HET HUTJE IN HET BOSCH NAAR EEN SCHILDERIJ
L
Voorzeker er zijn uitzonderingen, zooals W. VAN SOEST DOOR P. A. bijv. Bakker Korff, van wien tijdgenooten HAAXMAN JR. f ' ' I I ! !
Louis van Soest is een sprekend voorbeeld van den kunstenaar, wiens werk de signatuur draagt van zijn geheele wezen. Wie kent ze niet, die uit hun werk sprekende naturen en karakters. Neem Mesdag en zijn forsch talent. Zijn manier van doen is allesbehalve die van een saletjonker. Zijn ronde openhartigheid doet soms vreemd tegen zijn toevallige omgeving. Forsch en breed zijn zijn gestes, zonder omhaal zijn woorden, zonder omwegen zijn meening; zijn afkeer van veinzen brengt er hem zelfs toe, naïf en onwillekeurig zijn oordeel te zeggen over zijn eigen werk. Geheel dat forsche en breede, soms ruw gelijkende maar altijd eerlijk, 't openbaart zich ook in zijn werk. Zijn werk kennende, is het bij een eerste ontmoeting met den meester, alsof men hem reeds meer ontmoet heeft En wat men bij Mesdag opmerkt, is ook opvallend bij andere kunstenaars van beteekenis. In Weissenbruch's werken herkent men zijn robuste persoonlijkheid, zijn geestdrift voor het aspect van een ruwe bonkige lucht, waaraan hij op zijn onnavolgbaar karakteristieke wijze niet alleen in toon en kleur, maar ook in woorden uiting weet te geven. Zie een werk van Mauve, de rust en de verheven kalmte op de Larensche hei, en herinner u zijn contemplatieve natuur. Haal u Bosboom voor den geest, met zijn expressieve levendige drukte van man van de wereld, zijn geestvol gesprek, en vergelijk daarmee den geestigen toets, het pikante licht, den artistieken humor in zijn kerken en deelen. Wellicht nog sprekender verwantschap met hun kunst vertoonde indertijd de persoonlijkheid van Charles Rochussen en David Bles, die een levende illustratie waren van hunne spiritueele kunstuitingen.
verhalen dat de humor in zijn werk merkwaardig contrasteerde met de uiterlijke gelijkvloersheid van zijn doen en laten. Maar die uitzonderingen bevestigen den regel. En zoo veel is zeker, dat Louis van Soest tot die artisten behoort, wier natuur een sterken invloed op hun werk uitoefent, wat altijd een
waarborg is, dat dit werk in 't een of ander opzicht uitmunt en een sterk persoonlijk karakter draagt. Zijn stille, contemplatieve natuur deed hem bij al zijn liefde voor de kunst in hare volle, rijke schakeering, toch bij voorkeur neigen naar het landschap, inzonderheid waar het zich in zijn meest verheven stille majesteit vertoont. Wanneer het moderne impressionisme in de kunst nog 727
water, de landwegen. Zoo werd zijn werk allengs, en zonder dat hij zelf er zich van bewust was, tot een compromis tusschen de schoolsche opleiding en de hartstochtelijk coloristische en naturalistische school. Van Soest heeft nooit een akademie bezocht en herinnert zich zelfs niet ooit opzettelijk van een onderwijzer teekenen te hebben geleerd *). Maar behalve dat hij van de natuur een rijken aanleg voor de kunst had, was hij ook een kind van zijn tijd en groeide op te midden van de nieuwe denkbeelden en van den weder opbloei der Hollandsche schilderkunst. Deze beide factoren werkten zoo sterk op hem in, dat zij hem alle bezwaren deden overwinnen, die aanvankelijk aan zijn met volle vrijheid volgen van de kunstenaarsloopbaan in den weg gelegd werden.
