1. Strandrit
‘I
k ga niet mee. Ik doe het niet, ik heb me vergist.’ Maudi schiet met een ruk overeind en kijkt Vera aan. ‘Gisteren zei je nog dat je ging.’ ‘Wat is er allemaal?’ De slaperige stem van Josja komt ergens onder het dekbed vandaan. ‘Waar hebben jullie het over?’ Maudi zwaait haar benen buiten het bed. ‘Vera zegt net dat ze niet meegaat met de strandrit. Als zij niet gaat, kunnen wij ook niet gaan. Markus zal haar hier niet achterlaten.’ Josja slaat haar dekbed terug. Ze komt met een slaperig hoofd overeind, haar krullen staan woest alle kanten op. Ze woelt er een keer doorheen met haar handen en draait zich om naar Vera. ‘Vera, je hebt het gisteren beloofd, en wat je belooft moet je doen.’ Vera’s gezicht ziet bleek, onder haar ogen staan grote donkere kringen. ‘Ik heb er bijna niet van geslapen.’ Haar stem klinkt bevend en zielig. ‘Ik zag voor me dat Joris op hol zou slaan. Dat hij mij eraf zou gooien en dat hij over het strand zou denderen zonder mij op zijn rug.’ Maudi voelt nog meer irritatie opkomen. ‘Ik ga naar de pony’s’, zegt ze kortaf. ‘Zoek het maar fijn uit, Vera. Josja heeft gelijk, als je iets belooft moet je het doen, anders vind ik je een vette loser.’ ‘Nou, nou’, zegt Josja. Ze kijkt Maudi aan en schudt haar hoofd. ‘Een loser nog wel.’ ‘Ja, een vette loser.’ Maudi windt zich nog meer op. ‘We hebben 5
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 5
16-07-13 14:01
het allemaal besproken gisteravond. Daar was jij zelf bij, Vera. We zouden Joris en Sem en Goldie inladen in de vrachtwagen en naar het strand rijden. Ik heb nog nooit van mijn leven een strandrit gemaakt en ik had er superveel zin in en jij verknalt de boel.’ Maudi wijst met haar hoofd in de richting van Vera, rukt haar nachthemd over haar hoofd en kleedt zich aan. Als ze de donkerbruine sweater over haar hoofd heeft getrokken, werpt ze een blik op Vera die weer is gaan liggen, met het dekbed tot haar kin opgetrokken. ‘Je kunt toch wel een keer iets doen dat je spannend vindt, gewoon een keer!’ ‘Ja, dat zou ik kunnen’, zegt Vera met een klein stemmetje. ‘Maar het gaat niet lukken, dat voel ik nu al.’ ‘Dat gaat niet lukken’, papegaait Maudi. ‘Dat voel ik nu al’, herhaalt ze met een piepstemmetje. Haar hoofd zit vol gemene opmerkingen, die eruit willen springen, maar ze houdt zich in en loopt naar de deur. ‘Blijven jullie vanmorgen maar liggen’, zegt ze, als ze de deur opendoet. ‘Ik breng de pony’s naar het weiland, en ik vertel het aan Markus.’ Vera kijkt op haar wekkertje. ‘Markus is aan het hardlopen. Dat doet hij altijd tussen zeven en acht. Het is nu nog maar kwart voor acht.’ Ze draait zich op haar zij en zucht hardop. ‘Dus jij vertelt aan Markus dat ik niet meega?’ ‘Ja, ik vertel het hem’, zegt Maudi scherp. ‘Daar kom je gemakkelijk vanaf, want hij zal het niet leuk vinden.’ ‘Markus is bij mijn vader in dienst’, zegt Vera. Ze glimlacht. ‘Hij zal niet moeilijk doen, dat kan hij niet.’ ‘Wij zijn niet bij je vader in dienst’, zegt Maudi met een blik op Josja. ‘Josja en ik gaan wel moeilijk doen, omdat jij ons een strandrit door de neus boort.’ 6
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 6
16-07-13 14:01
