40
juni 2015
Uitgave van KNNV afdeling Regio Alkmaar en IVN Noordkennemerland
Bijzonder duingebied bij Bergen aan Zee Zandkuiltjes en zandkorsten op het strand
KNNV
De Schaapskooi in bloei Vereniging voor veldbiologie Afdeling regio Alkmaar
Blad nummer 40 — Juni 2015
Van de redactie
Van de redactie Van de voorzitters Over het bijzondere duingebied ten zuiden van Bergen aan Zee Samen op weg naar een nieuwe organisatie De kampeergroep van de KNNV Bijzondere levermossen in het Bergerbos en Oude Hof Leve de Hortus Neem nou. . . de zwarte bij Een koninginnenpage in de Alkmaarse Rekerhout De bladpootwants en de jeneverbesstinkwants Determinatiecursus KNNV Schaapskooi in bloei De natuurbrug zanderij Crailoo Natuurlijk grafiek Vleermuizen, wat een beesten De Heggenmus Zandzuiltjes en zandkosten op het strand. Hoe ontstaan die? In Memoriam Wilhelmina Gerarda Hund In memoriam Adri van Veen De Beverkoog, een zoektocht
2 3 4 6 7 8 11 12 13 14 15 16 19 20 22 23 24 26 26 29
Agenda KNNV LEZEX/ Strandwerkgroep KNNV Paddenstoelen-/Planten-/ en Insectenwerkgroepen en KNNV/VWG Alkmaar Maandelijkse IVN-wandel-excursies / IVN kleding KNNV-IVN dinsdag – en woensdaggroepen KNNV Werkgroepen/IVN Werkgroepen Achterblad
27
Blad is een gezamenlijke uitgave van knnv afdeling Regio Alkmaar en ivn Noord-Kennemerland. issn 2210/416X Redactie: Marjolein Boersma 072 5894030 Evert Maarschall Keat Kho Hans Egberts Bastiaan Schuit Let op: Ger Augustus andere inzenddatum Uiterste inzenddatum voor Blad nr 41: 15 juli 2015 Te late inzendingen worden mogelijk niet geplaatst! Tekst aanleveren als Word document. Maximale lengte circa 1000 woorden. Lange verhalen alleen na overleg met de redactie Foto’s altijd apart als jpg bestand opsturen (liefst meer dan 0.5 Mb). Geef ze een naam die als ondertitel gebruikt kan worden. Tenzij anders vermeld, zijn de foto’s van de auteur. Alles naar:
[email protected] De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten, te redigeren (bij ingrijpende veranderingen in overleg met de auteur) of te weigeren. 2
28 29 30 31 32
Twintig jaar geleden kregen de leden van IVN hun afdelingsblad als een aantal aan elkaar geniete A4’tjes. Het titelblad was groen met een tekening van een soort spook, vandaar de naam van het blad: ‘De Groengeest’. Bij KNNV was iets soortgelijks; de tekening toonde de naamgever van het blad: ‘Kaasjeskruid’. De naam ‘Groengeest’ werd later vervangen door ‘Parnassia’. Maar ingrijpender was het feit dat nog enige tijd later op één voorblad de namen Kaasjeskruid en Parnassia en hun afbeeldingen prijkten. Dit als gevolg van een beslissing van de afdelingsbesturen van beide verenigingen om voor een duidelijk begin van samenwerking te kiezen en met daarbij een gezamenlijk blad. Iets meer dan tien jaar geleden viel opnieuw een besluit: het uiterlijk van dat blad moest verbeterd worden en met een andere naam komen. ‘Blad’ werd die naam met bladeren als randversiering. Inmiddels ligt nummer 40 voor u, weer verfraaid en volledig in kleur. Wat inhoud betreft zijn we van u afhankelijk want Blad is en blijft een verenigingsblad. Meerdere leden hebben weer voor interessante artikelen gezorgd en, we kunnen het niet vaak genoeg zeggen, zorg dat u ook bij de schrijvende of fotograferende leden hoort! Dat het nieuwe verzoek om foto’s met een korte tekst in te sturen, is ingewilligd, ziet u nu al op het fraaie voorblad! Een idee voor u? Een verdere samenwerking tussen IVN en KNNV, zowel landelijk als op afdelingsniveau, wordt in dit blad aangeroerd in het ‘Van de voorzitter’ door Ruud Maarschall. Daarnaast heeft Mark Assenberg, lid van beide verenigingen en hoofdbestuurslid van de KNNV, een informatief artikel over deze samenwerking geschreven.
Rectificatie: in BLAD 39 is in het In Memoriam van Jan van Baars zijn naam foutief als Jan Baars aangegeven. Hierbij onze melgemeende excuses.
KNNV
Inhoud Blad
Vereniging voor veldbiologie Afdeling regio Alkmaar
Voorblad: foto Jan Gerhardus In deze tijd laat de blauwborst weer van zich horen. Als je geluk hebt, zingt hij vanaf een struik of de toppen van het riet en is hij redelijk zichtbaar. Bij veel wind zit hij verscholen in het riet maar laat zich wel horen. De vogel wordt waargenomen onder meer in de Kleimeer, de Abtskolk en het Zwanenwater.
Blad nummer 40 — juni 2015
Van de voorzitter KNNV Zaterdag 11 april mocht ik voor de gezamenlijke vergadering van de afdelingen van IVN en KNNV een ‘flitspresentatie’ van vijf minuten houden over de samenwerking tussen IVN-NKL en KNNV-regio Alkmaar. Een samenwerking van tenminste negentien jaar samenvatten in vijf minuten is natuurlijk niet mogelijk. Als ‘flitsend’ voorbeeld, heb ik BLAD met een bestaans-duur van tien en inclusief de voorganger zelfs negen-tien jaar gegeven. Daarnaast heb ik de groeiende verscheidenheid aan werkgroepen en activiteiten, waarbij kennis en kunde wordt gedeeld, genoemd. Samenwerking kost tijd, veel tijd. Het is net als een relatie, eerst snuffelen, verkennen, herkennen, erkennen, vertrouwen opbouwen; en dan de volgende stappen. Anders dan flitsrelaties, gaat het bij ons om de lange termijn, om toekomstgerichtheid en toekomstbestendigheid. In de natuur zijn relaties het gevolg van het langdurig samenleven van soorten in eenzelfde ecosysteem. Soms gaat het verder en zijn er vormen van symbiose, zoals bij orchideeën en schimmels, of is er een sterke onderlinge afhankelijkheid, zoals tussen bloeiende planten en bestuivende insecten. In een enkel geval gaat de samenwerking zover dat er een nieuwe levensvorm ontstaat, zoals bij korstmossen. De natuur kent geen flitsrelaties. Onze IVN-KNNV samenwerking bloeit en groeit. Of dit leidt of moet leiden tot een nieuwe organisatie, is voor mij geen doel op zich. Uiteindelijk gaat het er om dat mensen zich thuis voelen bij onze verenigingen en dat je mensen ontmoet die dezelfde belangstelling delen en die door verschillende achtergronden en opvattingen kleur en cultuur aan de vereniging geven. Monoculturen in de natuur komen nauwelijks voor, (bio)diversiteit geeft rijkdom, ook bij ons. Laten we voortgaan met onze duurzame samenwerking, die best flitsend is.
❧❧ Ruud Maarschall
Van de voorzitter IVNNKL Als ik dit schrijf is het medio april, de eerste week met zomerse temperaturen. De tijd waarin vogels hun uiterste best doen, soms al jongen hebben (zoals een nachtegalenpaartje in de tuin) en waarin de kas vol staat met uit zaad gekweekte planten. Dan denk ik nog wel eens aan mijn opa. Hij was bezig met natuur en dat heeft mij geïnfecteerd. Vrijwel iedereen heeft in zijn/haar jeugd ervaringen met de natuur. Bij sommigen komt dat op latere leeftijd weer boven drijven. Zij worden soms natuurgids, als ze in aanraking komen met de organisatie IVN. Maar bij veel mensen sterft het een langzame dood. Tegen de tijd dat ze kinderen en/of kleinkinderen hebben is er nog een vage reflex van over. Vanuit het IVN bieden wij de helpende hand. We doen dat al op heel veel fronten. En we gaan dat op nog meer gebieden doen: de gidsen die afstuderen bij de Natuurgidsencursus leveren een aantal heel mooie excursies op. Ook is er een project van Jan Kuiper dat van start gaat in Heerhugowaard en daar laagdrempelige wandelingen aanbiedt: Gezond Natuur Wandelen. KNNV organiseert een cursus Veldbiologie zowel intern als voor een breder publiek . We kunnen vanuit IVN Noord-Kennemerland nog meer doen, zoals: groene buurtprojecten, groencursus, scharrelkids, groen dichterbij, biowalking, tuinreservaten, cursus watergids, enz. Maar je moet kiezen: een goede balans vinden tussen enerzijds de tijd en inzet van vrijwilligers en anderzijds de (latente) behoefte bij het publiek. Soms hebben kleine beslissingen grote gevolgen. Zoals de drive vanuit Thea Scheepe en Albertien Frans m.b.t de Natuurkoffer. IVNNKL is nu het voorbeeld voor afdelingen van Noord – en Zuid-Kennemerland . Ook landelijk is er op dit moment veel interesse. De ontvangst bij (licht)dementerenden is fantastisch en de energie die dat geeft is groots!! Zeker als we meer gaan samenwerken met KNNV wordt de basis groter en het kennisvat meer gevuld. Dit jaar worden er ook op dat gebied forse stappen gezet. Het vraagt naast creativiteit ook tijd van het bestuur. We kunnen hierin zeker meer ondersteuning gebruiken. Dus wie zin heeft om lid van het bestuur te worden: meld je bij mij!!
❧❧ Johan Eilering
3
Blad nummer 40 — Juni 2015
Over het bijzondere duingebied ten zuiden van Bergen aan Zee Bovenstaande aanhef roept uiteraard de vraag op wat er zo bijzonder aan is of anders geformuleerd waarin verschilt dit duin dan van het overige duingebied. Het antwoord is gelegen in het feit dat er hier in een gebied van beperkte omvang meerdere plantensoorten voorkomen die, en in de flora als zeldzaam tot zeer zeldzaam worden aangegeven, en niet of nauwelijks elders in het duin voorkomen. Allereerst laten we twee van de aller zeldzaamste soorten de revue passeren: het zijn het rozenkransje en het vogelnestje.
rozenkransje vrouw
en
man
Het rozenkransje behoort tot de composieten familie, het oogt als een soort droogbloempje en het is een tweehuizige soort, d.w.z. er zijn aparte mannelijke en vrouwelijke planten. In kleur onderscheiden ze zich: mannetjes hebben wit gekleurde omwindsels en de vrouwelijke planten hebben roze bloemen. Het is een overblijvende plant met zich vertakkende kruipstengels. Ze groeien dus in groepen (matjes) waarbij het aantal bloeistengels sterk uiteen loopt. Er zijn er met enkele bloeistengels maar ik heb ze ook aangetroffen met ruim vierhonderd bloeistengels. Het rozenkransje had vroeger een veel grotere verspreiding in Nederland (vooral aan de rand van heidevelden) maar heden ten dage is het in ons land een vrijwel verdwenen soort. Het wonderlijke is dat precies hier in het overgangsgebied tussen het kalkarme duin (van het noorden) en het kalkrijker duin (in het zuiden) dit fraaie droogbloemetje nog steeds in redelijk aantal voorkomt. De soort groeit hier (ten zuiden van Bergen aan Zee)
4
zowel in een paar droge valleien aan weerszijden van de Woudweg als op enkele noordhellingen. Dit laatste bastion van het rozenkransje in Nederland is beperkt in zijn areaalgrootte: naast enkele plekjes ten noorden van Bergen aan Zee is de strook waarin deze soort nog te vinden is slechts ongeveer 1 km bij 0,5 km groot en het aantal planten (pollen) beperkt zich tot een paar honderd (met in totaal een kleine tienduizend bloeistengeltjes). Het vogelnestje (de naam heeft betrekking op de vorm van het wortelstelsel) groeit in een geheel ander biotoop: bos in plaats van open duinterrein. Het is een orchideeënsoort met een weinig sprankelend uiterlijk. Omdat de plant als parasitaire soort geen bladgroen heeft, is de kleur een bleek soort bruin. In Nederland komt deze bijzondere zeer zeldzame orchideeënsoort voor in enkele hellingbossen in Zuid-Limburg. Hoewel het vogelnestje bekend staat als kalkminnend, is ook deze soort in het duin uitsluitend in het kalkovergangsgebied te vinden en wel in enkele van de wat vochtiger eiken – berkenvogelnestje meidoorn bossen. Aan de kalkbehoefte van de plant wordt waarschijnlijk voorzien door kalkrijke kwel. Verheugend is dat de aantallen bloeiende vogelnestjes in sommige jaren tot in de honderden kan oplopen (veel meer dan in welk bos van Zuid-Limburg ook). Echter een groeiplaats kan ook zo maar (tijdelijk) ten ondergaan door wateroverlast zoals ik zelf heb kunnen zien. Een aantal jaren geleden ontdekte ik een nieuwe groeiplaats van het vogelnestje: wel twee bloeiende exemplaren. Drie jaar later stonden er meer dan zestig stuks te bloeien. Fantastisch dus. Maar in het voorjaar van 2013: niets, het bos stond min of meer onder water door de overvloedige regen in herfst en winter. Idem in 2014.
