Het gebruik van de GPS in Flight Simulator 1. Waar ben ik? Dat was altijd een belangrijke vraag, in de scheepsvaart, later ook in de luchtvaart. Het voert te ver om hier uit te wijden over de geschiedenis van het navigeren, maar men ontdekte op een goed moment dat de zon, de sterren, op een bepaald moment van de dag, van het jaar, op dezelfde plek stonden. En dat je die plek kon vaststellen door de hoek van de horizon ten opzichte van de zon of die ster, kon bepalen. En als je de postkoets pakte en je reed van Amsterdam naar Madrid, dat dan die hoek veranderde. Andersom werkte het ook; als je de hoek kon bepalen en je wist welke tijd het was, kon je op een kaart aangeven wáár je was! Men gebruikte voor die hoekmeting een paar stokken. De dwarslat kon je verschuiven langs de andere lat, waar een schaalverdeling opzat. De lange lat richtte je op de horizon en de dwarslat trok je naar je toe, net zolang tot je, van A naar C kijkend, de zon of de ster zag. Drie heldere sterren in verschillende richtingen 'geschoten' gaven een aardig beeld van waar je was.
De Jacobsstaf
Later werd de Jacobsstaf verbeterd en verkleind. Dat was een stuk handiger op een schip en vooral later in de cockpit!
De Sextant
De sextant werkt met spiegeltjes, handig als je naar de zon wilde kijken. Je zette de sextant dan een soort zonnebrilletje op. Als je in het kijkertje keek, zag je links de horizon. Door de arm langs de schaal te bewegen kwam rechts de zon, of de ster in beeld en als hij op de horizon landde, gaf de schaal de goede hoek aan.
De eerste piloten namen zo'n sextant mee in de cockpit. Het was een heel gedoe om een ster te schieten en dan de tabellen erbij te pakken om te kijken waar je bent. Later kwamen er speciale sextanten voor in de cockpit. Een Luchtvaartsextant
2. Wat is GPS? GPS, of Global Position System, zo lezen we in het Learning Center van FS2004, is 'Een netwerk van satelieten die gecodeerde data uitzenden die door ontvangers op de grond gebruikt kan worden om de positie vast te stellen.' De GPS ontvangers is eigenlijk een moderne sextant. Ze bepalen hun lokatie door de relatie tussen de verschillende hoeken waarin de satelieten staan, te gebruiken. GPS lijkt dus heel veel op nachtnavigeren, wat de eerste piloten gebruikten om hun plaats te bepalen. Het verschil is dat een GPS ontvanger een computer gebruikt om de positie te berekenen, terwijl de piloot de sterren gebruikte en een sextant, waarna hij met complexe tabellen kon berekenen waar hij was. ( Ik heb een paar jaar met ontvangers van Trimble gewerkt, zonder correcties (Post-Processing), met correcties (RTK). De hoeken naar de verschillende satelieten werd gebruikt bij het opstarten; de ontvanger had een 'almanak' aan boord met daarin de gegevens van alle satelieten. Vond hij er een, dan herkende hij die, wist in welke hoek hij stond en kon dan met de almanak bepalen welke en waar hij de andere satelieten mocht verwachten. De eerste keer opstarten van een nieuwe ontvanger, kon wel anderhalf tot twee uur duren, die tijd had hij nodig om de satelieten die in beeld kwamen, te herkennen en op te slaan in de almanak. Daarna was het vaak een kwestie van een minuut of tien, waarna de ontvanger gebruikt kon worden. Omdat we vaak aan de openbare weg kwamen, met onze rugzakken, waar antenne's uitstaken en een datalogger aan gekoppeld zat, kwam geregeld de vraag uit het publiek, “Hoe werkt dat nou?” Een ingewikkeld verhaal ophangen was geen doen en uiteindelijk heb ik daarvoor mijn 'zeepbellen-uitleg' daarbij gebruikt. Stel je voor, een zeepbel van zo'n 40000Km doorsnee. Precies in het midden hangt een sateliet. Op de zeepbel bevind jij je, met de ontvanger. De sateliet vertelt je, “Ik zie jou, op 20000Km afstand!” Dat is mooi, maar je kunt je dus overal op die zeepbel bevinden en hebt nog geen idee waar je bent. Daarvoor hebben we nog een sateliet nodig, een tweede zeepbel dus. De satelieten staan zo dicht bij elkaar, dat de twee zeepbellen elkaar raken. Je weet van vroeger, van het bellenblazen, dat als twee zeepbellen elkaar raken, ertussen een plat rond vlakje ontstaat. Nu de twee satelieten allebei een afstand geven, kan het niet anders, of je bevindt je ergens op de rand van dat ronde vlakje. Die cirkel is de enige plek waar beide afstanden kloppen. Maar bij GPS betekent dat nog steeds dat je duizenden kilometers verderop kan zijn, als waar je denkt dat je bent. Daarom komt er een derde sateliet aan te pas, die vanuit een heel andere hoek ook naar je kijkt. De ene sateliet staat bijvoorbeeld in het westen, de andere in het oosten en de derde in het zuiden. Ook die laatste blaast z'n bel en geeft je ook een afstand. Die bel, die afstand, raakt dat rondje van de twee andere satelieten op twee punten. Eigenlijk weet je nu al waar je bent; het ene snijpunt van de drie satelieten is je plek, het andere is honderden of zelfs duizenden kilometers verder naar boven of naar beneden. Om nog precieser te werken wordt een minimum van vier satelieten aangehouden en een masker, waardoor de satelieten die erg laag staan niet meedoen. Op topdagen hadden we configuraties van wel 12 satelieten die heel mooi verspreid stonden! GPS is éénrichtingsverkeer, er gaat informatie van de sateliet naar de ontvanger, niet terug. Er wordt wel gewerkt aan systemen die twee kanten op werken waardoor je overal op de wereld zou kunnen zien, waar een bepaalde ontvanger zich bevind. Nu lukt dat ook wel, maar dan heeft de ontvanger een radioverbinding.)
De computer aan boord van een luchtvaart GPS doet meer dan de piloot vertellen waar hij is. Hij kan ook aangeven waar een willekeurig ander punt op aarde is en hoe je er komt. GPS is een heel wonderlijk stukje technologie, dat elk jaar ook nog eens beter wordt. Het leren gebruiken is leuk en als je na studie en oefening door hebt hoe het werkt en wat de mogelijkheden zijn, is het moeilijk verder te vliegen zonder GPS. Het eerste wat je doet als je naar de GPS in FS kijkt, is natuurlijk verbijsterd achterover gaan zitten. Dat schermpje is redelijk duidelijk, maar al die knoppen? En al die afkortingen? MSG? PROC?? PUSH CURSOR? Het zal allemaal wel.. We gaan het proberen uit te leggen en als je het eenmaal doorhebt, zul je je afvragen hoe je ooit zonder GPS hebt kunnen vliegen. Het grappige is dat je lang niet alles hoeft te weten om er toch op een leuke manier mee te werken. 1. Lees deze handleiding eens door. 2. Dan oefenen en proberen. 3. Herhaal indien nodig! Voor je het weet ben je een expert..
De Garmin GPS 500
3. Wat kan ik allemaal met een GPS ontvanger? Met een GPS kun je een heleboel, hij kan je vertellen waar je bent. De meeste piloten zullen wel weten waar ze zijn, maar toch.. Je kunt ook je bestemming invoeren en dan kan hij je vertellen waar dat is en in welke richting je moet vliegen om er te komen. Dat is natuurlijk handig, Je kunt kaarten gebruiken en zien of je naar het oosten of westen moet vliegen, maar zo'n GPS ontvanger is daar heel precies in. Een sextant kon je niet vertellen naar wat voor vliegveld (of haven) je ging. Maar een GPS heeft een database aan boord, met heel veel gegevens over de vliegvelden, de VOR's de NDB's, intersecties. Als je om wat voor reden dan ook moet afwijken van je bestemming en naar een ander veld moet, kun je zien of er bijvoorbeeld brandstof is. De GPS geeft je de directe route naar dat veld. Informatie over NAVAIDS, VOR's, NDB's en Intersecties kun je ook opvragen. Je ziet op de bewegende kaart of je een bepaald luchtruim, de 'Airspace' van een vliegveld binnenvliegt. En je kunt een vliegplan, VFR of IFR volgen en instrumentprocedures vliegen.
