De vereniging KKT is op 23 augustus 1972 opgericht en heeft tot doeI in Twente en daarbuiten de kennis en toepassing van Integrale Kwaliteitszorg en nieuwe management-tools te bevorderen en daarbij de menselijke factor uitdrukkelijk te betrekken. De vereniging kent drie soorten leden: bedrijfsleden, individuele leden en studenten. Ereleden: Dhr. M. Pot Dhr. G. Smeitink Bestuur: Rick Middel Kees Looijenga Piet Carol Wouter Bosman Henk Groefsema Johan Zemansky Gerard Berendsen Wouter van der Zee
Voorzitter Vice-voorzitter Secretaris Penningmeester Promotiecommissie Programmacommissie Opleidingencommissie Redactiecommissie
Het adres van het secretariaat is: Kwaliteitskring Twente p/a Ondernemingshuis Postbus 5503 7500 GM Enschede Telefoon 06 – 5085 0360 Fax 084 – 746 7518 E-mail
[email protected] Internet www.kwaliteitskringtwente.nl
1
Colofon KWALITEITSKRULLEN is het periodiek van de KKT. Oplage 325 exemplaren. Redactieadres: Kopij kan gestuurd worden naar het adres van het secretariaat of naar het volgende e-mailadres:
[email protected]
De vereniging telt de volgende commissies: Commissie Opleidingen: Gerard Berendsen (voorzitter) Peter Blankestijn Jieles van Daalen Jaap Hekkema Johan Roovers Het adres van het cursusbureau is: R. Marteijn Beethovenlaan 201 Almelo Telefoon: 0546 – 81 8249 Commissie Promotie: Henk Groefsema (voorzitter) Wouter Bosman Rick Middel Alfred Bonke Arno Naafs Olaf ter Haar
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Informatie over de Kwaliteitskring Twente
Commissie Programma: Johan Zemansky (voorzitter) René ter Horst Mieke van der Hout Sabine Koop Ab Meirik Bianca Peper Clemens Reinink Ruud van der Woude Commissie Redactie Kwaliteitskrullen: Wouter van der Zee (voorzitter) Egon Schreven Hans Romkema Erwin Frick
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 2
Van de voorzitter Op 23 augustus 2007 bestond de KKT 35 jaar. Om iets te schrijven over een kwaliteitskring die een respectabelere leeftijd heeft dan mijn eigen persoon, heb ik besloten om geen terugblik maar juist een vooruitblik te geven. Zoals u verderop in dit jubileumnummer kunt lezen, staan mijn voorgangers uitgebreid stil bij het verleden van de KKT. Eén van de meest essentiële en belangrijkste peilers van alle verenigingen en stichtingen is het activisme van leden die zich geheel belangeloos inzetten voor het reilen en zeilen binnen de vereniging of stichting. De KKT mag zich bijzonder gelukkig prijzen met een grote groep vrijwilligers die elke keer weer veel tijd en energie stoppen in het welzijn van onze kring. De verschillende kringmiddagen, netwerkdagen en activistenavonden die georganiseerd worden. De nieuwsbrieven, themanummers en website. Opleidingen en cursussen in een nieuw of oud jasje. De expertisegroepen. De welbekende kalender bij het aanbrengen van een nieuw lid. We mogen best met gepaste trost kijken naar alle activiteiten die we ondernemen en ontplooien. De KKT is volop in beweging dankzij haar leden en vrijwilligers, maar zal dit in de toekomst ook zo blijven? Persoonlijk zie ik de toekomst positief tegemoet, maar……. Vele verenigingen in Nederland zien een teruglopend ledenaantal, een lagere opkomst bij verschillende bijeenkomsten en een steeds kleiner wordende groep activisten. Eén van de veel gehoorde redenen is dat tijd schaarser wordt en de keuzemogelijkheden groter. Als gevolg daarvan wordt steeds meer gekeken naar de toegevoegde waarde van bijeenkomsten, activiteiten en inzet van en bij een vereniging. Deze trend en ontwikkeling geven vele besturen in het land de nodige hoofdbrekens. Hoe doorbreken we de ontwikkeling die hierboven geschetst is? Moeten we die wel willen doorbreken of moeten we er mee leren werken? Welke kant gaan we op met dergelijke netwerken? Hoe ziet de toekomst er uit voor verenigingen en stichtingen zoals de KKT? Eén van de factoren die het succes van een netwerk in hoge mate zal bepalen, is de gekozen focus. Vanuit de KKT hebben we natuurlijk van nature al een duidelijke focus op Kwaliteit en Kwaliteitsmanagement. Leden van de KKT hebben nu eenmaal affiniteit - op welke manier
dan ook - met deze twee begrippen. De KKT probeert daarnaast dit jaarlijks een extra verdiepingsslag of juist verbredingslag te geven door te kiezen voor een bepaald jaarthema in relatie tot kwaliteit en kwaliteitsmanagement. Persoonlijk denk ik dat dit een goede manier is om aan de ene kant een duidelijke focus in het aanbod en programma van de KKT te krijgen en aan de andere kant een breed ledenaantal kan worden bediend. Wel dient opgemerkt te worden dat sommige thema’s best langer dan een jaar leidend mogen zijn, aangezien je over sommige thema’s soms niet uitgepraat raakt. Je zou zeggen dat de KKT een aantal zaken voor wat betreft de focus al redelijk heeft ingevuld. Maar wat ik hier precies met focus bedoel, is - dat er onder de grote paraplu van de KKT - in de toekomst allerlei initiatieven ontstaan, worden ontwikkeld en ondersteund rondom een specifieke vraag, behoefte of expertise van een lid of leden. Deze leden moeten elkaar kunnen, maar vooral ook willen vinden in het netwerk. Binnen deze kleine focusgebieden komen leden bij elkaar om zich te verdiepen en te verbreden op een thema, waarbij men op een manier met elkaar communiceert om op die manier met en van elkaar te leren. Een goede combinatie van het “halen” en “brengen” overgoten met een sociaal sausje. Van de deelnemers zal een investering in tijd gevraagd worden, maar bij welk initiatief geldt dat niet? Belangrijker is de (mogelijke) toegevoegde waarde van dergelijke groepen voor het netwerk en het individuele lid. Een goed voorbeeld is de intervisiegroep die nu al een tijdje succesvol onder de paraplu van KKT opereert. Deze groep komt regelmatig bij elkaar en heeft een goede mix weten te vinden tussen halen en brengen van kennis in een laagdrempelige omgeving. Ik zie de toekomst van netwerken als een paraplu waaronder in alle zelfstandigheid, veiligheid en met bescherming van buitenaf in verschillende expertisegroepen van en door leden kan worden samengewerkt. Deze groepen worden gestimuleerd en ondersteund vanuit een bestuur die mogelijkheden biedt en aanreikt. Binnen deze groepen, met een duidelijke focus, is de vraag “What’s in there for me?” geen issue meer, want het zit omsloten in het ontstaan en bestaan. Maar komen deze initiatieven en expertisegroepen vanzelf? Nee! Er zullen
een spiegel voor te houden. De vraag is alleen: “Wil ik daarin een eerste noodzakelijke stap zetten om gelijkgestemden bij elkaar te brengen.” Blijkbaar is de beroemde uitspraak van John F. Kennedy “Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country” ook bijzonder goed toepasbaar op de KKT en elk ander willekeurig netwerk. Rick Middel Voorzitter KKT
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
bruggenbouwers nodig zijn, die geloven in een bepaalde problematiek of thema, tijd willen investeren, mensen bij elkaar brengen en discussie op gang willen en kunnen brengen. Waar kunnen we deze mensen vinden? Zijn ze schaars? Je zou het haast denken, maar ik weiger dit te geloven. Volgens mij schuilt er in ons allen een mogelijke bruggenbouwer. Wij allen hebben te maken met praktische problemen, vragen, behoeften en dilemma’s die we graag eens met collega’s, experts, lotgenoten of andere leden willen bespreken. Al was het alleen al voor een luisterend oor of om een keer
3
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 4
Van de redactie De Kwaliteitskring Twente KKT viert feest. Op 23 augustus 2007 was het precies 35 jaar geleden dat in aanwezigheid van 10 eerstemomentleden de oprichtingsvergadering werd gehouden. De KKT is in 35 jaar tijd gestaag gegroeid tot een vereniging met een ledental van ongeveer 200 personen. Elf jaar geleden was de toenmalige redactie van mening om voor het 25-jarig bestaan een jubileumnummer uit te brengen. Dat is een lijvig nummer geworden! En ook bij het 30 jarig jubileum in 2002 is een jubileumnummer van de KwaliteitsKrullen verschenen! Ofschoon diverse leden deze nummers kennen, is er natuurlijk ook een groot aantal leden voor wie dat niet het geval is. Met name om deze
reden heeft de huidige redactie gemeend om ook nu, bij het 35 jarig bestaan van onze Kring, een jubileumnummer uit te brengen. De opzet van dit nummer is in grote lijnen dezelfde als de vorige, aangevuld met 5 jaar nieuwe ontwikkelingen, ervaringen en anekdotes. Dit wordt onder andere geïllustreerd door hoe de voorkant van de Kwaliteitskrullen zich in de loop der tijd ontwikkeld heeft. Sinds 2006 leeft de papieren Kwaliteitskrullen alleen nog voort in de vorm van speciaalnummers, zoals het themanummer - waarvan er inmiddels twee zijn verschenen - en jubileumnummers. Tot slot wil de redactiecommissie iedereen bedanken, die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van dit bijzondere nummer. Wij wensen u veel leesplezier met deze duik in verleden, heden en toekomst van de KKT.
Inhoudsopgave Van de voorzitter................................................................................................................................. 2 Van de redactie................................................................................................................................... 4 Het ontstaan en de ontwikkeling van de KKT..................................................................................... 5 Eerste uitgave van de Kwaliteitskrullen............................................................................................ 10 De ontwikkeling van de voorkanten van de Kwaliteitskrullen........................................................... 11 Uit het archief................................................................................................................................... 14 Herinneringen van Harry Minkhorst (voorzitter KKT 1995-2005)..................................................... 16 Herinneringen van Kees Looijenga (voorzittter KKT 2005-2006)..................................................... 17 Verslag van de lustrumviering van de KKT....................................................................................... 19 Presentatie door Joop ter Haar..................................................................................................... 19 Presentatie door Bart Jan Krouwel............................................................................................... 21 Presentatie door Hennie van der Most......................................................................................... 22 Column ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’...................................................................... 24 Waar de KKT nu staat...................................................................................................................... 25 Ledenaanwas: 35 jaar ledenontwikkeling......................................................................................... 29 Jongens van de gestampte pot........................................................................................................ 30 Kwaliteit een uitermate krachtig virus............................................................................................... 32
Voordat op 23 augustus 1972 de oprichtingsvergadering van de Kwaliteitskring Twente plaatsvond, is er een briefwisseling geweest tussen de KDI, toen nog Kwaliteitsdienst voor de Industrie geheten, en de heer G. Smeitink, werkzaam bij de Koninklijke Machinefabriek Gebr. Stork & Co te Hengelo. In een brief van 20 april 1972 van de KDI staat te lezen dat “een aantal mensen uit uw omgeving” het plan heeft opgevat te komen tot een zogenaamde Kwaliteitskring. De KDI wil een dergelijk initiatief graag ondersteunen door bijvoorbeeld het verzorgen van één of meer lezingen en eventueel de administratieve organisatie op zich te nemen. In een brief van 23 juni 1972 heet het dat uit een enquête voor een Kwaliteitskring Twente blijkt dat een zevental mensen, die zich in de regio met kwaliteit bezighoudt, hiervoor belangstelling toont en dat de KDI dat een voldoende aantal vindt om met een kring van start te gaan. Tot degenen die belangstelling tonen, behoort naast Gerrit Smeitink ook Martien Pot, beiden nog steeds actief lid van de KKT. In het verslag van deze vergadering wordt vermeld dat er naast de heer R. Knaapen van de KDI, tien belangstellenden voor een kring aanwezig zijn en dat één persoon bericht van verhindering heeft gestuurd. Het verslag vermeldt onder andere verder dat besloten werd: 1. de kring Twente op te richten; 2. het voorzitterschap op toerbeurt te wisselen; 3. de voorzitter tevens gastheer te laten zijn; 4. de notulen of beter besluitenlijst te laten verzorgen door diegene die op de eerstvolgende vergadering voorzitter zal zijn; 5. op de agenda de eerstkomende tijd twee punten te plaatsen; - bedrijfsbezoek bij de gastheer en lezing hoe de kwaliteitszorg (daar) is georganiseerd - een onderwerp dat door de vergadering is gekozen als het meest interessante; 6. de vergaderfrequentie op eenmaal per maand te stellen, behalve in de vakantiemaanden 7. voor de volgende keer een lijst op te stellen van onderwerpen die in de belangstelling staan van iedereen en wel in volgorde van belangrijkheid. Op de vergadering van 27 januari 1976 wordt Jan van Beek als eerste vaste voorzitter van de KKT gekozen en een jaar later herkozen. Hij treedt op 24 februari 1979 als voorzitter af en wordt opgevolgd door Ad de Heer die op 6 mei 1981 de voorzittershamer aan Jan Roelofs
overgeeft. Er ontstaat in 1984 een conflict over de bestemming van de overschotten op de rekening van de kringactiviteit opleidingen. De commissie opleidingen wil er zelfstandig over kunnen beschikken, het bestuur vindt het een bestuurszaak. Jan Roelofs legt op 31 augustus 1984 het voorzitterschap neer. Tijdens een kringbijeenkomst op 5 september 1984 die in het teken van de bestuurscrisis staat, wordt een commissie van drie wijze mannen ingesteld: Rinus Marteijn, Richard Stoltenborg en Huug van Wingerden, die de opdracht krijgt een oplossing voor het gerezen conflict te vinden. Op de kringbijeenkomst van 13 februari 1985 brengt de commissie verslag uit. Vastgesteld wordt dat het bestuur eindverantwoordelijke is (uiteraard gedelegeerd vanuit de ledenvergadering) en dat de commissie opleidingen de bevoegdheid krijgt tot de besteding van een deel van de eigen financiële middelen. Wim During wordt tijdens die bijeenkomst tot voorzitter gekozen. Daarna komt de vereniging in rustiger vaarwater terecht. Wim During wordt op 20 september 1988 als voorzitter opgevolgd door Martien Pot, die op zijn beurt op 8 januari 1992 de voorzittershamer aan Wim Lokhorst doorgeeft. Op 13 september 1995 volgt Harry Minkhorst hem als voorzitter op. Harry Minkhorst is 10 jaar voorzitter van de KKT als hij tijdens de ALV in september 2005 de voorzittershamer overdraagt aan Kees Looijenga. Kees Looijenga wordt in september 2006 na een jaar voorzitter te zijn geweest (weer) vicevoorzitter van de KKT. Het voorzitterschap komt in handen van een enthousiaste jongeman, die tot dat moment, lid was van de redactiecommissie, Rick Middel.
