BMI Flight Simulator handleiding
Table of Contents Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Installatie van de BMI Simulator ............................................................................................................ 3 Systeemvereisten ................................................................................................................................ 3 Controller............................................................................................................................................. 3 Game Pilot-6 Digitrim ...................................................................................................................... 3 Een standaard USB joypad of joystick ............................................................................................ 3 Een interfacekabel voor uw zender................................................................................................. 4 Download & Installatie ........................................................................................................................ 4 Beginnen met vliegen .............................................................................................................................. 4 Configuratie van de functies ............................................................................................................... 5 Uw eerste vlucht.................................................................................................................................. 7 Het vliegtuig aircraft ................................................................................................................................ 8 Wijzigen van de vluchtcondities. ............................................................................................................. 9 Het 'flight conditions' menu ................................................................................................................ 9 Flight Conditions Presets ............................................................................................................... 10 Zweefvliegen ......................................................................................................................................... 10 Thermiek zweven .............................................................................................................................. 10 Hellingzweven. .................................................................................................................................. 11 Veel plezier!........................................................................................................................................... 12 Uitdagingen ....................................................................................................................................... 12 Pylon racing ................................................................................................................................... 12 Vogelverschikker ........................................................................................................................... 12 3D! (zoals in de derde dimensie) ....................................................................................................... 13 Vliegen op de vliegclub...................................................................................................................... 13 Appendix 1: keyboard commando’s...................................................................................................... 13 Appendix 2: verbeteren van de frame rate .......................................................................................... 14
Inleiding Denkt u er aan om met een uitdagende hobby als modelbouw te beginnen en een van de BMI modellen te vliegen. Wel hier is voor u de kans om de BMI modellen te vliegen zo vaak u wenst. Wij bieden u deze simulator gratis aan, waarbij u de mogelijkheid hebt de modellen uit te proberen alvorens ze te kopen.
Installatie van de BMI Simulator Systeemvereisten Volgende systeemvereisten zijn vereist om de BMI simulator vlot te laten functioneren. Microsoft Windows XP/Vista/7, 32- of 64-bit Een 1.6 GHz CPU of hoger. Een DirectX 9 compatibele videokaart met 128 Mb RAM Microsoft DirectX 9.0c en .NET Framework 2.0 (deze zijn bij de installatie inbegrepen)
Controller Om van de BMI Simulator op een realistische manier te kunnen genieten, heeft u een controller nodig. Er zijn verschillende optie mogelijk, afhankelijk van uw voorkeur en de uitrusting waarover u reeds beschikt. Game Pilot-6 Digitrim Indien u overweegt veel met de simulator te gaan vliegen, raden wij u van harte de BMI Game Pilot-6 Digitrim aan. Deze heeft het uitzicht van een echte zender en wordt via een USB kabel aan uw computer aangesloten en vereisen geen extra batterijen want de controller krijgt stroom via de PC. De 6 kanalen volstaan ruimschoots om remkleppen, een intrekbaar landingsgestel, richtingsroer, rolroeren, hoogteroer en motor te bedienen. Bovendien hebt u het gevoel van met een echte zender te vliegen.
Een standaard USB joypad of joystick Indien u over een USB joypad of joystick beschikt, kunnen deze ook gebruikt worden als controller. Joypads met twee stuurknuppels zijn vergelijkbaar met de game Pilot-6. Hou er wel rekening mee dat de gevoeligheid meestal minder is dan bij de Game Pilot-6.
Een interfacekabel voor uw zender Indien u reeds een RC zender bezit en u wil deze gebruiken om de BMI FS te vliegen, hebt u een interface kabel nodig. Deze kabel heeft langs één zijde een standaard USB aansluiting, die in de PC past en aan de andere kant van de kabel een stekker die past in simulator aansluiting van uw zender. Let op want elk merk van zender gebruikt zijn eigen aansluiting en vereist dus een aparte kabel. Controleer zeker of de kabel die u koopt compatibel is met uw zender. Het grote voordeel is dat u kan oefenen met uw eigen zender, dit geeft een veel realistischer vliegbeeld en u went ook veel sneller aan uw eigen zender. Als u met uw eigen zender op de simulator vliegt, wordt wel stroom verbruikt uit de zenderbatterij.
