informatiebrochure zuidkust schouwen
herstel van brakwatermoeras voor de Noordse woelmuis, steltlopers en sterns AUGUSTUS 2011 information brochure south coast of schouwen
restoration of brackish marsh for root vole, waders and terns
Plan Tureluur De Zuidkust heeft er niet altijd zo uit gezien. Sinds de eerste bedijkingen rond het jaar 1000 is de kustlijn van de Zuidkust Schouwen 4 km verder landinwaarts komen te liggen. Vierhonderd jaar geleden was er een smal vaarwater tussen Schouwen en Noord-Beveland, waar men elkaar kon aanroepen, nu ligt een van de diepste geulen van de Oosterschelde (52m) voor de kust van Flaauwers inlaag.
Grote sterns
In de laatste 100 jaar is het karakter van het laaggelegen land aan de rand van de Oosterschelde sterk veranderd. Door de sterk verbeterde ontwatering kon het binnendijkse water- en moerasgebied worden ingericht voor landbouwkundige doeleinden. Dit betekende ontwatering en versnippering van de oorspronkelijke leefgebieden. Door de aanwezigheid van zilt grondwater in de bodem, bleef het 'slecht boeren'. Daarnaast heeft de aanleg van de Deltawerken een belangrijke rol in de regio gespeeld. Door de stormvloedkering in de Oosterschelde (opening in 1986) bleef getijdennatuur in de Oosterschelde aanwezig, maar gingen er wel slikken en schorren verloren. Om dat te compenseren is Plan Tureluur ontstaan. Estuariene leefgebieden, kenmerkend voor de Oosterschelde, staan internationaal onder druk. Een estuarium is een verbrede riviermonding waar zoet rivierwater en zout zeewater vermengd worden. Zo ontstaat een brakwater gebied waar getijdeverschil waarneembaar is. De stormvloedkering tussen de Noordzee en de Oosterschelde is zodanig geconstrueerd, dat getij-invloeden blijven bestaan. Maar doordat de getijdevolumes zijn afgenomen is de zandhonger ontstaan: de diepe geulen worden opgevuld door zand van de slikken en schorren waarmee deze waardevolle elementen van het estuarium onder water verdwijnen. Rivierwater komt er niet meer bij door de afsluiting met de Oesterdam. Estuaria zijn beroemd vanwege ondiepe getijdenkreken, zandplaten, schorren en (binnendijkse) brakwatermoerassen. Samen zijn ze een belangrijk leefgebied voor grote populaties sterns en steltlopers, zoals de kluut of de tureluur. De leefgebieden grenzend aan de Oosterschelde zijn ook van groot belang voor de noordse woelmuis. Deze woelmuizensoort heeft in het natte geïsoleerde gebied weten te overleven sinds de laatste ijstijd. Plan Tureluur, een groot natuurontwikkelingsproject rondom de Oosterschelde, is in samenwerking met overheden en
Foto: Stichting Het Zeeuwse Landschap
2
natuurbeheerders opgesteld om langs de randen van de Oosterschelde zilte natuur weer ruimte te geven. Het totale plan zal uiteindelijk een binnendijks brakwatermoeras van maar liefst 1200 hectare langs de zuidkust van Schouwen-Duiveland opleveren. Inmiddels is de zuidkust van Schouwen onderdeel van de ecologische hoofdstructuur en ook Europees erkend als een belangrijk natuurgebied. De zuidkust is opgenomen in de begrenzing van Natura 2000, de Europese ecologische hoofdstructuur. Belangrijke onderdelen van Plan Tureluur waren het maken van binnendijkse natuurgebieden aan de Oosterschelde, de bescherming van zandplaten en schorren tegen erosie en tot slot het herstel van binnendijks brakwatermoeras. Dit laatste stond centraal in het project 'Brackish Marsh'. Op de kaart hiernaast is het LIFE projectgebied in rood afgebeeld. De voorbereiding hiervan is begonnen op 31 juli 2006 en de uitvoering is op 31 mei 2011 afgerond. Doelen project 'Brackish Marsh' In het LIFE-Nature project, met de officiële titel 'Restoration of Brackish Marsh for root vole, waders and terns' ('Herstel van brakwatermoeras voor de noordse woelmuis, steltlopers en sterns', kortweg 'Brackish Marsh' genoemd) is slechte landbouwgrond omgevormd tot nieuwe natuur. Langs de zuidkust van Schouwen verhindert de aanwezigheid van zilt grondwater 'goed boeren'. Het gebied ligt vlak achter de dijk en ongeveer 1,5 meter beneden zeeniveau. Hierdoor is de grond erg nat en zout waar de landbouw veel last van heeft ondervonden. In goed overleg zijn de agrariërs in deze gebieden verplaatst naar betere landbouwgronden. Het slechte boerenland is omgevormd tot zilte binnendijkse natuurgebieden met Europees belangrijke planten en dieren.