Blad nummer 40 — juni 2015 Als we het PWN-terrein via de Woudweg vanaf Bergen aan Zee binnentreden en vervolgens het eerste pad links slaan, genaamd “paadje van Praat” dan kunnen we in de voorzomer aan de voet van het hoge duin en (met een verrekijker) op de helling diverse pollen rozenkransjes zien bloeien.
kleine steentijm
Langs dit pad staan nog meer bijzondere soorten: zo is er een plekje op een zuid hellinkje met zeldzame kleine steentijm, een klein plantje met paarsblauw gekleurde lipbloemetjes, aromatisch en kalkminnend. Deze kleine steentijm heb ik in het duin slechts op enkele andere plekken gevonden. Een ander kleinood langs dit pad is de maanvaren die hier met een tiental exemplaren te vinden is. Het is een kleine varensoort met een bijzondere bouw: een vruchtbaar deel dat de sporenaar bevat en een steriel blad (zie foto). De maanvaren is nogal wispelturig in z’n voorkomen wat aantallen betreft en ook moet je wat geluk hebben om de soort te vinden. Tussen de kruipwilg op de duinhelling treffen we ook nog een uitgebreide groeiplaats aan van het rond wintergroen met z’n fraaie witte bloemen. Als we het hogere duin aan de zuidzijde van het pad voorbij zijn, zien we een open duinvallei. Deze bestaat uit een mooie
Addertong is een directe verwant van de maanvaren: ook hier een sporenaar en een steriel blad. Ze verschillen van elkaar door zowel de vorm van de sporenaar als door de bladvorm. Verder oostwaarts het pad langs zien we aan de zuidzijde een ontoegankelijk eikenberken –meidoorn struweel. Dit type wat vochtig duinbos is zowel geliefd bij de grote keverorchis als de beide soorten wintergroen (rond – en klein wintergroen). In dit gebied van niet meer dan een vierkante km zien we nog veel meer interessante soorten, te veel om ze hier allemaal op te sommen. Ik beperk me tot addertong het vermelden van het voorkomen (zeer spaarzaam) van de harlekijn, onze vroegst bloeiende orchideeënsoort en van de veldgentiaan. Van deze laatste soort wordt in de laatste druk van de Heukels flora nog vermeld: uiterst zeldzaam in het kalkrijk duin. Gelukkig is de werkelijkheid nu anders: de veldgentiaan komt tussen Bergen en Castricum nu bij duizenden voor en dan voornamelijk in de buitenste duinvalleien.
harlekijn
maanvaren
overgang van droog naar vochtig tot nat terrein. In het meest droge deel zien we wat stukken met hei en ook het rozenkransje en een enkele stekelbrem, in het meer vochtige deel o.a. een zee van tormentil, dophei, veel rietorchis, en als bijzonderheid (heel veel) addertong.
veldgentiaan
Tot slot: het is mede door het feit dat ik voor PWN mee mocht doen aan het inventariseren van deze bijzondere flora dat ik dit stukje heb kunnen schrijven.
❧❧ Evert Maarschall
rond wintergroen
5
Blad nummer 40 — Juni 2015
Samen op weg naar een nieuwe organisatie De natuur is van ons allemaal en samen willen wij er voor zorgen dat die natuur behouden blijft en dat velen daarvan kunnen genieten. Gelukkig zoeken steeds meer natuurorganisaties elkaar op om samen meer mensen enthousiast te maken voor de natuur. En er zijn nogal wat natuurorganisaties in ons land: zo’n 200!! Van heel groot (zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Landschappen) tot hele kleine, waaronder soortenorganisaties voor reptielen, mossen, insecten, etc. Al die natuurorganisaties hebben veel kennis en ervaring van en over onze natuur, maar helaas is dat allemaal flink versnipperd. Door meer een duidelijke eenheid te zijn kun je meer bereiken, naar het publiek toe, naar de gemeente en provincie toe, naar alle vrijwilligers toe. Ook kun je dan beter inspelen op wat er zich maatschappelijk ontwikkelt zoals ´de vergrijzing´, zelf verantwoordelijk zijn voor je leefomgeving, opkomen voor een duurzame leefstijl. In onze regio werken IVN en KNNV al samen waarvan dit blad een prima voorbeeld is. Ook de woensdagmiddag – en dinsdagmiddaggroep is een uitstekende gezamenlijke activiteit. Als lid van IVN en KNNV geniet ik er zoveel mogelijk van. Maar er is veel meer mogelijk! Als lid van het Landelijk Bestuur van de KNNV zet ik mij momenteel in voor de samenwerking met IVN omdat ik het uiterst waardevol vind dat het opkomen voor de natuur met
veel kracht en enthousiasme heel veel mensen achter zich krijgt. De Landelijke Besturen van IVN en KNNV hebben de ambitie om samen te gaan in een nieuwe natuurorganisatie. Die ambitie wordt in nauw contact met alle afdelingen verder uitgewerkt. In de samenwerking tussen IVN en KNNV ontmoet ik veel animo om elkaars sterke punten te verbinden. Beide verenigingen staan voor natuureducatie, natuurstudie en natuurbescherming. IVN legt daarbij wat meer nadruk op educatie en de KNNV wat meer op studie. De KNNV is erbij gebaat om een wat meer externe blik te hebben naar een breder publiek, gericht op educatie en IVN is gebaat bij een wat grondiger studieuze houding en een uitgeverij met prachtige inhoudelijke uitgaven. Als je natuureducatie, natuurstudie en natuurbescherming met elkaar verbindt ontstaat er een krachtige organisatie die mensen veel meer biedt. Daarbij is een belangrijke vraag wat je daar als lid of deelnemer van ervaart. Antwoord hierop is niet zo moeilijk te geven want je hebt dan met een en dezelfde organisatie te maken die een rijk spectrum aan activiteiten aanbiedt. Denk dan maar aan vele excursies, heel dichtbij en wat verder weg, wat ‘makkelijker’ en wat ‘moeilijker’. Denk dan maar aan vele informatiebijeenkomsten van allerlei aard, zoals lezingen en discussies over onderwerpen in de natuur, over natuur in de buurt, over natuur op reis, over natuur en gezondheid, over natuur en beleid, over natuur en onderwijs/opvoeding, etc. etc. Denk ook aan inventarisaties van wat er in de natuur leeft en bloeit. Denk maar aan het kunnen deelnemen aan mooie natuurreizen, aan het kunnen raadplegen van een en dezelfde website. Elkaar hierin als vrijwilligers versterken zal dus echt veel opleveren!
❧❧ Mark Assenberg
IVN en KNNV Samen op weg!
6
Blad nummer 40 — juni 2015
De Kampeergroep van de KNNV De KG viert in 2015 haar 65-jarig lustrum!! De 3 maart 1950 bedachte vorm is blijkbaar een succes gebleken, want nog steeds is de KG springlevend. Wie zijn wij en wat doen wij…. De Kampeergroep, kortweg KG, is een onderdeel van de KNNV. Behalve KNNV leden kunnen sinds kort ook IVN leden deelnemen aan de activiteiten van de KG. De kampeergroep is op de landelijke KNNV website te vinden onder “werkgroepen”. De KG heeft tot doel om d.m.v. kampeerweekeinden en dagwandelingen met elkaar te genieten van de natuur en deze te bestuderen. We bezoeken natuurwetenschappelijk en landschappelijk aantrekkelijke gebieden in heel Nederland. Al deze activiteiten worden door de leden zelf georganiseerd. De leden komen uit alle hoeken van het land. Dus is een schat aan ideeën en informatie aanwezig binnen de groep, wat een breed aanbod garandeert.
Wij kamperen het liefst op kleinschalige terreintjes met eenvoudige accommodatie: bijv. een “natuurkampeerterrein” of een SVR-camping bij een boer. In sommige gevallen kan door diegenen die dat wensen ook gebruik gemaakt worden van een vast onderkomen, zoals een huisje op het terrein, of bij een “Vrienden op de fiets” adres in de buurt. Vooral in het voor – en naseizoen wordt wel eens, i.v.m. de lagere temperaturen, voor een vast onderkomen gekozen. Op het kampeerterrein zorgt ieder in principe voor de eigen maaltijden, maar er kan natuurlijk onderling afgesproken worden om samen te eten.
Tijdens de weekeinden wordt voornamelijk gewandeld en gefietst. Voor verderaf gelegen excursiedoelen wordt de auto wel eens ingeschakeld; degenen die met openbaar vervoer gekomen zijn, rijden dan met anderen mee. Vaak is er een dagtocht en dan is het raadzaam om drinken en een lunchpakket mee te nemen, omdat niet altijd een horecagelegenheid wordt opgezocht. Tijdens de excursies wordt niet alleen aandacht besteed aan al wat leeft, maar ook aan geologie en (cultuur)landschap. De een weet dit en de ander weet dat en zo komen we samen heel ver. We bespreken alles zoveel mogelijk en helpen elkaar in het ontdekken van wat er om ons heen te vinden en te ervaren is. En komen wij er overdag niet uit, dan kan er ’s avonds nog verder worden gespeurd. Ben je nieuwsgierig geworden kijk dan eens op onze website www.knnv.nl/kampeergroep. Wil je eens een keer meegaan, neem dan contact op met de voorzitter van de KG, Marianne van der Heijden,
[email protected] of 0641177333 Nogmaals: Behalve KNNV leden kunnen ook IVN leden deelnemen aan de activiteiten van de KG.. 7
Blad nummer 40 — Juni 2015
Bijzondere Levermossen in het Bergerbos en Oude Hof De Mossenwerkgroep heeft afgelopen winter/voorjaar de mossen in het Bergerbos en Oude Hof, inclusief de Muziektuin en het Paddenpad geïnventariseerd. Er werden bijna zeventig verschillende mossoorten gevonden, waaronder maar liefst twaalf levermossen. Een spectaculair aantal! Het voorlaatste mossenonderzoek vond plaats in 1984. Dat was een inventarisatie voor een doctoraalscriptie van M.E. Ikelaar van de VU. Met name epifytische groeiende mossoorten hadden het toen erg lastig en waren maar mondjesmaat te vinden. Het landelijke beeld dat epifyten het de laatste tijd veel beter doen is ook in het Bergerbos en Oude Hof te zien. Als een van de oorzaken wordt de verbeterde luchtkwaliteit gezien. Tijdens de inventarisatie in 1984 is het gebied intensief onderzocht en zijn zo’n vijftig bezoeken afgelegd. De inventarisatie van dit jaar is minder intensief geweest. Er zijn drie excursies geweest, waarna ik zelf aanvullend een vijftal bezoekjes heb gebracht om het beeld compleet te maken. Vooraf zijn verder wat verspreidingskaartjes van een aantal soorten ontvangen van PWN. Veel vondsten zijn op naam gebracht tijdens de avonden van de Mossenwerkgroep. Met behulp van binoculairs, microscopen en enkele naslagwerken is aan de hand van celkenmerken, de vorm van blad en sporenkapsels getracht om alle vondsten een naam te geven. Directe aanleiding voor de inventarisatie was een verzoek van PWN, dat benieuwd was naar de stand van de mossen in het Bergerbos. Dat er uiteindelijk zoveel verschillende soorten gevonden zouden worden, hadden we van tevoren niet ingeschat. In dit verslag wordt alleen ingegaan op de levermossen die zijn aangetroffen. Bij het op naam brengen van een aantalbijzondere mossen is Niko Buiten gevraagd om determinaties te bevestigen, waarvoor dank.
parkeerplaats bij Duinvermaak, herinnert zich wellicht de groeiplaats met bleek boomvorkje die dan steevast wordt bezocht. Tegenwoordig is bleek boomvorkje bijna een algemene soort voor het gebied. Op tientallen bomen is bleek boomvorkje te vinden, waarbij sommige bomen tot hoog op de stam uitgebreid begroeid zijn met de groene vorkjes. Langs enkele lanen in het Oude Hof is bleek boomvorkje op een groot deel van de bomen te vinden. Het valt niet na te gaan of de enorme uitbreiding van bleek boomvorkje de laatste dertig jaar geleidelijk is gegaan, of met name de laatste jaren een vlucht heeft genomen. De milde winters en niet te droge zomers van de afgelopen jaren lijken de soort in iedere geval goed te hebben gedaan. Op twee bomen werden boomvorkjes gevonden met een onregelmatig groeibeeld. Dergelijke vondsten doen het hart snellen kloppen. Gaat het misschien om blauw boomvorkje (Metzgeria fruticulosa), of om ruig boomvorkje ( Metzgeria temperata)? De vondsten zijn voorgelegd aan boomvorkjesexpert Arno van der Pluijm, die aangaf dat het om een vorm van bleek boomvorkje gaat met broedkorrels: Metzgeria furcata forma ulvula De broedkorrels groeien uit tot lange flappen die voor het onregelmatige beeld zorgen.
Drie kantmossen
Tijdens de inventarisatie zijn drie soorten kantmos gevonden. Zeer algemeen is het gedrongen kantmos (Lophocolea heterophylla), dat zowel op de grond, op dode bomen en afgevallen takken als op boomvoeten is te vinden. Het gewoon kantmos (Lophocolea bidentata) is blijkbaar wat
Enorme toename bleek boomvorkje
Een soort die de laatste decennia enorm is toegenomen in het gebied is het bleek boomvorkje (Metzgeria furcata). In 1984 werd de soort slechts op een enkele locatie in het
gedrongen kantmos
boom vol met bleek boomvorkje
noordelijk deel van het Bergerbos aangetroffen. Wie wel eens met een mossenexcursie is meegelopen vanaf de 8
kritischer en is maar op een enkele locatie aangetroffen. Een nieuwkomer is het gaaf kantmos ( Lophocolea semiteres). De BLWG-verspreidingsatlas meldt over deze soort: “De soort komt oorspronkelijk van het zuidelijk halfrond maar heeft zich in de zeventiger jaren in Europa weten te vestigen. Rond 1980 was de eerste vondst in Zuid-Nederland en zo’n twintig jaar later waren ook de Waddeneilanden bereikt.” In 1984 was de soort nog niet aanwezig in het gebied. In het Bergerbos is het nu een algemene soort die langs veel paden is te vinden.
Blad nummer 40 — juni 2015 Waarschijnlijk vindt er verspreiding plaats door de mens. Het is opvallend dat gaaf kantmos in het Oude Hof nog nauwelijks aanwezig is. Vermoedelijk komt hier nog wel verandering in.
Een drietal epifyten
Dan weer een drietal mossen dat soms in combinatie met elkaar is gevonden. Op een aantal bomen komt helmroestmos (Frullania dilatata) voor. Een makkelijk herkenbare soort, die op een vijfentwintigtal bomen is te vinden, met name in het Oude Hof. Helmroestmos is het meest op dikke beuken te vinden en staat hier en daar ook op een eik. Aan de Bergerboszijde komt de soort maar op enkele locaties voor. Onder de microscoop
schijfjesmos
zijn de kleine, als helmpjes gevormde onderlobben van de bladeren, duidelijk te zien. Waar helmroestmos op een boom staat is het speuren naar schijfjesmos ( Radula complanata). Ik heb uiteindelijk op enkele locaties zo’n vijftien bomen gevonden met schijfjesmos met fraaie sporenkapsels. Een soort die blijkbaar nog
dwergwratjesmos, foto Jeanette den Herder
kritischer is, betreft het dwergwratjesmos (Cololejeunea minutissima). Slechts op één locatie is dit bijzonder kleine mosje gevonden. Op het eerste gezicht lijkt het om plukjes alg te gaan. Pas wanneer je beter kijkt valt op dat om piepkleine stengeltjes en blaadjes gaat. Op de boom met
dwergwratjesmos staat ook schijfjesmos, bleek boomvorkje en helmroestmos. Deze bijzondere boom staat op een luwe plek, vlak naast een watergang, waar de lucht dus lekker vochtig is. Dwergwratjesmos is, net als gaaf kantmos, een relatieve nieuwkomer. De BLWG-verspreidingsatlas zegt over de soort:” Cololejeunea minutissima is voor het eerst in Nederland gevonden in 1987 in de Biesbosch. Sindsdien is dit minuscule levermos bezig aan een gestage opmars en inmiddels komt het in meer dan honderd atlasblokken voor, vooral in het zuiden en westelijk midden van het land. In de afgelopen tientallen jaren is de noordgrens van het areaal op het vasteland van Europa opgeschoven van midden-Frankrijk naar ons land. Dit kan verband houden met het warmer worden van het klimaat ” helmroestmos
Buidelmos, maanmos en neptunusmos
Nogmaals drie soorten, die een vergelijkbare groeiplaats hebben: gaaf buidelmos (Calypogeia muelleriana), glanzend maanmos (Cephalozia connivens) en neptunusmos (Lepidozia reptans). Van deze drie is neptunusmos het meest algemeen. In het Bergerbos is neptunusmos te vinden op beide oevers van de beek. Verder groeit het op vochtige wanden van enkele walletjes. Maar ook op boomstobben en of omgevallen en half vermolmde bomen is het te vinden. Onder de microscoop zijn de meest drie en viertoppige bladeren mooi te zien. Het zwaartepunt van de verspreiding van neptunusmos ligt in het Bergerbos. Slechts op één locatie heb ik hier gaaf buidelmos gevonden op een beschaduwde oever van de beek. In het Oude Hof zijn de rollen omgedraaid. Gaaf buidelmos komt hier verspreid over grote delen van oevers voor, terwijl neptunusmos is beperkt tot slechts enkele locaties. Wat minder aan de oevers gebonden is glanzend maanmos. Op enkele locaties in het Bergerbos en slechts op één plek in het Oude Hof komt dit tengere mosje voor. Het gaat in alle gevallen om jaarrond vochtige, schaduwrijke locaties, zowel op de grond, als op vermolmd hout. Op één locatie kwam glanzend maanmos voor in combinatie met neptunusmos en gedrongen kantmos. De drie levermossoorten groeiden hier door elkaar heen.