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Het ontstaan en de ontwikkeling van de KKT
5
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Onderstaande is overgenomen uit de bijdragen van de oud-voorzitters aan het jubileumnummer bij het 25 jarig bestaan.
6
Ab Meirik (secretaris/penningmeester KKT 19761984): “De heer Maas van Tedeco introduceerde een door de secretaris te beheren “strijd kas”, om onkosten te kunnen betalen, zoals een attentie voor een gastspreker. Alle leden dienden jaarlijks daarvoor een klein bedrag te storten. Aldus geschiedde. In de bestuursvergadering met Jan van Beek was ons eerste hoofdonderwerp: “Hoe krijgen we meer leden?” We besloten met behulp van adressenbestanden waaronder de gele gids, zoveel mogelijk bedrijven in de regio aan te schrijven om kennis te nemen van het bestaan van de Kwaliteitskring Twente en zo mogelijk de kwaliteitsmanager af te vaardigen om zich bij ons aan te sluiten. De cursussen die door de inmiddels opgerichte Commissie Opleidingen werden opgezet sloegen goed aan. Met behulp van cursusmateriaal van de Kwaliteitskring Helmond, Philips Eindhoven en de inzet van de leden van de Commissie Opleidingen onder leiding van voorzitter Ad de Heer zijn de eerste cursussen georganiseerd. Al spoedig bleek dat de opleidingen (zonder winstoogmerk) de kurk werd waar de Kwaliteitskring Twente op ging drijven en de benodigde mogelijkheden en motivatie gaf om te groeien. Ook het bestuur breidde uit, Henk Meijer werd secretaris en ik hield me in het vervolg alleen met de “penningen” bezig, waarbij de omzet van de “strijd kas” schriel afstak tegen de gescheiden kas voor opleidingen! Het werd tijd om in 1978 naar de notaris te gaan om ons als vereniging te laten registreren.”
Jan van Beek (voorzitter KKT 1976 – 1979): “We structureerden de organisatie van de kring, creëerden een bestuur en werkcommissies voor promotie en opleiding, intensiveerden of legden contacten met de HTS (Hogeschool) Hengelo, de Hogeschool (Universiteit) Twente, de Kwaliteitskring Helmond en de Kamer van Koophandel en schreven bedrijven aan in heel Overijssel om hen op het bestaan van onze kring te attenderen. Ook werd een logo voor de KKT ontwikkeld; jawel hoewel al meer dan dertig jaar oud nog steeds up to date!”
Ad de Heer (voorzitter KKT 1979 – 1981): “Om de cursussen te geven, mochten we (voor een riks per avond) lokaliteiten van de Ir. Hofstedeschool in Hengelo gebruiken! We vonden enthousiaste (en voortreffelijke) docenten. We vergaderden af en toe (vooral
niet te vaak) in restaurant Ten Hoopen. Maakten afspraken met de belasting-inspekteur (in verband met het toch wel schamele docentenhonorarium). De KKT-trein kwam aan het rijden, mede dank zij goed georganiseerde en goed bezette kringbijeenkomsten en de “beide benen op de grond mentaliteit” van de “kringactivisten”. KKT had wat te melden! Gelukzalig in deze sfeer vertoevend kwam van het bestuur KKT “het verzoek tot mij” om de ontluisterende job van voorzitter KKT op mij te nemen. Vertegenwoordigers van de, inmiddels, diverse commissies (waaronder de commissie promoting) werden opgenomen in het bestuur. Ik zie weer de gezichten van activisten als Richard Stoltenborg (met snor) en Wim van Ipenburg (onze secretaris met “gulle” lach) opdoemen die zeer veel tijd besteedden aan het welzijn van de kring! Eén van de vele herinneringen die vooral de goede sfeer tijdens het pionieren en samenwerken weergeven, betrof de prachtige kringbijeenkomsten in het “home” van Meilink en de kringvisitaties door Rob Knaapen van het KDI aldaar! En de cursus die we organiseerden van “Charly Armstrong”. Hij kostte goud, ondanks dat de kring korting gaf op het cursusgeld! Maar wat hebben we daar gelachen. En wat te denken van het binnenhalen van het concept NEN 2646, ter becommentariëring door een werkgroepje onder leiding van Martien Pot. (Als lid van de commissie STACEK van het Ministerie van Economische Zaken, die in het kader van het Kwaliteitsplan deze norm lanceerde was ik apetrots op het ingeleverde commentaar van “mijn” kring! Wel de enige kring die commentaar leverde!!)” Jan Roelofs (…) (voorzitter KKT 1981-1984): “Ongeveer een maand voordat ik werd benaderd om Ad de Heer op te volgen, had ik een artikeltje geschreven over “een lange termijn plan voor de activiteiten van een Kwaliteitskring Twente”. Daarin pleitte ik er voor dat kwaliteitszorg zich meer moest richten op management, bedrijfsorganisatie en het wegnemen van de oorzaken achter de problemen. Kwaliteitszorg werd in die tijd nog hoofdzakelijk gezien als een vorm van inspectie, toezicht houden en voorkomen van fouten maken. Dat bleek ook uit de cursussen die in die tijd werden verzorgd door de commissie Opleidingen, waaraan ik meewerkte. Men dacht waarschijnlijk dat iemand met zulke opvattingen over samenwerken een goede voorzitter zou zijn en ik dacht dat ik vanuit die functie invloed zou kunnen uitoefenen
Twente en Salland en met de Industriële Kring Twente deelgenomen in de genoemde Stichting met het doel activiteiten te ontwikkelen die ertoe bijdragen dat Integrale Kwaliteitszorg in steeds meer Twentse organisaties tot leven zal komen. Op 8 januari 1992 geef ik tijdens de Kringmiddag bij de Grolsche Bierbrouwerij te Enschede de voorzittershamer door aan Wim Lokhorst.” Wim Lokhorst (voorzitter KKT 1992-1995): “De KKT was een bloeiende kwaliteitskring, één waar de leden toestroomden en financiën nu eens geen beletsel waren. Er was in die tijd een hausse aan certificeringen. Het kwaliteitsdenken ook bij de dienstverlenende ondernemingen kwam sterk op. Als bestuur trachtten we in die tijd klantgericht in te spelen op de behoeften van onze leden. We realiseerden ons dat groei niet een doelstelling was. Net als elk ander bedrijf zijn we ons gaan afvragen voor wie we het doen. Wat willen ze. In welke mate voldoen we al en in welke gevallen voldoen we nog niet aan de verwachtingen. Hoe kunnen we dat verbeteren, plan opstellen, uitvoeren, meten, bijsturen, etc. Uit eerder onderzoek was gebleken dat de leden in grote mate tevreden waren met het beperkte pakket aan diensten dat de Kring bood. We wilden echter niet alleen dat de leden tevreden waren. Nee, ze moesten gillend enthousiast worden. Het moest een KRING worden waarbij de leden over en weer bij elkaar over de vloer kwamen en de steun en toeverlaat van elkaar zouden worden. De rol van de Kring kon ondersteunend zijn. We zouden de middelen en waar nodig de mensen beschikbaar kunnen stellen. De middelen om dat te verwezenlijken, hadden we immers voldoende. Een gedachte was dat de leden elkaar in die korte tijd dat de kringmiddag duurde onvoldoende zouden leren kennen om daadwerkelijk met elkaar in contact te komen. Mede om die reden zijn zes thema groepen opgezet, waar de mensen samen met een deskundige onderwerpen konden uitdiepen, waarvan ze hadden aangegeven behoefte aan te hebben.”
