DM: Domein Modellering
Casus: beschrijving Ziekenhuis
Het ‘Bredeweg’ Ziekenhuis Inleiding In deze casus-beschrijving krijg je te maken met een mogelijk automatiseringsproject voor een deel van de totale administratie van een [blijkbaar op ICT-gebied ietwat ‘achtergebleven’] ziekenhuis in een snelgroeiende, middelgrote stad. In zo'n ziekenhuis moet een omvangrijke administratie worden bijgehouden van niet alleen patiënten- en hun behandelingsgegevens, maar bijvoorbeeld ook van personeels- en magazijngegevens. In de laatste jaren is het aantal behandelingen in het ‘Bredeweg’ ziekenhuis sterk toegenomen. Door de grote complexiteit van de moderne behandelingen moeten bovendien steeds meer gegevens per behandeling worden geraadpleegd én geregistreerd. Bovendien vereisen die moderne behandelingen, dat de uit laboratorium-onderzoeken voortgekomen gegevens snel worden verwerkt. Door dit alles wordt vooral door de afdeling ‘klinische behandelingen’ de administratie van patiënten- en behandelingsgegevens meer en meer als een knelpunt ervaren. De modernere aanpak heeft bovendien tot gevolg gehad, dat patiënten vaker van de ene naar de andere afdeling worden overgeplaatst. Omdat zulke wijzigingen niet zo snel in de 'schaduw- administratie' bij de informatiebalie worden doorgevoerd, ontvangt de directie hoe langer hoe meer klachten van bezoekers die naar hun gevoel van het kastje naar de muur worden gestuurd bij hun poging om een in het ziekenhuis opgenomen vriend of kennis of familielid te bezoeken. Het bestuur van het ‘Bredeweg’ ziekenhuis wil daarom laten onderzoeken of de effectiviteit en de efficiency van het werk kan worden verbeterd door het te ondersteunen met een geautomatiseerd informatiesysteem. Indien het resultaat van dat onderzoek positief is, zal dat informatiesysteem (of een deel ervan) daarna ook daadwerkelijk moeten worden gebouwd. Het ziekenhuisbestuur verstrekt aan een ‘software-bedrijf’ de opdracht om een onderzoek te doen naar de mogelijkheden die er zijn om een ziekenhuisinformatiesysteem te bouwen, dat de ziekenhuisorganisatie ondersteunt en de kwaliteit van de behandelingen ten goede komt. Ook het verbeteren van de informatieverstrekking aan de informatiebalie wordt in deze opdracht opgenomen. Het onderzoek zal in eerste instantie moeten leiden tot het aangeven van prioriteiten met betrekking tot het eventueel ontwikkelen van informatiedeelsystemen. Op grond van de resultaten van het onderzoek zal ook een prototype voor (een deel van) het informatiesysteem door het software-bedrijf gerealiseerd moeten worden.
N.B.
Overal waar in deze beschrijving via ‘hij’ of ‘zijn’ gerefereerd wordt naar een patiënt of ziekenhuismedewerkende, moet dit gelezen worden als ‘hij of zij’ en ‘zijn of haar’. Vanwege de grotere leesbaarheid is voor deze oplossing gekozen.
