottom ontstaat, waarin mensenrechten soms als ondergeschikt beschouwd worden t.o.v. het economische belang; consumenten vaak niet weten in welke omstandigheden hun productiegoederen vervaardigd zijn; veilige en gezonde werkomstandigheden een investering vragen van de werkgever.
Bevelen we aan dat 1. * de VN een fonds creëert voor de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) om waardig werk te garanderen zodat in meer landen de arbeidsomstandigheden verbeterd worden. De fondsen kunnen gefinancierd worden door bedrijven en overheden die mee in het systeem willen stappen. NGO’s en andere organisaties (bv vakbonden) die de rechten van de arbeiders verdedigen, financieel gesteund worden. 2. bedrijven één internationaal label krijgen voor producten die in waardige arbeidsomstandigheden worden geproduceerd. 3. sensibiliseringscampagnes voor het label over waardig werk worden opgezet, om consumenten bewust te maken.
* NOTE: Deze aanbeveling werd tijdens de plenaire stemming niet goedgekeurd.
8
Commissie 4: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat werknemers geen slachtoffer worden van delokalisatie? Gelet op het feit dat delokalisatie voor een hertekening van het bedrijvenlandschap en een verspreiding van sectoren zorgt. Overwegende dat bedrijven niet altijd alternatieven voorzien voor werklozen na delokalisatie; delokalisatie werkgelegenheid creëert in het nieuwe vestigingsland; delokalisatie soms een noodzaak is om te overleven voor een bedrijf; overheden diverse bedrijven kunnen aantrekken via belastingen. Bevelen wij aan dat 1. werkgevers een belastingvoordeel krijgen tussen de 12 en 18 maanden om 50-plussers opnieuw aan te nemen nadat ze slachtoffer zijn geworden van delokalisatie of herstructureringen. Deze ingreep moet verder gaan dan de wet-Renault. Er wordt een commissie opgesteld met leden van de sociale partners om misbruik tegen te gaan. 2. ondernemingszin gestimuleerd wordt in het onderwijs door een projectdag ‘ondernemen’ te organiseren, die minstens éénmaal per jaar plaatsvindt in elke richting vanaf de derde graad. 3. * er een systeem wordt ingesteld van belastingverlaging op arbeid voor bedrijven met een grote toegevoegde waarde (die een grote bijdrage leveren aan de werkgelegenheid).
* NOTE: Deze aanbeveling werd tijdens de plenaire stemming niet goedgekeurd. 9
Commissie 5: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat jongeren optimale kansen krijgen op de arbeidsmarkt? Gelet op het feit dat wereldwijd bijna 15% van alle jongeren tussen 15 en 24 jaar werkloos is. Overwegende dat Werkgevers hoge verwachtingen hebben van hun sollicitanten zoals vb. 2 jaar nodige ervaring voor een startende jongeren; Niet alle jongeren het zich kunnen permitteren om ervaring op te doen in gratis stages; Het steeds geweigerd worden psychische problemen kan voortbrengen; De Internationale Arbeidsorganisatie voorspelt dat de jeugdwerkloosheid de komende jaren nog zal toenemen. Bevelen wij aan dat 1. er vanaf het vierde leerjaar in het secundair onderwijs arbeidseducatie en oriëntatie gegeven wordt, aangepast aan elk onderwijstype en elke schoolrichting, dat dit in de loop der jaren een belangrijker aandeel wordt in het lessenpakket, en dat dit ook wordt vastgelegd in de eindtermen. 2. er verplicht een mentorschap/jeugdcoördinator geïntroduceerd wordt voor een beginperiode, en dit in elk bedrijf en overheidsinstelling, waarbij de mentor (=een oudere werknemer) een jongere/nieuwe werknemer begeleidt om zo het gebrek aan ervaring te compenseren van de jongere werknemer. Voor dit mentorschap wordt vanuit de overheid een subsidie voorzien. 3. * vanaf heden een quotum opgelegd wordt voor nieuwe aanwervingen aan bedrijven om meer jongeren aan te werven.
* NOTE: Deze aanbeveling werd tijdens de plenaire stemming niet goedgekeurd.