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
op die door mij bepleitte verandering in kwaliteitsattitude.” Martien Pot (voorzitter KKT 1988-1992): “Tijdens de jaarvergadering op 20 september 1988 – waar ik de voorzittershamer aangereikt krijg - is onder andere omstandig gediscussieerd over de wijze waarop de KKT beter zou kunnen inspelen op de groeiende belangstelling voor kwaliteitszorg in dienstverlenende ondernemingen en instellingen. Besloten wordt een werkgroep dienstverlening in te stellen, die tot opdracht krijgt leden uit de betreffende sectoren te werven door middel van “selectieve acquisitie”! Een jaar later is de werkgroep omgezet in een vaste KKTcommissie, die tot 1993 is blijven bestaan en daarna samengevoegd is met de commissie promoting.” Op 20 december van dat jaar vindt in de Burgerzaal van het Stadhuis Hengelo een minisymposium plaats met als thema: meten en verbeteren van kwaliteit bij dienstverlenende activiteiten. De gemeente Hengelo is mede gastheer en een drietal gerenommeerde sprekers, B. van Luijk, W. van Mastenbroek en H. Vinkenburg laten hun licht op de aangegeven thematiek schijnen. Het symposium trekt grote belangstelling en is een doorslaand succes. Wat het evaluerend meten betreft laat (of liet?) de KKT zelf zich ook niet onbetuigd. Jarenlang is aan het eind van elke kringbijeenkomst de mening van de aanwezigen gevraagd over het onderwerp van de bijeenkomst, over het niveau, over het gehalte van de discussie, enz. Heel treffend stond op de enquêteformulieren: Uw medewerking is mede beleidbepalend. In het voorjaar van 1991 heeft de commissie Promoting onder de KKT-Ieden een enquête gehouden met het verzoek zich aan de hand van een aantal vragen uit te spreken over de wijze waarop zij hun Kring zien en beleven. De antwoorden laten weten dat het overgrote deel van de inzenders tevreden is met de Kring, met de activiteiten en met het clubblad Kwaliteitskrullen. Uit de opmerkingen is de trend te bespeuren: niet te veel theoretische beschouwingen, maar graag een pragmatische aanpak en discussie. Tijdens de jaarvergadering van 18 september 1991 wordt Wim Lokhorst als nieuwe voorzitter gekozen. Hij zal echter pas begin 1992 in functie treden. Het aantal leden van de KKT is inmiddels gestegen tot 183. Zeker vermeldenswaardig is ook dat op 24 oktober 1991 de eerste Twente Quality Award door de Stichting Kwaliteit Twente is uitgereikt aan de Hengelose Verenfabriek Bakker. De KKT heeft vanaf het begin in januari 1987, samen met de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
7
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 8
Bij het 30 jarig bestaan van de KKT in 2002 werd niet een apart jubileumnummer uitgegeven, maar in september van dat jaar verscheen er wel een bijzondere uitgave van de Kwaliteitskrullen. Ook nu voorzien van een apart logo op het voorblad. Dit nummer bevatte naast de “gewone” zaken zoals mededelingen en verslagen van bijeenkomsten, bijdragen van o.a. Geert de Raad, voorzitter van de Industriële Kring Twente en de Stichting Kwaliteit Twente met een beschouwing over de ontwikkeling van kwaliteit door de jaren heen, Jan Balk, directeur van het Instituut Nederlandse Kwaliteit met een verhaal over de specifieke rol van Kwaliteitskringen en die van de Twentse Kring in het bijzonder, Wilma van Ingen, algemeen directeur van de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente met een schitterend verhaal over “Kwaliteit is vertrouwen” en waarom de keurslager nooit zelf meer stamppot maakte en last but not least ”onze eigen hoogleraar” Olaf Fisscher, zoals hij toen werd gekarakteriseerd. Zijn “Wat koop ik d’r veur?” was een oproep om te blijven
meedoen aan de KKT en niet alleen maar te kijken naar de korte termijn persoonlijke winst die het lidmaatschap misschien zou kunnen brengen. Op 18 september 2002 werden de leden tijdens de Algemene ledenvergadering, welke in het kader stond van het 30 jarig bestaan verrast met een bijzondere inleiding door Marinus Knoope, de ontwikkelaar van “Ideal Coaching”. Zijn verhaal over hoe je als mens wensen om kunt zetten in realiteit, de Creatiespiraal”, scoorde zeer hoog in de waardering en sloot perfect aan bij het meer technische denken in modellen waar kwaliteitskundigen dagelijks mee bezig zijn. Het was min of meer een van de lijnen die de KKT toen had ingezet om meer aandacht geven aan de menselijke factor in Kwaliteitsmanagement. Iets waar bijvoorbeeld ook Olaf Fisscher in zijn bijdrage aandacht voor vroeg. “Meer en meer wordt duidelijk dat mensen het verschil maken” stelde hij. En hij vervolgde: “Als medewerkers en leidinggevenden gemotiveerd zijn, betrokkenheid uitstralen, respect tonen voor collega;’s en klanten, zorg hebben voor hun omgeving en trots zijn op hun organisatie kan het bijna niet stuk”, een stelling die nu 5 jaar later nog niets aan kracht heeft ingeboet!
35 jaar KKT heeft niet automatisch 35 jaar uitgaven betekend. De eerst gevonden uitgave in het archief leverde de volgende vondst op: “JAARGANG 0, NUMMER 0” uit 1987. Dit nul-nummer leverde veel interessante informatie op voor dit jubileumnummer. Het redactionele deel treft u onderstaand aan. Niet alleen bekende namen maar ook bekende thema’s passeren de revue. JAARGANG 0 NUMMER 0 DECEMBER 1987
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Eerste uitgave van de Kwaliteitskrullen
9
Ten geleide Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Kwaliteitskring Twente (KKT) op 9 september 1987 heeft er een uitgebreide gedachtewisseling plaatsgevonden over de mogelijkheden tot bevordering van de onderlinge kontakten tussen de leden. Omdat het aantal leden van de kring nog steeds blijkt toe te nemen en niet alle leden op alle bijeenkomsten kunnen komen (gelukkig maar, anders werden de logistieke problemen nog groter!) werd de suggestie gedaan een verenigingsperiodiek uit te gaan brengen waardoor de betrekkingen met en tussen de leden versterkt zouden kunnen worden en ook leden die slechts spaarzaam de kringbijeenkomsten bezoeken op de hoogte blijven van wat er in de KKT leeft.
stelt zich voor de verschijning van 6 nummers in 1988 te begeleiden, vaste “correspondenten” uit te nodigen voor de levering van de officiële verenigingsinformatie, de KKT-Ieden op te wekken kopij aan te dragen voor hun periodiek, aan het eind van 1988 te onderzoeken of het periodiek in een werkelijke behoefte voorziet en op grond van de resultaten van dat onderzoek voorstellen te doen voor de eventuele voortzetting in latere jaren.
Een KKT-periodiek dat op regelmatige tijdstippen verschijnt kan de communicatie tussen het bestuur en de leden en tussen de leden onderling vergemakkelijken, allerlei wetenswaardigheden op kwaliteitsgebied bevatten en wellicht aan de leden een forum bieden voor discussie over een of ander onderwerp dat met kwaliteit te maken heeft.
Echter KWALITEITSKRULLEN is een blad voor en door de KKT-Ieden zelf. Dus als u iets te melden of te beweren hebt dat voor de kring of voor de leden interessant, is (misschien hebt u wel een suggestie voor een andere naam van het blad), aarzel niet om contact op te nemen met één van de leden van het redactieteam. U kunt uw bijdrage ook rechtstreeks sturen naar: M. W . Florijn, Prins Bernhardpark 10a, 7524 RB Enschede, die als verzamelaar van kopij zal fungeren.
Het bestuur heeft mede naar aanleiding van de opmerkingen tijdens de ledenvergadering het besluit genomen te laten uitzoeken of een verenigingsperiodiek haalbaar is. Een initiatiefgroepje bestaande M. W. Florijn, E. W. Mengerink en M.C. Pot heeft inmiddels de handen uit de mouwen gestoken en..... zie hier: het eerste nummer van KWALITEITSKRULLEN ligt voor u. Het groepje dat zich nu redactieteam noemt, heeft zich bereid verklaard te proberen een verenigingsperiodiek van de KKT tot leven te brengen. Het team
In het eerste halfjaar van 1988 zullen 3 nummers verschijnen en wel ongeveer half februari, half april en half juni. De vaste correspondenten zijn intussen uitgenodigd en hebben toegezegd hun informatie (op tijd) aan te zullen leveren.
Het redaktieteam
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 10
De ontwikkeling van de voorkanten van de Kwaliteitskrullen “Vooruitgang is verandering”, maar “verandering is niet altijd vooruitgang”. Ervan uitgaande dat het goede wordt gekoesterd, valt bij een snelle analyse van lay-outs direct op dat de “krul” de tand des tijds heeft doorstaan. Een associatie met de naamgeving zal hier mede aan ten grondslag liggen. Op één uitgave na heeft de krul
altijd de vorm van “goed gedaan”, een waarde oordeel dus, een vergelijking met een norm: de basis van kwaliteit. Op bijna alle afbeeldingen zijn mensen afgedrukt; “kwaliteit maak je samen” is een bekende uitdrukking. Niet toevallig twee kernwaarden van de KKT.
11
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
12 jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Als kersvers redactielid heb ik mij - samen met de andere auteurs - op dit jubileumnummer gestort. Mijn historie van de Kwaliteitskring Twente gaat niet verder terug dan tot maart van het afgelopen jaar. Dus ik moet het niet van mijn “KKT-jeugd-herinneringen” hebben. Om deze reden ben ik voor dit nummer het archief ingedoken om te kijken of nog wat beeldmateriaal over oude tijden beschikbaar was. Bij een archief van een vereniging doemt bij mij al snel het beeld op van een stoffige zolder of vochtige kelder. In dit geval niets van dit alles. Het archief van de KKT is opgeborgen in het gebouw van het ondernemershuis waar ook de KvK en de IKT zijn gehuisvest. Dit is een vrij nieuw gebouw, waardoor het beeld van een stoffige zolder niet werd bevestigd. Bovendien was het archief al een keer opgeschoond
(waarschijnlijk tijdens de laatste verhuizing) dus het aantal ordners en dozen besloeg gelukkig niet veel meer dan een flinke archiefkast vol. Des te opmerkelijker vond ik de documenten en spullen die ik tegenkwam, behalve beeldmateriaal. Dit was helaas niet aanwezig. Afbeeldingen en foto’s in publicatiestukken en andere documenten zijn blijkbaar echt iets van de laatste tijd. De examenopgaven die ik bijvoorbeeld tegen kwam, waren nog met plaken knipwerk in elkaar gezet. Al bladerend door 35 jaar archief heb ik toch het volgende kunnen optekenen. Als eerste natuurlijk een kopie van een notariële akte. Helaas niet de originele uit 1972, maar wel een gewijzigde van 6 jaar later. Gelukkig staat ook hier de exacte oprichtingsdatum van 23 augustus 1972 in.
De eerste bladzijdes van een wijzigingsakte uit 1978.
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Uit het Archief
13
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Uit de archieven valt verder op te maken dat opleidingen van kwaliteitsspecialisten een belangrijke plaats in nam. Eén van de ordners gaf een overzicht van examens in de periode eind jaren zeventig, begin jaren tachtig (van de vorige eeuw wel te verstaan). De gestelde vragen zouden ook nu niet misstaan. Het opleiden op zich was ook een beheerst proces, hoewel ik geen statistiek daarover ben tegengekomen. Minutieus werden de aanwezigheidslijsten bijgehouden, contributies en uitgaven waren overzichtelijk weergegeven en vastgelegd. Ook de examenopgaven zijn in de archieven terug te
vinden. De nadruk in het kwaliteitsdenken lag nog vooral op AQL en statistiek, maar ook de eerste stappen naar proces gericht denken is al uit de vragen te destilleren. “Continue verbeteren” en “intern auditen” zijn duidelijk van latere tijden. Uiteraard heb ik niet het hele archief doorgeploegd, gelukkig werd mij in de laatste bestuursvergadering gemeld dat delen van het archief al een keer eerder waren opgeruimd anders was dit artikel waarschijnlijk te veel van het goede geworden.
14
Voorbeeld uit het Examen “Kwaliteitskunde I” uit 1980.
Toen ik in 1995 door Wim Lokhorst werd gevraagd om voorzitter te worden van de Kwaliteitskring Twente voelde ik mij zeer vereerd, maar dacht ook hoe ga ik dat doen? Ik was destijds bestuurslid door mijn voorzitterschap van de programmacommissie. Wim was een charmante man die ieder bestuurslid ruimte gaf voor zijn eigen inbreng en met een kwinkslag de vergaderingen leidde. Ik vond en vind de KKT een prachtige vereniging die veel betekent voor het kwaliteitsdenken in Twente. Er waren drie doelen die ik mijzelf destijds stelde als voorzitter. Eén was het instand houden van de warme menselijke verhoudingen binnen de vereniging. Ten tweede het innovatieve karakter van onze club. In Nederland staan wij aangeschreven als een kwaliteitskring die nieuwe ontwikkelingen vaak als één van de eerste oppikt uit de literatuur en deze vertaalt naar de praktijk. Dat is onze grote kracht de combinatie van theorie met de praktijk. De nauwe banden met de Universiteit Twente speelden daarbij een belangrijke rol. “Niets is zo praktisch als een goede theorie”. Mijn derde doel was om na mijn periode het voorzitterschap weer in goede handen achter te laten. Eind jaren ’90 hebben we goede zaken gedaan door de ondernemers in Twente (opnieuw) te interesseren voor kwaliteit. Dat is begonnen met het 25-jarig jubileum in 1997 waarbij de theatergroep Legende Education uit België de theatervoorstelling “Klanten klagen niet…zij zappen” voor ons speelde. In het kader van ons jubileum hebben we alle bestuursleden van de Industriële Kringen in Twente samen met hun partners uitgenodigd om deze voorstelling samen met de KKT-leden en hun partners te zien in de schouwburg in Enschede. En dat voor een symbolisch bedrag van 25 gulden. Dit bleek een daverend succes want deze captains of industry vonden de voorstelling zo leuk en leerzaam dat ze hun medewerkers ook hiervoor hebben uitgenodigd. Naast de geweldige promotie voor klantgericht denken en procesmatig werken leverde het twee uitverkochte voorstellingen op en een tevreden penningmeester van de KKT. De samenwerking met de Stichting Kwaliteit Twente kreeg hiermee tevens een nieuwe impuls. De SKT was een samenwerking tussen Kamer van Koophandel, Industriële kring en de Kwaliteitskring Twente die lezingen organiseerde en de Twente Quality Award 10 jaar heeft uitgereikt.
