Tramweg-Maatschappij Zutphen-Emmerik
Het bewaard gebleven materieel HAN KOOLHOF In de hoogtijdagen van de stoomtram – rond 1930 – lag er in Nederland 2.652 km aan interlokale tramlijnen en 3.713 km aan spoorlijnen.1 De gezamenlijke trambedrijven vervoerden 373 miljoen reizigers (1929); dat waren er zes maal zo veel als de spoorwegmaatschappijen.2 Anno 2008 is het spoorwegnet 800 km gekrompen, en van het interlokale tramnet uit de vorige eeuw resteert niets meer. Hier en daar kun je in het landschap nog het tracé van een oude tramlijn onderscheiden, of is een stationnetje behouden, zoals in Gorssel. Soms is het alleen nog maar een naam – Tramstraat – die aan dit vervoermiddel herinnert. Veel locomotieven en wagons hadden al vanaf het midden van de jaren dertig – door de opkomst van de bus – de sloper als eindbestemming. Ook het materieel van de Tramweg-Maatschappij Zutphen-Emmerik (ZE) onderging dit lot. Maar niet álles is gesloopt. Van de eerste serie
kinderspeeltuin. Doolhof in natura. Prachtige
locomotieven van zeven stuks, uit 1902/04,
rivier- en vergezichten. Aanbevelend A.G.
zijn er maar liefst twee bewaard gebleven. En
Wunderink’.3 Drie maanden na de opening van
van de fraaie personenrijtuigen met eerste en
de lijn Zutphen-’s-Heerenberg werd speciaal
tweede klas, waarvan er in diezelfde tijd zes in
voor de goederentrams een parallelspoor aan-
dienst werden gesteld, resteert er één. Liefde-
gelegd over de Houtwal en de IJsselkade; het
vol gerestaureerd doet het – nogal uit de buurt
werd in december 1902 in gebruik genomen4.
van zijn oorspronkelijke werkterrein – dienst
Op 19 mei 1951 werd de baan tussen Zutphen
op de museumlijn Hoorn-Medemblik. En in
en Baak opgebroken in verband met dijkaanleg
Valkenburg (ZH) staat nog de bak van een
(Baakse Overlaat). De tramsporen in de
goederenwagon van de ZE te wachten op res-
binnenstad waren al in 1942 op last van de
tauratie.
bezetter verwijderd. Alleen in de brug bij de Kattenhavenstuw resteren enkele meters tram-
Parallelspoor
spoor, die kennelijk moeilijk te verwijderen
In Zutphen liep de tramlijn van de ZE van het
waren.
Staatsspoorstation via de IJsselkade – Marspoortstraat – Groen-, Hout- en Zaadmarkt –
Ambitieuze plannen
Pelikaanstraat –Spittaalstraat – Emmerikse-
De eerste tramlijn in Oost-Gelderland werd op
weg naar Baak. In Bronsbergen was nog een
27 juni 1881 geopend: het traject Doetinchem-
halte bij uitspanning ’t Harenberg: ‘Groote
Dieren.5 Het succes van deze lijn leidde tot
1
Het ‘tramhuis’ van Gorssel (in de Van de Capellenlaan) gefotografeerd in de richting Deventer (winter 2007/08). Aan deze kant (oostzijde) bevonden zich de tramsporen. Er lag nog een eilandperron en een opstelspoor. Het is een gemeentelijk monument, een ‘zeldzaam type stationsgebouw (ons geen vergelijkbare bekend) en bijzonder gaaf bewaard voorbeeld van de chaletstijl bij een gebouw van een tramwegmaatschappij’. (bron: Gemeente Lochem; foto: auteur) vele ambitieuze tramplannen in onze contreien,
werd het 37 km lange lijn-gedeelte Zutphen-
waaronder een stoomtramlijn van Zutphen via
Doetinchem-’s-Heerenberg feestelijk geopend.