Basis beginselen. Voordat we in detail ingaan op het gebruik van GPS in Flight Simulator, is het handig wat basis beginselen te kennen. Dit stukje moet je in ieder geval even lezen. Twee ontvangers, met dezelfde functies. In Flight Simulator zitten twee ontvangers, een 'ingebouwde' in het panel en een 'draagbare' uitvoering. Beide ontvangers hebben ongeveer dezelfde functies, zoals de Garmin GPS 500 die in het echt heeft. De Garmin GPSMAP 295 heeft in FS dus alleen een ander uiterlijk. De twee ontvangers hebben verschillende knoppen op verschillende plekken, maar ze doen hetzelfde. Waar vind je de GPS? Zoek op het panel naar het 'GPS-ikoontje' En is die er niet, dan druk je <shift><3>, daarmee zou de ontvanger in beeld moeten komen. Natuurlijk hebben de grotere toestellen de ingebouwde versie, bij de kleintjes moet de piloot het met de draagbare uitvoering doen:
De 'draagbare' GPSMAP 295
De 'ingebouwde' GPS 500 Flight Simulator toestellen met een GPSMAP 295 onvanger Flight Simulator toestellen met een GPS 500 ontvanger
•
1903 Wright Flyer
•
Bell 206B JetRanger III
•
Boeing 737-400
•
Curtiss JN–4D "Jenny"
•
Boeing 747-400
•
de Havilland DH–88 "Comet"
•
Boeing 777-300
•
Douglas DC–3
•
Beechcraft Baron 58
•
Extra 300S
•
Beechcraft KingAir 350
•
Ford 4–AT–E Tri-Motor
•
Bombardier Learjet 45
•
Model 5B and 5C Vega
•
Cessna Skyhawk SP Model 172
•
Piper J–3C–65 Cub
•
Cessna Skylane Model 182S
•
Robinson R22 Beta II
•
Cessna Caravan C208 Amphibian
•
Ryan NYP "Spirit of St. Louis"
•
Cessna Grand Caravan C208B
•
Schweizer SGS 2–32
•
Mooney M20M “Bravo”
•
Vickers F.B.27A Vimy
De GPS 500 heeft een grote en een kleine draaiknop. De GSPMAP 295 heeft een kantelschakelaar, met dezelfde functies. Daar waar deze handleiding het heeft over de draaiknop op de GPS 500, gebruik je de kantelschakelaar op de GPSMAP 295.
GPS 500 draaiknoppen
GPSMAP 295 kantelschakelaar
Lees je over het draaien van de kleine, binnenste knop, dan klik je links of rechts op de kantelschakelaar. Lees je over het draaien van de grOte, buitenste knop, dan klik je bOven of Onder op de kantelschakelaar. Houd de O's maar in gedachten, als ezelsbruggetje! Op de GPS500 zie je dat je ook nog op de knop kunt drukken, 'PUSH CRSR', de GPS295 heeft daar een aparte drukknop voor.
Beide ontvangers kun je zelf op een andere plek zetten; je versleept ze gewoon met de linkermuisknop ingedrukt. Undocken kan ook, je kunt ze dan bijvoorbeeld op een ander scherm zetten. Het gebruik van de muis. Om de knoppen van de GSP te bedienen, ga je er met de muis naartoe en op de goede plek verandert de cursor in het handje en kun je klikken.
Wanneer je de muis stilhoudt op een knop, verschijnt een korte beschrijving van wat de knop doet.
Tooltips
Drukknoppen Druk op een knop om hem te activeren, beweeg de muis er naartoe en klik.
Draaiknoppen De GPS 500 heeft een dubbele draaiknop, een grotere buitenom en een kleinere daar binnenin. Wanneer je in de instructies leest zo'n knop te bedienen, houd je de muis op een van de pijlen op die knop. Er verschijnt een handje met een + (plus) of – (min) teken. Wanneer het handje met de – verschijnt zal een muisklik de knop naar links bewegen. Wanneer het handje met de + verschijnt zal een muisklik de knop naar rechts bewegen. Je kunt natuurlijk ook het scrollwieltje gebruiken om de knoppen te bedienen. Houd de muiscursor over de knop en rol het scrollwieltje om te bedienen. Het gebruik van het toetsenbord Je kunt het toetsenbord gebruiken om de GPS ontvangers te bedienen. Er zijn echter geen toetsencombinaties toegewezen aan de GPS, dat zul je zelf moeten doen. Over paginagroepen en pagina's De informatie die op het GPS scherm verschijnt, is verdeeld in pagina's, waarvan je er telkens 1 kunt bekijken. Sommige pagina's zijn geschikt in groepen van pagina's die een relatie hebben. De paginagroepen zijn als het ware de hoofdstukken in een boek, de pagina's zijn de bladzijden in zo'n hoofdstuk. Er zijn drie paginagroepen in de Flight Simulator GPS ontvangers. De Navigation groep bevat: • •
De standaard NAV Een landkaart
De Waypoint groep bevat: • • • • • • •
Luchthaven lokatie Luchthaven banen Luchthaven frequenties Luchthaven Nadering (Approach) Intersecties NDB's VOR
De Nearest groep bevat: • • • • •
Dichtstbijzijnde luchthaven Dichtstbijzijnde intersectie Dichtstbijzijnde NDB Dichtstbijzijnde VOR Dichtstbijzijnde luchtruim
Er zijn nog twee 'losse' pagina's: • •
Aktieve vluchtplan Procedures
Alle paginagroepen en pagina's worden behandeld, in de volgorde hierboven.
Navigeren tussen de paginagroepen en de pagina's Op de GPS 500 navigeer je tussen de paginagroepen met de grote, buitenste knop, navigeren tussen de pagina's zelf gaat met de kleine, binnenste. Draai eens aan de grote, buitenste knop. (Onthouden? Je klik dus boven of onder op de kantelschakelaar van de GPS295!) Rechtsonder in het blauwe balkje, zie je de groepen voorbijkomen; NAV, WPT en NRST. De NRST, Nearest of Dichtsbijzijnde groep kun je ook direct oproepen met de NRST-knop. In noodgevallen wil je daar heel snel kunnen kijken! Door nog een keer op de knop te drukken, ga je weer terug naar de vorige pagina. De twee losse pagina's hebben elk hun eigen knopje. Door op FPL te drukken ga je direct naar het aktieve vliegplan. (Op de GPS295 druk je op de ROUTE-knop.) En wil je naar de procedures, dan druk je op de PROC-knop. Wil je weer terug, dan druk je in beide gevallen weer op de knop.
De rechteronderhoek van het scherm laat zien welke groep er getoond wordt, in dit geval NAV. Je ziet daar ook uit hoeveel pagina's de groep bestaat, door het aantal rechthoekjes achter de naam. Een van de rechthoekjes is altijd wit, dat is de pagina die je bekijkt. Door het verdraaien van de kleine knop, wissel je van pagina. De ontvanger onthoudt welke pagina je het laatst bekeken heb als je wisselt naar andere groepen en weer terugkomt. Scrollen Als de ontvanger een lijst moet laten zien die te lang is voor het scherm, verschijnt er een 'scrol-bar' langs de rechterzijde van het scherm. Bij de GPS500 moet je dan eerst op de kleine draaiknop drukken om de cursor te aktiveren. (PUSH CRSR) Daarna verdraai je de grote knop om door de lijst te scrollen. (GPS295? Juist, boven en onderkant van de kantelschakelaar!)
Draai- en drukknoppen Net als elke computer hebben de GPS ontvangers een scherm om informatie uit te halen en mogelijkheden om informatie in te voeren. Voor dat laatse zijn er draai- en drukknoppen, (bij een computer dus het toetsenbord) om van pagina te wisselen en informatie in te geven.
