1 oktober 2002 tot 30 september 2003
He t F V B i n 2 0 0 2 - 2 0 0 3
F
o
n
d
s
v
o
o
r
V
a
k
o
p
l
e
i
d
i
n
g
i
n
d
e
B
o
u
w
n
i
j
v
e
r
h
e
i
d
He t F V B i n 2 0 0 2 - 2 0 0 3
1 oktober 2002 tot 30 september 2003
Colofon Het FVB in 2002-2003 Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid Koningsstraat 45 1000 Brussel tel. 0800-92 222 www.debouw.be maart 2004 Concept en redactie: Tempera, tel. 03-270 16 26 Lay-out: Blue Print, tel. 03-448 15 41 Fotografie: Dirk Vermeirre, tel. 03-448 15 41
Het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid Het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB) zorgt voor betere bouwvakarbeiders. Het coördineert de bijscholing van bouwvakarbeiders en versterkt de opleiding van werkzoekenden die op een loopbaan in de bouw mikken. Daarnaast steunt het FVB ook het onderwijs aan jongeren in de bouwscholen. In 2002-2003 hielp het FVB meer dan 2700 bedrijven en 31 000 personen met hun opleiding. Het FVB leidt niet zelf op, maar verzekert een goed functionerende opleidingsmarkt in de bouwsector. Het is de schakel tussen de bedrijven en de opleidingsverstrekkers, begeleidt bedrijven, moedigt opleiden financieel en materieel aan, onderzoekt en signaleert opleidingsnoden, sleutelt aan kwaliteitsgaranties, … Het FVB ontvangt een deel van de loonkost van de werknemers uit de sector, net zoals andere sectorale opleidingsfondsen. Elk bouwbedrijf stort 0,6 procent van de loonmassa aan het FVB om het sectoraal opleidingsbeleid uit te voeren. Dat geld keert in belangrijke mate terug naar de bedrijven, dankzij onder meer gratis opleidingen, opleidingspremies en beter geschoolde nieuwe arbeidskrachten. De sociale partners tekenen in de bouwsector het opleidingsbeleid uit. Dat beleid brengt het FVB in de praktijk. Vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties staan in voor het bestuur van het FVB. Zij beslissen over het takenpakket en de organisatie van het fonds. Inhoudelijke keuzes krijgen vorm in de sectorale onderhandelingen die het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf voert. Daar groeide opleiding het voorbije decennium uit tot een hoeksteen van de opeenvolgende sectorale akkoorden. In 1993 en 1997 legden de sociale partners het fundament voor de drieledige opdracht van het FVB: opleiding voor respectievelijk bouwvakarbeiders, werkzoekenden en bouwleerlingen. In het voorjaar van 2001 sloot het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf een cao die de sectorale engagementen voor opleiding verfijnt en vastlegt tot juni 2005. De cao introduceerde onder meer het vernieuwende bedrijfsopleidingsplan, dat bedrijven aanmoedigt tot een doordacht opleidingsbeleid.
Het FVB in 2002-2003 Het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB) werkt samen met bouwbedrijven en hun werknemers, werkzoekenden en het bouwonderwijs. Voor elk van die drie groepen zorgde het FVB in 2002-2003 voor heel wat opleidingsinitiatieven. Op elk van de drie gebieden ondernam het FVB ook nieuwe acties om zijn opdracht nog beter uit te voeren. Meer dan 15 000 bouwvakarbeiders volgden in 2002-2003 een bijscholing van het FVB. Al die opleidingen waren samen goed voor 419 000 opleidingsuren. Bouwbedrijven en hun werknemers kunnen dan ook kiezen uit een aanbod van 3200 verschillende opleidingen. Naast het vaste aanbod aan opleidingen, sleutelde het FVB het voorbije jaar aan vernieuwende opleidingsconcepten, met vooral de keuze voor de nieuwe gespecialiseerde opleidingscentra. Edutec en de Centres de Compétence Construction gaan geavanceerde bouwbijscholingen ontwikkelen. Het FVB hielp meer dan 4000 werkzoekenden met hun bouwopleiding. De bouw — met 160 500 arbeiders een van de grotere sectoren — biedt daarmee dankbare arbeidskansen voor de vele werkzoekenden. Een baan in de bouw komt echter niet vanzelf: motivatie en een gezonde dosis werklust zijn essentieel. Maar vooral een degelijke opleiding. De bouwsector levert grote inspanningen om werkzoekenden te scholen tot valabele bouwvakarbeiders. In 2002-2003 besteedde het FVB bovendien extra aandacht aan de voorbereiding van projecten die erg kwetsbare werkzoekenden voorbereiden op een baan in de bouw. Het FVB werkt nauw samen met het bouwonderwijs. In 2002-2003 kregen meer dan 10 500 bouwleerlingen dankzij de samenwerking een betere opleiding. Meer dan 700 leraren konden in een bijscholing hun beroepskwalificaties verder uitdiepen. Dit jaarverslag belicht de even boeiende als veelbelovende convenants die de onderwijswereld en het FVB sluiten. Met een convenant krijgt een school van het FVB extra middelen om de onderwijskwaliteit te versterken. Onder meer dankzij betere stagemogelijkheden verwelkomt de bouwsector sterkere afgestudeerden. Bovendien moedigen de convenants afstuderende jongeren aan om in een bouwberoep te stappen.
Het FVB biedt meer dan 3200 opleidingen aan Bemalingsmaterialen gravitaire filters • Toezicht certificaat verticaal transport hijsmachines • Milieuboren: helper • Werken in hoogspanningsmasten • Toezicht certificaat verticaal transport mobiele kraan • Intermediate pipe operator • Hydraulische graafmachine • Isolatiemonteur • Stuc-technieken Living tomorrow ll • Frescoschilderen en trompe l'oeil • Luchtliftboren: luchtliftboren • Hydraulische tire-fond • Basiscursus wegmarkering • Atmosferische verwarmingsketels vermogens groter dan 100 kW • Verlijmde spanten • Autolaadkraan • Condenserende verwarmingsketel "De blauwe engel" basis BE • Opleiding tot Coatingverantwoordelijke • Depannage van wandketels • TIG lassen (CV) • Plaatsen van schuifdeuren en -ramen • Dakrenovatie • Draai-kip raamconstructie • Terrassen • Vezelcementleien • Sier- en restauratiemetselen • Pompist hogedrukpompen • Plaatsing brandwerende producten • Machinisten voor walsen • Gevelbekleding (dakdekker schuine daken) • Basistechnieken metselen wegenbouw • Toegangscontrole voor stellinggebruikers • Regelingen: Unomatic-Duomatic met standaard bedieningseenheid • Enkel glas/dubbel glas • Badverwarmer • STCW nijverheidshelper • Demonteren bemalingsinstallatie • Kleidakpannen diverse types • Ondergrondse aftakkingen op LS-papierloodkabels • Aanleggen van kabels • Plaatsen en afwerken van binnenschrijnwerk • Machinisten voor graafmachines op rupsen en op banden • Basistechnieken interieurbouwer • Autogeenlassen • Gasbranders • Koeltechnicus gevorderden • Opfrissingcursus vorkheftruckchaffeur • Monteur stellingbouw • Gaswandketels • Technicus cursus verwarmingen • Werfinrichting • Hamerboren • Afstellen van stookoliebranders • MD-aftakking cat. B met miniklantcabine • Diepriolering (i.s.m. Aquafin) • Elektriciteit voor centrale verwarming • Vitotronic 100, 150 & 200 • Opmaken van kwaliteitsplan • Elektro- en zadellassen • Manueel spuiten: filters • Vloerleggen voor metselaar • Schuren, plamuren en spuittechnieken • Boren met sas • Imitatietechnieken (i.s.m. ECR) • Verdeelkraan vervolmaking • Effetto schilderen • Bekwaamheidsattest hydraulische graafmachine • Planlezen en uitzetten van gebouwen • Betontoebehoren • Gasventilatorbranders • Mobiele kraan vervolmaking • Klinkers • Algemene module hydraulische graafmachine • CNC-machinebediening & programmatie • Leidekker • Kunst- en/of natuurleien • Inbraakwerend glas • Tegelpannen • Metalen dakbedekking - staande naad • Asbesttraining • Unitbranders TE en BE • Systeemdaken • Schakelen op HS-net • Industrieel vloerherstel en vloerbedekking • Gevelrenovatie • Stalen buizen: schroefdraadverbindingen (sanitair) • Dakdichten met bitumineuze membranen niveau II • Droogboren: op-/afstellen • Lakken • Ploegbaas wegenbouw: bronbemaling • CV-regeltechnieken • Betontechnologie • Venetiaans stucwerk • Ploegbaas wegenbouw: werfinrichting/werfplanning • Staande naad • Kraanwater • Algemene module snelbouwkraan • Radiodetectie • Schilderen en behangen • Cementeren in functie van wandtegels • Planlezen voor bekisters • Veilig werken op hoogte • Steigerbouw • Bemalingsmaterialen diepe bronnen • Betonmixerchauffeur • Besturingstechnieken torenkraan • Meet- en regeltechniek automatisatie • Plaatsen van dubbele beglazing bij renovatie • Vochtisolatie van muren, kelders • Ondergrondse LS-net onder spanning • Betonrenovatie • Sanitair