Het gezicht van Vera betrekt onmiddellijk, alsof Maudi haar een harde klap heeft gegeven. Wegwezen Maudi Bos, denkt Maudi. Anders ontplof je van woede. Binkie, de herdershond van Vera, ligt opgekruld voor hun slaapkamerdeur, als Maudi de deur opendoet. Ze zet een grote stap over Binkie heen, trekt de deur zacht dicht en sluipt de trap af. Het hele huis is in diepe rust. Mam en Jesse, haar broertje, slapen nog. Opa, die ook bij hen in huis woont, is een week weg en Markus is aan het hardlopen. In de keuken drinkt Maudi gauw een glas sap. Eskar, de herders hond van opa, staat smekend voor de deur. Hij wil mee naar buiten. Maudi laat hem naar buiten en trekt daarna een fleecejack en haar stalschoenen aan. Het is fris en zonnig herfstweer met een beetje wind. Het perfecte weer voor een mooie strandrit, had Markus gisteravond nog gezegd. ‘Vera is een bange schijterd’, zegt Maudi hardop. ‘Ze durft niks en alles wat nieuw en eng is, ziet ze niet zitten.’ ‘Snap jij dat nou’, zegt ze tegen Eskar. ‘Joris is een lieve, makke pony, hij doet geen vlieg kwaad en toch wil ze alleen maar in de bak rijden met hem. Alle pony’s vinden een buitenrit in een andere omgeving leuk.’ De hond kijkt haar aan, met zijn hoofd schuin omhoog, alsof hij begrijpt wat ze zegt. Met lange, grote passen steekt Maudi het grasveld over en passeert ze de bosjes die hun huis scheiden van het terrein van de Pegasus. De glanzende, grijze paardenvrachtwagen staat helemaal aan het eind van het pad. Maudi kijkt ernaar met samengeknepen ogen. Van den Biestengroep staat er met sierlijke letters 7
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 7
16-07-13 14:01
op de zijkant. De veel kleinere ponytrailer staat erachter met precies hetzelfde logo. ‘Wauw, wat een ongelooflijk luxe vrachtwagen’, zegt ze hardop tegen Eskar. ‘Ik wist nooit wat voor mensen zo’n vrachtwagen hebben. Maar nu weet ik het. Vera van den Biesten heeft er zo eentje.’ Ze schudt haar hoofd. ‘Markus heeft de vrachtwagen helemaal voor niks opgehaald. Bah.’ Eskar kijkt weer omhoog. Ze lacht ineens om zichzelf en haar gemopper. ‘Naar de pony’s dan maar’, zegt ze tegen de hond. ‘Niks aan te doen.’ Eerst zet ze Goldie en Sondine, de twee palomino’s buiten. De twee merries stappen rustig het weiland in. Na een paar tellen snuiven ze gelijktijdig en beginnen ze te rennen om hun benen te strekken. Goldie en Sondine zijn echte maatjes, denkt ze. Het zou heerlijk zijn als ze altijd bij elkaar konden blijven. De hond volgt haar opnieuw naar de stal waar de andere pony’s staan. Ze neemt Sem, Joris en Koosje mee naar buiten. De twee ruinen houdt ze stevig vast bij hun halsters, maar Koosje, de jonge merrie loopt er rustig achteraan. Ze blijft geduldig bij het hek staan, totdat Joris en Sem haar gepasseerd zijn en stapt daarna naar Maudi toe. Ze kroelt de schimmel tussen haar manen. ‘Eigenlijk heb jij het allerliefste karakter van alle pony’s hier.’ Ze klopt Koosje op haar rug en legt haar wang tegen de zachte hals. ‘Je verdraagt Maddy’s nukken, je bent haar beste vriendin en je bent lief voor haar veulen. Het zal heerlijk zijn als ik je deze maand mag inrijden.’ Maudi klakt met haar tong. ‘Ga maar lekker grazen, Koosje. Ik heb nog meer te doen.’ Als de merrie rustig wegloopt naar de zijkant van de weide, 8
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 8
16-07-13 14:01