10
Commissie 6: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat alle jongeren dezelfde kansen krijgen op de arbeidsmarkt? Gelet op het feit dat jongeren met een andere etnisch-culturele achtergrond minder tewerkstellingskansen krijgen dan autochtone jongeren. Overwegende dat alle mensen vrij geboren worden en op dezelfde manier behandeld moeten worden (universele verklaring voor de rechten van de mens, artikel 1); in de ‘verklaring over de fundamentele principes en rechten op het werk’ de afschaffing van discriminatie op basis van geslacht, ras, godsdienst, huidskleur.. staat; werkloosheid sociale uitsluiting in de hand werkt; met de groter wordende vluchtelingenstroom wereldwijd steeds diversere samenlevingen ontstaan; de diversiteit van een samenleving ook zichtbaar moet zijn op de arbeidsmarkt; werkgevers vrij moeten zijn om die werknemers aan te nemen die zij het meest competent vinden binnen hun organisatie. Bevelen wij aan dat 1. * er een voorselectie om werk te vinden plaatsvindt die anoniem kan gebeuren. Dit via een federaal platform, FOD VAS, dat verplichte testen afneemt. Deze testen zijn afhankelijk per sector, functie. De werkgever geeft aan welke competenties er vereist zijn voor vacatures. De sollicitant gaat in op open vacatures. Na de test volgt een gesprek bij de werkgever en na het gesprek geeft het bedrijf een schriftelijke argumentatie waarom een sollicitant wordt aangenomen of afgewezen. 2. * er streefcijfers opgelegd worden per sector voor het aannemen van jongeren met een andere etnisch culturele achtergrond. De overheid moet hier een voorbeeldfunctie vervullen.
* NOTE: Deze aanbeveling werd tijdens de plenaire stemming niet goedgekeurd.
11
SAMENVATTING SENAAT Internationaal werd in december op de COP21 in Parijs afgesproken dat landen zich zullen inzetten om de opwarming van de aarde te beperken tot onder de 2°C. Hiervoor moeten alle landen klimaatplannen indienen. Maar hoe ziet zo’n klimaatvriendelijk economisch beleid er uit? In de Senaat lag de focus van de commissies op het ecologische aspect van werken. De jongeren werkten een gemeenschappelijke visie uit, inclusief concrete ideeën, oplossingen en aanbevelingen. “Men is vaak van mening dat men voor een klimaatvriendelijk beleid iets moet opgeven. Wij denken dat we daar juist een positief verhaal rond kunnen maken. Een goed economisch beleid en een klimaatvriendelijk beleid gaan hand in hand.” De wortel en/of de stok? Er zijn heel wat drempels die bedrijven, overheden en consumenten tegenhouden om duurzame keuzes te maken. Om deze te overwinnen kiezen jongeren duidelijk voor een combinatie van de wortel (duurzaam gedrag belonen) en de stok (vervuilend gedrag bestraffen). “Want ecologie is een gedeelde verantwoordelijkheid, van zowel overheid, werkgevers en werknemers. Samen staan we sterk voor waardig werk.” Volgens de jongeren zijn financiële aanmoedigingen noodzakelijk om een stap in de ‘groene richting’ te zetten. “Wij denken dat als alle consumenten de handen in elkaar slaan, we in een mooie duurzame wereld kunnen leven.” Om de CO2-uitstoot tegen te gaan en de vraag naar groene energie te doen stijgen stellen ze voor dat er financiële voordelen gegeven worden aan bedrijven die groene energie gebruiken. Om consumenten aan te moedigen om duurzame producten (met een lage milieubelasting) te kopen, stellen ze voor dat deze verkocht worden aan een verlaagd BTW tarief. Ook voedsel dat niet aan de esthetische normen voldoet zou verkocht moeten worden aan lagere prijzen om voedselverspilling tegen te gaan. Anderzijds worden er ook meer dwingende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat vervuilende bedrijven aan strengere normen moeten voldoen. Jongeren zijn het er over eens dat de vervuiler moet betalen, maar ze zijn het niet helemaal eens over de manier waarop dit zou moeten gebeuren. “Bedrijven zorgen voor 26% van de uitstootgassen in België. Wij willen ijveren voor minder CO2-uitstoot.” Maar het is duidelijk dat de jongeren vinden dat de overheid de bedrijven ook niet te veel verplichtingen mag opleggen, want hierdoor wordt de drempel van de omschakeling alleen maar hoger. “Bedrijven moeilijk omschakelen, maar dat wél willen, mogen niet benadeeld worden.” Rol van de overheid Enerzijds kijken ze duidelijk naar de overheid wanneer het gaat over het vergroten van het draagvlak bij de burgers. “Veel