installateur/zinkbewerker • Brandwerend glas • Metalen dakgoten en afleiders (dakdekker schuine daken) • Schaarlift • Zinkwerk voor beginnenden • Behangtechnieken • Initiatietechnieken bouw: centrale verwarming • Zuigboren: machinebehandelingen • Hijstoebehoren • Zagen en boren in beton • Ploegbaas wegenbouw: bouwgebreken in de wegenbouw • Hamerboren: machinebehandeling • Droogboren: peilbuizen plaatsen • Sky air & TWIN • Bekisten voor metselaar • Basiskennis laagspanningsnet en kabels • Optimalisatiesoftware Cutting optimizer • Initiatietechnieken bouw: wegenbouw • Spoorwegbouw • Binnendeuren • Wiellader • Warmwaterproductie-gasverwarmingstoestellen • Machinist nivelleermachine • Vernissen • Basistechnieken koeltechnieken • Hernieuwen attest brandertechnicus • Droge bepleistering (wanden - opgehangen plafonds) • Basisopleiding afwerkingsbedrijven • Beton herstellen • Basiselektriciteit koeltechnicus • Ploegbaas wegenbouw: topografie 4 (slagsonde, plaatproef, ...) • Vlambooglassen (CV) • Zuigboren: zuigpomp, overdruk, circulatie • Raamconstructies • Verlijmen van gevelstenen • Kunststoflassen volgens DVS normen • Trappen • Hernieuwen attest onderhoud en controle stookolietanks • Mini-graver • Milieucertificering verf- en lakspuiten • Metselen • Basisopleiding boormeester • Plaatsen waterleidingen • Gedwongen afvoer en condensatieketels • Initiatie ploegbaas wegenbouw • Werfelektriciteit (boorder) • Ploegbaas wegenbouw: topografie 3 (lasers, ...) • Boordstenen en greppels • Kasseien/mozaïek • Restauratie natuurleien • Bouwplaatsmachines • CV-Verbrandingscontrole • CNC-machinebediening Punt tot Punt • Vloeren op natte chape • Graafwerken • Glasplaatser • Bekwaamheidsattest mobiele kraan • Dakbedekking platte daken • Branders • Werken met dubbele vallijnen • Bediening heftruck • Doorpersmachine 1200 • Meettechnieken • Droge afbouw • Topografie interieurbouw • Filterboormachine bediening en onderhoud • Hoogwerker • Certificaat plaatser brandwerende deuren • Elektro- en stuiklassen • Technische cursus porselein en kraanwerk (sanitair) • Bekwaamheidsattest torenkraan • Verreiker • Spuittechnieken (industrieel schilder) • Metselwerk uitvoeren • Regeling en sturing voor brandertechnicus • Zonnepanelen - toepassingen • Elektro-, zadellassen en stuiklassen • Wegenbouw: voorinformatie veiligheid voor leidinggevenden • Droogboren: machinebehandelingen • Manuele éénlaagse bepleistering • Traditioneel bekisten van een rechte wand • Dichtingswerk plat dak • Service-training verwarmingsketels •Traditionele bevloering • Leggen van bladgoud en bronzeren • Zinkwerken bij sanitaire installaties • Sterkteleer, praktische stabiliteitsberekening • Decotechnieken • Securit glas • VRF practical (airconditioning) • Basis dakdekker • HSW (horizontale schuifwanden) • Lassen • HSBLDakbedekking • Basisopleidingen gasaftakkingen • Metselen wegenbouw en huisaansluitingen • Algemene werking van de lakstraat • Condensatiesystemen • Decoratief metselwerk • Basistechnieken bekister • Toegangscontrole voor stellinggebruikers • Glassystemen: vloerglas • Inbouwen onderwaterpompen • Polymeerchemische balkkoprestauratie • Condensatieketels & geblazen gasbranders • Baggerwerker: radar • Rl-stookoliebranders middelgroot - groot vermogen • Basistechnieken heftruckbestuurder • Telescoopkraan • Tegelzetter-vloerder • Zinken dakgoten en afleiders • Gasbrandertechnicus en habilitatie • Maken van zandpalen • Diamantkernboormachine • Dakdichting (bitumen): theoretische en praktische opleiding • Basismodule CV, sanitair, gas • Cutting optimizer basissessie • Cursus onderhoud en herstelling • PVC-schrijnwerk: verbindings- en plaatsingstechnieken • Split & Split Inverter • Regelapparatuur • Plaatsen van gipskartonplaten • Straaltechnieken • Siermetselwerk • Basistechnieken metselaar • Metalen daken/zinkwerk voor gevorderden • Basisvaardigheden industrieel schilder • Bediener CNC-houtbewerkingsmachines • Natuurleien • Asfalt wegenbouw • Gasbranders en oliebranders • Screening dakdekker/schuine daken • Kleven van droge bepleistering • Wandbekisting • Basistechnieken zink, lood, koper • Basistechnieken hout • Initiatietechnieken bouw: vloerder • Toezicht certificaat verticaal transport torenkraan • Gasventilatiesystemen • Koper • Verwerken van leien • Radioactieve-concentratiemeter • Niet-standaard gasaftakkingen • LDHeftruckbestuurder: veiligheidscertificaat beginner • Elektromotoren • Spiegellasmachine: bediening en onderhoud • Sierbestrating • Grondverzet en Vlarebo • Spider Glas • Basisvorming veiligheidskunde niveau 3 • Spoelboren: spoelpomp, overdruk, circulatie • Buitenbepleistering • Opbouw van de stelling • Machinesturingen • Basistechnieken stukadoor • Basisinstructies veiligheid elektriciteit • Natuursteen bewerken • Onderhoud en afstellen van branders cv • Mogelijke problemen bij koelsystemen • Maken van binnenschrijnwerk • Lijmen van vloeren • Basistechnieken dakdekker/schuine daken, en nog 3000 andere opleidingen...
8
HET FVB
IN
2002-2003
ZORGEN
VOOR BETER GESCHOOLDE BOUWVAKARBEIDERS
Zorgen voor beter geschoolde bouwvakkers In 2002-2003 bood het FVB meer dan 3200 verschillende bijscholingen aan. Het palet is breed: opleiding volgens bouwspecialisatie, binnen of buiten de werkuren en een standaardopleiding of op maat. Nieuw is een bijkomend aanbod van gespecialiseerde opleidingen. Elk bouwbedrijf kan op het FVB beroep doen bij de opleiding van zijn arbeiders. Dat is een reusachtige opdracht, want de bouwsector is een even grote als diverse sector. Het FVB zorgt voor opleidingen voor ruwbouwberoepen als metselaar en torenkraanbestuurder, maar ook voor afwerkingsberoepen als schilder-decorateur of sanitair installateur. Een amalgaam van subsectoren en marktniches vult dat aanbod verder aan: er zijn opleidingen voor wegenbouw, stellingbouw, betonrenovatie, … Andere opleidingen mikken op verschillende beroepen en scholen bij in bijvoorbeeld een plan lezen, veiligheid of een voorbereiding tot ploegbaas. In het totaal biedt het FVB meer dan 3200 verschillende opleidingen aan. Het FVB hecht belang aan soepele opleidingsformules die het bedrijven en bouwvakarbeiders makkelijk maken om voor een bijscholing te kiezen. Zo vindt een bijscholing meestal plaats in een erkend opleidingscentrum, maar ook bedrijfsinterne cursussen zijn mogelijk voor grotere ondernemingen of zeer gespecialiseerde opleidingen. De opleiding gaat dan door binnen de muren van de onderneming, met uitsluitend deelname van de eigen werknemers. Een ander voorbeeld van die brede visie op opleiding is de steun voor arbeiders die zich op eigen houtje bijscholen. Als bouwvakarbeiders zelf kiezen voor een bijscholing vindt die plaats buiten de werktijd, maar krijgen ze daar financiële steun voor van het FVB.
opleiden met oog voor de werkorganisatie
Met 78 procent gaat het overgrote deel van de opleidingsuren door tijdens de werktijd. Opleiding overdag en tijdens de werkuren is logischerwijze de norm. Maar bijna een kwart van de opleidingsuren vindt ‘s avonds of op een zaterdag plaats. Waar in andere sectoren zulke opleidingen ‘na de kantooruren’ zeldzaam zijn, komen ze vaker voor in de bouwsector. Dat vindt zijn oorzaak in de arbeidsorganisatie in de bouw: veel bouwbedrijven werken met kleine teams, waar elke bouwvakarbeider een
het F V
de we B in ci j rknem ersop fers: leidi ngen 15 56 6 419 5 bouwvakar 03 ure beide rs kre n 2575 gen o bedrij opleiding pleidin ven s g 3261 g chreve egeven versch n wer illend 10 80 knem e ople 0 000 e r idin s euro f inancie gen moge in 1 septe lijk ring v mber o or de 2002 opleid tot 31 augus ingen tus 20 0 3
9
HET FVB
IN
2002-2003
ZORGEN
VOOR BETER GESCHOOLDE BOUWVAKARBEIDERS
vergoeding door het FVB
Het FVB vergoedt ook loonkost Het volgen van een FVB-opleiding is gratis voor bedrijf en werknemer. Het FVB neemt alle kosten van docenten, lokalen, enz. op zich. De bouw gaat echter verder dan andere sectoren door extra vergoedingen te voorzien voor het volgen van een opleiding. Bij een opleiding tijdens de werktijd, vergoedt het FVB het bedrijf voor de ‘verloren’ loonkost; bij een opleiding buiten de werktijd ontvangt de werknemer een vergoeding voor de opleidingsinspanning die hij levert.