Naast de voostellingen in de schouwburg heeft de KKT een bedrag gedoneerd aan de leerstoel van Prof. Olaf Fisscher aan de Universiteit Twente voor het doen van onderzoek naar het lerend vermogen van organisaties in Twente. De resultaten van dit onderzoek zijn eind 1998 gepresenteerd in de publicatie “Lerende organisaties in Twente”. Ook was er in die tijd weer een opleving van het LOK het Landelijk Overleg Kwaliteitskringen. Om de zoveel jaren is er de behoefte om als kwaliteitskringen samen op te trekken en kennis uit te wisselen om na enige tijd weer te ontdekken dat we elk individuele kringen zijn met een eigen missie, cultuur en identiteit. In deze periode is er ook een geweldige facelift gegeven aan ons blad de kwaliteitskrullen. Elk nieuw verenigingsjaar kreeg de omslag een nieuwe kleur. En ook de inhoud werd kleurrijker met foto’s bij verslagen, artikelen en interviews. Medio negentiger jaren hebben we de KKTmissie opnieuw vastgesteld en kreeg de menselijke factor een belangrijke plek in onze missie. Er zijn inleidingen geweest met Albert Eussen en het begrip de BV IK deed zijn intrede. Er kwam steeds meer aandacht voor arbozorg en de menselijke factor bij het kwaliteitsproces. Hoe ondersteunt de factor mens Totale Kwaliteit? Totale Kwaliteit is de combinatie van “systems” en “passion”. Een bijzonder moment in ons bestaan was het 30-jarig jubileum bij het AKZO NOBEL Technology Center Hengelo, waarbij Marinus Knoope een inleiding hield over De Creatiespiraal. Een model om je (realistische) dromen uit te laten komen. Hij legde de nadruk op het menselijke aspect bij het realiseren van doelen. Je bent zelf baas over je wat je wilt bereiken. Zijn originele ideeën en humorvolle manier van presenteren zorgden voor een waardevolle bijdrage in het kwaliteitsdenken die middag. Met de name de “passionkant” wist Marinus Knoope hiermee inhoud te geven. Deze middag was ook Professor Harald Vorstman uitgenodigd, hij doseerde als eerste
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Herinneringen van Harry Minkhorst (voorzitter KKT 1995-2005)
15
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 16
kwaliteitsmanagement aan de Universiteit Twente. Voor mij extra bijzonder omdat ik bij Professor Vorstman ben afgestudeerd. Hij was de man van relaties, rekenschap en raakvlakken: de “systemskant”. “Wie is verantwoordelijk voor de juiste kwaliteit?”. Zo jammer dat hij maar één boek heeft geschreven en dat zijn colleges niet op band zijn vastgelegd. Prof. Vorstman heeft ook binnen de KKT en daarmee Twente zijn denkbeelden over de “systemskant” achtergelaten. Tijdens ons 30-jarig jubileum kwamen systems en passion samen in de personen van Marinus Knoope en Harald Vorstman. Bij de zoektocht naar een opvolger kwam ik terecht bij Rick Middel hij was bezig met zijn promotie op continuous improvement aan de Universiteit Twente. Een ideale opvolger die de contacten met de UT weer kan versterken. Maar hij wilde eerst promoveren. Kees Looijenga
Herinneringen van Kees Looijenga (voorzitter KKT 2005-2006) De Kwaliteitskring Twente viert haar 35 jarig bestaan. Natuurlijk is dat iets om bij stil te staan. Niet zo zeer omdat 35 jaar uniek is; tenslotte zijn er verengingen die langer bestaan. Wel is het goed om te beseffen dat er een groep mensen is die elkaar opzoeken om kennis te delen op het gebied van de kwaliteitszorg in de regio Twente. De vereniging heeft zich tot op de dag van vandaag nadrukkelijk op de Twentse regio gericht. De kringmiddagen worden vaak gecombineerd met een bezoek aan een bedrijf in de regio. En dat blijkt in al die jaren een krachtige formule. Het kunnen praten met gelijkgestemden, collega’s, is natuurlijk enorm belangrijk en waardevol. Maar het met eigen ogen aanschouwen hoe een ander de kwaliteitszorg aanpakt, is met geen boek of presentatie te evenaren. Ik raakte betrokken bij de KKT in een periode waarin het bestuur werd geconfronteerd met het aangekondigde vertrek van Harry Minkhorst. Harry had een lange staat van dienst in het bestuur van de KKT en met zijn vertrek zou onherroepelijk ook veel kennis en ervaring vervliegen. Harry kwam met een kandidaatvoorzitter: Rick Middel. Rick had echter te kennen gegeven eerst zijn promotie af te maken. Op verzoek heb ik daarom voor 1 jaar de voorzittershamer gehanteerd.
wilde voor een jaar de voorzittershamer wel tijdelijk overnemen. Want hij zat in een grote reorganisatie bij Thales Nederland BV, het voormalige Holland Signaal te Hengelo. Met Kees nu als vice-voorzitter en Rick Middel als voorzitter is er jeugdig elan, innovatievermogen en enthousiasme waarmee de KKT weer jaren vooruit kan. Vanaf deze plaats dank ik alle mensen met wie ik heb mogen samenwerken in commissies of bestuur. Ik heb er veel van geleerd. Het is opvallend dat na zoveel jaar aandacht voor kwaliteitsmanagement het onderwerp aan actualiteit niets heeft ingeboet. Ligt dit nu aan ons lerend vermogen of is leren toch een bewegend doel? Kwaliteitskring Twente gefeliciteerd met je 35ste verjaardag en nog vele jaren……..!
Het ietwat bedaagde imago van de KKT en het wegblijven van nieuwe, liefst jonge leden was eerder al reden voor het bestuur om een zoektocht te beginnen naar vernieuwing. Een aantal herinnert zich vast uit die periode de rapportages en discussies rondom de “spanningsbogen”. Met mijn aantreden in het bestuur kon ik meehelpen de resultaten uit de discussies om te zetten in concrete daden. In die periode hebben we veel zaken rondom de organisatie van de KKT aangepakt. Daar zijn een paar leuke voorbeelden van te noemen. Zoals de nieuwe website. Niet alleen is de layout aangepakt, maar ook het informatieaanbod is fors uitgebreid. Alle komende activiteiten, de verslagen van kringbijeenkomsten, gegevens van leden, gegevens over de opleidingen; het is allemaal overzichtelijk gepresenteerd op de website. Niet voor iedereen zichtbaar is dat ook het platform van de website is veranderd. Hiermee is het onderhoud een stuk eenvoudiger geworden en zijn er bijzondere mogelijkheden: de backoffices waar verschillenden groepen van leden met elkaar informatie uitwisselen, het aanmelden via de website en de enquêtes. Naast de website hebben we andere zaken in korte tijd geïntroduceerd: zoals de themanummers, de Digikrul en de
Daarmee wordt het voor komende bestuursleden weer wat eenvoudiger om in te stappen. Het aantal deelnemers aan de activiteiten vande KKT is de laatste tijd ongekend groot. Steeds meer leden ervaren de kring als een mogelijkheid in contact te komen met andere collega’s. De leden betrekken ook collega’s en andere relaties bij de activiteiten van de KKT, getuige het grote aantal introducés die we kunnen verwelkomen. Een aantal leden roept om ook informatieuitwisseling over de arbo- en milieuzorg via de KKT mogelijk te maken. Ook het maatschappelijk verantwoord ondernemen, nu sterk in zwang, is voor de KKT een mogelijkheid om toegevoegde waarde te bieden. Er zijn prachtige mogelijkheden voor de vereniging.
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
themagroepen. Het meest waardevol is geweest de heroprichting van de promotiecommissie. Zeker toen de penningmeester Wouter Bosman de notoire wanbetalers van de ledenlijst had geschrapt, bleek dat er meer promotie voor de KKT moest komen. De commissie ging vlot van start en met een klinkend resultaat. Het ledental groeit en dat is prettig voor een bestuur. Om het vervliegen van kennis in te dammen hebben we een huishoudelijk reglement opgesteld. Voor de leden niet direct van belang, maar voor het bestuur een belangrijk document waarin alle relevante afspraken, vaak gebaseerd op ervaringen uit het verleden, zijn vastgelegd.
De KKT is een Twentse schone van nog maar 35.
17
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 18
Verslag van de lustrumviering van de KKT Op 16 januari 2008 was er in het Arkestadion in Enschede de feestelijke bijeenkomst. Diverse sprekers gaven hierbij acte de présence. De aanwezigheid van de vele KKT-ers was voor de buitenwereld niet geheel onzichtbaar; de KKT-vlag wapperde aan de vlaggenstok voor het stadion, zoals bijgaande foto laat zien.
Geert de Raad vervulde directiefuncties bij Stork, Koninklijke ten Cate, de European Foundation for Quality Mangement en de Nederlandse Raad voor Accreditatie en is thans Voorzitter van het bestuur van de Industriële Kring Twente, de Stichting Kwaliteit Twente en de Stichting Hartcentrum Twente.
Dagvoorzitter van de jubileumbijeenkomst was de heer Geert de Raad. Hij leidde onder meer de paneldiscussie met de sprekers en de aanwezigen. Presentatie door Joop ter Haar Tijdens de jubileumdag van de KKT mocht Joop ter Haar, voorzitter van de raad van commissarissen van de OAD-groep de spits afbijten met een voordracht over zijn bedrijf - de Holtense OAD-groep - en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Wereldwijd verdient ongeveer 10% van de wereldbevolking direct of indirect aan toerisme. Jaarlijks gaan wereldwijd ongeveer 900 mln mensen per jaar op vakantie. OAD met een omzet van meer dan € 1 mrd per jaar behoort op de Nederlandse markt tot de grote spelers. De OAD is van oorsprong een busbedrijf. In het afgelopen decennium is de OAD uitgegroeid tot een bedrijf in de toeristenindustrie waarvan de omzet in het busbedrijf nog slecht 6% uitmaakt. Vlieg- en autovakanties vertegenwoordigen meer dan 90% van de omzet. De 230 Globe reiswinkels maken ongeveer de helft van het totale personeelsbestand uit. Voor een zelfstandige onderneming zoals OAD, is continuïteit belangrijker dan het maximaliseren van de winst. Niet afhankelijk van de aandelenmarkt, kan OAD daarom een lange termijn strategie volgen waarin duurzaamheid beter tot ontwikkeling komt. Naar de mening van Ter Haar zal de toeristenindustrie zich wel moeten richten op duurzaamheid. Immers
zonder natuur, strand en schone lucht is het slecht vakantievieren. Toerisme wordt beschouwd als iets overbodigs. Iets wat voor het dagelijkse bestaan kan worden gemist. Negatieve aspecten van toerisme vormen
daarom een extra argument om de branche niet te laten groeien of zelfs af te remmen. Als commissaris waakt Ter Haar daarom over een zo goed mogelijke invulling van het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Zijn Overijsselsche Autobusdiensten (OAD) was trendsettend bij alle vormen van bustoerisme. En ook bij vliegvakanties heeft de concurrent nu vaak het nakijken. In ca. 30 jaar heeft Joop ter Haar, voorzitter van de Raad van Commissarissen van de OAD Groep B.V., deze onderneming omgebouwd van een touringcarbedrijf tot de grootste onafhankelijke touroperator van Nederland, inmiddels met een omzet van meer dan 600 miljoen Euro en ca. 1400 medewerkers.