mensen nemen ecologie niet serieus. De overheid moet overleg over ecologie stimuleren, want dit is voor zowel werknemer als werkgevers interessant.” De overheid mag volgens de jongeren in het algemeen ecologisch belang de aandacht vestigen op goede voorbeelden (vb. thuiswerk ifv woon-werkverkeer) door sensibiliseringscampagnes op te zetten. Maar de overheid dient ook een duidelijk kader te scheppen rond ‘groene jobs’ zodat deze sector aangemoedigd kan worden (vb. dmv een label). Concrete ideeën De jongeren zijn erg streng voor de bedrijfswagens. Daarom zouden de subsidies voor bedrijfswagens moeten afgebouwd worden, enkel nog ecologische auto’s komen in aanmerking. Om werknemers aan te moedigen om de overstap te maken naar openbaar en collectief vervoer, zou het geld van deze subsidies geïnvesteerd moeten worden in de efficiëntie en de duurzaamheid ervan. “De vraag naar milieuvriendelijke opties zal stijgen, zal de technologie zich ontwikkelen en zal het aanbod groter worden” Naast een duidelijke visie, werkten de jongeren ook toe naar een aantal concrete ideeën zoals een duurzame ideeën denktank voor bevolking en onderzoekers. “Dit idee is lowbudget en dus heel realistisch. We hebben gezocht naar iets wat recht vanuit de burger vertrekt en iedereen zijn mening kan geven. Een beetje zoals bij KRAS, maar dan op grote schaal en voor iedereen van België ” 12
SENAAT (ECOLOGIE) Commissie 1: Hoe kunnen we ervoor dat bedrijven gestimuleerd worden om een duurzame koers te varen? Gelet op het feit dat bedrijven die duurzaam willen produceren of worden geconfronteerd worden met heel wat drempels. Overwegende dat de internationale duurzame ontwikkelingsdoelstellingen pleiten voor dringende maatregelen tegen de klimaatsverandering en haar effecten; de manier waarop de industrie vandaag werkt wereldwijd voor milieuvervuiling zorgt (in Vlaanderen is de industrie verantwoordelijk voor 26% van de broeikasgassen); investeringen in milieuvriendelijke processen heel wat geld kunnen kosten; deze investeringen vaak pas renderen op lange termijn; de overheid milieuwetten kan opstellen en afdwingen bij bedrijven in hun land; het werkgevers vaak ontbreekt aan kennis over alternatieve, ecologische of innovatieve bedrijfsmodellen. Bevelen wij aan dat 1. bedrijven die ecologisch produceren krijgen een label van de Europese overheid. Een commissie van experts bepalen de drempel en er is regelmatige controle. Belangrijk hierbij is dat de consument kennis heeft van het label door een sensibiliseringscampagne van de overheden. Om ook de concurrentie aan te kunnen, krijgen de deelnemende bedrijven een tegemoetkoming (b.v.: btw-vermindering). 2. woon-werkverkeer moet verduurzaamd worden: er komt een promotiecampagne van thuiswerken of dicht bij het werk wonen. Fietsen, openbaar vervoer en carpoolen worden aangemoedigd. Als er dan nog bedrijfswagens nodig zijn moeten die strenger ecologisch gereglementeerd worden: niet enkel Co2 uitstoot, maar ook verbruik en roetuitstoot. Auto’s die hier niet aan voldoen komen niet meer in aanmerking als bedrijfswagen. 3. er moeten ook betere afspraken gemaakt worden in verband met het goederentransport: vrachtwagens moeten een minimaal bezettingspercentage van het laadvermogen hebben. “Just in time”leveringen worden op die manier beperkt.
13
Commissie 2: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat een duurzaam beleid wereldwijd zorgt voor tewerkstelling en degelijk werk voor iedereen? Gelet op het feit dat we nog een lange weg af te leggen hebben om te voldoen aan het internationale duurzame ontwikkelingsdoel om te streven naar inclusieve en duurzame groei, tewerkstelling en degelijk werk voor iedereen. Overwegende dat veel mensen economische groei als een must zien om meer jobs te creëren; er verschillende meningen zijn wat betreft het effect van economische groei op de klimaatverandering: door in te zetten op het klimaat kunnen we meer jobs creëren in de groene sector door economische groei hebben we meer middelen om de klimaatverandering tegen te gaan door economische groei maken we de klimaatverandering erger; een duurzaam beleid van bedrijven in tijden van crisis de werkgelegenheid verzekert; ondernemingen acties in sectoren zoals groene technologie, hernieuwbare energie of circulaire economie nog groeipotentieel hebben (dat kan zorgen voor meer tewerkstelling).