10
opleidingen
kort (4 tot 31 werkuren)
aan het bedrijf: vergoeding van 14,87 euro per uur. Van dat bedrag wordt 4,96 euro begeleidingskost per uur afgetrokken, zoals de Europese Commissie dat oplegt.
lang (32 tot 180 werkuren)
aan het bedrijf: vergoeding van bruto uurloon, RSZ-bijdragen, bijdragen aan het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf, en de premie verzekering arbeidsongevallen. Van dat bedrag wordt 4,96 euro begeleidingskost per uur afgetrokken, zoals de Europese Commissie dat oplegt.
tijdens de werktijd
avondopleiding
aan de werknemer: • opleiding op vraag van de werkgever: 6,20 euro per uur • opleiding op initiatief van de werknemer: 2,50 euro per uur
zaterdagopleiding
aan de werknemer: • opleiding op vraag van de werkgever: 74,37 euro per zaterdag • opleiding op initiatief van de werknemer: 19,83 euro per zaterdag
HET FVB
IN
2002-2003
ZORGEN
VOOR BETER GESCHOOLDE BOUWVAKARBEIDERS
“ opleiding vraagt om visie ”
belangrijke rol heeft. Zo’n klein team rekent op elk lid om volwaardig te kunnen werken. Eén persoon die enkele dagen ontbreekt voor een opleiding, doet de arbeidsorganisatie van het team spaak lopen. Soms is er bijgevolg alleen ’s avonds of op zaterdag tijd om bij te scholen. Die arbeidsorganisatorische realiteit erkennen de sociale partners van de bouwsector. Ze ontwierpen opleidingsstelsels die bijscholing buiten de werkuren mogelijk maken en tegelijk de bouwvakarbeiders belonen voor die extra inspanning. Het spreekt echter voor zich dat opleiding tijdens de werktijd de norm blijft. Zaterdagopleidingen namen in 2002-2003 17,6 procent in van alle opleidingsuren, de avondopleidingen stonden voor 4,4 procent.
toekomstgericht werken met een bedrijfsopleidingsplan
Opleiding vraagt om visie. Het FVB hanteert hiervoor het ‘bedrijfsopleidingsplan’. Dat is een samenwerkingsverklaring van het FVB en een bouwbedrijf. Het plan somt de opleidingsintenties op voor de werknemers gedurende het volgende jaar. Daarnaast vermeldt het plan ook de geplande aanwervingen, met de gewenste scholingsgraad en benodigde opleidingen. In 2001-2002 dienden zo’n 2400 bedrijven een plan in bij het FVB. In 2002-2003 steeg dit aantal tot net geen 2900 bedrijfsopleidingsplannen. Het opleidingsplan is geen zaak van de werkgever alleen. In grote bedrijven ondertekenen de vakbonden het plan; in kleinere bedrijven informeert de werkgever de personeelsleden die hun opleidingswensen kenbaar mogen maken. Zo komt de tekst tot stand in overleg met alle personeelsleden. Een bedrijfsopleidingsplan is in de eerste plaats een werkinstrument. Het vormt de schakel tussen het FVB en de onderneming en bundelt alle informatie over de opleidingen van de werknemers: de timing, follow-up, subsidies, … Dankzij de achtergrondinformatie uit het bedrijfsopleidingsplan, werkt het FVB efficiënter opleidingsvoorstellen uit voor de onderneming. Werken met een bedrijfsopleidingsplan gaat een hele stap verder dan de praktijk om hals over kop voor één werknemer een geschikte opleiding te zoeken als de nood hoog is of als de gelegenheid zich voordoet. Het komt de onderneming — ook kleinere bedrijven — ten goede wanneer een opleiding past in een ruimere visie op het personeel en de aanwezige
11
HET FVB
IN
2002-2003
ZORGEN
VOOR BETER GESCHOOLDE BOUWVAKARBEIDERS
drie vormen van opleiding Periode: 1 september 2002 tot 31 augustus 2003
78,0%
6% (59,
)
17,6
aantal opleidingsuren
,4%
)
%
waarvan veiligheidsopleiding 77 087 uur
weekdagopleiding 327 132 uur
12
(18
4 , 4%
avondopleiding 18 399 uur
zaterdagopleiding 73 972 uur
HET FVB
IN
2002-2003
ZORGEN
VOOR BETER GESCHOOLDE BOUWVAKARBEIDERS
“ in steeds meer bouwondernemingen volgt iedere werknemer een veiligheidscursus”
kwalificaties. Een bedrijfsopleidingsplan verplicht om na te denken over de interne organisatie: wie kan bijvoorbeeld welke taken overnemen wanneer iemand wegvalt? De looptijd van één jaar nodigt uit tot een grondige reflectie over het eigen opleidingsbeleid. Maar het plan preciseert ook in welke opleidingen de werknemers zelf geïnteresseerd zijn en wie nieuwe technieken of machines moet leren beheersen. Werknemers leren eruit welke taken en verantwoordelijkheden ze op termijn zullen krijgen en welke opleidingen daarbij horen. Zo wordt het plan een essentieel onderdeel van het personeelsbeleid. Opleiding en bijscholing creëren doordacht en stap voor stap slimmere handen in het bedrijf, waardoor het bijvoorbeeld makkelijker wordt om vacatures intern in te vullen. Een bedrijfsopleidingsplan opstellen vergt tijd in de startfase. Toch levert het bedrijven winst op, want tegenover die tijdsinvestering neemt het FVB de beslommeringen over van het bedrijf om geschikte opleidingen te zoeken of op maat te organiseren. Bovendien vraagt, eenmaal opgesteld, het plan alleen wat opvolging en eventueel bijsturing. Opnieuw een taak waar het FVB bij helpt.
beroepsbekwaamheid en veiligheid gaan hand in hand
Veiligheid is een essentieel onderdeel in de vormingsvisie van het FVB. Het ondersteunt daarmee de reeds lang aanwezige aandacht voor veiligheid in de sector. In het aanbod van het FVB krijgt veiligheid in steeds meer opleidingen een vaste plaats. Maar ook de aparte opleiding basisveiligheid groeide op enkele jaren tijd uit tot een belangrijke poot van de bijscholingsactiviteiten van het FVB. Steeds meer bouwondernemingen kiezen ervoor om iedere werknemer zo’n opleiding basisveiligheid te laten volgen. Dat zorgde ervoor dat net geen twintig procent van de gepresteerde opleidingsuren in 2002-2003 naar veiligheidsopleidingen ging. Zo’n opleiding basisveiligheid sensibiliseert nieuwkomers om veilig te werken op de werf. De opleiding bezorgt bouwvakarbeiders in tweemaal acht uur tijd inzicht in algemene en beroepsspecifieke veiligheidspreventie. Ze brengt elke nieuweling een behoorlijke basiskennis veiligheid bij, gaande van het tillen van lasten over het lezen van gevaaretiketten tot het gebruik van beschermingsmiddelen.
13
HET FVB
IN
2002-2003
ZORGEN
VOOR BETER GESCHOOLDE BOUWVAKARBEIDERS
op vijf jaar tijd verdubbelde het aantal opleidingsuren in de bouwsector 500000 97-98
98-99
99-00
00-01
01-02
02-03
450000 400000 350000 300000 250000 200000 150000 100000 50000 aantal uren opleiding
periode: 1 september tot 31 augustus
Totaal
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
In 2002-2003 daalde het totale aantal uren opleiding met 5,1 procent. Dat komt door een kleiner aantal basisveiligheidsopleidingen. Veiligheid wordt niet minder belangrijk, maar elke arbeider volgt de basisopleiding slechts één keer, zodat de piek nu achter de rug ligt. Zonder veiligheidsopleidingen gerekend, steeg het aantal opleidingsuren het voorbije jaar met 5,7 procent.
