HERNIA OF STENOSE OPERATIE LAGE RUG 208
Inhoudsopgave Inleiding ........................................................................................ 3 Hernia Nuclei Pulposi..................................................................... 3 Stenose.......................................................................................... 5 Voor de opname............................................................................. 6 Opname ......................................................................................... 8 Operatie......................................................................................... 8 Na de operatie ............................................................................... 8 Fase 1......................................................................................... 10 Fase 2......................................................................................... 12 Fase 3......................................................................................... 13 Vragenlijst preoperatief HNP- en Stenoseoperatie....................... 14 Quebec Back Pain Disability Scale (QBPDS)................................. 16 Complicaties ................................................................................ 17 Herstel ......................................................................................... 17 Omgang met de rug...................................................................... 17 Liggen, zitten, staan, lopen............................................................ 18 Fietsen, autorijden, openbaar vervoer ............................................. 19 Tillen/voorwerpen oppakken .......................................................... 19 Werk en huishouden ..................................................................... 20 Seks ........................................................................................... 20 Revalidatie, fysiotherapie en sporten .......................................... 21 Revalidatie .................................................................................. 21 Sport .......................................................................................... 22 Vragen ......................................................................................... 23
2
Inleiding U ondergaat binnenkort een operatie aan een hernia en/of stenose van de lage rug (lumbale of lumbosacrale Hernia Nuclei Pulposi). Een neurochirurg van het Sint Franciscus Gasthuis voert deze operatie uit. Deze folder is samengesteld door artsen en fysiotherapeuten van het Sint Franciscus Gasthuis en FysiotherapiePlus en is bedoeld om u te informeren en begeleiden in de periode voor, tijdens en na uw operatie. Het is dan ook van belang dat u deze folder bij u hebt tijdens uw opname in het Sint Franciscus Gasthuis. In de dagen na de operatie geeft de fysiotherapeut in de folder aan welke adviezen, richtlijnen en oefeningen voor u van toepassing zijn. Stap voor stap begeleidt de fysiotherapeut u, met behulp van deze folder, totdat u met ontslag gaat. Dat is vaak al op de tweede of derde dag na de operatie. U gaat pas met ontslag als de neurochirurg en de fysiotherapeut er alle vertrouwen in hebben dat u op een gezonde en veilige manier zelf verder kunt herstellen.
Hernia Nuclei Pulposi Uw rug bestaat onder andere uit een aantal wervels: Halswervels- (7); Borstwervels (12); Lendewervels (5); En een aantal vergroeide heiligbeenwervels waaraan nog vier staartwervels zitten. Daartussen bevinden zich de tussenwervelschijven die bestaan uit een kraakbenige buitenlaag (anulus) van stevig,vezelig materiaal met binnenin een meer geleiachtige, elastische kern (nucleus pulposus). De buitenste vezels kunnen beschadigen en dit kan uitpuiling (hernia) van de kern veroorzaken. Er bestaan verschillende gradaties van uitpuiling, met in het ergste geval tot gevolg dat deze hernia één of meerdere zenuwen beklemt die langs de tussenwervelschijf lopen.
3
Afbeelding: Diverse afwijkingen aan de lendenwervelkolom
Deze zenuwen lopen in het ruggenmerg in een langwerpige zak (dura) naar beneden en verlaten deze zak bij elke tussenwervelschijf. Ze verzorgen de kracht en het gevoel in uw benen, billen, anus en geslachtsorganen. Bij beklemming treedt een uitstralende pijn op die via de bil, meestal langs de achterof buitenzijde van het bovenbeen tot in het onderbeen uitstraalt. Soms straalt de pijn meer in het scheenbeen en naar de grote teen uit. Een andere keer straalt de pijn meer langs de kuit naar de onderkant van de voet. Bij een sterke beklemming van de zenuw kunnen gevoelsstoornissen en zelfs uitvalsverschijnselen ontstaan.