Bevelen wij aan dat 1. de overheid duidelijk aflijnt wat begrippen zoals groene jobs en groene producten inhouden, dit om een wetgeving hieromtrent mogelijk te maken. 2. de overheid bedrijven verplicht een duurzaamheids-verantwoordelijke aan te stellen binnen de eigen werknemers, die, naar analogie met een syndicale afgevaardigde, controleert, sensibiliseert en motiveert om duurzaam om te gaan met vb. grondstoffen. a. Een groene commissie functioneert als controleorgaan. Deze commissie bestaat uit ambtenaren die een vast mandaat krijgen, onafhankelijk van de legislatuur. 3. de overheid bedrijven verplicht geld vrij te maken voor investeringen in duurzaamheid; dit a.d.h.v. een duurzaamheidsindex, opgesteld binnen de context van het bedrijf i.s.m. de duurzaamheidsverantwoordelijke van het bedrijf en de groene commissie. Indien de index van het bedrijf te laag ligt, wordt een taks geheven die per jaar stijgt indien er geen verandering is. De opbrengst daarvan gaat naar bedrijven die wel goed scoorden op deze index. 14
Commissie 3: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het economisch beleid de klimaatverandering onder 2°C houdt? Gelet op het feit dat de wijze waarop economische sectoren zoals landbouw, visserij, energie, transport, gezondheid… georganiseerd worden een invloed heeft op de klimaatverandering. Overwegende dat het economisch beleid een rechtstreekse impact heeft op de tewerkstellingsgraad in een land; op de klimaattop in Parijs in december 2015 door 195 landen beslist werd dat de temperatuur op de aarde niet meer dan 2 graden Celsius mag stijgen; gevolgen van het klimaat op iedereen een invloed hebben; ecologische schade herstellen veel meer kost dan schade te voorkomen (en soms schade onomkeerbaar is); een overheid rekening moet houden met het ecosysteem van zijn land, want op een dode planeet niet gewerkt kan worden. Bevelen wij aan dat 1. een wetgeving wordt opgesteld die CO2-uitstoot tegengaat tot 0 in 2050 door o.a. groene energie goedkoper te maken en sneller te ontwikkelen, een taks op CO2 te heffen en tegelijk financiële voordelen te geven aan bedrijven die groene energie gebruiken. 2. de subsidies voor bedrijfswagens worden afgebouwd en het woonwerkverkeer niet meer wordt gesubsidieerd. Dit geld kan gebruikt worden om subsidies te geven voor vervoersmiddelen naargelang de eco-score en om het openbaar vervoer efficiënter te maken: elektrische stadsbussen, metro, … 3. een duurzame ideeën–denktank voor bevolking en onderzoekers (maar zeker ook jongeren) wordt opgericht zodat bedrijven de winnende ideeën kunnen gebruiken.
15
Commissie 4: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat in ons economisch systeem het gebruik van grondstoffen duurzamer wordt? Gelet op het feit dat de vraag naar grondstoffen blijft stijgen terwijl de voorraden hetzelfde blijven of krimpen. Overwegende dat heel wat natuurlijke grondstoffen eindig zijn; geplande veroudering (waarbij producten bewust ontworpen worden met een beperkte levensduur zodat de consument het product sneller opnieuw moet aanschaffen) voor heel wat onnodig grondstoffengebruik zorgt; geplande veroudering van producten zit ingebakken in de spelregels van onze economie. wie andere producten wil, moet met andere spelregels spelen; producenten die worden beloond voor het aantal spullen dat ze verkopen hebben er nu eenmaal belang bij dat die spullen zo snel mogelijk verslijten; door de stijgende wereldbevolking ook het grondstoffengebruik zal toenemen. Bevelen wij aan dat 1. op internationaal en Europees vlak moeten aan vervuilende bedrijven (afhankelijk per sector) strengere normen opgelegd worden op vlak van duurzaamheid (bv verspillingstaks) en/of recyclage (bv recyclage petflessen). M.a.w. er moeten belastingvoordelen en –nadelen ingevoerd worden volgens het principe van ‘de vervuiler betaalt’. 2. de federale overheid stimuleert (via sensibiliseringscampagnes naar bedrijven en consumenten) dat voedsel dat niet voldoet aan de gangbare esthetische normen (bv komkommers of tomaten) maar wel nog eetbaar is, in de economie terecht komt aan een goedkopere prijs. 3. * groene alternatieven (bv windturbines, zonnepanelen en powerwall) moeten door de regionale overheid en onderwijskoepels verplicht opgenomen worden in de vakoverschrijdende eindtermen om deze bekender te maken. De overheid vergroot de campagnes om groene alternatieven kenbaarder te maken.