BKKKKNLAANTIK TE SOKKEN
NAAR EEN
uitgevonden moest worden, zou zeker Van Soest de baanbreker daarvan niet zijn geweest. Hij gevoelde zich niet in de eerste plaats aangetrokken door de bewegelijkheid in de natuur, door hare grootsche effecten; hij streefde niet naar een nieuwe en kunstmatige visie van de dingen; trachtte niet opzettelijk de natuur te zien met een ander oog dan de kunstenaars uit het verleden; deed allerminst pogingen om de techniek der schilderkunst te dwingen tot analyses van de natuur. Veeleer ging hij van meet af ain opbouwend te werk. Hij zijn studiën stelde hij zich niet tevreden met het opteekenen van vluchtige indrukken in een schetsboek, maar zette er zich toe om zich van alle bijzonderheden nauwkeurig rekenschap te geven, een boom te schilderen compleet en plein air, zoo ook de gronden, de gebouwen, het 728
Louis van Soest was aanvankelijk bestemd voor de ingenieursstudie. Hij zou dan later naar Indic, waar hij in 1867 geboren werd, terugkeeren en in de suikerSCHILDER!! industrie werkzaam zijn. Zijn vader, wijlen de heer J. W. A. van Soest, beheerde daar, na den lande bij het binnenlandsch bestuur op hoogst eervolle wijze gediend te hebben, de bekende suikerfabriek A'<7/27;a<'w. Op de Hoogere Burgerschool te Amsterdam maakte de jonge Van Soest zijn voorbereidende studiën en vertrok toen naar het Polytechnicum te Aken, waar hij den drie-jarigen cursus met plichtmatigen ijver volbracht en vóór dien tijd zelfs nog een tijd lang in een machine-fabriek te Helmond, zich voor de praktijk bekwaamde. Toen kwam de keer in zijn leven. Natuurlijk was zijn besluit lang voorbereid en gerijpt. Reeds te Amsterdam op de Hoogere Burgerschool, later te Aken en vooral op *) Alleen mej. Etha Kies zou als zoodanig genoemd kunnen uinden. Als 13-jarij; II.-linieer Ie Amsterdam was \ an Soest, die in hetzelfde huis woonde, gedurende een aantal maanden onder haar leiding.
zijn vacantiereizen, had hij zijn lust in teeke- gehouden werd. voorstellende het gezantnen en schilderen steeds den vrijen teugel schap van den Sultan van Atjeh, dat in 't gegeven en zijn ouders in Indië hadden daar- begin der 17'' eeuw naar Prins Maurits werd van reeds menige verrassende proeve ont- afgevaardigd. Tot de sierlijkste figuren in vangen. dien optocht behoorde een schotsch edelman, Zoo gebeurde het te Aken, dat hij bij die werd uitgebeeld door den student J. W. gelegenheid van de zilveren bruiloft zijner A. van Soest. Zijn zoon had dit jugendbild ouders (in 18S7) een album teekende, gevuld zijns vaders in het album niet vergeten, evenmet illustraties uit zijn vader's Delftsche stu- min afbeeldingen uit de dagen, toen zijn dentenjaren. Het was in die dagen dat de vader kort vóór zijn vertrek als ambtenaar jongelui aan -de Kohinkl. .Academie, waar naar Indië, zich verloofde met mejuffrouw toen nog ingenieurs en indische ambtenaren van kossem van Vlaardingen. Naar verluidt gezamenlijk hun opleiding ontvingen, ter heeft dit curieuse album er veel toe bijgeviering hunner lustra maskerades gaven, die dragen om in de familie het beeld van den in luister sedert niet overtroffen zijn. Tijd- toekomstigen ingenieur, dat men zich van Louis genooten zullen zich nog wel den gecostu- droomde, te doen verbleeken. mcerde optocht herinneren, die in 1860 te Delft Het zou niet lang duren, of de jonge schilder zou de trots zijner familie worden, vooral van zijn moeder, aan wie hij zijn eerste schilderijen naar Indië zond. Eigenaardig zijn die eerste werken, echt naïef ook als compositie en als keus van natuurschoon. In het huis zijner ouders hebben die eerstelingen altijd een eereplaats gehad. Toen ik ze dezer dagen onder de oogen kreeg, vond ik in die eerste proeven, hoe onvolmaakt ook, reeds het ernstige streven dat de nu zoo veel rijpere kunst van v. Soest kenmerkt, om de dingen in de natuur ongekunsteld, eerlijk en nauwgezet weer te geven. Zoo schilderde hij in die dagen, heel nuchter, een Gooisch landschap, de lucht met honderden schapenwolkjes, allen even uitvoerig, de grond niet minder angstvallig eerlijk, benevens het langs den weg rijdende karretje. Van plein air is in dit werk nog geen sprake, wel van reeds veel vorderingen in de techniek. In zijn studententijd, waaruit die eerstelingen dagteekenen, had Van Soest zelfs de vermetelheid een schilderij naar een tentoonstelling te Berlijn te zenden. Maar nog merkwaardiger feit: het schilNAAR KKN TKKKK.X1X OKCHIDKKKN 729
/..