Doetinchem naar Emmerik. Na een nogal
Het spoor werd betrekkelijk zwaar uitgevoerd:
moeizame voorbereidende fase werd op 20
rails van 12 m lengte met een gewicht van 24
oktober 1900 de Tramweg-Maatschappij
kg/m; de rails werden bevestigd op halfronde
Zutphen-Emmerik opgericht, met als vesti-
eiken dwarsliggers.7 Het resterende stukje (5
gingsplaats Doetinchem.6 De spoorwijdte werd
km) ’s-Heerenberg-Emmerik had heel wat
uiteindelijk bepaald op 750 mm (gebruikelijker
meer voeten in de aarde. Het zou tot 22 juni
was 1067 of 1435 mm), wat tot aanzienlijke
1909 duren voordat het eindpunt werd bereikt:
kostenbesparingen leidde. De trambaan kon in
het treinstation van Emmerik.8 Eén struikel-
de berm van de bestaande wegen worden aan-
blok was het te volgen tracé door de stad
gelegd. Op 23 november 1901 ging de eerste
Emmerik. Daarnaast was er de spoorlijn uit
spade de grond in, en al op 10 september 1902
Zevenaar die gekruist moest worden. De ZE
2
Een stoomtram van de ZE met loc nr. 3 (Hummelo) en twee rijtuigen van de serie AB 1-6 staat gereed voor vertrek naar Doetinchem voor het Staatsspoorstation van Zutphen. Het is een van de twee zware Henschel-locomotieven die behouden zijn gebleven. (foto ca. 1910). gaf de voorkeur aan een gelijkvloerse kruising,
oorzaakten als gevolg van hun hoge asdruk
maar het Duitse ministerie van spoorwegen
extra slijtage aan de baan; het dienstvaardig
wilde een viaduct over de spoorlijn.
gewicht van de tweeassige locomotieven was 16½ ton!10 Voor de reizigerstrams, die zelden
Te zwaar en te duur
uit meer dan twee rijtuigen bestonden, waren
Op het moment dat de ZE bij Henschel & Sohn
ze in ieder geval wel erg zwaar.
te Kassel de bestelling plaatste voor de locomotieven (vermoedelijk in 1901), ging ze
De (brons-groene) locomotieven 1-6 werden in
ervan uit dat er in Emmerik een viaduct over
1902 geleverd. Ze kregen de namen Zutphen,
de spoorlijn zou komen. Voor de steile opritten
Steenderen, Hummelo, Doetinchem, ’s Hee-
zouden relatief zware locomotieven nodig zijn.
renberg en Emmerik. In 1904 werd nog een
Maar in 1909 werd het plan voor een viaduct
zevende locomotief in dienst gesteld, de
geschrapt. Er kwam een tunnel, waarbij de
Vrijland.11
spoorbaan enigszins omhoog werd gebracht.9 Hierdoor werden de hellingen een stuk minder
Schipbrug taboe
steil. Helaas waren de zware locomotieven
Omdat deze locomotieven zo duur in exploi-
toen al in Doetinchem afgeleverd. Met hun 80
tatie waren, kocht de ZE twee lichtere 12½
pk waren ze duur in kolenverbruik en ze ver-
tons locomotieven voor de personendienst: de
3
nummers 8 (Zeddam) en 9 (Baak), die al in 12
gelaste vuurkist; desondanks werd hij in 1954
1909 in dienst werden gesteld. Later – tussen
afgevoerd, samen met de 606.17 De 603 bleef
1915 en 1926 – werden nog zeven locomo-
voor het nageslacht bewaard doordat locomo-
tieven aangeschaft, de serie 10-16, naar een
tievenfabriek Henschel hem in het najaar van
ontwerp van de Nederlandse ingenieur D. Ver-
1955 toevoegde aan zijn museumcollectie. De
13
hoop. Niet lang nadat deze locomotieven
Hummelo is als Denkmal te bewonderen in het
waren afgeleverd, werden twee zware Hen-
Technik-Museum te Kassel.18
schels – de nummers 4 en 5 – buiten dienst
De 607 (Vrijland) maakt sinds 1957 – na
gesteld en opgeborgen in een loods in Zeddam
opheffing van de laatste GTW-lijnen – deel uit