* NOTE: Deze aanbeveling werd tijdens de plenaire stemming niet goedgekeurd.
16
Commissie 5: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het draagvlak voor ecologische thema’s bij werknemers vergroot wordt? Gelet op het feit dat de keuze om in te zetten op ecologie vaak uitgaat van de werkgever en er een draagvlak mist bij werknemers om zelf tijdens hun werktijd hier toe bij te dragen. Overwegende dat van en naar het werk pendelen een keuze kan zijn van de werknemer; werkgevers via hun personeelsbeleid de keuzes van werknemers kunnen beïnvloeden; gedrag van de werknemers enkel op een duurzame manier zal veranderen als er bij diezelfde werknemers een draagvlak voor gecreëerd wordt. Bevelen we aan dat 1. de overstap van bedrijfswagens naar toegankelijk openbaar vervoer en andere vormen van collectief en gedeeld vervoer wordt gemaakt (bedrijfsbus, deelfietsen, gemeenschappelijke bedrijfswagens). Dit door middel van herziening van fiscale en andere voordelen voor werknemers die zich hieraan willen houden. 2. in het overleg tussen werkgevers en werknemers ‘ecologie’ een vast item wordt. Bedrijven kunnen zelf kiezen hoe ze het onderdeel ecologie ter sprake kunnen brengen. Dit kan bijvoorbeeld door een maandelijks overlegmoment of een ideeën box binnen het bedrijf. 3. * de vakbonden een intern reclamecampagne opstarten om thuiswerk te bevorderen voor jobs waar het mogelijk is.
* NOTE: Deze aanbeveling werd tijdens de plenaire stemming niet goedgekeurd.
17
Commissie 6: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de consument bijdraagt aan een duurzaam grondstoffengebruik? Gelet op het feit dat de vraag naar grondstoffen blijft stijgen terwijl de voorraden hetzelfde blijven of krimpen. Overwegende dat consumenten de beslissingen van bedrijven beïnvloeden via vraag en aanbod; er steeds nieuwe en betere producten op de markt komen die door marketing- en lobbygroepen gepromoot worden; het goedkoper is een nieuw product te kopen dan het oude te herstellen; we in een wegwerpeconomie leven; heel wat producten gemaakt worden om onze verhouding tussen werk en privé te vergemakkelijken; consumptie de economie doet groeien. Bevelen wij aan dat 1. in het lager en secundair onderwijs duurzaam en ecologisch verantwoord denken en handelen een vakoverschrijdende eindterm (= verplicht te behalen) wordt om de toekomstige consument te sensibiliseren. 2. de ecologische en de meest duurzame (= lang meegaan, weinig milieubelastend) producten worden verkocht aan een verlaagd BTW-tarief. Een bedrijf moet zelf een aanvraag indienen om het product als duurzaam te erkennen. Indien dit zo is, krijgt het product een door het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO) erkend label.
