Hervormde Basisschool De Triangel

SCHOOLPLAN 2007-2011

Hervormde Basisschool “De Triangel” Goudenregenstraat 2 7954 GW Rouveen 0522 291355 [email protected] www.triangel-rouveen.nl

Inhoudsopgave Schoolplan 2007-2011 0 1

Naam Voorwoord Inleiding (1 blz.)

2

Schoolbeschrijving (2 blz.)

3

Onderwijskundig beleid (10 blz.) KK = kwaliteitskaart

4

Personeelsbeleid (4 blz.)

5

Organisatie & beleid (5 blz.)

6

Financieel beleid Materieel beleid (3 blz.)

7

Kwaliteitsbeleid (10 blz.)

Inhoud · Relatie met WMK: beleidsterreinen en competenties 1.1 Doelen en functie van het schoolplan 1.2 Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.3 Verwijzingen 2.1 Kenmerken school 2.2 Kenmerken directie en leraren 2.3 Kenmerken leerlingen 2.4 Kenmerken ouders en omgeving 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen 3.1 Missie + mission statement + streefbeelden 3.2 Visie(s): algemeen en specifiek 3.3 Identiteit (KK1) 3.4 Leerstofaanbod + Toetsinstrumenten (KK2) 3.5 Taalbeleid (KK3) 3.6 Sociaal-emotionele ontwikkeling (KK4) 3.7 Actief Burgerschap (KK5) 3.8 ICT (KK6) 3.9 Leertijd (KK7) 3.10 Pedagogisch Klimaat (KK8) 3.11 Didactisch Handelen (KK9) 3.12 Zorg en begeleiding (KK10) + LGF en langdurig zieken 3.13 Opbrengsten (KK11) 3.14 Kengetallen: in- door- en uitstroom 4.1 Organisatorische doelen 4.2 Schoolleiding (KK12) 4.3 Integraal Personeelsbeleid – Professionalisering (KK13) 5.1 Structuur (organogram) schoolorganisatie + besturingsfilosofie 5.2 Structuur (groeperingsvorm) 5.3 Schoolklimaat (incl. Sociale Veiligheid en Risico-Inventarisatie 5.4 Communicatie (intern) (KK15) (KK14) 5.5 Communicatie (met externe instanties) (KK16) 5.6 Communicatie (met ouders) (KK17) 5.7 Buitenschoolse opvang (voor- , tussen- en naschools) 6.1 Lumpsum financiering – ondersteuning 6.2 Externe geldstromen 6.3 Interne geldstromen 6.4 Sponsoring 6.5 Begrotingen 7.0 Kwaliteitszorg (KK18) 7.1 Terugblik Schoolplan 2003-2007 (“evaluatie”) 7.2 Analyse inspectierapport(en) 7.3 Gebruikte kwaliteitszorginstrumenten (Q.S.)+ Analyse 7.4 Kwaliteitszorg en ouders + Analyse oudervragenlijst 7.5 Kwaliteitszorg en leerlingen + Analyse leerlingenvragenlijst 7.6 Kwaliteitszorg en leraren + Analyse lerarenvragenlijst 7.7 Het evaluatieplan 7.8 Kwaliteitsprofiel (sterkte/zwakte-analyse) 7.9 Plan van Aanpak (2007-2008) 7.10 Plan van Aanpak (2008-2009) 7.11 Plan van Aanpak (2009-2010) 7.12 Plan van Aanpak (2010-2011) De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

2

Voorwoord De indeling van het schoolplan 2007-2011 is afgestemd op beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg (zie hoofdstuk 7). Dit betekent, dat wij deze beleidsterreinen: 1. Beschrijven 2. Periodiek (laten) beoordelen 3. Borgen of verbeteren

Wat beloven we? [zie schoolplan] Doen wij wat we beloven? Wat moeten wij borgen? Wat verbeteren?

De onderscheiden beleidsterreinen komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtkader. Tevens beschrijven in deze inleiding de competenties (in de geest van de wet Beroepen in het onderwijs) die wij hanteren voor de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers. Deze competenties vormen de rode draad in ons integraal personeelsbeleid (zie hoofdstuk 4). De beleidsterreinen en de competenties zijn logisch gekoppeld (zie schema) en afgeleid van de zeven bekwaamheidseisen in de wet Bio. Onze beleidsterreinen1 (kwaliteitszorg)

Onze competenties2 (integraal personeelsbeleid)

Afgeleid van de Wet BIO 3

Kwaliteitszorg

Gerichtheid op kwaliteit

Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten Sociaal emotionele ontwikkeling

Vakmatige beheersing

Competent in reflectie en ontwikkeling (7) Vakinhoudelijk competent (3)

Leertijd Pedagogisch klimaat

Gebruik leertijd Pedagogisch handelen

Didactisch handelen

Didactisch handelen

Schoolklimaat Zorg en begeleiding Opbrengsten Professionalisering Integraal Personeelsbeleid

Zorg voor leerlingen Opbrengstgerichtheid Professionele instelling

Pedagogisch handelen

Beroepshouding Schoolleiding Afstemming Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen Interne communicatie

Professionele instelling Professionele instelling Communicatie Pedagogisch handelen

Externe contacten

Communicatie

Contacten met ouders

Communicatie

Inzet van middelen / ICT Levensbeschouwelijke identiteit Schooladministratie en procedures Taalbeleid

Omgang met ICT Handelen vanuit identiteit Communicatie Vakmatige beheersing

Communicatie

Pedagogisch competent (2) Interpersoonlijk competent (1) Organisatorisch competent (4) Pedagogisch competent (2) Interpersoonlijk competent (1) Didactisch en vakinhoudelijk competent (3) Organisatorisch competent (4) Interpersoonlijk competent (1) Pedagogisch didactische component Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in reflectie en ontwikkeling (7) Organisatorische component (4) Organisatorische component (4) Organisatorische component (1) Interpersoonlijke competent (1) Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in samenwerken (omgeving) (6) Competent in samenwerken (omgeving) (6) Vakinhoudelijke competent (3) Organisatorische component (4) Didactisch en vakinhoudelijk competent (3)

1

In de beleidsterreinen geven we aan waar we ons in eerste instantie op focussen. Afgeleid van de gekozen beleidsterreinen zullen we ons hierin moeten bekwamen. 3 Door middel van de Wet BIO proberen maken we de koppeling naar de wettelijke kaders. 2

De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

3

In het schoolplan zijn hoofdstukken opgenomen (zie inhoudsopgave) die nader ingaan op de doelen die we stellen ten aanzien van de genoemde beleidsterreinen. In hoofdstuk 4, Integraal Personeelsbeleid, gaan we nader in op de rol en de functie van de onderscheiden competenties.


4

Hoofdstuk 1 1.1. -

Inleiding

Doelen en functie van het schoolplan

Beschrijving van de kwaliteit, van de werkelijkheid (zo doen we dat) o Fase to Plan (Deming) Planningsdocument voor schoolontwikkeling (wat willen we verbeteren?) [activiteitenplan] o To Check en to Act (Deming) Verantwoordingsdocument (naar overheid en ouders)

Voorbeeld Ons schoolplan beschrijft in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van afspraken (fase ‘to plan’). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten, en daarmee op onze verbeterdoelen (fase ‘to check’) voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2007-2011. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk 7) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken, of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. 1.2. -

Het schoolplan is een coproductie van bestuur en team van de school. De medezeggenschapsraadheeft instemmingsbevoegdheid in de uiteindelijke inhoud Door informatiebijeenkomsten zijn team en ouders betrokken bij het uiteindelijke product Het schoolplan wordt verdeeld in jaarplannen die jaarlijks worden geëvalueerd door personeel en bestuur. De jaarplannen worden verstrekt aan de MR. Binnen de vergadercyclus is viermaal per jaar aandacht voor het schoolplan in relatie tot het kwaliteitsbeleid (zie toetskalender handleiding WMK pagina 47). Dit beleid is gemandateerd aan de directie en wordt gecontroleerd door het bestuur. Van de kwaliteitsvergaderingen worden verslagen verstrekt aan het bestuur en de MR.

1.3. -

Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan

Verwijzingen

Binnen de school en zeker binnen de federatie zijn verschillende zaken gezamenlijk geregeld. Binnen dit plan kunnen we dan volstaan met een verwijzing naar de relevante beleidsdocumenten.


5

Hoofdstuk 2 2.1.

Schoolbeschrijving

Kenmerken school

-

Hervormde Basisschool “De Triangel” Goudenregenstraat 2, 7954 GW Rouveen. Telefoon: 0522-291355 / Fax: 0522-292899 Internet: www.triangel-rouveen.nl Email: [email protected]

-

“De Triangel” is de enige school van de Vereniging tot stichting en instandhouding van Hervormde Scholen op Gereformeerde Grondslag te Rouveen. De school maakt deel uit van de federatie van Protestants Christelijke scholen op Gereformeerde Grondslag “Veluwezoom & IJsselstreek”.

-

“De Triangel” is een Protestants Christelijke school op Gereformeerde Grondslag. We typeren de school als een dorpsschool met een Gereformeerde Bondssignatuur. Er is een open toelatingsbeleid.


6

2.2.