4
Afbeelding: tussenwervelschijf en hernia
De meeste hernia's (90%) ontstaan tussen de derde, vierde en vijfde lendenwervel of tussen de vijfde lendenwervel en het heiligbeen. Dit zijn ook de zwaarst belaste tussenwervelschijven.
Stenose Uw rug bestaat onder andere uit een wervelkanaal. Hier loopt het ruggenmerg en de zenuwen doorheen vanaf uw nek tot aan uw stuitje. Door bijvoorbeeld artrose kan het wervellichaam verbreden, veranderen van vorm, ontstaat er haakvorming en wordt dit kanaal vaak nauwer. Als het kanaal te nauw wordt, kunnen ruggenmerg en zenuwen in de verdrukking komen. Dit kan zich uiten in uitstralende klachten en of kracht- en coördinatievermindering van één of beide benen. Deze vernauwing kan in het centrale kanaal zitten, maar ook in een ander gedeelte waar de zenuwwortel loopt. In beide gevallen spreken we van een stenose.
5
Afbeelding: Normaal wervelkanaal en een wervelkanaal met stenose.
Het komt vaak voor dat er sprake is van een hernia in combinatie met een stenose. In beide bovengenoemde gevallen kan de neurochirurg door middel van een operatie het uitpuilende discusweefsel en/of bot weghalen en meer ruimte maken voor de zenuw. Het weghalen van een bepaald gedeelte van de wervelboog (lamina) heet laminectomie.
Voor de opname Voorafgaand aan de operatie gaat u naar de anesthesist die uitleg geeft over de narcose. Eventueel wordt aanvullend onderzoek gedaan, zoals bloedprikken, een hartfilm en longfoto. Dit gebeurt op de Preoperatieve Screening (POS). In deze folder vindt u vragenlijsten. Wij verzoeken u vriendelijk deze enkele dagen voor uw operatie in te vullen. De dag na de operatie gebruikt de fysiotherapeut in het ziekenhuis deze gegevens om uw behandeling te starten. Ook daarna kan uw fysiotherapeut deze gegevens gebruiken om de behandeling en het resultaat te evalueren. Zorg ervoor dat u schoenen bij zich heeft die u gemakkelijk aan en uit kunt trekken. Veterschoenen zijn vaak lastig omdat u nog niet goed kunt bukken. Zorg in elk geval voor schoenen waarop u gewend bent te lopen en die goed aan uw voeten blijven zitten. Draag liever geen schoenen met hoge hakken. Zorg daarnaast voor kledingstukken die u gemakkelijk kunt aantrekken. 6
Bedenk vóór de operatie of er voldoende hulp en ondersteuning is voor het huishouden op het moment dat u weer naar huis mag. Vraag dus voordat u naar het ziekenhuis gaat of familie of vrienden u na ontslag kunnen helpen met de zwaardere huishoudelijke activiteiten. Als u geen hulp kunt regelen, kunt u dit met uw huisarts bespreken. Hij kan de procedure in gang zetten om professionele hulp aan te vragen. Het is belangrijk dat u vóór de operatie al oefent om, op een voor uw rug veilige manier, in en uit bed te komen. U heeft er na de operatie profijt van als u al goed weet hoe het moet. Stap 1 Bij het uit bed komen is het belangrijk uw rug recht te houden. Trek vanuit rugligging uw benen iets op zodat uw voeten plat op het bed staan. Stap 2 Draai daarna op uw zij met knieën en schouders tegelijk. Stap 3 Steek uw voeten over de rand van het bed. Tegelijkertijd duwt u zichzelf zijwaarts omhoog. Stap 4 Vanuit zittende positie kunt u nu uit bed gaan.
Terug in bed is hetzelfde maar in omgekeerde volgorde. Het bed moet geheel vlak zijn wanneer u in of uit bed wilt gaan.
7
Opname Een dag voor de operatie of op de dag van de operatie wordt u in het Sint Franciscus Gasthuis opgenomen. Denk eraan dat u uw thuismedicatie meeneemt.