denkt ze weer aan Vera, en gek genoeg ook aan Koosje. ‘Ik kan nog wat van Koosje leren.’ Ze lacht hardop. Eskar blijft stilstaan en kijkt vragend omhoog. Nog steeds lachend aait ze hem over zijn kop. Net als ze Pinto, een valkruin, en Maddy, de fjordenmerrie, uit de stal heeft gehaald om ook naar het weiland te brengen, schrikt het geronk van een vrachtwagen haar op. Quirida, het veulen van Maddy dat altijd om haar moeder heen dartelt, doet een grote sprong opzij en rent een paar meter weg. Met opgeheven hoofd en opengesperde neusvleugels kijkt ze naar de vrachtauto die langzaam achteruit aan komt rijden. Maudi lacht om haar, omdat ze beseft dat Quirida in haar jonge leven nog nooit een vrachtauto heeft gezien. De oranjerode vrachtwagen rijdt voorzichtig achteruit, het pad van de Pegasus in. Maudi houdt Pinto en Maddy stevig vast aan het halstertouw. Quirida huppelt alweer dansend om hen heen. Haar staartje zwiept eigenwijs heen en weer. Als de vrachtauto krakend en piepend tot stilstand komt, springt de chauffeur eruit. ‘Heu!’ roept hij en hij trekt zijn broek een eindje omhoog over zijn uitpuilende buik. ‘Waar moet ik hem plaatsen?’ Afwachtend blijft hij staan. Zijn magere bijrijder stapt voorzichtig van de treeplank op de grond en gaat naast de chauffeur staan. ‘Wat?’ roept Maudi. ‘Wat moet u plaatsen?’ ‘Een stapmolen voor Sybrich Scheltema’, roept de chauffeur. Hij zwaait met zijn rechterarm en kijkt rond. ‘Zij is toch de eigenaar van dit hele spul?’ Een stapmolen, denkt Maudi. Ze blijft staan en kijkt besluiteloos 9
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 9
16-07-13 14:01
naar de twee mannen en dan weer naar de pony’s. Pinto schraapt met zijn hoef over de grond en Maddy rukt een keer ongeduldig aan het touw. Quirida rent in kleine cirkeltjes om hen heen. ‘Ja. Sybrich Scheltema is de eigenaar van dit land en van alle pony’s’, roept Maudi. ‘Wacht even. Ik zet eerst deze pony’s in de wei en dan kom ik.’ Ze loopt snel over het zandpad en opent het hek. Pinto, de jonge, speelse ruin, duwt tegen haar schouder en gaat met zijn zachte lippen over haar nek. Ze glimlacht, maar duwt hem weg als ze het hek opent. Maddy begint van het gras voor het weiland te grazen. Quirida rent een klein rondje zonder haar moeder uit het oog te verliezen. Als Maddy en Quirida het weiland in lopen, begint Pinto te draven. Hij bokt een paar keer flink naar achteren en galoppeert dan naar Sondine en Goldie, die helemaal achterin staan. Maudi lacht om haar uitgelaten jonge pony die duidelijk zijn energie kwijt moet. Dan draait ze zich om en loopt op een drafje naar de vrachtwagen waar de stapmolen wordt uitgeladen. ‘Hij moet nog in elkaar gezet worden’, zegt de chauffeur. Hij pakt een papier uit zijn borstzak. ‘Opdrachtgever, mevrouw Sybrich Scheltema.’ Hij houdt Maudi een foto voor haar neus. ‘Dit moet het worden.’ De foto laat een prachtige grote stapmolen zien voor zes pony’s. ‘Wauw’, zegt Maudi onder de indruk. ‘Wat een geweldig ding.’ Ze kijkt zoekend rond. ‘Ik wist niet dat u zou komen. Waar zetten andere mensen een stapmolen?’ ‘Niet te ver van de stal’, zegt de chauffeur. ‘Gisteren hebben we er nog een geplaatst. Die stond tien meter van de stal vandaan. Dat is gemakkelijk bij het wisselen van de paarden.’ 10
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 10
16-07-13 14:01