Vooral de vondst en uiteindelijk de brede verspreiding glanzend maanmos in het Oude Hof van gaaf buidelmos was een verrassing. Uit de inventarisatie van 1984 was bekend dat gaaf buidelmos aanwezig kon zijn. Aangezien we in eerste instantie geen goed zoekbeeld hadden, duurde het even voordat de soort werd herkend. 9
Blad nummer 40 — Juni 2015 Tenslotte nog tweemaal een vreemde eend in de bijt. Aan de zuidzijde van het gebied ligt, tegen het Paddenpad, een strookje natuurontwikkeling. Er is hier door de gemeente een zeer geleidelijk oplopende oever aangelegd, met een zandige bodem. Om de plantengroei een start te geven is maaisel gedeponeerd uit het Zwanenwater. Tussen allerlei bijzondere plantensoorten en enkele veenmossen zijn hier de levermossen gewoon moerasvorkje – Riccardia chamedryfolia en lippenmos – Chiloscyphus polyanthos te vinden.
Vergelijking met eerder onderzoek
gewoon moerasvorkje
Enkele soorten die in 1984 aanwezig waren zijn niet teruggevonden. Het gaat hier o.a. om zanddubbeltjesmos. Deze soort is na de waarneming in 1984 niet meer in het duingebied van Nederland teruggevonden en betreft dus een toevalstreffer. Andere soorten die niet meer zijn gevonden zijn, betreffen stengeltop lippenmos gewoon draadmos (Cephalozielle divaricata), echt maanmos (Cephalozia lunulifolia)
en gewoon maanmos (Cephalozia bicuspidata). Mogelijk dat bij een grotere onderzoeksinspanning enkele van deze soorten opnieuw gevonden worden. Er zijn ook enkele levermossen bij gekomen. Zo zijn gaaf kantmos en dwergwratjesmos nieuwkomers. Ook de twee soorten die langs het Paddenpad zijn aangetroffen: lippenmos en gewoon moerasvorkje, kwamen hier niet eerder voor. Opvallend is dat glanzend maanmos bij de vorige inventarisatieronde niet is aangetroffen, maar dat er toen wel twee andere soorten maanmossen zijn gevonden. Het gaat om soorten die erg veel op elkaar lijken. Is er mogelijk in het verleden toch een determinatiefout gemaakt, of is er een verschuiving van soorten te zien? Een onderzoeker die eerder de mossen in de duinstreek inventariseerde was professor J.J. Barkman. Omstreeks de Tweede Wereldoorlog bezocht Barkman onder andere het Bergerbos en het Oude Hof. Hij vond hier aan levermossen gewoon maanmos, helmroestmos, gewoon kantmos, gewoon schijfjesmos en bleek boomvorkje. Verder vond hij in het water van het Oude Hof gewoon watervorkje (Riccia fluitans). Het water in het Oude Hof werd toen nog gevoed door duinrellen, wat voor een goede waterkwaliteit zorgde. Nu de aanvoer van water via duinrellen is opgedroogd, is gewoon watervorkje niet meer te verwachten.
Conclusie
Het Bergerbos en Oude Hof herbergen een bijzondere verzameling levermossen. De combinatie van een luwe, relatief vochtige locatie in de binnenduinrand, met een oud bos met veel dikke bomen, zorgt voor een uitstekend levermossenklimaat. Het feit dat het aantal soorten zich heeft uitgebreid en dat enkele bijzondere soorten breed zijn verspreid, maken het Bergerbos en het Oude Hof tot een bijzonder levermossengebied.
❧❧
Pieter Korstanje
Literatuur Barkman, J.J. 1941. Over de mosflora in de omgeving van Alkmaar, NKA 51, 1941, p.302-339. Ikelaar, M.E. 1984, Mosseninventarisatie van het Berger Bos en het Oude Hof te Bergen (NH)
mossenwerkgroep aan het werk
10
Blad nummer 40 — juni 2015
Leve De Hortus! Onlangs heb ik met een vriend van mij de Hortus van Aklmaar bezocht. De dag erna kreeg ik van hem het volgende mailtje:
“Gisteren was een heel bijzondere dag voor mij. Er zijn van die dagen in je leven die je nooit zult vergeten: de dag dat je voor het eerst verliefd werd, de dag dat je ‘het’ voor het eerst deed, je trouwdag, de dag van de geboorte van je kinderen, de dag dat je een berg hagelslag op je boterham deponeerde enz. enz. Ik kan sinds gisteren een dag aan dat lijstje toevoegen: de dag dat ik de ijsvogel heb gezien.” En het wonder geschiedde. We zagen dat blauwe wonder vliegend in zijn kleurige verenpracht en zitten bij zijn nest. We hebben ‘m een kwartier kunnen bekijken van heel dichtbij dankzij de verrekijker van mijn begeleider. Kortom, 1 april roep ik hierbij uit tot jaarlijkse Dag van de IJsvogel!
❧❧ Rob Monsees
mannetje
Het was ook een therapeutische ervaring voor mij. Jarenlang al wilde ik de ijsvogel in levende lijve bewonderen. Ik beging de vergissing dat mede te delen aan mijn broer die mij er vanaf diezelfde dag nog jarenlang mee confronteerde. Ja, hij had er een gezien in Frankrijk, mijn tweede vaderland, langs de Indre. Ook dat nog. Ja, die ijsvogel die ik in Thailand had gezien, was een heel andere soort die niet telde. Hij vertelde enthousiast hoe hij de vogel had gespot en waar hij in de omgeving van Bergen te zien was. Puur uit wanhoop verhuisde ik naar Bergen, maar een ijsvogel spotten, ho maar. . Uiteraard aanvaardde ik daarom met de nodige scepsis de uitnodiging mee te gaan om de ijsvogel te zien in de Hortus in Alkmaar. Even leek het nest ingestort, maar gelukkig was het 1 april…
Let op rode onderkant snavel: vrouwtje
foto’s: Rutger Polder
11
Blad nummer 40 — Juni 2015
Neem nou………de zwarte bij ( Apis mellifera mellifera) Vorig jaar belde Simon Kuitwaard me en hij vroeg me of ik wel wist dat er een bijenvolk huisde in een dode boom langs de sloot bij de kruidentuin in de Rekerhout. Nee, dat wist ik niet. Dus toen het een beetje aardig weer was, ben ik eens gaan zoeken. In de knotwilgjes langs de sloot, parallel aan de tuin, vond ik niets. Dan maar eens kijken bij het rijtje oude, geknotte bomen langs het voetpad, dat richting tuin loopt. En jawel hoor, aan de voet van één van die bomen zag ik een komen en gaan van bijen. Ik ving er een paar. Het waren duidelijk honingbijen, maar van welk ras? Via Google stuitte ik op een voordracht van Jan Enne Dees, een vrijwilliger op het Carnicastation op Schiermonnikoog, getiteld ‘Vleugelmetingen en wat je er zoal mee kunt’. Door enkele afstanden te meten aan de vleugeladering kon ik de cubitaal – en de hantaalindex berekenen, respectievelijk 1,8 en 0,85. Via een tabel kwam ik bij het ras ‘mellifera” terecht, de zwarte bij . Verdere navraag naar dit ras leverde mij een verrassing op. Deze ondersoort van de honingbij is inheems! Ik dacht altijd dat honingbijen niet in ons land kunnen overleven omdat het volk en haar koningin in de winter sterven. (Bij hommels sterft alleen het volkje; een bevruchte dochter overwintert en sticht in het voorjaar een nieuw volk). Maar ja, als de imker je wintervoorraad honing afpikt, dan breekt er in de winter een hongersnood uit. Buiten de korf is het te koud om te foerageren en bovendien is er geen nectar. Doordat de imker zijn honingroof compenseert door de bijen met suikerwater te voeren, komt het volk toch de winter door. Terug naar ‘mijn ‘ volk. Komt dat, zonder suikerwater, ook de winter door? Dat hield Gerard Bijman, de coördinator van de kruidentuinvrijwilligers, voor mij in de gaten. Begin dit jaar meldde hij dat de bijen weer vlogen. Hoera. Ik telde in Alkmaar zo’n 40 soorten wilde bijen en aan dat lijstje kan ik nu de zwarte bij toevoegen.
❧❧ Hans Nieuwenhuijsen.
12
website: de zwarte bij
Blad nummer 40 — juni 2015
Een Koninginnenpage In De Alkmaarse Rekerhout In 2014 heb ik tevergeefs naar hem uitgekeken. Niet zo vreemd want de koninginnenpage (Papilio machaon) is in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal een niet alledaagse verschijning. Daarbij komt dat de vlinder slechts gedurende een periode van ongeveer twee weken vliegt. Op 3 augustusustus 2013 had ik het geluk aan mijn zijde toen ik hem, nectar drinkend in de vlinderstruiken bij het theehuis van de kinderboerderij, aantrof. Hij gunde mij zelfs de tijd om hem te fotograferen. Al heel lang is de verwachting dat de koninginnenpage in Nederland algemener zal worden. Sinds 1992 is het aantal van deze soort in ons land jaarlijks met gemiddeld vijf procent toegenomen. De prognose van de gevolgen van de verdere opwarming luidt dat in het jaar 2072 Nederland volledig door de soort gekoloniseerd zal zijn. In het noordwesten van Nederland is echter van een toename nog weinig te merken. Wanneer ik mij beperk tot de periode vanaf 1995 en tot het kustgebied tussen Schagen en Castricum, kan ik op de website www.waarneming.nl slechts veertien waarnemingen terugvinden. Tenzij anders vermeld, betreft het één imago ter plaatse.
Waarnemingen: 30 juli
2014
NHD bij Egmond aan den Hoef (Luc Knijnsberg)
3 augustus
2013
Rekerhout Alkmaar (Ruud Costers)
25 mei
2012
Zeeweg Castricum (Mariëlle Wielstra)
19 juli
2011
NHD bij Egmond-Binnen (Jack Pouw)
16 september
2006
Oudorp (Noor Mather)
10 september
2006
Hondsbossche zeewering, langstrekkend richting zuid (Sander Schagen)
22 augustus
2006
Akersloot, rups (Yvonne Kouwenberg)
17 juli
2006
Egmond aan den Hoef (Rik Feije)
28 juni
2005
Boekelermeer Alkmaar (Dave Jupp)
8 juni
2005
Het Woud (Luc Knijnsberg)
10 augustus
2003
Aagtdorperpolder Schoorl (Nick van der Ham)
7 augustus
2003
Oudburgerpolder Bergen (Nick van der Ham)
10 mei
2000
NHD bij Castricum (Arnold Wijker)
4 augustus
1995
Opslagterrein Petten (Nick van der Ham).
In aanmerking nemend dat de bereidheid om waarnemingen op www.waarneming.nl in te voeren in de loop der jaren sterk is gegroeid, is uit bovenstaande opsomming de conclusie gerechtvaardigd dat in de afgelopen twintig jaar van een toename van de koninginnenpage in onze contreien nog geen sprake is. Ik heb dus gewoon mazzel gehad om hem te ontmoeten en te kunnen fotograferen.
❧❧ Ruud Costers,
[email protected] We zijn benieuwd wie dit jaar de koninginnenpage waarneemt De Redactie 13
Blad nummer 40 — Juni 2015
De bladpootwants en de jeneverbesstinkwants
Twee interessante wantsen in ons werkgebied. Opsporing verzocht! Bert Buizer en Nelleke Rosier Op 9 maart jl. landde er een groot, opvallend insect in onze tuin in Bergen aan Zee, die aan het Noord-Hollands Duinreservaat grenst. We vingen het beest en de eerste gedachte was die van een boktor, misschien minde gewenst in de houtconstructie van ons huis. Al snel bleek het om een wants te gaan, met kenmerkende voorste vleugels en zuigsnuit (zie lemma wantsen op internet). Waterwantsen zoals het bootsmannetje en de waterschorpioen kennen we mogelijk wel, evenals de graswants en de kleurige vuurwants (beide landwantsen); het zijn een paar voorbeelden van de in totaal ca. 635 wantsensoorten die in ons land voorkomen. De wants van 9 maart echter was ons onbekend, maar na enig zoeken bleken we te maken te hebben met de bladpootwants (Leptoglossus occidentalis). Met een lengte van tussen de 16 en 20 mm is het een voor ons land erg grote roodbruin gekleurde soort, die bovendien opvalt door de opvallend afgeplatte achterschenen, zoals duidelijk op de foto te zien is. Hieraan heeft de soort de Nederlandse naam bladpootwants te danken. Voordat we de soort meldden bij waarneming.nl, bevestigde Berend Aukema, de nationale expert en EIS*-coördinator van
De bladpootwants leeft op verschillende soorten naaldbomen, onder meer op de in ons werkgebied veelvuldig voorkomende zwarte den (Pinus nigra). Zowel jonge als volwassen dieren zuigen aan jonge scheuten en zich ontwikkelende zaden van de waardplanten; ze kunnen zo aanzienlijke schade veroorzaken. Een bijzonderheid van deze soort is dat ze een aggregatieferomoon – een geurstof – uitscheiden; hierdoor worden individuen van dezelfde insectensoort tot elkaar aangetrokken en kan de bladpootwants in grote aantallen overwinteren. Na de winter beginnen ze weer met plantensap te zuigen en zetten de vrouwtjes eieren af op de naalden. Als oorzaak van de snelle verspreiding binnen Europa en Nederland wordt gedacht aan de goede vliegeigenschappen van deze forse wants en aan gesleep met plantmateriaal, inclusief de dennenkegels.