Operatie De operatie vindt plaats onder algehele narcose. De narcose wordt ingeleid door een infuus in de onderarm. Bij de operatie maakt de neurochirurg een verticale snede in de rug. Voor de herniaoperatie wordt via de rug de uitpuilende tussenwervelschijf die de klachten veroorzaakt opgezocht. Niet alleen de uitpuiling, maar ook de resterende hoeveelheid weefsel van de kern van de tussenwervelschijf wordt verwijderd. De onderlinge beweeglijkheid van de wervels kan door het verwijderen van de tussenwervelschijf afnemen. In de praktijk geeft dit echter geen problemen. Voor de stenoseoperatie wordt dezelfde soort incisie gemaakt, soms iets groter wanneer op meerdere niveaus bot moet worden verwijderd. Het kan voorkomen dat de operatie een combinatie van uitpuilend weefsel van de discus èn bot verwijderen is, om zo voldoende ruimte te creëren voor het zenuwweefsel.
Na de operatie Als de narcose is uitgewerkt, wordt u wakker op de uitslaapkamer. Na de operatie ligt u op uw rug. De verpleegkundigen controleren regelmatig uw bloeddruk en hartslag. Als u goed wakker bent, wordt u door een verpleegkundige van uw afdeling weer opgehaald. De eerste drie uur na de operatie is het noodzakelijk dat u op uw rug ligt. Daarna helpt een verpleegkundige u met het draaien op uw zij. U krijgt ‘wisselligging’, afwisselend op de linker- of rechterzijde. Wel moet u proberen dit afwisselend draaien niet te vaak te doen. Als richtlijn is ongeveer twee á drie uur op een kant liggen aan te bevelen.
8
Uw rug wordt op deze manier gespaard en de wond aan uw rug kan goed genezen. Draai dus niet te vaak. Draaien in bed moet u met een rechte rug doen, zie de afbeeldingen eerder in deze folder. In overleg met uw arts of het verplegend personeel mag u op uw rug of buik liggen, maar dan wel met een rechte rug en mits u zich zo kunt ontspannen. Na de operatie kunt u last hebben van wondpijn. De pijnklachten in het been kunnen geheel verdwenen zijn. Het komt echter ook voor dat de pijnklachten van voor de operatie tijdelijk nog aanwezig of zelfs heviger zijn. Dit is onder andere afhankelijk van: De ernst en duur van uw aandoening en/of klachten voor de operatie; De uitgebreidheid van uw operatie en de postoperatieve zwelling. Ook kan het zijn dat u tijdelijk pijn ervaart in het andere been. Dit is een gevolg van de operatie en verdwijnt weer na een korte tijd. Het is belangrijk dat u de verpleegkundige vertelt als u pijn heeft. U krijgt dan een pijnstillend middel. De pijn wordt hierdoor draaglijker, u kunt uzelf beter ontspannen, beter slapen en zodoende sneller herstellen van de ingreep. Op de dag van de operatie komt de fysiotherapeut niet bij u langs. De verpleegkundigen helpen u wanneer u in bed van houding moet veranderen. Meestal komt u de eerste keer uit bed met hulp van een verpleegkundige. De eerste dag na de operatie, soms wat eerder, mag u onder begeleiding van de verpleegkundige alweer uit bed en de daarop volgende dagen gaat u geleidelijk aan uw activiteiten en oefeningen uitbreiden. Als u teveel pijn krijgt tijdens zitten of lopen moet u naar uw rug luisteren en uw bed weer opzoeken. Hieruit blijkt dat niet de snelheid waarmee u revalideert van belang is, maar de manier waarop. Iedereen geneest het best in zijn eigen tempo.