Direct na zijn introductie gaat Ter Haar in op de negatieve aspecten van het toerisme. Toerisme is voor een belangrijk deel ontstaan dankzij de ontwikkelingen in het vervoer. En vervoer is onlosmakelijk verbonden met brandstoffen en de uitstoot van CO2. Volgens Ter Haar is ongeveer 3 à 6% van de totaal CO2 uitstoot in de wereld toe te schrijven aan toerisme. Verdere gevolgen van toerisme zijn aantasting van de natuur. Bijvoorbeeld mooie kusten worden volgebouwd met hotels en koraalriffen worden aangetast door duikers. Primitieve culturen worden verstoord. Stammen die nog in het stenentijdperk leven passen zich razend snel aan. Andere gevolgen zijn drukte op wegen, denk aan de files op weg naar Zuid Frankrijk elke zomer. Aantasting van de waterhuishouding en misstanden door bijvoorbeeld sekstoerisme. Ter Haar volgt de klimaatdiscussie. Los van de meningsverschillen of daadwerkelijk sprake is van opwarming en of dit is te voorkomen door rigoureuze maatregelen bijv. invoering van kernenergie is geen reden om te gaan afwachten. Voor de toekomst gaat de OAD
De eigen reputatie speelt een belangrijke rol en wordt gebruikt om als voorbeeldfunctie te dienen in de branche en voor het beïnvloeden van de leveranciers. Alle touringcars moeten voldoen aan de ECO3 roetfilter eisen van de Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf. De gehuurde vliegtuigen moeten zoveel mogelijk uit nieuwe toestellen bestaan. Deze zijn uitgerust met zuiniger en stillere straalmotoren. Er wordt alleen samengewerkt met duikscholen die voldoen aan de “eco diving standards”. Een bekend fenomeen is dat de consument altijd voor het goedkoopste aanbod kiest. Dit maakt het moeilijk om de extra kosten van duurzaamheid door te berekenen. Dit fenomeen dwingt de onderneming tot creativiteit. Om de creativiteit van het personeel ten volle te benutten worden periodiek brainstormsessies georganiseerd. Vragen, verwachtingen en
oplossingen passeren de revue. Voorbeelden zijn: q Hoe kunnen wij CO2 arme vakanties aanbieden (zonder of met beperkte reizen). q Hoe om te gaan met zeespiegelstijging. Toerisme trekt juist veel richting kusten. q Tropische ziekten zullen zich verspreiden naar onze streken. Vrij verkeer van mensen (toeristen) kan daar onbedoeld aan bijdragen. q Warmer zeewater zal koraal aantasten en groei van giftige algen stimuleren. q De energieprijs zal stijgen waardoor verwegbestemmingen minder aantrekkelijk worden. q Een warmere middellandse zee zal meer kwallen tot gevolg hebben q Men gaat naar vakantiebestemming op hoger gelegen gebieden (bergen of naar polaire streken) q De zwemparadijzen bij hotels zullen (moeten) worden uitgebreid q Ontwikkeling van themaparken vlak bij huis. q enz. enz. De OAD is zich bewust dat de eigen organisatie het verschil kan uitmaken. Om het eigen personeel te blijven stimuleren is daarom een interne milieuprijs ingesteld, die jaarlijks wordt uitgereikt. De voordracht van de heer ter Haar illustreert hoe een onderneming als de OAD haar omgeving beïnvloed waar dat binnen haar mogelijkheden ligt en strategisch meer in termen van klimaatbestendigheid dan in klimaatneutraliserende richtingen denkt. Creëren van bewustzijn en mobiliseren van de medewerkers is de manier waarop de doelstellingen moeten worden bereikt.
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
daarom uit van een opwarmend klimaat. Om de hele organisatie daar bewust van te maken heeft de OAD haar mission statement aangepast op basis van de MVO. Er is een milieuverklaring opgesteld en een milieu coördinator aangesteld. Deze maatregelen hebben de volgende uitwerking gehad: OAD heeft “Green apple travel foundation” opgericht die zich onder andere bezighoudt met het behoud van koraal riffen. Sponsoring van de “Green Seat” (een organisatie voor de ondersteuning van onder andere een school voor AIDS-wezen in Zuid-Afrika, een school voor wezen van 2 tot 16 jaar in Thailand). In Zambia wordt het boerenambacht ondersteund met landbouwprojecten. Er lopen kinderprojecten in Indonesië, enz.
19
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 20
Presentatie door Bart Jan Krouwel Krouwel van de Rabobank begint zijn verhaal tijdens de jubileumbijeenkomst van de KKT met een anekdote. Hij vertelt dat zijn vrouw onlangs een vakantiereis naar Turkije begeleid heeft. Er werd in een bus (met aanhanger) gereisd. Hij had gevraagd waarom er niet in een zeppelin werd gereisd? Later in zijn presentatie wordt duidelijk wat Krouwel heeft met zeppelins. Bart Jan Krouwel, directeur Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is overtuigd van het belang van MVO. Hij gaat zover te stellen dat organisaties die geld willen verdienen niet meer om MVO heen kunnen. Er is geen keuze meer. Iedereen is persoonlijk en individueel verantwoordelijk! Dit standpunt betekent dat er anders gedacht en gehandeld moet worden dan tot nu toe vaak het geval is. Er is volgens Krouwel maar één manier om MVO in de praktijk te brengen: maatregelen dienen zich niet te richten op het gevolg, maar op de oorzaak. Hij geeft een voorbeeld. Om de CO2-uitstoot te verminderen, worden er bomen geplant, veel bomen. Als we zo doorgaan, duurt het niet lang of de hele wereld staat vol bomen. We reageren dus op het gevolg van onze CO2-producerende activiteiten. Maar waarom stoppen we niet met al die activiteiten? Laten we stoppen met het maken van auto’s die CO2 uitstoten. Als er geen CO2-uitstoot meer is, hoeven we ook niet meer te compenseren! De reacties op zo’n uitspraak zijn voorspelbaar. Iedereen roept dat dit niet kan. Natuurlijk wel, zegt Krouwel, als we maar innovatief genoeg zijn. Shell is daar bijvoorbeeld allang mee bezig, het ecotoerisme gaat ook in die richting. Wat betekent MVO voor de financiële sector? Vaak wordt in de financiële wereld gezegd dat “is onze rol niet”, die verantwoordelijkheid ligt bij de overheid. Krouwel is het daar niet mee eens. Volgens hem moet de private sector de initiatieven nemen, de overheid faciliteert. Hij ziet een model voor ogen waarin in de private sector - de meest belanghebbende - het initiatief neemt, op zoek gaat naar partners en in die groep keiharde afspraken maakt, inclusief straffen bij overtredingen. Als partners denkt hij niet alleen aan bedrijven (“zij hebben de macht van het geld”), maar ook aan NGO’s en overheid. Hij
Bart Jan Krouwel is sinds 1 augustus 1996 in dienst van Rabobank Nederland en vervult de functie van Directeur Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Hij heeft de titel van onderdirecteur Rabobank Nederland. In 2002 is hij uitgeroepen tot Milieuprofessional van het Jaar.
maakt twee kanttekeningen. De NGO’s worden over het algemeen gezien als lastpakken, en dat zijn ze ook. Maar Krouwel vindt dat je boeiende gesprekken met ze kan hebben. Hij ziet het maken met deze partners dan ook als een uitdaging. Afspraken maken met commerciële partners is om een andere reden niet altijd makkelijk. De Wet op de mededinging is een belangrijk obstakel. De Rabobank ziet als logisch gevolg van het duurzaam ondernemen de noodzaak om groene producten en diensten aan te bieden. Maar het is voor Krouwel ook duidelijk dat er geen idealisme bestaat zonder zakelijkheid. MVO is dan ook geen vorm van puur idealisme. Er zal altijd sprake zijn van een win/win-situatie. Hij noemt twee voorbeelden: de fiscale groenregeling (“werkt als een tierelier”) en de handel in CO2emissierechten. In beide gevallen wordt er geld zelfs veel geld - verdiend aan deze vorm van MVO. Krouwel geeft drie criteria waaraan verantwoord MVO moet voldoen. Ten eerste: wees frontrunner. Heb het lef om voorop te lopen. In een vroeg stadium wordt er meer geld verdiend dan later, als anderen hetzelfde gaan doen. Dan: benut de diversiteit in de consumentengroep. Klanten verschillen in hun denkbeelden en wensen als het gaat om bijvoorbeeld milieu. Maak er gebruik van. En tenslotte: wees slim, wees creatief en richt je bij je plannen op winst op lange termijn. De Rabobank heeft gekozen voor 100% groene stroom en loopt daarmee voorop. Maar er is wel een list verzonnen: de stroom wordt ingekocht bij boeren die met windmolens meer energie opwekken dan ze zelf gebruiken. De Rabobank heeft serieus werk gemaakt van verantwoord ondernemen door een directoraat MVO in te richten. Krouwel is zelf directeur, het directoraat omvat groepen wetenschappers die nieuwe producten en diensten verzinnen. Eén van de ideeën is de zeppelin. Krouwel vertelt enthousiast over de voordelen van het gebruik van het luchtschip, een vervoermiddel zonder effect op het milieu. Het is duidelijk: de zeppelin
De Rabo-man sluit af met opmerkingen over de ethische kant van MVO voor de bank. Investeringen kunnen een relatie hebben met wapenhandel, mensenrechten, het plat branden van bossen, enz. Het verband is vaak moeilijk te bewijzen, maar voor de bank geldt dat engagement van belang is (al zijn de commerciële mensen het daar lang niet altijd mee eens). Krouwel is een groot voorstander van blijven praten en overleggen over ethische kwesties. Dat maakt de kans op veranderen het grootst. Krouwel heeft met zijn verhaal een duidelijk standpunt gegeven over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hij stelt de zaken scherp en neemt heldere standpunten in. Het was inspirerend om naar hem te luisteren. Maar dat mag je misschien ook wel verwachten van iemand die zich al vele jaren met MVO bezig houdt. Presentatie door Hennie van der Most De afsluitende spreker van het drietal uitgenodigde gasten is Hennie van der Most, ondernemer pur sang. Dagvoorzitter Geert de Raad stelt hem voor en wijst daarbij op het recente initiatief van Van der Most om de werkeloosheid aan te pakken met een interessant banenplan, een idee dat zo’n vijf jaar geleden is ontstaan bij Van der Most. De Raad vraagt naar zijn ervaringen met de veranderende rol van de ondernemer in relatie tot de reguleringsdruk van de overheid. Van der Most begint zijn betoog met zijn rol bij de oprichting van een businessclub in het oosten van het land. De club bestaat uit zelfstandige ondernemers uit de regio (ondernemers die hij bestempelt als self made eigenaren van bedrijven, die dit eigenhandig van de grond af hebben opgebouwd). De club telt in totaal zo’n 400 leden met 100.000 werknemers en een gezamenlijke omzet van € 100 miljard. “Geld is een middel en geen doel om te ondernemen” zo predikt van der Most zijn lijfspreuk. Grote consortia, banken, investeringsmaatschappijen, headfunds zijn volgens hem allemaal voorbeelden van “zakkenvullers”, waarbij geldvergaring en machtswellust veelal samengaan.
De onlangs opgerichte businessclub heeft de laatste tijd veel gelobbyd in Den Haag. Vele gesprekken zijn gevoerd met (afzonderlijke) Kamerfracties aan de zogenaamde ondernemerstafel. Daarbij zaten steeds tien ondernemers uit de club aan tafel. Vele onderwerpen zijn ter sprake gekomen, onder andere successierechten en werkgelegenheidsvraagstukken. Het huidige aantal van 360.000 werklozen was daarbij een veelbesproken onderwerp. Van der Most verbaast zich erover dat veel ondernemers op zoek zijn naar werknemers, terwijl er bij de grote bedrijven zoals Corus, Unilever en Stork nu zoveel ontslagen te betreuren zijn. Nogmaals benadrukt hij de term “echte ondernemer”, die met niets begint en zijn bedrijf laat uitgroeien. Juist deze ondernemers leveren een significante bijdrage aan onze economie. Daartegenover plaatst hij de “oppasondernemers”, waarmee hij met name de banken bedoelt. Tot slot wijst hij op de “overname-ondernemers”, de equityfunds die na overname van een bedrijf vaak gaan reorganiseren om hun investering zo snel mogelijk terug te verdienen. Wederom geld en Hennie van der Most: van boerenzoon / klusjesman tot één van Nederlandse topondernemers, een inspirerend verhaal van vallen en opstaan, tegenwerking en doorzettingsvermogen. Hennie van der Most bouwde een imperium op bestaande uit onder andere staalbouw Van der Most, Partycentrum De bonte Wever in Slagharen, industriële Handelsondernemers Van der Most, Van der Most Verhuur Speelstad Oranje, Van der Most Research/ Creon BV, Preston Palace, de Koperen Hoogte en Kernwasser Wunderland GmbH .
macht dus. Van der Most is ervan overtuigd dat een “echte” ondernemer meer plezier in het ondernemen heeft en met meer gevoel het bedrijf leidt, ook met meer maatschappelijk engagement. Het plan om werkelozen weer aan een baan te helpen, waarbij kansen geboden worden om bij aangesloten ondernemers van de businessclub drie maanden te werken, slaat goed aan. In maximaal vijf perioden kan beoordeeld worden of de werknemer past bij één van de vijf werkgevers, ultimo resulterend in een contractverlenging bij één van hen. Indien na de vijf keer drie maanden nog geen zicht is op een verlenging moet ernstig betwijfeld worden of de werknemer überhaupt plaatsbaar is. Van der Most geeft aan dat elk kamerlid, waarmee gesproken is, enthousiast was over dit plan. Inmiddels is in samenwerking met CWI Enschede een proefproject gestart in die gemeente voor totaal 500 werkzoekenden. Van der Most is voorstander van repressieve
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
is een stokpaardje van Krouwel.