14
(1929). De resterende vijf reden vanaf dat
van de collectie van het Spoorwegmuseum in
moment eigenlijk alleen nog maar goederen-
Utrecht. In 2003 onderging dit museum een
trams. Toen de Oost-Gelderse trambedrijven in
ingrijpende verbouwing. Hierbij was in de
1934 opgingen in de Geldersche Tramwegen
nieuwe opzet geen ruimte meer voor tram-
(GTW), werden deze locomotieven vernum-
materieel, zodat de Vrijland ‘voor onbepaalde
merd: de 2, 3, 6 en 7 veranderden in 602, 603,
tijd’ is ondergebracht in het Nationaal Smal-
606 en 607. Vanaf dat moment deden ze dienst
spoormuseum in het Zuid-Hollandse Val-
op alle GTW-lijnen met uitzondering van
kenburg. De 607 is niet rijvaardig. In het
Doesburg-Dieren, want de nogal wankel
Register Railmonumenten heeft hij de A-
ogende schipbrug bij Doesburg was taboe voor
status.19
deze kloeke locomotieven.15 De 1, 4 en 5 werden gesloopt in respectievelijk 1934, 1936 en 1935. In 1934 was het reizigersvervoer al zo goed als volledig overgenomen door bussen. Er reden voornamelijk (zware) goederentrams. Wat ooit bijna hun ondergang was geworden – hun grote gewicht – bleek ook hun redding. Nu vielen de lichte locomotieven van de serie 1016 (hernummerd in 610-616), ‘de beste en de modernste uit het gezamenlijke locomotiefpark van de belangengemeenschap GTW’,16 in ongenade. Daaraan werkte mee dat ze niet bijzonder populair waren bij het onderhoudspersoneel van de GTW. Vijf van deze locomotieven werden al in 1935 en 1936 gesloopt; twee deden er dienst op de nieuwe tramlijn Zutphen-Deventer. Van de oudere Henschels kreeg de 602 in 1946 zelfs nog een nieuwe
ZE-loc nr. 7, later GTW 607, inmiddels 104 jaar oud. Deze locomotief was vernoemd naar C.W. Vrijland, burgemeester van de gemeente Hummelo en Keppel, een van de initiatiefnemers in 1891 voor de aanleg van een tramlijn van Doetinchem naar Zutphen. (foto: Nationaal Smalspoormuseum)
4
De lijn Zutphen-Deventer In 1926 werd de lijn Emmerik-Zutphen verlengd naar Deventer. De eerste plannen daarvoor dateerden al van 1885. In 1906 begon de ZE met het treffen van voorbereidingen voor de aanleg. Wat eerder in Emmerik was gebeurd, gebeurde opnieuw in Zutphen: eindeloos gechicaneer over het tracé. De gemeente wilde geen stoomtram over de Deventerweg.20 Bovendien lagen daar al de sporen van de Gorsselsche Paardentramweg-Maatschappij (die ondanks haar naam nooit verder heeft gereden dan Eefde).21 Toen men het in 1920
Omslag van de brochure Reizen & Uitstapjes,
eens werd over het tracé, had de rijksoverheid
met daarop het tramstation van Gorssel.
de subsidiekraan dichtgedraaid. Pas vijf jaar later kwam er weer overheidsgeld beschik-
‘verbussen’, maar dat kon niet omdat er al een
baar.22 De gemeente Zutphen kreeg uiteindelijk
concessie was verleend aan autobus-
haar zin; het werd een tracé buitenom door
onderneming ZEGO (Zutphen-Eefde-Gors-
‘niemandsland’: van het station naar de
selsche Omnibusdienst). Daardoor bleven er
IJsselkade, over de Havenstraat, langs de
tot aan de vernieling van de brug over het
westzijde van het spoorwegemplacement, over
Twentekanaal (18 september 1944) tussen
Mettray, om bij Quatre Bras (onder Gorssel)
Zutphen en Deventer stoomtrams rijden, zij het
op de hoofdweg naar Deventer aan te sluiten.23
zeer onregelmatig.25
De Eefdenaren hadden dus niets aan deze nieuwe verbinding.