De oorsprong van een brakwatermoeras langs de Zuidkust van Schouwen
Plan Tureluur The origin of a brackish marsh along the South coast of Schouwen Het LIFE-Nature project Brackish Marsh draagt hieraan bij met het herstel van 178 hectare natuur. Het gaat om herstel van voormalige kreken en brakwatermoeras. Het referentiebeeld verwijst naar een 12e-eeuwse situatie: een middeleeuws binnendijks brakwatermoeras met kreken, zilte en bloemrijke graslanden. Dit alles onder invloed van zilt grondwater dat afkomstig is uit de Oosterschelde. Door het project zijn
oorspronkelijke kreken, brakwatermoeras en platen weer zichtbaar. De belangrijkste diersoorten waarvoor het gebied wordt ingericht zijn de noordse woelmuis, sterns, steltlopers en ganzen. Als broedvogel worden o.a. verwacht de kluut, visdief en noordse stern. Verder wordt ingezet op grote aantallen foeragerende vogels als brandganzen, goudplevieren, kleine zilverreigers en lepelaars.
The South coast transformed in the course of time. Since the first diking-in around the year 1000, the coastline of the South coast of Schouwen was situated 4 kilometres further inland. Four hundred years ago, there was a small waterway between Schouwen and NoordBeveland, where people were able to call each other, which is now one of the deepest channels of the Oosterschelde (52 metres) in front of the Flaauwers inlaag. In the last 100 years, the character of the low-lying land at the brim of the Oosterschelde has changed rigorously. Through the highly improved drainage, the inner dike watery area and marshland were set up for agricultural purposes. This meant drainage and fragmentation of the original habitats. Due to the presence of saline groundwater in the soil, agriculture turned bad. In addition, the construction of the Deltawerken has played an important part in the region. A great deal of tidal nature was lost because of the storm surge barrier in the Oosterschelde in 1986. Plan Tureluur came into being by way of compensation. Estuary areas, characteristic for the Oosterschelde, are subjected to international pressure. An estuary is a widened river mouth in which fresh water and saline seawater are mixed. Through this, a brackish marsh is created in which a tidal difference is perceptible. The storm surge barrier between the North Sea and the Oosterschelde is constructed in a way that tidal influences keep occurring. But through the decline of the tidal volumes, sediment hunger came into being: the deeper channels were filled with sand from the mud flats and salt marshes with which these valuable elements of the estuary disappeared under water. River water has no longer access here due to the closing off of the Oesterdam. Estuaries are famous for their shallow tidal creeks, sandbars, salt marshes and (inner dike) brackish marshes. Together, they form an important habitat for large populations of terns and waders, like the avocet and the redshank. The habitats adjacent to the Oosterschelde matter greatly to the root vole. Since the final ice age, this kind of vole managed to survive in the wet isolated area. Plan Tureluur, a large nature development project around the Oosterschelde is set up in cooperation with authorities and nature managements in order to make space for saline nature along the margins of the Oosterschelde. The total plan will eventually yield an inner dike brackish marsh of an extensive 1200 hectares along the south coast of SchouwenDuiveland. Meanwhile, the south coast of Schouwen is part of the ecological main structure and European acknowledged as an important nature reserve area. The south coast is included in the limitation of Natura 2000, the European ecological main structure. Construction of inner dike nature reserve areas along the Oosterschelde, preservation of sandbars and marshes against erosion and finally, the conservation of inner dike brackish marsh were important parts of this plan. The latter was central point in the project 'Brackish Marsh'. On 31 July 2006, the preparation started and the implementation was finished on 31 May 2011.
Objectives project 'Brackish Marsh'
Ligiging projectgebied Kaart: Provincie Zeeland, afdeling RMW/GIS
3
In the LIFE-Nature project, with the official title 'Restoration of Brackish Marsh for Root Vole, Waders and Terns' ('Herstel van brakwatermoeras voor de Noordse woelmuis, steltlopers en sterns', in short 'Brackish Marsh') poor agricultural land is transformed into new nature. Along the south coast of Schouwen, the presence of saline groundwater hinders 'quality farming'. The area is situated right behind the dike and about 1,5 metres below sea level. As a result, the soil is very wet and saline which hindered agriculture enormously. In good consultation, the farmers in these areas were moved to better agricultural grounds. Poor farmland is transformed into inner dike saline nature with important European plants and animals. The LIFE-Nature project Brackish Marsh contributes to the conservation of 178 hectares of nature. It concerns the conservation of former creeks and brackish marsh. The reference image refers to a 12th century situation: a medieval inner dike brackish marsh with creeks, saline and flowery grasslands. All of this is influenced by saline groundwater from the Oosterschelde. Through the project, original creeks, brackish marsh and sandbars are visible again. The root vole, terns, waders and geese are the most important animal species for which the area is set up. Among others, summer birds like the avocet, the common tern and the arctic tern are also expected. Furthermore, large numbers of foraging birds like the barnacle goose, the golden plover, the little egret and the Eurasian spoonbill are also anticipated.