Download & Installatie Ga naar http://www.bmi-models.com/fs om de laatste versie te downloaden. Open na het downloaden op bijbehorende map en dubbelklik op het BMIflightsimulator_020.exe icoon. Het installatieprogramma start en toont de standaard installatie wizard. Deze zal voorstellen DirectX en .NET automatisch te downloaden en te installeren. Wij raden u aan deze automatische installatie te volgen, omdat de simulator specifiek deze versie van DirectX en .NET vereist voor een goede werking.
Beginnen met vliegen Eens u de BMI Flight simulator geïnstalleerd hebt, kan u het programma icoon terugvinden in het start menu van Windows. Om de simulator te starten, klik op het icoon. Na het opstarten verschijnt de landingsbaan van het vliegveld en het welkomstscherm.
De tekst die verschijnt, wordt gedownload van de BMI website en bevat informatie over eventuele updates. Lees deze tekst regelmatig. Klik op de startknop om verder te gaan.
Tip: Druk gelijktijdig de Alt en de Enter toets in om de simulator in volledige scherm modus te gebruiken.
Configuratie van de functies Alvorens op te stijgen, dient u aan te geven hoe u het model wenst te besturen. Dit zijn de functies die ingesteld dienen te worden. Het instellen van de functies dient slechts een keer te gebeuren. Merk op dat het menu automatisch links boven verschijnt, wanneer u er met de muis over beweegt. Klik op de menuknop en vervolgens op de controls-knop.
Het eerste wat u nu dient te doen, is het kalibreren van de controller. Tijdens het kalibreren wordt het
middenpunt en beweging van de sticks en trims geijkt, zodat de computer uw stickbewegingen herkent. Klik op de ‘calibrate’-knop en het standaard Windows dialoogvenster zal verschijnen met aanduiding van
alle herkende aangesloten controllers. Selecteer een controller naar uw keuze en klik vervolgens op de eigenschappen knop. In het Windows dialoogvenster dient u vervolgens het ‘settings’ tabblad te selecteren. Klik op de ‘Calibrate’ knop om de kalibratie wizard te starten. De wizard zal vragen om de sticks verschillende keren te bewegen. Volg de instructies en keer daarna terug naar de simulator. Na het kalibreren zouden de schuifbalken, rechts van het menu , moeten meebewegen met de sticks. Beslis eerst welke functies u gaat toewijzen aan welke stick. Er bestaan vele opties maar de meest gebruikte zijn ‘mode 1’ of ‘mode2’. Hieronder vindt u een schema dat het verschil tussen beide modes weergeeft. Raadpleeg uw lokale modelbouwvereniging of het internet om meer informatie hieromtrent. Merk op dat de gasstick geen middenpunt heeft.
Om een stick aan een functie (vb. rolroeren) toe te wijzen, beweeg de stick heen en weer, en kijk welke balk over en weer beweegt in het ‘controller output’ menu en onthoudt het kanaalnummer dat voor de bewegende balk wordt aangeduid. Vervolgens links in de lijst met ‘channel assignment’ bij de rolroerfunctie (ailerons) het kanaalnummer selecteren. Per functie kan ‘expo’ worden aangevinkt. Hiermee wordt de functie minder gevoelig rond het middelpunt van de stick. Dit is vooral nuttig bij modellen die zeer snel reageren op kleine stickbewegingen. Door ‘invert’ aan te vinken zal de functie omkeren. Eens alle functies ingesteld zijn, kan u het menu verlaten door op de knop ‘back to sim’ te klikken.
Uw eerste vlucht Hieronder volgt een basisbeschrijving hoe een model bestuurd en gevlogen dient te worden.