In Valkenburg bevindt zich nog de bak van de GZ 609 (oorspronkelijk ZE CH 9). Deze twee-
Toen deze lijn op 2 oktober 1926 feestelijk
assige goederenwagen, met een draag-
werd geopend – als een van de laatste
vermogen van zes ton, werd in 1905 door
interlokale tramlijnen in ons land – waren de
Werkspoor te Amsterdam gebouwd. Na de
perspectieven al somber. Vijf maanden na de
opheffing van het trambedrijf van de GTW
opening schrijft F.M. Loep, directeur van de
werd de wagen verkocht aan een hout-
ZE, in een gedenkschrift bij het 25-jarig
handelaar, die hem gebruikte voor de opslag
exploitatiejubileum, dat hij geen enkele toe-
van houtskoolbranders. In de jaren zestig deed
komst voor het personenvervoer op de rails
de bak dienst als veestal in de buurt van
ziet.24
Doetinchem. Helaas is het onderstel ver-
Net als de andere lijnen had men vanaf 1934
schroot. Er bestaan plannen om de GZ 609 te
ook het traject Zutphen-Deventer wel willen
restaureren.26
5
dagen – was in 50 minuten in Zutphen, net als tegenwoordig met lijn 82 (gemiddelde snelheid 30 km/h), die overigens niet in het weekeinde rijdt. Goederenwagon GZ 609. Opvallend is de
Doornroosje29
plaats van de schuifdeur, die niet in het
In 1902 werden niet alleen zes locomotieven
midden zit. Hierdoor was het mogelijk lange
aan de ZE geleverd maar ook zes personen-
voorwerpen te vervoeren.
rijtuigen met zowel eerste als tweede klas (AB
(scan: Nationaal Smalspoormuseum)
1-6), vier rijtuigen met alleen tweede klas (B 1-4) en drie open personenrijtuigen met eerste
Dienstregeling
27
en tweede klas (AB 21-23);30 kennelijk ver-
De lengte van de hele ZE-lijn (Deventer-
wachtte men ’s zomers (toeristen?) meer
Zutphen-Emmerik) bedroeg 57 km. Over de 15
reizigers dan ’s winters. Omstreeks 1935
km van Zutphen naar Deventer deed de tram
werden ze allemaal afgevoerd, en stelde de
36 minuten (winterdienst 1928/29), een
GTW – voor zover ze nog nodig waren –
gemiddelde snelheid van 25 km/h – opmerke-
rijtuigen beschikbaar. De ZE-rijtuigen gingen
lijk, want op de locomotieven die deze
naar een sloper, die de bak van de AB 6 door-
diensten reden, was een plaatje tegen de
verkocht aan de dames Riek en Lien in Epe
stoomdom gemonteerd waarop stond dat de
(wier achternamen ik niet heb kunnen achter-
maximumsnelheid was vastgesteld op 25
halen). Zij hadden plannen voor een kinder-
28
km/h. De Syntus-bus doet er nu in de spits
tehuis en wilden het tramrijtuig gebruiken als
één minuut langer over (dienstregeling
speelhuisje. Maar voor een kindertehuis kregen
2007/08).
ze geen vergunning, waarop ze besloten een pension te beginnen. ’s Zomers verhuurden de dames hun eigen huis aan de pensiongasten en zij betrokken dan het tramrijtuig, dat in de achtertuin een plaats had gekregen. In de inmiddels bankloze tram werd de eersteklasafdeling gebruikt als slaapkamer; de tweedeklasafdeling werd woonkamer en kreeg ook
Tussen Doetinchem en Zutphen (25 km) zat
een keukentje. Naast het rijtuig kwam een
men 61 minuten in de tram (winterdienst
toilet. In 1959 betrok Klaas van der Wijk de
1928/29), een gemiddelde snelheid van 24,6
wagon. Hij werkte als onderwijzer in Epe en
km/h; in 1913/14 was dat nog 80 minuten. Wie
huurde het tramrijtuig, dat inmiddels de naam
van de enkele sneltram gebruik kon maken –
Doornroosje had gekregen, voor dertig gulden
zomerdienst 1933, alleen op zon- en feest-
in de maand. Vervolgens woonde er nog een
6
Epe, september 1994. Na een kleine zestig jaar staat het ZE-rijtuig weer op rails. Via een hulpspoor wordt het verplaatst richting straat. (foto: Marius van Rijn) ƒ 5.450 per stuk De AB 1-6 werden geleverd door de Nederlandsche Maatschappij voor Rollend Materieel Epe, 1961: het tramrijtuig in gebruik als woning. Het keukentje is in het tweedeklascompartiment aangebracht. Boven het raam is nog een ventilatierooster te zien. onderwijzeres in en tot slot een compleet gezin, de familie Van der Weerd. Een van hun kinderen kwam in Doornroosje ter wereld. In 1965 kocht de familie Tuinstra het huis plus opstallen, waarna de wagon nog gebruikt werd als kleedruimte voor de nabijgelegen tennisbaan. Omdat het onderhoud te bezwaarlijk werd, wilde de familie Tuinstra wel van het tramrijtuig af. De museum-stoomtram HoornMedemblik wilde dit rijtuig maar wat graag toevoegen aan zijn collectie, en op 6 oktober 1994 deed Nicole le Fever voor het NOSjournaal verslag van de spectaculaire verhuizing.31 De wagon werd met een grote kraan over het huis getild en op een dieplader geplaatst, om naar Hoorn afgevoerd te worden.