Ziekenhuis.1
DM: Domein Modellering
Casus: beschrijving Ziekenhuis
Globale omschrijving van de ziekenhuis-organisatie Hoofddoelstelling van het ziekenhuis is het geven van een zo goed mogelijke geneeskundige behandeling aan haar patiënten. Een belangrijke afgeleide doelstelling is, dat opgenomen patiënten gemakkelijk moeten kunnen worden opgezocht door kennissen en verwanten. Binnen de organisatie van dit middelgrote ziekenhuis kunnen een aantal ‘grote onderdelen’ worden onderscheiden; dat zijn o.a. de directie, de poliklinische afdeling, de klinische afdelingen en de niet-medische administratie. De directie heeft de dagelijkse leiding van het ziekenhuis. Ze baseert zich bij het sturen van de activiteiten van de andere ziekenhuisonderdelen op de (vooral statistische) gegevens, die ze van alle onderdelen krijgt toegespeeld. Op de poliklinische afdeling worden de patiënten geholpen die na de ingreep direct weer naar huis kunnen. Onder andere omdat hier ook de EHBO-post onder valt, waar slachtoffers van ongevallen in eerste instantie binnenkomen, gebeurt het vrij vaak dat patiënten van de poliklinische naar een klinische afdeling worden doorgestuurd of overgebracht. De klinische afdelingen daarentegen hebben te maken met patiënten die 'opgenomen' worden op zo'n ziekenhuisafdeling. De duur van de opname kan variëren van één etmaal tot meerdere maanden. Van alle patiënten, opnames en medische behandelingen wordt binnen elke afdeling een uitvoerige administratie bijgehouden. De 'niet-medische' administratie verzorgt zowel de personeels- en salarisadministratie als de 'overige financiële administratie'. Onder dat laatste valt bijvoorbeeld het versturen van rekeningen aan ziekenfondsen voor medische behandeling van bij hen verzekerde patiënten, of aan particulier-verzekerden zélf. Daartoe krijgt deze 'niet-medische administratie' aan het begin van iedere maand van elke behandelende afdelingen een overzicht toegestuurd met betrekking tot alle gedurende de afgelopen maand behandelde patiënten en de verrichte medische behandelingen.
Bij nadere beschouwing van het hoofdonderdeel ‘klinische afdelingen’ blijkt, dat dit opgesplitst kan worden in een aantal afzonderlijke klinische afdelingen (zoals ‘interne geneeskunde’, verloskunde, kindergeneeskunde, ‘algemene chirurgie’ etc.). Bovendien hoort bij deze gezamenlijke klinische afdelingen een centraal informatiepunt (ofwel: informatiebalie) waar bezoekers terecht kunnen voor informatie over een patiënt die op een van die klinische afdelingen opgenomen is (of was). Zo'n centraal informatiepunt is beslist nodig omdat veel bezoekers niet weten op welke kamer de te bezoeken patiënt ligt.
Globale werkwijze in het 'Bredeweg' ziekenhuis In het Bredeweg ziekenhuis kunnen patiënten op twee manieren op een ziekenhuisafdeling worden opgenomen. Enerzijds kan zo'n opname onmiddellijk na een ongeval gebeuren. Anderzijds kan het zijn dat de naam van een patiënt voorkomt op een wachtlijst voor opname en dat hij een oproep ontvangt omdat op de betreffende afdeling een verpleegbed is vrijgekomen. De patiëntenadministratie is in dit ziekenhuis verre van optimaal geregeld. Als een patiënt op een ziekenhuisafdeling wordt opgenomen, neemt het afdelingshoofd zo snel mogelijk de voor een behandeling noodzakelijk geachte gegevens (zoals bijvoorbeeld over dieet- voorschriften of medicijngebruik) op en noteert ze op een zogenaamde opnamekaart. Tevens krijgt het centrale informatiepunt bericht, dat op de betreffende afdeling een nieuwe patiënt is opgenomen. Na ontvangst van zo'n opnamebericht zorgt een medewerker van het centrale informatiepunt ervoor, dat patiëntgegevens, die relevant zijn voor gebruik door de informatiebalie zélf of voor de niet-medische administratie, worden genoteerd en verwerkt (voor die niet-medische administratie zijn in verband met het versturen van rekeningen de ziekenfondsgegevens van een patiënt uiterst interessant).
Ziekenhuis.2
DM: Domein Modellering
Casus: beschrijving Ziekenhuis
Na verwerking van de patiëntgegevens is bij de centrale informatiebalie van alle opgenomen patiënten in een grote kaartenbak een kaartje aanwezig, dat er als volgt uitziet:
Informatiebalie
BREDEWEG ZIEKENHUIS
Patiëntgegevens .Jansen . . . . .. . . . . . . . . . . W.A.J. . . . .. .. . . . . . . . . .Geboortedatum: 17-03-1952 . . . .. . . . . . . . . .Ziekenfonds : .ZGO .... . JA76291 ...... Polisnr : Achternaam: .Voorletters:
Straatnaam: .Huisnr: . Postcode: .Woonplaats: . .Telefoonnr: ..
