Het godsgericht of godsoordeel Summary: In this short article I want to give a rather general introduction into the world of dueling, from its German origin towards the decline of this practice in the 17th century. Originally dueling started as a form of trial by ordeal, but gradually it evolved into a very popular way of fighting (and killing) opponents in the 16th century. Because of the many ‘useless’ killings – but aren’t all killings useless? – dueling was forbidden, though we can still find some remains of this bloody practice today in the German tradition of the Mensur. 1. De oorsprong (5de tot 9de eeuw) Vanaf de 5de eeuw v.Chr. kenden de Germanen de traditie om conflicten uit te vechten door middel van een duel, een tweegevecht. Hoewel ons woord duel afgeleid is van het Latijnse duellum (cfr. bellum: oorlog) kenden de Romeinen zelf het duel niet als een manier om juridische geschillen uit te vechten tussen twee partijen. Het was niet zo dat de Germanen bij een conflict onmiddellijk overgingen naar een duel, eerder nog probeerden ze een conflict op te lossen met Wehrgeld. Bij ‘gemakkelijke’ conflicten was dit eenvoudig te regelen, maar wat als iemand niet wou toegeven dat hij een bepaalde fout gemaakt had? De aanzet tot een duel werd meestal gegeven wanneer de aangeklaagde het gevoel had niet geloofd te worden door de rechter. In de 8ste eeuw startte in de meeste Europese landen een duel dan ook met volgende woorden: Ego solus jurare volo, tu, si tu audes, nega sacrementum meum et armis mecum contende1! In sommige landen kon wraak sowieso uitgevoerd worden met behulp van een duel en in IJsland kon men de juridische procedures onderbreken door de tegenstander tot een duel uit te dagen. In Scandinavische landen kende men de Holmgang, een geritualiseerd gevecht om geschillen uit te klaren. De regels (welke wapens, hoeveel schilden?) varieerden sterk van plaats tot plaats, maar meestal trok men zich terug op een eiland waar men vocht tot de dood. Een duel weigeren betekende trouwens dat men schuld bekende.
Holmgang in een kortverhaal uit de Amerikaanse graphic novel Northlanders
1
Ik wil alleen een eed afleggen, (maar) jij, als je durft, ontken mijn eed en bevecht mij met wapens!
Vanaf de 9de eeuw kwam duelleren meer en meer voor in Europa en de praktijk bleef populair tot de 15de eeuw om juridische geschillen uit te vechten. De algemene filosofie was dat God aan de zijde van de overwinnaar stond en dat deze dus het recht aan zijn kant had. Aldus was het duel een vorm van godsoordeel (of godsgericht) , zoals de vuurproef2, de waterproef3 of de kruisproef4.
Dirk Bouts, de Rechtvaardigheid van Otto III of De vuurproef (Dirk Bouts, 1470-75) De vrouw van Keizer Otto was verliefd geworden op een van zijn hovelingen. Kuis als hij was had de man geweigerd, waarop Otto’s vrouw de man beschuldigde van overspel en poging tot verkrachting. Otto stelde de man zonder dralen terecht, waarop de weduwe een vuurproef eiste. Met het hoofd van haar man in haar armen legde ze de proef probleemloos af en bewees zo diens onschuld. Otto kon niets anders doen dan zijn eigen vrouw terechtstellen omwille van de valse beschuldiging. Op de achtergrond van het schilderij zie je haar trouwens op de brandstapel. 2
Hierbij moest de aangeklaagde een gloeiend hete metalen staaf vasthouden, waarna de brandwonde verzorgd werd. Na drie dagen bekeek men de wonde om te zien of deze mooi genezen was. Indien dit niet het geval was, betekende dit overduidelijk dat de aangeklaagde schuldig was. 3 De waterproef werd meestal gedaan bij een heks. Men gooide haar in het water, verdronk zij, dan was ze onschuldig, bleef ze drijven dan werd ze ondersteund door de duivel en was dus schuldig. De verdronken (en onschuldigen) vrouw zou naar het paradijs gaan, dus zij hoefde niets te vrezen. 4 Bij de kruisproef moest men een bepaalde tijd de armen in kruisvorm gestrekt houden, slaagde men niet, dan was dit een groot bewijs van schuld.
2. Vechtboeken en vechtmeesters Het tweegevecht sprak echter het meest tot de verbeelding en vooral in het Heilige Roomse Rijk (wat wij vandaag als Duitsland zouden omschrijven) was het erg populair.
Twee gefortuneerde heren maken zich klaar voor de strijd (Talhoffer, Thott manuscript, 1459)
Wellicht is dit een van de verklaringen voor het success van de zogenaamde ‘Fechtmeisters’, (ronttrekkende) leermeesters die hun leerlingen de nobele kunst van het zwaardvechten met het bastaardzwaard onderwezen. Vaak waren zij ook experts in andere wapens, zoals de staafbijl, het eenhandige zwaard, het lange mes, de falchion,… De beroemdste ‘Duitse’ vechtmeester (na Johannes Liechtenauer) was ongetwijfeld Hans Talhoffer, wapenmeester van Leutold von Koningsegg, vazal van graaf Eberhard met de Baard van Wurttenberg. Talhoffers lessen hadden success, want zijn leerling triomfeerde in 1440 in een juridisch duel. Voor de rest is heel weinig bekend over Talhoffer, maar zijn ‘vechtboeken’ zijn – misschien wel omwille van de prachtige illustraties- nog steeds populair binnen de hedendaagse Historical European Martial Arts (HEMA) verenigingen. Duel met eenhandig zwaard en dueleerschild (Talhoffer, Thott manuscript,1459)
Enkele manieren van vechten die door Talhoffer beschreven worden komen op het eerste zicht wat vreemd over: zo wordt er ook geduelleerd met grote duelleerschilden, voorzien van scherpe punten. Waarschijnlijk koos men voor dergelijk schild om niemand een voordeel te geven in het gevecht. Het was immers weinig waarschijnlijk dat een van de twee strijders reeds ervaring had opgedaan met dit vreemdsoortige wapen. Maar het allervreemdst is wellicht het duel tussen een man en een vrouw. Beide partijen droegen voor de gelegenheid – net zoals bij het duel met de grote schilden - lederen kledij, volledig ingesmeerd met varkensvet. Om de vrouw een even grote kans op overleven als de man te geven, werd de man verplicht tot aan zijn middel in een put te staan. De man kon de vrouw te lijf gaan met een knuppel, terwijl zij haar mannetje stond met een zware steen die in een grote doek gewikkeld was. Helaas zijn er nergens beschrijvingen van zo’n gevecht gevonden.