Voorheen Pennock en Co. voor ƒ 5.450,- per stuk. Pennock was de laagste inschrijver.32 De bestelde rijtuigen waren van het Metallurgique-type, zo genoemd naar de gelijknamige Belgische fabriek, die dit type als eerste leverde. Het waren lange rijtuigen op twee tweeassige draaistellen met ruim veertig zitplaatsen. De balkons bevonden zich aan de einden van het rijtuig. Van dit type zijn er maar liefst 381 gebouwd door verschillende fabrikanten voor verschillende Nederlandse trammaatschappijen.33 Ze leken sterk op elkaar maar verschilden in details, bijvoorbeeld in de raamindeling. De zijwanden werden soms met plaat bekleed, soms kregen ze teakhouten schroten, zoals de rijtuigen van de ZE. Het waren over het algemeen zeer degelijke rijtuigen, waarvan sommige tot in de jaren zestig (bij de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij) dienst hebben gedaan.34 Kennelijk was men bij de ZE niet tevreden over de rij-
7
overtrokken waren. Het oorspronkelijke bestek vermeldt: ‘Wat de inwendige inrichting der rijtuigen aangaat, wordt opgegeven dat de zitplaatsen der eerste klasse zullen zijn op banken in de dwarsrichting geplaatst, die der tweede klasse ten deele op dergelijke dwarsbanken, ten deele op eene tegen een der zijwanden geplaatste langsbank, terwijl alle balcons hetzij enige klapbankjes, hetzij vaste banken verkrijgen.’38 Op 1 november 1933 verdween het onderscheid tussen de eerste en tweede klasse bij zowel de bussen als de trams.39 Aanpassingen40 Voordat men in 1995 begon met de restauratie Het rijtuig wordt over het huis van de familie Tuinstra getild om naar Hoorn te worden afgevoerd. (foto: Marius van Rijn)
van het rijtuig, zijn in Hoorn alle details en bijzonderheden vastgelegd. Overigens was aanvankelijk niet bekend dat het hier om de AB 6 ging, tót ir. S. Overbosch (auteur van het
eigenschappen van de AB 1-6, want de draaistellen zijn rond 1910 vervangen door een type met een grotere radstand (afstand tussen de assen) en een wiegbalk. Al eerder, in 1904, waren de koperen lijsten van de beweegbare ramen vervangen door lijsten van hout. De
standaardwerk De stoomlocomotieven der Nederlandse tramwegen) meedeelde dat hij omstreeks 1935 een koperen plaat met het rijtuignummer AB 6 van de bak had geschroefd. Hij heeft deze aan het museum geschonken. Op basis hiervan is een tweede
oorspronkelijke lijsten bleken te slap, waardoor glasbreuk optrad. Boven de ramen bevond zich een paneel met ventilatieopeningen. De rijtuigen kregen stoomverwarming, een schroefen een vacuümrem en petroleumverlichting.35 Die laatste werd in 1916 vervangen door verlichting van petroleum-persgas.36 De AB 16 hadden twaalf zitplaatsen in de eerste klas en 28 in de tweede klas; de balkons boden ruimte aan maar liefst 24 staande passagiers.37 De
De volledig uitgeklede rijtuigbak van de AB 6
eersteklasbanken kregen kussens die met trijp
in Hoorn. (foto: Marius van Rijn)
8
gemaakt. Uitgangspunt voor de restauratie was
plaatjes van Pennock. Het is het enige
de toestand van het rijtuig waarin het zich in
Pennock-rijtuig dat bewaard is gebleven; het
41
1926 bevond. Allereerst werd de houten bak
heeft in het Register Railmonumenten de B-
tot op het geraamte uitgekleed en gescheiden
status.43 Op 18 juni 1999 werd het
van het stalen frame. Het frame werd versterkt
gerestaureerde rijtuig officieel in dienst
en er werd nieuw stoot- en trekwerk aan-
gesteld.44 Het herstel had een kleine vier jaar
gebracht. De teakhouten bekleding verkeerde
geduurd; er gingen zo’n tienduizend werkuren
na meer dan negentig jaar nog in goede staat,
in zitten. Bijna al het werk is verricht door
zodat volstaan kon worden met een schoon-
vrijwilligers van de stoomtram Hoorn-
maakbeurt en een uitgebreide lakbehandeling.
