Het ERAS-programma versneld herstel na darmchirurgie
Inleiding U wordt binnenkort opgenomen voor een dikke darmoperatie. Bij deze operatie wordt het ERAS-programma toegepast. Het programma bestaat uit een twintigtal elementen van zorg, die er allemaal voor zorgen dat u na de operatie sneller herstelt. Naast uw algehele conditie vóór de operatie, bepaalt vooral de grootte van de operatie of het herstel voorspoedig verloopt. Meestal wordt de eerste twee dagen na de operatie duidelijk of dit zo is en of een vroeg ontslag mogelijk is. Verloopt inderdaad alles voorspoedig, dan mag u de vijfde, zesde dag naar huis. In deze patiënteninformatie komen alle facetten van het ERASprogramma bij een dikke darmoperatie aan bod. ERAS is een afkorting van de Engelse woorden: Enhanced Recovery After Surgery, hetgeen vertaald betekent: versneld herstel na operatie. Een ERAS-programma is een kwaliteitsprogramma rondom een operatie, waarin alle factoren die een positieve invloed hebben op herstel, zijn samengebracht. De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de factoren die van invloed zijn op het herstel na een operatie. Zo blijkt het herstel na de operatie versneld te kunnen worden door: • een zo klein mogelijke insnijding door de chirurg: hoe minder schade aan weefsel wordt aangericht, des te sneller is het herstel; • een optimale pijnbestrijding, waarbij niet alleen de pijn effectief wordt bestreden, maar waarbij ook de nadelige effecten van de pijnbestrijding (op maag en darmwerking)worden geminimaliseerd; • een zo kort mogelijke periode van bedrust, zodat verlies van spierkracht wordt beperkt; • een zo kort mogelijke periode van voedselonthouding, zodat gewichtsverlies (en daarmee verlies van spiermassa en spierkracht) wordt tegengegaan. Optimale zorg vóór de operatie Intensieve patiëntenvoorlichting Goede voorlichting voor de operatie is belangrijk. U zult minder angstig zijn als u precies weet wat u te wachten staat. Bent u op de wachtlijst geplaatst voor de operatie, dan wordt u 2
doorgestuurd naar de polikliniek Anesthesie voor een gesprek met de anesthesist. De anesthesist beoordeelt het risico van de narcose (anesthesie) en vraagt, als dat nodig is, aanvullend onderzoek aan om uw hart- en longfunctie in kaart te brengen, zoals bloedprikken, een hartfilmpje of een bezoek (consult) bij de cardioloog. U kunt vragen stellen over de anesthesie en de pijnbestrijding na de operatie. Hierna volgt een gesprek met de coloncare verpleegkundige, die de gang van zaken rondom de operatie zal toelichten. Bijvoeding Wanneer u in de periode voor de operatie meer dan 5-10% bent afgevallen, wordt u doorverwezen naar een diëtist. Uit onderzoek is gebleken dat het zinvol is om een patiënt die in een minder goede voedingstoestand is, de dagen voor de operatie optimaal te laten eten. De diëtist overlegt met u op welke manier u de voeding zo optimaal mogelijk kunt gebruiken. Vaak is daarvoor speciale bijvoeding nodig. Instructies door de fysiotherapeut Na de operatie wordt zo snel mogelijk gestart met in beweging komen. Bewegen is niet alleen belangrijk om trombose te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Bovendien is uit onderzoek gebleken, dat wanneer u rechtop zit, de ademhaling beter is. Luchtweginfecties komen daardoor minder voor en de zuurstofvoorziening naar de wond is beter. Dit is gunstig voor de genezing. Daarom krijgt u al op de polikliniek instructies van de fysiotherapie voor ademhalingsoefeningen en mobilisatie. Optimale zorg de dag voor de operatie U wordt de dag voor de operatie opgenomen. De afdeling Patiëntenlogistiek geeft schriftelijk door wanneer en op welke afdeling u wordt opgenomen. Darmvoorbereiding Het totaal reinigen van de darm voor een operatie heeft veel nadelen. Het is niet alleen heel onprettig voor u als patiënt, maar geeft ook grote kans op uitdroging en een slechtere 3
conditie voor de operatie, hetgeen ongunstig is voor het herstel na de operatie. Een totale darmspoeling wordt daarom voor een dikke darmoperatie (bij het ERAS-programma) niet meer toegepast. Wanneer u aan het eerste stuk van de dikke darm (rechterzijde) geopereerd wordt, krijgt u een laxeerdrankje. De ontlasting is in het eerste stuk van de dikke darm nog heel dun en kan door de chirurg gemakkelijk verwijderd worden. Wordt u aan het laatste stuk van de dikke darm (linkerzijde) geopereerd, dan zult de dagvoor de operatie een laxeerdrankje en een klysma krijgen om het laatste stukje van de darm te reinigen. De chirurg bepaalt of dit nodig is. Voeding U mag de dag voor de operatie vloeibaar eten en drinken. Het is belangrijk dat u de dag voor de operatie minstens anderhalve