De GPSMAP 295 De GPS 500
Beide GPS ontvangers in Flight Simulator hebben bijna dezelfde functionaliteit, zoals je op bovenstaande afbeeldingen kunt zien. 1. De Bereik-knop (of de IN en OUT knoppen op de GPSMAP 295) geven je de mogelijkheid om de kaart te verschalen. De bovenste pijl zorgt ervoor dat je uitzoomt, voor een groter gebied, de onderste pijl zoomt in, voor meer detail en een kleiner gebied. 2. De Ga-naar-knop geeft direct toegang tot de ga-naar functie, daarmee kun je een bestemming invoeren en een directe koers naar die bestemming vastleggen. 3. De Menu-knop wordt gebruikt om een stukje route in een vliegplan, een 'leg', te activeren. (Dit is niet beschikbaar op de GPSMAP 295.) 4. De Clear-knop (de QUIT-knop op de GPSMAP) wordt gebruikt om informatie uit te vegen of opgave te stoppen. Druk op de knop en houd deze vast om onmiddelijk terug te keren naar de NAV pagina, vanuit welke groep, of vanaf welke pagina dan ook. Help, ik ben verdwaald! Wanneer je de weg kwijt bent, tussen alle pagina's en paginagroepen, houd je dus de CLR knop (de Quit-knop op de GPSMAP) ingedrukt. Je komt dan weer op de voorpagina van het Navigeren terecht!
5. De Enter-knop wordt gebruikt om een opdracht te bevestigen of een invoer af te sluiten. 6. De grote draaiknop (boven- en onderkant van de kantelschakelaar op de GPSMAP) wordt gebruikt om te wisselen tussen de groepen; NAV, WPT, FPL of NRST. Als de cursor van het scherm geactiveerd is (CRSR) gebruik je hem om de scrrolbar op het scherm te bewegen. 7. De kleine draaiknop (links en rechts op de kantelschakelaar van de GPSMAP) wordt gebruikt om tussen de verschillende pagina's te bladeren in bovengenoemde groepen. 8. De CRSR-knop activeert de cursor van het scherm. Je kunt dan data invoeren of door een lange lijst scrollen.
9. De Nearest-knop laat de dichtstbijzijnde vliegvelden zien. Het draaien van de kleine knop laat je door de verschillende NRST pagina's bladeren. 10. De OBS-knop (OmniBearing Selector, niet op de GPSMAP) wordt gebruik om handmatig of automatisch de volgende bestemming op een route, een 'Waypoint' te selecteren. Met deze knop activeer je de OBS functie, waarmee je het huidige Waypoint vasthoudt als een herkenningspunt, zelfs na het passeren van dat punt. (Eigenlijk verhindert de knop dat je automatisch naar het volgende bestemmingspunt gaat.) Druk weer op de OBS-knop en de normale werking komt weer terug, met het automatisch doorvliegen naar de volgende bestemming op de route. 11. De Boodschap-knop (Message, niet op de GPSMAP) wordt gebruikt om waarschuwingen inzake luchtruim, de 'Airspace' te lezen. 12. De Vluchtplan-knop (Flightplan, ROUTE op de GPSMAP) wordt gebruik om een vluchtplan te bekijken (en te gebruiken) die je met de Flight Planner in Flight Simulator gemaakt hebt en om instrument naderingen te gebruiken. 13. De Terrein-knop (Terrain) beïnvloed de wijze waarop de landkaart zich vertoond, in de NAV groep en op de MAP pagina. 14. De Procedures-knop maakt het mogelijk om instrument naderingen aan je vliegplan toe te voegen. Wanneer je een plan vliegt, worden beschikbare procedures van je bestemmingsvliegveld automatisch aangeboden. Anders kun je zelf een vliegveld naar keuze selecteren en dan een procedure.
De NAV/GPS schakelaar De toestellen in Flight Simulator die de GPS 500 aan boord hebben (maar ook de Bell 206B JetRanger III en de Extra 300S) hebben een NAV/GPS schakelaar op het panel.. • • •
Wanneer de schakelaar op NAV staat, gebruikt de VOR1 indicator (de HSI) informatie van de NAV1 radio. Wanneer de schakelaar op GPS staat, gebruikt de VOR1 indicator (de HSI) informatie van de GPS ontvanger. Wanneer de schakelaar in de GPS stand staat, zullen de HSI èn de Autopiloot gebruik maken van de GPS-data.
Opmerking: Om de GPS aan de NAV1 en/of aan de Autopiloot te koppelen, met de bedoeling de route in de GPS te volgen, zet je de NAV/GPS schakelaar op GPS. Let wel, je kunt alleen een horizontale route volgen en de GPS NIET gebruiken om ILS te vliegen of automatisch te landen!
De Navigatie Paginagroep De navigatie paginagroep bevat twee pagina's, de Standaard NAV pagina en de MAP (kaart) pagina. Je kwam direct weer bij de NAV-pagina terecht door de CLR-knop ingedrukt te houden (of de QUIT-knop op de GPS295). Maar je kunt ook de grote knop helemaal naar links draaien. Daarna selecteer je met de kleine draaiknop de juiste pagina. De Standaard Navigatie pagina
De Standaard Navigatie pagina laat de kaart zien, vóór het toestel en je huidige positie. En verder: Aan de bovenkant zie je de route over de grond (TRK), de 'ground track'. Dit is je richting ten opzichte van het landschap en hoeft niet je Heading te zijn!
De Standaard Navigatie pagina
Aan de onderkant zie je de snelheid ten opzichte van de grond (GS), Dit zal verschillen van je snelheid ten opzichte van de lucht, als het waait.
Wanneer je verder geen vluchtplan ingevoerd hebt, zul je alleen die twee zien. De volgende waardes zie je pas als er een doel is, zodat de GPS bijvoorbeeld de afstand kan berekenen. Als je een vliegplan hebt, of een bestemming hebt ingevoerd, zie je ook nog: Aan de bovenkant van de pagina, de gewenste route, (DTK) en de afstand naar de bestemming (DIS). Aan de onderkant de aktieve van en naar bestemmingspunten, de Waypoints (of alleen de bestemming als je geen vliegplan hebt) en de geschatte tijd dat je onderweg bent (ETE). Een grafische voorstelling van de afwijking van de route (CDI) zie je ook aan de onderkant. Anders als bij een mechanische CDI, gekoppeld aan een VOR of ILS ontvanger die alleen maar hoeken ziet, geeft een GPS ook de afstanden in Nm, 0.3, 1.0 of 5.0 Nm). Standaard zal de CDI schaal worden afgestemd op de huidige fase van het vliegplan, en route, vliegveld omgeving of approach. De grafische CDI toont jou positie in het midden van het scherm (het witte rechthoekje), in relatie tot de gewenste koers. (De rode lijn is de huidige etappe van het plan, de witte de daarop volgende) Net als bij traditionele CDI's stuur je naar de lijn (de naald) toe als je uit de koers raakt. De gele TO/FROM pijl in het midden van de schaal aan de onderkant, laat zien of je naar een Waypoint toevliegt (pijltje wijst omhoog) of het Waypoint gepasseerd bent. (pijltje wijst naar beneden) Langs de zijkant van de bladzijde is nog meer informatie af te lezen; bij WPT zie je het volgende Waypoint, BRG geeft de hoek naar dat punt, CTS is de koers die je dan moet sturen, ETA is de geschatte tijd die je nodig hebt om daar aan te komen. VSR is de verticale snelheid die nodig is om op de juiste hoogte bij dat punt te komen of op de runway waar geland moet worden. Verder zie je nog de TKE waar staat hoe groot de afwijking is tussen jou en de track die je moet vliegen en de XTK. In het voorbeeld zie je dat we 0,2Nm naar links moeten om zuiver op de track te zitten. Een GPS-ontvanger weet niet alles. Hij heeft er geen idee van in welke richting de neus van het toestel wijst! Ga er dus nooit van uit dat de TRK op het scherm, hetzelfde is als de Heading van jou toestel, want die kan door het corrigeren door zijwind wel eens heel anders zijn!
