De invloed van kunst op de kleding van David Bowie
Als vijfjarige maakte ik tekeningen van David Bowie als Jareth uit de film Labyrinth, waarop ik probeerde zijn kostuums en make–up tot in detail na te tekenen. Drieëntwintig jaar later ben ik nog steeds gefascineerd door Bowie’s uiterlijk. Het is voornamelijk zijn glamrock periode die mij intrigeert. In deze periode, die van 1970 tot en met 1974 duurde, droeg Bowie de meest flamboyante kleding uit zijn carrière. Nog steeds hebben deze kledingstukken invloed op verschillende disciplines in de kunstwereld. Zangeres Lady Gaga en modeontwerper Jean Paul Gaultier hebben bijvoorbeeld gebruik gemaakt van Bowie’s kledingstijl. Maar wat voor mogelijke invloed heeft de kunstwereld gehad op de kleding van Bowie zelf? Bowie heeft ooit het volgende gezegd in een interview met Dinah Shore: “I was always totally bedazzled by all the art forms of the
twentieth century and my interpretation comes out my way of those art forms from expressionism to dadaism and I try to break it down into some kind of simplistic [sic] that can be passed on. Even if the definition isn’t understood, the feeling that I felt is passed on.” Met dit citaat in gedachte zal ik in dit artikel vijf kledingstukken uit Bowie’s glamrock periode bekijken en de invloeden proberen te duiden, los van verdere bedoelingen van de ontwerpers en Bowie zelf. De mannenjurk, ontworpen door Mr. Fish in 1970
Het eerste kledingstuk is de zogenaamde mannenjurk die Bowie draagt op de platenhoes van The Man Who Sold the World uit 1970 (3).
3. Fotograaf onbekend, David Bowie in de mannenjurk van Mr. Fish in zijn eigen achtertuin, 1971
1. Peter Sanders, Mick Jagger in Hyde Park London, 1969
2. Fotograaf onbekend, Fustanella’s uit de 19e of 20e eeuw
Deze jurk is ontworpen door Michael Fish, onder zijn label Mr. Fish. Hij heeft tevens een belangrijke rol gespeeld in de peacock revolutie; een dandy-achtige manier van kleden, waarbij veel ruches, gekleurde zijde, velours en drukke dessins werd gebruikt. Naast de mannenjurk van Bowie ontwierp hij ook de beroemde tuniek die Mick Jagger in 1969 droeg tijdens het Rolling Stones optreden in Hyde Park (1). Deze tuniek wordt ook vaak omschreven als mannenjurk, maar het silhouet ervan komt overeen met dat van de fustanella; een uniform dat al decennialang wordt gedragen door een bepaalde groep Griekse militairen (2).
4. Gregorius de Grote, Detail uit het manuscript moralia in Job, 12e eeuw Bibliothèque municipale, Dijon
5. Banyan uit Nederland 1750–1760, zijden stof uit China 1700-1750 LACMA, Los Angeles
6. Edmund Blair Leighton, The Accolade /De ridderslag, Olieverf op doek, 1901 Privé collectie
7. Fotograaf onbekend, De singer-songwriter Donovan, 1967
Het Starman pak, ontworpen door Freddie Burretti in 1972
Als we de mannenjurk van Bowie vergelijken met kledingstukken uit de modegeschiedenis, valt op dat het silhouet overeenkomt met dat van de bliaut en de banyan. De bliaut is een lange tuniek, met lange mouwen die iets wijd uitlopen. In het Europa van de twaalfde eeuw werd deze door zowel mannen als vrouwen als bovenkleding gedragen (4). De mannelijke variant was iets korter en reikte tot de knieën. De mouwen van de bliaut zouden iets wijder zijn geweest bij vrouwen, terwijl het lijfje strakker was. In de negentiende eeuw komt de bliaut weer terug in de schilderijen van de prerafaëlieten (6). De banyan is een lange kamerjas die in de achttiende eeuw werd gedragen door mannen; intellectuelen als Sir Isaac Newton lieten zich er graag in portretteren (5). De pasvorm van de banyan varieerde van kimono-achtig tot nauw aansluitend om het lichaam. De bloempatronen op de mannenjurk van Bowie zijn door de gehele modegeschiedenis terug te vinden op zowel dames- als herenkleding. Zo werden bijvoorbeeld banyans gedecoreerd met bloempatronen, maar ook de kazuifels van geestelijken en de herenkleding uit de Rococo periode. In de jaren zestig van de vorige eeuw zien we de de bloemmotieven terugkeren in de kleding van mannen en vrouwen, voornamelijk bij de peacock en hippie stijl (7). Ook de gevlochten knopen en de fluwelen stof van Bowie’s mannenjurk komen in de modegeschiedenis veelvuldig voor. Fluweel wordt al in de elfde eeuw vanuit het Oosten naar Europa gehaald. De knopen zouden later volgen. Tot aan de industriële revolutie wordt fluweel uitsluitend gedragen door de elite. Gevlochten knopen waren voorbehouden aan de elite en militairen. In de negentiende eeuw werden ze ook gebruikt in de vrouwenmode en voor andere uniformen dan die van militairen, zoals dat van de postbode. Evenals de bloempatronen worden deze materialen gebruikt in de peacock en hippie stijl. Het tweede kledingstuk is een pak gemaakt door Freddie Burretti, een goede vriend van Bowie uit de begindagen van zijn carrière (8).