Uitvoering De uitvoering is voorspoedig verlopen. Binnen het project is de aanbesteding op enkele fronten meegevallen. Het bleek mogelijk om met de landinrichting 178 hectare in te richten in plaats van 157ha. Op het moment van inrichting is het gebied ook daadwerkelijk onderdeel van de Europese Ecologische Hoofdstructuur (Natura 2000). Daarmee heeft het Life–project een grote bijdrage aan Plan Tureluur geleverd. De belangrijkste acties die zijn uitgevoerd zijn het herstel van het oorspronkelijke 12e eeuwse landschap en het herstel van de waterhuishouding. Hierover later meer. Hiervoor was het nodig kreken te graven en een kade rond het gebied aan te leggen. Dit betekende heel wat grondverzet! In het projectgebied is ruim 150.000m3 grond afgegraven. Dat zijn maar liefst 11.000 vrachtwagens!
Ongeveer de helft van deze grond kon in het projectgebied weer hergebruikt worden. Met deze grond is bijvoorbeeld het vogeleiland en het karrenveld in de Cauwersinlaag tot stand gekomen. Verder zijn bestaande vee-rasters, percelering, toegangsdammen, drainage, sloten en dammen opgeruimd. Na de inrichting zijn er een rasters geplaatst voor de koeien en schapen. Begrazing speelt een belangrijke rol in het natuurbeheer. De aanwezigheid van het vee houdt de begroeiing laag, waardoor steltlopers en sterns het gebied als broedgebied kunnen gebruiken. Lokaal zal verruiging optreden, waar de noordse woelmuis zijn toevlucht vindt. Naast begrazing is een hoog winterpeil en een lager zomerpeil een zeer belangrijk beheersinstrument. Hierdoor staat het terrein 's winters deels onder water waardoor de zilte vegetaties duurzaam in stand blijven.
Plaatsing van de stuw
Watersysteem De karakteristieke inlagen en karrevelden zijn de restanten van de eeuwenoude Schouwse strijd tegen het water. Naast het herstellen van de inlagen en karrevelden is het duizend jaar oude kreekpatroon de basis voor de inrichting van Plan Tureluur. De kreken zijn onderling verbonden en er wordt steeds nieuw zout water via de bodem en kwelbuizen aangevoerd. Dit zorgt voor een gezond watersysteem. In het natuurgebied is het juist nodig het waterpeil op te zetten. Via zandige bodemlagen stroomt zilt Oosterscheldewater het natuurgebied in. Stuwen en duikers zorgen voor het natuurlijke waterbeheer, kwelbuizen voor verversing van het water.
Foto: Dienst Landelijk Gebied
4
Stilstaand water ontwikkelt snel algen en door gebrek aan zuurstof in het water is er dan geen water en bodemleven. Dit bodemleven is juist heel belangrijk als voedsel voor alle vogels. De genoemde maatregelen zorgen voor (geringe) stroming. In de winter wordt het hoogste waterpeil bereikt. In de loop van het voorjaar en de zomer komt het water door verdamping lager te staan. Het waterpeil is de grootste bepalende factor in de ontwikkeling van de vegetatie. Het waterbeheer is van groot belang om de vegetatie in een pionierssituatie te houden. Jaarlijks staat het land voor een deel onder water en kiemen de zilte vegetaties (zeekraal en zeeaster) opnieuw. Door het zoute water wordt de vegetatie door soorten als zeekraal, schorrenkruid en zilte rus bepaald. Kale stukken zijn ideale broedgebieden voor bijvoorbeeld sterns. Op andere plekken in het gebied zullen drogere plekken zijn met meer grasland dat belangrijk is voor de ganzen die in de winter komen overwinteren. Ook begrazing met runderen helpt het natuurbeheer. De vogels profiteren massaal van dit weidse, natte landschap. Het broedgebied wordt fors groter en er is meer ruimte om voedsel te zoeken of te rusten. Rond het natuurgebied is een nieuwe omleidingsloot gegraven over een lengte van ongeveer 2,5 kilometer. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat aangrenzende agrariërs op een economisch verantwoorde manier kunnen blijven boeren. De stad Zierikzee heeft daarmee een betere afwatering gekregen waardoor de kans op wateroverlast voor de bewoners klein is geworden.
Wat was er voor nodig?
Implementation What was needed? The implementation was successful. The tender, considering some points within the project, turned out better than expected. It proved to be possible to set up 178 hectares instead of 157 hectares. The area is factually part of the European Ecological Main structure (Natura 2000) when set up. Herewith, the Life project contributed largely to Plan Tureluur. The conservation of the original 12th century landscape and conservation of the water management were the main activities which were executed. More details will follow. For this, it was necessary to dig creeks and construct a quay around the area. This entailed a great deal of earth-moving! In the project area, an extensive 150.000m3 was levelled. That meant a total of 11.000 trucks! About half the amount of this ground was reusable in the project area. For example, with this ground the bird island and the low-lying area directly behind the dike in the Cauwersinlaag came into being. Further, the existing fences, plots, entrance dams, drainage, ditches and dams were cleared. After the construction, fences were placed for cows and sheep. Grazing plays an important part in nature management. The presence of cattle keeps the overgrowth low, consequently waders and terns can use the grounds as breeding area. Locally, vegetation encroachment will commence in which the Root Vole finds its refuge. In addition to grazing, a high winter level and a lower summer level are very important management instruments. As a result, during the winter the grounds are partially flooded through which the saline vegetations can durably exist.