Een samenvatting van de moeilijke woordjes van de standaard NAV pagina: BRG (Bearing): De kompasrichting vanaf je huidige positie naar ht volgende Waypoint. CTS (Course To Steer): De aanbevolen richting om het toestel te sturen, om de fouthoek zo klein mogelijk te houden. Geeft dus eigenlijk de meest efficiënte richting om terug te komen op de gewenste koers, om daar je vliegplan te vervolgen. CUM (Cumulative distance): Het totaal van alle etappes van je vliegplan. DIS (Distance): De rechtstreekse afstand naar het volgende Waypoint, rekening houdend met de kromming van de aarde. DTK (Desired Track): De gewenste koers tussen de twee aktieve Waypoints. ETA (Estimated Time of Arrival): De geschatte tijd van aankomst bij het volgende Waypoint, rekening houdend met de huidige snelheid en richting. ETE (Estimated Time Enroute): De tijd die je nog onderweg bent vanaf je huidige positie tot het volgende Waypoint, weer rekening houdend met de huidige snelheid en richting. GS (Ground Speed): De snelheid waarmee je vliegt, ten opzichte van de grond. HDG (Heading): De richting waarin de neus van je toestel wijst, gebaseerd op de gegevens van een magnetisch kompas of een richtings gyro. TKE (Track-angle Error): De hoek is het verschil tussen je gewenste koers en de huidige koers. Om deze hoek te verkleinen of zelfs helemaal op 0 te krijgen: als de TKE een negatief getal laat zien, stuur je naar links, bij een positief getal stuur je naar rechts. TRK (Track): De bewegingsrichting ten opzichte van de positie aan de grond. Wordt ook vaak ground track genoemd. VSR (Vertical Speed Required): De verticale snelheid die nodig is om vanaf de huidige positie en hoogte, de juiste hoogte te bereiken van het volgende Waypoint, of de landingsbaan, gebaseerd op je huidige snelheid ten opzichte van de grond, de ground speed. XTK (Crosstrack Error): De afstand tussen het gewenste punt op je etappe naar de volgende Waypoint en je positie. CDI (Course Deviation Indicator): Het driehoekje geeft aan of je links of rechts van de ideale route zit. Terrein Je kunt het terrein onder je op de GPS ontvanger zichtbaarder maken, waardoor het soms makkelijker is je positie te herkennen.Je drukt daarvoor op de TERR knop. Met nogmaals drukken komt de anders gekleurde kaart weer tevoorschijn. Vereenvoudigen Je kunt objecten op scherm aan- en uitzetten, zodat je makkelijker herkent, wat je nodig hebt. Door op CLR te drukken, (jawel, de QUIT op de kleine ontvanger!) verdwijnen er steeds meer dingen uit de kaart, eerst de Class B en C luchtruimen, nogmaals drukken en de NAVAIDS gaan weg, nogmaals verwijdert de luchthavens. Waypoints en je aktieve vluchtplan staan altijd aan. En druk je nog een keer op CLR dan komt alles weer terug! Aan de linkerkant van het scherm, naast het 'Zoom-getal' zie je een 1, 2 of 3. Daaraan zie je in welk detailniveau je zit. Weet je bijvoorbeeld zeker dat je vlak bij een vliegveld zit en zie je die niet in de ontvanger, dan is de kans groot dat je links een 3'tje ziet staan en dus staan de luchthavens uit!
De schaal veranderen De schaal van de kaart verschijnt aan de linkerkant, waarbij 1 van de 20 schalen gebruikt wordt. Je kunt in- en uitzoomen vanaf 500Ft tot 500Nm. Gebruik de RNG knop (de IN en OUT knoppen op de GPSMAP 295) om de gewenste schaal te selecteren. Je kunt uitzoomen naar een groter gebied door op de pijl naar boven van de RNG knop te drukken. (GPS295, OUT!) Met de onderste pijl zoom je weer in. (Juist! IN!) Symbolen De GPS ontvangers gebruiken de volgende symbooltjes, net boven het grafische gedeelte, op het Default NAV scherm om een aktieve etappe van een vluchtplan te tonen of een 'Direct-to': Direct naar een Waypoint De koers naar een Waypoint, of de gewenste koers tussen twee Waypoints VTF, Vectors to Final Linker draai procedure Rechter draai procedure DME boog naar links DME boog naar rechts Linksdraaiend wachtpatroon Rechtsdraaiend wachtpatroon
De GPS ontvangers navigeren altijd in de richting van een 'To' waypoint. Behalve als je op de GPS500 de OBS schakelaar aanzet, dan verhinder je dat automatisch het volgende waypoint geactiveerd wordt, nadat je een punt passeert.
De aktieve etappe van je vluchtplan (of de 'Direct-to' bestemming, als je de Direct-TO knop gebruikt) verschijnt boven de CDI. Het scherm zal automatisch doorgaan naar het volgende stuk van je plan, zodra je een Waypoint bereikt hebt. Wanneer je geen vliegplan gebruikt of een 'Directto' bestemming hebt, blijft deze regel leeg.
Het GPS scherm gebruikt verschillende symbooltjes om de verschillende Waypoint-types aan te duiden En zal ook de Identifiers voor de Waypoints op het scherm laten zien. De grenzen van 'speciaal gebruikte' en 'gecontroleerde' luchtruimenverschijnen op de kaart en laten de sectors zien, voor zover het Class B of C luchtruim betreft.
Luchthaven met harde banen. (Worden bij inzoomen zichtbaar) Luchthavens met zachte banen. (Worden bij inzoomen zichtbaar) Luchthaven met brandstof. Luchthaven voor watervliegtuigen Intersectie VOR VOR/DME NDB Localizer
Kaartpagina De tweede NAV-pagina, de Kaartpagina, laat je huidige positie zien (het vliegtuigsymbooltje in het midden), samen met de dichtstbijzijnde luchthavens, navigatie hulpmiddelen, luchtruimgrenzen. meren en kustlijnen. De Standaard NAV-pagina is gericht met de huidige etappe recht omhoog wijzend, de Kaartpagina wijst altijd naar het noorden. Er zijn 20 schalen beschikbaar bij de kaart, je kunt in- en uitzoomen van 500Ft tot 500Nm. De ontvanger geeft een indicatie van de schaal aan de linkerkant van de kaart, de 50Nm op het voorbeeld is de afstand van de ondernaar de bovenkant van het kaartje.
De Kaartpagina
De schaal aanpassen en objecten aan- en uitzetten gaat net zo als bij de Standaard NAV-pagina.De kolom gegevens langs de linkerkant is hetzelfde als bij de Standaard NAV-pagina.
Hierboven zie je de geweldig ingewikkelde route van Eelde, via (het niet meer bestaande veld) Noordoostpolder en Lelystad naar Schiphol.
De Waypoint Paginagroep De Waypoint (WPT) paginagroep geeft informatie over de luchthavens, VOR's, NDB's, Intersecties, landingsbanen, frequenties en naderingen, die zijn opgeslagen in de FS navigatie database. En dat zijn er vele duizenden! Houd de CLR knop ingedrukt, je komt dan weer op de Standaard NAV pagina terecht. Verdraai de grote knop om te wisselen tussen de groepen, tot je WPT in de blauwe balk ziet staan. En dat is schrikken! Want we weten nu wat die blokjes daarachter betekenen; er zijn wel zeven pagina's! We noemen even de zeven onwerpen die je daar kunt vinden, luchthavenpositie, landingsbanen, frequenties, naderingen, intersecties, NDB's en VOR's. Met de kleine draaiknop, kun je weer tussen de pagina's wisselen. Daarbij moet de cursor uitstaan! Eventueel even op de PUSH CRSR drukken. Nadat je een WPT pagina geselecteerd hebt, kun je informatie over een Waypoint bekijken door de identifier in te voeren, of de naam. Daarvoor selecteer je de gewenste pagina en zet dan de cursor weer aan. Door aan de kleine knop te draaien scroll je door de lijst, tot je het eerste karakter te pakken hebt, dat is een cijfer of een letter. Met de grote knop ga je naar het volgende vakje en verdraait de kleine knop weer zodat het tweede karakter in beeld komt. Dit herhaal je tot de naam helemaal ingevuld is en dan druk je op ENT. De cursor kun je dan weer uitzetten. In plaats van het verdraaien van de kleine knop, om de juiste karakters op te zoeken, kun je ze ook gewoon met het toetsenbord invoeren. Dubbele Waypoints.