De bladpootwants – Leptoglossus occidentalis, Bergen aan Zee, maart 2015. Foto Bert Buizer.
De jeneverbesstinkwants – Chlorochroa juniperina. Foto: Theodoor Heijerman, Wageningen
deze groep, onze waarneming. Deze wants is van oorsprong Midden – en Noord-Amerikaans en werd in 1999 voor het eerst in Europa, in Noord-Italië, gemeld. De verspreiding nadien verliep erg snel: inclusief Nederland werden tot 2008 veertien Europese landen gekoloniseerd.
Deze soort komt – zoals de naam al zegt – op jeneverbes voor. Nu blijkt deze wants ook op kraaihei voor te komen, bij gebrek aan jeneverbes. Ze zuigt dan vooral aan de bessen. Dat is voor het eerst gesignaleerd op de Duitse Waddeneilanden en daarna ook op de Nederlandse Waddeneilanden. Nu echter zijn ze ook in Friesland en Drenthe inmiddels naast de jeneverbes ook op kraaihei waargenomen. In augustus 2009 is de jeneverbesstinkwants voor het eerst waargenomen bij Bergen / Schoorl. In het Buizerdvlak heb ik de soort in juni 2010 eveneens waargenomen, maar niet nader gedocumenteerd (niet verzameld, niet gefotografeerd). Chlorochroa juniperina is waargenomen van maart tot in oktober. Ze heeft één generatie per jaar en de volwassen dieren overwinteren. De meeste waarnemingen zijn gedaan in augustus en
In 2007 werd deze soort voor het eerste in Nederland, bij Bergen op Zoom, waargenomen. Alleen al in 2008 volgden er tien waarnemingen in ons land op uiteenlopende plaatsen (zie Aukema, 2008). Na die tijd liep het aantal waarnemingen op tot bijna 800 op dit moment en is dus in vrij korte tijd een algemene soort geworden (zie het verspreidingskaartje in natuurbericht.nl). 14
De jeneverbesstinkwants. Een tweede opvallende wants is als volwassen beest heldergroen van kleur en ongeveer een centimeter groot. Het is de jeneverbesstinkwants (Chlorochroa juniperina)
Blad nummer 40 — juni 2015 september: dieren van de nieuwe generatie. Het aantal waarnemingen in het gehele land is beperkt. De waarnemingen in het oosten van het land, waar veel jeneverbes voorkomt (verspreidingsatlas.nl), liggen voor de hand. Op de eilanden Texel en Terschelling is de soort nu meerdere malen op kraaiheide waargenomen, en ook in ons werkgebied, eveneens op kraaihei op de grens van Bergen en Schoorl: één bevestigde en een officieuze waarneming.
Meld je waarneming van deze zomer! Figuur 3: Verspreiding van de jeneverbesstinkwants – Chlorochroa juniperina in Nederland (bron: bestand Werkgroep Heteroptera EIS-Nederland, coördinator B. Aukema)
Door deze zomer je ogen goed de kost te geven wanneer je op excursie bent in de duinen, kan je een leuke bijdrage leveren aan het verspreidingsonderzoek naar deze twee soorten. Geef je waarneming door aan waarneming.nl of eventueel aan mij. Je kunt het beste je waarneming vergezeld doen gaan van een foto; je waarneming wordt altijd geverifieerd. Extra informatie. EIS: Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden: www.eis.nl Aukema, Berend, 2008 – De invasieve Noord-Amerikaanse wants Leptoglossus occidentalis bereikt ook Nederland (Heteroptera: Coreidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 29. natuurbericht.nl / 2014 – De bladpootwants is in zeven jaar een algemene soort geworden.
[email protected]
Determinatiecursus KNNV Op initiatief van penningmeester Tineke Broersen is een korte cursus determineren georganiseerd. Deze cursus, toegankelijk voor zowel KNNV – als IVNleden, vond plaats op vier maandagochtenden in maart met als prima onderkomen het gebouw van de Hortus Naturalis en onder bezielende leiding van de duizendpoten Hans Nieuwenhuijsen en Evert Maarschall. De eerste keer sloeg bij mij twijfel aan de competentie van beide heren toe, toen ik Hans met een grote bos gele bloemenwinkeltulpen zag binnenkomen: in geen van mijn flora’s had ik deze gekweekte soort ooit opgemerkt; ik vroeg me af waarom ze dan geen vrolijk bosje gemengd ter tafel hadden gebracht. En dat juist dat een domme gedachte was, bleek na afloop van deze eerste determinatie door de gevormde groepjes cursisten. Doordat alle onderdelen van de plant duidelijk zichtbaar zijn en door de listig gekozen gele kleur leidde het spoor al snel naar de tulp zij het dan wel naar de Tulipa sylvestris, de bostulp, geel van kleur, die als enige niet gekweekte tulp in de flora’s genoemd wordt. Gestimuleerd door dit eerste succes werden hierna moeilijker te onderzoeken planten letterlijk onder de loep genomen. Bij aanvang van alle bijeenkomsten werd een klein stukje theorie gegeven, o.m. een praktische begrippenkaart uitgereikt en ook werd een aantal flora’s en het loepgebruik besproken. Het grootste deel van de tijd werd aan de praktijk besteed; bij sommigen met zoveel enthousiasme dat het moeite kostte om op tijd te vertrekken. Een deel van de laatste ochtend heeft Rutger Polder de groep op een kleine rondleiding door de Hortus getrakteerd. Aan het eind van die ochtend bleek een aantal cursisten te betreuren dat het alweer de laatste keer was. Ook is bekend dat een aantal op eigen initiatief een vast determinatiegroepje heeft gevormd. Al met al is de conclusie gerechtvaardigd dat het hier een prima initiatief betreft, dat zeker een vervolg zou moeten krijgen.
❧❧ Marjolein Boersma.
wilde tulp
15
Blad nummer 40 — Juni 2015
Schaapskooi in Bloei Op zondag 22 maart was het lentefeest in schaapskooi Bergen. Mooi verspreid over de hele dag kwamen bijna twee duizend mensen naar de schaapskooi aan de Zeeweg in Bergen. Een typisch schaapskooifeest met een aangenaam rustige sfeer, echte aandacht voor de natuur en uiteraard het wollige, jonge grut. De vrijwilligers en professionals, die inmiddels al meer dan een jaar actief zijn in en rond de Schaapskooi, waren heel gelukkig met deze dag. Dit begint ècht te lijken op de droom waar ze een jaar geleden mee op weg gingen. Gescheperde kudde Precies een jaar en een dag daarvoor, op 21 maart 2014, werd de Schaapskooi officieel geopend. Een ambitieus project van PWN Waterleidingbedrijf en een energieke groep vrijwilligers. Alleen al de begrazing door schapen met een herder is een totaal nieuw beheersplan in het Noord-Hollands duinreservaat. Het samen met Landschapsbeheer Rinnegom ontwikkelen van een effectieve graaspraktijk is nog steeds een ontdekkingsreis. Hoeveel begrazing heeft elk stukje duingebied nodig? En met welk aantal schapen? En na hoeveel tijd moet je weer terug? Wat gebeurt er met de planten en dieren die daar leven? Allemaal vragen waar geen kant en klaar antwoord op is. Er is gepionierd, geïnventariseerd, gemeten, geëvalueerd en veel ervaring opgedaan. Herder Marijke en de mensen in haar team hebben werkelijk alles gegeven om er samen met de boswachters en ecologen een succes van te maken. En met resultaat! Een groot deel van de vergrassing is met succes teruggedrongen. De begrazing gaat nu naar een nieuwe fase met nog meer aandacht voor soorten, zoals de bruine eikenpage en korstmossen. Begrazen met een gescheperde kudde werkt goed. Er is een nieuw begrazingsplan en de resultaten worden gevolgd, maar de ontwikkelingen zijn er.
genietend publiek buiten
16
genietend publiek binnen
Vier partners Een tweede spannende ontwikkeling is het samenwerken en naar elkaar toegroeien van maar liefst vier partners onder één dak. Opdrachtgever PWN met de boswachters die de kooi als thuisbasis hebben voor hun werk in het duin en die dagelijks geconfronteerd worden met positieve en negatieve reacties. De gidsen en vrijwilligers van IVN NoordKennemerland, die na jaren in hun eigen ruimte aan de Uilenvangersweg, ineens onder één dak moeten met schapen en schaapherders. De herder die enerzijds een opdrachtgever tevreden moet houden en anderzijds met een enorme stapel verwachtingen geconfronteerd wordt, terwijl het toch ook een boterham moet opleveren. En het Stichtingsbestuur* dat de vaak ondankbare taak heeft om voorwaarden te creëren waar dat soms simpelweg nog onmogelijk is. Dat is een dynamisch proces. En als je je oor te luisteren legt zijn er allerlei geluiden te horen:
Blad nummer 40 — juni 2015
wie de jeugd heeft, heeft de toekomst
‘Ik ben lid geworden van het IVN om lekker buiten te zijn en op onderzoek te gaan naar plantjes en dieren. Hier op een zondagmiddag binnen zitten vind ik helemaal niks.’ ‘Je kan niet altijd ‘nee’ zeggen.’ ‘Natuurlijk is het belangrijk dat bezoekers enthousiaste en gemotiveerde IVN-ers ontmoeten in de schaapskooi.’ ‘Ik weet gewoon te weinig af van schapen, dus als iemand een vraag stelt weet ik het antwoord niet. Ik wil me er best in verdiepen, maar ik heb al zo weinig tijd.’ ‘Er wordt een hoop werk verzet waar ik geen idee van had.’ ‘We zouden eigenlijk iets met een terras moeten doen. Dat er ook mensen zijn om een kop koffie uit te serveren.’ ‘Het gaat toch altijd weer om mensenkracht.’ ‘Eerlijk gezegd heb ik genoeg aan m’n eigen club. Ieder gaat toch vooral voor z’n eigen doelstellingen.’
meer kan worden dan de som der delen. En er zijn steeds meer momenten waarop alles klopt: de viltworkshops, de dit voorjaar al drukbezochte middagen met de lammetjes in de voorjaarsvakantie, waar de herder een kind op haar buik draagt en de voorzitter een dienblad warme chocolademelk. De beheerders die nestkasten ophangen, mooie bordjes maken en een aquarium inrichten. Een aanvraag bij het Groenfonds die gehonoreerd wordt. De klusploeg die o.l.v. boswachter Egbert de omgeving stap voor stap boeiender en praktischer maakt. Aannemer Hes die een zitkring van stammen in het zand legt. En dan, als voorlopig hoogtepunt, is er het lentefeest. Lentefeest Op dat lentefeest voelen zowel de veteranen als de mensen die net zijn aangehaakt dat er echt muziek in zit. Stralende ogen en optimistische reacties: ‘Ik ben geen liefhebber van gastheer zijn op de zondag-middagen, maar ik moet zeggen dat er hier wel een heel lekker sfeertje hangt.’ ‘Als je hier zo samen optrekt en iedereen is druk bezig om het publiek ‘t naar de zin te maken, geeft dat toch wel een gevoel van saamhorigheid.’ ‘Het gaat natuurlijk lukken. Als ’t hier niet lukt om er samen iets moois van te maken, lukt het nergens.’ ‘Ieder moet zijn eigen doel(en) duidelijk omschrijven en de anderen moeten daar respect voor tonen en, heel belangrijk, elkaar daarin steunen.’ ‘Samen met volle overtuiging een stip (gezamenlijk doel) aan de horizon zetten, daar willen we naar toe. Helder omschrijven.’ ‘Niet teveel praten en vergaderen, maar gewoon aan de slag.’ ‘Natuurlijk moeten we op elkaar ingespeeld raken. Het is net als in een relatie. Dat heeft tijd nodig.’ ‘Het is wel allemaal vrijwilligerswerk.’ ‘Er wordt soms gemopperd, zonder er zelf iets aan te doen.’
samen, na gedane arbeid
Net als in elke nieuwe relatie is het een ingrijpend, maar ook heel boeiend proces van geven en nemen. Een intens traject met af en toe stevige confrontaties. Maar toch… Ondanks de obstakels blijven alle betrokkenen vasthouden aan het ideaalbeeld waar ze ooit samen mee op pad gingen. Er blijft een grondtoon van vertrouwen dat het geheel uiteindelijk
wie de jeugd heeft.........!
17
Blad nummer 40 — Juni 2015 ‘Door positieve ervaringen te verzamelen worden de negatieve ervaringen uit het verleden naar de achtergrond gedrongen.’ ‘Goede communicatie is heel belangrijk. Bij meningsverschillen de ander altijd serieus nemen en je proberen te verplaatsen in het standpunt van die ander en van daaruit zoeken naar de oplossing.’
samen wol vilten, overduidelijk in de schaapskooi
‘Ik ben trots op wat er nu al is bereikt in de schaapskooi. Samenwerken is een proces van groeien en we maken flinke stappen.’ ‘Het maatwerk leveren met de kudde geeft mooie resultaten in het terrein.’ ‘Een nieuwe vorm van beheer trekt veel nieuwe gezichten aan.’ ‘Leuk dat zoveel partijen de schaapskudde een warm hart toe dragen.’ ‘Alle natuurorganisaties willen graag dat mensen zich ontspannen, tot rust komen, zich op hun gemak voelen, in het zand gaan zitten, met stukjes hout spelen. Dat was wat hier de hele dag gebeurde.’ ‘Met zo’n dag weet je weer waar je het voor doet.’
Uit deze collage van uitspraken rond zo’n lentefeest blijkt toch dat het gaat werken. Het was een topdag. Dat werd nog eens extra duidelijk na afloop. Moe, maar voldaan met mensen van alle geledingen nog even lekker na zitten. Al het werk aan kant. De tenten, kramen en andere handel ingepakt. De strobalen weer in de kooi en de stoep geveegd. Nog even samen wat drinken. Ontspannen napraten over hoe het is geweest. Met smaak en groot plezier vertellen over de mooie momenten, leuke voorvallen, ontroerende reacties en kleine succesjes. Over bezoekersaantallen, parkeerperikelen en het geschatte aantal kopjes koffie. En dat op één van de mooiste plekjes in het duingebied. Lekker met een koel glas in het zonnetje op de nieuwe stammen in de zitkring. Alleen dat al maakt zo’n hele dag de moeite waard. Er bloeit iets moois op bij de schaapskooi Bergen.