Water system The characteristic areas between two dikes (inlagen) and low-lying areas directly behind the dikes (karrevelden) are the remains of the ancient battle against the water in Schouwen. Next to the conservation of these areas mentioned, the thousand year old creek pattern is the basis for the construction of plan Tureluur. The creeks are interconnected with each other and new saltwater is continuously supplied through the ground and seepage tubes. This way, a healthy water system is provided for. In the nature reserve area it is necessary to rise the water level. Through sandy beds brackish Oosterschelde water flows into the nature reserve area. Dams and culverts ensure a natural water management, seepage tubes provide fresh water. Still water has the tendency to rapidly develop algae and through lack of oxygen in the water there is no water and no life form. This life form is actually very important forming food for all kinds of birds. The measures mentioned only provide for a small current. In the course of spring and summer, the water level drops through evaporation. The level is the main indicative factor in the development of vegetation. The water management is highly important in order to keep the vegetation in a pioneering stage. Every year, the land is partially flooded and the saline vegetation (marsh samphire and sea lavender) are sprouting again. Through saltwater vegetation is determined by species like marsh samphire, Herbaceous seepweed and saltmarsh rush. Bare spots are ideal breeding grounds for terns for example. On other places in the area there will be drier spots with more grassland which is important for the geese that will hibernate during the winter. Also grazing with cattle will help nature management. Birds profit large-scale from this immense, wet landscape. The breeding ground will become considerably larger and there is more space to search for food or to rest. Around the nature reserve area a new alternative ditch has been dug over a length of about 2,5 kilometres. This is important to ensure that adjoining farmers will be able to continue their work in an economic sound way. With this, the city of Zierikzee was given a better draining as a result of which the chance of flooding was scaled down for the inhabitants.
Grondverzet was de bulk van het werk
Foto: Jan Vink, Foto Natura
5
Resultaten Het projectgebied wordt nu na de inrichting gekenmerkt door ondiepe kreken, eenjarige zilte pioniersvegetaties (habitattype 1310), schorrenvegetatie (habitattype 1330) en bloemrijk grasland. Het projectgebied is in de zomer van 2010 uitgebreid onderzocht op de ontwikkeling na de inrichting. De resultaten zijn veelbelovend!
Ontwikkeling van zilte vegetaties gaat snel!
Vegetatie De soorten van de dynamische natuur van de delta hebben snel ingespeeld op de ontwikkelingen. Binnen enkele jaren zijn uitgestrekte zilte vegetaties in het gebied al aanwezig en heeft een bijzondere en zeldzame soort van dit milieu, zeegerst, zich massaal uitgebreid. Hier volgen enkele bevindingen uit het vegetatieonderzoek van zomer 2010. De oude karrevelden in het projectgebied bestaan, net als in 2006, vrijwel geheel uit fraai ontwikkelde brakke graslanden van habitattype1330B met aardbeiklaver en hier en daar kleinschalige pioniervegetaties van habitattype1310A. Verder heeft de herinrichting geleid tot een vergroting van de oppervlakte aan brakke habitattypen binnen het zoete gebied van kruiden- en faunarijk grasland. De uitbreiding van habitattype1310A vindt vooral plaats langs de
kreken in de voormalige landbouwpercelen. Hier is kortarige zeekraal te vinden. Een ontwikkeling van habitatype1330B in de vorm van stomp kweldergras is op verschillende plaatsen in de voormalige landbouwpercelen merkbaar. Bovenstaande ontwikkeling van soorten laat zien dat met de herinrichting van het gebied duidelijk een flinke stap gezet is in de gewenste richting!
Zeegerst
Noordse woelmuis
Noordse woelmuis De noordse woelmuis is de enige ' endemische' zoogdiersoort van Nederland. Endemisch betekent dat een soort alleen in een bepaald (klein) gebied voorkomt. De noordse woelmuis is in feite een ' IJstijdrelict' . Sindsdien is zijn leefgebied versnipperd geraakt en zijn de leefomstandigheden ook achteruitgegaan.
Foto: Jan Vink, Foto Natura
6
Foto: Nico De Bruin
Foto: Kees de Kraker
Flora en fauna
Results Flora and fauna After the construction, the project area is now characterized by shallow creeks, annual brackish pioneering vegetations (habitat type 1310), salt marsh vegetation (habitat type 1330) and florid grassland. In the Summer of 2010 the project area was extensively examined for the development after the construction. The results are promising!