14
HET FVB
IN
2002-2003
ZORGEN
VOOR BETER GESCHOOLDE BOUWVAKARBEIDERS
“ nieuwe opleidingscentra ontwikkelen gespecialiseerde bijscholingen”
Niet alleen bouwbedrijven dragen veiligheid in hun hart. Ook de klanten eisen meer dan vroeger dat alle bouwvakarbeiders op hun werf een veiligheidsgetuigschrift bezitten. Dat geeft een extra duw in de rug aan bouwbedrijven met een goed veiligheidsbeleid. Veiligheid groeit zo uit tot een competitief voordeel. Doordat het FVB de opleidingskosten draagt, renderen zulke investeringen bovendien vaak al op korte termijn.
meer gespecialiseerde opleidingen
Werken in de bouwsector wordt complexer. Steeds meer bedrijven zijn op zoek naar een gespecialiseerd opleidingsaanbod. In 2002-2003 startte het FVB daarom een samenwerking met nieuwe partners: Edutec, het technologisch centrum van de bouwsector, in Vlaanderen en Brussel; en de Centres de Compétence Construction in Wallonië. Deze nieuwe opleidingscentra ontwikkelen geavanceerde bijscholingen. Voorbeelden zijn asbestverwijdering, gevelrenovatie en werken met gevaarlijke producten. Naast dat standaardaanbod kunnen ondernemingen ook zelf melden welke gespecialiseerde opleiding ze nodig hebben. Edutec en de in oprichting zijnde Centres de Compétence Construction zorgen dan voor alle omkadering, met inbegrip van cursus, lesgever, leslokaal en de hele administratie. Een bedrijf kan er bovendien voor kiezen om een bestaande opleiding van de centra aan te passen aan de eigen bedrijfsomstandigheden. De groei in de gespecialiseerde opleidingen deed het FVB daarnaast de samenwerking herdenken met fabrikanten van complexe bouwapparaten en nieuwe materialen. Soms geven die zelf opleidingen over hun hoogtechnologische producten aan de afnemers van de technologie. Een voorbeeld zijn de installateurs van een verwarmingsbedrijf die een opleiding krijgen bij de fabrikant van een nieuwe stookketel. Vaak informeren de fabrikanten ook lesgevers van bouwopleidingen over hun nieuwe apparaten en producten en leren hen de gebruikswijze aan. Ook lesgevers moeten zich immers regelmatig bijscholen. In 2002-2003 ging er aandacht naar de professionalisering van die gespecialiseerde opleidingen. De opleidingen waar fabrikanten aan meewerken gaan steeds meer door op neutrale locaties — buiten de fabrieksmuren van de fabrikanten — en hebben meer oog voor het evenwicht tussen productgerelateerde informatie en algemene kennis. De waardevolle en zeer gespecialiseerde kennis van fabrikanten wordt zo gekoppeld aan ruimere inhoudelijke informatie over een vakgebied.
15
HET FVB
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
beroepsprofielen en instapcompetenties als leidraad voor opleidingsprogramma’s
Het FVB steunt bij het uittekenen van opleidingsprogramma’s op beroepsprofielen en instapcompetenties. Een ‘beroepsprofiel’ is een gedetailleerde takenlijst van één beroep. Zo’n profiel somt alle noodzakelijke vaardigheden en beroepshoudingen op die nodig zijn om het beroep perfect te beheersen. Daarmee legt een beroepsprofiel de lat hoog: het inventariseert de kennis van een ervaren vakman. Beroepsprofielen worden onder meer gebruikt om opleidingen af te stemmen op de praktijk in de bedrijven. Maar ze komen bijvoorbeeld ook van pas bij het bepalen van certificeringsdrempels — waar ligt de lat voor een ervaren vakman? Het FVB bezit beroepsprofielen voor de meeste bouwberoepen. In 2003 werd het beroepsprofiel van de betonmixer-chauffeur opgesteld. ‘Instapcompetenties’ brengen de vaardigheden en beroepshoudingen in kaart die een persoon minstens onder de knie moet hebben om een kans te maken op een baan in de sector. Instapcompetenties leggen de lat veel lager want het gaat om een selectie uit een beroepsprofiel. Het zijn in eerste instantie de vaardigheden en beroepshoudingen die een beginner moet beheersen alvorens een werkgever een aanwerving zelfs maar wil overwegen. Vervolgens tekenen instapcompetenties het leertraject uit dat iemand tijdens de eerste zes maanden arbeid doorloopt. Wie enkel over instapcompetenties beschikt, staat ver van het volleerde vakmanschap. Desondanks zijn de instapcompetenties belangrijk voor opleidingen. Ze helpen bij het leggen van de juiste klemtonen in opleidingsprogramma’s. Want het grondig beheersen van de instapcompetenties moet het fundament zijn voor een geslaagde beroepsopleiding. In 2002-2003 stelde het FVB de instapcompetenties op van zes bouwberoepen: bouwplaatsmachinist, daktimmerman, dekvloerlegger, industrieel isolatiewerker, natuursteenbewerker en torenkraanbestuurder. Tot nu zijn de instapcompetenties van negentien beroepen beschreven.
16
HET FVB
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
Een nieuwe kans voor werkzoekenden Het FVB helpt werkzoekenden met opleidingen op maat. Dat gebeurt in twee grote stelsels: de versnelde beroepsopleiding leidt op in een opleidingscentrum en de alternerende opleidingen wisselen de praktijk van het bouwbedrijf af met bijscholing in een opleidingscentrum. In 2002-2003 richtte het FVB meer aandacht op projecten voor mensen die het erg moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Een intensieve vooropleiding verschaft ze toegang tot een baan en vervolmaking.
De bouw is een van de zeldzame sectoren met werk in overvloed. Vele aannemers kampen zelfs met een tekort aan geschikte arbeidskrachten. De toekomst oogt bovendien niet gunstig: het jaarlijkse aantal afstuderende jongeren is te klein om aan de vraag van de bouwbedrijven te voldoen. Daarom beperkt het FVB zich niet tot bijscholingen van bouwvakarbeiders, maar investeert het ook in praktijkgerichte opleidingen voor werkzoekenden. Het doet dit om de instroom van geschoolde arbeidskrachten in de sector te vergroten.
opleiding en praktijk versterken elkaar
Hoewel de meeste opleidingen praktijkgericht zijn en lesprogramma’s in overleg met de bouwsector worden uitgewerkt, kunnen opleidingscentra de realiteit van de werkvloer slechts benaderen. Daarom stimuleert het FVB in zijn beleid het contact en de wederzijdse versterking van opleiding en praktijk. Een degelijke opleiding wint immers bij een contact met het werk in een bedrijf. Zo heeft een versnelde bouwopleiding in een opleidingscentrum baat bij een stage bij een bouwbedrijf die de werkzoekende voeling bezorgt met het werk in een onderneming. Andere werkzoekenden doen meer voordeel bij een opleiding die grotendeels op de werkvloer doorgaat en waar ze onder nauwe supervisie van een vakman een beroep in de praktijk leren. Maar die praktijkopleiding wordt dan weer verrijkt door regelmatig in een opleidingscentrum gestructureerde kennis op te doen. Opleiding door praktijkervaring en in een opleidingscentrum zijn beide nodig. Het FVB zoekt naar een evenwicht.
het F V
de op B in ci j leidi ng va fers: n de we 299 jo rkzoe ngere n kende s t apten 770 jo n in e ng
eren s en op tapten leidin 1998 g jong deeln in e e erenw n ople emers 6 500 ezen iding aan d bouw 000 e e vers leerlin u n r e o ld financ werkz e gweze b e r oeken iering oepso n den pleidin voor d g e ople iding cijfers voor voor d ep eriode
1 septe mbe
r 2002 – 31 a ugustu s 200 3
17
HET FVB
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
Bouwplatformen: de bouwarbeidsmarkt op lokaal niveau
Het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf richtte in 2002 ‘bouwplatformen’ op, die bestaan uit vertegenwoordigers van de sociale partners. Per provincie staan de bouwplatformen in voor een permanente evaluatie en bijsturing van de arbeids- en opleidingsmarkt. Op lokaal niveau leggen ze een brug tussen opleidingswereld en bedrijfsleven. Daarom houden de bouwplatformen in elke provincie de vraag naar geschoolde bouwvaklui in het oog. Wanneer de kloof tussen de vraag van de bedrijven en de instroom van schoolverlaters en werkzoekenden in de sector te groot wordt, trachten de platformen het lokale opleidingsaanbod bij te sturen. Ze bewaken vooral de evolutie van de knelpuntberoepen aandachtig. Daarnaast hebben de bouwplatformen nog andere taken. Enerzijds evalueren ze voorstellen voor pilootprojecten die kwetsbare werkzoekenden moeten klaarstomen om terug aan de slag te gaan; anderzijds volgen ze de uitzendarbeid in de bouwsector op. Een bouwplatform verzamelt gegevens over de uitzendmarkt en is het eerste aanspreekpunt voor klachten.
18
HET FVB
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
“ versnelde beroepsopleiding bij VDAB, Forem, Bruxelles Formation en Arbeitsamt”
op maat van de werkzoekende
Werkzoekenden verschillen. Sommigen hebben al een basisopleiding bouw achter de rug, anderen zijn ongeschoold. Sommigen zijn nog schoolplichtig, anderen zijn al wat ouder. Sommigen staan sterk en zoeken een gerichte opleiding, anderen kampen met een opeenstapeling van problemen die voorkomen dat ze met kans op succes een reguliere bouwopleiding volgen. Om een antwoord te bieden op die diversiteit, krijgen de inspanningen van het FVB voor werkzoekenden vorm in verschillende opleidingsstelsels: •
De steun voor de versnelde beroepsopleiding voor werkzoekenden in een opleidingscentrum. Na de versnelde beroepsopleiding volgt vaak een stage of een individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO);
•
De alternerende opleidingsstelsels die de bouwsector zelf ontwikkelde. Het gaat om respectievelijk het Jongerenleerlingwezen en het Bouwleerlingwezen, die beide jongeren op pad zetten in de bouwsector. Dat gebeurt met een langlopende en zeer praktijkgerichte opleiding, onder de hoede van zowel een bedrijf als een opleidingscentrum;
•
In 2002-2003 bereidde het FVB bovendien zijn steun voor aan een reeks initiatieven die de instap in de bouw moet vergemakkelijken van moeilijk bemiddelbare werkzoekenden. Deze groep ontbreekt het aan basisvaardigheden en kan daardoor niet zonder meer terecht in een van de ‘gewone’ bouwopleidingen. Een extra ‘voortraject’ vangt deze achterstand op.
versnelde beroepsopleiding voor werkzoekenden
Met een versnelde beroepsopleiding leren werkzoekenden — jong en oud — een bouwberoep aan in een erkend opleidingscentrum van VDAB, Forem, Bruxelles Formation of Arbeitsamt. Ze behouden tijdens de opleiding hun werkloosheidsuitkering. De betrokken dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding betaalt de cursisten wel een premie. Dezelfde dienst neemt ook de administratie en de begeleiding voor zijn rekening.