Indien u problemen ondervindt tijdens het vliegen, vraag dan advies of hulp van een ervaren modelpiloot. Begin met het model Allegro. Dit toestel is een hoogdekker (en daardoor stabieler) voor beginners, voorzien van een electroaandrijving en ailerons. Zoom in op het toestel en zie de verschillende roeren bewegen samen met de sticks van de zender. De rolroeren controleren het rollen van het model, met het hoogteroer wordt het stijgen en dalen van het toestel gecontroleerd, met het richtingsroer wordt het gieren naar links en rechts gecontroleerd. l Opstijgen dient steeds tegen de wind in te gebeuren. Standaard staat er geen wind geprogrammeerd in de simulator. Duw de gasstick zachtjes omhoog tot vol gas. Indien het model op de grond afwijkt, dient dit te worden bijgestuurd met de roerstick, deze controleert ook het neuswiel. Terwijl de snelheid van het model verhoogt, trek langzaam aan de hoogteroerstick om het toestel los te krijgen van de grond en een stijgvlucht in te zetten. Eens in de lucht, houdt de vleugels vlak, door bij te sturen met de rolroeren. U zal merken, dat als u te ver wegvliegt, het toestel moeilijk zichtbaar wordt. Tijd om een eerste bocht te maken dus. Bij een modelvliegtuig dat voorzien is van rolroeren, verloopt het bochten niet door middel van het richtingsroer, maar met rolroeren en hoogteroer. Maak gebruik van de rolroeren om het toestel in een rol van 30° te brengen. Met het hoogteroer het toestel na boven corrigeren (hoogteroerstick naar onder trekken) zodat het model geen hoogte verliest. Het model zal automatisch beginnen te bochten. Gebruik de rolroeren in de tegenovergestelde richting om het toestel terug vlak te leggen. Het landen van een vliegtuig is het moeilijkste gedeelte. Vertraag het model en houdt het met de neus in de wind. Onthoudt dat niet enkel het hoogteroer de hoogte van het vliegtuig bepaalt, maar eveneens zijn snelheid en tegenwind. U dient hiermee dus rekening te houden tijdens het landen en zeker niet te langzaam vliegen. Indien u te veel hoogte geeft bij een te lage snelheid, zal het model stilvallen in de lucht en naar beneden vallen. (stall). Houdt aldus een aanvaardbare snelheid aan, met de motor bijna op stationair toerental en breng het model in een langzame daalvlucht, totdat het model de bodem raakt. Herhaal deze operatie meermaals op de simulator, teneinde gewoon te worden met de verschillende fases tijdens de landing. De oefening zal u veel helpen wanneer u met een echt modeltoestel vliegt.
Het vliegtuig aircraft De BMI flight simulator wordt geleverd met een aantal vooraf geïnstalleerde modellen. Deze kunnen via het ‘aircraft menu’ opgeroepen worden.
De Allegro 1500 met brushless motor is een ideaal beginnermodel om mee te leren vliegen in de meest optimale omstandigheden.
De Arrow is een elektrische motorzwever is een ander model, ideaal geschikt om meet e leren vliegen. Het is een zeer stabiel model en beschikt over aparte servos voor elke rolroer. De Haviland Canada DHC-2 Beaver is een eenmotorig toestel, met STOL (Short take off and landing) eigenschappen, dat zowel voor militaire als voor civiele doeleinden ingezet wordt. Dit gedetailleerde schaalmodelschaal wordt 90% voorgemonteerd en bespannen geleverd. De Beaver bestaat in twee kleurenschema’s.
Net zoals het echte model , kan de BMI Beaver worden uitgerust met vlotters.
De Carat is een brushless aangedreven zwever, special ontwikkeld voor de beginnende en gevorderde piloot. Dankzij zijn zelfstabiliserende paraboolvormige vleugels met grote rolroeren en bijzondere V-staart, heeft de Carat zeer stabiele vliegeigenschappen en kan excellente vliegprestaties leveren. De icon A5 is een amfibie vliegtuig, gemaakt uit EPO-FLEX , voorzien van een carbon vleugelverbinder en een metalen intrekbaar landingsgestel. Dankzij het zeer sterke en schokabsorberende EPO-FLEX materiaal is het model sterk en licht. Dankzij het meegeleverde intrekbare landingsgestel kan het model zowel op het water als op de grond landen. De ATR-72 is een regionale airliner, gebouwd door de Frans-Italiaanse vliegtuigbouwer ATR. Het model uit balsahout wordt aangedreven door twee BL motoren en is uitgerust met 4 flaps. Dit gedetailleerde model bestaat in twee kleurvarianten. De Flycat X-75 is een echte uitdaging voor de gemiddelde en gevorderde piloot en combineert stabiele vliegeigenschappen met snelle manoeuvres. Deze jet kan zowel aan hoge snelheid als langzaam gevlogen worden om te landen. Met de FlyJet bieden we u het beste van twee werelden. Het aerodynamische design in Epo-Flex geeft sterkte, excellente vliegeigenschappen en minimale luchtweerstand. BMI biedt dit model aan met een 64mm impeller of met een duwschroef.