Medemblik, waardoor de restauratiekosten
Het interieur werd gereconstrueerd aan de hand
beperkt konden blijven tot ƒ 142.337 (€
van de oorspronkelijke bouwtekeningen uit het
64.590).
Algemeen Rijksarchief en de sporen die nog in het rijtuig aanwezig waren. Er is eerst een proefbank gemaakt, die beoordeeld is door mensen die het oorspronkelijke interieur nog gekend hebben. Ook de kleur van de gordijnen is na overleg met deze getuigen bepaald. In de eersteklasafdeling waren nog stukjes rode trijp aanwezig. Deze stof bleek nog steeds leverbaar. De oorspronkelijke gasverlichting kwam niet terug; wel is de gasverlichtingsinstallatie als model nagebouwd, mét de originele manometer op de stelbalk. Het rijtuig heeft nu elektrische verlichting, waarbij de lampen nagemaakt zijn aan de hand van een origineel dat in Epe onder de rijtuigbak werd aangetroffen. Omdat de draaistellen ontbraken, moesten er nieuwe gemaakt worden. Niet iedereen vindt deze reconstructie even geslaagd.42 Deze draaistellen zijn geschikt voor het gebruik op normaalspoor (1435 mm), zoals dat tussen Hoorn en Medemblik ligt. De oorspronkelijke vacuümrem werd vervangen door een luchtdrukrem. De originele emaillen klapbordjes Rooken en Niet Rooken waren nog aanwezig. Dat gold ook voor de fabrieks-
Tweedeklasafdeling van het gerestaureerde ZE-rijtuig. (foto: Marius van Rijn) Ook de provincie Gelderland heeft hieraan bijgedragen.45 Wie aan den lijve wil ervaren hoe men destijds reisde tussen Deventer-Zutphen-Emmerik,
9
moet zeker eens met dit rijtuig een ritje maken
personenvervoer op de lijn Zutphen-Emmerik
tussen Hoorn en Medemblik.
volledig. Gedurende de bezetting werden de busdiensten vervangen door stoomtrams. Vanaf 29 mei 1940 werden alle buslijnen die parallel liepen aan een tramlijn verboden; er werd geen benzine of dieselolie meer beschikbaar gesteld.48 Doordat veel reizigersmaterieel al was afgevoerd, gebruikte de GTW vaak noodgedwongen goederenwagons, waarin banken waren
De gerestaureerde AB 6 met enkele van zijn soortgenoten.