19
HET FVB
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
de alternerende opleidingen groeien periode: 1 september tot 31 augustus
1200 97-98
98-99
99-00
00-01
01-02
1000
800
600
400
200
0
totaal
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Een alternerende opleiding duurt langer dan één jaar. De grafiek telt het aantal jongeren die elk jaar een opleiding aanvatten. Het aantal nieuwe opleidingscontracten in het jongerenleerlingwezen en het bouwleerlingwezen blijft stijgen.
20
02-03
HET FVB
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
“ de drempel verlagen om zelf een geschikte werknemer op maat van het bedrijf te vormen”
De duur van een versnelde beroepsopleiding varieert volgens de opleiding, maar bedraagt meestal tussen de vier en zes maanden. Het gaat bijgevolg om kortlopende opleidingen die de werkzoekenden een basiskennis van een bouwberoep meegeven. Een versnelde beroepsopleiding wordt afgesloten met een stage in een bouwbedrijf. Dat brengt de werkzoekende in contact met de praktijk in een bouwbedrijf. De stage wordt echter meer en meer vervangen door de veel langer lopende ‘individuele beroepsopleiding in de onderneming’ (IBO). Daarmee krijgt de werkzoekende gedurende maximaal zes maanden in een bedrijf praktijkbegeleiding en opleiding van een ervaren vakman. Op die manier wordt de opgedane beroepskennis verstevigd met een grondige praktijkervaring en leert de nieuweling rendement halen. Met zo’n individuele beroepsopleiding engageert een bedrijf zich. Niet alleen strekt het contract zich uit over een periode tot zes maanden, maar bovendien volgt er naderhand een verplichte aanwerving gedurende minstens dezelfde tijdsspanne. Het FVB financiert mee de versnelde beroepsopleiding. Daarnaast moedigt het de geslaagde deelnemers aan om naderhand daadwerkelijk in de bouwsector te blijven werken. Dat gebeurt met een ‘premie voor basisopleiding’, zijnde 200 euro die de ex-werkzoekende ontvangt als hij een baan in de bouw neemt. Ook het opleidingscentrum ontvangt dan een doorstromingspremie van 250 euro.
alternerende opleidingen voor ongeschoolde jongeren
Een ongekwalificeerde jongere in dienst nemen en opleiden is duur. Toch is het vaak moeilijk te vermijden, gezien het tekort aan geschoolde werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Een ‘alternerende opleiding’ voorziet in een financiële ondersteuning door het FVB en in extra begeleiding voor de jongere. Samen verlagen ze de drempel om zelf een geschikte werknemer op maat van het eigen bedrijf te vormen. Een alternerende opleiding vindt hoofdzakelijk plaats in de onderneming. Ze mikt op jonge werkzoekenden, zonder enige bouwkwalificatie. De jongere leert het bouwberoep ‘van nul’, overwegend in het bedrijf. De aspecten van het vak die om meer dan praktijkervaring vragen, leert de jongere in een erkend opleidingscentrum.
21
HET FVB
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
bouwschool van het jaar Sinds 2000 kiest het FVB Franstalige en Nederlandstalige bouwscholen van het jaar. De verkiezing zet scholen in de kijker die een mooie stijging van het aantal bouwleerlingen combineren met een grote doorstroming van afgestudeerden naar de bouwsector. In 2003 won bij de Franstalige scholen het Institut Communal d’Enseignement Technique uit Bastenaken. De bouwschool uit Bastenaken timmert onder meer aan een indrukwekkend netwerk van bedrijven die leerlingen uit de hoogste jaren een stageplaats aanbieden. Elk jaar draaien zo’n 125 leerlingen tijdens een stage mee in een onderneming. Momenteel kan de school daarvoor rekenen op een dertigtal bedrijven uit de omgeving. “We kunnen nochtans niet garanderen dat een stage een succes wordt”, vertelt directeur Philippe Robert. “Dat hangt onder meer af van de relatie tussen de stagiair en de begeleider in het bedrijf. Soms klikt het en soms niet. Maar bedrijfsleiders begrijpen dat. Er haken zelden ondernemingen af. Dat is natuurlijk omdat die meestal goede ervaringen hebben met onze stagiairs. Maar ook omdat we soms al jarenlang samenwerken met hen. We investeren in een persoonlijke band.” Philippe Robert is een overtuigd pleitbezorger van stages. En die moeten niet alleen in bedrijven plaatsvinden. “Wij organiseren ook stages bij officiële opleidingscentra. Onze jongeren komen er in contact met de nieuwste machines. Zo kunnen ze bijvoorbeeld trainen met de moderne bekistingssystemen. Maar onze leerlingen bezoeken ook elk jaar Batibouw. Zo weten ze wat er technisch al kan en in welke richting de technologie evolueert.”
22
HET FVB
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
“ voeling bezorgen met het werk in een onderneming”
Het bedrijf stelt een ervaren arbeider aan als opleidingsverantwoordelijke voor de jongere. Een alternerende opleiding loopt er de randjes niet af. Het vormingstraject duurt minimaal een half jaar, strekt zich vaak uit over anderhalf tot twee jaar en kan tot drie jaar vergen. Ze leert dan ook het complete takenpakket van een volleerde vakman aan. Die grondigheid vertaalt zich ook in de begeleiding. In overleg met de onderneming en het opleidingscentrum wordt een opleidingsprogramma uitgestippeld. Het FVB zorgt bovendien voor een eindproef in het opleidingscentrum, die de kennis van de jongere evalueert. De bouwonderneming betaalt de jongere een vaste leervergoeding, die afhankelijk van de leeftijd schommelt tussen de 372 en 582 euro. Van het FVB ontvangt de jongere een aanvullende premie. Door de combinatie van de leervergoeding en de premie ontvangt de jongere een volwaardig loon, terwijl de kost voor het bedrijf binnen de perken blijft. Het rendement van zo’n jongere is — zeker gedurende de eerste maanden — immers klein. Meer dan duizend jongeren zonder bouwopleiding stapten in 2002-2003 in een alternerende opleiding. Een vergelijkbaar aantal beëindigde de opleiding datzelfde jaar. Naargelang hun leeftijd — en bijgevolg schoolplichtigheid — stappen de jongeren in het: •
Jongerenleerlingwezen, voor schoolplichtige jongeren van 15 tot 18 jaar. Zestig procent van de tijd brengen jongeren door in het bedrijf en veertig procent volgen ze een aanvullende opleiding in een Centrum voor Deeltijds Onderwijs. Wie slaagt in de eindproef, heeft recht op een contract van onbepaalde duur in het bedrijf;
•
Bouwleerlingwezen, voor jongeren van 18 jaar tot 25 jaar. Zeventig à tachtig procent van de tijd leren de jongeren een beroep in het bedrijf, de resterende tijd krijgen ze een aanvullende vorming in een opleidingscentrum. De periodes in het opleidingscentrum kunnen worden aangepast aan het bedrijfsritme, zodat de jongere volwaardig meedraait in de bouwonderneming. In tegenstelling tot het Jongerenleerlingwezen is het bedrijf niet verplicht om de jongere naderhand aan te werven, ook al slaagt hij in de eindproef. De ervaring leert echter dat veel bedrijven toch kiezen voor een aanwerving.