8. Tweedelig pak ontworpen door Freddie Burretti voor de Ziggy Stardust tour, 1972 The David Bowie Archive/Image © Victoria and Albert Museum
9. Mick Rock, David Bowie in ijsblauw pak ontworpen door Freddie Burretti voor de Life on Mars? videoclip, 1972
10. Fotograaf onbekend, 11. Collarless suits van de modellen in Pierre Cardins Beatles ontworpen door collarless suits, 1960 Douglas Millings, 1963 Museum of Liverpool, Liverpool
12. Herenvest Rococo stijl, textiel ontworpen door Anna Maria Garthwaite en vervaardigd door Peter Lekeux, 1747 The Metropolitan Museum of Art, New York
13. Fotograaf onbekend, Justin Hayward en Ian Gillan als model voor een boetiek uit Carnaby Street, 1967
De Tokyo Pop bodysuit, ontworpen door Kansai Yamamoto in 1973
Burretti heeft bijna alleen maar voor Bowie kleding gemaakt. Na Bowie’s Ziggy Stardust periode is Burretti uit de schijnwerpers verdwenen. Bowie droeg dit pak tijdens een optreden van zijn single Starman bij Top of the Pops op 6 juli 1972. Dit optreden betekende de lancering van Bowie’s alter-ego Ziggy Stardust. Burretti ontwierp ook een aantal meer traditionele herenpakken voor Bowie. Een voorbeeld hiervan is het lichtblauwe pak dat hij draagt in de videoclip Life on Mars? (9). Het Starman pak vertoont qua silhouet overeenkomsten met de collarless suits van de ontwerpers Pierre Cardin en Gordon Millings (10 en 11). Cardin’s collarless suit uit 1960 kan worden gezien als een voorbode van de Space Age mode, waar hij halverwege de jaren zestig een belangrijke bijdrage aan zou leveren. De collarless suit die Millings voor de Beatles ontwierp werd een van de karakteristieke kledingstukken voor de Fab Four. Net als de kleding van Cardin en Millings bestaat het pak van Bowie uit een pantalon en een jasje zonder kraag. Een belangrijk verschil is dat die van Bowie een rits heeft in plaats van de traditionele knopen. Het dessin van Bowie’s outfit is geïnspireerd door motieven uit de Rococo, te herkennen aan de sierlijke krullen gecombineerd met schelpen en planten (12). Burretti heeft de stof echter verknipt, en de losse stukken gebruikt om nieuwe geometrische patronen in de outfit te creëren. Daardoor krijgt de stof een psychedelisch en caleidoscopisch effect, wat voordien veel toegepast werd in de kleding uit de hippie en peacock stijl (13). Het derde kledingstuk is de Tokyo Pop bodysuit, ontworpen door de Japanner Kansai Yamamoto (14).