W/
en artistiek met de pen om. Op kleine blaadjes, niet grooter dan één of twee vierk. centimeters, teekende hij volledige landschappen, breed en krachtig niettegenstaande de minuscule afmetingen, vol atmosfeer en juiste toon expressie. Als etser zou hij ongetwijfeld groot succes hebben gehad Maar zijn hartstocht voor schilderen nam zijn geheelen tijd en zijn ijansche denken in beslair. Al spoedig na zijn vestiging in Den Haag (in 1891) werd hij werkend lid van Pz/Zr/;?'? iVaafo, en betrekkelijk zeer vlug werd zijn werk opgemerkt. De schilderijen ÏHIKRUEKIJ BIJ LOOSDUINEN NAAR EEN SCHILDERIJ en teekeningen, die hij exposeerde, de rij werd daar verkocht. Kn het aller- hadden dadelijk succes bij het ontwikkeld merkwaardigste : de jonge student liet zich publiek en zij hadden dit vooral te danken daardoor niet van zijn stuk brengen en aan een bij beginners in de kunst ongewone bleef wiskunde studeeren. In 1889 maakte mate van distinctie, die al spoedig ook door hij zelf een wetenschappelijke reis naar zijne kunstbroeders begon opgemerkt en geEngeland om de brug over de Forth, die waardeerd te worden. Daarbij trok hij iedereen toen in de ingenieurswereld veel opzien baarde, aan door zijn beminnelijke persoonlijkheid, te bestudecren en tegelijk in Kensington zijn eenvoud en bescheidenheid, zijn geeststudiën te maken van de beroemde verza- drift voor het werk van anderen, die hij meling machine-modellen in het museum gevoelde dat ver boven hem stonden. aldaar. Van deze gelegenheid maakte hij Toevallig ontdekte hij in 1892 een plekje echter gebruik om naar hartelust te teekenen. van ons aan natuurschoon zoo rijk gezegend Als een braaf student maakte hij een 80-tal land, dat een beslissenden invloed zou hebben teekeningen naar machineriën, maar zijn hart op zijn verdere ontwikkeling als kunstenaar. was meer bij de verrukkelijke gezichten Te Laag Soeren, waar zijn ouders logeerden, rondom en op het eiland Wight en op de Krijtbergen, en in Londen haalde hij zijn hart op aan gezichten op de Theems en schetste hij in de metropool al wat hem aan mooie gebouwen en straattooneelen voor oogen kwam. Van die reis bracht Van Soest een geheel album meè, waarop — vreemd genoeg — in die dagen geen uitgever beslag heeft gelegd. De auteur had het reeds, gereed voor de uitgaaf, van een titelblad voorzien, maar vóór hij er eigenlijk goed werk van kon maken, hadden familieleden het reeds geplunderd. Van Soest ging toen heel vlug WINTKKMnKüEN
730
I B'
NAAK KEN" SCIIII.Dr.KI
vond hij die stille majesteit in het landschap, die rustige kalmte en verrukkelijke stemming, die hem vóór alles aantrokken. Hij koos daar voorloopig zijn domicilie in het hotel-I Iorsting; van weken werd het maanden, van maanden jaren, en ongemerkt vertoefde Van Soest daar van 1892 tot 1897, vijf volle jaren, alleen afgebroken door den drukken tijd van het vreemdelingenbezoek ; dan ontvluchtte hij het oord dat met de menschen uit de steden zijn karakter voor hem verloor. Wanneer de getrouwe tentoonstellingbezoeker zich uit die dagen de landschappen van Van Soest herinnert, dan zal hij ongetwijfeld met genot daaraan terugdenken. Er was een dichterlijke stemming in die werken en tegelijk