Vegetation
De soort is beschermd door Nederlandse en Europese wetgeving. De noordse woelmuis lijkt prima aangepast aan de omstandigheden in de Zeeuwse delta, maar toch heeft hij het zwaar. Met de uitvoering van het project wordt een aaneengesloten leefgebied gerealiseerd en tegelijk wordt hij bevoordeeld ten opzichte van zijn concurrenten, de aard- en de veldmuis. De veldmuis houdt van lage en drogere begroeiing en de aardmuis van drogere hogere vegetatie. De noordse woelmuis is daarom gebaat bij de natte en/of periodiek overstroomde gebieden met rietruigten zoals die voor ogen is in het projectgebied. De verwachting is dat het leefgebied van de Noordse woelmuis behoorlijk zal toenemen. In de huidige situatie wordt het leefgebied geschat op 10 hectare. Nadat het project is
uitgevoerd is het leefgebied uitgebreid naar circa 80 hectare. Dit biedt een leefgebied aan circa 1500 noordse woelmuizen. Met dit gebied is de bescherming van de noordse woelmuis, een levensvatbare populatie van voldoende individuen gegarandeerd. Naast het ontstaan van dit geschikte leefgebied speelt ook de herstelde verbinding met nabij gelegen leefgebieden een belangrijke rol in het behoud van de soort. Noordse woelmuizen zijn hierdoor beter in staat zich te handhaven in een goede leefomgeving.
Root Vole
Vogels Het gebied is ook geschikt voor tal van Europese belangrijke vogelsoorten. Voorbeelden van broedvogels die van het gebied gebruik maken zijn kluut, noordse stern en visdief. De kuikens van deze grondbroedvogels zijn erg kwetsbaar voor ratten. Het eerder genoemde opzetten van het winterpeil voorkomt dat ratten zich duurzaam kunnen vestigen. Ze kunnen natuurlijk wel zwemmen, maar door het opzetten van het waterpeil lopen hun holen onder. Het gebied speelt ook voor trekvogels een belangrijke rol, omdat het voorziet in een rust- en foerageergebied. Dit geldt onder meer voor een groot aantal brandganzen en goudplevieren, maar ook voor de kleine zilverreiger, de lepelaar en de rosse grutto. Samengevat zal het projectgebied een essentiële bijdrage leveren aan leefgebieden van Europees belang voor Natura 2000 met de daarbij behorende flora en fauna.
Kluut
The species of the dynamic nature of the delta have rapidly anticipated the developments. Within a few years extended brackish vegetations in the area are already present and a special and rare type within the environment, the sea barley, has increased massively. Here are a few results from the vegetation research of the summer of 2010. The old lowlying areas directly behind the dikes (karrevelden) in the project area consist, just like in 2006, almost entirely out of well-developed brackish grasslands of habitat type1330B with strawberry clover and here and there some small-scale pioneering vegetations of habitat type1310A. Consequently, the renovation has led to an enlargement of the surface area of brackish habitat types within the freshwater area of grassland with a profusion of herbs and fauna. The expansion of habitat type 1310A is mainly situated along the creeks of former agricultural plots. Here, the common glasswort can be found. A development of habitat type 1330B in the shape of reflexed saltmarsh-grass is noticeable on several places in the former agricultural plots. Above mentioned development of species clearly shows that with the renovation of the area a big step has been taken in the desired direction!
Foto: Kees de Kraker
7
The root vole is the only ‘endemic’ mammal species in the Netherlands. Endemic means that a species only lives in a certain (small) area. The root vole factually is an ‘Ice age relic’. From that moment his habitat became disintegrated and his living conditions deteriorated. The species is protected by Dutch and European legislation. The root vole seems well-adjusted to the circumstances in the Zeeuwse delta, though this is a difficult situation. With the execution of the project, a closed habitat will be realized and at the same time, he is given a preferential treatment with regard to his opponents, the short-tailed vole and the common vole. The latter likes low and drier cover and the short-tailed vole prefers drier and higher vegetation. Therefore, the root vole benefits from the wet and/or periodically flooded areas with reed brushwoods which is anticipated in the project area. The expectation is that the habitat of the root vole will expand extensively. In the current situation the habitat is estimated on 10 hectares. After the execution of the project, the habitat will be expanded to an estimated 80 hectares. This provides a habitat for about 1500 root voles. With this area the protection of the root vole, a viable population of a sufficient number of individuals, is guaranteed. In addition to the construction of this suitable habitat, the renovated connections with adjoining habitats, play an important part in the preservation of the species. This way, root voles are more capable of maintaining themselves in a fine habitat.
Birds The area is also suitable for a number of important European bird species. For example breeding birds like the avocet, the arctic tern and the common tern also use the area. The chickens of these ground breeding birds are very vulnerable to rats. The previously mentioned rising of the winter level prevents rats from permanent settlement. Naturally, they are able to swim but by rising the water level their holes are flooded. The area plays an important part for birds, because it provides them a resting and feeding ground. This also applies to a large number of barnacle geese and golden plovers, but also for the little egret, the Eurasian spoonbill and the bar-tailed godwit. Summarizing, the project area will make an essential contribution to habitats of European importance to Natura 2000 with the accompanying flora and fauna.