liter drinkt. Uiteraard neemt u geen alcoholische dranken de dag voor de operatie. Tot 24.00 uur mag u vrij drinken (geen alcohol), daarna alleen nog water en Pre-op drank( tussen 2,5 en 2) uur voor de operatie. Op de avond en de ochtend voor de operatie krijgt u drinkvoeding: ‘PreOp’. PreOp is een helder drankje met citroensmaak dat voornamelijk bestaat uit suikers. Uit onderzoek is gebleken, dat het drinken van PreOp voor de operatie, een positief effect heeft op het herstel na de operatie. Het is vooral belangrijk dat u deze pakjes de ochtend van de operatie neemt. Wordt u al vroeg geopereerd, dan is het belangrijk de pakjes al vroeg te drinken. U mag twee uur voor de operatie niets meer drinken, dus ook geen PreOp. Bent u diabetespatiënt, dan wordt er overlegd met de arts of u dit mag hebben. Slaap- en kalmeringstabletten Slaap- en kalmeringstabletten worden niet meer standaard gegeven voor de operatie. De kans dat u na de operatie nog suf bent van de slaap- of kalmeringstabletten is namelijk erg groot als u niet gewend bent deze te nemen. En bij sufheid zal het moeilijk zijn na de operatie het herstel in gang te zetten met drinken, eten en bewegen.
4
Wanneer u dagelijks een slaap- of kalmeringstablet gebruikt, mag u deze blijven nemen. Sufheid komt veel minder voor wanneer u deze tabletten gewend bent te gebruiken. Optimale zorg de dag van en na de operatie Pijnbestrijding Voor de operatie wordt tussen de wervels een heel dun slangetje (epidurale katheter) ingebracht, die het mogelijk maakt om op de plaats van de operatie de pijn te bestrijden. Door deze plaatselijke verdoving is er veel minder morfine nodig. Bijwerkingen van morfine, zoals sufheid en het stilvallen van de darmwerking, komen daarom veel minder voor. Vooral het niet stilvallen van de darmwerking is belangrijk voor een snel herstel; daardoor kunt u meteen na de operatie weer eten en drinken. Twee dagen na de operatie wordt de epidurale katheter verwijderd. Naast de epidurale pijnbestrijding krijgt u ook viermaal per dag twee tabletten Paracetamol. Het is belangrijk deze pijnstillers in te nemen, om pijn te voorkomen. Een goede pijnbestrijding is van groot belang voor een snel herstel. Anesthesie De epidurale katheter zorgt voor een plaatselijke verdoving. Daarnaast krijgt u algehele anesthesie. De algehele anesthesie zal zo afgestemd zijn dat u niets merkt van de operatie en binnen een halfuur na het beëindigen van de operatie weer bij bewustzijn bent. De anesthesie werkt niet lang na. De tijd dat u op de uitslaapkamer (recovery) verblijft is daardoor vrij kort (enkele uren) Geef het aan als u pijn heeft. U wordt regelmatig gevraagd hoe het met de pijn gaat. Vertel de verpleegkundige uw pijnscore (tussen 0 en 10) De standaard pijnbestrijding is: • Dag nul + één: epidurale katheter(slangetje in de rug voor de pijnbestrijding) 4 x 1000 mg Paracetamol • Dag twee: epidurale atheter stopt 4 x 1000 mg Paracetamol 5
• Dag vier en volgende: de Paracetamol kan worden afgebouwd. • Vanaf dag zeven zal de Paracetamol alleen bij pijn nog nodig zijn. Sondes, katheters en drains Sondes, drains en katheters worden zo beperkt mogelijk gebruikt. Er word standaard geen maagslang (sonde) ingebracht. Tijdens de operatie wordt alleen een slangetje in de blaas (blaaskatheter) ingebracht, omdat de blaas door de epidurale verdoving niet goed kan functioneren. De blaaskatheter wordt tegelijk met de epidurale katheter de tweede dag na de operatie verwijderd. Het infuus stopt op de eerste dag na de operatie, wanneer u in staat bent meer dan één liter per dag te drinken. Het ERAS-programma bevat een aantal elementen die erop gericht zijn misselijkheid na de operatie te voorkomen. Zo wordt op het einde van de operatie uit voorzorg (preventief) een middel tegen misselijkheid gegeven. Toch kan misselijkheid niet altijd voorkomen worden. Vooral de grootte van de operatie en de reactie van het lichaam op de verwonding bepalen of u misselijk wordt. Eten en drinken Bij terugkomst op de afdeling mag u als u goed wakker bent wat drinken, Begin met een glaasje water of een kopje thee bent u niet misselijk probeer dan minstens een halve liter te drinken op deze dag. Voelt u zich goed dan mag u ook een schaaltje vla of iets dergelijks proberen. De eerste dag na de operatie beginnen de darmen weer wat te werken (u heeft rommelingen in de buik en u kunt soms al weer windjes laten). U mag vloeibaar eten, de dagen erna wordt het uitgebreid naar lichtverteerbare gewone voeding. Aangezien wij uit ervaring weten dat u de eerste dagen na de operatie geen normale hoeveelheden kunt eten, krijgt u speciale energierijke drinkvoeding erbij.