een hoogst aantrekkelijke realiteit. Met liefde schilderde Van Soest de gevlekte berken stammen in de fijne atmosfeer, de blonde landwegen en de toonvolle schakeeringen van het licht uit de klare luchten. EKN HOKKJK VAN DKN TUIN' Zijn beschaafde manier van schilderen, die nooit door eenige ruwheid ontsierd werd, en tegelijk dat groote karakter dat hij in zijn beste werken niet verloochende, gaf iets geheel persoonlijks aan zijn werk. Vooral zijn sneeuwlandschappen bij dag en bij avond, als het licht de boomen blauwgrijze schaduwen doet werpen over het sneeuwkleed, werden algemeen bewonderd. In den zomer van 1899 had Van Soest in /Wf/zr/ een besneeuwden boschweg bij maanlicht geëxposeerd, die door de kritiek algemeen geprezen, door het publiek beschouwd werd als een der lavorietstukken van de tentoonstelling.
Gelijk de eenzaamheid en de rust der natuur weldadig werken op de door het bezige leven moede geworden zinnen, zoo oefent ook de uitbeelding van die natuur een verkwikkenden invloed op den mensch, en in hooger mate doet zij dat wanneer een kunstenaar van een diep teeder gevoel en van een fijne, gevoelige techniek die rust en die eenzaamheid vertolkt. Wat de mensch dikwijls gedachtenloos in de natuur voorbijgaat, afgeleid of gestoord docr weer andere indrukken, dat voelt hij plotseling in volle kracht op zich inwerken bij het zien van een geschilderd tafereel.
NAAR EEN TEEKENING
Dat Van Soest die aandoening weet te wekken, duidt op een zeer persoonlijk talent, dat bij hem tot ontwikkeling kwam door dagelijks om te gaan met die stemmingvolle natuur en door zijn techniek steeds door vernieuwde oefening te rijpen. Zijn eigen geaardheid en gemoedsstemming werken daartoe in hooge mate meê. Wanneer hij een enkele maal uit den
band springt, is dat gemeenlijk een uiting van bewondering voor zijn kunstbroeders, die zich door machtiger en brutaler effecten laten aangrijpen. Dan schildert hij bij wijlen een impressie van louter licht en kleur en geeft hij een bewijs van zijn coloristisch vermogen, al is zijn eigen kunstenaarsziel er ook maar half bij. ü p een tentoonstelling in de provincie zond hij eens een studie in van een eenvoudig gegeven, wat boomen en struiken met een door de zon fel beschenen rood dak en schitterend wit muurtje *). De kracht en het *) Zie onder de illustraties: iWx/tvvy
731
magische effect van die studie, die al zijn buren doodsloeg, waren te danken aan een lucht van louter zon, van de kracht van Jaap Maris. In een paar uur had Van Soest die licht uitstralende studie op het doek gesmeten. Op de tentoonstelling had dit schilderij groot succes, vooral onder de vakgenooten, maar de auteur zelf liep er niet mee weg. Hoe kan het ook anders, waar Van Soest's stemming er niet door teruggegeven'. werd. Zijn ziel lag er niet in. Dat die in zijn beste werken wordt gevonden, is de reden van de aandoening, van den machtigen indruk dien zij op den beschouwer maken. Op de wereldtentoonstelling te Parijs was ook Van Soest in de llollandsche afdeeling van de decennale expositie vertegenwoordigd met een „wintermorgen". Ik geloof niet dat hij voor dien tijd te Parijs exposeerde, althans hij was daar zoo goed als onbekend.
