Het afbreken van de zwangerschap
Het afbreken van een zwangerschap is een ingrijpende gebeurtenis. U heeft met de arts besproken hoe de ziekenhuisopname zal verlopen. In deze folder kunt u het nog een keer nalezen. De folder is bedoeld om de gang van zaken rondom het afbreken van de zwangerschap te verhelderen en om u verder te helpen met een aantal praktische zaken. Aan het eind van de folder vindt u een begrippenlijst en een adressenlijst. Planning van de opname In een kort tijdsbestek moet u zich op deze opname voorbereiden. Thuis kunt u het een en ander regelen in verband met uw afwezigheid. Hierna wordt met u afgesproken op welke dag/datum de zwangerschap wordt afgebroken. Opname op het verloskamercomplex U wordt ’s ochtends tussen 8.30 en 9.00 uur verwacht op het verloskamercomplex van VUmc. Dit is locatie 8C. Voor u en uw partner is een kamer gereserveerd. De verpleegkundige die u begeleidt zorgt ervoor dat u zo min mogelijk geconfronteerd wordt met andere bezoekers van het verloskamercomplex. In de algemene folder Route en parkeren van VUmc vindt u meer informatie over de parkeermogelijkheden.
Praktische informatie • Neem makkelijk zittende kleding mee. • U hoeft niet nuchter te zijn. • Uw partner, familielid, vriend of vriendin kan gedurende de opname bij u op de kamer verblijven. • Er is voor één van hen een maaltijdservice. • Op de kamer is een telefoon en indien u dit wenst een televisie. • U kunt zich op de kamer vrij bewegen. • Toilet en douche zijn op de kamer. • U wordt begeleid door een verpleegkundige, een arts of verloskundige. • De verpleegkundige en de arts werken in drie diensten: dag-, avonden nachtdienst. U kunt dus met verschillende verpleegkundigen en artsen te maken krijgen. • De verpleegkundige heeft met u een kennismakingsgesprek, zij luistert naar uw wensen, geeft adviezen en legt de gang van zaken uit. Ook bespreekt zij met u, als u dit wenst, de mogelijkheid voor verdere opvang en geestelijke begeleiding. • De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, temperatuur en pols. De behandeling: • 36 uur voor de geplande datum krijgt u een tablet Myfegine® 200 mg te slikken. Dit tablet krijgt u via de polikliniek. Sommige patiënten voelen zich na het innemen van het tablet niet lekker en zijn wat misselijk. • Het innemen van het tablet Myfegine® 200 mg kan voor u een lastig moment zijn, vanaf dit moment is het afbreken van de zwangerschap begonnen. • Heeft u klachten na het innemen van de Myfegine® 200 mg, dan kunt u contact opnemen met de verloskamers van VUmc, telefoon: (020) 444 2181. • Op het verloskamercomplex brengt de arts de Cytotec® tabletten vaginaal in. De hoeveelheid en frequentie is afhankelijk van de duur van de zwangerschap. U kunt last krijgen van misselijkheid, braken, diarree, duizeligheid, koude rillingen, koorts, moeheid, pijn, gevoelige borsten en hoofdpijn. De klachten zijn per patiënte verschillend. • Soms werkt Cytotec® niet afdoende, de arts kan beslissen om over te gaan op Nalador®. Dit middel wordt via een infuus toegediend. • De duur van de behandeling is niet goed te voorspellen, iedere patiënte heeft een verschillende reactie op de medicatie. U kunt het beste rekening houden met een opnameduur van 24 tot 48 uur of langer. 2