Maudi knikt nadenkend. ‘Daar zit wat in. Maar hoe zit het met de ondergrond?’ ‘Daar hebben we ook wat voor’, zegt de bijrijder. ‘We graven een ronde sleuf onder het looppad en daarin komt de ondergrond. Er komt een overkapping boven, zodat de paarden niet kletsnat worden.’ ‘Een overkapping?’ Maudi kijkt hem verbijsterd aan. ‘Een overkapping?’, herhaalt ze nog eens. ‘Een overkapping van stevig zeildoek. In de zomer zou het doek eraf kunnen’, legt de bijrijder uit. ‘Maar dat hoeft niet. We moesten daarvoor kiezen omdat dit beschermd gebied is.’ Hij kijkt op zijn papier. ‘Het Reestdal heet het hier, toch?’ Als Maudi knikt, praat hij verder. ‘In beschermd gebied mag je niet zomaar grote overkappingen plaatsen. Dan moet je eerst bij de gemeente een vergunning aanvragen en dat kost tijd.’ Hij prikt met zijn vinger op het midden van de foto. ‘Kijk, in het midden kun je de paarden droog longeren en aan de buitenkant stappen de pony’s die je niet longeert. Zo heb je meerdere pony’s tegelijk in beweging en je hebt ze allemaal in het oog.’ ‘Pff, wat een luxe.’ Maudi blaast de lucht uit haar wangen en kijkt de mannen om de beurt aan. De chauffeur neemt het woord weer. ‘We hebben alles besproken met mevrouw Scheltema. Ze was bang dat de persoon die hier alles regelt het te druk zou krijgen. Wie is dat? Misschien kunnen we met hem praten.’ ‘Uhm ...’ Maudi begint te lachen. ‘De persoon die hier alles regelt, ben ik.’ ‘Zo’n klein ding?’ De bijrijder kijkt haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. 11
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 11
16-07-13 14:01
‘In de kerstvakantie word ik twaalf’, zegt Maudi geërgerd. ‘Ik doe dit al een tijdje.’ ‘Kinderarbeid’, vindt de chauffeur en schudt zijn hoofd. ‘Hoeveel lopen er hier rond?’ ‘Paarden?’ vraagt Maudi. ‘Nee, varkens’, grinnikt hij. Zijn blik gaat naar de wei in de verte. ‘Ik zie er daar heel wat.’ ‘Sem en Joris zijn op visite’, vertelt Maudi. ‘Dat zijn twee ruinen daar achterin. Koosje is een schimmel, een merrie, ze is nog niet ingereden. Sondine en Goldie, die palomino’s lopen bij elkaar, die blijven hier ook nog wel een tijdje. Ze zijn van iemand anders. Pinto, de valk helemaal vooraan, is mijn verzorgpony. Ik heb hem zelf ingereden. Maddy is de fjord, met haar veulen, Quirida. Zij lopen altijd met zijn drieën.’ Ze telt op haar vingers mee. ‘Acht dus.’ ‘In je eentje?’ vraagt de chauffeur. Ze schudt haar hoofd. Mam zou zeggen dat hij in fatsoenlijke zinnen moest praten, denkt ze. ‘Ik doe het niet in mijn eentje. Mijn vriendin Josja helpt me, ze woont een eindje verderop. We doen alles samen. En Vera logeert hier tijdelijk. Ze heeft twee pony’s meegenomen, Sem en Joris. Sem was eerst van mij. Afgelopen zomer is hij verkocht aan Vera. We verzorgen de pony’s met zijn drieën.’ ‘Hmm.’ De chauffeur kijkt haar onderzoekend aan. ‘Ik heb een dochter van dertien, maar ze doet niets anders dan facebooken, appen en in de stad rondhangen.’ ‘Ik mag dat niet van mijn moeder, in de stad rondhangen.’ Maudi haalt haar schouders op. ‘In Rotterdam, waar ik eerst woonde, mocht ik niet zonder een volwassene de stad in en hier is niks te doen.’ 12
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 12
16-07-13 14:01