M
EKRSTK SNKKl'W
732
J
Maar dadelijk trok ook daar zijn intieme kunst de aandacht van de kritiek, en twee der voornaamste kunstbeoordeelaars, Arsène Alexandre in de /'V^'wra, en Léonce Bénédite in de 6"rt.sr// ^.9 AVrtw.i' .A'te, spraken met geestdrift over dat zeer bijzondere doek. De eerste noemde het schilderij van v. Soest ,,une des peintures les plus fines, les plus lumineuses et du sentiment Ie plus vrai que nous ayons vues dans Ie groupe''. En Léonce Bénédite zeide er van: ,,ce petit tableau rit joyeusement dans une lumiére vive, qui rend infinitnent delicate la ténuité extreme des valeurs. C'est une vision tout a fait exquise". Dit werk van v. Soest werd dan ook, tegelijk met een schilderij van Briét, voor het Musée du Luxembourg aangekocht en de auteur zag zich met de 2« medaille bekroond. Overal in het buitenland, waar men het intieme in het Hollandsche landschap nog meer waardeert dan de gemiddelde Hollander zelf, kwam men onder de bekoring van zijn werk. Ongeveer hetzelfde motief als te Parijs, een huisje in de sneeuw te Dieren, was ook te Venetië een succes voor den jongen meester. Het werd daar aangekocht voor een collectie te Gratz. Ook te Dresden, hoewel daar nog slechts een enkele maal ingezonden hebbende, heeft hij reeds naam gemaakt. Men wilde daar absoluut een dergelijk schilderij als te Parijs hebben, maar aan dien wensch kon hij bezwaarlijk voldoen. Een stemming laat zich niet conimandeeren. Vroeger, in 1897, had Van Soest te Brussel een zeer gelukkige inzending van een „winterlandschap" (schilderij) en een aquarel. Beide werken bleven daar in een collectie en van de vijf 2<'e medailles werd er hem één toegekend. Zijn eerste landschap, door hem te Laag Soeren gemaakt, zond hij naar München en hij zag het niet meer terug. Eindelijk valt
ZOMKKNAI'HT
nog te vermelden, wat het buitenland betreft, zijn expositie in 1S95 in de Royal Academy te Londen. Voor ter nauwernood tien jaren werken is een dergelijk succes in den vreemde voor een jong kunstenaar inderdaad iets zeldzaams. Maar boven alles wat hij op buitenlandsche tentoonstellingen zond en boven de werken, waarmede hij zich ook hier de meeste bekendheid verwierf, staat mijns inziens een andere kunstuiting, waarmede Van Soest nog pas zeer onlangs op een paar speciale keuzetentoonstellingen, in de Lakenhal te Leiden, en bij den heer Voskuil te Amsterdam, de kunstvrienden verrastte. Ik was nog onder den indruk van werken uit zijn eerste periode, die ik in de collectie van wijlen zijn vader had gezien: een warmen dag in Laag Soeren *), mulle zandweg met aan weerszijden berkenboomen en overal de atmosfeer doortinteld van puren zonneschijn; een zeer intiem, eenzaam plekje met boomen in den hoogen grond, een beekje rechts op den voorgrond, op den achtergrond een lichtende warmgrijze *) Zie onder de illustraties /vriY7//(W////V ^' .SWvvv/.