Wijzigen van de vluchtcondities. Zonder twijfel de meest geavanceerde eigenschap van de BMI flight simulator is de mogelijkheid een veelvoud van vluchtcondities te simuleren, meerbepaald de wind en thermiek. Dit maakt de simulator in het bijzonder interessant voor piloten van zweeftoestellen, maar ook voor piloten van andere toestellen zijn deze realistische vluchtcondities een echte uitdaging.
Het 'flight conditions' menu
Hiermee stelt u de wind en de weercondities in. Volgende variabelen kunnen worden ingesteld:
Control
Description
Presets selection submenu
Vooraf ingestelde weersomstandigheden, volgens tijdstip en drie verschillende klassen winden. Zie hieronder Gebruik deze knop om uw persoonlijke instellingen op te slaan.
Customize Button Wind speed ( Wind direction Gust strength Gust variability Gust frequency Turbulence Thermal size
Thermal strength
Downdrafts Sky Condition submenu
Windsnelheid : 0 tot 43 km/h Windrichting : 0 to 360. Eens ingesteld, zal de windrichting toegepast worden op alle andere instellingen, zelfs bij een herstart. Windvlagen van 0 tot 43 km/h Dit is de maximale snelheid van de windvlagen. Windvlagen bovenop de normale wind toegevoegd. Hiermee stelt u de voorspelbaarheid van windvlagen in. Hiermee stelt u het voorkomen van de windvlagen in: ‘Low’ tot ’high’ Laag tot zwaar: Turbulentie doet zich voor tussen 0m en 50 meter hoogte. Small to large.: hiermee stelt u de grote van de thermiek in tussen klein en groot. Niet actief indien de “Thermal Strength” uitgeschakeld is. Off to strong. : indien uitgeschakeld, is de schuifknop waarmee u de grootte van de thermiek instelt niet actief. Merk op dat in het “Scenery” menu van de simulator, de zichtbaarheid van thermiek kan instellen. Valwinden : Instelbaar tussen uit en realistisch. Niet actief als ‘ThermalStrength’ uitgeschakeld is. 5 Luchtgesteldheid zijn instelbaar: zonsopgang, late ochtend, namiddag, zonsondergang en maanlicht. Deze instellingen zullen de andere instellingen teniet doen in deze sessie.
Flight Conditions Presets Voor de eenvoud, er zijn 15 realistische meteorologische instellingen die wind, windvlagen, turbulentie en thermiek simuleren voor zonsopgang, ochtend, namiddag, zonsondergang en maanlicht. Hier zijn telkens 3 typische windsnelheden uit te kiezen: lichte wind, een briesje of winderig. Deze instellingen simuleren een typische zomerdag met thermiekvorming in de namiddag. De instellingen kunnen gewijzigd worden, maat nog niet opgeslagen. Bij het opstarten zal de BMI simulator, u herinneren aan de laatst gekozen instelling. Als u kiest voor ‘No Weather’, zullen alle winden op nul ingesteld worden. Als beginner, wilt u misschien vliegen op een bijna windstille ochtend. Wilt u meer uitdaging, probeer dan op te stijgen, vliegen en landen bij cross wind of een winderige namiddag. Probeer te hellingzweven bij zachte constante wind. U zal snel uw ideale voorkeursinstelling ontdekken.
Zweefvliegen Thermiek zweven Dit hoofdstuk beschrijft de verschillende mogelijkheden om een realistische manier het hellingzweven te simuleren. Begin met de BMI Carat te selecteren in het vliegtuig menu. Ondanks het feit dat deze zwever uitgerust is met een elektromotor, kan deze ook gesleept worden door een sleepvliegtuig. U kan het slepen starten door op de ‘T’ knop van uw toetsenbord te drukken. Na het bereiken van de goede hoogte, zal het model automatisch losgekoppeld worden. Indien u sneller wenst te lossen, druk dan nogmaals op de T toets.