9
Therapie Vanaf de eerste dag na de operatie komt dagelijks een fysiotherapeut langs om oefeningen door te nemen en de voortgang van uw herstel te bespreken en te testen. De periode na de operatie, is opgedeeld in drie fasen. Het is verschillend hoe lang patiënten erover doen om de fasen te doorlopen. Deze indeling en het oefenschema zijn een algemene leidraad. Afhankelijk van uw herstel adviseert de fysiotherapeut u in welke fase van de revalidatie u bent, en geeft de juiste oefeningen aan. Wij adviseren u om niet zelf al meer te gaan doen. U probeert de geleerde oefeningen drie keer per dag zelf te doen. Blijf bij alle oefeningen goed doorademen. U moet de oefeningen rustig uitvoeren en de houding enkele tellen vasthouden. Herhaal elke oefening minimaal tien keer. Lukt dit nog niet, dan bouwt u het aantal herhalingen in de komende week op. De oefeningen mogen in deze fase niet te pijnlijk zijn voor uw rug, de wond of uw benen. Ook let u erop dat de klachten, die u in uw benen heeft of had ten gevolge van de hernia, niet daardoor verergeren of terugkomen. Fase 1 In deze fase kunt u twee tot drie uur uit bed. U verdeelt de komende dagen de tijd die u uit bed bent steeds over de hele dag. U gaat voornamelijk kleine stukjes lopen op de kamer en gang. U gaat nog niet de afdeling af. U zit nog zo min mogelijk. U kunt zittend aan tafel of op de rand van het bed eten, maar doet u hier liever niet langer dan ongeveer tien minuten over. De eerste dag houdt u het bed plat en gebruikt u één kussen. Het beenstuk van het bed kunt u wat hoger doen om het bekken iets te kantelen en daardoor de onderrug iets te ontspannen. Dit kan uitsluitend terwijl u op uw rug ligt. Als u op uw zij wilt liggen, gaat slapen of in en uit bed wilt gaan, dan maakt u eerst het bed weer helemaal vlak. Dit is van belang om het operatiegebied in uw rug te beschermen.
10
Oefening 1 U ligt op uw rug met gestrekte benen. Beweeg uw voeten afwisselend op en neer. Oefening 2 U ligt op uw rug. Buig en strek afwisselend uw linker- en rechterbeen. Uw voet moet hierbij over het bed glijden. Als dit goed gaat pakt u afwisselend één knie met beide handen vast en trekt u die rustig richting uw borst. Er mag geen rek op de wond ontstaan.
Oefening 3 U ligt op uw rug met gestrekte benen. Knijp uw billen samen om ze na enkele tellen weer volledig te ontspannen. Oefening 4 U ligt op uw rug met uw benen gebogen en uw voeten plat op het bed. Span uw dwarse buikspieren aan door uw navel iets in te trekken en/of uw bekkenbodemspieren aan te spannen. Houd deze spanning even vast en probeer hierbij door te ademen. Ontspan na enkele seconden. Oefening 5 U ligt op uw rug met uw benen gebogen en uw voeten plat op het bed. U houdt uw knieën tegen elkaar en beweegt ze rustig een klein stukje naar links en naar rechts tot ongeveer schouderbreedte.
11
Fase 2 Vandaag kunt u ongeveer vier uur uit bed. Het hoofdeinde van het bed mag iets omhoog. Als u loopt, probeert u dat weer iets meer ontspannen te doen. Bij voorkeur loopt u in een redelijk tempo, zodat de armen losjes mee bewegen. De normale beweging van uw rug tijdens het lopen kan zich zo weer gaan herstellen. Dit heeft een gunstige invloed op het herstel van uw wond en de beweeglijkheid van uw rug. Oefening 6 Bekkenkantelen. U ligt op uw rug met gebogen benen. U spant uw dwarse buikspieren aan (zie oefening 4) en duwt de onderrug in het bed, u tilt uw billen iets op. Uw onderrug wordt nu afgevlakt en meer in het bed geduwd. Houdt dit een paar tellen vol en beweeg dan terug.
Oefening 7 U ligt op uw rug met uw benen gebogen en uw voeten plat op het bed. U trekt de navel in (zie oefening 4), knijp uw billen samen en til ze op tot ook uw onderrug los komt van het bed. Uw handen steunen goed op de onderlaag van het bed. Rol uw rug van boven naar beneden weer af tot u weer plat op het bed ligt.