Maatschappelijke aspecten Een groot deel van de zuidkust van Schouwen was voordat het LIFE-project van start ging landbouwgrond. Voor de boeren was het altijd moeilijk goed te produceren vanwege de zoute kwel (omhoog komend zout grondwater).
Agrariërs Dit kwelwater biedt voor natuur enorme kansen. De boeren zijn via landinrichting verplaatst. Voor hen is elders nieuwe en vaak betere grond gevonden. Nog altijd zijn boeren bij de nieuwe natuur betrokken; ze laten er bijvoorbeeld hun vee grazen waardoor de gebieden zo open en aantrekkelijk blijven voor vogels. Het vee rouleert door het gehele gebied. Omwonenden Tijdens de voorbereidingen van de uitvoering zijn regelmatig informatiebijeenkomsten georganiseerd om alle betrokken inwoners te informeren. Daarnaast zijn nieuwsbrieven verzonden aan omwonenden waarin mensen weer werden bijgepraat over de voortgang. Erg leuk was de burendag waarbij
Nieuwe kijker op de Plompe toren
Foto: Natuurmonumenten
mensen werden rondgeleid. Op locatie werd informatie verstrekt. De beelden spreken voor zich! Recreatie Langs de Oosterscheldekust van Schouwen is het heerlijk recreëren. Langs de hele kust tussen Westenschouwen en Zierikzee loopt een fietspad. De fietser komt langs bijzondere locaties zoals de Plompe Toren. Op verschillende plekken kan de verkenning van het gebied begonnen worden, of kan een tussenstop gemaakt worden voor een versnapering. Bij restaurant de Schelphoek is de Prunjehil ingericht. Deze hoge positie, die ook voor mensen met een functiebeperking toegankelijk is, biedt een prachtig uitzicht over de Oosterschelde, het landschap van Schouwen en het natuurgebied. De Zuidkaap, een uitzichtpunt dat herinnert aan de bakens langs de kust voor de scheepvaart, staat juist middenin het natuurgebied. Er worden regelmatig excursies in het natuurgebied georganiseerd voor verschillende doelgroepen De stad Zierikzee is een fantastisch vertrekpunt. Er is ruime parkeergelegenheid en vanuit Zierikzee kunnen ommetjes en langere wandelingen starten. Zierikzee ligt ook ingebed in het fietsknooppuntenssyteem Het projectgebied maakt deel uit van deze routes. Onderweg langs de zuidkust, vlakbij het projectgebied, ligt restaurant de Heerenkeet waar geweldig uitzicht is over de Oosterschelde. De Plompe Toren is een oude kerktoren waar de Vereniging van Natuurmonumenten informatie geeft over de natuur van de Oosterschelde en het binnendijkse Brackish Marsh. Vanuit hier zijn grote delen van de zuidkust te zien. De toren is ingericht als een informatiecentrum en uitkijkpost en een fietsroute leidt u langs de Oosterschelde naar uitzichtpunten en informatie over Brackish Marsh.
Informatieavond voor omwonenden
8
Foto: Dienst Landelijk Gebied
Plompe Toren
Social aspects Plompe Toren Before the LIFE-project started, a large part of the South coast of Schouwen was agricultural land. It was difficult for farmers to have a good production because of the brackish seepage (surfacing saline groundwater).
Farmers
In de nabijheid van de Plompe toren is ook de zogenaamde 'Vogelboulevard' te vinden. Dat het brakke kleimoeras van de Zuidkust bijzondere natuur is, wordt onderstreept doordat Europa LIFE subsidie heeft toegekend voor de inrichting van een deel van het gebied. De zilte vegetaties, de kustbroedvogels en de zeldzame noordse woelmuizen krijgen in het natuurgebied weer de ruimte. De kluut, tureluur en bergeend broeden weer in
ruime aantallen in het waterrijke gebied langs de Oosterschelde. Kolonievogels zoals kokmeeuw, visdief en grote stern zoeken er eilandjes uit voor hun nesten. Natuurlijk is zo’n voedselrijk gebied ook tijdens de voor- en najaarstrek een gewilde tussenstop, vooral bij hoogwater in de Oosterschelde. In de winter zijn er grote aantallen eenden en ganzen te vinden. Kortom, het hele jaar door is er veel te zien.
This seepage water offers great opportunities for nature. The farmers have been moved through land planning. They were provided with new and often better land elsewhere. Still, farmers are involved with the new nature; for example they let their cattle graze there which ensures open and appealing areas for birds. The cattle circulates throughout the entire area.
Neighbouring people During the preparations of the implementation, information meetings have been organized on a regular basis to inform all inhabitants involved. In addition, news letters were send to neighbouring people in order to give current information on the progress. Neighbourday was great fun during which people were given a guided tour. Information was handed on location.The images are self-evident!