• Net als bij een bevalling moet de baarmoedermond zich openen om het kind te laten passeren. Dit gaat gepaard met pijnlijke contracties die elkaar snel opvolgen. • Tijdens deze contracties kan bloedverlies optreden, dit is een teken dat de baarmoedermond open gaat staan. • Plotseling of soms ongemerkt kunnen de vliezen breken, het vruchtwater kan donker van kleur zijn. • Als u veranderingen merkt in het patroon van de contracties of een drukkend gevoel krijgt in de onderbuik, waarschuwt u de verpleegkundige. • Als uw kind geboren is, moet de placenta nog volgen. Bij één op de drie patiënten komt de placenta niet vanzelf los en moet deze onder narcose verwijderd worden. • Pijnstilling kan gewenst zijn, de verpleegkundige en de arts kunnen u hierover inlichten en adviseren wanneer u om pijnstilling kunt vragen. Hieronder volgt uitleg over de mogelijkheden van pijnstilling. Pijnbestrijding De pijn die u ervaart tijdens het afbreken van de zwangerschap varieert van menstruatiepijn tot heftige contracties. Soms zijn er pauzes tijdens de contracties, soms weinig. De pijn kan als zeer intens ervaren worden. Iedereen is zich daarvan bewust. De mogelijkheid tot pijnstilling is altijd aanwezig. Het is belangrijk dat u zelf tijdig aangeeft wanneer de pijn te heftig wordt. Hieronder volgt een uitleg over de mogelijkheden. - Morfinepreparaat door middel van een injectie in het bovenbeen: Het morfinepreparaat wordt via een injectie gegeven en heeft een sterk pijnstillend effect. De ergste pijn wordt minder, u kunt zich daardoor beter ontspannen of zelfs even slapen. Misselijkheid kan een bijwerking zijn. Het middel werkt twee tot vier uur. U kunt als het middel is uitgewerkt een nieuwe injectie krijgen. Wel moet u in bed blijven. Soms is uw bewustzijn iets verlaagd. Of dit prettig is of niet wordt door iedereen verschillend ervaren. Soms is iemand allergisch voor morfinepreparaten. Het is belangrijk om dit van tevoren aan te geven. - De ruggenprik (epidurale pijnbestrijding) Bij een ruggenprik wordt door de anesthesioloog via een dun slangetje (katheter) verdovingsvloeistof in de epidurale ruimte tussen de ruggenwervels gespoten. Hier lopen zenuwen die pijnprikkels van de
3
baarmoeder en de bekkenbodem vervoeren. Deze zenuwen worden tijdelijk, door een verdovingsvloeistof, uitgeschakeld. U voelt de pijn van de contracties niet meer. Het verloop van de ruggenprik: U krijgt extra vocht via een infuus. Dit is nodig om een daling van de bloeddruk te voorkomen. Uw pols en bloeddruk worden regelmatig gecontroleerd met behulp van bewakingsapparatuur. De anesthesioloog prikt terwijl u voorovergebogen zit. Daardoor wordt de ruimte tussen de ruggenwervels beter bereikbaar. U moet uw lichaam zo stil mogelijk houden. De huid op de prikplaats wordt verdoofd met een dunne naald, zodat u van de prik zelf weinig voelt. De anesthesioloog schuift een klein slangetje door de naald en komt daarmee tussen de wervels in de epidurale ruimte. Na de prik: Als de katheter is ingebracht, kunt u zich weer bewegen. De katheter wordt aangesloten op een pompje met verdovingsvloeistof. Waardoor u continu van pijnstilling voorzien wordt. Het duurt vijftien tot dertig minuten voordat u het effect merkt. Een klein percentage van de vrouwen heeft onvoldoende effect van de ruggenprik. U wordt regelmatig door de verpleegkundige gecontroleerd op bloeddruk, polsslag temperatuur en urineproductie en soms ook het zuurstofgehalte in uw bloed. Ook bekijkt hij/zij of de pijnstilling voldoende is. Voor- en nadelen van de ruggenprik op een rij gezet: De ruggenprik is de meest effectieve vorm van pijnbestrijding. U wordt goed bewaakt tijdens en na het inbrengen. De kans op complicaties is gering. Soms zijn er bijwerkingen van voorbijgaande aard: de bloeddruk kan dalen, hoofdpijn, krachtverlies in de benen, jeuk en een verminderde blaasfunctie. Deze klachten zijn goed behandelbaar. Soms is het niet mogelijk om een ruggenprik te krijgen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij gebruik van bloedverdunnende middelen, zoals Fraxiparine®. Ook is het belangrijk om te vermelden wanneer u allergisch bent voor morfinepreparaten en lidocaïne. Tot zover de informatie over pijnbestrijding. De verpleegkundige, arts en anesthesioloog zijn altijd bereid de informatie nog een keer met u door te nemen en toe te lichten.