18
SAMENVATTING VLAAMS PARLEMENT Sociale bescherming is een mensenrecht. Hoe organiseren we dit wereldwijd? Hoe kunnen werknemers hun rechten verdedigen? Er blijkt een kloof te zijn tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Krijgen elders verworven competenties hierin een plaats? Zolang we ons maar goed voelen op het werk! Niet? In het Vlaams Parlement lag de focus van de commissies op het sociale aspect van werken. De jongeren werkten een gemeenschappelijke visie uit, inclusief concrete ideeën, oplossingen en aanbevelingen. De scheiding tussen werk en privé vervaagt Heel wat werkgevers interpreteren het woord ‘werknemer’ letterlijk, de werknemer neemt effectief zijn werk mee naar huis. De jongeren willen dat postindustriële fenomeen een halt toe roepen door een duidelijke scheiding tussen werk en privé op te trekken. Maatregelen zoals ‘bedrijven moeten gestimuleerd worden om ontspanningsfaciliteiten te voorzien via subsidies van de overheid’ werden niet aangenomen. Het idee waarin een werknemer gedurende vier maanden zelf zijn schema kan indelen, miste net één stem waardoor het afgekeurd werd. Een ander voorstel, waarin de werknemer in overleg met leidinggevenden en collega’s bepaald, waar, wanneer en hoe hij werkt, werd daarentegen met een ruime meerderheid goedgekeurd. Op naar de arbeidsmarkt? Die vervagende scheiding tussen werk en privé lokt bij heel wat werknemers psychische problemen uit. De jongeren nemen die problematiek heel ernstig en besloten razendsnel dat er een uitgebreider preventiebeleid moet komen rond stress en burn-outs. Met teambuildingsactiviteiten en een toegankelijke psychomedische dienst maken ze komaf met hét ziektebeeld van de 21e eeuw, in de hoop dat zij zelf gespaard zullen blijven. Enkele KRASsers zetten volgend jaar hun eerste stapjes op de arbeidsmarkt. Maar, hoe bereiden die jongeren zich voor? Ten eerste willen ze stages in het hoger onderwijs verplicht maken. De school dient hen meer voor te bereiden op de arbeidsmarkt. In de derde graad zou er een vak geïntroduceerd worden dat ertoe dient om de leerlingen een notie te geven van de arbeidsmarkt en de maatschappij, ook worden korte werkverkenningen doorheen het schooljaar verplicht voor het secundair. Voor wat hoort wat? Als je arbeidsbekwaam bent, maar geen recht hebt op een werkloosheidsuitkering, dan moet je aantonen dat je actief opzoek bent naar een job. Daarnaast worden werklozen verplicht tot wederdienst indien zij daartoe in staat zijn. De jongeren dragen duidelijk het voor-wat-hoort-wat principe hoog in het vaandel. Ze kiezen de kant van de werkgever en willen betere controles. Op die manier kan de werknemer genieten van zijn vrijheid zonder dat de werkgever daarvoor moet inboeten.
19
VLAAMS PARLEMENT (SOCIAAL) Commissie 1: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat een economie zo georganiseerd wordt dat iedereen te allen tijde, dus ook bij ziekte, ongeval of werkloosheid, beschermd kan worden? Gelet op het feit dat meer dan de helft van de wereldbevolking geen enkele vorm van sociale bescherming heeft.
Overwegende dat sociale bescherming bestaat uit een coherent samenhangend geheel van op solidariteit gebaseerde structurele, collectieve initiatieven en maatregelen, zoals een ziekteverzekering, pensioenen, werkloosheidsuitkering…; sociale bescherming een mensenrecht is; privéverzekeringen niet betaalbaar zijn voor werklozen, mensen met een onstabiel inkomen of werknemers uit de informele economie; werkgevers ervoor kunnen kiezen hun werknemers te verzekeren; een inkomen een van de meest voorkomende vormen van sociale bescherming is; het sociale zekerheidssysteem zoals we het in België kennen zeer veel kost aan de overheid.
Bevelen we aan dat 1. in België er een participatiewetgeving komt die stelt dat werklozen, indien hiertoe in staat, verplicht worden iets bij te dragen aan de maatschappij onder de vorm van een wederdienst die niet in concurrentie staat met andere jobs. Hierop komt een onverwachte controle op aanwezigheid. 2. internationaal worden minimumlonen en sociale zekerheid opgesteld, aangepast aan de levensstandaard van elk land. De VN ziet hierop toe dat dit gerealiseerd wordt binnen een bepaalde termijn. Hiervoor wordt binnen de VN een bindende commissie opgericht.