23
HET FVB
24
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
HET FVB
IN
2002-2003
EEN
NIEUWE KANS VOOR WERKZOEKENDEN
“ in heel België projecten starten voor moeilijk bemiddelbare werkzoekenden”
rekruteren bij de meest kwetsbare werkzoekenden
Voor sommige werkzoekenden is een directe instap in de versnelde beroepsopleiding of alternerende opleidingen onhaalbaar. Ze kampen bijvoorbeeld met gebrekkige sociale vaardigheden of beheersen onvoldoende de taal. In 2002-2003 ging binnen het FVB meer aandacht naar opleidingsprojecten voor zulke werkzoekenden. De nieuwe projecten moeten moeilijk bemiddelbare werkzoekenden dankzij intensieve begeleiding uitzicht geven op een baan in de bouw. Ondanks hun achterstand bij aanvang, gaat het vaak om geschikte en gemotiveerde mensen. Het FVB investeert daarom in een ‘voortraject’ voor deze werkzoekenden, dat hen voorbereidt om in een latere fase een beroepsopleiding te volgen. Het voortraject neemt, dankzij een aangepaste en flexibele persoonlijke begeleiding, de initiële hinderpalen weg. Organisaties die zulke werkzoekenden opleiden en laten doorstromen naar de reguliere economie, ontvangen van het FVB een premie. Deze opleidingsprojecten mogen de lat niet lager leggen. Het einddoel moet volwaardig geschoolde bouwvakarbeiders zijn. De bouwsector zoekt kwaliteit en heeft geen baat bij tweederangswerknemers. Daarom mag de opleiding niet eindigen na het voortraject, maar moet ze uitmonden in vervolmakingsopleidingen. Richtinggevend zijn de positieve ervaringen met het pilootproject ‘Bouwpool’ in Antwerpen, dat mikt op moeilijk bemiddelbare werkzoekenden. In 2002-2003 stroomden er dankzij Bouwpool 143 werkzoekenden door naar de bouwsector en verklaarden 136 bedrijven zich akkoord om een werkzoekende verder in de eigen onderneming op te leiden en te begeleiden. Geïnspireerd op de werking en het succes van Bouwpool, wil het FVB — samen met de Koning Boudewijnstichting — in heel België projecten voor kwetsbare werklozen starten en steunen.
25
D e
Werken in de bouw staat garant voor een boeiende en afwisselende baan. Helaas vereenzelvigen velen de sector nog steeds met zwaar, vuil en gevaarlijk werk. Het FVB besteedt daarom veel aandacht aan informatie en promotie. Dat moet het verkeerde beeld corrigeren dat leeft over de bouwsector. In eerste instantie mikt het FVB daarbij op jongeren en werkzoekenden. Die schuiven bij hun keuze voor een arbeidsplaats de bouwsector uit onwetendheid veel te makkelijk opzij. In 2002-2003 werd die informatie-opdracht uitgebreid met nieuwe acties als de verspreiding van werfspandoeken en stickers, maar ook met een nationaal basisveiligheidsexamen waarop over het hele land leerlingen een veiligheidsexamen combineren met ontspanning en informatie. Tegelijk maakte in 2002-2003 het FVB zijn activiteiten beter bekend bij bouwbedrijven. Nog te veel bouwbedrijven weten onvoldoende wat het FVB voor hen kan betekenen. In 2002-2003 lanceerde het FVB de nieuwsbrief Infoflash en kreeg het jaarverslag een aantrekkelijkere vorm. Voortaan presenteert het op een toegankelijke wijze wat het FVB voor bedrijven kan doen. Naast de nieuwe informatie- en promotie-activiteiten hield het FVB de bestaande acties aan. De succesvolle campagne De bouw. Maak waar waar anderen van dromen zet sinds 2001 de positieve kanten van de bouwsector in het zonnetje. De campagne richt zich vooral op jongeren en werkzoekenden. In 2002-2003 verspreidde het FVB een duizendtal affiches die hen wil overhalen om de bouwsector een kans te geven. De affiches verwijzen naar de FVB-website www.debouw.be, waar per beroep achtergrondinformatie te vinden is over de studies, de inhoud van het werk en enkele getuigenissen.
26
b o u w
i n
h e t
v o e t l i c h t Werfspandoeken en stickers
Het examen basisveiligheid voor bouwleerlingen
Op de bouwwerven verscheen de affiche De bouw. Maak waar waar anderen van dromen in de vorm van spandoeken van twee op drie meter. Het kleurrijke spandoek verfraait de werf en toont dat de bouwonderneming kiest voor opleiding en bijscholing. Zo straalt het spandoek professionalisme uit. In 2003 verspreidde het FVB meer dan 180 spandoeken.
Het examen basisveiligheid voor Nederlandstalige scholieren vond in mei 2003 gecentraliseerd plaats en werd gecombineerd met een bioscoopbezoek. In de voormiddag legden meer dan drieduizend leerlingen het examen basisveiligheid af en ’s middags kregen ze een ontspannende film in avant-première te zien, inclusief frisdrank en popcorn.
Een gelijkaardig promotie-effect wordt bereikt met een stickeractie voor bedrijfswagens. Er werden twintigduizend grote en vijftienduizend kleine stickers gedrukt die de bouw en opleiding aanprijzen. Het FVB steunt op de bouwbedrijven bij de promotie voor de sector: de spandoeken prijken op werfafsluitingen; de stickers kleven op bedrijfsvoertuigen. Dat is een bewuste keuze. Bouwbedrijven die trots zijn op hun sector en dat tonen, zijn excellente ambassadeurs om de vooroordelen over de bouwsector te doorbreken.
Deze experimentele dag was een succes. Jongeren zien hun studie-inspanningen over veiligheid beloond met een daguitstap en een film; de bouwsector bezorgt hen een positieve ervaring met opleiding en verlaagt de drempel voor jongeren om later opleiding te volgen. Zo’n 1500 Franstalige scholieren legden hun examen af in regionale centra. Ook hier stond de bouwsector in het zonnetje en wachtte de scholieren na het examen een portie ontspanning. Zo bezochten de Brusselse scholieren een oldtimertentoonstelling en lunchten de leerlingen in Gembloers na het examen met vaklui uit hun beroepsdomein. Ze konden er honderduit vragen stellen over hun beroep. Nog in Gembloers werd de dag afgesloten met de feestelijke uitreiking van vakprijzen voor de meest verdienstelijke leerlingen.
Infoflash trekt bedrijven over de opleidingsstreep
Jaarverslag in een fris kleedje
In het voorjaar van 2003 lanceerde het FVB de Infoflash, een verzorgde en kleurrijke publicatie die elke bouwonderneming twee keer per jaar informeert over actuele opleidingsmogelijkheden. Meteen gunt ze een blik in de opleidingskeuken van één bouwbedrijf. Van de eerste Infoflash gingen meer dan 45 000 exemplaren de deur uit.
Sinds 2003 presenteert het FVB zijn jaarverslag in een aangenaam lezende en ogende brochure. Het jaarverslag is niet langer een droge opsomming van cijfers en resultaten, maar presenteert helder en beknopt de werking van het FVB. De resultaten van het FVB mogen gezien worden en spreken in de nieuwe vorm een ruimer publiek aan. Met dat uithangbord trekt het FVB naar de bouwbedrijven, maar maakt het ook promotie buiten de bouwsector.
De Infoflash informeert de klanten van het FVB over de nieuwste opleidingen, diensten en premies, maar mikt vooral op de bouwbedrijven die nog geen gebruik maken van het FVB. De nieuwsbrief moet die — vaak erg kleine — ondernemingen over de opleidingsdrempel helpen.
27
HET FVB
Onderwijswereld en FVB streven samen naar … … een groter veiligheidsbewustzijn
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
De school … … integreert de basisveiligheidsopleiding in het lessenpakket … neemt met de leerlingen deel aan het basisveiligheidsexamen … motiveert de leerkrachten voor nascholing rond veiligheid
Het FVB … … organiseert het basisveiligheidsexamen voor de leerlingen uit het bouwonderwijs … betaalt de school een premie van 25 euro tot 75 euro per leerling die deelneemt aan het basisveiligheidsexamen … organiseert en bekostigt de nascholing sectorale basisveiligheid voor leerkrachten
… kwaliteitsvol, modern onderwijs
… motiveert de leerkrachten voor vaktechnische nascholing … laat de leerlingen stage lopen in bouwondernemingen, gedurende minstens 10 dagen tot 45 dagen
… organiseert en bekostigt de vaktechnische nascholing voor leerkrachten … biedt en bekostigt extra opleidingen aan voor leerlingen … bezorgt de school recente handboeken met een korting van 75 procent
… meer doorstroming naar de bouwsector
28
… verbindt zich ertoe dat minstens 40% of zelfs 60% van de leerlingen aan de slag gaan in de bouw
… betaalt de school een doorstromingsvergoeding van 100 euro of 250 euro per leerling die na afstuderen minstens drie maanden in de bouw werkt
In een convenant maken school en FVB afspraken om samen de kwaliteit te versterken van het bouwonderwijs. Elke school kiest zelf voor welke studierichtingen ze het convenant afsluit. Voor de gekozen vakgebieden engageert ze zich tot extra aandacht voor veiligheid, onderwijskwaliteit en de doorstroming van afgestudeerde jongeren naar de bouwsector. Het FVB springt de school financieel bij om de verbintenis na te komen. Zo wordt een situatie gecreëerd waarbij iedereen wint: het onderwijs levert beter geschoolde jongeren af, die de Belgische bouwbedrijven goed kunnen gebruiken.
HET FVB
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
Convenants helpen bouwscholen De bouw is een van de zeldzame sectoren waarin onderwijs en beroepsleven goed met elkaar samenwerken. Met ‘convenants’ maken ze samen kwaliteitsvoller onderwijs mogelijk, dat jongeren degelijk voorbereidt op werken in de bouw. Dankzij een convenant krijgt een school bijkomende middelen voor extra stages, bijscholing van leerkrachten en aandacht voor veiligheid. In ruil rekent de bouw op beter opgeleide jongeren en op meer afgestudeerden die hun kans wagen in de sector.