geplaatst. Dat gebeurde tot na de oorlog. Zo reed er van 19 mei 1945 tot 15 december 1946
(foto: Stoomtram Hoorn-Medemblik)
tussen Doetinchem en Zutphen nog een goederentram waarvan reizigers gebruik
Driekwart eeuw trams
46
Op 27 juni 1881 reed de eerste stoomtram in Oost-Gelderland tussen Doetinchem en Dieren. 76 jaar later reed hier – althans tussen Doetinchem en Doesburg – de laatste tram. De lijn Zutphen-Baak-Hummelo-De Kruisberg-Doetinchem-Zeddam-’s-Heerenberg werd op 12
konden maken.49 Op 19 mei 1951 werd de baan tussen Zutphen en Baak opgebroken in verband met dijkaanleg. Op 18 september 1944 was het pleit al beslecht voor de lijn ZutphenDeventer, nadat de Duitsers de brug over het Twentekanaal hadden laten springen. In 1948 is het traject opgebroken.50
september 1902 geopend voor personenvervoer. Op 4 juli volgde het gedeelte ’s-Heerenberg-Emmerik (Hüttenweg). Pas op 22 juni 1909 werd het mogelijk in Emmerik door te rijden tot het spoorstation en de haven. Overigens werd dat laatste stukje alweer in 1914 opgeheven. Na een wel erg lange aanloopperiode reed op 3 oktober 1926 de eerste personentram van Zutphen-Gorssel-Epse-Deventer (Handelskade, nabij het spoorstation). In 1923 nam de ZE de eerste bussen in 47
gebruik. Dat was het begin van het einde van
Op 15 mei 1949 viel het doek voor de reizigerstrams in Oost-Gelderland; toen staakte de GTW het personenvervoer op de oude ZElijn Doetichem-’s-Heerenberg, al zouden er in de zomers van 1956 (75-jarig bestaan van de GTW) en 1957 (reprise) nog jubileumtrams rijden tussen Doetichem en Doesburg. Op 1 september 1957 was het over en uit toen de trajecten Doetinchem-Doesburg, DoetinchemWijnbergen en Groot Zande-Hummelo werden opgeheven. Aan 76 jaar interlokale tram in Oost-Nederland was een eind gekomen.
de stoomtrams: vaak kwamen ze alleen nog maar in de spitsuren in actie. Op 18 februari 1934 staakte de ZE het
10
22 Nieweg, H., 1976, 65 23 Montenberg 18 24 Nieweg, Jaap, 2006, 97 25 Nieweg, H., 1976, 56 e.v. 26 Nationaal Smalspoormuseum (site) 27 Nieweg, H., 1976, 330 en 331 28 Overbosch 141 29 De volgende tekst heeft als bron Neervoort De laatste personentram van de GTW: die van
8...11, tenzij anders aangegeven
Doetinchem (IJsselbrug) naar ’s-Heerenberg:
30 Nieweg, H., 1976, 194, 195; Dijkers, 2004,
14 mei 1949. Trekkracht is loc 602 (ex ZE 2),
444...446
de Steenderen, die op er dat moment al 47 jaar
31 Beeld en geluid (site)
trouwe dienst op heeft zitten.
32 Neervoort 8...11
(foto uit: Op smalspoor door Oost-Gelderland)
33 Dijkers, 1987, 22 34 Eigen waarneming auteur
Noten
35 Dijkers, 2004, 444
1 Hondius 11
36 Nieweg, H., 1976, 213
2 Schot 33
37 Dijkers, 2004, 444
3 Van IJsel tot Rijn 90
38 Neervoort 8...11
4 Sluiter 134
39 Nieweg, H., 1976, 95
5 Nieweg, H., 1976, 1
40 De volgende tekst heeft als bron Neervoort
6 Nieweg, H., 1976, 55
8...11, tenzij anders aangegeven
7 Hesselink 26
41 Stoomtram Hoorn-Medemblik (site)
8 Nieweg, H., 1976, 56
42 Dijkers, 2004, 444
9 Overbosch 62; Nieweg, H., 1976, 55, 56
43 Stoomtram Hoorn-Medemblik (site)
10 Nieweg, H., 1951, 311
44 Industrieel Erfgoed
11 Overbosch 62
45 Neervoort 8...11
12 Nieweg, H. 1951, 311
46 De in deze kadertekst vermelde data zijn
13 Overbosch 140
gebaseerd op Sluiter 136 en 137, tenzij anders
14 Overbosch 62
vermeld
15 Nieweg, H., 1976, 193
47 Nieweg, H., 1976, 58
16 Overbosch 141
48 Hondius 31
17 Overbosch 62
49 Hesselink 66
18 Technik-Museum Kassel (site)
50 Nieweg, H., 1976, 59
19 Ned. Museum Materieel Database (site) 20 Nieweg, H., 1976, 57 21 Nieweg, H., 1976, 65
11
Bronnen
Industrieel Erfgoed. Geraadpleegd op 27 juni
Mijn speciale dank gaat uit naar Marius van
2008, http://www.industrieel-
Rijn (Museum Stoomtram Hoorn-Medemblik)
erfgoed.nl/industria/industria_1999-3.htm
voor het verschaffen van informatie over het
Montenberg, Joh. W. (1964), Zutphense
ZE-rijtuig; daarnaast stelde hij verscheidene
paarde- en stoomtrams, Zutphen: Van
foto’s beschikbaar.