20
Commissie 2: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat werknemers wereldwijd in hun bedrijf hun rechten kunnen verdedigen? Gelet op het feit dat werknemers niet altijd de mogelijkheid om hebben om hun rechten te verdedigen. Overwegende dat vakbonden er in het verleden voor gezorgd hebben dat we heel wat rechten verworven hebben zoals pensioenverzekering, minimale gezondheidszorg, ongevallenverzekering…; vakbonden wereldwijd onder druk staan, in sommige landen worden werknemers vermoord worden of verdwijnen ze wanneer ze voor hun rechten opkomen; vakbonden in het Westen soms verweten worden dat ze de economie lam leggen (vb. omdat ze innovatie tegengaan, door stakingen, …); een coöperatie een bedrijfsvorm is waarbij de leden automatisch inspraak hebben, omdat ze mee de missie en doelstellingen bepalen en er een democratische controle op uitoefenen bepaalde sectoren al heel wat expertise hebben opgebouwd in het gebruik van alternatieve bedrijfsvormen (landbouw, energie, …) Bevelen we aan dat 1. Aan de federale regering om te bepleiten dat het internationaal orgaan (VN-comité voor Economisch, Sociaal en Cultureel Recht) meer macht krijgt om sancties uit te delen, labels toe te kennen of in te trekken wanneer de rechten van de arbeiders niet worden gerespecteerd. 2. Aan de Vlaamse Gemeenschap dat de openbare omroep de standpunten van werkgevers, werknemers en slachtoffers objectief toelichten bij arbeidsconflicten met extra aandacht voor het doel en de achtergrond van het conflict. 3. Aan de Vlaamse regering en de federale regering dat iedereen die arbeid bekwaam is en die geen recht heeft op een werkloosheidsuitkering, kan aantonen dat hij/zij zijn best heeft gedaan in zijn zoektocht naar werk, rekening houdend met de persoonlijke situatie, recht heeft op bescherming van de overheid. 21
Commissie 3: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er een goede aansluiting is tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs? Gelet op het feit dat er een kloof is tussen de schoolbanken en de arbeidsmarkt. Overwegende dat scholieren onvoldoende kennis hebben over het arbeidsmarktgebeuren; heel wat studierichtingen een onduidelijk profiel hebben waardoor jongeren niet altijd de juiste studiekeuze kunnen maken; leerlingen van de ongekwalificeerde uitstroom reeds met een achterstand op de arbeidsmarkt terecht komen: 10 % van de werkloze jongeren zijn neetjongeren (not in education, employment or training); het onduidelijk is wiens taak het is om leerlingen voor te bereiden op een job: de overheid, onderwijs, bedrijven?…; heel wat knelpuntberoepen niet ingevuld geraken; steeds meer jongeren hoger onderwijs volgen maar daar niet de vaardigheden leren die relevant zijn voor de arbeidsmarkt. Bevelen wij aan dat 1. werkverkenning in het SO verplicht wordt (in theoretische richtingen implementeren en in praktische richtingen integreren). In het middelbaar moeten korte werkverkenningen (5 dagen verspreid over het schooljaar) worden aangereikt met als doel zich te leren oriënteren (dit mag vakoverschrijdend zijn) en te integreren in de arbeidsmarkt. De vergoeding naar keuze van deze werkverkenningsdagen wordt door de werkgever geschonken aan een door de leerling gekozen goed doel. 2. in heel het hoger onderwijs stages verplicht moeten zijn, waarbij mensen met ervaring de mogelijkheid krijgen om stagiaires te coachen in hun stage zodat de stagiaires beter geïntegreerd worden. 3. er in de derde graad van middelbaar onderwijs een flexibel en interactief vak geïntroduceerd wordt (“burgerschap”) dat er toe dient om leerlingen een notie te geven van de arbeidsmarkt en de maatschappij.
22
Commissie 4: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat elders verworven competenties mee tellen in de zoektocht naar een job? Gelet op het feit dat mensen heel wat niet officieel erkende competenties opdoen via o.a. vrijwilligerswerk of gemeenschapsdienst, in het informele werk…
Overwegende dat enkel onderwijs als graadmeter gezien wordt voor verworven competenties; onze complexe en snel evoluerende samenleving mensen ertoe aanzet een breed scala aan competenties te bezitten en levenslang en levensbreed te leren; talenten in de maatschappij vaak onderbenut worden. Bevelen we aan dat 1. er in Vlaanderen procedures ontwikkeld worden zodat elders verworven competenties (zoals taal-, ICT-, sociale vaardigheden) geobjectiveerd kunnen worden ev. tot kwalificaties. 2. * dat het specifieke behaalde niveau uit het Europees Referentiekader Talen op elk studiebewijs wordt weergegeven. 3. dat de Youthpass (Europees gevalideerd attest met vermelding van de bij een erkende organisatie verworven competenties) uitgebreid bekend gemaakt wordt bij organisaties, werkgevers- en werknemersorganisaties en scholen. Daarenboven leren jongeren werken met de Youthpass.