Voor ondernemers is de klacht niet nieuw: het bouwonderwijs bereidt jongeren onvoldoende voor op het echte werk. Scholen geven aankomende bouwvakarbeiders te weinig voeling met het werken in een bedrijf en tijdens hun opleiding krijgen de jongeren niet genoeg greep op de technieken waar hedendaagse bedrijven mee werken. De onderwijswereld klaagt dan weer over te snel evoluerende en onbetaalbare technologieën. Scholen kunnen nu eenmaal niet elke vijf jaar investeren in nieuwe apparatuur om de laatste trends uit het bedrijfsleven bij te benen. Het FVB pakt dat afstemmingsprobleem aan met ‘convenants’. In die convenants leggen onderwijs en bedrijfswereld onderling afspraken vast over onder meer stages, veiligheidsopleiding, opleidingen in nieuwe technieken, de doorstroming van afgestudeerde leerlingen naar bouwbedrijven en het aanmoedigen van bijscholing van leerkrachten. In ruil voor het engagement van een school zorgt het FVB voor extra onderwijsmiddelen.
wederzijds versterken
Met een convenant moeten zowel de school, de jongeren als de bedrijfswereld winnen. Dankzij de extra investering in opleiding van de leerkrachten, cursusboeken en aangepaste infrastructuur verbetert een school haar educatief aanbod. De bedrijfswereld ziet dan weer jongeren afstuderen die beter voorbereid zijn op een baan in de bouw. De jongeren hebben langer stage gelopen in bouwbedrijven, kregen betere noties van veiligheid, leerden uit moderne handboeken, … Ze komen sterker op de arbeidsmarkt.
het F V
de co B in ci jfers nvena nts : 23
3 bou 10 62 wscholen 5 sloten conve leerlingen een c in de o na derde nvenant 21 88 ntscholen graad 4 boe ken v in de 726 le erk ra basisv ren op bij ocht tegen scholi eil ng (ex gereduceer 2 200 igheid) d tarie clusie 000 e f ople uro fin idinge f (-75%) ancier n ing vo 1 septe or de mber conve 2002 nantw tot 31 erking augus tus 20 03
29
HET FVB
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
elk jaar komt één op zeven bouwjobs vrij de jaarlijkse arbeidsmobiliteit in de bouwsector
78,6%
13,8
%
7,6%
bouwvakarbeiders die dezelfde baan hielden
bouwvakarbeiders die overstapten naar een andere baan in de bouw
jaarlijks ziet de bouwsector één op zeven bouwvakarbeiders als arbeider uit de sector verdwijnen. Dat gebeurt vooral door (brug)pensionering, doorgroeien in het bedrijf of zelfstandige worden. Daarom moet de sector elk jaar op zoek naar zo’n 22 000 nieuwe bouwvakarbeiders.
30
periode tussen 30 juni 2002 en 30 juni 2003
bouwvakarbeiders die de bouwsector verlieten ((brug)pensionering, bediende, zelfstandige...)
HET FVB
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
“ Jaarlijks stroomt er ongeveer 2,2 miljoen euro naar de bouwscholen”
De bouwsector gelooft in de convenants. Jaarlijks stroomt er langs die weg ongeveer 2,2 miljoen euro naar de bouwscholen. Deels in natura — als korting op handboeken of als vergoeding voor de opleidingen van leerkrachten — maar ongeveer 1,1 miljoen euro komt rechtstreeks terecht bij de scholen, als extra financiële steun. Dat bedrag komt bovenop de vaste werkingsmiddelen van de scholen. De investering is de moeite waard. Het FVB en de scholen sluiten immers geen vrijblijvende intentieverklaring af. Het gaat daarentegen om gedetailleerde afspraken over bijscholingsdagen, stageverplichtingen en financiën, die zowel de school als het FVB moet nakomen. De convenants zijn niet nieuw. De eerste overeenkomsten zagen al in 1996 het levenslicht. In 2001 werd hun werking bijgestuurd, op vraag van de sociale partners in de bouwsector. Voortaan figureren veiligheid, bijscholing van leerkrachten en de instroom van leerlingen in de sector prominenter in de afspraken. De sociale partners maakten in ruil bijkomende middelen vrij om die extra inspanningen te vergoeden. Het schooljaar 2002-2003 zag de convenants nieuwe stijl voor het eerst in werking.
globale afspraken
Het onderwijs en de bouwsector sluiten afspraken op twee niveaus: globale akkoorden die de algemene samenwerking regelen en aparte convenants per school die de afspraken concretiseren. Het FVB onderhandelde zes globale akkoorden. Telkens werden voor de Nederlands-, Frans- en Duitstalige gemeenschappen twee overeenkomsten afgesloten: één voor het technisch en beroepsonderwijs en één voor het buitengewoon secundair onderwijs. In zo’n globale overeenkomst trekken de minister van Onderwijs, de inrichtende machten en het FVB de krijtlijnen van hun samenwerking. Ze omschrijven de mogelijke samenwerkingsvormen, definiëren begrippen en maken afspraken over begeleiding, evaluatie en andere modaliteiten.
31
HET FVB
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
peters helpen jongeren hun plaats te vinden
De samenwerking tussen onderwijs en FVB verloopt vooral langs de convenants. Toch sleutelt het FVB ook langs andere kanalen aan een betere doorstroming van het onderwijs naar de bouwbedrijven. Dat gebeurt onder meer met het peterschap, waarmee ondernemingen een jongere tijdens het eerste werkjaar toevertrouwen aan een geschoolde arbeider. Die ‘peter’ leidt de jonge werknemer verder op en helpt hem bij de integratie in het bedrijf. Bedrijven die met peters werken, ontvangen van het FVB per peter een premie van 2479 euro. Die premie compenseert het productiviteitsverlies van de vakman die als peter onvermijdelijk tijd investeert in de begeleiding van de jongere. In 2002-2003 namen 313 bouwvakarbeiders een peterschap op zich. Het peterschap gaat verder dan begeleiding door een ervaren vakman. Gedurende het zo belangrijke eerste werkjaar wil het FVB die jongere stimuleren om zich bij te scholen. Een voorwaarde voor de premie is daarom het volgen van een externe opleiding van minstens veertig uur. Deze vorming in een opleidingscentrum komt niet ten laste van de onderneming: het FVB neemt de opleidingskost volledig voor zijn rekening, met inbegrip van de loonkost van de jongere.
32
HET FVB
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
“ met een convenant wint zowel de school als de bedrijfswereld”
convenants per school
De afspraken uit een globale convenant worden per deelnemende school geconcretiseerd in een aparte convenant. De school beslist per studierichting of die tot het convenant toetreedt en welke opties ze volgt. Het gaat om detailleringen van de keuzes van de globale convenant. Elke school die — vrijblijvend — zo’n contract sluit met het FVB, verbindt zich meteen tot het naleven van de bepalingen uit het globale convenant. Het minimale engagement van de school bevat de volgende afspraken: • • • •
de de de de
organisatie van veiligheidsopleidingen voor de leerlingen; leerlingen laten deelnemen aan het veiligheidsexamen; leerkrachten aanzetten tot nascholing; leerlingen een minimale stageperiode laten doorlopen.
Op zijn beurt verschaft het FVB de scholen de middelen waarmee ze deze zaken kunnen financieren. Naast het basisconvenant kunnen scholen de lat wat hoger leggen en opteren voor twee varianten. Ze engageren zich dan tot de organisatie van langere stages en het nastreven van een grotere doorstroming van leerlingen naar de sector. In ruil verbindt het FVB zich tot het betalen van hogere premies per leerling die effectief kiest voor een baan in de bouw. De bouwsector is breed, de convenants zijn dat logischerwijze ook. Ze bestrijken het hele spectrum van het bouwonderwijs: buitengewoon, beroeps- en technisch onderwijs; algemene richtingen als ruwbouw, houtbewerking en centrale verwarming, specialisaties als dakwerken, kranen en interieurinrichting, maar ook maritieme opleidingen — denk aan de belangrijke baggeractiviteiten in België — glastechnieken, specialisaties wegenbouw, … Alles samen sloten de scholen convenants af die de opleiding van meer dan 10 500 jongeren verbeteren.