15. Kasimir Severinovich Malevich, Ontwerp grafgraver kostuum, 1913 Het staatsmuseum voor theater en muziek, Sint Petersburg
14. Masayoshi Sukita, Tokyo Pop vinyl bodysuit ontworpen door Kansai Yamamoto, gebruikt voor de Aladdin Sane tour, 1973 The David Bowie Archive
16. Fotograaf onbekend, Kostuums uit Oskar Schlemmers Triadisch ballet, 1924-1926
Yamamoto ging in 1971 naar Londen om daar zijn eerste modeshow te geven. Bowie was bij deze show aanwezig en
17. Fotograaf onbekend, Modellen voor de Vogue in jurken ontworpen door Cardin, jaren 60
18. Fotograaf onbekend, Linnen Space Age jurk van Cardin uit de jaren 60
19. Frank Stella, Titel onbekend, Lithograaf op papier, 1967, 381 x 559 mm Tate London, Londen
De Aladdin Sane tour outfit uit 1973
heeft later een aantal stukken van Yamamoto aangeschaft. Kort daarna is Yamamoto kledingstukken voor Bowie gaan ontwerpen. Volgens Yamamoto zelf is de bodysuit geïnspireerd op Japanse werkkleding. Wat opvalt aan het silhouet van de bodysuit is dat de vorm van het lichaam zelf ondergeschikt is geworden aan de geometrische vormen in de bodysuit. Het silhouet van Bowie’s bodysuit doet sterk denken aan dat van de avantgardistische kostuums die Kazimir Malevich ontwierp voor de opera Overwinning op de Zon uit 1913, en die uit het Triadisch ballet van Oskar Schlemmer uit 1922 (15 en 16). Ook bij deze kostuums zijn de natuurlijke lichaamsvormen ondergeschikt aan de vormen van de kostuums. In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam het gebruik van geometrische vormen weer terug in de Space Age mode (17). Het dessin op de bodysuit lijkt sterk op een litho van Frank Stella uit 1967 (19). Ook vertoont het overeenkomsten met het dessin van een jurkje uit Pierre Cardin’s Space Age periode (18). Het materiaal dat Yamamoto heeft gebruikt voor de bodysuit is vinyl, wat toentertijd nieuw was. Het werd vanaf de jaren zestig gebruikt voor schoenen en kleding, en is ook veelvuldig voor Space Age mode gebruikt om het futuristische aspect te benadrukken. Het volgende kledingstuk is ontworpen en gemaakt door Freddie Burretti (20).
20. Masayoshi Sukita, David Bowie voor de Aladdin Sane tour, 1973 The David Bowie Archive
21. Onbekende Engelse artiest, William Brodrick, Olie op paneel, 1614, 112 x 84 cm Wandsworth Museum, Londen
23. Fotograaf onbekend, 22. Jurk met epauletten eind 19e eeuw uit Harper’s Jo Wood in een Beatrix Potter broekpak van het Bazar label Miss Mouse, 1972
Bowie heeft het tegelijkertijd gedragen met de Tokyo Pop bodysuit voor de Aladdin Sane tour in 1973. Het silhouet lijkt op dat van de Starman outfit, alleen in dit geval is er wel een kraag en zitten er ook opvallende schouderkleppen op het jasje. Deze schouderkleppen of epauletten zijn in meerdere perioden in de mode geweest. Vanaf de zestiende eeuw zijn epauletten mode op de wambuizen van mannen in een groot gedeelte van Europa (21). Vanaf de achttiende eeuw ontstaat de vorm die bekend is
van militaire uniformen. In de negentiende eeuw worden epauletten gebruikt voor vrouwenkleding in verschillende soorten en maten (22). In de jaren zestig en zeventig maken de epauletten weer een comeback in de boetieken van Londen, zoals bij het label Miss Mouse (23). De gebruikte stof bestaat grotendeels uit lurex, een synthetisch metaalgaren dat in 1946 op de markt kwam. Het streepjes dessin is nu vrij gangbaar in de mode, maar tot voor kort was het dragen van een streepjes dessin voor de buitenstaander. In de middeleeuwen werd het bijvoorbeeld gedragen door gevangenen, dames van lichte zeden en clowns. In de Victoriaanse tijd werd het ook gebruikt voor sportkleding en de uniformen van zeelieden. Vanaf het begin van de twintigste eeuw was het dessin populair onder kunstenaars en artiesten, die het als een vorm van rebellie gebruikten. Voorbeelden hiervan zijn Picasso, James Dean en Elvis Presley. De Cobweb bodysuit, ontworpen door Natasha Korniloff in 1973
De laatste outfit is de Cobweb bodysuit van Natasha Korniloff, door Bowie gedragen bij tv-opnamen van The 1980 Floor Show in 1973 (25).