21
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 22
maatregelen in de vorm van korting op de uitkering bij structurele tegenwerking door de kandidaat. De slagingskans wordt volgens hem vergroot wanneer de behoefte van de werkgever goed is afgestemd naar de potentiële doelgroep, met andere woorden de ondernemer moet zijn vacante functie duidelijk en helder omschrijven. In het algemeen vindt van der Most dat er in ons land teveel “praters” en te weinig “handjes” zijn en dat verschil zal in de toekomst alleen nog maar toenemen. Hij pleit dan ook voor intensivering van technische opleidingen. In dat kader is hij momenteel bezig met het vormgeven van een nieuw plan. In overleg met CWI Hardenberg wordt onderzocht welke potentie er zit in het idee om een leegstaande school in die gemeente te gaan gebruiken als opleidingslocatie voor (langdurig) werklozen. De deelnemers leren weer wennen aan een dagritme en een concreet vak zoals metselaar of fietsenmaker. Daarbij zal een aanwezigheidsplicht gelden. De praktijklessen zullen bij voorkeur worden verzorgd door pensionarissen. De dagvoorzitter vraagt Van der Most of de politiek het korten op uitkeringen door zal zetten. Van der Most is hiervan overtuigd, het zal wel moeten. Op de vraag in hoeverre een ondernemer zijn eigen beslissingen maakt in de steeds veranderende wereld antwoordt van der Most dat een ondernemer tekens weer moet inspelen op wijzigende regelgeving. Er zijn namelijk veel te veel regels, die in feite werkverschaffing zijn voor het grote aantal ambtenaren. Van der Most heeft niet het idee dat er 25% van de regels is verdwenen, althans niet merkbaar in de praktijk. Hij heeft veel gelobbyd voor afschaffing van regels. Eenvoudige regelgeving is wel geschrapt maar strengere regelgeving is juist toegenomen, aldus Van der Most. Inmiddels heeft hij ook ideeën ontwikkeld omtrent het ontslagrecht. Voor nieuwe instroom in de
arbeidsmarkt zou een bepaald percentage van het loon, zeg 10%, opzij gezet moeten worden. Na maximaal drie jaar, waarin onbeperkte wederzijdse opzegging mogelijk is, wordt in overleg bepaald of de werknemer een vaste aanstelling krijgt bij een bedrijf. Is dit niet het geval dan krijgt de werknemer het opgebouwde potje geld mee, zie het als een handdruk. Een overgang naar bijvoorbeeld een concurrent zou afgedekt kunnen worden middels een verplichte betaling van de helft van het gevormde potje door de nieuwe werkgever. Hiermee wordt duidelijkheid gecreëerd en het bespaart de ondernemer tijdrovende en energieslurpende gangen naar de kantonrechter. Personeel is het belangrijkste aspect van een onderneming, ook om in te investeren. De toenemende invloed van equityfunds is zorgelijk volgens Van der Most. Hij licht dit toe aan de hand van het verhaal dat hij op het punt heeft gestaan om Preston Palace in Almelo te verkopen. De (desastreuze) consequenties die dit voor het personeel en het voortbestaan van het bedrijf zou kunnen hebben, heeft hem er uiteindelijk van weerhouden, ook was het commercieel voor hem erg lucratief geweest. “Je verkoopt niet het bedrijf maar het personeel met alle gevolgen van dien”. Van der Most haalt nog een aantal voorbeelden aan van bedrijven die de dupe zijn geworden van investeerders en na jarenlange gezonde bedrijfsvoering ten gronde zijn gegaan. Hij besluit zijn betoog met het feit dat 60% van onze economie drijft op zelfstandige ondernemers en dat hieraan een groot maatschappelijk belang wordt gehecht. Na de presentaties van de heren ter Haar, Krouwel en van der Most was er een warm en koud buffet. De aanwezigen lieten zich dit goed smaken.
Column “Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen” Op 16 januari 2008 heeft de Kwaliteitskring Twente zijn 7e lustrum gevierd met een bijeenkomst in het Arkestadion over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Wat de relatie van dat thema is met de doelstelling van de KKT ontging mij een beetje; het is natuurlijk een leuke aanleiding om ook vrienden buiten de KKT, namelijk de IKT, uit te kunnen nodigen het feestje mee te vieren, maar ik zou het bestuur van de KKT, waarvan ik het genoegen heb gehad daar zelf deel van uit te hebben mogen maken, op het hart willen drukken: “schoenmaker blijf bij je leest”. Laat het ondernemen aan de daartoe verantwoordelijken
over en zie er wel vooral op toe dat dit door de beugel van de kwaliteitszorg kan. Dat hoeft dan toch echt nog niet “maatschappelijk verantwoord” te betekenen. Nu is het begrip “maatschappelijk verantwoord” in deze tijd van Balkenende normen en waarden heel modieus, maar nog niet echt eenduidig ingevuld. En daar houden wij KKT-ers toch zo van? Om daar nu wat meer vat op te krijgen zijn een aantal maatschappelijk vooraanstaande (dat is dus nog niet maatschappelijk verantwoorde) sprekers uitgenodigd om hun visie te geven op het thema en dit met concrete voorbeelden te adstrueren. Vervolgens, na een eenvoudige doch voedzame maaltijd met een enkele meestal alcoholische versnapering, werden de heren bij elkaar gezet aan een paneltafel om met het publiek over het thema en het gepresenteerde van gedachten te wisselen. Het geheel leverde voor mij een aantal verrassende zaken op. In de eerste plaats viel het mij op dat de meeste vragen gesteld werden door de vrienden van de KKT, de IKT-ers; je kunt dus terecht afvragen bij welke Kring dit thema het meest thuis hoort. Of maatschappelijk vooraanstaand ook betekend maatschappelijk verantwoord mag de lezer zelf beoordelen aan de hand van hetgeen mij is opgevallen in uitspraken van de sprekers en de dagvoorzitter. Laten wij met deze laatste maar eens beginnen. Op een vraag uit de zaal tijdens de paneldiscussie of er niet meer aandacht moet komen voor 40-plussers die buiten hun schuld werkeloos worden en graag weer aan de slag willen, werden de 57-plussers door de dagvoorzitter als “onbehandelbaar” afgedaan. Van 40 tot 57 gaat het kennelijk nog wel, maar als je ouder bent en toch nog volgens onze regering ongeveer 8 jaar “mee moet”, ben je afgeschreven. Maatschappelijk georiënteerde uitspraak? Hij doet mij als 57-jarige, gelukkig met een hele leuke baan, toch wel een beetje pijn. Spreker Hennie van der Most, maatschappelijk zeer geëngageerd, dat blijkt bijvoorbeeld uit zijn werkeloosheidsproject (hulde daarvoor!), wijt de, ondanks goede voornemens, toch immer uitdijende regelgeving aan het (volgens mij) gestaag krimpende ambtenarencorps. Ik begrijp wel dat Hennie weinig tijd heeft om TVprogramma’s als TROS-radar, Netwerk en NOVA te bekijken, maar mij valt op dat er altijd wel een tweede Kamerlid of regeringsfunctionaris (politici!) is, die bij het eerste het beste incident, dat uit de hand is gelopen (oudejaarsvuurwerk!) om nationale regelgeving vraagt of die aankondigt. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is voor mij dan ook meer ondernemers a la Hennie in de politiek.
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Vervolgens werd er vanaf ongeveer zeven uur een paneldiscussie gevoerd met de genoemde sprekers en de aanwezigen onder leiding van de heer Geert de Raad. Nadat de paneldiscussie was afgesloten werd de lustrumbijeenkomst afgesloten door de KKTvoorzitter Rick Middel.
23
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 24
Nog eentje? Joop ter Haar maakt zich zorgen over de CO2uitstoot. Wie niet, zou ik zeggen. Hij stelt dat het openhouden van vliegveld Twente (red.: het mag ook geschreven worden als “vliegveld Twenthe”) mag hieraan een bijdrage kan leveren, omdat we dan niet meer met onze auto of zijn touringcar naar ver afgelegen vliegvelden hoeven te reizen en zo de CO2-uitstoot mee helpen verminderen. We hebben het wel over vliegvakanties! Hoezo CO2uitstoot verminderen? Bankier Bart Jan Krouwel tenslotte heeft een hele MVO-organisatie opgezet in zijn bank. Let op, hij heeft niet de hele Rabobank-organisatie
Waar de KKT nu staat In die goeie ouwe tijd van de KKT kwam er vaak een stukkie van een Krullenjongen in ons lijfblad. Niemand wist natuurlijk wie hij was, maar wat hij schreef was vaak “leuk” en hij sneed regelmatig actuele thema’s aan, niet vaktechnisch, maar meer beschouwend van aard. Over allerlei, zelfs maatschappelijke onderwerpen. Raakvlakken genoeg met de belevingswereld van onze populatie van kwaliteitsdeskundigen op alle niveaus! Maar de Krullenjongen schrijft niet meer. Hoogstwaarschijnlijk zit ie nu op Hyves of blogt ie er op los. Of juist niet? Is de stormachtige ontwikkeling in de verbetering van tekstverwerking met behulp van ICT hem te veel geworden? Jammer, want ongetwijfeld zou de Redactie van deze Krullen nog steeds blij zijn met handgeschreven bijdragen, dus als ie ’t leest……….. Toen de redactie ook aan mij vroeg om een bijdrage te leveren, dacht ik daarom even stiekem: secretaris zijn voor de Kwaliteitskring lijkt zo af en toe wel een beetje op Krullenjongen spelen! Misschien is dit wel een verkapte poging van die jongens om een nieuwe columnist aan te trekken! Over slechte gedachten gesproken! Weet u wanneer je je als secretaris echt een krullenjongen voelt bijvoorbeeld? Als je op de website aanmeldingen voor bijeenkomsten van leden die zich als niet lid aanmelden weer recht
omgezet naar een MVO-organisatie, maar een MVOorganisatie opgezet binnen de bankorganisatie. Maar hoe zit het dan met het MVOgehalte bij de rest van de bank? Of is het motto: daar hebben we een afdeling voor, net zoals we vaak zien bij het thema Kwaliteitszorg. De vraag wat maatschappelijk verantwoord ondernemen is, is voor mij niet echt beantwoord. Kan zijn dat het een thema is dat niet past binnen de doelstelling van de KKT, kan zijn dat het niet altijd kan! Het was een gezellig feestje dat wel. Echt gestampte pot. Marien Florijn moet zetten zodat de interne communicatie met bijvoorbeeld de programmacommissie up to date blijft! Terwijl het toch zo duidelijk wordt aangegeven hoe het wel moet. Zouden die leden nou echt niet durven toegeven dat ze hun gebruikersnaam en wachtwoord vergeten zijn? Gelukkig gaat dat gevoel weer gauw over, zodra je ervaart dat het enthousiasme voor onze bijeenkomsten steeds meer toeneemt. En dat is gewoon zo als je met name kijkt naar dit seizoen, 2007 - 2008. En dat is toch een grote verdienste van die ander krullenjongens en meisjes van de KKT organisatie, de Programmacommissie onder leiding van Johan Zemansky! Dus dan moet je als Krullenjongen - secretaris - niet zeuren, toch? De Kwaliteitskring Twente KKT viert feest. Op 16 januari het zevende Lustrum al weer. En nu, 35 jaar later, staat er een stevige vereniging met een ledental van ongeveer 200, een flink aantal actief, altijd te weinig overigens, en met een gezonde financiële basis, die het mogelijk maakt de financiële bijdragen van de deelnemers aan onze bijeenkomsten minimaal te houden. Vaak gratis en soms een kleine bijdrage om bijzondere extra kosten te dekken. Los van de jaarlijkse contributie voor onze bedrijfs- en individuele leden, die ook relatief zeer laag is gehouden.