NAAK
KKN SCIIII.DKKIJ
lucht en een drietal boomen aan den horizon : het geheel buitengewoon fraai van toon en van stemming; maar ik had ook onder het groote, zonnige schilderij een klein paneeltje gezien, een eenvoudig geval langs den boschrand, dat mij nog meer dan het groote schilderij het gevoel van rust en eenzaamheid gaf, den indruk van stille majesteit, ondanks zijn kleine afmetingen. Zoo was ik voorbereid om die heele reeks kleine intieme werken te zien, waarmede Van Soest op genoemde tentoonstellingen onverwachts voor den dag kwam. Hij had ze louter voor zijn studie, voor zijn artistiek genoegen gemaakt, en er heel lang in stilte aan gewerkt. Zij waren voor velen een openbaring van. een geheel nieuwe en verrassende uiting in Van Soest's kunst, niet zoo zeer in opvatting van de natuur, want daarvan was hij gelukkig niet afgeweken, maar veeleer in de techniek. Wat zoo direct naar de natuur onmogelijk verkregen kan worden, die rijpe emailglans over de kleuren, die malsche toon in de schaduwen, waarin de ouden zoo uitmuntten, zag men hier op die reeks landschappen, meerendeels van kleine af733
IKT W1TTK Hl'ISJK
fl
NAAR KKN
metingen. Ik herinner mij een leliëntuin in blauw groenen avondschemer, van een breedheid en tevens uitvoerigheid vooral in de tonaliteit, die aan de voorwerpen zulk een bijzondere, expressieve waarde geeft; iets dergelijks, nog rijper misschien, een pittig groene wei met een viertal knoestige boomstammen op den achtergrond, met fel licht, stralend uit grillig gevormde wolken; dan een paar kleine schilderijtjes, met een wijd en ver uitgestrekt panorama, de grondjes met verwonderlijke juistheid van toon en van waarde tegen elkaar gezet, een wereld van schoonheid op enkele centimeters oppervlak; ook zag ik daar een afzanderij, dat mij vooral boeide als zuivere kleurstudie, raak van toon en soliede van factuur; en om nog iets te noemen, de schets van een simpel wit muurtje op een boerenerf, waar een paar kippen rond woelen in het warme zand, dat mij door zijn rake toetsen bijzonder in 't oog viel. Al deze uitvoerige en toch breed en kloekopgezette, door en door rijpe werken *), zijn voor mij het zekere bewijs dat Van Soest nog pas aan het begin is van zijn loopbaan als artist. Zij zijn het resultaat van het dagelijks intiem omgaan met de natuur, van het nauwgezet studeeren van de dingen,
zooals zij zich daarbuiten aan het oog van den gevoeligen waarnemer voordoen, en welke studie vooraf moet gaan om in het atelier de techniek eerst goed tot haar recht te laten komen. Dat Van Soest in dit opzicht nog op verre na niet bereikt heeft, wat hij als zijn ideaal beschouwt, opent hem nog een heerlijk voor uitzicht en belooft ons nog menige schoone verrassing van zijn kunst. Toen ik hem onlangs op zijn atelier in de Riouwstraat bezocht, kon hij mij slechts zeer weinig van zijn kunst laten zien. Alles was TKKKKNINC heinde en ver verspreid. Ik verlustigde mij in eenige pittige werken van zijne kunstbroeders, nog meer in de enthousiaste bewoordingen waarin van Soest aan zijn bewondering voor die werken lucht gaf. Zijn vriend Arntzenius is daar met een geniale proeve vertegenwoordigd; niet minder Jacob Maris; van Hoppe zag ik een klein schilderij van zeldzame kracht; van
^) Ouder tie illustraties vindt men afbeeldingen van enkelen dezer werken : /'.'<'// /;
?w« «fc« /7//«, £«•.<•/« /AV Tc/
it
734
NAAK KKN' SCHILDERIJ