Graafseweg . . . . . . . . .. . . . . . .173 .... 6512 . . . . ZW . . .. Nijmegen . . . . . . . .... . . 024. . . . 3437652 ........
Patiëntnummer: . .364327 .......... .. Opnamegegevens Kamernummer: 114 ...... .Afdeling: . Interne . . . . . . Geneeskunde ... . Behandelend specialist: J.. ..Pietersen ........ .. .
Datum opname: 07-03-2003 ........ .Datum . ontslag: . . . . . . .. ..
Ook als een patiënt ooit opgenomen is geweest, is bij dat centraal informatiepunt een dergelijk kaartje aanwezig. Wél kunnen de daarop vermelde gegevens ondertussen verouderd zijn. Op het moment van éérste opname van een patiënt in het Bredeweg ziekenhuis, krijgt hij een, door het centrale informatiepunt bepaald, uniek patiëntnummer toegewezen. Indien een op te nemen patiënt zijn oude patiëntnummer niet weet (of bij zich heeft) of niet weet of hij ooit eerder opgenomen is geweest, moet eerst bij het centraal informatiepunt nagegaan worden of van die patiënt gegevens bekend zijn en wat het eventueel vroeger al toegekende patiëntnummer is.
Indien iemand ooit in het ziekenhuis is behandeld, heeft hij of zij een zogenaamde 'algemene inschrijvingskaart' mee naar huis gekregen, die aan het begin van een volgende behandeling of opname getoond zou moeten worden; dit vergemakkelijkt de administratie. Zo'n algemene inschrijvingskaart ziet er als volgt uit:
BREDEWEG ZIEKENHUIS
Algemene inschrijvingskaart Achternaam: Voorletters: Geboortedatum:
. . . . Jansen ... ........... W.A.J. ...... ........... . . . 17-03-1952 .... .........
Patiëntnummer: . . . . .364327 .... .....
Adres:
. . . . .Graafseweg . . . . . . . . . 173 ... . . . .6512 . . . .ZW . . . . .Nijmegen .... ...
Telefoonnr:
. 024. . . . 3437652 ..... ....
Huisarts:
. .A. . . Klaassens ..... ........
We zagen reeds dat op een afdeling van het ziekenhuis deels andere gegevens over een opgenomen patiënt geregistreerd worden. Zo zijn adresgegevens voor een behandeling onbelangrijk, maar gegevens over bijvoorbeeld bloedgroep en medicijngebruik beslist wel.
Ziekenhuis.3
DM: Domein Modellering
Casus: beschrijving Ziekenhuis
Een voorbeeld van een op zo'n afdeling gebruikte opnamekaart is de volgende:
Opnamekaart Afdeling: Interne Geneeskunde
BREDEWEG ZIEKENHUIS Specialist: . .J.. .Pietersen .......