25. Mick Rock, Cobweb bodysuit ontworpen door Natasha Korniloff voor The 1980s Floor Show, 1973 24. Brian Duffy, Pierrot kostuum ontworpen door Natasha Korniloff voor de Ashes to Ashes videoclip uit 1980
26. Elsa Schiaparelli, The Skeleton Dress, 1938, Zijden crêpe, trapunto quilttechniek, gewatteerd katoen Victoria and Albert, Londen
27. Fotograaf onbekend, Vaslav Nijinsky in Micheal Fokine’s Le Spectre de la Rose, 1911
Bowie heeft Korniloff leren kennen via acteur Lindsay Kemp. Het drietal toerde in 1967 door Engeland met de voorstelling The Pierrot in Turqouise. Kemp en Bowie waren acteurs in dit stuk, waarvoor Korniloff de kostuums maakte. In deze periode had Bowie een affaire met zowel Kemp als Korniloff, zonder dat deze twee het van elkaar wisten. Korniloff heeft later in 1980 het pierrot kostuum gemaakt voor de platenhoes Scary Monsters Super Creeps, waarop de single Ashes to Ashes staat (24). Er is weinig bekend over Korniloffs verdere werk, maar het lijkt er op dat ze voornamelijk theaterkostuums heeft gemaakt. Korniloff’s ontwerp doet denken aan de avantgardistische bodysuits die Léon Bakst ontwierp voor de danser Vaslav
28. Brian Duffy, Jean Shrimpton voor Vogue, 1965
29. Fotograaf onbekend, Bettie Page, jaren 50
Breed spectrum
Nijinsky (27). Ook deze zitten strak om het lichaam en bedekken het niet volledig. Wat onmiddellijk opvalt aan Korniloff’s bodysuit zijn de handen op de borst. De surrealistische modeontwerpster Elsa Schiaparelli is bekend geworden door het verwerken van alledaagse voorwerpen in kleding en accessoires (26). Zo heeft ze een hoed gemaakt in de vorm van een schoen en een avondjurk met de contouren van een geraamte erop. Zij was in de jaren twintig van de vorige eeuw baanbrekend en werkte geregeld samen met kunstenaars als Salvador Dalí. De handen komen ook terug op een bustier dat Bettie Page droeg voor een fotoshoot in de jaren vijftig (29). Het materiaal dat Korniloff heeft gebruikt voor de bodysuit bestaat onder andere uit lurex. De visnet stof was in de jaren zestig gangbaar voor panty’s, badmode, jurkjes en herenondergoed (28). De vergelijkingen in het artikel laten zien dat er veel invloeden uit de kunstwereld te vinden zijn in de besproken kledingstukken van Bowie. De invloeden komen niet alleen uit de mode, maar ook uit andere gebieden als theater en schilderkunst. De periode waaruit de invloeden komen is heel breed en loopt van de middeleeuwen tot en met het begin van de jaren zeventig uit de twintigste eeuw. Veel van de werken waar Bowie’s kleding naar verwijst, zijn baanbrekend geweest voor de tijd waaruit ze kwamen. Voorbeelden hiervan zijn de werken van Elsa Schiaparelli, Pierre Cardin, Léon Bakst, Kazimir Malevich, Oskar Schlemmer en Frank Stella. Veel van de kunstenaars komen ook uit het begin van de twintigste eeuw. Bowie had bij het praatprogramma Dinah! gezegd dat hij betoverd was door de kunstvormen van de twintigste eeuw. Hij heeft geprobeerd de kunstvormen op zijn manier te vereenvoudigen zodat ze makkelijk overgebracht konden worden. Daar is hij wat betreft de besproken kledingstukken in ieder geval in geslaagd. Dit artikel is geschreven door Roos Eggenhuizen, gebaseerd op haar BA–scriptie Kunstgeschiedenis. Kunsthistorica en Costumière. www.rooseggenhuizen.nl Met dank aan het Groninger Museum www.groningermuseum.nl Grafisch ontwerp Luc Eggenhuizen www.luceggenhuizen.nl
Fotograaf Sanja Marušić, Roos Eggenhuizen, 2015