4
De geboorte • Bij het breken van de vliezen en/of bij veel bloedverlies kan het zijn dat het kind geboren gaat worden. Sommige patiënten hebben een drukkend gevoel in het bekken gebied of darmen. • De arts zal u controleren door middel van een inwendig onderzoek. De arts zal beoordelen of er voldoende ontsluiting is, ook kan de arts voelen of de geboorte al in gang gezet is. Er zal gevraagd worden of u kunt meepersen. Vaak lukt dit en wordt uw kind spontaan geboren, soms moet er worden gewacht op meer uitdrijvende kracht van de baarmoeder. De arts en/of de verpleegkundige zullen bij u blijven om de geboorte te begeleiden. • Meestal overlijdt het kind tijdens de bevalling. Soms is het kind nog in leven na de geboorte, er is hartactie en er kunnen bewegingen zijn. Hiervan is het kind zich niet bewust en uiteindelijk zal het kind overlijden. • Na de geboorte moet de placenta volgen. Door de arts en de verpleegkundige wordt gelet op het bloedverlies en er wordt opgelet of de baarmoeder goed samentrekt. • Als de placenta geboren is, beoordeelt de arts of deze compleet is. Dat gebeurt door er goed naar te kijken en door middel van een echo van de baarmoeder. Alleen kort na de geboorte kan de arts zien of de baarmoeder leeg is. Als u veel bloedverlies heeft en/of de placenta niet compleet is, gaat u naar de operatiekamer voor het schoonmaken van de baarmoederwand (nacurretage). U krijgt een infuus en de verpleegkundige controleert bij u het bloedverlies, tevens worden uw bloeddruk en polsslag opgenomen. Dit gebeurt tot het moment dat u naar de operatiekamer gaat. Hier neemt de anesthesist samen met de gynaecoloog de zorg over. • Na de geboorte van uw kind en van de placenta, wordt u, als de situatie dit toelaat, even met rust gelaten. U kunt uw kind vasthouden, bekijken en aanraken. Zien en aanraken van het kind: Voor de meeste ouders is het een onwerkelijk dat hun kind levenloos geboren wordt. Het is moeilijk om een voorstelling te maken hoe het kind eruit zal zien. De verpleegkundige en de arts zullen u hierin bijstaan. Het zien, aanraken en vasthouden van uw kind is belangrijk voor het verwerkingsproces. Meestal is de werkelijkheid minder eng dan van tevoren verwacht. Op het moment zelf bestaat er vaak geen schroom meer.
5
Een voorspelde afwijking kan op het eerste gezicht niet altijd zichtbaar zijn. De arts kan u hierin bijstaan als u vragen hierover heeft. Het geven van een naam aan uw kind, voorkomt dat u het achteraf over ‘het’ of ‘de baby’ heeft. Als u het wilt, kan de verpleegkundige hand en voetafdrukken maken en dit op een kaartje verwerken, met naam, geboorte en overlijdensdatum er op. Het maken van foto’s door uzelf of door de verpleegkundige is een tastbare herinnering. De verpleegkundige zal uw kind op een gegeven moment in een kistje of mandje leggen. U kunt zelf ook een mandje meenemen. Dat geldt ook voor een omslagdoek, kleertjes en een knuffeltje. VUmc heeft mooie omslagdoeken. Als u wilt, kan de verpleegkundige uw kind hierin wikkelen. Onderzoek De arts zal u tijdens het polikliniekbezoek gevraagd hebben of uw kind onderzocht mag worden door middel van obductie. U krijgt hier zeker de tijd voor om over na te denken. Tijdens uw opname op de verloskamers wordt dit nog een keer gevraagd. Ook zal gevraagd worden om mee te doen aan chromosomenonderzoek, hiervoor krijgt u bedenktijd. Zonder uw toestemming vindt geen obductieen/of chromosomenonderzoek plaats. Het is goed om met de arts te overleggen hoeveel tijd u nodig heeft en hoeveel tijd geboden