Recreation It is nice to recreate along the Oosterschelde coast of Schouwen. Along the entire coast between Westenschouwen and Zierikzee a cycle track is situated. Cyclists pass by special locations like the Plompe Toren. On several spots you are able to start exploring the area or you can stop for a refreshment. At restaurant the Schelphoek, the Prunjehil is arranged. This high spot, which is also accessible for people with a functional limitation, offers a beautiful view of the Oosterschelde, the Schouwen landscape and the nature reserve area. The Zuidkaap, a panoramic point that reminds of the beacons along the coast for shipping traffic, is located right in the middle of the nature reserve area. Regularly, excursions are organized in this area for several target groups. The city of Zierikzee is a marvellous starting point. There is plenty of parking space and from Zierikzee people can start short and long distance walks. Zierikzee is imbedded in the bicycle route system (fietsknooppuntensysteem). The project area is part of these routes. During the tour along the south coast, nearby the project area, restaurant the Heerenkeet is situated which has a tremendous view of the Oosterschelde. The Plompe Toren is an old church tower in which the Vereniging van Natuurmonumenten gives information on the Oosterschelde nature and the inner dike Brackish Marsh. From this point large parts of the south coast can be viewed. The tower is organized as an information centre and as a look-out and a cycle track brings you, along the Oosterschelde, to panoramic points and gives you information on Brackish Marsh. Near the Plompe Toren, the so-called ‘Bird boulevard’ is situated here as well. The fact that the brackish clay marsh of the South coast is a special place in nature, is stressed by the Europe LIFE granted subsidy for the construction of a part of the area. The saline vegetations, the coastal breeding birds and the rare Root Voles are accomodated with space in the nature reserve area. Again, the avocet, the redshank and common shelduck are breeding in sizeable groups in this watery area along the Oosterschelde. Gregarious birds like the black-headed gull, the common tern and the Sandwich tern seek small islands for their nests here. Of course, such an area with plenty of food is also a popular stop-over during the spring and fall migration, especially at high tide in the Oosterschelde. In winter, large number of ducks and geese can be found here. In short, plenty to see during the entire year.
Plompe Toren
Foto: provincie Zeeland
9
Kennisuitwisseling Op 25 juni 2010 ontmoetten beheerders, inrichters, beleidsmakers en soortspecialisten elkaar om kennis uit te wisselen rond de betekenis, de inrichting en het beheer van (binnendijks) brakwatermoeras en de instandhouding van zilte vegetaties, kustbroedvogels en de noordse woelmuis op Schouwen-Duiveland.
Deze dag heeft goede aanbevelingen opgeleverd voor het beheer. In een gebied moeten nadrukkelijk beheerkeuzen worden gemaakt voor kustbroedvogels, noordse woelmuis, vegetatie, overtijende steltlopers of ganzen. Speciaal voor kustbroedvogels zijn goede maatregelen te nemen in de vorm van kunstmatige broedeilandjes. Het instellen van een hoger waterpeil in de karrevelden is van grote betekenis voor de noordse woelmuis. De karrevelden worden gezien als een 'noordse woelmuis reservaat' . Begrazing moet nauwkeurig afgestemd worden. Bij het optreden van verruiging wordt in eerste instantie cyclisch gemaaid, namelijk eens in de 5 jaar. Het is belangrijk om daarbij de vinger aan de pols te houden. Bij teveel verruiging is het nodig om bij te sturen. Inmiddels is een 'Noordse woelmuisbegeleidingscommissie Zuidkust' opgericht. Deze bestaat uit soortenspecialisten én terreinbeheerders. Tot
slot wordt geconcludeerd dat goede monitoring van belang is waarbij zowel het broedsucces bij kustbroedvogels als de ontwikkeling van de noordse woelmuizen belangrijke parameters zijn. Beheerplan Voor ieder natuurgebied wordt een beheerplan opgesteld. Dit is belangrijk om de gewenste natuurdoelen te behalen en in stand te houden. In een beheerplan wordt ook afgesproken dat op gezette tijden het gebied wordt 'gemonitord' . Dan wordt bekeken of de ontwikkeling volgens plan verloopt en of het nodig is om het beheer bij te stellen. Zo zal er bijvoorbeeld worden gekeken naar de ontwikkeling van de zilte vegetaties, broedvogels, overwinterende vogels en de aanwezigheid van de Noordse woelmuis. Het beheerplan voor Brackish Marsh is afgerond en is geldig voor de komende 18 jaar. Het beheer wordt iedere 6 jaar geëvalueerd. De Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten is de beheerder van het gebied en zal er op toezien dat de natuurdoelstellingen in stand blijven en optimaal kunnen ontwikkelen. Het projectgebied is na afronding in eigendom gekomen van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten waarmee zij gebruik kunnen maken van een beheersubsidie. De financiering van het onderhoud is daarmee gewaarborgd.
Het symposium stond in het teken van kennisuitwisseling over de "noden" van de Noordse
Natura 2000 Het aantal soorten planten en dieren in Europa gaat hard achteruit. De Europese Unie heeft zich tot doel gesteld om deze achteruitgang van de biodiversiteit in 2010 te stoppen. Een belangrijk instrument daarvoor is Natura 2000: een samenhangend netwerk van bijzondere natuurgebieden van Europees belang. In Zeeland heeft de minister van EL&I zestien Natura 2000-gebieden aangewezen. Het projectgebied Brackish
woelmuis en de kustbroedvogels. Na de presentaties volgde een gezamenlijk veldbezoek in het projectgebied.