33
HET FVB
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
stap voor stap de kloof verkleinen
Het Vrij Technisch Instituut van Roeselare ontving in 2003 de onderscheiding van Nederlandstalige bouwschool van het jaar. De goede samenwerking met het FVB loopt dan ook al een tijdje: het Vrij Technisch Instituut was een van de eerste scholen die een convenant afsloot. Dat ging vlot, want de school maakte al van voor de regeling veel werk van zowel stages voor de leerlingen als van bijscholing van leerkrachten. “Toch hechten we veel belang aan het convenant”, vertelt directeur José Sioen. “Jongeren opleiden tot goede bouwvaklui is geen kinderspel. Het vraagt energie en creativiteit. Daarbij kunnen we elke steun gebruiken.” Maar voor José Sioen is het convenant niet alleen belangrijk voor de financiële en logistieke middelen. Een convenant helpt om de kloof tussen onderwijs en werkvloer te dichten. “Het convenant vraagt engagement van een school om naar de bouwondernemingen te stappen. Leerlingen moeten kennismaken met de bedrijfswereld, maar het omgekeerde — aannemers uit de sector het hedendaagse bouwonderwijs leren kennen — is volgens mij even belangrijk. Met goed georganiseerde stages leren bedrijven het potentieel kennen van afstuderende jongeren. Sterker nog: ze bepalen dat potentieel zelf mee, want ze helpen de leerlingen nog tijdens hun opleiding om hedendaagse technieken onder de knie te krijgen.” “De bouw loopt voorop. In zowat alle branches kondigden de sectorale fondsen al aan dat ze willen investeren in vakopleiding. Maar de bouw doet dat ook echt. Het FVB zet zich daar effectief voor in. En het boekt resultaat. Niet dat de convenants perfect zijn. Ze vragen nog om aanpassingen en we kampen met enkele groeipijnen. Zo zie ik de betaling liever sneller van de scholen die de afspraken over doorstroming nakwamen. En er is nog zoveel mogelijk. Eens het systeem van stages op wieltjes loopt, komt er allicht ruimte vrij voor nieuwe initiatieven. Zo kunnen we stap voor stap de kloof verkleinen tussen de bouwondernemingen en de scholen. Ik geloof bijvoorbeeld in een uitwisseling tussen de leerkrachten en werknemers uit de sector: een leerkracht frist zijn vakkennis op door veertien dagen bij een aannemer te werken. In ruil stuurt de aannemer één van zijn werknemers naar de school om daar gedurende diezelfde twee weken praktijklessen te geven. Zoiets vraagt natuurlijk om het nodige vertrouwen tussen de school en het bouwbedrijf. Dat moet groeien. Maar we zijn op de goede weg. Samenwerking voor stages legt daar volgens mij een solide basis voor.”
34
HET FVB
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
“ de bouwsector wil zich bewijzen als boeiende en uitdagende werkplek”
doorstroming blijft problematisch
Een van de redenen voor het FVB om zoveel belang te hechten aan de convenants zijn de bedroevende doorstroomcijfers van leerlingen uit het bouwonderwijs naar de bouwsector. Veel te veel leerlingen nemen immers meteen een job aan in een andere branche, zonder ooit van de bouwsector te proeven. De gemiddelde instroom van jonge, pas afgestudeerde vaklui varieert danig per school en studierichting, maar ligt in het algemeen te laag. Sommige scholen zien maar vijftien procent van hun afgestudeerden starten in de bouwsector. Dat betekent dat in zulke scholen zes van de zeven jongeren de bouw na hun studies meteen de rug toekeren en kiezen voor een loopbaan in andere sector. Niemand wint bij de huidige situatie: een jongere studeert verschillende jaren in een richting waar hij nooit zijn brood zal verdienen, de samenleving investeert haar geld verkeerd door jongeren een nooit gebruikte opleiding mee te geven en de bouwsector ziet gekwalificeerde krachten aan zijn neus voorbij gaan.
kennis maken met een boeiende werkplek
De bouwsector wil graag een eerlijke kans krijgen om zich te bewijzen als boeiende en uitdagende werkplek. Daarom proberen de convenants wat te doen aan de lage instap in de sector. Een van de sporen waarmee ze de doorstroming willen bevorderen, is het stimuleren van stages. Die brengen jongeren vroeger in aanraking met het werken in de bouw. Zo krijgen ze al tijdens hun opleiding een langdurig contact met het werk en vormen ze zich een waarheidsgetrouw beeld van de latere baan. Sinds 2002 figureren hogere doorstromingscijfers prominent in de doelstellingen van de convenants. Scholen waarvan bijvoorbeeld zestig procent van de afgestudeerden kiest voor een baan in de bouw, ontvangen 250 euro per jongere. ‘Doorstroming’ moet gezien worden als het ‘willen proberen’, de tijd nemen om een grondige werkervaring op te doen in de bouw. Elke jongere die binnen de twaalf maanden na afstuderen minstens drie maanden in de sector werkte, noemt het FVB doorgestroomd. De lat ligt dus niet zo hoog. Dat is een bewuste keuze: de bouw wil jongeren niet tegen hun zin in de sector houden.
35
HET FVB
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
technische kennis verspreiden
De bouw bestaat uit een reeks gespecialiseerde — soms kleine — deelsectoren. Een belangrijke taak van het FVB is het opstellen, verzamelen en toegankelijk maken van technische kennis voor al die branches en beroepen. Het FVB-documentatiecentrum verzamelt gespecialiseerde publicaties en stelt die ter beschikking van het publiek. Momenteel beschikt het documentatiecentrum over 13 000 werken. Het gaat om een collectie van ongeveer 6000 bouwhandboeken, 1200 video’s (400 titels), zo’n 160 gespecialiseerde tijdschriften en enkele duizenden technische documenten. Logischerwijze gebruiken in eerste instantie personen uit de bouwsector het documentatiecentrum. In 2003 ging het vooral om leerkrachten secundair onderwijs (20 procent), bouwondernemers (19 procent) en leerlingen secundair of hoger onderwijs (11 procent). Niet onbelangrijk is dat 7 procent van de ontleningen op naam van bouwvakarbeiders komt. Het FVB bevordert ook zelf de opbouw en doorgave van kennis over bouwen. Het geeft een zestigtal handboeken en naslagwerken uit. Vaak gaat het om erg gespecialiseerde en technische materies, waarvoor zonder het FVB geen handboeken beschikbaar zouden zijn: over machines, vaardigheden, materialen, veiligheidsvoorschriften, … De publicaties worden opgesteld in samenwerking met externe deskundigen en sectorfederaties. Ze worden gebruikt in het onderwijs, tijdens bijscholingen en door ondernemingen. Tussen oktober 2002 en september 2003 publiceerde het FVB de volgende zes werken: • • • • • •
36
Verbouwingsmethodes ruwbouw: wat aan de verbouwing voorafgaat… Verbouwingsmethodes ruwbouw: verbouwen Verbouwingsmethodes ruwbouw: sloopwerk - veilig afbreken Modulair handboek hout: ramen en deuren (1ste deel) Modulair handboek hout: plaatsen van ramen en deuren Modulair handboek hout: rechte steektrap en bordestrap
HET FVB
IN
2002-2003
CONVENANTS
HELPEN BOUWSCHOLEN
“ bij de bouwscholen is het enthousiasme groot”
Daar heeft niemand baat bij. Als jongeren na een tijdje werken besluiten dat de bouwsector niets voor hen is, dan is dat hun volle recht. Maar dan is het een eerlijke keuze, een die ze maken op basis van ervaring. Bij de bouwscholen is het enthousiasme groot voor de nieuwe regeling. Ook zij zien graag hun afstuderende leerlingen in een job terechtkomen waarvoor ze opgeleid zijn. Er bestaan echter nog geen cijfers over het effect van de nieuwe convenantbepalingen, aangezien de eerste periode van één jaar na afstuderen — nodig om de doorstroming te meten — nog loopt.
kwaliteitsvol opleiden Werkgevers hebben baat bij een hogere doorstroming, maar wel op voorwaarde dat de jonge bouwvakarbeiders in staat zijn om vakwerk te leveren. Kwaliteitsvol opleiden blijft de centrale boodschap, ook in de nieuwe convenantregeling. Het FVB vraagt het nodige engagement van het onderwijs: convenantscholen verbinden zich er onder andere toe om leerlingen praktijkervaring mee te geven en hen veilig te leren werken, volgens hedendaagse werkmethoden. Aan opleidingskwaliteit is een prijskaartje verbonden. Het FVB helpt de scholen om deze rekening betaalbaar te houden. Zo spijkerden het voorbije jaar 726 leerkrachten uit het bouwonderwijs hun vaktechnische kennis bij door nascholing te volgen. Dankzij de tussenkomst van het FVB was deze opleiding gratis. In datzelfde jaar verdeelde het FVB bijna 22 000 handboeken in de bouwscholen met een drastische korting van 75 procent. Zulke investeringen geven ons bouwonderwijs een stevige duw in de rug.
37
Het FVB kan zijn taak realiseren dankzij een nauwe samenwerking met verschillende partners:
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB) Koningsstraat 45 1000 Brussel tel. 02-210 03 33 www.debouw.be
FVB Oost-Vlaanderen Tramstraat 59 9052 Zwijnaarde tel. 09-338 55 10 fax 09-244 45 13 contactpersoon: Bruno Vandenwijngaert
[email protected]
FVB Antwerpen Theodoor Van Rijswijckplaats 8 bus 4 2000 Antwerpen tel. 03-224 78 10 fax 03-224 78 19 contactpersoon: Frank Van Dessel
[email protected]
FVB Brussel en Vlaams-Brabant Koningsstraat 45 1000 Brussel tel. 02-210 03 93 fax 02-210 03 37 contactpersoon: Luc Defrijn
[email protected]
FVB Limburg Kunstlaan 20 – 4e verdieping 3500 Hasselt tel. 011-30 12 40 fax 011-22 63 19 contactpersoon: Monique Hens
[email protected]
FVB West-Vlaanderen Stationsstraat 2 bus 7 8500 Kortrijk tel. 056-24 55 40 fax 056-24 55 45 contactpersoon: Tatjana Samaey
[email protected]