Kenmerken directie en leraren

Functie

Naam

Email

Opleidingen

Taken en bevoegdheden

Directeur

Gert van Tol

[email protected]

Schoolleider PO Financieel Management ICT / MSCE Systeembeheer

Directielid

Karlo Veerman

[email protected]

Adjunct Schoolleider PO Arbobeleid BHV

Intern begeleider

Jeannette Steenbergen

[email protected]

Janny Bakhuis

[email protected]

Master of Special Educational Needs Post HBO Spec. Onderwijs Post HBO Rem. Teaching Master of Special Educational Needs

Algeheel eindverantwoordelijke Voorzitter Personeelsraad Voorzitter zorgteam Personeelsbeleid Voorzitter BZO bovenbouw Voorzitter MR Arbobeleid en BHV Financieel beleid Interne begeleider Lid van het zorgteam SOVA trainer Leescoördinator

Marijke van Huuksloot Marjan Dam Dianne van der Sluis Titia Engels Colinda van Milligen Jan Matthijs Hulsman Dries Jan ten Berge Jetty Hulst

[email protected]

Bachelor of Eduction

Interne begeleider Lid van het zorgteam Groepsleerkracht Lid medezeggenschapsraad Contactcommissie

[email protected] [email protected]

PABO (KLOS) PABO

Contactcommissie Redactie schoolkrant


Bachelor of Education Bachelor of Education

[email protected]

Bachelor of Education

[email protected]

Bachelor of Education

[email protected]

Bachelor of education

Mirjam ten Klooster

[email protected]

BHV

Harold Engels

[email protected]

Bachelor of education

Linda de Vries

[email protected]

BHV

Onderwijsassistent

Marloes Harink

[email protected]

OAS Secretarieel (beiden N4)


Vakleerkracht

Hendrikje Mussche Danielle Meuleman Tiny Verboom

OAS OAS HBO V

Hajo van der Helm

[email protected]

CALO

[email protected]

LO LO LBO

Groepsleerkracht

OOP

Gerda Kin Geesje Dunnink Chris Spoelstra

4 5

Aandachtsfunctionaris Pluk een Roos BHV / verbandmiddelen Lid medezeggenschapsraad Redactie Schoolkrant Keuken(voorraad) BHV-er Techniek coördinator Coördinator vieringen BHV-er Redactie Schoolkrant Directiesecretaresse Secretaresse zorgteam Specialist begeleiding LGF -leerlingen

Vakleerkracht textiele werkvormen Vakleerkracht 4 bewegingsonderwijs Interieurverzorging Interieurverzorging 5 Onderhoudsmederwerker

Ingehuurd via het BOS project van de gemeente Staphorst Ingehuurd via de federatie De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

7

-

-

Op de school werken 23 personeelsleden, waarvan het grootste deel parttime. Bovendien zijn er nog een aantal onderwijsondersteunende medewerkers aanwezig, als vrijwilliger. De samenstelling van het team qua leeftijd is jong. De GGL (1-10-2006) = 36,72 Binnen het team wordt gewerkt aan verschillende specialismen. Door de wijzigingen in het team, zal hier in de komende jaren gericht aandacht aan moeten worden besteed. Binnen het team moeten in principe alle voorkomende taken op adequate wijze kunnen worden uitgevoerd. Binnen het team is een gering ziekteverzuim. We zijn door het Vervangingsfonds ingedeeld in trede o. Hierin kan natuurlijk door calamiteiten snel verandering in komen. Gemiddelde formatie in FTE’s: 17,62 (totaal); 15,85 (OP) en 1,76 (OOP) Procentuele leeftijdverdeling: Per 01-01-2007 Ouder dan 60 Tussen 55 en 59 jaar Tussen 45 en 54 jaar Tussen 35 en 44 jaar Tussen 25 en 34 jaar Jonger dan 25 jaar

-

OP 22,22 5,56 22,22 5,56 22,22 22,22

OOP 14,29 0 14,29 0 14,29 57,14

Totaal 28 72

OP 33,33 66,67

OOP 14,29 85,71

Totaal 4,94 0 1,73 0 1,07 3,56

OP 6,50 0 2,17 0 1,33 6,33

OOP 0 0 0 0 0 0

Procentuele geslachtsverdeling: Per 01-01-2007 Mannen Vrouwen

-

Totaal 20 4 20 4 20 32

Afwezigheidspercentage: Per 01-01-2007 Ouder dan 60 Tussen 55 en 59 jaar Tussen 45 en 54 jaar Tussen 35 en 44 jaar Tussen 25 en 34 jaar Jonger dan 25 jaar

2.3. Kenmerken leerlingen - Aantal(len) Jaar 1-10-2003 1-10-2004 1-10-2005 1-10-2006

1-8-2006 1-8-2006

Totaal 211 221 227 173

1,00 162 174 181 140

4-jarigen 5-jarigen

Gew. 0 19 19

1,25 45 44 44 32

Gew. 0,3 14 14

1,70 3 2 1 0

1,90 1 1 1 1

Weging % 0 0 0 0

Gew. 1,2 0 0


8

-

Bij de CITO Eindtoets is de school ingedeeld in groep B. Dit betekent dat de leerlingresutaten worden vergeleken met scholen in de regio. De gewichtenregeling heeft geen of weinig effect op de formatie van de school. De school kent geen allochtone leerlingen In groep 8 wordt de CITO Eindtoets afgenomen. De scores ‘schommelen’ rond het landelijk gemiddelde. Met name lezen verdient aandachtspunt te zijn in de komende jaren. In groep 8 wordt sinds 2006 ook het Schooleindonderzoek van Centraal Nederland afgenomen. Naast de cognitieve vaardigheden, wordt hierin de intelligentie van de leerlingen onderzocht (NIO). Binnen de school wordt via het pakket OBSEO aandacht geschonken aan de Sociaal Emotionele ontwikkeling. Er worden SOVA trainingen verzorgd voor eigen leerlingen door getrainde groepsleerkrachten uit het eigen team. Er zijn regelmatig leerlingen met LGF financiering en leerlingen met een rugzak SBaO (“De Brug”). De LGF leerlingen behoren doorgaans tot cluster 4 en cluster 2. Met overige clusters in nog weinig ervaring opgedaan.6 De school wil brede zorg voor leerlingen bieden (inclusief onderwijs). Dit betekent dat het onderwijs verandert. Er is aandacht voor verschillen. Op de verschillen wordt ook personeel en materieel geïnvesteerd (onderwijsassistenten en differentiatiematerialen)

2.4. -

-

-

Kenmerken ouders en omgeving

De ouderpopulatie is ‘normaal’ te noemen. Het opleidingsniveau is gemiddeld. Het merendeel van ouders behoort tot de Hervormde Gemeente Rouveen binnen de PKN ( 80 %). Een ander deel behoort tot de Evangelische gemeente Bethel (7%) Nog een ander deel behoort tot de Gereformeerde kerk binnen de PKN (7%). Diverse kleine kerkgenootschappen 2% en buitenkerkelijken 4 %. Rouveen is een plattelandsgemeente tussen Meppel en Zwolle. De inwoners van Rouveen waren vroeger veelal agrariërs. Dit accent is nog wel aanwezig, maar veel meer dan vroeger zijn ouders werkzaam in de industrie en de dienstverlenende beroepen. Binnen de context van de dorpsomgeving is het van belang dat kinderen kennis hebben van andere sociale contexten en dient dit vorm te worden gegeven binnen het nieuwe aandachtsgebied ‘burgerschap’. De school vervult een sociale functie in het dorp. Regelmatig wordt er en beroep gedaan op de school voor het geven van gelegenheid aan lokale verenigingen om samen te komen. Zo geeft de school al jaren onderdak aan de christelijke muziekvereniging “Prinses Margriet” en het jongerenkoor “Shine”. Tevens houdt de dorpsraad haar vergaderingen in de school. Daarom wordt er in de toekomst rekening gehouden met de multifunctionaliteit van het gebouw.

2.5.

Prognoses: interne en externe ontwikkelingen

Externe ontwikkelingen: - Vanaf 2006 heeft de school de aandacht getrokken buiten de eigenlijke doelgroep. Door de identiteit en de zorgverbreding hebben ook ouders buiten Rouveen de school gekozen als de school voor hun kinderen. De instroom van leerlingen wordt dat ook getypeerd door het feit dat de leerlingen ook uit de lokale regio komen. - De samenwerking dorpsbreed heeft geresulteerd in een plan voor een zogenaamde nieuwe ‘combischool’. Met de Gereformeerd Vrijgemaakte School “De Levensboom” hopen we in deze schoolplanperiode een nieuw schoolgebouw te kunnen betrekken, al dan niet multifunctioneel. 6

Zie verder het hoofdstuk 3.12 “Zorg en begeleiding” De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

9

-

Door bovenstaande ontwikkelingen is het niet ondenkbaar dat de profilering van de school in de nieuwe woonwijk “De Slagen” in Staphorst leidt tot meer aanmeldingen van met name ouders die lid zijn van de Hervormde gemeente van Rouveen (binnen de PKN).

Interne ontwikkelingen: - Het gewijzigde personeelsteam (zomer 2007) zal leiden tot een periode, waarin we met elkaar het schip op koers moeten houden. Nieuwe vormen van onderwijs ( zelfstandig werken, meervoudige intelligentie, passend onderwijs etc.) moeten hun beslag krijgen binnen de school. Dit vraagt om constante scholing en doordenking van doelen en opbrengsten. Hierop zullen we in deze planperiode accenten moeten plaatsen met elkaar.


10

Hoofdstuk 3

Het onderwijskundig beleid

3.1.