12
Fase 3 Datum: U kunt nu ongeveer vijf uur uit bed. Als u nog niet naar huis bent, kunt u eventueel de afdeling af gaan als u dat wilt. Wij vragen u het te melden aan de verpleegkundige als u de afdeling verlaat. Als het kan, gaat u vandaag naar huis. Indien nodig gaat u eerst nog traplopen met de fysiotherapeut. Oefening 8 U ligt op uw rug met uw benen gebogen en uw voeten plat op het bed. Strek uw armen voor u uit. Til nu uw hoofd en beide schouderbladen van het bed en reik met uw rechterhand naar de buitenkant van uw linkerknie. Laat uw schouders weer zakken en reik dan met uw linkerhand naar de buitenkant van uw rechterknie. U spant nu de schuine buikspieren aan. Oefening 9 U ligt op uw rug met opgetrokken benen. U strekt nu het rechterbeen en tilt het rustig omhoog tot u rek voelt aan de achterkant van uw been of in uw rug. Uw knie mag niet buigen. Beweeg uw voet nu op en neer. Til tot slot uw hoofd een stukje op. Na vijf à tien seconden wisselt u van been. Als de oefening erg zwaar is of pijn doet kunt u uw been lager houden of zelfs laten liggen of de oefening uitstellen en het morgen nogmaals proberen. Eenmaal thuis kunt u nog oefeningen doen in stand, bijvoorbeeld: op uw hakken en op uw tenen lopen of stukjes zijwaarts lopen. Doorzakken en weer opstrekken van uit de knieën. Dit is vooral nuttig als er sprake was of is van uitval of zwakte van bepaalde beenspieren.
13
Vragenlijst preoperatief HNP- en Stenoseoperatie Vragenlijst gelieve vóór de operatie in te vullen! Persoonsgegevens Datum van de operatie: Naam:……………………………………………………………………………….…………… Geboortedatum:………………………………. Geslacht: m/v Medische diagnose:………………………………………………………………………. Beroep:…………………………………………………………………………………………. Loophulpmiddel? Nee/ja, namelijk:……………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. Moet u thuis traplopen? Nee/ja Woont u alleen of met uw partner of is er iemand anders die u de eerste weken kan helpen in het huishouden? Nee/ja, namelijk………………………………………………………………………………………… Heeft u jonge kinderen: Nee/ja, in de leeftijd van……………………… Vragenlijst Wat is uw voornaamste klacht? ……………………………………………………….…………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………… Geef op onderstaande tekening Geef aan waar u eventueel aan waar de (pijn)klachten zich tintelingen, verdoofd of bevinden. veranderd gevoel ervaart.
14
Heeft u minder kracht in uw been/benen of arm/armen? Nee/ja, namelijk………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Hoe lang bestaan de huidige klachten? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………... Kent u de oorzaak van het ontstaan van de klachten?……………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………….. Hoe ver kunt u lopen? ………………………………………………………………………………………………………. Heeft u deze klachten al eerder gehad? Zo ja, korte toelichting ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. Bent u verder goed gezond? Ja/nee, namelijk ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. Doet/deed u aan sport? Nee/ja, namelijk ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Overige bijzonderheden ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
15