De dubbele Waypoints pagina
Terwijl jij druk bezig bent de karakters van een waypoint in te voeren, is de GPS ook heel druk bezig! Hij zoekt alvast in z'n database naar de waypoints die beginnen met de karakters die je al ingevoerd hebt. Als er dubbele codes in de database zitten, zal de ontvanger een 'Dubbel Waypoint' pagina laten zien, als je na je selectie op ENT drukt. Er verschijnt dan een lijstje van deze dubbele codes, samen met de landencode. Je gebruikt de grote knop om door deze lijst te scrollen.
Om een Waypoint Identifier uit de lijst van dubbele Waypoints te selecteren, doe je het volgende; 1. Selecteer het gewenste vliegveld of Navaid code. Het dubbele Waypoint scherm zal verschijnen. 2. Verdraai de grote knop om het gewenste punt te selecteren en druk op ENT. 3. Om de knippercursor te verwijderen druk je op de PUSH CRSR knop.
Vliegveld lokatie pagina De vliegveld lokatie pagina laat de latitude, longitude en hoogte van een veld zien. Het scherm toont ook de verschillende faciliteiten en ook of er brandstof beschikbaar is. De GPS gebruikt de volgende afkortingen en beschrijvingen:
De Luchthaven Lokatie Pagina
Bij APT zie je de ICAO code en het type vliegveld, burger, militair of privé. Bij FACILITY, CITY & REGION de naam van het veld, bij welke stad en in welke regio het ligt. Bij POSITION zie je de latitude en de longitude. Bij ELEV de hoogte in voeten. Bij FUEL welke brandstof er beschikbaar is. (De GPS weet natuurlijk niet of ze nog voorraad hebben, misschien zijn ze net uitverkocht als jij daar met een bijna lege tank landt!)
Bij APPROACH staat de best beschikbare nadering, ILS, MLS, LOC, LDA, SDF, GPS, VOR, RNAV (RNV), LORAN (LOR), NDB of TACAN (TCN) Verder zie je nog een vakje RADAR, als die op het veld aanwezig is en AIRSPACE, iets om bij drukkere luchthavens rekening mee te houden. De gewenste luchthaven opzoeken De GPS ontvangers in FS gebruiken de ICAO codes van de vliegvelden. Alle grote vliegvelden in Amerika gebruiken alleen maar letters (behalve Alaska en Hawaï) met een “K” ervoor. Zo kun je bijvoorbeeld Boston vinden door naar “KBOS” te zoeken. De andere velden gebruiken de “K” niet en kunnen ook een cijfer bevatten, “3VS”. Nederlandse velden beginnen met een “E” van Europa en dan de “H” van Holland. Schiphol wordt zo “EHAM” en Ameland “EHAL”. De Banen Wanneer je een luchthaven geselecteerd hebt, vind je een pagina verder de start- en landingsbanen. De naam “1-18”, het opppervlaktemateriaal, Asphalt, Concrete en de lengte. De ontvanger laat ook een klein plaatje zien van de banen en de directe omgeving van de banen. Linksonder zie je de schaal van het kaartje en je kunt weer in- en uitzoomen. Voor velden met meerdere banen is voor al die banen informatie beschikbaar. De Banenpagina
Wanneer je informatie over de andere banen wilt zien, doe je het volgende; Je activeert de cursor. (PUSH CRSR) Draai aan de grote knop om de cursor op het juiste (banen) veld te zetten. Dan draai je aan de kleine knop en er verschijnt een venstertje met alle banen van dat vliegveld. Blijf de kleine knop verdraaien tot de gewenste baan oplicht. Druk dan op ENT om de de informatie over die baan te zien. De cursor haal je weer weg met PUSH CRSR. De Frequentie pagina
De Frequentiepagina
Op de frequentiepagina zie je alle radiofrequenties die bij de luchthaven horen, die je gekozen hebt. Als het veld een LOC-frequentie heeft, zul je die daar ook aantreffen. Je kunt de pagina gebruiken om de andere COM en VOR/ILS frequenties op te zoeken. Ook hier kun je weer scrollen met PUSH CRSR en de grote draaiknop. Het witte balkje laat weer zien dat er meer informatie is. Je kunt dan de gezochte frequentie handmatig overnemen in je Radio.
Sommige frequenties zijn alleen te beluisteren en andere alleen om te zenden. In het voorbeeld zie je RX staan bij ATIS, daar wordt alleen maar luchthaven informatie uitgezonden, terugpraten helpt niet, er luistert daar toch niemand! (RX is receive, ontvangen, TX is transmit, uitzenden.) Een snellere methode om een frequentie in je radio te zetten is, de cursor op de juiste faciliteit te zetten, de toren bijvoorbeeld en dan op ENT te drukken. De frequentie wordt dan automatisch door de GPS in de radio gezet, aan de Standby kant! Je kunt frequenties tegenkomen voor communicatie; Approach, ATIS, ASOS, AWOS, Unicom, Multicom, Clearance, Ground, Tower, Departure en FSS. En Navigatie frequenties; ILS en LOC. Luchthaven Naderingspagina
De naderingspagina
De Naderingspagina, Approach, laat alle beschikbare naderingen van het veld zien. Als er meerdere beginsituaties, approach-fixes (IAF's) beschikbaar zijn, zullen die ook getoond worden. De kaart zal het schema laten zien van de geselecteerde nadering en de weg (Transition) daar naartoe. Werk op de zelfde manier met de PUSH CRSR, grote en kleine knop, om het gewenste te selecteren. Linksonder zie je TERM staan i.p.v. ENR, dat wil zeggen dat je binnen 30Nm van de luchthaven bent gekomen, de Terminal.
Alle naderingen die op de GPS ontvanger verschijnen zijn goedgekeurde naderingen om met GPS uit te voeren. Wanneer bij de nadering de letters GPS vermeldt staan, mag de nadering met alleen de GPS uitgevoerd worden. Staat er geen GPS vermeld, dan mag de GPS alleen als hulpje, naast de normale instrumenten gebruikt worden. De Intersectiepagina
De intersectiepagina
Deze pagina laat de latitude, longitude en de regiocode van de geselecteerde intersectie zien. Een intersectie kan een snijpunt zijn tussen twee peilingen van bijvoorbeeld twee VOR's Daarnaast zie je ook de naam, de radiaal en de afstand naar de dichtsbijzijnde VOR of VOR/DME. Bij Position zie je de coordinaten van de intersectie, bij RAD de richting naar de VOR en bij DIS de afstand naar die VOR, uiteraard in Nm. Let wel, dit is de dichtsbijzijnde VOR en hoeft niet de VOR te zijn, die je gebruikt voor je peilingen!