De missie van de school

3.1.1

Missie

Onze school is een Protestants Christelijke basisschool op Gereformeerde Grondslag voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem, met veel aandacht voor het individuele kind en we gaan daarbij uit van het concept (anders) adaptief onderwijs7 Onze school staat open voor alle leerlingen die aangemeld worden door hun ouders/verzorgers, indien de ouders de doelstelling en grondslag van de school onderschrijven. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste vinden we met name taal, lezen en rekenen van belang, en gezien het tweede besteden we veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle inwoners van onze samenleving. 3.1.2

Slogan en kernwaarden

Onze slogan is: “Onderwijs raakt het (L)leven.” (“When you teach, you touch a life forever”). Veel hangt af van de attitude van de groepsleerkrachten naar het kind. Kinderen zijn voor ouders het kostbaarste bezit wat zij hebben. Dat verbindt ons aan het Leven en aan elkaar.8 Onze kernwaarden zijn: 1. Veiligheid 2. Geborgenheid 3. Persoonlijke benadering 4. Groepsbeleving 5. Aandacht voor elkaar 6. Inclusief 9waar mogelijk 3.1.3

Streefbeelden

Streefbeelden: 1. Op onze school wordt systematisch (structureel) aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. 2. Op onze school is er sprake van adaptief onderwijs. 3. Alle medewerkers werken (samen) aan een persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling. 4. Op onze school werken leerlingen coöperatief samen. 10 3.1.4

Missiebeleid

Beleid om de missie levend te houden:

7

Zie verder Hoofdstuk 3.2.1.4 en 3.2.2.1. De ‘rijke leeromgeving’ 9 Hiertoe nemen we deel aan de pilot ‘De Brug Inclusief” om grensverleggend te kunnen werken. 10 Zie verder: Hoofdstuk 7 “Kwaliteitsbeleid”. 8


11

1. Missie, slogan en kernwaarden komen 1 x per jaar aan bod in een gezamenlijke vergadering van bestuur en personeel. 2. Missie en visie zijn verwoord in een ouderfolder 3. Missie en visie worden duidelijk zichtbaar gemaakt in de school. 3.2.

De visies van de school

3.2.1.

Algemeen

3.2.1.1. 3.2.1.2. 3.2.1.3. 3.2.1.4. 3.2.1.5. 3.2.1.6. 3.2.1.7.

Levensbeschouwelijke Identiteit Leren Lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen) Adaptief onderwijs Zorg en begeleiding Beroepshouding Leiderschap

Levensbeschouwelijke identiteit: · Heeft relatie met Burgerschap en Integratie · Laat ons kennismaken met de pluriforme samenleving · Geeft kennisgeestelijke stromingen · Is gegrond op de Bijbel als het Woord van God Leren Vanuit de levensbeschouwelijke identiteit wordt het leren doordacht en vorm gegeven. Hierdoor wordt leren ‘verwonderen’ over Gods grootheid in de schepping, Zijn geschenk aan ons. Kinderen worden geprikkeld om te komen tot leren, zodat we goede rentmeesters kunnen zijn. Lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen) Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: · · · · ·

interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs onderwijs op maat geven: differentiëren gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend) een kwaliteitsvolle instructie verzorgen kinderen zelfstandig (samen) laten werken

Adaptief Onderwijs Op onze school wordt adaptief onderwijs gegeven. We vinden met name de kernwoorden relatie, autonomie en competentie van belang. We hechten aan een goede relatie met de leerlingen, vinden zelfstandigheid belangrijk en richten ons op wat het kind kan om daarbij aan te sluiten. In hoofdstuk 1.4 beschrijven we onze onderwijskundige uitgangspunten. Met betrekking tot adaptief onderwijs hebben we de volgende keuzes gemaakt: · ·

wij gaan uit van verschillen (erkennen), maar we vinden het onze taak om – uitzonderingen daargelaten- de verschillen te verkleinen onze zorg(structuur) richt zich op leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

12

· · · · ·

we bieden alle leerlingen basisstof aan, en daarbij herhalings- en verrijkingsstof (BHVmodel) als eenheid van denken hanteren wij de klas (de groep) wij differentiëren bij de instructie wij differentiëren naar tempo wij differentiëren bij de verwerking

Zorg De school besteedt veel aandacht aan de leerlingenzorg. Om goed zicht te krijgen op zorgleerlingen gebruikt de school methodegebonden toetsen, CITO-toetsen en observatielijsten. De Citoscores zijn indicatief: ook aan andere aspecten van het kind besteden we aandacht. De zorg richt zich op het verbeteren van de leer- en sociale vorderingen. Vooral lezen en spellen krijgen veel aandacht. Kinderen met een D-score krijgen een handelingsplan; ze worden zoveel mogelijk in de klas door de eigen leerkracht begeleid. Hierbij is sprake van adaptiviteit: instructie, tempo en verwerking worden aangepast aan wat het kind nodig heeft. Kinderen met een E-score worden via de IB-er begeleid en al dan niet met externe ondersteuning (c.q. finaciering) binnen of buiten de klas verder geholpen. Beroepshouding Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Er wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het erom, dat alle werknemers · · · · · · · · · · · · · ·

handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school zich collegiaal opstellen zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar met anderen kunnen en willen samenwerken hun werk met anderen bespreken zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten genomen besluiten loyaal uitvoeren zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen anderen kunnen en willen begeleiden of helpen beschikken over reflectieve vaardigheden planmatig werken bereid zijn om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school

Leiderschap Onze school wordt geleid door de directeur die daarbij ondersteund wordt door het managementteam. Het MT bestaat uit de directeur en de adjunct directeur. Voor het onderdeel ‘leerlingzorg’ wordt het MT desnoods aangevuld met de interne begeleiders. Kernwoorden bij het leiding geven zijn: organiseren, faciliteren en ontwikkelen. Het is van belang, dat alles op rolletjes loopt, dat de leraren voldoende tijd en middelen hebben om hun werk goed te doen, en dat de medewerkers zichzelf verbeteren. Leiden zien we dan ook als (laten) op-leiden: het MT is primair verantwoordelijk voor de opleiding van de medewerkers. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen beginnende en meer ervaren leraren (die een rol kunnen spelen in de begeleiding). Het MT bereidt beleid voor, dat wordt voorgelegd aan het team. Om draagvlak te creëren kan en mag het team meedenken en meepraten over het beleid van de school. Wel is het zo, dat het MT, gehoord hebbende het team, besluiten neemt. Dit kan gebeuren op basis van een stemming. De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

13

3.2.2.

Specifiek

3.2.2.1

Onderwijskundig concept

Inleiding: Anders Adaptief 11 Onze school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en de sociaal/emotionele en van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten: OC1 OC2 OC3 OC4 OC5 OC6

Motiveren voor de leertaak: daar waar relevant aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen Dialogisch onderwijzen: leerlingen laten meedenken en meedoen (interactie) Zorgen voor afwisselende werkvormen (variatie) Stimuleren van eigen initiatief en creativiteit: leerlingen (geleid) zelf zaken laten ontdekken Begeleiding van de zelfstandigheid en de motivatie: zelf kiezen, zelf sturen gekoppeld aan taakbewustheid (kinderen laten werken naar vermogen) Een plezierig pedagogisch klimaat waarin kernwoorden als regels, acceptatie, respect, discipline, stimuleren en uitdagen van belang zijn.

We streven ernaar om het onderwijs zo effectief mogelijk te laten verlopen. Kernpunten zijn: OC7 OC8 OC9 OC10 OC11 OC12 OC13 OC14 OC15

De leertijd wordt effectief besteed Het leren van de leerlingen staat centraal De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht Er wordt gewerkt met het BHV-model (basisstof, herhalingsstof, verrijkingsstof) Leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen De vooruitgang van de leerlingen wordt systematisch geëvalueerd (CITOLVS) De communicatie (interactie) tussen de leerkracht en de leerlingen en de leerlingen onderling verloopt geordend Het belang van de (bege)leidende en sturende rol van de leerkracht wordt onderkend.

3.3 Levensbeschouwelijke identiteit “De Triangel” is een Hervormde basisschool op Gereformeerde grondslag, waarbij wij gerekend worden tot het Protestants Christelijk Onderwijs. De schoolnaam is niet voor niets gekozen. “De Triangel” symboliseert de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de christelijke opvoeding door ouders, kerk en school. Het mensbeeld, wat bepalend is voor onze visie op onderwijs wordt geleerd in en bepaald door de Bijbel, die wij zien als Gods Woord. God heeft alles goed geschapen. Doordat wij hem verlaten hebben, is de relatie met God verbroken. De gevolgen hiervan zijn dagelijks merkbaar in en om ons heen. God geeft in Zijn Zoon Jezus Christus de mogelijkheid om de verbroken relatie te herstellen. Door het geloof in Zijn verzoenend lijden, sterven en opstanding worden we behouden en dat geeft ons leven doel en inhoud. Het bovenstaande noemen we de Gereformeerde grondslag. Deze wordt uitgelegd in de Heidelberger Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. U merkt dit in de praktijk van elke dag bij: 11

Voor de ouders is een duidelijke folder beschikbaar over de uitgangspunten van AA. De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

14

- het godsdienstonderwijs - de omgang met elkaar - de keuze van en de omgang met lesmateriaal - het benoemingsbeleid - de momenten van bezinning (citaat schoolgids 2007-2008) Om te komen tot een duidelijke profilering van de levensbeschouwelijke identiteit hebben we een kwaliteitskaart opgesteld (KK1)12 Hierin staan een aantal afspraken genoemd alsmede een moment van beoordeling. 3.4

Leerstofaanbod en Toetsinstrumenten

Inleiding Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methodeonafhankelijke en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende afspraken opgesteld (op een kwaliteitskaart). 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Onze methodes voldoen aan de kerndoelen We gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs

Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Leerstofaanbod is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. Verbeterpunten - De punten 6 en 8 dienen de komende planperiode te worden uitgewerkt. - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)

12

Kwaliteitskaarten zijn als bijlage losbladig opgenomen in de schoolgids als bijlage. De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

15

Methodes en toetsen: Vak Taal

Methodes Schatkist Taalverhaal

Lezen

Veilig Leren Lezen Goed Gelezen

Rekenen

De Wereld in Getallen

Aardrijkskunde

Wijzer door de Wereld

De Natuur

Wijzer door de Natuur

Geschiedenis

Wijzer door de tijd

Verkeer

Wijzer door het Verkeer

Godsdienstige Vorming

Hoor het Woord

Toetsinstrumenten CITO - Taal voor kleuters CITO - Taalschaal CITO - Spelling CITO – Eindtoets Taal Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) CITO – DMT CITO – Begrijpend Lezen CITO – Eindtoets informatieverwerking AVI Protocol Leesproblemen – Dyslexie Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) CITO – Ordenen CITO – Rekenen en wiskunde CITO – Eindtoets Rekenen Methodegebonden toetsen CITO – Eindtoets wereldoriëntatie Methodegebonden toetsen CITO – Eindtoets wereldoriëntatie Methodegebonden toetsen CITO – Eindtoets wereldoriëntatie Methodegebonden toetsen CITO – Eindtoets wereldoriëntatie