Duel tussen man en vrouw (Talhoffer, Thott-manuscript,1459) 3. De populariteit van het duel vanaf de 16de eeuw In de 16de eeuw kende het duelleren zijn absolute hoogtepunt, hoewel het juridisch karakter ervan meer en meer op de achtergrond verdween. Duels werden onder mannen uitgevochten bij de minste belediging. Shakespeare parodieert dit meesterlijk in zijn Romeo and Juliet: “Thou hast quarelled with a man for coughing in the street, because he hath wakened thy dog that hath lain asleep in the sun!” Zowel in Engeland als in Frankrijk vielen tienduizenden doden, waardoor de overheid de praktijk officieel verbood… Toch bleven vorsten, o.a. de Franse Henri IV (1553-1610) gratie verlenen aan duellisten. Tijdens de laatste 20 jaar van zijn regering stierven meer dan vierduizend mannen in duels, terwijl meer dan zevenduizend mannen gratie kregen…
Officieel was duelleren illegaal en wie zijn tegenstander doodde werd gezien als een moordenaar. Toch bestond er een interessant juridisch achterpoortje. Als men kon aantonen dat men een lekenpredikant of clericus was, dan had men het recht om voor de kerkelijke rechtbank te komen, die gewoonlijk veel soepeler was voor duels. Hoewel de kerk al sinds 1215 officieel elke vorm van godsoordelen verboden had, bleven tal van lokale kerken dit oogluikend toestaan. In het geval van een duel legden ze meestal een zware boete op, ten goede van de kas van de kerk en de benadeelde partij… Hoe kon men nu bewijzen dat men een klerikale status had? Door een religieuze tekst te lezen in het Latijn, in dit geval het eerste vers van Psalm 51: Miserere mei, Deus, secundum misisericordiam tuam. Het spreekt voor zich dat zelfs ongeletterde mensen dit vers van buiten leerden en klakkeloos opzegden… De overheid kon niets anders doen dan duellisten straffen met een zwarte vlek op de duim, een stigma dat zwaardvechters met heel veel trots droegen! Een van de meest bizarre duels die ooit uitgevochten zijn ging tussen Jeffrey Hudson, alias Lord Minimus. Jeffrey was de dwerg van Henrietta Maria, de dochter van Henri IV van Frankrijk. Deze dwerg werd tot ridder geslagen en had een harnas dat op zijn maat gemaakt was. Tijdens de Engelse Burgeroorlog van de 17de eeuw voerde hij een eigen cavaleriedivisie aan. Na het einde van de oorlog vluchtte hij met zijn meesteres naar Frankrijk waar hij in 1644 belachelijk werd gemaakt door William Crofts, waarop Jeffrey de edelman uitdaagde tot een duel te paard en met pistool. Jeffrey schoot de man zonder pardon door het hoofd, maar omdat hij gedaan had wat officieel verboden was, moest hij vluchten uit Frankrijk. Koningin Henrietta Maria en Lord Jeffrey Hudson door Van Dyck (1633)
Vanaf de 17de eeuw begon men steeds strenger op te treden tegen duels en kwam het meer en meer voor in het leger. Maar ook hier wou men komaf maken met de praktijk. Officieren die het deden, toestonden of niet verhinderden, kwamen zonder pardon voor de krijgsraad. Bovendien liepen duels vaak nog dodelijker af door het gebruik van zogenaamde dueleerpistolen. In België werd het duel pas in 1841 officieel verboden.
Duel in Turijn (Italië), 1903 4. Duelleren vandaag Vandaag leeft het duel nog voort in films en in bepaalde Duitse studentenverenigingen in de vorm van de Mensur, waar het duel vooral populair is omwille van de ‘mannelijke’ littekens die er kunnen opgelopen worden.
Als inwijdingsritueel in een studentenclub gaan studenten met elkaar een duel aan, waarbij vooral het gezicht geviseerd wordt. Echt heel veel techniek komt er niet bij kijken en men is zelfs trots op de littekens die men heeft opgelopen. Het oplopen van littekens wordt bovendien nog bevorderd omdat de beschermende kledij die bij een Mensur gedragen wordt zowat het ganse lichaam bedekt, behalve de wangen en het voorhoofd. De ogen worden echter wel afgedekt met een speciale bril. Mensur in Tübingen (1898/1899)
5. Beknopte bibliografie AMBERGER, J.C., The secret history of the sword: Adventures in ancient martial arts (Burbank, 1998) ANGLO, S., The martial arts of renaissance Europe (Singapore, 2000) LOADES, M., Swords and Swordsmen (Yorkshire, 2010) TALHOFFER, H., Alte Armatur und Ringkunst (s.l., 1459) (http://www.kb.dk/da/nb/materialer/haandskrifter/HA/e-mss/thalhofer/thalhofer.html)
Bert Gevaert voor de Hallebardiers (April, 2012)