Patiëntgegevens Jansen . . .Klaassens . . . . .. . . . . . Achternaam: . . . . . .. . . . . . . . . Huisarts: . A. . .Voorletters: W.A.J. . . . . .. . . . . . . . . Bloedgroep: . .+. . . .... . . . O . . V. . . . . . . . Willemien Geslacht: Roepnaam: ............ .Bijzonderheden: . .. 17-03-1952 Geboortedatum: ... ........ . . . . . . .. . .. . Patiëntnummer: 364327 .......... .. Opnamegegevens Datum opname: 26-02-2003 ....... Datum ontslag: . . . . . . . .Kamernummer: 114 .. ...... .Reden . opname: lever. . . en . . ..nierklachten . . . . . . . . . . . . . . .. . . . .. . Medicijnverstrekkingen Begindatum Medicijnnaam Dosering Einddatum Placebium 3x daags 1 tablet 08-03-2003 28-02-2003 06-03-2003 Aquanol 2x daags 5 ml
Een interne richtlijn in dit ziekenhuis is, dat een opgenomen patiënt nooit méér dan drie medicijnverstrekkingen nog 'lopende' mag hebben. De ruimte op de achterkant van een opnamekaart kan door de behandelend specialist gebruikt worden voor het noteren van gegevens over ziektesymptomen, laboratorium-onderzoeksgegevens en behandelingsgegevens (over b.v. operaties). Deze aantekeningen zijn echter vrij ongestructureerd ; misschien moet eerst bekeken worden of die wel in een geautomatiseerd informatiesysteem gestopt kunnen worden. Op iedere klinische afdeling wordt door het afdelingshoofd op een plannings(prik)bord een overzicht bijgehouden van de opnames op de bij die afdeling behorende kamers en specialisten en over de capaciteit van die kamers. Om het ontstaan van een persoonlijke sfeer tussen patiënt en behandelend specialist te bevorderen, krijgt elke patiënt tijdens een opname op een afdeling maar met één specialist te maken. Dat is ook de reden waarom iedere specialist maar aan één afdeling verbonden is. Let er wel op, dat zo'n toewijzing van een specialist aan een 'opname' gebeurt; bij een volgende opname van diezelfde patiënt kan hij aan de zorgen van een ándere specialist worden toevertrouwd. Zo'n toewijzing is dus uitdrukkelijk verbonden aan een ópname en niet aan een patiënt!
Ziekenhuis.4
DM: Domein Modellering
Casus: beschrijving Ziekenhuis
Als voorbeeld volgt hier een weergave van het planningsbord van de afdeling 'Interne Geneeskunde'. Daarin is goed te zien, dat kamer 114 blijkbaar 4 bedden heeft, maar dat deze capaciteit niet volledig benut is.
Interne Geneeskunde
Planningsbord Afdelingshoofd:
A. Willems
telefoonnr: 2734
Opnames Kamernr 114
Patiënten:
Specialist
1.
Jansen, Willemien
J. Pietersen
2.
de Vries, Wouter
H. Claessen
3.
Gerrits, Els
J. Pietersen
4.
115
1.
Peters, Jos
J. Pietersen
2.
de Jong, Piet
H. Claessen
piepernr Afdelingsspecialisten:
J. Pietersen
78
J. Luns
64
H. Claessen
69
Binnen de klinische afdelingen wordt het over meerdere stappen verdeelde verzamelen van patiëntgegevens als omslachtig en weinig efficiënt ervaren. Een algemeen voorstel van de medewerkenden is daarom, dat bij het ontwikkelen van een nieuw informatiesysteem beslist ook gekeken moet worden naar een andere manier van gegevens verzamelen. Men pleit ervoor dat in de toekomst het registreren en verwerken van álle patiënt- en opnamegegevens door medewerkenden van het centrale informatiepunt worden uitgevoerd. Dat centrale informatiepunt zal direct daarna een van patiënt- en opnamegegevens voorziene opnamekaart naar de betreffende afdeling opsturen. Het op de opnamekaart noteren van gegevens over medicijnvoorschrijvingen moet uiteraard een taak blijven van de behandelend specialist. Ook het aan het begin van de maand afzonderlijk, door enerzijds het centrale informatiepunt en anderzijds de klinische afdelingen, naar de níet-medische administratie opsturen van respectievelijk patiënt/ziekenfondsgegevens en behandelingsgegevens zou goed bekeken en verbeterd moeten worden.
Om de informatiebehoeften te bepalen die op het totaal van de klinische afdelingen aanwezig zijn, is van een aantal medewerkenden een interview afgenomen. Geïnterviewd zijn: - mevr. A. Willems, hoofd van de klinische afdeling ‘Interne Geneeskunde’; - dhr. J. den Hollander; specialist op de klinische afdeling ‘Kindergeneeskunde’; - mevr. E. Wijnands; medewerkster van het centrale informatiepunt van de klinische afdelingen. We geven verderop de tekst van de gemaakte verslagen van de interviews met deze medewerkers.