Schema Overzicht m.b.t. methodevervanging Vak Methodes 07 08 Taal Schatkist X Taalverhaal Lezen Veilig Leren Lezen X Voortgezet Tech. L X Rekenen De Wereld in Getallen Aardrijkskunde Wijzer door de Wereld De Natuur Wijzer door de Natuur Geschiedenis Wijzer door de Tijd Verkeer Wijzer door het Verkeer Godsdienstige Hoor het Woord X Vorming 3.5

09

10

11

12

13

14

15

16 X

X X X X X X X X

Taalbeleid

Inleiding In de afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in taalactivering vanuit GOA- en VVE-gelden. Door bezuinigingen wordt dit niet gecontinueerd. Het is van belang de opbrengsten van het BAS project te bewaren. Hierdoor wordt nu meer van de teamleden gevraagd. Daarom wordt actief ingestoken op taalontwikkeling vanuit “Schatkist” en volgen we het onderwijs door het


16

dyslexieprotocol. In de komende planperiode moet het gevoerde beleid nauwgezet beoordeeld worden en daar waar nodig worden bijgesteld. De beoordeling van de afspraken zullen regelmatig terugkerende agendapunten worden in het bouwoverleg 1-4. 3.6 Sociaal-emotionele ontwikkeling Sociaal emotionele ontwikkeling in samenhang met een goed pedagogisch klimaat is de basis om te komen tot leren. Tevens is het van belang dat leerlingen vanuit een algemeen welbevinden hun plaats kunnen innemen als burgers in de maatschappij, overtuigd van het feit dat er voor elk mens een plaats is in de maatschappij, waar hij volledig tot bloei mag komen. Daarom hebben we de volgende punten geformuleerd: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan sociaal emotionele ontwikkeling door gebruik te maken van observatie-instrumenten (OBSEO) en lespakketten als “Pluk een Roos” en lessen uit de methodes BOMJEDA en SCHATJES,KATJES, WATJES. 2. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling (OBSEO). 3. De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens de leerlingenbespreking . 4. Vanuit de observaties worden groepen samengesteld om te komen tot Sociale Vaardigheidstrainingen, door opgeleide eigen trainers. 5. De leerlingen vullen vanaf groep driejaarlijks een vragenlijst in. 3.7

Actief Burgerschap

De sociale context van de school is een bijzondere. In een plattelandsgemeente met een hoge mate van betrokkenheid bij het christelijk geloof leven we voor ons gevoel ‘ver van de groet stad’. Dit betekent dat veel grote maatschappelijke vraagstukken aan ons oog voorbij lijken te gaan. Maar veel van onze leerlingen verlaten vanaf 12 jaar het beschermde dorp en komen vervolgens in aanraking met andere culturen. Het behoort zeker tot onze taak om leerlingen daarop voor te bereiden. Daarom proberen we ons onderwijs te integreren in de actuele problemen van vandaag en helpen we zo onze leerlingen een eigen mening te vormen over diverse vraagstukken van belang. Daarom volgen we de actualiteit in binnen en buitenland gekoppeld aan van vakgebieden godsdienstige vorming en wereldoriëntatie. In het kring- of klassengesprek kan dit bijna dagelijks aan de orden komen. Meer gestructureerd zal het plaatsvinden bij het uitwerken van diverse thema’s, die we overigens op geheel eigen wijze tot stand laten komen (‘Anders Adaptief). Per jaar hebben we minimaal 1 groot klassenoverstijgend thema en minimaal 2 kleine klassenthema’s. Daarnaast wordt in samenwerking met de burgerlijke gemeente gewerkt aan diverse thema’s op het gebied van: - alcoholpreventie - veilig verkeer - milieu ontmoetingsprogramma’s - adoptiemonumenten - ‘houdt de kop schoon’ , een actie om zwerfvuil rond de school op te ruimen Veel onderwerpen krijgen inhoudelijk invulling vanuit de grondslag van de identiteit. Burgerschapsvorming geeft ons juist de mogelijkheid om een praktische invulling aan ideële doelen te geven.


17

Maar ook in de dagelijkse praktijk zijn de kernwaarden van de maatschappij belangrijk in de omgang met elkaar. Daarom oefen we dit door maandelijks een vuistregel centraal te stellen in esprekken met de leerlingen en in de publicaties naar de ouders. 13 3.8

ICT

ICT is niet meer weg te denken uit de wereld en dus niet uit de school. De basisschool heeft een taak om de beginselen van het computergebruik bij te brengen. Zoals we kinderen leren lezen, leren we hen ook met de computer omgaan. Daarom is het van belang dat de school een goed geoutilleerd computernetwerk heeft. Dit heeft ons in 2006 doen besluiten over te stappen naar een leaseconcept, waardoor we risico’s uitsluiten. Samengevat komen we tot de volgende uitspraken: 1. De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie 2. De leerlingen ontwikkelen binnen de basisschool een juiste toetsenbordvaardigheid. 3. De leerlingen kunnen werken met Word, Excel en PowerPoint (einde basisschool) 4. De leerlingen kunnen een werkstuk maken met een verzorgde lay-out 5. De leerlingen zijn vertrouwd met Internet en kunnen hier op een verantwoorden manier mee omgaan 6. De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en -vaardigheden 7. De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software. De ICT taken zijn voor zover mogelijk uitbesteed aan een extern bedrijf. De overige taken zijn ondergebracht in het takenpakket van de directie. De komende planperiode zal vooral in het teken staan van de toepassingen van nieuwe hulpmiddelen, zoals digitale schoolborden en het toetsen van leerlingen via on-line pakketten. 3.9

Leertijd

Op onze school willen we de leertijd effectief besteden, omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze afspraken zijn: 1. Leraren bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en). Deze programma’s worden periodiek gecontroleerd door de directie. 2. Leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd). 3. Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland. 4. Leraren hanteren heldere roosters. 5. Leraren plannen extra tijd voor taal (gelet op de behoeften van onze populatie). 6. Leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften. Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Leertijd is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. Verbeterpunten - Als leden van het team moeten we ons allemaal verantwoordelijk weten en voelen voor bijvoorbeeld de lengte van de morgenpauze en de pauze beëindigen als de pleinwacht onverhoopt vergeet het tijdssein te geven. 13

Voor meer informatie verwijzen we naar de vernieuwde kerndoelen over burgerschap en het toezichtskader van de Inspectie Primair Onderwijs. De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

18

-

Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)

3.10

Pedagogisch Klimaat

Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk, dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt, dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en afspraken : 1. De leraren zorgen voor een ordelijke klas 2. De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving 3. De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om 4. De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen 5. De leraren bieden de leerlingen structuur 6. De leraren zorgen voor veiligheid 7. De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken 8. De leraren laten de leerlingen zelfstandig (samen) werken Beoordeling De beoordeling van de afspraken (doelen) komt aan de orde bij de jaarlijkse klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde loopbaangesprekken. In het POP geeft de leraar haar/zijn verbeterdoelen aan. Formeel worden de afspraken tweejaarlijks beoordeeld door directie en team (zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan). Verbeterpunten - Meer dan het eigen lokaal dienen we gezamenlijk verantwoordelijkheid te voelen en te nemen voor die ruimtes die algemeen worden gebruikt. Ook is het van belang om de gangen te betrekken tot de leeromgeving van de leerlingen door bijvoorbeeld uitdagende thema-exposities in te (laten) richten. - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) 3.11

Didactisch handelen

Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan adaptief onderwijs. We geven onderwijs op maat, en daarom differentiëren we bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen, laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. Onze afspraken zijn: 1. Lessen zijn goed opgebouwd 2. De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op verschillende niveaus 3. De leraren geven directe instructie 4. De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen 5. De leerlingen werken zelfstandig samen 6. De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) 7. De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren 8. De leraren zorgen voor stofdifferentiatie 9. De leraren zorgen voor tempodifferentiatie Beoordeling De beoordeling van de afspraken (doelen) komt aan de orde bij de jaarlijkse klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde loopbaangesprekken. In het POP geeft de


19

leraar haar/zijn verbeterdoelen aan. Formeel worden de afspraken tweejaarlijks beoordeeld door directie en team (zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan). Verbeterpunten - De opbrengsten van de trainingen Anders Adaptief en dan met name de coöperatieve leervormen en de toepassingen van de meervoudige intelligenties dienen blijvend te worden geoefend. - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) 3.12

Zorg en begeleiding

We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leraren daarom de leerlingen goed kennen (wat is hun niveau?). Daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt hun ontwikkelingsproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op leerlingen die wat meer kunnen. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we het CITO-LVS. Leerlingen met een E- of D-score, en leerlingen met een A-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider heeft een coördinerende taak. Onze afspraken zijn: 1. De leraren kennen de leerlingen 2. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 3. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind 4. Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen 5. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 6. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen 7. De school voert de zorg planmatig uit 8. De school gaat de effecten van de zorg na 9. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding Leerling-gebonden financiering Op basis van de wettelijke regeling leerling-gebonden financiering kunnen leerlingen met een handicap in het basisonderwijs geplaatst worden. - Intentioneel: de Triangel wil in de planperiode die voor ons ligt zoveel mogelijk leerlingen uit het eigen voedingsgebied opnemen als mogelijk is. In principe is iedere leerling toelaatbaar, indien het kind hierbij gebaat is en we als team de mogelijkheden kunnen bieden die de specifieke leerling nodig heeft - Feitelijk: in de afgelopen periode is behoorlijk wat ervaring opgedaan in het werken met leerlingen uit de verschillende clusters. Door de ondersteuning vanuit het expertisecentrum van het samenwerkingsverband kan er al veel gerealiseerd worden. - Onderwijskundig: binnen het concept ‘Anders Adaptief’ hebben we geleerd kinderen zelfstandig samen te laten leren. Ook hebben we gewerkt met de verschillende intelligenties van waaruit kinderen tot leren komen. Hierin zal echter nog wel een ontwikkeling moeten worden doorgemaakt. Door deel te nemen aan het pilotproject ‘Inclusief Onderwijs’ van het samenwerkingsverband hopen we hierin verder te kunnen groeien. - Randvoorwaardelijk: binnen de huidige huisvesting lopen we tegen ernstige problemen aan om het bovenstaande te kunnen realiseren. Nieuwbouwplannen zijn dan ook gemaakt en krijgen naar we hopen hun beslag in de voor ons liggende planperiode. De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