kan worden. De uitslag van het onderzoek kan belangrijke informatie geven ten aanzien van een mogelijk volgende zwangerschap. Mocht u geen toestemming geven voor obductie, dan wordt dit gerespecteerd. Wel bestaat er de mogelijkheid om de baby te schouwen en een babygram te laten maken (zie begrippenlijst). Wat gebeurt er verder met uw kind Begraven of cremeren: Onder 24 weken zwangerschapsduur: In Nederland bestaat een aangifte- en begraaf-/crematieplicht vanaf 24 weken zwangerschapsduur. U kunt aangifte doen bij de burgerlijke stand en uw kind begraven of cremeren, ongeacht de zwangerschapsduur. Als u geen aangifte wilt doen, maar wel wilt begraven of cremeren, dan krijgt u vanuit VUmc een verklaring mee voor de begraafplaats of het crematorium. 6
Ook is er een mogelijkheid om via VUmc uw kind te laten cremeren. Dit gebeurt met lotgenoten die in VUmc zijn geboren. Bij deze crematie kunt u niet aanwezig zijn. U kunt geïnformeerd worden wanneer de crematie heeft plaatsgevonden. Als u om geloofsredenen niet mag cremeren, bestaat er geen andere mogelijkheid via VUmc voor u. Boven 24 weken zwangerschapsduur bent u verplicht tot begraven of cremeren en tot het doen van aangifte. Een begrafenis of crematie gebeurt in de eigen omgeving eventueel met familie, vrienden of samen met uw partner. Het kan goed zijn voor de verwerking van de gebeurtenis. U kunt het zelf regelen of met hulp van een uitvaartverzorger. Aan begraven of cremeren en uitvaartverzorging zijn kosten verbonden. Soms vergoedt de uitvaartverzekering van de moeder een uitvaart van haar levenloos geboren kind. Vraag uw uitvaartverzekering of uw verzekeringsagent om advies. Tijdens de opname kunt u advies vragen aan uw begeleidend verpleegkundige. Uw kind afstaan voor wetenschappelijk onderzoek is een mogelijkheid. U kunt de arts om informatie en mogelijkheden binnen VUmc vragen. U kunt uw kind ook mee naar huis nemen om het vandaar uit te begraven of te cremeren. U krijgt van VUmc een verklaring mee. U kunt uw kind in uw armen houden of in een reiswiegje of mandje vervoeren. Weer thuis Ontzwangeren Ontzwangeren brengt emoties met zich mee. Vaak voelt u zich drie dagen na de gebeurtenis huilerig en labiel. Dit heeft te maken met het herstel van de hormoonspiegel naar de normale situatie. Hierbij komt voor u nog bij dat het verwerken van de zwangerschapsafbreking veel energie kost. Hierdoor kan uw herstel langer duren dan verwacht. Na de zwangerschapsafbreking treedt er bloedverlies op. Dit kan twee tot vier weken duren. Het bloedverlies is de eerste dagen ruim, de daarop volgende dagen tot weken minder. De afscheiding is dan roze van kleur. Gedurende deze periode adviseren wij om niet in bad te gaan of te gaan zwemmen. Douchen is wel toegestaan. Bij langdurig en heftig helderrood bloedverlies adviseren wij u contact op te nemen met de polikliniek of de verloskamers. Dit geldt ook bij koorts en heftige buikpijn. U wordt dan verder verwezen (nummers staan achter in deze folder). Twee tot drie dagen na de gebeurtenis kunt u melkproductie krijgen. Wij adviseren een strakke beha te dragen en eventuele koude kompressen 7
op de borsten te leggen. Zijn de borsten pijnlijk, dan kunt u paracetamol nemen. Bij sommige vrouwen helpt ook een warme douche op de borsten, waardoor er, zonder stimulatie, melk kan aflopen. Binnen één week is deze stuwing verdwenen. Dostinex® is een medicatie tegen deze stuwing, u kunt dit voorgeschreven krijgen. Dit werkt geldt alleen bij een afbreking na ongeveer twintig weken zwangerschap.