Ziekenhuis.5
DM: Domein Modellering
Casus: beschrijving Ziekenhuis
Verslag van het interview d.d. 04-03-2005 met het hoofd van de klinische afdeling ‘Interne Geneeskunde’: mevr. A. Willems. Mevrouw Willems is sinds vijfeneenhalf jaar hoofd van de afdeling Interne Geneeskunde. Vooral tijdens de laatste twee jaren heeft ze er bij de directie herhaaldelijk op aangedrongen, dat er van directiewege maatregelen zouden worden genomen, om de problemen rond de tot nu toe erg primitieve wijze van verwerking van patiënten- en behandelingsgegevens de wereld uit te helpen. Ze verheugt zich er daarom zéér over, dat de directie nu toch eindelijk besloten heeft dit onderzoek te laten doen om de mogelijkheden te onderzoeken om de drukke werkzaamheden op haar afdeling te laten ondersteunen via een geautomatiseerd informatiesysteem. Vanuit haar functie als afdelingshoofd is zij onder andere persoonlijk belast met het opnemen, bijhouden en doorgeven van gegevens over patiënten en hun opnames. Het stoort haar daarbij dat momenteel zoveel zaken dubbel en omslachtig zaken worden gedaan. Ze suggereert dat het opnemen van patiëntgegevens (wat nu slechts dééls door haar wordt gedaan) in de toekomst door één persoon gebeurt. Dat kan dan het best iemand van het centrale informatiepunt zijn. Wat dat 'omslachtige' aangaat, noemt ze als voorbeeld, dat als bij opname een patiënt zijn of haar 'algemene inschrijvingskaart' bij zich heeft, ze een aantal van de voor het invullen van de opnamekaart benodigde patiëntgegevens daarvan domweg kan overnemen. Indien de patiënt die algemene inschrijvingskaart níet bij zich heeft, moet ze eerst naar de informatiebalie om daar na te vragen of daar van die patiënt al gegevens (van een vroegere opname) bekend zijn en wat dan zijn patiëntnummer is. Als de patiënt daar onbekend is, moet iemand van de informatiebalie een patiëntnummer voor die patiënt bepalen, wat zij dan weer op de opnamekaart invult. Rond het invullen van de bloedgroep (die níet op de algemene inschrijvingskaart staat vermeld) bestaat een ernstig probleem. Het wordt in het ziekenhuis als té gevaarlijk beschouwd om zomaar aan de patiënt te vragen wat zijn bloedgroep is en dan het antwoord klakkeloos op de opnamekaart in te vullen. Als van die patiënt de bloedgroepgegevens nodig zijn en hij geen kaartje o.i.d. waarop de bloedgroep staat vermeld bij zich heeft, wordt eerst nagegaan of hij al eerder in het ziekenhuis is behandeld en zoja, wat dan toen als bloedgroepwaarde is gebruikt. Dat kost heel wat telefoontjes naar andere afdelingen en gezoek in kaartenbakken. Als na al dat gezoek nog geen bloedgroepwaarde boven water is gekomen, vindt de behandelend specialist het vaak noodzakelijk, dat door het laboratorium een bloedgroepbepaling wordt uitgevoerd. Ze pleit ervoor om óók de bloedgroep op de algemene inschrijvingskaart te vermelden (" ... en zet er dan tegelijk ook de roepnaam en het geslacht van de patiënt op ..."). Omdat mevr. Willems elders al vaker mensen met een geautomatiseerd informatiesysteem heeft zien werken spreekt invoering van zoiets op haar afdeling haar zeer aan. Ze ziet daarbij de mogelijkheid van het via de computer laten afdrukken van patiëntgegevens op opnamekaarten; dat zou zeker tijdsbesparend