20

-

Voor wat betreft de indicering en de zorgprocedure verwijzen we naar de beschikbare beleidsdocumenten van het SWV “De Brug”14

Beoordeling De afspraken (doelen) worden 2 x per vier jaar beoordeeld door de intern begeleider en het MT van de school. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Zorg en begeleiding is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. Verbeterpunten - De integratie van het onderwijsconcept en de begeleiding van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte zal moeten worden verbeterd. - De huisvesting zal blijvend onze aandacht nodig hebben. - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) Bijlagen - Beleidsstuk “zorgstructuur op de triangel” - Beleidsstuk “inhouden groepsmap (zorg en begeleiding)” - Handelingsplannen - Overig: www.swvdebrug.nl 3.13

Opbrengsten (van het onderwijs)

Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name Taal, Rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze afspraken zijn: 1. De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] 2. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] 3. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) 4. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 5. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar (zie ook hoofdstuk 3.9) 6. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs (zie ook hoofdstuk 3.9) 7. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs CITO-eindtoets (percentielscores) Jaar Taal Rekenen 67 68 2004 69 69 2005 72 62 2006 65 53 2007 CITO-eindtoets (standaardscores) Jaar Schoolgroep Eindscore A 533.2 2004 A 534.2 2005 A 534.2 2006 A 525.7 2007

14

Informatie 68 73 71 60

Wereldoriëntatie 66 71 68 61

Aantal leerlingen 21 30 24 19

Totaal 68 70 69 60

Meegedaan 21 30 24 19

www.swvdebrug.nl De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

21

Schooleindonderzoek: Jaar Schoolgroep Nvt 2007

Eindscore Nvt15

Aantal leerlingen 19

Meegedaan 19

Beoordeling De opbrengsten worden jaarlijks door het team beoordeeld. Daarbij staan centraal de monitor die we invullen voor de Inspectie van het Onderwijs, de CITO-eindresultaten en de kengetallen uit het LVS. De IB-er levert gegevens aan. Op basis van de uitslagen en de analyse worden verbeterpunten vastgesteld. Verbeterpunten - Door ons sterk te focussen op vernieuwingen en zorg & begeleiding, lijkt het gevaar aanwezig om de opbrengsten van minder belang te gaan vinden. Dit wordt onderkend en zal moeten worden meegenomen in de komende planperiode. - Door de toename van leerlingen met specifieke behoeften zullen de analyses gedetailleerd moeten worden aangeleverd. - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)

15

Alle individuele uitslagen beschikbaar De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

22

3.14

Kengetallen: in- door- en uitstroom

Teldatum

Aantal

1-10-2003 1-10-2004 1-10-2005 1-10-2006

211 221 227 239

Instroom Groep 1 30 30 33 33

Overzicht verlengde kleuterperiode Jaar Groep 1 2003-2004 0 2004-2005 0 2005-2006 0 2006-2007 0

Instroom Groep 2-8 1 4 4 5

Uitstroom Groep 1-7 0 0 0 0

Uitstroom Groep 8 21 30 24 19

Totaal 21 30 24 19

Groep 2 0 0 0 0

Overzicht van zittenblijvers Jaar Gr. 1 2003-2004 0 2004-2005 0 2005-2006 0 2006-2007 0

Gr. 2 0 0 0 0

Gr. 3 1 0 1 1

Gr. 4 0 0 0 1

Gr. 5 0 0 0 0

Gr. 6 0 0 0 0

Gr. 7 0 0 0 0

Gr. 8 0 0 0 0

Overzicht van versnellers Jaar Gr. 1 2003-2004 0 2004-2005 0 2005-2006 0 2006-2007 0

Gr. 2 0 0 0 1

Gr. 3 0 0 0 0

Gr. 4 0 0 0 0

Gr. 5 0 0 0 0

Gr. 6 0 0 0 0

Gr. 7 0 0 0 0

Gr. 8 0 0 0 0

Overzicht onderzoeken door externe deskundigen Jaar SBD Jeugdzorg 3 0 2003-2004 4 0 2004-2005 5 0 2005-2006 5 0 2006-2007 Overzicht externe verwijzingen Jaar SBO 0 2003-2004 0 2004-2005 0 2005-2006 0 2006-2007

Elders 1 1 2 3

Elders 0 0 0 0


23

Hoofdstuk 4

Integraal personeelsbeleid

Binnen de federatie Veluwezoom & IJsselstreek wordt gezamenlijk personeelsbeleid gevoerd. Het schoolbeleid is daarvan afgeleid. 4.1.

Onze organisatorische doelen

We hebben inzichtelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uit ziet, en wat wenselijk is op een termijn van vier jaar en welke acties er ondernomen worden om het gewenste personeelsbestand dichterbij te brengen. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie(s) en afspraken. Wij verwijzen ook naar het meerjarenbestuurs formatiebeleidsplan of federatieniveau Item 1 2 3 4 5a 5b 6 7 8 9 10

Aantal personeelsleden Verhouding man/vrouw Aantal IB-ers Gediplomeerde bouwcoördinatoren Opleiding schoolleider Opleiding adjunct directeur ICT-specialisten Onderwijsassistenten Bedrijfshulpverleners ARBO- en veiligheidscoördinator Invallers

Huidige situatie 2007-2008 21 1:4 2 2 1 1 1 3 4 1 3

Gewenste situatie 2010-2011 25 1:3 3 2 1 1 2 5 4 1 6

De consequenties van onze organisatorische doelen zijn opgenomen in ons Plan van Aanpak (2007-2011) en komen standaard aan de orde bij de POP-ontwikkeling en in de functioneringsgesprekken. 4.2.

De schoolleiding

De schoolleiding bestaat uit twee personen: de directeur en de adjunct- directeur. De schoolleiding wil samen met het team leiding geven aan alle processen binnen de school. De directeur is namens het bestuur gemandateerd om veel bestuurszaken af te handelen. In het directiestatuut is nauwgezet vastgelegd welke taken en bevoegdheden de directie heeft. Dit statuut is als bijlage opgenomen. De directie wordt jaarlijks beoordeeld door het bestuur. Tevens wordt het directiebeleid 1x er twee jaar geëvalueerd met het team. Hiervan wordt een verslag gemaakt, wat wordt verstrekt aan het bestuur en aan de medezeggenschapsraad. 4.3.

Integraal personeelsbeleid (incl. professionalisering)

Het integraal personeelsbeleid is in handen van de algemeen directeur van de federatie en is als beleid vastgesteld door het federatiebestuur. Het integraal personeelsbeleid van de Triangel richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school, en aan de gemaakte afspraken per beleidsterrein. Op basis van de beleidsterreinen hebben wij competenties vastgesteld (in de geest van de wet BIO) en de afspraken zijn omgezet in criteria (zie ook het voorwoord). Deze criteria staan op competentielijstjes. Onze school vindt de volgende competenties richtinggevend voor de ontwikkeling van de medewerkers: De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

24

1. Gerichtheid op kwaliteit 2. Vakmatige beheersing 3. Gebruik leertijd 4. Pedagogisch handelen 5. Didactisch handelen 6. Zorg voor leerlingen 7. Opbrengstgerichtheid 8. Professionele instelling 9. Communicatie 10. Omgang met ICT 11. Handelen vanuit de identiteit De directie van de Triangel zet de volgende punten van beleid in om de (persoonlijke) ontwikkeling van de medewerkers zo vorm te geven, dat zij in toenemende mate gaan voldoen aan de criteria op competentieprofielen. In alle onderdelen staan daarom de gekozen competenties met de daarbij behorende criteria centraal. 4.3.1

Beleid m.b.t. stagiaires

De school kent een stagecoördinator. Deze functionaris is verantwoordelijk voor de indeling en de begeleiding van de stagiaires, alsmede de contacten met de hogescholen en de ROC’s. De groepsleerkrachten begeleiden de stagiaires op vakinhoudelijk ( de lesstof) gebied. De school heeft jaarlijks stagiaires uit verschillende beroepsgroepen. De doelstelling van stages is voor de Triangel tweeledig: - studenten opleiden voor hun vakgebied. - Ondersteuning bieden voor groepsleerkrachten in de verschillende onderwijskundige processen. Eén en ander is vastgelegd in een reglement voor stages. 4.3.1.

Werving en selectie

We gaan bij Werving en Selectie uit van de kaders in het IPB-plan. Daarnaast zijn de competenties die wij hanteren van belang voor de werving en selectie. Sollicitanten ontvangen de profielschets en geven een proefles waaruit blijkt wat er wel en/of niet beheerst wordt. Bij het sollicitatiegesprek houden we een criteriumgericht interview dat gebaseerd is op onze competenties en criteria. De sollicitanten moeten de mate van beheersing kunnen aantonen (via bekwaamheidsdossier en portfolio) 4.3.2.