Nadat het model ophoog gesleept werd, is het tijd om thermiek op te zoeken. De hoeveelheid, grootte en kracht van thermiek hangt natuurlijk in sterk af van de ingestelde atmosferische condities. Kies dus in het ‘flight conditions’ menu een instelling met thermiek. Thermiek komt het meest voor in de namiddag wanneer er niet te veel wind is. Natuurlijk moet de opstijgende lucht ergens vandaan komen, daarom zal rond een thermiek kolom zich ook valwind of dalende lucht voordoen. Deze zullen het toestel sneller hoogte doen verliezen. Zorg ervoor dat de zwever rustig zweeft en let op de vleugels. Er zijn een aantal manieren om Thermiekkolommen te vinden. Indien de zwever ermee uitgerust is, kan u gebruik maken van een variometer. Een variometer zal een geluid maken, waaruit u kan afleiden of de zwever stijgt of daalt. De variometer kan in- of uitgeschakeld worden in het ‘sound’ menu. Een tweede maner om thermiek te identificeren is visueel. Op hert ‘Scenery’ menu en vink het selectievak ‘enable visual representation of thermals’ aan. Er zullen nu luchtbubbels verschijnen op het scherm op de plaatsen waar er zich thermiek voordoet.
Hellingzweven. Een andere manier om een zwever in de lucht te houden zonder motor is door middel van opstijgende wind. Deze BMI Flight Simulator berekent deze opstijgende wind vectorieel, gebaseerd op windsnelheid, windrichting en terrein. De wind die tegen een helling op blaast, zal stijgen en aan de andere kant, achter de helling terug zakken. Dit effect zorgt ervoor dat de zwever boven blijft.
De Carat is een uitstekend model voor hellingzweven. Selecteer dit model in het ‘aircraft’ menu en schakel dan over naar het ‘flight conditions’ menu en selecteer een instelling met veel wind. De windrichting is hier kritisch met betrekking tot de hoeveelheid lift die er gegenereerd wordt op een hellend terrein. Zet de windrichting op ‘west’ omdat de westelijke helling de meest geschikt is om aan hellingzweven te doen. Nadat de ‘flight conditions’ ingesteld werden, ga terug naar het ‘scenery’ menu. Er verschijnt een dropdown menu waarmee je de positie van de piloot kan kiezen. Selecteer hieruit ‘Top of the Hill (slope)’ en ga terug naar de simulator. U kan nu het model bedienen bovenaan op de helling. Herstart de vlucht (reset) om het model opnieuw te lanceren. Bochten dienen steeds in de wind gemaakt te worden, anders zal het model met hoge snelheid over de heuvel vliegen in dalende lucht (valwind). Eens u hierin geoefend bent, probeer dan andere plaatsen te zoeken waar lift gegenereerd wordt. Let op voor de windmolens.
Veel plezier! In de BMI flight simulator bevinden zich een aantal bijkomende uitdagingen.
Uitdagingen Eens u geleerd hebt hoe een vliegtuig in de lucht te houden, kan u andere doelstellingen beogen. Deze simulator bevat 2 plezierige uitdagingen Pylon racing De eerste uitdaging is Pylon racen: Vlieg zo snel als u kan doorheen 7 poorten, die met pylonen afgebakend worden. De moeilijkheid hier is om het model zo laag mogelijk te houden, zonder de grond te raken. De klok begint te lopen, van zodra u de eerste poort gepasseerd bent. Indien u een poort gemist hebt, kan u de klok herstarten door opnieuw door deze eerste poort te vliegen. Probeer deze uitdaging met verschillende camerastandpunten uit. U kan om het even welk vliegtuig selecteren, maar bedenk dat snelle vliegtuigen de neiging hebben om langzamer te draaien.