werkend. Al pratend over het gebruik van het planningsbord, vertelt mevr. Willems dat daarvoor de interne richtlijn bestaat dat bij een 'normale opname' van iemand die op de wachtlijst staat, er steeds voor gezorgd moet worden, dat per afdeling één bed vrij blijft voor een plotselinge spoedopname (b.v. bij een verkeersongeval). Uiteraard wordt zo'n bed wél gebruikt als zich inderdaad zo'n spoedgeval voordoet. Door de manier waarop de gegevens op het planningsbord vermeld staan, is in één oogopslag te zien wat de capaciteit van de verschillende kamers is, op welke kamer nog onbezette bedden staan en hoeveel bedden in totaal onbezet zijn. Zo af en toe komt het voor, dat een kamer aan een andere afdeling wordt toegewezen ('Denk bijvoorbeeld aan de effecten van vergrijzing ..') of dat het aantal bedden op een kamer verandert. Een toekomstig informatiesysteem moet beide soorten veranderingen kunnen verwerken. Tot nu toe hield mevr. Willems voor gebruik tijdens haar dagelijkse omzwervingen door het ziekenhuis een met de hand geschreven overzicht van de planningsbordgegevens bij en draagt dat steeds bij zich (als ze dan ergens in het gebouw een telefoontje krijgt over opnameplanning, kan ze ter plekke reageren). Het op dat papier steeds weer bijwerken van de gegevens bevalt haar niet. Ze moet nu na iedere nieuwe opname of ontslag van een patiënt óf een nieuw overzicht maken (en daarbij alle niet-veranderde gegevens klakkeloos óverschrijven) óf gegevens doorhalen en bijschrijven ("Dat kun je één keer doen, maar daarna wordt het een knoeiboel"). Kortom, ze zou graag zien, dat in de toekomst via 'een druk op de knop' een afdruk kan worden gemaakt van de momentane situatie van de planningsbordgegevens. Mevr. Willems vertelt dat specialiste J. Luns met ingang van volgende maand ontslag heeft genomen en dat daar bij de planning al rekening mee is gehouden. Uit het overzicht op het planningsbord blijkt dan ook, dat mevr. Luns aan geen enkele opname meer is 'toegewezen'. Sporadisch komt het toch voor (en dan bijna steeds bij langdurige opnames), dat bij vertrek van een specialist een patiënt gedurende de rest van zijn opname-verblijf door een andere specialist wordt behandeld. In zo'n geval brengt mevr. Willems persoonlijk de wijzigingen aan op de opnamekaart
Ziekenhuis.6
DM: Domein Modellering
Casus: beschrijving Ziekenhuis
en op het afdelingsplanningsbord. Vaak wordt echter nagelaten zo'n wijziging ook door te voeren op de kaart bij de informatiebalie. De daardoor vaak optredende naamsverwarring wordt door de nieuwe specialist veelal als onprettig ervaren en zou in de toekomst voorkomen moeten worden. Als extra wensen heeft mevr. Willems op haar verlanglijstje het over het reilen en zeilen van haar afdeling kunnen verkrijgen van management-informatie staan. Daaronder vallen maandelijkse overzichten met patiënten-aantallen (met waarden voor zowel het totaal aantal behandelde patiënten als piekwaarden (minimum, maximum) en gemiddelde aantal, alsook aantal patiënten per specialist). Ook maandelijkse statistische overzichten met daarin aantal medicijnverstrekkingen per medicijnsoort en per specialist zijn zeer gewenste analyse-middelen in een tijd als deze, waarin op de kleintjes moet worden gelet.