Introductie en begeleiding

Nieuwe leraren krijgen een mentor (een meer ervaren collega). Deze mentor voert het introductiebeleid (begeleidingsplan) uit, waarbij het speerpunt ligt op de bespreking van de ontwikkeling van de competenties. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visies en de afspraken van de school. Nieuwe leraren ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria. Binnen de federatie Veluwezoom & IJsselstreek is een gespecialiseerd directielid beschikbaar voor advies en begeleiding bij deze taken. 4.3.3.

Taakbeleid

Binnen de school wordt beleid ontwikkeld op basis van de normjaartaak. Uitgaande van een normjaartaak van 1659 uur blijven er na aftrek van de lesgevende uren en de 10% deskundigheidbevordering bij een werktijdfactor van 1,0 533 uren beschikbaar voor


25

taakbeleid. Per week zijn dit ruim 13 uur. De verdeling van taken over de leerkrachten wordt jaarlijks vastgesteld in een personeelsvergadering. 4.3.4.

Collegiale consultatie

Binnen de school wordt gewerkt met collegiale consultatie en intervisie indien daar aanleiding voor is. Dit vindt niet structureel plaats, maar wordt gerelateerd aan een onderwerp of een situatie. Vanaf 2006 is gewerkt met collegiale consultatie rondom aanvankelijk lezen. Binnen het samenwerkingsverband de Brug is jarenlang gewerkt met algemene collegiale consultatie. Vanaf september 2007 zullen we hier gaan werken met meer specialistische inzet. Hiervoor verwijzen we naar beschikbare beleidsdocumenten van het SWV.16 4.3.5.

Klassenbezoek

De directie legt jaarlijks bij ieder teamlid een klassenbezoek af. Bij het klassenbezoek worden –in overleg- criteria die afkomstig zijn van de competentieprofielen geobserveerd. Daarnaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte persoonlijke ontwikkelplannen. Na afloop van het klassenbezoek volgt (standaard) een gesprek . Indien er aanleiding is om te constateren dat de ontwikkeling stagneert, wordt een tweede bezoek gepland, waarna een (extra) functionering- of beoordelingsgesprek plaatsvindt. 4.3.6.

Persoonlijke Ontwikkelplannen (POP)

De school werkt met persoonlijke ontwikkelingsplannen die 1 keer per jaar worden bijgesteld en besproken. Aan het begin van het schooljaar wordt aan de groepsleerkrachten gevraagd dit plan te schrijven. Dit wordt kort met de betrokkenen besproken. In de loop van het jaar volgt dan het klassenbezoek en voortgangsgesprek. 4.3.7.

Het bekwaamheidsdossier

Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers zijn centraal opgeslagen in de school. In dit dossier bevinden zich: - Afschriften van dipoma’s en certificaten - Aktes van benoemingen - De competentieset - De gescoorde competentielijstjes - De persoonlijke ontwikkelplannen - De gespreksverslagen In de komende planperiode gaan we experimenteren met een portfolio, als bijlage bij het bekwaamheidsdossier. In het portfolio verzamelt de werknemer ‘bewijzen’ voor zijn persoonlijke ontwikkeling. 4.3.8.

Functioneringsgesprekken

De directie voert 1x per jaar een functioneringsgesprek met alle medewerkers. We beschikken over een regeling FG (zie bijlage). Tijdens het FG staat het functioneren medewerker op basis van het POP centraal. Er wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de schoolverbeterdoelen. Aan de orde komen verder: werkdruk, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid, en mobiliteit.

16

www.swvdebrug.nl De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

26

Kortom: Groepsleerkracht Schrijven POP / najaar Klassenbezoek / winter-voorjaar Functioneringsgesprek / voorjaar-zomer 4.3.9.

Directie Informerend / adviserend gesprek Voortgangsgesprek n.a.v. het bezoek in relatie tot POP Gesprek volgens FG regeling.

Deskundigheidsbevordering (scholing – professionalisering)

Scholing komt aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen –zie hoofdstuk 4.1- en/of de competentieprofielen en/of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert de directie teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. In de regel volgt het team twee keer per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje deskundigheidsbevordering. Gevolgde teamscholing 2003-2007 Jaar 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008

Thema Invoering werken met Anders Adaptief De didactische vaardigheden van leerkracht in relatie tot AA Teamcommunicatie Rekenen met het kind Teamcommunicatie Leerling-zorg Kinderen met psychiatrische stoornissen Oriëntatie inclusief onderwijs (Inspiratie)

Organisatie CHE de CHE Windesheim Federatieve scholingsdag Windesheim Federatieve scholingsdag SON SWV De Brug

4.3.10. Intervisie De directie werkt met een vergaderstructuur waarin ook ruimte opgenomen is voor intervisiemomenten (4 x per jaar). Tijdens de intervisie bespreken de teamleden onder leiding van een dagvoorzitter de dagelijkse praktijk. 4.3.11. Teambuilding In de zomer van 2007 hebben we afscheid genomen van 5 vaste medewerkers. In de komende planperiode is het van belang om het ‘nieuwe team’ te versterken door teamgerichte activiteiten te organiseren. Het accent zal met name moeten liggen op het ‘elkaar leren kennen’ en het ‘samen ontspannen’. 4.3.12. Beoordelingsgesprekken Onze school beschikt over een regeling B-gesprekken (zie bijlage). De directie voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een T- naar een V-benoeming.


27

4.3.13

Verzuimbeleid

Het verzuimbeleid wordt op schoolniveau uitgevoerd op basis van de afspraken die gemaakt zijn in het integraal personeelsbeleidsplan van de federatie. We volstaan hier daarom met een verwijzing naar dat plan.


28

Hoofdstuk 5

Organisatie en beleid

5.1. Organisatiestructuur - De school wordt bestuurd door een algemeen bestuur van 7 personen wat maandelijks vergadert. Het dagelijks bestuur vergadert eveneens maandelijks. De directeur is bij beide vergaderingen aanwezig. - De directie bestaat uit een directeur en een adjunct directeur. Het personeel heeft drie BZO-teams (bouw/zorg - overleg), die zelfsturend zijn. - Het bestuur is ‘een bestuur op afstand’. Taken en bevoegdheden zijn geregeld in het managementstatuut. - De school heeft een medezeggenschapsraad . - De school heeft een activiteitencommissie. - De schoolgids wordt jaarlijks uitgegeven in de eerste schoolweek van het nieuwe schooljaar. - Het schoolplan wordt 1 x per 4 jaar bijgesteld. - De school geeft wekelijks een nieuwsbrief uit ( het ‘weekjournaal’). - De school onderhoudt een eigen website: www.triangel-rouveen.nl 5.2. Structuur - De school gaat uit van georganiseerde lesstof per jaargroep. Binnen de jaargroep kan afgeweken worden van de lesstof indien de specifieke behoefte van de leerling daartoe noodzaakt. - De groepen worden in overleg binnen het team vastgesteld. Ouders hebben hierin geringe inspraak. 5.3. Schoolklimaat (inclusief Sociale Veiligheid) Wij vinden het belangrijk, dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samen-werken is. Onze school is een school die open staat voor ouders. Sterker nog: we proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Onze afspraken zijn: 1. De school ziet er verzorgd uit 2. De school is een veilige school 3. Leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om 4. Ouders ontvangen wekelijks een nieuwsbrief 5. De school organiseert jaarlijks één à twee ouderavonden (thema-avonden) in samenwerking met de activiteitencommissie 6. De school organiseert jaarlijks vier spreekavonden met 10 minuten gesprekken 7. Ouders participeren bij diverse activiteiten 8. De school staat altijd open - de leraren zijn bereikbaar Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie, het team, de leerlingen en de ouders. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Verbeterpunten - In de komende planperiode moet de samenwerking met de medezeggenschapsraad gestalte krijgen. Deze staat nog in de kinderschoenen door het opstarten in het voorjaar van 2006. - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)


29

5.3.2.

Sociale Veiligheid

We onderscheiden de volgende aandachtsgebieden: o fysiek geweld o intimidatie en/of bedreiging met fysiek geweld o intimidatie en/of bedreiging via msn, sms, e-mail of Internet o pesten, treiteren en/of chantage o seksueel misbruik, seksuele intimidatie o discriminatie of racisme o vernieling, diefstal, heling In de lessen proberen we geïntegreerd aandacht te besteden aan de bovenstaande aandachtsgebieden Voor het afhandelen van problemen gelden vaste procedures. 1. Incidenten worden vastgelegd door de medewerkers en gemeld bij de contactpersoon en/ of directie 2. Fysiek geweld wordt bestraft met het terugkomen op de woensdag- of vrijdagmiddag. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. 3. Kinderen blijven nooit langer dan 15 minuten na in het lokaal. Kinderen worden ook nooit alleen nagehouden. Bij langere straffen wordt dit gemeld aan de ouders (met reden). Ook dit wordt geregistreerd in de groepsmap. Voor alle overige zaken verwijzen we naar het klachtenreglement, zoals verwoord in de schoolgids. Het totale veiligheidsbeleid is ondergebracht in het takenpakket van de ARBO coördinator. Verbeterpunten: Door de komst van veel nieuwe leerkrachten zullen we ten aanzien van ‘straffen en belonen’ met elkaar nieuwe afspraken moeten maken. Dit verdient prioriteit in het eerste jaar van de planperiode. Evaluatie: 1 x per 2 jaar wordt het beleid geëvalueerd met leraren, leerlingen en ouders. 5.3.3

Risico-Inventariatie (RIE) [desgewenst kan dit in hoofdstuk 7)

De meest actuele RI is van voorjaar 2007. We volstaan hier met een verwijzing naar het Plan van aanpak. 5.3.4

Arbobeleid

5.4. De interne communicatie Op onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. Het gaat erom betrokkenheid te creëren van de medewerkers op het werk en op het schoolgebeuren om op die manier de kwaliteit van de school te optimaliseren. Daarom zorgt de schoolleiding voor een heldere vergaderstructuur en worden er effectieve hulpmiddelen gebruikt. Onze afspraken (zie kwaliteitskaart) zijn: 1. We werken met een vergadercyclus van 1 maand: o teamvergadering o bouwvergadering o zorgvergadering o werkgroepen 2. Het MT vergadert wekelijks De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

30

3. De AB en DB vergadert 1 x per maand 4. De MR vergadert 1 x per maand 5. We gebruiken effectieve middelen voor de communicatie: postvakken, memobord, email. Qua communicatiegedrag vinden we het volgende belangrijk: 1. 2. 3. 4. 5.