6
Beweging • De dag van de operatie moet u eventjes proberen rechtop in bed te zitten. U mag even bengelen met de benen over de bedrand of even in de stoel zitten. • De eerste keer dat u uit bed gaat, moet dit onder begeleiding van een verpleegkundige of fysiotherapeut. • De eerste dag na de operatie komt u een aantal keren in de stoel. • De tweede dag na de operatie komt u minimaal 3x uit bed op de stoel en onder begeleiding van een fysiotherapeut of verpleegkundige loopt u een stukje. • De derde dag en verder na de operatie kunt u zich wassen aan de wastafel of onder de douche en komt u zo veel mogelijk uit bed. Laxantia Ter bevordering van de werking van de dikke darm en om verstopping te voorkomen, krijgt u gedurende opname, tweemaal per dag een laxeermiddel, dat ervoor zorgt dat u binnen drie dagen ontlasting heeft. De darmen zijn immers niet leeg voor de operatie. Eigen bijdrage aan herstel Zoals vermeld proberen we het welbevinden na de operatie zo snel mogelijk te herstellen. Uw eigen actieve bijdrage is zeer belangrijk voor een goed herstel. Optimale zorg na ontslag Ontslag U mag naar huis vanaf de vijfde / zesde dag na de operatie wanneer tenminste aan de volgende voorwaarden is voldaan: • u voelt dat u in staat bent om naar huis te gaan; • u hebt ontlasting gehad; • u verdraagt normaal eten; • u heeft goede pijnbestrijding. Uiteraard wordt de definitieve beslissing of u naar huis mag, in overleg met u, genomen door de chirurg.
7
Leefregels na ontslag Weer thuis In principe heeft u, als u voor de operatie zelfstandig functioneerde, geen extra zorg nodig. Wel is het prettig als u de eerste weken wat hulp kunt krijgen van partner, familie of andere naasten. Hoewel u al een heel eind bent in uw herstel, moet u thuis nog ruim de tijd nemen om verder aan te sterken. De meeste mensen hebben 4-6 weken nodig om weer te herstellen van een darmoperatie. Uw kracht en conditie komen pas weer terug na ongeveer 10-12 weken, afhankelijk van de grootte van de operatie en uw leeftijd. Uw buikspieren zijn nog gevoelig. Uw buikwonden kunnen nog “trekken”, met name als u uw buikspieren gebruikt. Over het algemeen geldt; dat wat u kunt doen ,mag ook. Het is belangrijk dat u luistert naar uw lichaam en neem de rust die u nodig hebt. Wees wel voorzichtig met tillen, de eerst 6 weken mag u niet tillen of zwaar huishoudelijk werk doen .( o.a stofzuigen) Eten Mogelijk smaakt het eten u nog niet zo goed of is uw eetlust nog niet zo groot. Probeer dan meerdere keren per dag kleine beetjes te eten en zorg voor variatie in uw maaltijden. Alcohol kan geen kwaad, maar drink het met mate. U hoeft zich niet aan een speciaal dieet te houden. Dat betekent dat u alles weer mag eten en drinken. Indien nodig zal de diëtiste u voedingsadviezen geven. Ontlasting De ontlasting kan na de operatie dun zijn en soms moeilijk op te houden. Soms heeft het lichaam een jaar nodig om zich aan te passen en de ontlasting dikker te maken De wond • Gehechte wond: Wanneer de wond volledig gehecht en gesloten is, geneest deze voor het grootste deel binnen een dag of tien. Het duurt echter 8