‘Je wordt dus streng opgevoed?’ zegt de bijrijder. ‘Ik vind mijn moeder niet streng’, verdedigt ze mam. De bijrijder en de chauffeur kijken elkaar aan en beginnen te lachen. ‘Zeg het maar’, zegt de chauffeur. ‘Waar moet de stapmolen komen?’ ‘U hebt er vast meer geplaatst dan ik’, aarzelt Maudi. ‘U vroeg het net ook al aan mij, maar ik weet niet wat een goede plek is. Als de stapmolen er eenmaal staat, kan hij nooit meer weg. Wat zou u doen?’ Hij denkt niet lang na en wijst in de richting van de stallen. ‘Twintig meter ervandaan? Dat is goed te doen. Er loopt daar een mooi pad. Als je een heel eind moet lopen naar de molen als het mooi weer is, dan maakt het niet uit. Maar als het keihard regent, is het een ander verhaal’, zegt hij. ‘Dat zei ik net ook al.’ Maudi kijkt in de richting die hij aanwijst. Het klinkt logisch wat hij zegt. ‘Waarom wist ik niet dat er vandaag een stapmolen kwam’, zegt Maudi. ‘Ik vind het raar dat ik het niet wist.’ De chauffeur kijkt nog eens op zijn papier. ‘Een verrassing’, zegt hij dom. ‘Jullie zouden vandaag een buitenrit gaan maken. Maar nu ...’ ‘… is het geen verrassing meer’, vult de bijrijder aan. De bijrijder en de chauffeur kijken elkaar weer aan. ‘En we zijn een beetje vroeg, de rit ging sneller dan we verwachtten.’ De mond van de bijrijder hangt een klein beetje open. Maudi voelt lachkriebels opkomen die naar buiten moeten. Als ze in een proestlach schiet, kijken de twee haar verstoord aan. ‘Sorry’, giechelt ze. ‘Sorry’, zegt ze nog een keer. ‘We hadden ook al bijna weg moeten zijn, maar …’ Haar gezicht betrekt als ze aan Vera denkt die nog in bed ligt. 13
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 13
16-07-13 14:01
‘Markus zou met ons meegaan’, verduidelijkt ze. ‘We zouden met zijn vieren naar het strand. Hij bestuurt de grote vrachtwagen trailer.’ ‘Als je terugkomt van de buitenrit is de verrassing klaar’, zegt de bijrijder tevreden. Maudi schudt haar hoofd en wil uitleggen dat het allemaal niet meer doorgaat. Maar ze bijt op haar lippen, want hoe leg je uit dat iemand die twee pony’s heeft niet eens een buitenrit durft te maken? ‘Ik ga’, zegt ze haastig. ‘Ik kom straks terug. En ik ga Sybrich bellen.’ ‘Sybrich’, herhaalt de dunne. ‘Wie is dat ook alweer?’ ‘Sybrich is mevrouw Scheltema’, legt ze uit nog een keer uit. ‘Zij is de eigenaar van de Pegasus. Dat is dit stuk grond met dat witte huis dat u daar in de verte ziet staan. Zij is een week op zakenreis.’ ‘Een zakenreis’, zegt de chauffeur. ‘Ze doet dus zaken?’ ‘Ja, dat lijkt me logisch’, zegt Maudi. Ze bijt op haar lippen, omdat ze weer een lachbui voelt opkomen. ‘Als je op zakenreis bent, ben je een zakenvrouw.’ ‘Een met veel geld’, concludeert de chauffeur. ‘Alleen rijke mensen laten zo’n mooie stapmolen neerzetten.’ ‘Een met veel geld’, beaamt Maudi. ‘Maar wel aardig.’ ‘Zouden we …’ zegt de chauffeur voorzichtig. ‘Zou je moeder straks wel koffie voor ons willen zetten? Om een uur of tien?’ ‘Ik zet de koffie wel’, zegt Maudi. ‘En ik breng het in de thermoskan, dan kunt u het opdrinken wanneer u wilt.’ ‘Tjonge, jij kunt ook al koffiezetten’, zegt de chauffeur. ‘Dat ga ik mijn vrouw vertellen. Dan kan ze onze dochter ook koffie leren zetten.’ 14
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 14
16-07-13 14:01
‘Het is simpel hoor’, verzekert Maudi. ‘Koffiezetten kan iedereen.’ Ze draait zich om en roept Eskar die aan het eind van het weiland snuffelt. De hond komt met een vaart aanrennen en blijft vlak voor Maudi zitten. ‘Kom’, zegt ze tegen hem. ‘We gaan de pony’s hooi in de ruif geven, koffie en thee zetten en ontbijten en jij krijgt voer.’
15
opmk.Strandrit-Pegasus.indd 15
16-07-13 14:01