Zaken worden op de juiste plaats besproken Vergaderingen worden goed voorbereid Op vergaderingen is sprake van actieve deelname In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen

Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Verbeterpunten - Het communicatiegedrag in en buiten de vergaderingen moet zorgvuldig bewaakt worden door alle teamleden. - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) 5.5. De communicatie met externe instanties De school onderhoudt systematische (gereguleerde) contacten met : - De peuterspeelzaal Op Stap - De schoolbegeleidingsdienst Centraal Nederland - De diverse hogescholen en ROC’s - De gemeente Staphorst - De collega-school in Rouveen: De Levensboom - Het samenwerkingsverband WSNS De Brug - De federatiescholen Veluwezoom & IJsselstreek - De dorpsvereniging de Munnikenslag - Bureau Jeugdzorg - De dorpsraad 5.6. De communicatie met ouders Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke, de cognitieve ontwikkeling en de godsdienstige opvoeding van (hun) kinderen. Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze afspraken zijn: 1. Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten 2. Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders 3. Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken 4. Ouders worden betrokken bij (extra) zorg 5. Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs 6. Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind 7. Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie


31

Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie, het team en de ouders. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Verbeterpunten - Ouders dien nog meer door groepsleerkrachten te worden gezien als gelijkwaardige partners. Hierin moeten we elkaar blijvend opscherpen en corrigeren. - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) 5.7 Buitenschoolse opvang De school heeft een contract gesloten met de Stichting Kinderdagcentra Zwartewaterland voor wat betreft de buitenschoolse opvang. Hieronder rekenen we de voor- en naschoolse opvang, alsmede het overblijven (‘de broodschool’) op maan-, dins- en donderdag. Voor verder informatie verwijzen we naar bijbehorende documenten ( zie ook de website www.triangel-rouveen.nl )


32

Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 6.1

Financieel beleid Lumpsum financiering – ondersteuning

De administratie van de scholen van de federatie Veluwezoom & IJsselstreek wordt uitgevoerd door bureau Concent te Zwolle. Binnen de federatie is er namens het bovenschoolmanagement een financieel adviseur aanwezig in het management team van de federatie. Het MT van de federatie heeft tweemaal per jaar overleg met de account manager van het administratiekantoor. Daarnaast wordt er door de accountmanager ook een aantal malen overleg gepleegd met de directeur en de penningmeester van de betrokken scholen c.q. besturen. Dit overleg vindt plaats rondom: - de begroting - de financiële management informatie (tussenrapportages) - de jaarrekening. In het managementstatuut van de afzonderlijke scholen is geregeld wat de budgetbevoegdheid van de directeur en de penningmeester is. De penningmeester controleert de budgetbevoegdheid van de directeur. Het administratiekantoor voert hierin slechts een adviserende rol. Wel draagt het kantoor zorg voor de wettelijke vereisten bij gevraagde transacties. Binnen de verenigingen is afgesproken is afgesproken dat alle geldstromen die relaties hebben met publieke middelen openbaar gemaakt worden in de jaarrekeningen. Op federatieniveau wordt ook een (verzamel) jaarrekening gemaakt van die posten waar we gezamenlijke verantwoording voor dragen. In de ledenvergadering van 2007 is afgesproken dat alle scholen 25% van het IPB budget afstaan voor bovenschoolse kosten van de federatie. Hieruit worden de volgende zaken gefinancierd: - salariskosten van personeel in dienst van de federatie ( algemeen directeur, lid managementteam personeelszaken, onderhoudsmedewerker) - fondsvorming voor calamiteiten ter ondersteuning voor individuele scholen. Te denken valt dan aan ouderschapsverlof, kosten voor outplacement, etc. Hierover is een aparte beleidsnotitie beschikbaar vanaf september 2007. Als uitgangspunt voor alle scholen geldt dat zoveel mogelijk personele inzet zal worden gedaan op de werkvloer. Aan de andere kant willen we ook dat alle scholen beschikken over een goed geoutilleerde inventaris (leermiddelen en meubilair). Vanuit een nulmeting in 2005 is dan ook een start gemaakt met investeringen en afschrijvingen. Hierop wordt door het administratie controle uitgeoefend en worden de bijbehorende adviezen meegenomen in de rapportages. Hoofdstuk 6.2

Externe geldstromen

De externe geldstromen van de school zijn: - De bijdrage uit rijksmiddelen (CFI) - De bijdrage ten behoeve van LGF (CFI) - De bijdrage ten behoeve van schoolbegeleiding (CFI) - De bijdrage van de gemeentelijke overheid (gebouwen, VVE en GOA voor zover nog aanwezig, schoolbegeleiding – rechtstreeks of via de diensten) Al deze geldstromen vallen onder de publieke middelen worden openbaar gemaakt in het financieel jaarverslag (de jaarrekening) en zijn daardoor beschikbaar ter inzage voor alle betrokkenen bij de school (dus niet alleen de leden). Hoofdstuk 6.3

Interne geldstromen

De interne geldstromen van de school zijn: - De (vrijwillige) bijdrage van de ouders van leerlingen.


33

-

De rechtstreeks inkomsten van ouders voor betaalde diensten, indien zij geen ouderbijdrage wensen te betalen. - De overige rechtstreekse inkomsten voor betaalde dienstverlening. - De contributie van leden (die ter beschikking wordt gesteld aan de school). De vereniging heeft geen gescheiden boekhouding, waardoor de volledige contributie in de jaarrekening verschijnt. - Opbrengsten van rente en eventuele beleggingen. Vanwege het belang van transparantie worden al deze inkomsten tevens inzichtelijke gemaakt in de jaarrekening. Binnen de boekhouding wordt gestreefd naar overzichtelijkheid en transparantie. Daarom worden alle financiële handelingen verricht door of gerapporteerd aan (met bijbehorende bescheiden) aan het administratiekantoor. Hoofdstuk 6.4

Sponsoring

Op de school is de paragraaf met betrekking tot sponsor beleid verplicht opgenomen in de schoolgids. Op de Triangel is sponsoring slechts toegestaan, wanneer het gesponsorde bedrag de status heeft van een gift, zonder de wens of eis van de gever hierdoor naamsbekendheid te verkrijgen of te vergroten Hoofdstuk 6.5

Begrotingen

Begrotingen voor het kalenderjaar worden voor 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar vastgesteld en voorgelegd ter instemming aan de medezeggenschapsraad. De begrotingen worden na bespreking ook op federatieniveau gemaakt en voorgelegd ter goedkeuring aan het federatiebestuur voor 1 januari.


34

Hoofdstuk 7

Kwaliteitsbeleid

Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de afspraken bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de afspraken systematisch en cyclisch (zie evaluatieplan) en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Onze afspraken m.b.t. kwaliteitszorg zijn: 1. We hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie 2. We beschikken over doelen (afspraken) bij diverse beleidsterreinen 3. We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende afspraken minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden 4. We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren 5. We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en jaarverslag) 6. We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn 7. We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) 8. We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, MR en ouders) 9. We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het bevoegd gezag. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Verbeterpunten - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) Hoofdstuk 7.1

Terugblik Schoolplan 2003-2007 en zelfevaluatie

Veel van de doelen in de afgelopen planperiode zijn gerealiseerd. Er is hard gewerkt aan onderwijskundige vernieuwing, zorg en begeleiding en verjonging van het personeelsbestand. Ten aanzien van de borging en de opzet van het kwaliteitsbeleid dient echter nog veel te gebeuren. Sterke punten van de school: - Zorg en begeleiding - ICT gebruik - Betrokkenheid van bestuur en ouders - Modern materiaal - Goede scholingsmogelijkheden - Coaching Zwakke punten van de school: - Onvoldoende borging van afspraken - Meer professionalisering van individuele medewerkers (scholingsprofielen) - Samenwerking met de medezeggenschap (is nog zwak omdat de MR pas gestart is in 2007) Deze gegevens zijn o.a. geanalyseerd uit de vragenlijsten WMK die zijn ingevuld door de teamleden in het voorjaar van 2007.