Wat zijn markante zaken uit de afgelopen 5 jaar die hebben bijgedragen aan waar de KKT nu staat? Dat is natuurlijk mijn visie, maar toch. q De zoveelste strategische herbezinning van de KKT, ingezet door Harry Minkhorst en verder uitgewerkt op basis van een uitgebreide ledenenquête in 2004. Voortreffelijk verzorgd door Roel Reintsema en Gerard Berendsen. q De geleidelijke invoering van het communiceren met elkaar via elektronische wegen in parallel met het afbouwen van de verschijningsfrequentie van de papieren versie van de KwaliteitsKrullen. Waarom ook de KKT niet ontkwam aan het volgen van de jongste ontwikkelingen op www-gebied zal duidelijk zijn. Ook wij moesten mee in de vaart der volkeren. Het hebben van een eigen website en een digitale Nieuwsbrief, de DIGIKRUL, was een minimale vereiste. En de vooruitgang is niet te stoppen. Om een en ander “flitsend” te houden heeft onlangs ook de DIGIFLITS zijn intrede heeft gedaan om leden en belangstellenden razendsnel van het laatste nieuws op de hoogte te kunnen stellen. q Het programmeren van het seizoen met behulp van een thema, waaraan bijna automatisch de nu bekende zogenaamde Themanummers van de Kwaliteitskrullen
werden gekoppeld. q Die Themanummers, handelend over de jaarthema’s van de KKT in de seizoenen 2004 – 2005 en 2006 – 2007 (respectievelijk Auditing en Lean manufacturing) zijn een groot succes gebleken. Simpelweg door het feit dat compact en overzichtelijk de kern van de behandelde zaken in dat seizoen zijn neergezet. Bewijs daarvoor is dat deze nummers nog steeds worden gedownload van onze website, ook door geïnteresseerden van buiten onze kring! q Het weer gaan meedoen aan het Landelijk Overleg Kwaliteitskringen (LOK) dat door Harry Gundlach, de toenmalige voorzitter van het NNK, nieuw leven werd ingeblazen. Lijkt nuttig om van elkaar te weten wat je doet, ervaringen uit te wisselen en daar je voordeel mee te doen voor met name de programmering van het seizoen. Maar het effect er van dreigt een beetje te verbleken. q De instelling van een Promotiecommissie om de KKT beter neer te zetten in de Regio en om meer aandacht aan vooral nieuwe leden te gaan besteden q Het buitengewoon grote succes van de Themagroep Auditing, eens te meer het bewijs dat naast allerlei prachtige theorieën en verbeterideeën de weerbarstige dagelijkse praktijk nog steeds veel aandacht vraagt, ook van de kwaliteitskring. q Het voortduren van de belangstelling voor het cursuspakketten dat de KKT kan bieden q En last but not least de gevarieerde programma’s die door onze Programmacommissie toch maar weer ieder seizoen in elkaar werden gespijkerd, per slot van rekening de backbone van de KKT! Wat betekent dat dus? Nog steeds staat de KKT met beide benen op de grond, dat wel! Maar……. Heeft bijvoorbeeld de door Harry Minkhorst ingezette strategische herbezinning echt een extra impuls gegeven? En merken we daar wat van? Naar mijn overtuiging eigenlijk minder dan oorspronkelijk verwacht! De KKT is nog te veel een vereniging in traditionele sfeer, waarbij van het bestuur wordt verwacht de dingetjes te doen en voor een leuk en mogelijk gezellig programma te zorgen en te weinig een club die bruist van activiteit in netwerken over allerhande onderwerpen kwaliteit betreffende. Op zich niks mis mee maar toch. (Hier mag “men” best op reageren op ons openbaar Forum op de website! Graag zelfs!) Wat bedoel ik daarmee: Behoudens dan een verbeterde focus op een aantal belangrijke en hierboven al genoemde zaken,
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Ofschoon een groot aantal leden de historie van de club ongetwijfeld kent, is het geen slechte gedachte om een beetje te doen aan het ophalen van herinneringen. Immers, ook voor jongere leden (in anciënniteit dan) is het wellicht interessant te weten hoe het allemaal zo is gekomen. Oudere leden kunnen hoogstwaarschijnlijk nog naar hun zolders gaan en de daar ongetwijfeld nog ergens verborgen oude nummers van de Kwaliteitskrullen opzoeken om herinneringen op te halen. Maar dat doe je alleen maar als je diezelfde zolder moet opruimen denk ik? Overigens, als men geïnteresseerd is in meer detail, dan zijn de oude nummers van de Kwaliteitskrullen en de overige archieven vanzelfsprekend beschikbaar voor diepgravend historisch onderzoek. Zou dat kunnen leiden tot een geheel herziene versie van de rapporten van de Themagroepen bijvoorbeeld? Hierbij geldt wel een waarschuwing: de “kwaliteit” van de archieven van de KKT is voor wat betreft de vaak in onze wereld gevraagde traceability helaas wat minder!
25
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 26
zoals promotionele activiteiten, meer aandacht voor begeleiding en stimulering van nieuwe leden is het trachten leden te prikkelen tot eigen initiatief niet echt gelukt. Helaas! Het is nog niet gelukt om uit de door de leden zelf ingevulde lijst met expertisegebieden netwerkjes te vormen om op die gebieden met elkaar aan de slag te gaan in wat wij in het bestuur expertisegroepen hebben gedoopt. Pogingen om de leden hiervoor warm te maken, en zelf initiatieven te laten ontplooien zijn tot op heden voor verbetering vatbaar. Jammer, want het is juist één van de taken van de KKT om voor dit soort activiteiten een platform te bieden en een en ander te “faciliteren”. Maar ook hier bevestigen uitzonderingen weer de regel. De Expertisegroep “Intervisie”, voortgekomen uit de Themagroep Communicatie onder leiding van Mieke van der Hout Boudestein komt regelmatig bijeen en maakt onder andere gebruik van de door de KKT geboden faciliteiten zoals bijvoorbeeld de website die biedt door middel van onderlinge communicatie via een “besloten ”Backoffice” op de site, uitsluitend beschikbaar voor de Intervisiegroep. En de expertisegroep Auditing voortgekomen uit de Themagroep auditing moet uiteraard ook genoemd worden in dit verband. Het kan dus wel! En er gloort nog meer aan de horizon, want een expertisegroepje Lean Six Sigma lijkt er aan te komen! Mijn wens voor de KKT voor de komende jaren is een grotere participatie van de leden in diverse Kringactiviteiten, de operationele zaken in
commissies, themagroepen en het opzetten van netwerken. Een echt platform opzetten voor de uitwisseling van kennis en ervaring. Ter lering en ook het vermaak, want ook dat hoort er bij! Het kan, natuurlijk, altijd beter dan in de afgelopen 5 jaar, maar dan wel, om Harry Minkhorst nogmaals te citeren, met een lager “Opa-gehalte” dan in de afgelopen jaren, met name in het bestuur en al die commissies! Verjonging dus. Een betere balans tussen de jonge honden en de ervaring. Aandacht voor de “gewone dingen”, de zaken die te maken hebben met de dagelijkse weerbarstige praktijk blijft daarbij een must. De grote belangstelling voor de basiszaken uit ons opleidingsprogramma, Auditing, Kwaliteitskunde I en II, tailoring van cursussen naar de eigen bedrijfsomstandigheden spraken en spreken boekdelen. Kringbijeenkomsten die duidelijk zijn bedoeld om dingen uit de praktijk te horen, te zien en dus te ervaren ter eigen lering voegen daar een welluidend akkoord aan toe. Hoe de KKT er over 5 jaar bij het 40 jarig jubileum voor zal staan? Kwaliteitsmensen houden misschien niet zo erg van glazen bollen, en ik weet het ook niet! Ondanks het verleden dat heeft geleerd dat kwaliteit aanbrengen in alle geledingen van onze samenleving een lastige opgave is - en dus ook in de geledingen van de KKT - ben ikzelf optimistisch over het voortbestaan van een club als de KKT. Waarom? Er over praten en schrijven, met fraaie presentaties en dikke boeken vol, is één ding, maar kwaliteit in de praktijk brengen is ondanks dat nog steeds een vaak moeizame klus. En daar moet je vakgenoten over kunnen blijven praten. En daar zal ook dan een club als de KKT een prima ontmoetingsplaats voor kunnen zijn. Piet Carol, secretaris KKT
27
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 28
Ledenaanwas: 35 jaar ledenontwikkeling Statistiek is een belangrijk onderdeel van de kwaliteitsleer. Trendontwikkeling, grafische weergave, vergelijkingen ten opzichte van normen zijn allemaal hulpmiddelen om te bepalen of de onderneming of een afdeling of een proces op de goede koers ligt. Voor de KKT is de ledenontwikkeling één van de parameters waaraan wij kunnen zien of de vereniging op de goede weg is. Immers groeien de leden, dan leveren wij blijkbaar een meerwaarde; zeggen leden een lidmaatschap op, dan missen wij misschien de aansluiting. Nu blijkt dat deze parameter niet altijd is bijgehouden. De gegevens bij Piet Carol, onze secretaris, gaan
Ledenontwikkeling van de KKT.
terug tot 1985. Toch maar eens even in het archief duiken of daar nog iets meer te vinden is. In het archief kwam ik een overhead sheet tegen die nog 2 jaar verder terug ging. (Voor de jonge kwaliteitsmanagers onder ons: een overhead sheet is een doorzichtig velletje plastic waarop je met een stift iets opschreef. Vervolgens legde je het plastic velletje op een glazen plaat van een overhead projector, een soort dia dus, of moet ik dat ook uitleggen?) Hier en daar zijn notulen van daarvoor nog opgeslagen en vermelden soms het ledental. Overigens heb ik niet alle notulen doorgeworsteld. Toch maar even de financiële administratie proberen. Hier vond ik een ouderwets kasboek dat in 1977 begon! Hierin stonden wel de contributies vermeld, maar niet de bijbehorende leden. Jammer.