❧❧ Frits Dijkhof & Wim van
en dan het resultaat; de mooiste van het wol vilten
Meer informatie op www.schaapskooi-bergen.nl en www.facebook.com/schaapskooi-bergen
18
Blad nummer 40 — juni 2015
De Natuurbrug Zanderij Crailoo In het kader van het veldwerk ecologische hoofdstructuur werden de natuurgidsen in opleiding uit Bergen en Alkmaar op zaterdag 11 april 2015 bij de Natuurbrug Zanderij Crailoo verwacht. De ecologische hoofdstructuur of Natuurnetwerk Nederland is een samenhangend netwerk van bestaande en toekomstig te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland. De ecologische hoofdstructuur kan een belangrijke bijdrage leveren aan het behoud en de versterking van de biodiversiteit in Nederland. De ecologische hoofdstructuur is opgebouwd uit kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones. • Kerngebieden zijn natuurterreinen, landgoederen, bossen, grote wateren en waardevolle agrarische cultuurlandschappen die minimaal 250 hectare groot zijn. • Natuurontwikkelingsgebieden zijn gebieden met goede mogelijkheden voor het ontwikkelen van natuurwaarden, van nationale en/of internationale betekenis. • Verbindingszones zijn gebieden die kern – en natuurontwikkelingsgebieden als het ware aan elkaar knopen. Sinds juni 2013 geeft de overheid aan de Ecologische Hoofdstructuur de naam Nationaal Natuur Netwerk. De Zanderij Crailoo was ooit de grootste Gooise zandafgraving. De afgraving startte bij de aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort aan het einde van de negentiende eeuw. Men heeft gegraven tot 1970. In ecologische zin vormen de Naarderweg, de spoorlijn en het Railpro bedrijventerrein een geweldig obstakel. Vandaar de aanleg in 2006 van de imposante Natuurbrug Zanderij Crailoo. De Natuurbrug is met 800 meter lengte en 50 meter breedte het grootste ecoduct ter wereld. De brug verbindt het Spanderswoud en de Bussumerheide. De brug gaat over de provinciale weg 254, een spoorweg, het terrein van de Stapelplaats Crailoo van Railpro en een golfterrein. Er is een aparte strook voor dieren. Naast deze strook lopen een fietspad en een ruiterpad. Het Spanderswoud is 213 hectare, was vroeger een heidegebied. Tot ver in de achttiende eeuw weidden er schapen en werden er plaggen gestoken. In 1775 begon men met de afgraving van zand. Halverwege de negentiende eeuw werden er bossen aangeplant, deels productiebos. Mogelijk dat de naam ‘spander’ of ‘spaander’ uit die tijd komt. Op opengevallen plekken in het bos worden geen nieuwe bomen geplant. Omdat er meer licht op de bodem valt, krijgt zaad van planten, struiken en bomen kans te ontkiemen en uit te groeien. Dode bomen en takken mogen blijven liggen om als schuilplaats te dienen voor kleine dieren en als basis voor paddenstoelen en mossen. Het bos wordt aantrekkelijker voor vogels en kleine zoogdieren. Het Spanderswoud is een van de eerste bossen in Nederland waar deze beheersvorm is toegepast.
De Bussumerheide is 160 hectare groot en bestaat voornamelijk uit heide – en naaldbebossing. Dat biedt in het gebied een open gevoel. Uit onderzoek is gebleken dat alle grote zoogdieren uit de aangrenzende natuurgebieden al gebruik hebben gemaakt van de natuurbrug. We hebben het dan over ree, vos, haas, konijn en das. Eind 2009 is een stobbenwal over de gehele lengte van de natuurbrug aangelegd om extra dekking te bieden aan de reptielen. De aanleg van twee poelen geven de amfibieën meer ontwikkelingsmogelijkheden. U heeft de grootste kans ree en konijn op de natuurbrug te ontmoeten. Egel en bunzing volgen op enige afstand. Mol en das zult u sporadisch aantreffen. Deze soorten zijn in lage aantallen rondom de natuurbrug aanwezig. Het IVN biedt een wandeling over de Natuurbrug aan van ongeveer anderhalf uur. Onder leiding van Paul Boddeke startten wij de wandeling op de parkeerplaats bij Restaurant Robert aan de Bussumergrindweg, hoek Spanderslaan. Het was geen sinecure deze plek in onze eigen provincie te vinden. Dankzij de moderne technieken in de telecommunicatie, het mobieltje, konden de meeste natuurgidsen in spé naar de goede parkeerplaats in de schaduw van de zendmast van de Wereldomroep worden geloodst. Hoewel… een collega heeft deze plek niet kunnen vinden en deze interessante rondwandeling gemist! Wellicht zal het IVN Noord-Kennemerland in de handen wrijven met een zo groot aanbod aan toekomstige natuurgidsen, ruim 40, maar de groep was wel erg groot om de excursieleider goed te kunnen volgen, en…de herkenning van de vogels aan hun gezang leverde wel een zeer humoristische omschrijving op. We hoorden de boompieper, dus een pieper in de boom is een boompieper. Een pieper in het gras is een graspieper. Dan is een pieper in de duinen uiteraard een duinpieper. Verder heb je nog een pieper in de aarde, een aard(appel)pieper dus! U leest het goed, in onze natuurkennis is een goede progressie gemaakt. Als fervent wandelaar kom ik minstens één keer per jaar in dit gebied, samen met mijn vrouw, bij voorkeur in de maand dat de heide in bloei staat (augustus). In de eerste jaren van de Natuurbrug hebben we ook reeën ontmoet op de brug, maar telkens waren er ontmoetingen met deze prachtige dieren aan de noordkant van de brug. De aanwezigheid van sportvelden in de directe nabijheid maakt wel dat de natuurlijke stilte kan worden doorbroken door muziek en de stem van de microfonist. Bovendien raast het verkeer op de provinciale weg onder je door evenals de geelblauwe treinen van en naar Amsterdam.
❧❧ Ger Augustus.
19
Blad nummer 40 — Juni 2015
N atuurlijk Grafiek Terwijl ik dit schrijf, wisselt het weer van donker, dreigend bewolkt tot helverlicht zonnig. Het uiterlijk van de bomen, de planten, de vogels die overvliegen verandert voortdurend, er is veel te zien, kleuren in allerlei subtiele nuances en felle contrasten, vormen die we niet kunnen verzinnen. Geen wonder dat de natuur een onophoudelijke bron van inspiratie is voor veel kunstenaars. Op 12 juli komen kunst en natuur bij elkaar in de Grote Kerk in Alkmaar. Het Grafisch Atelier Alkmaar heeft voor twee maanden de beschikking over deze indrukwekkende ruimte om te tonen wat grafiek in huis heeft. Zondag 12 juli staat in het teken van natuur en grafiek. Er worden lezingen en interviews met kunstenaars gehouden, er is werk te zien van twaalf grafici die zich hebben laten inspireren door de natuur en er zullen twee IVN-wandelingen starten vanuit de kerk: om 13.00 uur en om 15.00 uur. De wandelingen gaan over Het Bolwerk en door De Hout en worden verzorgd door Ad Jansen. Kunstenaars en IVN-leden delen iets: oog voor details, voor verschillen in vorm en kleur en een registrerende blik, die de fascinatie voedt. Zo doen de etsen van Annemarie Petri denken aan bladzijden uit oude natuurboeken. Als een natuuronderzoeker tekent ze de prachtig gedetailleerde prenten, absurdistisch in hun samenstelling en romantisch in hun uitstraling. Beeldend kunstenaar Jadranka Njegovan heeft zelf als onderzoeker in de landbouw gewerkt. Zij zal vertellen over haar manier van kijken en denken, over orde en chaos, fascinatie voor de monocultuur en onze menselijke disconnectie met de natuur.
Jadranka Njegovan
Marian Vergouwen Maanlicht Lijnets
ons af. Het doet je afvragen hoe menselijk hún blik is. Ikzelf (Maria Kapteijns) zoek het kleiner: ik wil u graag meenemen in de absurdistische wereld van de vliegende insecten. Wist u bijvoorbeeld dat insectenvleugels zo snel kunnen slaan omdat resonantie een rol speelt? En dat dit de hoogte van de zoemtoon bepaalt?
Maria Kapteijns
Grafiek is een kunstvorm die tot stand komt door een drukproces, wat enkele specifieke mogelijkheden geeft. Zo is vernis-mou (letterlijk: zachte lak) een etstechniek waarbij structuren rechtstreeks in deze waslaag op zink overgenomen kunnen worden en vervolgens geëtst en afgedrukt. Dit geeft een heel bijzondere weergave van het uitgangsmateriaal. Marisa Keller zal op 12 juli een demonstratie geven van deze techniek met behulp van natuurlijke materialen en grassen. Ook geeft zij een presentatie van haar werk, waarin de natuur centraal staat.
Van de hand van Juul Rameau is het boek 101 papavers in één dag, een bijzondere uitgave van etsen, uitgaande van dat magische moment in de lente dat er plotseling Juul Rameau overal papavers zijn. Zij vertelt over deze studie naar de verschijningsvorm van deze bloem en de verschillende grafische mogelijkheden om het op papier te krijgen. Eveneens een mooi voorbeeld van concentratie en een scherpe blik zijn de etsen van Marian Vergouwen, die met uiterste precisie vogels weergeeft, vaak uilen. De gedetailleerd getekende uilen staren ons aan of kijken ongeïnteresseerd langs 20
Jops Jacobs Magical lifting up moment; prent Victoria cruziana blauw
Jops Jacobs heeft de vernis-mou tot een nieuw niveau getild (en een extreem formaat). We krijgen een opmerkelijk werk
Blad nummer 40 — juni 2015 te zien: een reusachtige afdruk van het enorme blad van de Victoria cruziana, een reuzenwaterlelie, een geschenk van de Hortus Botanicus. Jops vertelt hoe dit werk tot stand is gekomen, over hoe vondsten uit de natuur vanzelf tot etsen kunnen leiden en gunt ons een kijkje in haar herbarium.
Flip Lambalk
Ook in het werk van Flip Lambalk speelt het Noord-Hollands landschap een rol. Flip maakt gebruik van sjabloon-hoogdruk techniek om de sfeer en het horizontale ritme te vangen van het land, het water en de luchten. Zijn serie ‘berken’ benadrukt verticaal ritme en kleur. Jeanet Kingma Vlinders
Jeanet Kingma belicht hoe een vlinder en een vis hun weg en betekenis vinden in haar werk. Aan de hand van deze twee dieren onderzoekt ze hoe haar houtsneden en boeken zich tot elkaar verhouden. Ook Elsbeth Cochius neemt ons mee in haar proces. Haar voordracht wordt begeleid door een filmpje over struintochtjes door bossen en venen en beeldmateriaal over het werken met linoleum. Mogelijkerwijs bent u haar werk weleens letterlijk in de natuur tegengekomen: samen met Hedy Hempe bouwt Elsbeth installaties in het landschap, met natuurlijke materialen. Omdat de bouwsels vergankelijk zijn, worden ze vastgelegd in zeefdrukken en etsen. Door de eeuwen heen hebben kunstenaars aan natuurverschijnselen symboliek toegekend om daarmee andere betekenislagen te ontsluiten. Natuurlijk Grafiek toont hier mooie hedendaagse voorbeelden van.
Cees Smit
Cees Smit zal vertellen over een steeds verder uitdijend project met de titel Landschap zoekt maker: foto’s, etsen, lino’s en tekeningen, gemaakt langs de IJsselmeerkust tussen Amsterdam en Hoorn. Het landschap symboliseert de herinnering, de IJsselmeerdijk is een tijdbalk tussen “de zee” en het land, met de binnendijkse meren als restanten van vroegere dijkdoorbraken. Heden en verleden lopen hier door elkaar heen. Er gapen nog schelpen van vroeger langs het water, de laatste getuigen van de zee.
Lies Verdenius: Hiding under Lotus Litho
Lies Verdenius is met een kunstenaarsuitwisseling naar Japan geweest, gefascineerd door de cultuur en de technieken die kunstenaars daar ontwikkeld hebben. Zij zal vertellen over de relatie tussen washi kozo planten (waar papier van gemaakt wordt), tekeningen van lotusplanten en rubbings van hout. Op 12 juli zijn deze kunstenaars aanwezig, met uitzondering van Annemarie Petri. Zij zullen korte lezingen met filmpjes en ander beeldmateriaal verzorgen in de consistoriekamer van de Grote Kerk, een diversiteit aan verhalen en presentaties die zeker de moeite waard is. Het werk is nog een tijdje te zien tijdens de expositie in de kerk, waar het Grafisch Atelier Alkmaar gedurende de maanden juli en augustus wisselende tentoonstellingen verzorgt, aangevuld met diverse activiteiten. Reden genoeg om ook na 12 juli nog vaker binnen te lopen.