Someren.
Het Nationaal Smalspoormuseum, in de
Nationaal Smalspoormuseum. Geraadpleegd
persoon van Ap Hoogendoorn, ben ik zeer
op 20 december 2007,
erkentelijk voor het beschikbaar stellen van
http://www.smalspoormuseum.nl/Materie
foto’s van de Vrijland en goederenwagon GZ
el/GTW.html
609.
Nederlandse Museum Materieel Database. Geraadpleegd op 20 december 2007,
Beeld en geluid. Geraadpleegd op 20 december 2007, http://www.beeldengeluid.nl/collecties_zoek_en_vind_tvfilms Dijkers, A. (1987), De rijtuigen van de
http://nmld.locaalspoor.nl/index.php? page=object&id=2255&lan=nl Neervoort, L., K. van der Wijk & M. van Rijn (1999), ‘De levensloop van een Geldersch tramrijtuig’, in De Stoomtram 79.
Nederlandse stoomtramwegen, Leiden:
Themanummer rijtuig ZE AB6, Hoorn:
Nederlandse Vereniging van
Stoomtram Hoorn-Medemblik.
Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen. Dijkers, A. (2004), De rijtuigen van de
Nieweg, H. (1951), Geschiedenis van een Gelders Streekvervoerbedrijf. 70 jaar Geldersche Tramweg-Maatschappij. 27
Nederlandse paarden-, stoom- en
juni 1951, Doetinchem: Geldersche
motortramwegen, Leiden: Nederlandse
Tramweg-Maatschappij.
Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen. Gemeente Lochem. Geraadpleegd op 20
Nieweg, H. (1976), Op smalspoor door OostGelderland, Leiden: Brill. Nieweg, Jaap (2006), ‘Gedaanteverwisseling in
december 2007,
Gelderland’, in G.W. de Graaf (ed.),
http://www.gorssel.nl/glc/website/monum
Sporen van Verandering, Alkmaar: De
enten.nsf
Alk.
Hesselink, H.G. (1977), Stoomtrams in
Overbosch, S. (19572), De stoomlocomotieven
Gelderland. Trams en tramlijnen),
der Nederlandse tramwegen, Culemborg /
Rotterdam: Wyt.
Haarlem / Antwerpen / Keulen:
Hondius, H. (2006), ‘De teloorgang van de interlokale tram in Nederland tussen 1930
Technische Uitgeverij Stam. Schot, J.W., G.P.A. Mom, R. Filarski en P.W.
en 1966’, in G.W. de Graaf (ed.), Sporen
Staal (2002), ‘Concurrentie en
van Verandering, Alkmaar: De Alk.
afstemming: water, rails, weg en lucht’, in
12
Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. V Transport Communicatie, Zutphen: Walburg Pers Sluiter, J.W., e.a. (2002), Overzicht van de Nederlandse spoor- en tramwegbedrijven, Leiden / Utrecht: Matrijs. Stoomtram Hoorn-Medemblik. Geraadpleegd op 20 december 2007, http://www.museumstoomtram.nl/stoomtr am/Museum/collecties/html/html %20Personenwagons/tekstZEAB6.html Technik-Museum Kassel. Geraadpleegd op 20 december 2007, http://www.tmkkassel.de/unterseiten/sammlungsgebieten/ exponaten_quellen.shtml Van IJsel tot Rijn. Een tochtje met de Stoomtram Zutphen-Emmerik, s.a., Doetinchem: C. Misset. Wikipedia. Geraadpleegd op 20 december 2007, http://nl.wikipedia.org/wiki/Gelderse_ Tram
13