35

Enkele korte ‘statements’: 1. Kwaliteitszorg: het WMK model moet worden uitgebouwd in deze planperiode 2. Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten: de huidge kwaliteit borgen. Mogelijk de toetsing van Sociaal Emotionele Ontwikkeling uitbouwen. 3. Leertijd: kwaliteit borgen. 4. Pedagogisch klimaat: kwaliteit borgen. 5. Didactisch handelen: werken aan constante vernieuwing en commitment aan afspraken anders adaptief 6. Zorg en begeleiding: kwaliteit uitbouwen naar passend en zo mogelijk inclusief onderwijs. 7. Opbrengsten: weken aan zo mogelijk verhogen van de opbrengsten m.b.t. tot uitstroom V.O. 8. Professionalisering (Integraal personeelsbeleid): kwaliteit borgen. 9. Interne communicatie : werken aan uitbouw van goede communicatie. 10. Externe contacten : kwaliteit borgen. 11. Schoolklimaat (incl. sociale veiligheid): meer en betere registratie van onveilige situatie. Veiligheidsbeleid beter concentreren en coördineren. 12. Contacten met ouders: werken aan kwaliteitsbehoud en – verbetering. 13. ICT : werken aan verbeterde concentratie van taken en behouden van hardware standaarden. Werken aan uitbouw van nieuwe mogelijkheden. 14. Taalbeleid: met name in de onderbouw uitbouw van mogelijkheden rondom dyslexieprotocol, anders: kwaliteit borgen. 15. Levensbeschouwelijke identiteit : blijvend doordenken van actuele identiteit en kwaliteit borgen. Hoofdstuk 7.2 -

-

-

Datum : 9 maart 2006 Reflectie op de uitslagen en de bevindingen: o Kwaliteitszorg: · 1.2 evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit: vold. · 1.3 evalueert regelmatig leren en onderwijzen: onvol. · 1.4 werkt planmatig aan verbeteractiviteiten: vold. · 1.7 waarborgt sociale veiligheid: vold. o Resultaten: · 12.1 niveau einde schoolloopbaan: vold. · 12.2 sociale vaardigheden: goed o Ontwikkeling van de leerlingen · 13.1 resultaten taal en rekenen: vold. · 13.3 doorlopen van de school in 8 jaar: vold. Mogelijke verbeterpunten: o Follow up geven aan kwaliteitskaarten o Afhandeling van incidenten in beleid vastleggen o Werken aan betrouwbare rapportage met betrekking tot sociaal emotionele vaardigheden Gekozen verbeterpunten zijn opgenomen in het Plan van Aanpak 2007-2011

Hoofdstuk 7.3 -

Analyse inspectierapport

Analyse Quick Scan

Datum : 26 november 2004 Deelnemers: Volledige team en algemeen bestuur


36

-

-

-

De opbrengst van de quick scan geeft een verschillend beeld voor wat betreft de scores van het personeelsteam en het bestuur. Het bestuur geeft een hogere waardering dan het personeelsteam. De quick scan geeft een score die altijd een momentopname is en daardoor altijd enigszins getekend wordt. De uitslag biedt geen verontrustende zaken en geeft ruimte om het kwaliteitsbeleid uit te bouwen en gefaseerd, gedoseerd te volgen in de breedte van de organisatie. Mogelijke verbeterpunten: o De school dienst meer aandacht te geven in het onderwijskundig programma, aan het feit dat we deel uitmaken van een multiculturele samenleving. o Er dient beleid te worden ontwikkeld op het instellen van medezeggenschap. o Er dient gerichter personeelsbeleid te worden gevoerd met betrekking tot doelgroepen: senioren en jonge collega’s. Deze punten zijn inmiddels gerealiseerd.

Hoofdstuk 7.4 -

-

Datum : februari 2006 Aantal gezinnen: 150 / aantal deelnemers 60% Korte weergave: o Identiteit: voldoende tot goed o Schoolorganisatie: voldoende tot goed o Onderwijs: voldoende tot goed o Contacten met ouders: voldoende tot goed Mogelijke verbeterpunten : o De breedte van de oudergeleding goed in beeld houden o Contacten met ouders (die geen lid zijn) via medezeggenschap realiseren Bovengenoemde punten zijn grotendeels gerealiseerd

Hoofdstuk 7.5 -

-

Analyse oudervragenlijst

Analyse leerlingenvragenlijst

Datum : juni 2007 WMK Groep 7: 33 leerlingen Korte weergave: (score tussen 1 en 4) o Kwaliteitszorg · Taal · Rekenen · Hulp van de meester of juf · Veiligheid op school · Regels en duidelijkheid o Aanbod · Taalmethode · Rekenmethode o Tijd · Dagrooster · Huiswerk o Pedagogisch handelen o Didactisch handelen o Afstemming o Actieve en zelfstandige rol lln. o Schoolklimaat o Zorg en begeleiding

2,27 1,87 2,00 2,00 3,26 2,90 2,71 3,03 3,03 2,86 3,65 2,00 3,01 3,13 2.66 2.79 2,66 2.93

Mogelijke verbeterpunten: o ‘Pedagogische gesprekken met leerlingen’: vaker vertellen wat goed gaat! De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

37

o o -

Kwaliteit extra werk verbeteren. Inspraak van leerlingen regelen.

Gekozen verbeterpunten worden opgenomen in Plan van Aanpak 2007-2011

Hoofdstuk 7.6 -

Analyse lerarenvragenlijst

Datum : januari 2008 Aantal deelnemers : 22 Korte weergave van, en reflectie op de uitslagen / planning februari 2008 Mogelijke verbeterpunten (zie ook kwaliteitsprofiel)/ planning februari 2008 Gekozen verbeterpunten opnemen in Plan van Aanpak 2007-2011 / planning maart 2008


38

Hoofdstuk 7.7

Het evaluatieplan

In de schoolplanperiode worden alle beleidsterreinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplan- met een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk beleidsterrein wanneer geëvalueerd wordt, staat aangegeven in onderstaand schema. De opbrengsten evalueren we jaarlijks (evaluatievergadering) en de beleidsterreinen die gerelateerd kunnen worden aan onderwijs en leren en schoolcondities evalueren we met een lagere frequentie. In onze jaarplannen nemen we steeds op welke beleidsterrein wanneer in het jaar geëvalueerd wordt. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag, de MR en de ouders.


39

Onze beleidsterreinen (kwaliteitszorg)

2007 2008

Kwaliteitszorg

X

2008 2009

2009 2010

X

Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten Sociaal-emotionele ontwikkeling

X X

Leertijd X

Pedagogisch klimaat X

Didactisch handelen

X X

Schoolklimaat Zorg en begeleiding

X

Opbrengsten

X

X X

X

X

X X

Professionalisering (Integraal Personeelsbeleid) Interne communicatie

X

Externe contacten

X


X X

ICT Taalbeleid TOTAAL

2010 2011

5

X 6


6

X 6

40

Hoofdstuk 7.8

Kwaliteitsprofiel – Onze mogelijke verbeterpunten

Voor het vaststellen van de verbeterpunten is gebruik gemaakt van: 1. Het strategisch beleidsplan “Met visie vooruit” / federatie Veluwezoom & Ijsselstreek.17 2. Het strategisch beleidsplan van het SWV De Brug.18 3. Het Integraal Personeelsbeleidsplan van de federatie Veluwezoom & IJsselstreek en de uitslagen en analyses van : 1. Het meest recente inspectierapport 2. De Quick Scan 3. De oudervragenlijst 4. De leerlingenvragenlijst 5. De lerarenvragenlijst Beleidsterrein Kwaliteitszorg

Waardering Zwak

Mogelijke verbeterpunten Integrale invoering WMK

Afgeleid van: Inspectierapport

Leerstofaanbod Toetsinstrumenten

Goed

Invoering digitale toetsen en gebruik van Parnassys als softwarepakket

Directieoverleg / zorgteam

Leertijd

Goed

Leertijd effectief houden

Teambespreking

Pedagogisch klimaat

goed

Beleid straffen en belonen uitwerken

Inspectierapport

Didactisch handelen

Voldoende

Investeren in ontwikkeling en begeleiding jonge collega’s

IPB beleid

Schoolklimaat (Sociale Veiligheid)

Voldoende

Zorg dragen voor goede overdracht coordinatie vertrouwenspersoon en totale veieligheidsbeleid

R&I IPB

Zorg en begeleiding

Goed

Orientatie en implementatie inclusief onderwijs

SB WSNS

Opbrengsten

Matig

Integratie onderijwskundige vernieuwing en leeropbrengsten

CITO Eindtoetsen

Professionalisering Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie

Voldoende

Uitbouwen scholingsmogelijkheden individuele collega’s

IPB

Voldoende

Implementatie van leerrendement cursussen 2005-2007

WMK leraren

Externe contacten

Goed

Zorgdragen voor borging


Goed

Zorgdragen voor borging

Geen duidelijke bron aanwezig WMK ouders

ICT

Goed

Identiteit

Goed

Uitbouwen van nieuwe mogelijkheden, aanstellen nieuwe ICT coordinator Borgen van identiteit

17 18

IPB WMK ouders

www.veluwezoomenijsselstreek.nl www.swvdebrug.nl De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

41

Hoofdstuk 7.9

Plan van Aanpak 2007-2011

Het schoolontwikkelplan Jaar 2007-2008 Beleidsterrein

Verbeterdoel(en)

1e

Kwaliteitszorg

Integrale invoering WMK Werken met digitale invullijsten Opstellen van kwaliteitskaarten

X

Sociaal emotionele ontwikkeling

Besluitvorming over instrument (OBSEO). Verwerken van lijsten door groepsleerkrachten en maken van handelingsplannen

X

03

Didactisch handelen

04

Zorg en begeleiding

Ten aanzien van de verworvenheden van AA opnieuw met elkaar bekijken hoe en wanneer we de werkvormen toepassen Orientatie op pilot “Inclusief Onderwijs” door gehele team Werken met ‘inclusieve onderwijspraktijk’ in de groepen (met begeleiding)

01

02

2e

X X

X

X

X X

Consequenties - organisatie - professionaliserin g - middelen Bespreking in PV Werkbijeenkomsten Gecombineerde vergaderingen met bestuur en mR Bespreking in PV Voorbereiding door zorgteam. Uitvoering en implementatie door groepsleerkrachten Scholingsdagen voor nieuwe collega’s. Daarna werkbijeenkomst gehele team Cursus “Psychiatrische stoornissen” Begeleiding door Hogeschool Utrecht / Rob Franke

05 06 07 08 09 10

Evaluatiedagdeel

Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag. De Triangel / Federatie Veluwezoom & IJsselstreek

42

Hoofdstuk 7.10 Beleidsterrein

Het schoolontwikkelplan Jaar 2008-2009 Verbeterdoel(en)

1e

2e

Consequenties - organisatie - professionaliserin g - middelen

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10

Evaluatiedagdeel

Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.


43



1e

2e


01 02 03 04 05 06 07 08 09 10

Evaluatiedagdeel



44



1e

2e


01 02 03 04 05 06 07 08 09 10

Evaluatiedagdeel



45

Hervormde Basisschool De Triangel

Recommend Documents