Vogelverschikker Als u al langere tijd met modelvliegtuigen vliegt, hebt u er zeker al plezier gehad van overvliegende vogels. U kan deze opjagen, thermiek zweven met hen, maar vogels kunnen uw model evengoed u de lucht pikken. In de simulator bestaat de vogelverschrikker- uitdaging eruit om 3 maïsvelden te beschermen tegen een zwerm van 100 vogels, die nog niet gegeten hebben. U kan de vogels wegjagen door doorheen de zwerm te vliegen en hen bang te maken. Spijtig genoeg is deze soort een agressieve soort en zullen ze niet lang bang blijven. Eens kijken hoe lang u de maïsvelden kan vrijwaren.
3D! (zoals in de derde dimensie) Voor de BMI flight simulator hebt u geen speciale 3D monitor of videokaart nodig om 3D te beleven. (ondanks de compatibiliteit met de Nvidia3D drivers) Een simpele set rood/cyaan zoals afgebeeld is voldoende. Deze kan eventueel eenvoudig zelf gemaakt worden uit een stuk karton. Open het menu open selecteer ‘graphic settings’. Vink het selectievakje ‘enable anaglyph 3D’ aan. Het programma zal voor elke pixel op de voorgrond, twee pixels op de achtergrond aanmaken (een voor elk oog) . Hierdoor zal de frame rate verminderen.
Vliegen op de vliegclub. Om het gevoel van een echte RC vliegclub te simuleren, waar verschillende modellen gelijktijdig in de lucht zijn, kan u een aantal door de computer bestuurde modellen toevoegen. Open het menu en ga naar ‘simulation options’. Voeg het aantal gewenste piloten toe en ga terug naar de simulator. U ziet nu de andere modellen rondvliegen.
Appendix 1: keyboard commando’s While in flight: + : inzoomen - : uitzoomen Enter : Herstarten in de startpositie s : rook inschakelen v : verwisselen van camerastandpunt. b : autozoom – hiermee wordt het model steeds even groot weergegeven op het scherm. Onafhankelijk van de afstand. i : geeft extra informatie weer : (frame rate, snelheid, hoogte) F12 : zichtbaarheid van windvectoren inschakelen Esc : De simulator verlaten. f : Flaps (indien aanwezig) g : Landingsgestel (indien aanwezig) t : sleepvliegtuig (voor zwevers) Aircraft control (when no controller is attached): Numeric keypad 1 : roer naar links Numeric keypad 3 : roer naar rechts Numeric keypad 2 : hoogteroer naar onder Numeric keypad 8 : hoogteroer naar boven Numeric keypad 4 : aileron links Numeric keypad 6 : aileron rechts Numeric keypad 7 : gasstick minimum Numeric keypad 9 : gasstick maximum
Appendix 2: verbeteren van de frame rate Omdat deze vluchtsimulator gebruik maakt van een 3D omgeving en shaders voor bepaalde grafische effecten, kan u problemen ervaren wanneer u deze simulator op oudere computersystemen draait. Hier zijn enkele tips om de frame rate (beeldverversing) te verhogen. Since BMI Flight Simulator uses full 3D environments and shaders for some graphical effects, you might experience performance problems when running the sim on older systems. Here are some tips to improve the frame rate: 1. Draai het programma in Full screen. Indien de simulator draait op een volledig scherm,zal deze beter presteren, vooral op systemen met slechts een processor. U kan dit instellen in het ‘graphics’ menu of door de alt en de enter toets gelijktijdig in te drukken. 2. Verminder de schermresolutie Indien u nog steeds een trage beeldverversing hebt, kan u de schermresolutie verminderen in het menu. 3. ‘Dynamische scenario’s’ uitschakelen. Hierdoor zal zich een verbetering in prestaties voordoen. Deze functie is verantwoordelijk voor de vogels, tractors en wapperende vlaggen. 4. Grafische kwaliteit verminderen. Naast het uitschakelen van de ‘dynamic sceneries’ kan u ook in het grafische menu de ‘smoke detail’ uitschakelen om de beeldverversing te verbeteren. Als laatste middel kan u de ‘scenery detail’ verlagen. Dit zal u prestaties verbeteren, maar de beelden zullen er niet fraai uitzien. U kan ook de windvectoren uitschakelen met de F12 knop.