❧❧ Maria Kapteijns Naast de presentatie van ‘Natuurlijk Grafiek’ van de VOG platform voor grafiek, van 11.00 tot 17.00 uur in de Grote of Sint-Laurens Kerk, Koorstraat 2 te Alkmaar zijn er IVN wandelingen over Het Bolwerk en De Hout. Vertrek om 13.00 en 15.00 uur. Men kan zich opde dag zelf in de Grote Kerk aanmelden. Het is een onderdeel van de manifestatie van het Grafisch Atelier Alkmaar: GAA Druk Maken 2015. 21
Blad nummer 40 — Juni 2015
Vleermuizen, wat een beesten Belevenissen van een liefhebber Het zal een dertig jaar geleden zijn dat ik voor het eerst serieus in aanraking kwam met de wereld van de vleermuizen. Daarvoor was het een diergroep die ik als jong student wel kende van de bekende experimenten uit 1930. Daarbij werd ontdekt dat vleermuizen, die in een donkere kamer werden losgelaten, draden ontweken met behulp van ultrasoon geluid. Batdetector Elektronica heb ik van jongsaf aan leuk gevonden. Als twaalfjarige zette ik een radiootje in elkaar met een paar transistors en zo. Het blad voor de hobby-elektronica, Elex, las ik wat later ook. Daarin kwam ik een artikel met schema tegen van een zogenaamde Batdetector, geschreven door een Libanese student. Het was voor de tachtiger jaren nog leuk en er kwamen vleermuizen in voor. De schakeling was eenvoudig, met weinig onderdelen, maar de spoeltjes die er in voor kwamen kon ik niet wikkelen. Dit artikel was wel de trigger voor mijn vleermuizen-nieuwsgierigheid. Vanaf dat moment was ik op zoek naar schakelingen voor een detector. Toen internet dat mogelijk maakte, ging ik ongeveer twintig jaar geleden op zoek over de hele wereld. In California vond ik een eenvoudig schema bij Toni Messini uit Las Vegas. (Het staat nog steeds op het net!) Bij hem kon je het printje kopen en een ultrasone microfoon werd via internet in Houston, Texas gekocht. Na de hele zaak in elkaar gesoldeerd te hebben met de andere onderdelen, gekocht bij Radio Elco in Alkmaar (bestaat nog steeds), het apparaat aangezet. Het gaf geen enkel geluid. De pest in. Alles gecontroleerd. Er zat een soldeerfout in, zoals dat vaker voorkomt. De soldeerbout maar weer opgewarmd en de fout hersteld. Hobby in ontwikkeling De eerste waarneming in de achtertuin was een sensatie, hoewel ik toen alleen een serie tikken heb gehoord. Van een dwergvleermuis denk ik. Het was klein en dwarrelde snel door de struiken. Met dit apparaatje heb ik in de
dwergvleermuis (Pipistrellus_pipistrellus0)
foto´s: via Wikimedia Commons – 22
dwergvleermuis (Pipistrellus_pipistrellus0) foto: Barracuda1983 via Wikimedia Commons –
zomervakanties jarenlang een paar keer geluisterd zonder er meer mee te doen. Het leraarschap kost meer tijd dan de meeste mensen denken en gelijkgestemde belangstelling was er in mijn omgeving niet. Toen de stichting Oudorperhout was opgericht in 2011 kwam Hans Schouten, medeoprichter van de stichting, met het idee om eens te kijken of er vleermuizen in de Oudorperhout zaten. Hij kende iemand, Jan Wonderchem, die daar veel van wist en wel een excursie wilde geven. Zo gezegd, zo gedaan, en Jan heeft een groepje met het bestuur rondgeleid in ons eigen dorp. Excursies en werkgroepen Dan komt de zaak in een stroomversnelling. Jan kwam nog een keer en daarna konden we het zelf volgens Jan. Hij had heterodyne batdetectors waarmee je zelfs de soort kon vaststellen. Zo simpel was het niet, bleek later, maar we konden er na veel oefenen wel mee uit de voeten. Langzamerhand word je er steeds verder in gezogen en leer je een heel speciale wereld kennen met excursies in allerlei gebieden en bijzondere mensen. Bij excursies van het Noord-Hollands landschap heb ik veel geleerd van Carola van den Tempel, een onvermoeibare vleermuizenexpert en nachtbraker. Daar heb ik mijn oudleerling Bernard van Duijnen weer ontmoet. Van hem heb ik geleerd hoe je met de computer vleermuisgeluiden kunt determineren. John Scheepe vormde in het IVN een werkgroep ‘Vleermuizen’. Mijn vrouw Lineke kreeg ook belangstelling en expertise en werd coördinator van de werkgroep. Ook heeft ze met de werkgroep ‘Basisscholen’ mooie lessen over vleermuizen opgezet. De kinderen vinden het prachtig. Voor de toekomst van onze gevleugelde vrienden van groot belang. Als ze bekend zijn met de beestjes is er ook tolerantie en dus een betere bescherming. Om ons verder te bekwamen zijn we lid van de pas opgerichte werkgroep ‘Vleermuizen’ van het Noord-Hollands Landschap. Had ik hier dertig jaar geleden maar tijd voor gehad!
Blad nummer 40 — juni 2015 We geven samen met anderen regelmatig excursies, vooral in de Oudorperhout met zijn prachtige pastoorstuin. Oudorp is een mooi gebied om vleermuizen te scouten. De meeste natuur liefhebbende Oudorpers kennen de dieren van het dorp en de Oudorperhout van overdag. Het weidegedeelte met zijn grutto, tureluur en andere vogels. En de haas. Het dorp met meeuwen, een enkele boomvalk en natuurlijk de kauw. Maar wat er zich ’s avonds en ’s nachts afspeelt is slechts een enkeling bekend, maar minstens zo bijzonder als de natuur overdag. Stel u voor: een tafereel, een half uur voor zonsondergang. Een groepje belangstellende natuurliefhebbers wachtend voor de pastorie van de St Laurenskerk in Oudorp. Ze krijgen uitleg van de gids over de werking van de vleermuisdetector, een apparaat dat het ultrasone geluid van vleermuizen, dat wij niet kunnen horen, omzet in voor een mens hoorbaar geluid. Elke vleermuissoort heeft zijn eigen typische geluidspatroon en is daaraan meestal te herkennen. De wachtenden horen daar de rosse vleermuis die, hoog vliegend, in de buurt van de Saturnusweg fourageert. Zelfs als het nog redelijk licht is. Ze kunnen hem zien. Dan gaan ze de tuin van de pastorie in. Een gewone dwergvleermuis laat zich horen en even later zien ze hem fladderen. Of is het de ruige dwergvleermuis? Nog even goed luisteren. Een vrouwtje ruige dwergvleermuis is het in ieder geval niet, want die zijn al op weg naar de Baltische staten om daar aan de Oostzee hun tweelingjongen te krijgen en te zogen. Even later horen ze de tapdans van de laatvlieger, de grootste vleermuis in Oudorp. Die zijn nog goed te zien tegen de al donker wordende lucht. Als kleine bommenwerpers jagen ze over de excursiehoofden op de grote insecten. Na een korte wandeling over de Herenweg komt het gezelschap in de Oudorperhout. Ze zijn op weg naar het brede water achter de Oldenburg aan de rand van de Oudorperhout. Als er geen kroos op het water ligt, zijn er vast watervleermuizen. Als ze hun tikgeluid bij vijfendertig kHz laten horen, worden de zaklampen aan gedaan en zien ze de dieren vlak boven het water op insecten jagen. Hebben ze er nog geen genoeg van dan kunnen ze naar de eerste molen aan de Hoornse Vaart lopen en daar rustig gaan zitten. Misschien hebben ze geduld en geluk en komt de meervleermuis langs, snel, vlak boven het water van de Hoornse Vaart vliegend, op weg naar zijn voedsel. Dan gaan de mensen naar huis,voldaan en rozig. De vleermuizen blijven en eten hun buikjes vol en rond. De zevende Oudorper vleermuis, de gewone grootoor, hebben ze niet gehoord. Die heeft vandaag misschien weer op de zolder van de kerk gepoept. Ze krijgen hem nog wel een keer. Hoezo: ’s nachts is er in Oudorp niks te beleven? Tenminste zeven soorten vleermuizen alleen al laten van zich horen.
❧❧ Dirk Barendregt, bioloog
Heggenmus
Een bijzondere waarneming op het tuinpad
heggenmus (Prunella modularis) foto: A. Dunnock 2008 Wikipedia Communs In het vroege voorjaar zag ik in mijn tuin steeds een aantal heggenmussen scharrelen en hoorde hun luide gezang vanuit het topje van de nog kale krentenboom of een andere hoge zangplek. Tot op een dag de lieve kleine vogeltjes zich van een andere kant lieten zien. Ze werden concurrenten. Mannetjes en vrouwtjes vochten om elkaars genegenheid. Dagenlang vlogen ze elkaar met grote felheid achterna. De boom in en de tuin uit Dat het liefdesleven van heggenmussen niet bepaald over over rozen gaat, las ik op de site van vogelbescherming en in de Atlas van Noord-Hollandse broedvogels. Overspel is aan de orde van de dag. Mannetjes hebben vaak meerdere vrouwtjes en andersom komt ook voor. Ik volgde het gedoe van mijn tuinvrienden bijna dagelijks. Was verbaasd over zoveel agressief gedrag bij die kleine vogeltjes en was benieuwd naar de afloop. Zou het recht van de sterkste hier ook opgaan? Op een dag zag ik op het tuinpad twee heggenmussen. Een vrouwtje en een mannetje, dat was te concluderen uit het volgende gedrag. Want wat gebeurde er: het vrouwtje zat met haar staartje omhoog en haar achterkant naar het mannetje gekeerd en het mannetje was bezig iets heel zorgvuldig uit haar achterwerk te pikken. Het vrouwtje liet zich dit alles geduldig welgevallen en bleef rustig staan. Ik durfde mijn kijker niet te pakken, bang dat ik de ceremonie zou verstoren. Maar gelukkig zaten ze zo dichtbij , dat het met het blote oog, vanuit de kamer, ook wel goed te zien was. Na enige tijd (ongeveer een minuutje?) zijn ze weggevlogen. Hij met zijn “schone” vrouwtje . Hij had het sperma van zijn voorganger verwijderd en vond het nu zijn beurt om haar te bevruchten. Ik was getuige geweest van een intieme gebeurtenis uit het leven van de heggenmus. Nu zie ik vaak nog maar één heggenmus in de tuin. Zou dat het bewuste mannetje zijn en is het vrouwtje bezig hun eitjes uit te broeden? Daar ga ik maar vanuit.
❧❧ Gre Stelling 23
Blad nummer 40 — Juni 2015
Zandzuiltjes en Zandkorsten op het Strand Hoe ontstaan die? Bert Buizer Wanneer de wind aan het strand in de noordwesthoek zit en striemend het vel over je gezicht strak trekt en je ogen doet tranen, is er soms niet veel te vinden in het aanspoelsel, tenzij je op andere dingen gaat letten. Dit artikeltje gaat over zandvormen die ontstaan door het aan elkaar kitten van losse zandkorrels. De waarnemingen zijn gedaan in maart / april 2013 en 2015 ter hoogte van De Kerf, nabij strandpaal 32, iets ten noorden van Bergen aan Zee. Plakjes en zuiltjes Dat aaneengekitte zand kan verschillende vormen aannemen: plakjes, zo je wilt hele plakkaten, maar ook fraaie zuiltjes of piëdestals. De plakjes zijn maar een paar millimeter tot misschien een centimeter dik en tot wel tien bij tien centimeter of ze vormen grotere aaneengesloten plakken die heel kwetsbaar zijn. De zuiltjes zijn wel tien centimeter hoog en hadden een doorsnede die vanaf de basis variabel afneemt. Hierdoor ontstaan fraaie vormen, waarvan ik me afvroeg hoe deze tot stand zouden komen. Waardoor is dit zand zo aaneengekit? Figuur 1 laat een eenvoudig zuiltje zien, dat afgedekt is met een plastic dekseltje. Toen ik op de terugweg er opnieuw langs wandelde, was het vrijwel verdwenen. Dit zand was aaneengekit met zeewater en het dekseltje verhinderde de snelle verdamping ervan. De directe omgeving was toen al helemaal uitgedroogd. De foto laat duidelijk de geleidelijke overgang van nat naar droog (stuivend) zand zien. Zandstructuren die op deze manier tot stand komen, zijn geen lang leven beschoren. Zo’n dekseltje zorgt dan voor een (tijdelijke) uitzondering op deze regel. Ook onder schelpen of schelpfragmenten droogt het zand minder snel op. Het erodeert dan dus minder dan het sneller uitdrogende zand in de directe omgeving (zie ook De Moor, 2006). Op onderstaande foto zie je een foto dat een landkaart laat zien van aaneengekit zand. Het blijft dagenlang liggen, het zand in de omgeving en in de breuken (de ‘gaten’ op de foto)
‘Landkaartje’ gevormd door gekit zand, mogelijk als gevolg van eiwitschuim.
24
Zandzuiltje, nat gehouden door een plastic deksel.
van het plakkaat droogt uit en gaat verstuiven. Wat kan hier de kitstof zijn? Op de dag dat ik deze foto maakte stond er een stevige noordwesten wind, er was veel eiwitschuim op het strand dat voortdurend tegen de duinvoet aanwaaide. Later op de dag, bij een fel zonnetje, droogde het schuim op en er ontstonden dunne plakkaten van aaneengekit zand. Dit soort verhitting is ook in de zomermaanden te zien in de aanspoellijn: telkens wanneer er sprake is van eiwitschuim doet zich dat verschijnsel voor. Het is die tijd van het jaar echter meestal van korte duur, omdat de vele voeten van de badgasten de plakkaten al snel vertrappen. De laatste foto van dit artikel laat een klein ‘woud’ van zandzuiltjes zien; ik fotografeerde het tegen de duinvoet aan en was verbaasd over het grote aantal ervan en de vele vormen die er waren ontstaan. Sommige van die zuiltjes deden me denken aan het organisch gevormde beeldhouwwerk van de Brit Tony Gragg (http://www.sculpture.org.uk/artist/83/tonycragg). Toen ik een aantal dagen later weer op dezelfde plek kwam om de zuiltjes nogmaals te bekijken en te fotograferen, stonden ze er vrijwel allemaal nog. Het weer was drogend, het waaide flink, maar de zuiltjes hielden moedig stand. Hoe zou dat komen? Zo hoog tegen de duinvoet waren geen sporen van eiwitschuim te vinden en geen plakkaten zoals hiervoor beschreven. Bovendien: hoe dik zouden ‘plakken’ zand wel niet moeten zijn om na erosie deze zuilvorm aan te nemen? Noch water noch eiwit lagen voor de hand als kitstof. Hoe nu verder met het zoeken naar een verklaring? Noch
Blad nummer 40 — juni 2015 De Moor noch Minnaert gaven enige houvast maar het was het boeiende boek van Pilkey e.a. dat me op het juiste spoor zette. De zone van het strand, die zo hoog tegen de duinvoet is gelegen en waar de zandzuiltjes werden waargenomen, staat permanent onder invloed van zeer fijn verneveld zeewater, dat vrij komt in de branding.
bepalen. Echter, toen ik dat bedacht had en ik terug ging naar de plaats aan de monding van De Kerf, waren alle zuiltjes verdwenen. Wie vindt de volgende serie van deze intrigerende zandsculpturen?
Het proces Deze zoutwaternevel, die ook wel ‘saltspray’ wordt genoemd, slaat neer op de bodem. Het water daaruit verdampt maar het meegevoerde zout blijft achter. Ook incidentele overspoeling met zeewater kan natuurlijk zout aanvoeren. Het zout kan kristalliseren en daarmee de zandkorrels binden, een proces dat voor het eerst is beschreven in 1966 door Yasso en waarvoor hij de naam ‘salcrete’ heeft bedacht. De oorspronkelijke beschrijving van dit verschijnsel geeft aan dat het ging om dunne, harde zandkorsten en niet om zuiltjes zoals we hier beschrijven. Toch is het een aantrekkelijke gedachte om de oorsprong van de zandzuiltjes te zoeken in een verhitting ten gevolge van het uitkristalliseren van met name natriumchloride, de hoofdcomponent van zeewater. Een experimenteel bewijs zou geleverd kunnen worden door de zuiltjes als geheel te verzamelen, samen met omringend stuivend zand en het zoutgehalte van beide fracties te
Pilkey, Orrin H. e.a., 2011 – The world’s beaches. A global guide to the science of the shoreline. University of California Press, Berkeley. Minnaert, M., 1972 – De natuurkunde van ’t vrije veld. Deel 3. Rust en beweging (derde druk). Thieme, Zutphen. Moor, Guy de, 2006 – Strandgids. Het Vlaamse strand, geomorfologie en dynamiek. Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende. Yasso, Warren E., 1966 – Heavy Mineral Concentration and Sastrugi-Like Deflation Furrows in a Beach Salcrete at Rockaway Point, New York. Journ. Sedimentary Research 36 (3):836-838 (via Google Scolar).