Verslag van het interview d.d. 05-03-2005 met dhr. J. den Hollander; specialist op de afdeling ‘Kindergeneeskunde’. De heer J. den Hollander is sinds drie jaar werkzaam op de afdeling Kindergeneeskunde. Hij heeft onlangs gehoord van de ideeën rond het ontwikkelen van een informatiesysteem en daar toen al direct zijn vraagtekens bij geplaatst. In een vorige baan heeft hij al een keer de invoering van zo'n geautomatiseerd informatiesysteem meegemaakt en dat is zijns inziens een ramp geworden. "Je wist bij die computer vaak niet wat je moest doen en ik en nog een aantal collega's hebben om van die ellende gevrijwaard te blijven, de gegevens over o.a. medicijngebruik maar gewoon op de daar van ouds bekende manier per patiënt op een dossierkaart bijgehouden en in mappen opgeborgen. Daar kon je in ieder geval mee overweg en daarbij wist je wat je aan het doen was. En als ik, om mijn goede wil te tonen, zo af en toe dan toch eens met dat informatie- systeem probeerde te werken, dan bleek vaak dat de opgeslagen gegevens niet up-to-date waren. Met zo'n systeem valt toch echt niet te werken!", aldus dhr. den Hollander. Het in het ziekenhuis Bredeweg tot nu toe gehanteerde systeem van het op een opnamekaart bijhouden van medicijn- en behandelingsgegevens levert bij zijn werk inderdaad problemen op. Voor het stellen van een correcte diagnose moet hij als specialist (vooral bij ernstigere gevallen) toch echt ook de gegevens bestuderen van eventuele eerdere opnames in het ziekenhuis. Momenteel betekent dat, dat hij moeizaam moet nagaan of op de andere afdelingen gegevens van die patiënt bekend zijn. Als er dan zo'n informatiesysteem gaat komen, dan wil hij het werken daarmee alleen proberen indien het ook mogelijk is om daarmee snel een overzicht van vorige opnames van een patiënt te krijgen (met datums en reden van opname erbij). En tevens moet er dan een mogelijkheid zijn om voor een door hem aan te duiden opname de gegevens over de gedurende die opname verstrekte medicijnen te krijgen. Om een goed inzicht in zo'n medicijnverstrekking te kunnen krijgen, moeten álle gegevens (dus van zowel medicijnnaam, als begin- en einddatum, als dosering) bekend zijn. Dhr. den Hollander realiseert zich goed, dat ook híj dan de gegevens over voorgeschreven medicijnen (hetzij persoonlijk, hetzij via een medewerkende) in het systeem moet invoeren. Als teken van zelfkennis voegde hij eraan toe dat zijn handschrift voor derden dusdanig onleesbaar is, dat er toch zeker ook een mogelijkheid tot correctie van de ingevoerde medicijngegevens moet bestaan. Uiteraard moet het mogelijk zijn om via het te ontwikkelen informatiesysteem voor een patiënt een overzicht te kunnen krijgen van welke medicijnverstrekkingen nog 'lopende' zijn (dit vanwege de interne richtlijn dat een patiënt nooit méér dan drie soorten medicijnen gelijktijdig voorgeschreven mag hebben). Op het einde van ons gesprek stelt dhr. den Hollander nogmaals uitdrukkelijk, dat hij om zijn goede wil te tonen best wel met het te ontwikkelen informatiesysteem wil gaan werken, maar óók dat hij het weer direct aan de kant zal zetten als blijkt dat het niet gebruiksvriendelijk is. Hij zal zich beslist níet door zo'n apparaat laten tiranniseren!
N.B.
in werkelijkheid zullen behandelings- en medicijngegevens van vroegere opnames van een patiënt beslist niet zomaar door een willekeurige specialist doorsnuffeld mogen worden. Daar zijn ze té persoonlijk voor. Ze blijven onder beheer van de toentertijd behandelend arts en kunnen alléén door díe arts geraadpleegd worden. Indien een andere arts zulke gegevens wil bestuderen, zal hij of zij aan de arts van die eerdere opname moeten vragen of die gegevens ingekeken mogen worden. Hoe zulke behandelings- en medicijngegevens in een geautomatiseerd informatiesysteem 'beschermd' zouden kunnen worden, valt buiten het bestek van deze opdracht. Hou je for the sake of the case echter aan de gegeven beschrijving.