8
Nazorg vanuit VUmc Drie weken en acht weken na de behandeling komt u terug voor controle op de polikliniek. Voor u wordt ruim de tijd genomen. Tijdens de bezoeken wordt gekeken naar lichamelijk en emotioneel herstel van de gebeurtenis. U kunt altijd nog vragen om geestelijke bijstand in de vorm van maatschappelijk werk of een psycholoog. De gebeurtenissen worden doorgenomen en de gynaecoloog bespreekt met u de uitslag van de onderzoeken. Als uw kind een (erfelijke) aandoening had, bespreekt u met uw gynaecoloog de kans op herhaling. Eventueel kunt u verwezen worden naar een erfelijkheidsarts. Ook wordt met u naar de toekomst gekeken: is er nog een mogelijkheid om weer zwanger te worden en wanneer is dan de beste tijd. Dit zijn vragen die voor u belangrijk zijn. Nazorg thuis Uw verloskundige en huisarts worden door de arts van VUmc geïnformeerd. Dit gebeurt al voordat u het ziekenhuis verlaten heeft, per telefoon. Ook worden huisarts en verloskundige per brief op de hoogte gesteld van de gebeurtenis. De eerste week zal de verloskundige u bezoeken en controleren of het herstel goed verloopt. Als u geen verloskundige had, zal er een verloskundige die bij u in de buurt praktiseert, gevraagd worden om deze bezoeken te doen. Bent u bevallen boven de 24 weken zwangerschapsduur, kunt u via uw ziektekosten verzekering vragen of u in aanmerking komt voor kraamzorg. Tot slot Het verlies van uw kind is een ingrijpende gebeurtenis. Na verloop van tijd krijgt het een eigen plek binnen uw relatie, uw gezin en uw leven. Het is belangrijk om dat voor ogen te houden.
9
Begrippenlijst Doodgeboorte: - Het kind is overleden tijdens de zwangerschap of vlak voor de geboorte. Zwangerschapsafbreking na prenatale diagnostiek: - Tijdens de zwangerschap is onderzoek gedaan naar mogelijke aangeboren afwijkingen bij het ongeboren kind op chromosomale afwijkingen. - Tijdens de twintig weken echo is een afwijking bij het ongeboren kind ontdekt, er is verdere diagnostiek noodzakelijk. In beide gevallen moeten de ouders beslissen de zwangerschap af te breken. Dit is een ingrijpende en verdrietige beslissing. De arts begeleidt u in het proces. Obductie: - Onderzoek naar de doodsoorzaak of de afwijkingen van uw kind. Chromosomenonderzoek: - Chromosomen zijn dragers van erfelijke informatie. Soms kunnen chromosomen in het vruchtwater onderzocht worden Als het kind in de baarmoeder is overleden, is dit niet meer mogelijk. Na de geboorte kan chromosomenonderzoek gedaan worden uit weefsel van het kind. Schouwen: - Uw kind wordt door een hiervoor gespecialiseerde arts bekeken. Babygram: - Röntgenfoto van uw kind, hiermee worden bepaalde afwijkingen van het skelet gezien.
10
Adressen en telefoonnummers Telefoonnummers VU medisch centrum Afdeling 8c verloskunde, telefoon (020) 4442180/(020) 444 2181 Secretariaat Pastoraat en geestelijke verzorging telefoon (020) 444 3475 Mortuarium beheer VU medisch centrum telefoon (020) 444 4047 Begrafenisondernemers Firma de Jong telefoon: (020) 676 1337 De Ode, telefoon: (020) 419 0882 Uitvaartcentrum Zuid, telefoon (020) 646 0606 Islamitische begrafenis onderneming Meersorgh: telefoon: (088) 880 1234 Aangifte doen: Als u aangifte wilt doen kunt u terecht bij elk stadsdeelkantoor in Amsterdam. Het dichtstbijzijnde stadsdeelkantoor is Stadsdeel Zuid President Kennedylaan 923 Telefoon: 14020 / (020) 546 04464 Folders: Het verlies van een kind, tijdens de zwangerschap of rond de bevalling VUmc Obductie bij kinderen, onderzoek naar de doodsoorzaak VUmc Hulporganisaties: Landelijke zelfhulporganisaties Ouders van een overleden kind Zelfhulporganisatie van ouders van een overleden kind, die begrip en medeleven willen bieden aan lotgenoten. www.vook.nl (0900) 202 2723 Stichting Achter de Regenboog Biedt hulp bij verliesverwerking met kinderen en jongeren www.achterderegenboog.nl (0900) 233 4141
11
306230
Stichting Dilemma, onafhankelijke stichting met netwerk en deskundigen, waarbij ouders terecht kunnen met vragen rondom leven en dood van ernstig gehandicapte pasgeborenen en ongeborenen met ernstige aandoeningen telefoon: (030) 287 1900.
VUmc© maart 2014 www.VUmc.nl
12