Ter informatie:
Zandzuiltjes (‘piëdestals’) nabij De Kerf, mogelijk onstaan als gevolg van gekristalliseerd zout.
25
Blad nummer 40 — Juni 2015
In Memoriam Wilhelmina Gerarda Hund Begin maart overleed op 89-jarige leeftijd Wil Hund. Wil was een natuurmens in hart en nieren. Ze was een vogelaar! Ze heeft gewerkt bij natuurmonumenten in Utrecht en in Amsterdam was ze lid van de NJN en later van de KNNV. In 1983 is ze naar Heiloo gekomen samen met zus Rie en beiden zijn lid van de afdeling Alkmaar geworden. Hier heeft ze aan het begin gestaan van de toenmalige ‘Vuttersclub’,wat nu de Woensdaggroep is. Ongeveer 10 jaar geleden werd ze slecht ter been, maar ze is de verslagen met belangstelling blijven volgen. De laatste jaren liet het geheugen haar in de steek en ging haar gezondheid achteruit. In de ochtend van 7 maart is ze thuis rustig ingeslapen. ❧❧ Gea Bouma.
In Memoriam Adri van Veen Op 14 april jl overleed Adri van Veen. Adri is vele jaren lid van de KNNV geweest en heeft in die jaren bijna altijd deelgenomen aan de woensdagmiddagexcursies. Ook was zij vaak bereid een handje te helpen als de vereniging met een kraam op een vlinder – of paddenstoelendag vertegenwoordigd was. Het belangrijkste is wel dat zij een oprechte belangstelling voor de natuur had en dat wij dat met haar konden delen tijdens excursies. We zullen haar erg missen en we wensen haar nabestaanden veel sterkte toe. ❧❧ Marian van der Laan
26
Blad nummer 40 — juni 2015
Agenda KNNV Lezex Inlichtingen bij de voorzitter van LEZEX: Rob Monsees, 072-5894713. LEZEX staat voor: lezingen en excursies. LEZEX organiseert alle KNNV-lezingen, de twee door-leden-voorleden-avonden en vanaf nu per jaar vier dagexcursies: de lente-, zomer-, herfst – en winterexcursie. Daarnaast worden veel KNNV – activiteiten georganiseerd door de diverse werkgroepen, zie daar. Alle excursies worden ook vermeld in de Bladluis en op de website. Wanneer u de Bladluis, de digitale nieuwsbrief, niet ontvangt is uw mailadres helaas niet of onjuist bekend bij de ledenadministratie. Lezingen: altijd op woensdagen, aanvang 20.00 uur. In Wijkcentrum Overdie, Ruusbroechof 97, 1813 BG Alkmaar, 072-5402499. Zaterdag 13 juni: extra excursie naar de Crommenije, Uitgeest. Op zaterdag 13 juni is er een excursie georganiseerd naar de Crommenije onder leiding van Ab van Dorp, in het dagelijks leven werkzaam voor SBB. Er kunnen 20 deelnemers mee, graag aanmelden bij
[email protected]. Wie mee gaat: op 13 juni verzamelen om 10.00 op het parkeerterrein van jachthaven Zwaansmeerpolder/restaurant Havenrijk, adres: Lagedijk 41, 1911 MT Uitgeest. Aanvang 10.00 uur, duur ongeveer drie uur. Let op: Het wordt een excursie door (zeer) nat gebied, trek laarzen en oude kleren aan en doe kostbaarheden in een plastic zak. Een gedeelte van de tocht gaat over smalle planken, één stap ernaast en je zakt in de modder weg. Op veler verzoek gaat LEZEX dagexcursies organiseren. In principe vier keer per jaar, in de verschillende seizoenen. We zoeken gebieden op die qua flora en fauna interessant zijn. We willen zoveel mogelijk van openbaar vervoer gebruik maken. Zaterdag 15 augustus: zomerexcursie. De eerste excursie zal zijn op zaterdag 15 augustus. Evert Maarschall die het gebied goed kent, zal onze excursieleider zijn. We gaan dan met de trein van Alkmaar naar Zaltbommel en vertrekken om 8.26 uur vanaf station Alkmaar. In Zaltbommel huren we fietsen. Kosten 10 euro p.p.. We fietsen langs de zuidoever van de mooie rivier de Waal, over een autovrij fietspad richting Tiel. Onderweg zullen we beslist een paar interessante planten zien die bij de begeleidende flora behoren, zoals bijv. veldsalie en wede. Zwarte sterns en ooievaars kunnen we ook tegenkomen. We gaan een kijkje nemen in het natuurgebied: de uiterwaard van Hurwenen. Afhankelijk van het weer en de tijd kunnen we in overleg de route inkorten of langer maken. We zullen langs de noordoever terug fietsen naar Zaltbommel.
In verband met het huren van de fietsen graag tot 1 week van te voren opgeven bij: Gré Stelling, per email:
[email protected] of telefoon: 072-5647600 Woensdag 23 september Lezing over slootdieren door Frans van Bussel: De wondere wereld onder water. Onder water ziet de wereld er heel anders uit. De presentatie gunt u een kijkje onder water, naar de wonderlijke wereld van peddelende kevertjes en wantsen, kronkelende wormen en bloedzuigers, kokerjuffers, vraatzuchtige libellenlarven en schichtig wegschietende stekelbaarsjes. Hoe leven al deze diertjes in het water? Hoe zijn ze aan het leven onder water aangepast? Hoe bewegen zij zich voort en hoe zorgen ze voor hun nageslacht? U maakt kennis met wantsen, waterkevers, haften, libellen, kokerjuffers, bloedzuigers, platwormen en borstelwormen, schelpdieren en kreeftachtigen. Ook de larven van de genoemde soorten zullen in beeld komen. U krijgt een beeld van de ecologische samenhang van het slootleven. Er wordt ingegaan op de waterkwaliteit in relatie tot aanwezigheid van bepaalde soorten slootdieren. Frans van Bussel is voorzitter van de KNNV afdeling Zeist-Heuvelrug-Kromme Rijn.
Strandwerkgroep KNNV Regio Alkmaar
excursieprogramma juni-september 2015 Tenzij anders vermeld: aanmelden bij Henk Witte
[email protected] en verzamelen bij station Alkmaar-Noord, ingang oostzijde. Zaterdag 23 mei Goeree, 11.00 – 15.00 uur. Vertrek Alkmaar 9.30 uur. Zondag 14 juni Petten, 10.00 – 12.00 uur. Verzamelen bij het strandpaviljoen (met auto via Korfwaterweg). Aanmelden niet nodig. Vrijdag 10 juli Hargen aan Zee, 19.30 – 21.30 uur. Verzamelen op het parkeerterrein. Aanmelden niet nodig. Dinsdag 25 augustus Bergen aan Zee, 19.30 – 21.30 uur. Verzamelen bij strandopgang centrum. Aanmelden niet nodig. Zondag 20 september Zandmotor, strandopgang Monster, Molenweg, 12.00 – 15.00 uur. Vertrek Alkmaar 10.45 uur.
27
Blad nummer 40 — Juni 2015
Paddenstoelenwerkgroep ‘De Noordkop’ Excursieprogramma voorjaar-zomer 2015 Alle excursies vertrekken in principe om 10.30 uur, tenzij anders is vermeld, en eindigen om ongeveer 16.00 uur, afhankelijk van het enthousiasme en de hoeveelheid paddenstoelen. Als bij excursies OPBELEXCURSIE! staat wil dat zeggen dat deelnemers de excursieleider de avond voor de excursiedatum tussen 18.00 en 20.00 uur moeten bellen om zich aan te melden ivm vervoer. Onder slechte omstandigheden kan de excursieleider besluiten om de excursie niet te laten plaatsvinden of naar een ander gebied te verplaatsen. Van de deelnemers aan de excursies van de Paddenstoelenwerkgroep wordt verwacht dat zij zich aan de aanwijzingen van de excursieleider(s) houden. Het verzamelen van paddenstoelen voor nadere studie dient zo bescheiden mogelijk te gebeuren; eventueel losse en niet verder benodigde exemplaren worden liefst onopvallend in het terrein teruggeplaatst. Er worden geen paddenstoelen verzameld voor consumptie. Er wordt van uit gegaan dat deelnemers zich conformeren aan het plukstandpunt van de Nederlandse Mycologische Vereniging. ( www.mycologen.nl ) In principe zijn de excursies, in overleg met de excursieleider, voor iedereen toegankelijk. Deelname geschiedt volledig op eigen risico. Van de excursieleider(s) wordt verwacht dat hij/zij zelf voor de benodigde vergunningen zorgen. De excursie deelnemers geven de namen en bijzonderheden van de eventueel voor nader onderzoek meegenomen paddenstoelen door aan de coördinator. Hiervan wordt een soortenlijst samengesteld en doorgestuurd naar de excursie deelnemers.
Zaterdag 23 mei Excursie naar het Robbenoordbos. Verzamelen om 10.30 u. aan de noordkant van station Alkmaar Centraal of om circa 11.00 u. aan het eind van de Sluitgatweg bij de Radio-TV zendmast (deze mast is vanaf de A7 goed te zien). Opbelexcursie in verband met vervoer. Tel. 0629299052 Leiding Martijn Oud. Zaterdag 27 juni Excursie naar ’t Oude hof te Bergen(NH). Ook dit jaar struinen we de lanen af op zoek naar alles wat van onze gading is. Vertrek 10.30 u. Verzamelen op de parkeerplaats op de hoek Meerweg/Sluislaan met de coördinaten 108,3/519.9 Leiding Martijn Oud. Zaterdag 25 juli Excursie naar de Wilhelminalaan Alkmaar of naar Het Korfwater in de duinen bij Petten. Hangt er van af of het droog weer is geweest en er genoeg paddenstoelen te verwachten zijn. Vertrek 10.30 u. vanaf de noordkant van station Alkmaar Centraal of om 11.00 u. op de parkeerplaats aan het eind van de Spreeuwendijk tegen de Hondsbossche Zeewering aan. Opbelexcursie i.v.m. vervoer en excursiebestemming. 0629299052. Leiding Martijn Oud. Zaterdag 29 augustus Excursie naar landgoed Elswout te Overveen. Beroemd vanwege zijn mosheuvels en zijn paddenstoelen. Vertrek 10.30 vanaf de noordkant van station Alkmaar Centraal of om 11.00 u. op de parkeerplaats bij de ingang van het landgoed. Adres Elswoutlaan 12 A Overveen. Opbelexcursie i.v.m. vervoer. 0629299052. Leiding Martijn Oud. Zaterdag 12 september. Excursie naar het Heilooërbos. Vertrek 10.30 u. vanaf de Kattenberg, schuin tegenover het landhuis Nijenburg aan de westkant van de Kennemerstraatweg. Parkeren in de berm van de Nijenburgerweg ten noorden
van het landhuis of aan het eind van de Westerweg /begin Komlaan bij tuincentrum Meijer. Leiding Martijn Oud. Zaterdag 19 september Excursie naar de staatsbossen van Schoorl alwaar we de Lovinkslaan aandoen. Verzamelen om 10.30 u. op de parkeerplaats voor restaurant Duinvermaak , einde Breelaan te Bergen(NH) Leiding Martijn Oud. Namens Paddenstoelenwerkgroep “De Noordkop” ❧❧ Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Insectenwerkgroep KNNV “Er wordt gewerkt aan de opvolging van Hans Nieuwenhuijsen als coördinator. Voorlopig zijn er alleen excursies op afroep.” Hans Nieuwenhuijsen (veldbiologisch secretaris), 072-5113975:
[email protected].
Plantenwerkgroep Plantenwerkgroep weer van start Vanaf begin mei tot eind augustus gaat de Plantenwerkgroep wekelijks op stap. Er wordt tijdens zo’n excursie een natuurgebied bezocht, een bijzondere berm bekeken, of wat gestruind door het stedelijk gebied, waarbij wordt geprobeerd om alle planten op naam te brengen. Het zijn dus echte inventarisaties. Er wordt een programma gemaakt voor de korte termijn. Op de website is het te vinden onder het kopje Plantenwerkgroep. Om mee te gaan met een excursie van de Plantenwerkgroep is het niet nodig om veel kennis in huis te hebben. Enthousiasme voor de rijke plantengroei in onze omgeving is voldoende.
❧❧ Pieter Korstanje
VWG Alkmaar Er zijn tot september geen lezingen.
EXCURSIES
6 juni Zuidlaardermeer e.o. 15 augustus Makkum e.o. Voor verdere informatie: zie vwg-alkmaar.nl
28
Blad nummer 40 — juni 2015
Maandelijkse IVN-wandel-
excursies en overige activiteiten Info via
[email protected] en aanmelden verplicht alleen voor de woensdagavondwandeling:
Elke eerste zondag van de maand
De Beverkoog, locatie van de natuurgidsencursus in Alkmaar. Ik woon in Haarlem, dus de eerste cursusochtend op tijd in de auto stappen, de tomtom instellen en rijden maar. Ik ga extra vroeg weg, je weet maar nooit…en na een aantal keren rijd ik zonder navigatie naar Alkmaar. Ik ben trots op mijzelf. Tja, maar dan ga je op excursie naar duingebieden, sloten, weilanden, enz. Tijdens deze ritjes heb ik veel van het Noord-Hollands landschap gezien! Menig keer kon ik de weg niet vinden. Ga bij de sloot linksaf. Waar is de sloot?? Links zie je een parkeerplaats. Geen parkeerplaats te bekennen!! Vervelend? Nee, ik heb veel gezien. Ik ben op plaatsen gekomen waarvan ik het bestaan niet wist. Ik heb genoten van het landschap, de duinweg naar Bergen aan Zee, de mist boven de weilanden, de vogels boven de snelweg. Zou ik het opnieuw doen? Absoluut! Ik geniet van ieder moment, inclusief het dolen door het Noord-Hollands landschap.
❧❧ Marja Fernando
een rasechte Haarlemse met een vleugje Alkmaar en omgeving. Noot: De natuurgidsen in opleiding van Alkmaar werden bij het Paddenpad verwacht voor een excursie. Tijdens de theorieavond hebben we Marja de weg uitgelegd. Op vrijdagavond komt een paniekerig mailtje: “Ik weet de weg niet meer!” Uiteraard zijn eenentwintig natuurgidsen in opleiding en minstens één opleider zo vriendelijk de route vanuit Haarlem naar de Meerweg in Bergen voor Marja op papier te zetten. Dat worden dus minstens twintig verschillende routebeschrijvingen! Op zaterdagmorgen startte de auto van Marja niet! Een afslag missen? De auto bleef gewoon stil staan. Opgetekend door Ger Augustus, medecursist.