Ziekenhuis.7
DM: Domein Modellering
Casus: beschrijving Ziekenhuis
Verslag van het interview d.d. 07-03-2005 met de medewerkster van het centrale informatiepunt van de klinische afdelingen: mevr. E. Wijnands. Mevr. Wijnands is sinds twee jaar werkzaam bij het centrale informatiepunt. Vanuit haar functie is zij belast met het opnemen, bijhouden en doorgeven van patiënten-, opnames- en (eventuele) ziekenfondsgegevens. Het stoort ook haar dat momenteel zoveel zaken dubbel en omslachtig zaken worden gedaan. Ze stemt van harte in met de suggestie van mevr. Willems, dat het opnemen van patiëntgegevens in het vervolg helemaal via iemand van het centrale informatiepunt verloopt. Mevr. Wijnands ziet voor het verrichten van haar werkzaamheden grote voordelen verbonden aan het invoeren van een geautomatiseerd informatiesysteem. Ze hoopt dat de toeloop op de informatiebalie van mensen van de verschillende afdelingen, die informatie komen opvragen over opgenomen patiënten, daardoor zal verminderen. Ook hoopt ze dat de enorme hoeveelheid werk die nu het doorvoeren van kleine wijzigingen op de kaarten in de kaartenbak van de informatiebalie vereenvoudigd kan worden. Hoe vaak komt het niet voor, dat er een nieuw kaartje gemaakt moet worden omdat bijvoorbeeld de adres- of ziekenfondsgegevens van een patiënt veranderd zijn? Behalve uiteraard het patiëntnummer zouden eigenlijk alle gegevens op zo'n kaart gemakkelijk moeten kunnen worden veranderd en daarna via een printer een nieuw kaartje voor de kaartenbak gemaakt. Het op het beeldscherm laten verschijnen van de kaartgegevens spreekt haar wel aan; de zoektijd voor het vinden van de gegevens van een patiënt zou daardoor immers bekort kunnen worden. Maar toch ziet ze graag dat ook het systeem met de kaartjes in de kaartenbak gehandhaafd blijft. Al is het maar voor gewenning van het personeel gedurende een bepaalde overgangsperiode. Ze zou ook graag zien, dat het nieuwe informatiesysteem voor een nieuw op te nemen patiënt volautomatisch een uniek patiëntnummer te bepalen. Patiëntnummers zijn 6-cijferig en het bepalen ervan gebeurt nu handmatig. Daarvoor moet eerst nagezocht worden wat het laatst toegekende patiëntnummer was en daarbij wordt voor het nieuwe patiëntnummer dan één opgeteld. Voor wat betreft het beantwoorden van de vragen van bezoekers bij de balie is het broodnodig, dat snel een overzicht kan worden geleverd van waar (afdeling en kamernummer) iemand met een bepaalde achternaam is opgenomen. Omdat meestal meerdere (ex-)patiënten eenzelfde achternaam hebben en veel bezoekers écht niet de voorletters van de gezochte vriend of kennis of familielid kennen, moeten in dat overzicht ook gegevens over adres, leeftijd en datums van opname en eventueel ontslag uit het ziekenhuis zijn opgenomen. Voor verzoeken door afdelingen en de niet-medische administratie moeten patiënt- en opname-gegevens ook kunnen worden opgezocht aan de hand van het patiëntnummer. En uiteraard moet het ook mogelijk zijn om voor nieuwe patiënten of na een wijziging van gegevens een nieuwe 'algemene inschrijvingskaart' te laten afdrukken. Het huidige handmatige plastificeren van die kaarten kan gehandhaafd blijven. Mevr. Wijnands heeft geen enkel probleem met de suggestie van mevr. Willems, om op de algemene inschrijvingskaart ook gegevens over bloedgroep, voornaam en sexe op te nemen; dat lijkt haar integendeel een uitstekend idee.
Opdrachten Rond deze casusbeschrijving worden in de loop van deze cursus meerdere opdrachten verstrekt.
Ziekenhuis.8