* NOTE: Deze aanbeveling werd tijdens de plenaire stemming niet goedgekeurd.
23
Commissie 5: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er een ideaal evenwicht is tussen efficiëntie en welzijn op de werkvloer? Gelet op het feit dat heel wat mensen met stress en burn-outs kampen. Overwegende dat de wereldgezondheidsorganisatie voorspelt dat één op vier werknemers tegen het einde van het decennium met mentale gezondheidsproblemen geconfronteerd zal worden; bedrijven ook een sociale functie kunnen hebben; in veel landen geen antistress of burn-outbeleid bestaat; noodgedwongen besparingen voor minder werkkrachten zorgen voor hetzelfde werk; voorbeelden als google en facebook bekend staan om hun ‘werknemersvriendelijke kantoren’; structuur, evaluatie en controle nodig zijn om efficiënt te werken.
Bevelen wij aan dat 1. ondernemingen, organisaties en instellingen meer autonomie en flexibiliteit invoeren op de werkvloer, wanneer de beroepsactiviteit dit toelaat. De werknemer bepaalt in overleg met leidinggevenden en collega’s waar en/of wanneer en/of hoe hij werkt, op voorwaarde dat de doelstellingen worden gehaald; 2. er een uitgebreider preventiebeleid rond stress en burn-out moet komen, met aandacht voor teambuilding, de aanwezigheid van een toegankelijke, aangepaste en controlerende psychomedische dienst in de sector of op de werkvloer. Met aandacht voor waardering en positieve bekrachtiging door de werkgevers en voor meer persoonlijk contact tussen leidinggevenden en werknemers.
24
Commissie 6: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de werknemer een ideaal evenwicht kan vinden tussen werk en privé? Gelet op het feit dat heel wat mensen met stress en burn-outs kampen. Overwegende dat bewezen werd dat mensen met meer vrije tijd gelukkiger zijn dan mensen met weinig vrije tijd en meer geld; loopbaanonderbreking kan zorgen voor rust en creativiteit die het werk nadien ten goede komt; flexibel werken, glijdende uren, thuiswerken, grote werk-woonplekken bouwen (zoals facebook en google doen) positief zijn voor het welzijn, hoewel ze ook de grens tussen werk en privé doen vervagen; lange werkdagen een belangrijk aspect zijn in je werk-privébalans aangezien deze de gezondheid kunnen aantasten, je veiligheid in gevaar brengt en stress verhoogt; er een groot verschil ligt tussen de werkuren wereldwijd. In Nederland wordt bijvoorbeeld gemiddeld 1381 uur gewerkt per jaar, waar in Mexico dit gemiddelde op 2226 uur ligt. Bevelen wij aan dat 1. * de regering in overleg met de sociale partners (werkgevers en werknemers) een kader uitwerkt waarin werknemers onderling in werkgroepen hun werk kunnen verdelen en plannen, maar in aanwezigheid van een onafhankelijke moderator die mee het evenwicht werk-privé bewaakt en de communicatie bevordert zodat alle werknemers inbreng krijgen. De conclusie van de vergadering moet gecommuniceerd worden aan de leidinggevenden. Deze moderator wordt vergoed door de overheid door middel van subsidies die afhangen van het vermogen van het bedrijf. 2. * werknemers hun werk van een periode van 4 maanden kunnen organiseren en plannen binnen de grenzen van een minimum en maximum aantal uren. Deze grenzen worden bepaald door de werkgever in samenspraak met de werknemer, en geregeld naargelang de piekmomenten in het bedrijf en het privéleven, zodat steeds een minimale dienstverlening en productie gegarandeerd blijft. 3. * werknemers tijdens de reguliere arbeidstijd gestimuleerd worden om te ontspannen zodat werknemers meer de kans krijgen om op hun werk aan zelfzorg te doen. Bedrijven moeten gestimuleerd worden om hiervoor de nodige toegang tot ontspanningsfaciliteiten voorzien via subsidies van de overheid.
* NOTE: Deze aanbeveling werd tijdens de plenaire stemming niet goedgekeurd.
25
26