De NDB pagina De NDB pagina laat de naam van de NDB zien, eventueel het veld waar hij bijhoort, de stad in de buurt en de regio. Je ziet de coordinaten weer en natuurlijk de frequentie van de NDB. NDB's kun je alleen selecteren op hun naam. Ook hier kun je de gewenste NDB weer in de lijst selecteren en met de ENT knop zet je de frequentie over naar je radio. WX BRDCST staat alleen ingevuld als de NDB ook een weersbericht uitzendt. De NDB pagina
De VOR pagina Ook hier zie je weer het ondertussen bekende lijstje met informatie voorbijkomen. Een extraatje is de VAR, de afwijking die het magnetische kompas geeft, op deze plek van de aarde. Ook een VOR kun je alleen op naam selecteren. En ook een VOR kun je selecteren in je GPS en vervolgens met de ENT knop overzetten naar de Standby kant van je NAV1 radio. De VOR pagina
De Nearest Pagina groep Deze groep geeft veel informatie over de 9 dichtstbijzijnde vliegvelden, VOR's, NDB's en Intersecties binnen een straal van 200Nm. Je kunt altijd op de NSRT knop drukken, vanaf welke bladzijde dan ook. En natuurlijk kun je weer aan de grote knop draaien. Met de kleine knop laat je de verschillende pagina's weer voorbij komen. Alle details van alle negen luchthavens laten zien, lukt niet in het kleine schermpje. Daarom krijg je informatie over de eerste vijf, je ziet de witte scrollbar en weet dus dat je met PUSH CRSR verder kunt kijken. Met VOR, NDB, Intersecties en eigen Waypoints lukt dat wel, bij de lijst van Airspaces, de luchtruimen moet je weer scrollen. Navigeren naar een dichtbij gelegen punt. De NRST pagina's kunnen gebruikt worden, samen met de Direct-To functie om snel een route uit te zetten naar een dichtbij gelegen punt. Dat bespaart een hoop tijd, anders zou je de database moeten doorspitten met de WPT pagina's. En nog belangrijker, het kan gebruikt worden om zo snel mogelijk op het dichtsbijzijnde vliegveld te komen, in noodgevallen! Met de cursor aan scroll je door de lijst van objecten, tot je op het goede object staat. Druk dan op de Direct-To knop, (de knop nummer 2, de letter D met de pijl erdoor) om op de Direct-To pagina te komen. Druk op ENT om het gekozen punt te bevestigen en druk nog een keer ENT (Activate? knippert!) om met de navigatie naar dat punt te beginnen. Dichtsbijzijnde luchthaven pagina. Deze pagina geeft je alle informatie over de dichtsbijzijnde luchthavens, binnen 200Nm. De afstand naar dat veld staat erbij, de richting er naartoe, welke Approach het beste is, de frequentie die je moet gebruiken en niet onbelangrijk, de lengte van de baan.
Dichtsbijzijnde luchthavens
Je kunt deze pagina ook gebruiken om de communicatie frequenties van het dichtsbijzijnde veld op te zoeken en op je radio in te voeren Door met de cursor op een veld te gaan staan en op ENT te drukken, krijg je meer informatie over het veld. Let op, je komt dan weer op een Waypoint pagina van dat veld terecht en kunt daar gelijk met de kleine draaiknop kijken naar de banen en de frequenties. Met de NRST knop spring je weer terug naar de Dichtsbijzijnde luchthaven pagina.
Dichtsbijzijnde intersectie pagina Deze pagina laar de gegevens zien van negen intersecties binnen een straal van 200Nm. Ook de afstand naar zo'n intersectie kun je weer aflezen.
Dichtsbijzijnde intersectie pagina
Je kiest de de dichtsbijzijnde intersectie pagina en wandelt er doorheen met de grote knop. Als de juiste intersectie geselecteerd staat, druk je op ENT en springt dan naar de pagina van die intersectie. Met de NRST knop kom je weer terug.
Dichtsbijzijnde NDB pagina Het wordt misschien eentonig, maar inderdaad, deze pagina brengt je bij de negen dichtsbijzijnde NDB's. Ook hier zie je weer de richting en de afstand.
Dichtsbijzijnde NDB pagina
Je selecteert de pagina, scrollt er doorheen met de cursor aan en de grote draaiknop en drukt op ENT bij de juiste NDB. Je komt dan op de pagina van deze NDB terecht waar je alle gegevens weer kunt aflezen. De NRST knop brengt je weer terug.
Dichtsbijzijnde VOR pagina Op deze pagina zie je de negen dichtsbijzijnde VOR's en de richting daarheen en de afstand. Je gaat met de cursor weer naar de juiste VOR en drukt op ENT om bij de gegevens te komen. De NRST knop brengt je weer terug naar de dichtsbijzijnde VOR pagina zelf.
Dichtsbijzijnde VOR pagina
Dichtsbijzijnde luchtruim pagina Op deze laatste NRST pagina worden de negen dichtsbijzijnde luchtruimen getoond. Dit kunnen gecontroleerde luchtruimen zijn maar bijvoorbeeld ook militaire, waar je niet mag komen. De volgende waarschuwingen kun je daar verwachten: Als je koers je direct op een luchtruim afstuurt en je komt daar binnen tien minuten aan, krijg je een Airspace ahead—less than 10 minutes waarschuwing. De dichtsbijzijnde luchtruim pagina laat dan bij het luchtruim een Ahead zien. Wanneer je binnen 2Nm van zo'n luchtruim komt en je huidige koers laat je er in vliegen, (letterlijk!) dan is de waarschuwing Airspace near and ahead. Op de pagina lees je dan Ahead < 2nm. Wanneer je binnen 2Nm van zo'n luchtruim komt, maar je koers laat je erlangs vliegen, krijg je de waarschuwing Near airspace less than 2nm. Op de pagina lees je Within 2nm of airspace. Als je het luchtruim binnengevlogen bent zul je de waarschuwing Inside Airspace krijgen, terwijl ook de pagina een Inside of airspace laat zien. De luchtruim waarschuwingen zijn gebaseerd op drie dimenties, latitude, longitude en hoogte. Zo kun je over of onder een gecontroleerde luchtruim doorvliegen, zonder de waarschuwingen te krijgen.
Dichtsbijzijnde luchtruim pagina
Als er een situatie ontstaat waardoor je een waarschuwing zou moeten krijgen, zal de MSG knop gaan knipperen. Die knop zit alleen op de GPS500. Er is een extra marge van 200Ft ingebouwd in de hoogte waarschuwing waardoor je nog wat eerder gewaarschuwd wordt.
Wanneer je zo'n waarschuwing gekregen hebt, kun je verdere informatie vinden op de 'dichtsbijzijnde luchtruim pagina'. Het kan gebeuren dat je in een gebied zit, waar veel luchtruimen bij elkaar zijn, waardoor je stapelgek wordt van alle waarschuwingen. De MSG knop blijft maar knipperen. Houd de MSG knop twee seconden ingedrukt. Boven de knop verschijnt dan OFF. Wil je later weer gewaarschuwd worden, dan druk je een keer op de MSG knop.
Uit!
Directe Navigatie Met GPS kun je een directe koers uitzetten. Zodra je Direct-To activeert zal er een koers op het scherm worden uitgezet, regelrecht naar het volgende punt. De NAV standaard pagina geeft je dan de informatie om de koers te vliegen. Druk op de Direct-To knop De pagina waarop je een direct Waypoint kunt opzoeken verschijnt. Gebruik de kleine knop om de identifier in te vullen en de grote knop om naar de volgende karakterpositie te verspringen. Druk op ENT als je klaar bent. (Als de knippercursor op het eerste karakterveld staat, kun je ook de hele code met het toetsenbord intypen.) Als je onderweg bent naar een Waypoint en je raakt uit de koers, dan kun je Direct-To ook gebruiken om de rechte lijn terug 'Direct naar' pagina naar dat Waypoint weer terug te vinden. Druk daarvoor op de Direct-To knop en daarna twee keer op de ENT. Als je een nadering vliegt en je het Missed Approach Point als bestemming hebt ingevoerd, zal bovengenoemde aktie de nadering afbreken. Je vliegt dan weer een gewone Direct-To.. In plaats van een Waypoint op identifier te selecteren, kun je ook de naam intoetsen. Als er dubbele namen in de database zitten, zal de GPS dat weer laten zien en kun je met de kleine draaiknop, de juiste selecteren.