een week of zes voordat de wond volledig genezen is. Uw hechtingen worden ongeveer tien dagen na de operatie verwijderd. Dit gebeurt tijdens uw eerste poli bezoek na ontslag, maar kan ook door de huisarts gebeuren. De wond heeft geen speciale verzorging meer nodig. Er hoeft geen speciaal verband meer op en u mag met uw wond gewoon douchen of in bad. Dep de wond na afloop wel goed droog. • Open wond: Soms wordt een wond niet geheel gesloten; de huid is niet volledig gehecht, maar de onderliggende weefsels wel. Een open wond heeft speciale verzorging nodig. Daarvoor krijgt u ( en/of uw naaste) van de arts en verpleegkundige uitleg tijdens de opname. Bent u niet in staat uw wond thuis zelf te verzorgen? Dan zorgt de verpleegkundige ervoor dat een wijkverpleegkundige dit voor u komt doen. De genezing van een open wond neemt wel wat meer tijd in beslag dan de genezing van een gesloten wond. U kunt echter gewoon douchen met een open wond. Zorg er wel voor dat er geen direct contact is met zeep, dat u de wond uitspoelt met de douche en dat u de wond goed droogdept. Als u een bad neemt, spoel dan de wond na met water. Seks U mag na de operatie gerust weer seks hebben. Hierbij geldt net zoals bij overige lichamelijke inspanningen luister naar je lichaam. Sporten Als u zich voldoende zeker voelt, mag u gelijk na ontslag weer wandelen en fietsen. Sporten mag, maar houd rekening met uw conditie. Luister dus naar uw lichaam. Doet u de eerste zes weken niet aan krachtsport en andere sporten waarbij er veel druk op de buik en wondgebied komt. De meeste mensen kunnen na 8-12 weken weer sporten. Zwemmen mag pas wanneer de wond volledig is gesloten en wanneer de hechtingen zijn verwijderd.
9
Complicaties Na iedere operatie kunnen complicaties optreden. De belangrijkste complicaties na een dikke darmoperatie zijn: • naadlekkage, een lek op de plaats waar de darm, nadat het zieke stuk is verwijderd, weer aan elkaar is gemaakt. De inhoud van de darm lekt weg in de buik en kan voor ontsteking van het buikvlies zorgen. De symptomen zijn: bolle, gespannen buik, misselijkheid en braken, koorts, buikpijn. Wanneer er sprake is van een naadlekkage, zult u opnieuw geopereerd worden. • wondinfectie, een ontsteking van de huid op de plaats van de hechtingen. De symptomen zijn roodheid van de huid of lekken van wondvocht. • Blaasontsteking, is een ontsteking van de blaas. Symptomen kunnen zijn: pijn bij het plassen, kleine beetjes plassen, sterk ruikende urine en koorts. • Longontsteking, is een infectie van het longweefsel veroorzaakt door een virus en/of bacterie. Symptomen kunnen zijn: snelle en pijnlijke ademhaling, slijm ophoesten en koorts Wij vragen u de eerste week na ontslag elke ochtend de temperatuur op te nemen. Neem ook bij stijging van de temperatuur boven 38°C contact op met de dienstdoende chirurg of arts-assistent. Dienstdoende chirurg: polikliniek Chirurgie, tussen 8.00 en 17.00 uur [0597] 459 188 na 17.00 uur en in de weekenden via de arts-assistent [0597] 459 414. In deze brochure hebt u kunnen lezen over het ERASprogramma. Hebt u nog vragen, dan kunt u bij voorkeur op de maandag of donderdag (9.00 tot 15.00 uur) contact opnemen met de coloncareverpleegkundige [ 0597] 459 513 of anders op de andere dagen tijdens kantooruren met de verpleegafdeling Chirurgie [0597] 459 180. Het is belangrijk dat u goed geïnformeerd bent. Goede voorlichting voorkomt onzekerheden, zodat u rustig en in vertrouwen de operatie tegemoet kunt zien.
10
11
Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Lucas Gassingel 18 - 9671 CX Winschoten Postbus 30.000 - 9670 RA Winschoten Telefoon: 0597 - 459 111 E-mail:
[email protected] Web: www.ozg.eu
1270259 (10-10) © OZG, locatie Lucas
12