Vroeger was alles anders, misschien ook beter, maar in ieder geval anders. Er waren minder mensen. Het land was minder bewoond en er was dus ruimte. Er waren minder auto’s. Er was minder asfalt. Er waren minder files. Er waren minder miljonairs. Er waren geen PC’s, laptops en mobieltjes. Er was geen kabel, geen internet, ook niet draadloos. Er waren geen beveiligingspoortjes, geen OV chipkaart, geen stemcomputers, geen navigatiesystemen, geen airbags, geen iPods, zelfs geen kleuren TV. Althans toen ik jong was. Tja, zult u zeggen. D’r was zoveel niet. En als je dat allemaal op wilt noemen dan krijg je je column zo vol. Dat klopt! Maar er was toen ook veel wel, wat we nu niet meer zien. De melkbus, de plaatselijke smederij, de kruidenier, de kolenkit, de stoomtrein, paard en wagen, de wastobbe met wringer, de zeppelin, de koffiemolen, de wekfles, de keulse pot, de bakelieten telefoon, het spinnenwiel, het telegram, de bandrecorder, de snijboonsnijder, de grammofoonplaat, koeien in de wei, balkenbrij, de ja-knikker, de zouttoren, de watermolens en ga zo maar door. Als je goed zoekt vind je ze nog wel. En fraaie exemplaren zijn inmiddels veel geld waard. Het leuke is dat een hele generatie geen idee heeft wat er allemaal kon in die tijd. Als je nu willekeurige kinderen vraagt om te bellen met een telefoon met draaischijf, gaan ze het eerste op de getallen drukken. Ze hebben geen idee, dat je er een draai aan moet geven. Maar ja, dat ding kent geen display, d’r komt geen muziek uit en je kunt er ook al geen foto’s mee maken. Want kun je er dan wel mee, papa? Nou gewoon bellen!! Wat saai! Maar het tegendeel is ook waar. Vroeger was het niet saai. Er viel nog zoveel te ontdekken en we liepen ook veel meer risico’s. Werk was gevaarlijk en dat vroeg dus ferme jongens en stoere knapen, kortom jongens van de gestampte pot. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog bedroeg het aantal arbeidsongevallen ongeveer 200.000 per jaar (landbouw en visserij niet meegeteld). In de periode 2000-2003 was dat aantal zo’n 280.000 per jaar (landbouw en visserij wel inbegrepen). En dat terwijl het aantal Nederlanders in die periode bijna is verdubbeld: van 8,8 miljoen in 1940 tot 16,4 miljoen in 2007. Nederland is dus een stuk veiliger geworden, qua arbeidsomstandigheden dan. Op het werk nemen we preventieve maatregelen om ziektes te voorkomen, het roken wordt uitgebannen en gezondheid en fitness zijn een rage. Het verkeer wordt veiliger. Allerlei verkeersmaatregelen voorkomen ongelukken of dienen de schade te beperken. Onze auto’s zijn nu voetganger proof aan het worden. Je kunt er rustig tegen aan
vallen, want je wordt zachtjes op de motorkap opgevangen. En daardoor lopen we met zijn allen minder risico’s. We leven daarom op dit moment gemiddeld 7 jaar langer dan in 1950. Iets meer dan de helft van die jaren hebben we te danken aan de verbeterde medische zorg. Kinderen spelen niet meer buiten en het speelgoed is momenteel zo verantwoord dat ook risico’s op kleine partikels, giftige stoffen en scherpe onderdelen sterk afgenomen zijn. Behalve als het spul uit China komt. Tegenwoordig loop je het grootste risico in het werk achter computers bijvoorbeeld wanneer je onder werktijd wordt doodgeschoten tijdens het gamen. Virtueel bedoel ik dan. En dat is niet erg, want je start het level gewoon opnieuw. Met een druk op de knop gaat je second life in. Dan vroeger, als je toen met je handen tussen de machine kwam, piepte je wel anders. En dat hebben we allemaal te danken aan kwaliteitsmanagement. En hoewel het begrip zelf pas een eeuw bestaat, wil dat niet zeggen dat het kwaliteitsdenken nieuw is. Wanneer we terug gaan in de tijd, dan zien we dat onze verre voorouders zeer goed in staat waren om complexe producten te maken van een hoog kwaliteitsniveau. We praten dan wel over de tijd van vóór de mechanisatie. De tijd waarin ambachtelijke kwaliteit en vakmanschap inhoud kregen door gilden met hun meesters en gezellen. Wie de Batavia in Lelystad heeft bezocht, weet wat voor prachtschepen gebouwd konden worden met relatief primitieve hulpmiddelen. En in de 17e eeuw waren er ook geen uitgebreide kwaliteitssystemen voor nodig om jaarlijks zo’n drie- tot vierhonderd degelijke schepen van de werven te laten rollen. Sterker nog: er kwam vrijwel geen tekening aan te pas, laat staan een bestek. De schepen werden ‘op zicht’ gebouwd en de klant kwam kijken om het werk te beoordelen. De klant had zo een grote betrokkenheid bij zijn opdracht. Terwijl voorheen de timmerman die een kast maakte, voor alle processen verantwoordelijk was, worden nu in een timmerfabriek activiteiten als het zagen, schaven, boren, samenstellen, schroeven, verlijmen en schuren door verschillende afdelingen en medewerkers uitgevoerd. Product- en procescontroles zijn daarom nodig om te voorkomen dat er foute series bij klanten terechtkomen. En dat kwaliteitsverbetering leidt tot betere product- en procesbetrouwbaarheid en lagere kwaliteitskosten en uiteindelijk tot stijgende verkopen en een groter marktaandeel, hoeft geen betoog. Althans niet onder kwaliteitsprofessionals. Veel bedrijven hebben inmiddels een
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Jongens van de gestampte pot
29
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer 30
gecertificeerd kwaliteitssysteem (bijvoorbeeld volgens de ISO-9001 norm) en dat aantal groeit nog steeds. Deze systemen richten zich vooral op beheersing en verbetering van zowel de voortbrengingsprocessen als de ondersteunende processen. Waar eerst bij bedrijven de nadruk lag op kwaliteitsborging en kwaliteitsbeheersing, is de nadruk in de afgelopen jaren verschoven naar continu verbeteren. Nieuwe uitgaven van de kwaliteitsnormen als QS9000, ISO9001:2000 en ISO/TS16949 sluiten hierbij aan. En de aandacht is ook verschoven naar arbo en Milieu. Kwaliteitszorg heeft de wereld beheersbaarder gemaakt en daarmee dus de risico’s verminderd. En dat is op zich best saai. Want we zien geen fouten, ongelukken, crisissen, calamiteiten en boze klanten meer, waar je je als troubleshooter heerlijk op uit kunt leven. Wat is er nu mooier dan een echt probleem oplossen? Dat is altijd goed voor jongens van de gestampte pot en voor je ego. Gelukkig gaat er nog genoeg mis. Neem bijvoorbeeld de onbemande ruimtesonde Mars Climate Orbiter - die 228 miljoen euro heeft gekost. Deze ging op 23 september 1999 verloren, toen hij te dicht langs Mars werd gestuurd. Dat is op zich niet opzienbarend. Maar dat die onbemande Marsverkenner verloren is gegaan, was te wijten aan verwarring tussen oude Engelse eenheden (pond en inch) en eenheden van het systeme international (kilogram en meter). Ingenieurs van het bedrijf Lockheed Martin, dat de Climate Orbiter samen met de NASA bouwde, gaven tijdens de vlucht van de Marsverkenner regelmatig koerscorrecties door aan de NASA. Ze drukten de nodige motorkracht daarvoor uit in de oude Britse eenheid pond. Maar bij de navigatieafdeling van de NASA dacht men dat de gegevens in newton waren uitgedrukt, de internationale eenheid van kracht. Enkele vluchtleiders hadden al maanden geleden opgemerkt dat er rare dingen gebeurden met de koers van de Climate Orbiter, maar niemand had door wat de oorzaak was. Er is dus nog werk voor jongens van de gestampte pot.
En wat te denken van de new economy die rond de eeuwwisseling als een ICT zeepbel uit elkaar is gespat, van de schandalen rondom ENRON, TYCO International, AHOLD en WorldCom. Als reactie is daarop riskmanagement een hoge vlucht gaan nemen en is in 2002 de SarbaneseOxley Act ingesteld. Niet dat het veel uitmaakt, want we zitten nu middenin de hypotheekcrisis bij de Amerikaanse banken door hun niet aflatende drang tot zelfverrijking en steeds hogere winsten. En uit angst om van de concurrent te verliezen. Miljarden zijn inmiddels bij die banken afgeboekt en in rook opgegaan en banken in Europa en Azie volgen. Ook als je het aantal recalls volgt van producten uit allerlei sectoren, dan is er nog genoeg werk aan de winkel. Alleen al in de automotive sector zijn er in december 2007 meer dan 55 auto’s van verschillende merken teruggeroepen. En dat heeft alles te maken met menselijke beperkingen. We kunnen wel leren van fouten, maar doen we het ook echt? Rond de jaarwisseling werd dat nog eens duidelijk: nee dus. Het Algemeen Dagblad (AD) publiceerde de jaarlijkse Nationale oliebollentest. Bij zeven van de 85 onderzochte verkooppunten werden bollen verkocht die waren gebakken in olie met meer dan 16 procent DPTG. Dat goedje is een afvalproduct dat wijst op het gebruik van oude olie en is mogelijk kankerverwekkend. Gebruik van dergelijke oude olie is aan te merken als een economisch delict. Verder bleek de helft van de oliebollen te slecht voor consumptie. Een enkele oliebol smaakte naar haring. Daar hadden ze graag uitjes bij gehad, aldus de onderzoekers. Als dit nu de eerste meting was, zou je zeggen “OK, dat kan”. Maar het AD hield deze test voor de 15e keer. Dan zou je als oliebollenbakker toch gewaarschuwd moeten zijn en uit de testen lering moeten trekken. Dat gebeurt te weinig en veel bakkers handelen dus ronduit oliedom. Geconfronteerd met de uitslag, schiet een enkeling fors uit zijn slof. “Ik trek je kop van je romp”, krijgt een journalist naar zich toegeslingerd. Hier is werk aan de winkel voor een ferme en standvastige kwaliteitsprofessional. Hier is werk voor jongens van de gestampte pot. Dit bewijst maar weer dat er nog genoeg is te doen. En dat geeft hoop voor de komende 35 jaar. En voor een volgend jubileum van de KKT.
35 jaar geleden, om precies te zijn op 23 augustus1972, vindt de oprichting plaats van de Kwaliteitskring Twente. In die tijd zijn vele industriële bedrijven - die zich ingespannen hebben om Nederland na de wereldoorlog mee te helpen opbouwen - aan nieuwe impulsen toe. De bedrijvigheid loopt terug, de concurrentie uit het buitenland komt in alle hevigheid opzetten en klanten gaan steeds meer van leveranciers verlangen - door middel van keuringen - aan te tonen dat hun producten aan de gestelde eisen voldoen. Het toen heersende keuringsklimaat blijkt een vruchtbare voedingsbodem om het kwaliteitsvirus te laten ontkiemen, ook in Twente. De functie van (goedkeur)krullenzetter evolueert intussen tot die van processenontdekker en in een later stadium tot die van kwaliteitsmanager. Om het virus voldoende kansen te geven zich verder te verspreiden vormt de inmiddels ontstane kring van KKT-leden een ideale configuratie. Het is immers algemeen bekend dat men in een kring een optimale gelegenheid heeft om een virus aan anderen door te geven. Het kwaliteitsvirus is overigens een wonderlijke goedje dat bij kenners en liefhebbers vaak nogal onstuimig ageert, maar voor hen die het onderschatten als een bedreiging overkomt. De vrijwillers van de KKT De KKT is een dienstverlenende organisatie die met graagte gebruik maakt van de kennis en werkkracht van zijn leden. Deze onbezoldigde “werknemers” weten dat hun activiteiten op basis van vrijwilligheid plaatsvinden, maar beseffen tevens dat dit allesbehalve vrijblijvend is. Zij voelen zich met de organisatie verbonden, maar zijn daarom nog niet in elk opzicht gebonden, want zij kiezen ervoor in vrijheid. Vrijwilligers zijn bovendien onbetaalbaar en niet te koop. Een vrijwilliger draagt echter wel verantwoordelijkheden in de organisatie waarin hij participeert. - Hij is een professional en stelt zijn kennis, ervaring en vaardigheden ter beschikking van de organisatie. Hij zal dan ook moeten zorgen deze inhoudelijk op peil te houden.
- -
Hij werkt dikwijls in groepsverband, dicht bij anderen en dient uit dien hoofde zorg te hebben voor het welbevinden van die anderen. Hij verleent zijn diensten ten behoeve van een bepaalde organisatie. Daardoor ontstaat een medeverantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen ervan. Dit betekent dat hij een bijdrage dient te leveren in het goed intern functioneren en in het op juiste wijze naar buiten dragen.
Communicatie, een sleutelbegrip Met name in een vrijwilligersorganisatie is het van groot belang de nodige energie te steken in het doorgeven van informatie maar zeker in het instellen van effectieve communicatiecircuits. Om verenigingsinformatie bij de leden te brengen en de onderlinge contacten te bestendigen, is in december 1987 het eerste nummer (o-nummer) van Kwaliteitskrullen verschenen. In een lange reeks van jaren is de periodiek vervolgens 6 maal per jaar uitgekomen. Het fungeerde niet alleen als een centrale bron van informatie, maar vooral door de verslaglegging van alle bijeenkomsten en andere wetenswaardigheden was het (en is het nog steeds?) een unieke, historische kroniek van de kring. De communicatienetwerken van de kring zijn niet alleen verankerd in bestuur en commissies, maar manifesteren zich vooral tijdens kringbijeenkomsten en andere evenementen. Niettegenstaande alle hedendaagse communicatiemiddelen met nagenoeg onbeperkte mogelijkheden, blijven de periodieke, lijfelijke ontmoetingen met andere kringleden het hoofdmotief voor kwaliteitsvirusdragers om naar een maximale presentie te streven. Tenslotte Het kwaliteitsvirus ontwikkelt zich bij iedereen die in kwaliteit gelooft op eigen wijze. Het is een besmetting die geen enkel (genees)middel ongedaan kan maken. Bij sommigen slijt het uit, maar bij de meesten woedt het levenslang. Het blijkt een uitermate krachtig virus! Een voormalige krullenjongen
jaargang 21 • 2008 • jubileumnummer
Kwaliteit een uitermate krachtig virus
31