Selecteren op naam Een Direct-To bestemming uit het vliegplan halen Als je op een vliegplan vliegt, kun je een van de Waypoints uitzoeken om er direct naartoe te gaan. Verderop volgt meer informatie over de vliegplannen. Klik op de Direct-To knop, verdraai de grote knop tot je op het FPL veld staat. Verdraai de kleine knop om het gewenste Waypoint te selecteren. Druk dan op ENT om te bevestigen en nog een keer om te aktiveren als Direct-To punt. Direct-To Waypoint uit het vliegplan halen
De dichtsbijzijnde luchthaven als Direct-To bestemming kiezen De Direct-To Waypoint pagina laat altijd de dichtsbijzijnde vliegvelden zien, ten opzichte van jou positie. Zo kun je in noodgevallen snel een geschikt veld opzoeken. Druk op de Direct-To knop, verdraai de grote knop tot je op het veld 'Nearest' staat en verdraai de kleine knop om het juiste vliegveld te selecteren. Dan druk je weer twee keer op ENT om te bevestigen en te aktiveren.
Dichtsbijzijnde luchthaven opzoeken Vanaf elke Waypoint pagina, waar maar één object op vermeld staat, kun je heel snel een selectie maken. Je drukt 1 keer op de Direct-To knop en 2 keer op ENT om het object te gebruiken. Wanneer echter een lijst van meerdere objecten op de pagina staat, zul je eerst met de draaiknoppen een selectie moeten maken. Het aktieve vliegplan Wanneer je met FS, met de Flightplanner een vliegplan maakt, IFR of VFR, zal deze automatisch in de GPS geladen worden en kun je hem voor navigatie doeleinden gebruiken. Met de FPL knop krijg je de informatie over het plan te zien. Je kunt dus niet rechtstreeks een vliegplan in de GPS maken. Dat gaat alleen met de Flightplanner! In het vliegplan zie je de punten van de route. Als je een Direct-To punt aanmaakt, zul je dat punt in het plan zien. (Ook alleen een bestemming is een klein vliegplannetje!) Je ziet de identifiers van de Waypoints, de gewenste richting om er te komen (DTK), de afstand (DIS) en de totale lengte van de vlucht (CUM). Met de MENU knop kun je elke etappe van het plan selecteren en daar de aktieve etappe van maken. Je zet de cursor aan en verdraait de grote knop naar de gewenste bestemming. Je drukt op MENU, selecteert dan Activate Leg? en De vliegplan pagina drukt op ENT. (Alleen GPS500) Druk daarna twee keer op de Direct-To knop en een bevestigingsvenster zal verschijnen. Met Activate? knipperend druk je op ENT. Tijdens instrument procedures kun je hiermee niet alleen van punt naar punt vliegen, maar ook het aktieve deel van een Approach aktiveren, een DME boog volgen of een wachtlus.
De procedure pagina De PROC knop maakt het mogelijk om instrument naderingen aan je vliegplan toe te voegen. Wanneer je een plan vliegt, worden beschikbare procedures van je bestemmingsvliegveld automatisch aangeboden. Anders kun je zelf een vliegveld naar keuze selecteren en dan een procedure. In dat laatste geval is de Approach je Direct-To bestemming. De GPS-nadering is altijd een niet-precieze nadering. GPS is een goede hulp om op de juiste manier voor de baan terecht te komen, maar is geen vervanger van bijvoorbeeld ILS. Als je een vliegplan invoert in FS, in ons voorbeeld van Eelde, via (het niet meer bestaande veld) Noordoostpolder, Lelystad naar Amsterdam, zal de eindbestemming ergens midden op het veld liggen. Niet zo handig om daar te landen en ook de toren zal niet zo blij met je zijn! Gelukkig kunnen we de toren oproepen als we in de buurt zijn en horen we welke baan er in gebruik is. En als we dat weten, kunnen we de juiste nadering voor die baan opzoeken. Let op, niet voor elke baan zit een nadering in de database van je GPS!
Verdraai de grote knop om Select Approach? te kiezen en druk op ENT. Er verschijnt een lijst met alle beschikbare procedures met de banen. (Dit gebeurt als je een vliegplan gemaakt hebt, of al een Direct-To bestemming hebt ingevoerd. Anders moet je eerst op de in Waypoint beschreven manier een bestemming invoeren.) De Procedures pagina
Een nadering uitzoeken
Draai weer aan de grote knop om de gewenste procedure uit te kiezen en druk weer op ENT. Een tweede venster opent en geeft de mogelijke overgangen, de Transitions. Je verdraait de grote knop nogmaals om de juiste Transition te selecteren en drukt weer op ENT. De Approach Vectors optie gaat er van uit dat je vectors zult ontvangen voor het laatste stuk van de Approach en geeft een navigatie- indicatie, gerelateerd aan de eindkoers van de nadering. Je draait weer aan de grote knop om een keuze te maken tussen Load? en Activate? en bevestigt dat met de ENT knop. Load? zal de nadering aan je vliegplan toevoegen zonder dat het direct gebruikt wordt. Je blijft dus gewoon je vliegplan volgen maar je hebt de procedure beschikbaar in je aktieve vliegplan, mocht je hem nodig hebben.
Het achteraf aktiveren van een nadering of vertrek wordt verderop beschreven.
Lang niet alle naderingen mogen gebruikt worden met alleen maar GPS. Voor de meesten mag je GPS als hulpmiddel erbij pakken, terwijl je volgens de normale regelen der vliegkunst de landing uitvoert.
GPS toegestaan.
Daar waar de procedure toegestaan is met alleen maar GPS, zul je de letters GPS naast de procedure zien staan. Let ook op de stand van de NAV/GPS schakelaar op je panel. Wanneer je een GPS landing wilt maken en de VOR1 daarvoor wilt gebruiken, moet de schakelaar op GPS staan. Gebruik je GPS als hulpje en land je op de gegevens uit de NAV1radio, dan moet de schakelaar op NAV staan.
Op het moment dat je een approach aktiveert, gaat hij ook werken! Het maakt niet uit, waar je in je vliegplan zit, ook al zitten er nog drie waypoints tussen, de GPS ontvanger vergeet ze en gaat direct over naar de approach. Ook de CDI, de Course Deviation Indicator geeft de afwijking ten opzichte van de approach aan. Een procedure die je eerst geladen hebt (Load?) doe je op de PROC pagina. Met de grote knop ga je naar Activate Approach? en drukt op ENT. Een andere mogelijkheid die je op de PROC pagina vindt, is het direct aktiveren van het laatste stukje van de nadering. Je krijgt bijvoorbeeld andere vluchtsegmenten van de toren doorgegeven naar dat laatste stukje toe. Het beginpunt van die laatste etappe is de Final Approach aktiveren Approach Fix en de toren praat je daar naartoe. Je aktiveert hem weer op de PROC pagina, verdraait de grote knop totdat Activate Vectors To Final? oplicht. Met de ENT knop bevestig je dat weer. Vaak is het handig zo vroeg mogelijk de approach al aan het vliegplan toe te voegen. Als dan later de toren je langs een andere route naar de FAF (Final Approach Fix) stuurt kun je kiezen voor de Activate Vectors To Final optie. Anders kun je gebruik maken van de Activate Approach? Basis Naderingen Even tussendoor; GPS kan je niet helpen met de hoogte! Daarvoor heb je de hulp nodig van een Localizer met Glide Slope. GPS naderingen zijn meestal heel eenvoudig, je hoeft niet via een VOR of een NDB te vliegen. Wel zie je op de kaart dat GPS naderingen gebruik maken van bestaande routes via deze NAVAIDS, waardoor je de GPS nog weer eens nauwkeuriger kunt gebruiken. Normale naderingen kunnen veel ingewikkelder zijn dan GPS naderingen. De GPS ontvanger loodst je door de etappes, van punt naar punt en laat zelfs zien waar je heen moet bij een gemiste nadering. De naderingen kun je vliegen zoals ze in de database van de ontvanger zitten, maar je zou ook een nadering van een kaart kunnen halen. Dan gebruik je alleen het laatste (Final) stukje.