Foto: VZZ
Foto: VZZ
10
Instandhouding van het projectgebied
Exchange of knowledge Conservation of the project area
Marsh maakt deel uit van de Oosterschelde. De Oosterschelde is op 23 december 2009 door de minister van LNV (nu EL&I) definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. Financiën en samenwerking Brackish Marsh is tot stand gekomen met behulp van LIFENature. Dit is een subsidiefonds van de Europese Unie. Het doel van het subsidiefonds is het meefinancieren van maatregelen die nodig zijn voor het behoud of het herstel van
natuurgebieden (Natura 2000). In 2006 is aan de Provincie Zeeland een subsidie toegekend van 1.145.355 euro. De totale kosten bedragen 2.602.050 euro, waarvan iets meer dan de helft wordt betaald door de aanvrager en de partners. Voor dit bedrag is maar liefst 178 hectare nieuwe natuur langs de zuidkust van Schouwen aangelegd. Het project is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Provincie Zeeland (aanvrager) en de partners Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten.
On 25 June 2010, managers, organizers, policy makers and species specialists met each other in order to exchange knowledge with regard to the definition, organisation and management of (inner dike) brackish marsh and the preservation of saline vegetations, coastal breeding birds and the root vole on Schouwen-Duiveland. This day has resulted in recommendable advice for the management. Emphatic management choices need to be made in an area regarding coastal breeding birds, the root vole, vegetation, high-tide refuge waders or geese. Especially for coastal breeding birds functional measures have been taken in the form of artificial breeding islands. Arranging a higher water level in the low-lying areas directly behind the dikes (karrevelden) is highly significant for the root vole. These areas are regarded as a root vole ‘sanctuary’. Grazing needs to be accurately attuned. Initially, cyclic mowing is done once in every five years when brushwood occurs. Here, it is important to keep a finger on the pulse. When there is too much brushwood it is necessary to adjust. Meanwhile, a ‘root vole counselling committee South coast’ is established. This consists of species specialists ánd management of the grounds. Finally and conclusively, good monitoring is significant at which the coastal breeding birds’ breeding success and the development of the root voles are important parameters.
Management plan For every nature reserve area a management plan is organized. This is important in order to reach the desired nature targets and maintain them. In a management plan agreements are made concerning ‘monitoring’ of the area on fixed times. Subsequently, focus is on whether the development is according to plan and whether it is necessary to adjust the management. For example the development of the saline vegetations, breeding birds, hibernating birds and the presence of the root vole are viewed. The management plan for Brackish Marsh is finished and valid for the following 18 years. Management is evaluated every 6 years. The Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten is the manager of the area and she will see to it that the nature targets will be maintained and will be developed optimally. After being finished, the project area became property of the Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten, through which they are able to make use of a management subsidy. The financing of the maintenance is herewith safeguarded.
Natura 2000 The number of plant and animal species in Europe is rapidly declining. The European Union has set her objective on stopping this decline of the biodiversity in 2010. An important instrument is Natura 2000: a coherent web of special nature reserve areas of European significance. In Zeeland, the minister of EL&I has allocated sixteen Natura 2000-areas. The project area Brackish Marsh is part of the Oosterschelde. On 23 December 2009, the Oosterschelde was definitely marked as Natura 2000-area by the minister of LNV (now EL&I).
Finances and cooperation Brackish Marsh was realized with the help of LIFE-Nature. This is a subsidiary fund of the European Union. Target of the subsidiary fund is co-financing measures which are needed for the preservation or conservation of nature reserve areas (Natura 2000). In 2006, the Province of Zeeland was granted a subsidy of 1.145.355 Euros. The total costs amounted 2.602.050 Euros, of which more than half is paid by the applicant and the partners. For this amount, a sizeable 178 hectares new nature along the south coast of Schouwen was constructed. The project came about through cooperation between the Province of Zeeland (applicant) and the partners Dienst Landelijk Gebied (DLG) and the Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten.
Projectgebied na inrichting op 4 augustus 2011
Foto: provincie Zeeland
11
Colofon Fotografie voorzijde: • Luchtfoto projectgebied: Provincie Zeeland • Noordse woelmuis: Kees de Kraker • Plompe Toren: Provincie Zeeland • Aardbeiklaver: Nico de Bruin Fotografie achterzijde • Projectbord Jan Vink, Foto Natura Druk: • LNO drukkerij, Zierikzee PrePress: • Provincie Zeeland Het project is gefinancierd met steun van het Europees fonds LIFE-Nature Provincie Zeeland Afdeling RMW Postbus 165 4330 AD Middelburg www.zeeland.nl Wilt u meer weten? Zie: http://provincie.zeeland.nl/natuur_ landschap/natuurontwikkeling/brakwatermoeras/