✦✦ ✦✦
Wandeling Egmond aan Zee (van april t/m september): start bij het zwembad om 10.00 uur. Info: Hanneke Dam,072-5337601, PWN-duinkaart nodig. Wandeling Egmond aan de Hoef (oktober t/m maart): start bij Nachtegalenlaantje/Jachthuis om 11.00 uur. Info: Hanneke Dam,072-5337601. PWN- duinkaart nodig.
Elke tweede zondag van de maand
✦✦ Wandeling Schaapskooi Bergen, start om 10.15 bij de parkeerplaats Uilenvangerweg. Info: Jos Bos 06-15 06 52 49 ✦✦ Wandeling Alkmaar door de Egmonderhout (de Hoef ), start bij ingang Honkpad. Info: John Scheepe 06-45744777.
Elke derde zondag van de maand
✦✦ ✦✦
Wandeling Heilooër bos, start vanaf de Katten- berg aan de Kennemerstraatweg om 10.00 uur. Info: Immelien Kramer 072-5325110. Kornet/juttocht Bergen aan Zee (zomer: kornet trekken, winter: juttocht): start bij IVN-natuur centrum Parnassia om 10.00 uur. Info: Johan Eilering 072-5091972.
Elke vierde zondag van de maand
✦✦
Wandeling Alkmaar door de Rekerhout, start bij de kinderboerderij, Krielenzand 5, in de Rekerhout om 10.00 uur. Info: Gerard Bijman 072-5613318.
Laatste woensdag van de maand
✦✦
Avondwandeling Egmond Binnen, De Westert en De Bleek, van april t/m augustus, van 19.00 – 21.00 uur. Info en aanmelden: 072-5334948.
KLEDING Er zijn (komen) nieuwe IVN gidsen. Als er gidsen zijn die excursies leiden, kunnen zij IVN kleding krijgen. Nu is mijn vraag: Zijn er nog leden die IVN kleding hebben maar niet meer gebruiken? Willen zij deze kleding bij mij inleveren zodat deze weer gebruikt kan worden. Ben van Wees, Kerkedijk 13, Bergen 0725895187
29
Blad nummer 40 — Juni 2015
KNNV-IVN dinsdag – en woensdaggroepen Programma voor december 2014 t/m maart 2015.
Dit programma staat ook in de BLADLUIS. De excursies beginnen om 13.30 uur tenzij anders vermeld. Wanneer aan excursies kosten verbonden zijn, staat dat vermeld. Het is handig om een duinkaart van het PWN-gebied aan te schaffen en mee te nemen. Autobezitters die mensen mee willen nemen: graag melden via de mail.
Informatie: Voor dinsdag Jannie Nijman tel. 072-5615605, mailadres
[email protected]; V oor woensdag Marian van der Laan 072-5095345, tel. tijdens excursies 06 42 58 69 95, mail:
[email protected]. Zie a.u.b de website www.knnv.nl/alkmaar/woensdaggroep voor de meest actuele informatie
Dinsdaggroep 02/06
Bergen. De Voert/Mosselenbuurt. Wandeling met Gré Stelling.
09/06
IJmuiden Kennemermeertje, start parkeerterrein bij de Zuidpier (betaald parkeren). Met Michel Rühland.
16/06
Zwanenwater. Met Simon Kuitwaard en Gré Stelling.
23/06
Schoorl Duinweg 129, 1871 AH, parkeerplaats bij Manege Poelenburgh. Dennenorchissen met Piet Winder.
30/06
Verbrande Pan, start Herenweg, ingang Woudweg. Duinrozen met Simon Kuitwaard.
07/07
Wijk aan Zee, start weg naar Noordpier. Parkeren bij beelden/ staal aan zee. Met Michel Rühland.
14/07
Egmond aan Zee. Churchilllaan. Duinflora met Jannie Nijman.
21/07
Egmond-Binnen. Regge Sandersvlak, start Gasterij Nieuwe Westert. Oude Schulpweg 38 1935 EN. Met Jannie Nijman.
28/07
Wijk aan Zee. Parkeren bij Het Hoge Duin, Rijkert Aertsweg 50, 1949 BD. Zeedorpenlandschap.
04/08
Den Helder Mariëndal, Jan Verfailleweg 9-11,1783 BW
11/08
Vlasgat, Kleimeer met Gré Stelling.
18/08
Uilenvangersweg. Heide wandeling-
25/08
Egmond-Binnen. Regge Sandersvlak, start Gasterij Nieuwe Wester, Oude Schulpweg 38, 1935 EN Egmond.
01/09
Driehuizen, bootje huren bij Café De Vriendschap, 1844 KL
08/09
Den oever, parkeren bij de haven, vogels kijken.
15/09
Castricum, achter het station Geversduin.
22/09
Bergen aan Zee, parkeren rechtsaf bij Zeehuis rechtsaf bij de Verspijckweg/naar de kerf en via strand terug, stevige wandeling.
29/09
De Rijp, rondje Kerkepad.
Woensdaggroep 03/06
Alkmaar, Hortus Alkmaar. Themarondleiding “Giftige en mythische planten”.Adres: Berenkoog 37, 1822 BH Alkmaar, kosten: € 6 per persoon.
10/06
Castricum, het terrein van Dijk en Duin o.l.v. Michel Rühland. Parkeren: Duinenbosch 3, 1901 NT Castricum (Marelsdal).
17/06
Bakkum-Noord: natuurgebied “De Hooge Weide” o.l.v. Frans Zaal. Verzamelen bij het damhek aan het eind van het Karhok. Ingang Karhok: halverwege de Achterlaan te Bakkum-Noord.
30
24/06
Callantsoog, Zwanenwater, om 11.00 uur. Adres: Zwanenwater, Zuidschinkeldijk 3, 1759 JH Callantsoog. Halverwege de excursie houden we even pauze om boterhammen op te eten.
01/07
Wijk aan Zee, zeedorpenflora. Excursie o.l.v. Michel Rühland. Parkeren bij Het Hoge Duin, aanvang 11.00 uur. Adres: Het Hoge Duin, Rijkert Aertsweg 50, 1949 BD Wijk aan Zee.
08/07
Anna Paulowna, Kruiszwin, verzamelen bij De Poldertuin, Molenvaart 2, 1761 AJ in Anna Paulowna. Excursie o.l.v. Piet Winder.
15/07
Den Oever, Robbentocht. Verzamelen bij SWRW kantoor, Oostkade 3, 1779 GV, Den Oever. Boot vertrekt om 14.00 uur voor een tocht van ± 2,5 uur. Zeehonden, maar ook volop vogels. Aanmelden: SWRW 0227-51 29 70 (tot 21.00 uur), kosten €12.00 p.p. Dik aankleden aanbevolen.
22/07
Castricum, o.l.v. Michel Rühland op zoek naar de kruisbladgentiaan. Parkeren bij De Hoep, Johannisweg 2, 1901 NX aldaar.
29/07
Amstelveen, Thijssepark, en eventueel Landwehr-park en Heemkwekerij. Excursie o.l.v. Piet Winder. Om 11.00 uur bij de ingang aan de Prins Bernhardlaan aldaar.
05/08
Bergen aan Zee, excursie duinen en de Kerf o.l.v. Michel Rühland. Op de rotonde vanaf de Zeeweg rechtsaf de Elzenlaan op, bij de Verspijckweg rechtsaf en even doorrijden voor parkeerplaats. Bergen aan Zee: betaald parkeren, bij mooi weer erg druk.
12/08
Zuidoostbeemster, rondleiding door het Beemster Arboretum. Adres: Nekkerweg 67a, Zuidoostbeemster. Kosten €2.50 per persoon, voor de koffie.
19/08
Egmond-Binnen, plantenexcursie, gentianen o.l.v. Piet Winder, vanaf Gasterij Nieuw Westert, vroeger Anno Nu, Oude Schulpweg 18, 1935 EN Egmond-Binnen.
26/08
IJmuiden, Kennemerstrandmeer o.l.v. Evert Maarschall. Om 11.00 uur op het parkeerterrein direct na de slagbomen bij de Zuidpier van IJmuiden. (Betaald parkeren.).
02/09
Camperduin, een rondje om de Putten en een blik op het nieuwe strand.
09/09
Koedijk, Geestmerambacht. Parkeren bij het Vlasgat. Excursie o.l.v. Piet Winder.
16/09
Castricum, excursie naar de Zanderij o.l.v. Michel Rühland. Achter station Castricum de Geversweg op het duin in.
23/09
Callantsoog, naar het Nollenland van Abbestede, nadere info over verzamelplaats volgt.
30/09
Amstelmeer, haventje van de Haukes o.l.v. Piet Winder, start 11.00 uur. Verzamelen bij café de Postboot, De Haukes 16, 1778 KD Westerland.
Blad nummer 40 — Juni 2015
KNNV Werkgroepen
coördinatoren
IVN Werkgroepen
contactpersonen
Planten
Pieter Korstanje 072-5622278
[email protected] Pieter Korstanje 072-5622278
[email protected] Rutger Polder 072-5119939
[email protected]
Redactie Blad
Bastiaan Schuit 0646295592
Heemtuin Parnassia
Ton Schellevis 0226-452110 Hr. Melchior 072-5729282
Dinsdag
Jannie Nijman, 072-5615605,
[email protected]
Strandwerk
Woensdag
Marian van der Laan 072-5095345
[email protected] Jaap Cost Budde 072-5625499
[email protected] Hans Nieuwenhuijsen 072-5113975
[email protected] John Scheepe. 072-5645414
[email protected] Henk Witte 072-5895170
[email protected] Martijn Oud 06-29299052
[email protected] Bert Brussel 06 18674636 KNNVzoogdierenwerkgroep
[email protected]
Mossen
IJsvogel
Hybi
Insecten
Vlindertuin Groene Voet,
Strand
Paddenstoelen
Zoogdieren
Commisie Beheer Natuur – Centrum Parnassia Coordinator PR + website
Schaapskooi
Vogelwerkgroep Heerhugowaard Mussenwerk
Thea Scheepe 06-36201344
Natuurkoffer voor ouderen
Thea Scheepe 06-36201344
De Waarderhout
Bert van ‘t Hull 072-5710811 Wandelingen de Bleek Cocky van Engen 072-5334948 Wandelingen Egmonderhout John Scheepe 06-45744777 Wandelingen Heiloo Paul ten Have 072-5325110 Wandelingen in Egmond Hanneke Dam (uitgezonderd de Bleek) 072-5337601 Wandelingen Rekerhout
Van harte welkom bij IVNNKL Loes de Geus, Fons Homan, A.M Maathuis – van de Kasteele, Rob Knegt, Corrie Floris, Diana de Haan, J.E.M. Kappelhof. Wij hopen dat u zich snel thuis zult voelen bij onze vereniging.
Wandelingen Hortus Alkmaar Nascholing Natuurgidsen
❧❧ Het bestuur Veldwerk voor basisscholen KNNV verwelkomt de volgende nieuwe leden:
❧❧ Ruud Maarschall
KNNV
Emma Engelen, Annelies Zeegers, Saskia Janssen en Alma Leegwater. Dat jullie je maar snel thuis mogen voelen bij onze vereniging
Ton Schellevis 0226-452110 Johan Eilering 072-5069873 Frits Dijkhof 072-5896050 Ine Breukelaar 072-5895582 Ben van Wees 072-5895187 Hans Gerlich 072-5345342
Insectenmuur Vleermuizenwerkgroep
Gerard Bijman 072-5613318 Truus Ettema 072-5642502 Johan Eilering 072-5069873 Joop Ettema 072-5642502 Annemarie van ´t Hoenderdal 072-5621870 Floor van Splunder 072-5899713 Marinus Rintel Ton Schellevis Lineke Barendrecht 072-5111660
Vereniging voor veldbiologie Afdeling regio Alkmaar
31
Printwerk
Bestuur KNNV: Ruud Maarschall (voorzitter), 06-53456344;
[email protected] Marian van der Laan (secretaris), 072-5095345;
[email protected] Tineke Broersen (penningmeester), 072-5155835;
[email protected] Hans Nieuwenhuijsen (veldbiologisch secretaris), 072-5113975;
[email protected] Bert Brussel (PR), 06-18674636;
[email protected] Ledenadministratie: Marjolein Boersma 072-5894030 Eikenlaan 21, 1861 GV, Bergen;
[email protected] Beheer KNNV-materiaal: Jannie Nijman, 072-5615605;
[email protected] Website KNNV: www.knnv.nl/alkmaar Contributie: € 30,50- (leden); € 12,00 (huisgenoten); €17,00 (jeugdleden) Bankrekening: NL55 INGB 0000 5194 35 t.n.v. KNNV afd. Regio Alkmaar. Oprichtingsdatum: 19 april 1918; KvK: 37125280
IVN afd. Noord-Kennemerland is een vereniging van vrijwilligers die zich bezighoudt met natuuren milieu-educatie. Door middel van excursies, exposities, themadagen, veldwerk, lezingen en cursussen dragen de IVN-ers op een zeer actieve wijze bij aan de IVN-doelstelling: streven naar een duurzame samenleving door zo veel mogelijk mensen te betrekken bij natuur, milieu en landschap. De afdeling leidt haar eigen gidsen op. Bestuur IVN: Johan Eilering (voorzitter), 072-5069873;
[email protected] Albertien Frans (secretaris/ledenadmin.),06-12408438;
[email protected] Jan van der Kaaij (penningmeester)06-55163533;
[email protected] John Scheepe (lid)
[email protected]
Website IVN: www.ivnnkl.net Contributie 2015 en 2016: leden: € 22,50; huisgenootleden : € 7,50 donateurs: € 7,50 Rekening ING: IBAN: NL29INGB 0001 6674 13 t.n.v. IVN afdeling Noord Kennemerland Oprichtingsdatum: 17 mei 1968; KvK: 40635172
Blad verschijnt 4 maal per jaar en is een uitgave van KNNV afdeling Regio Alkmaar en IVN Noord-Kennemerland Achtste jaargang nummer 40
Vormgeving en produktie Keat Kho Hans Egberts
Vereniging voor veldbiologie Afdeling regio Alkmaar
Indien onbestelbaar gaarne retour aan:
Redactie Marjolein Boersma Evert Maarschall Keat Kho Hans Egberts Bastaan Schuit Ger Augustus
De KNNV afd. Regio Alkmaar is een vereniging met ruim 200 leden die zich met enthousiasme bezig houden met de natuur in al haar verschijningsvormen. Ze richt zich al meer dan 90 jaar op natuuronderzoek, natuurbeleving en natuurbescherming. De moederorganisatie KNNV is een landelijke vereniging met 53 afdelingen.
Eikenlaan 21 1861 GV Bergen
ISSN 2210-416X
KNNV
Colofon