Een nadering met de GPS. Nog voor je vertrekt, zet je al een bestemming in je GPS ontvanger. Dat kan met de Direct_To optie of je maakt een vliegplan. Zodra je de toren kunt horen, zal de luchtverkeersleiding, de ATC je vertellen waar je mag landen, als je dat vraagt. ('Request full stop landing') Omdat de bestemming al in je GPS zit, hoef je nu alleen maar de juiste procedure erbij te zoeken en te laden, nog niet aktiveren natuurlijk! De approach komt nu aan het einde van je vliegplan te staan, of na je Direct-To bestemming. Doe je nu verder niks, dan zullen de onderdelen van de nadering, als etappes van je vliegplan in je GPS verschijnen en kun je die etappes vliegen. Heeft Approach andere plannen met je, dat aktiveer je Vectors-To-Final?, je ziet dan alleen de laatste etappe voor de baan en het pad er naartoe. Maar Approach kan je dus langs een andere weg laten vliegen, naar het begin van die laatste etappe. Soms zijn de omstandigheden zo, dat je beter een nadering gelijk kunt aktiveren. Uiteraard heb je altijd de nieuwste naderingskaarten bij je en gebruik je de GPS als aanvulling op die kaarten. Omdat je er vanuit mag gaan dat de nieuwste kaarten altijd up-to-date zijn, moet je die route altijd volgen, ook al geeft de GPS een afwijkende route aan! Net als in een vluchtplan is de aktieve etappe rood-achtig gekleurd en zal de GPS automatisch naar het volgende stuk gaan. Die kleur dan van wit naar rood en het stuk wat je net achter de rug hebt, wordt weer wit. Als bekend is wat je moet doen na een gemiste nadering, zul je dat als een gestippelde witte lijn op je GPS zien. Soms moet je gewoon rechtuit vliegen, andere keren zie je dat je naar links of rechts van het veld moet wegdraaien. Waar je de nadering begint, hangt af van de richting waarop je binnenkomt, niet de windrichting dus, die bepaalt welke baan er in gebruik is. In de GPS ontvanger zitten de drie bekende naderingen voor Schiphol, RIVER, SUGOL en ARTIP. Het punt RIVER ligt onder Rotterdam, tussen Oostvoorne en Brielle. SUGOL vind je op zee, zo'n 40Km uit de kust bij IJmuiden. En ARTIP ligt aan de noordoost kant van Schiphol, tussen Dronten en Lelystad. ATC kan je dus vragen de nadering via een van die drie waypoints te beginnen. Het zijn bekende naderingen en ook je GPS weet wat te doen, als hij ook weet op welke baan geland gaat worden. Twee voorbeelden, baan 22 en baan 01L.
De RIVER nadering op 01L
De RIVER nadering op 22
De ARTIP nadering op 22
De ARTIP nadering op 01L
De SUGOL nadering op 01L
De SUGOL nadering op 22
Je ziet dat het patroon drie keer heel anders is, maar het startpunt elke keer hetzelfde. Een procedure bocht vliegen Natuurlijk kom je niet altijd gunstig aan, om in een keer Vectors-To-Final te vliegen. Soms van de andere kant, soms van opzij. Je kan dan een procedure bocht maken om goed voor het laatste stuk uit te komen. Zodra je binnen 30Nm van het veld bent aangekomen zul je linksonder de ENR zien veranderen in TERM. De gevoeligheid van je CDI zal toenemen. Enkele mijlen voordat je bij het startpunt van de nadering bent, de Initial Approach Fix (IAF), wil je misschien de nadering nog even bekijken. Je drukt op FPL om het aktieve vluchtplan te bekijken. Zet de cursor aan en wandel met de grote knop door de etappes van de nadering. Door weer op FPL te drukken ga je terug naar de vorige pagina. Zodra je de IAF nadert zet je de koers van het toestel op de tegenovergestelde richting, outbound, dus van het veld weg. Je legt het punt vast met de OBS knop, daarmee voorkom je dat de GPS nu al de volgende etappe wil gaan vliegen. Je houdt de naald van de HSI in het midden en vliegt ongeveer zo'n anderhalve minuut door. Daarna draai je 45 graden weg, naar links of rechts, zoals op de kaart en de GPS aangegeven. In die richting moet je ongeveer 1 minuut doorvliegen. Dan is het moment aangekomen om met een 180 graden bocht weer terug te draaien naar het veld. Stel dat we met 45 graden naar links waren weggevlogen, dan zullen we nu naar rechts moeten draaien. Je vliegt dus nu weer in een hoek van 45 graden terug naar de richting, in het verlengde van de baan. Als de HSI-naald (en de CDI op je GPS) weer naar het midden loopt, stuur je verder naar rechts om hem mooi in het midden te houden.
Als je nog 10Nm van het veld verwijderd bent zal de GPS TERM veranderen in APR. De gevoeligheid van de CDI zal opnieuw toenemen en dus sneller een afwijking laten zien. Wanneer je de FAF nadert maak je kleine correcties om de laatste etappe netjes binnen te vliegen. Je bestemming wordt dan het MAP, het Missed Approach Point. Als je dat punt passeert, schakelt de GPS over naar het eerste waypoint van de gemiste nadering. Maar als alles goed gegaan is, ben je gewoon geland! Een gemiste nadering. Wanneer je het MAP passeert en de baan nog niet in zicht hebt, moet je een Missed Approach uitvoeren. De GPS zal je het eerste waypoint laten zien, vooropgesteld dat het gepubliceerd is en in de database zit. De GPS leidt je dan langs de waypoints naar een wachtlus verderop en van daaruit kun je het proces opnieuw beginnen. Je vlieg dus de gemiste nadering volgens de kaart (en als het meezit de GPS) en zorgt daarbij de voorgeschreven hoogte op de juiste manier te bereiken. Eenmaal in de wachtlus ga je via de PROC knop weer naar Select Approach? of Activate Approach? om opnieuw de nadering te beginnen. Of je kiest natuurlijk een andere bestemming! Naderingen met een wachtlus. Dat kan ook! Je komt eerst in een wachtlus terecht voordat je de nadering mag beginnen. Je ziet je GPS weer overschakelen van ENR naar TERM als je binnen de 30 Nm komt.De wachtlus is op de GPS afgebeeld en rood gekleurd waardor je weet dat het de aktieve etappe van je vliegplan is.In de wachtlus vlieg je je rondjes tot je het veld mag naderen, of, je bent te hoog binnengekomen en hebt de lus nodig om hoogte te verliezen! Wat dan belangrijk is, is het inschakelen van de OBS, zodat de GPS weet dat hij je niet na de eerste keer moet doorsturen naar de volgende etappe. Daarna nader je het veld op de manier van de procedure, TERM wordt weer APR, en uiteindelijk zal FAF (Final Approach Fix) ook weer MAP (Missed Appraoch Point) worden en kun je landen. Mis je de landingsbaan en passeer je MAP dan schakelt de GPS weer naar het eerste punt van je nadering en vlieg je de voorschreven route, weg van het veld. Er zijn nog andere naderingen waarbij de GPS je kan helpen. de DME-boog nadering is er zo eentje.Je ziet ze wel op naderingskaarten afgebeeld, een (deel van een) grote cirkel rondom een vliegveld.Vaak krijg je dan een waypoint opgegeven op een bepaalde afstand van het veld en die afstand moet je vasthouden terwijl je het rondje vliegt. Hier ga je mee door tot je op het punt gekomen bent, waar je de naderingsprocedure kunt beginnen. Ook is het mogelijk dat je gelijk 'Vectors To Final' mag vliegen. De ATC stuurt je dan direct naar de FAF. Op je GPS selecteer je dan Vectors To Final? en vliegt volgens de aanwijzingen van de ATC. De GPS heeft natuurlijk geen idee wat ATC je allemaal vertelt; daarom kan hij alleen maar het laatste stuk laten zien en verlengt dat in de richting, verder van het veld af. En kom je toevallig van de kant van het veld, dan kan er een heel rare knik in de route zitten! Je CDI zal je weer laten zien dat je links of rechts van die route zit. Procedures, naderingen, er is heel veel over te vertellen. Er is ook heel veel over geschreven. Uiteraard ook op het Internet. Mocht je toch nog vragen hebben, dan zijn er genoeg Dutchfs-leden, die vaak online vliegen en veel te maken hebben met naderingen volgens het boekje. Dus daar kun je altijd terecht met vragen. April 2007, FsTheo voor Dutchfs