Quebec Back Pain Disability Scale (QBPDS) Vragenlijst gelieve vóór de operatie in te vullen! Geef aan hoeveel moeite u vandaag heeft met de volgende activiteiten. Onderstaande vragenlijst gaat over de manier waarop uw rugklachten uw dagelijks leven beïnvloeden. Mensen met rugklachten kunnen moeite hebben met het uitvoeren van sommige dagelijkse activiteiten. Wij willen graag weten of u moeite heeft met het uitvoeren van onderstaande activiteiten vanwege uw rugklachten. Voor elke activiteit is er een schaal van 0 tot 5. Wilt u bij iedere activiteit één antwoord kiezen (geen activiteit overslaan), en het daarbij behorende cijfer omcirkelen. Heeft u vandaag moeite om de volgende activiteiten uit te voeren vanwege uw rugklachten
Opstaan uit bed
Totaal geen moeite
Nauwelijks moeite
Enige moeite
Veel moeite
Zeer veel moeite
Niet in staat
0
1
2
3
4
5
De hele nacht slapen
0
1
2
3
4
5
Omdraaien in bed
0
1
2
3
4
5
Auto rijden
0
1
2
3
4
5
20 tot 30 minuten (achter elkaar) staan
0
1
2
3
4
5
Enkele uren in een stoel zitten
0
1
2
3
4
5
Een trap oplopen
0
1
2
3
4
5
Een klein eindje lopen ( 300400 m)
0
1
2
3
4
5
Enkele kilometers lopen
0
1
2
3
4
5
Naar een hoge plank reiken
0
1
2
3
4
5
Een bal werpen
0
1
2
3
4
5
Een eindje hardlopen ( 100m)
0
1
2
3
4
5
Iets uit de koelkast pakken
0
1
2
3
4
5
Het bed opmaken
0
1
2
3
4
5
Sokken ( of panty) aantrekken
0
1
2
3
4
5
Voorover buigen om bijv. badkuip of W.C. schoon te maken
0
1
2
3
4
5
Een stoel verplaatsen
0
1
2
3
4
5
Een zware deur opentrekken of openduwen
0
1
2
3
4
5
Dragen van 2 tassen met boodschappen
0
1
2
3
4
5
Een zware koffer optillen en dragen
0
1
2
3
4
5
16
Complicaties Zoals bij elke chirurgische ingreep, is ook hier een aantal complicaties bekend, zoals: De operatie heeft onvoldoende geholpen; Een verminderde kracht en gevoel in een bepaald deel van een been of voet. Dit is meestal van tijdelijke aard en herstelt meestal vanzelf; Een wondontsteking; Liquor lekkage; Risico's van narcose, zoals bij elke andere ingreep die onder narcose plaatsvindt.
Ontslag Op dag twee of drie na de operatie, mag u als het verantwoord is met ontslag. De hechtingen worden de tiende dag na de operatie verwijderd. U krijgt hiervoor een afspraak mee als u met ontslag gaat. De hechtingen worden verwijderd door de doktersassistente op de polikliniek in het ziekenhuis.
Herstel Omgang met de rug Normaal gesproken krijgt u in de weken na de operatie steeds minder last en kunt u meer gaan doen. Voor een optimaal herstel is het nodig dat u steeds meer gaat doen en normale functie gaat vragen van alle weefsels van de rug. De discus en andere structuren in de rug moeten weer in alle richtingen gebruikt gaan worden, in logische opbouw. Toch kunt u nog niet alles doen. Het duurt maanden voor de spieren en tussenwervelschijf in uw rug weer helemaal sterk zijn. Vooral in de eerste zes de eerste weken na de operatie bent u èn uw rug minder belastbaar. U moet dan ook goed (leren) luisteren naar uw eigen lichaam en uw activiteiten aanpassen aan wat u aankan. Bij pijn in uw rug of been kunt u het beste van houding veranderen, iets anders gaan doen of gaan liggen op uw rug of zij. In principe moet u er wel naar streven om steeds meer te gaan doen, de bron van de pijn is immers weg. Bij toenemende klachten kan het nodig zijn dat u het rustiger aan doen of een bepaalde activiteit nog moet vermijden.
17
U kunt tot ongeveer drie maanden na de operatie nog zenuwirritatie en verschijnselen in bil en/of been merken. Dit is normaal. Dit geldt ook voor de hele wervelkolom, zeker als die lang niet op een normale manier gebruikt is, of als u deze lang moest ontzien. De oefeningen uit deze folder en mogelijk ook de begeleiding van een fysiotherapeut helpen u te herstellen. Zo zorgt u voor voldoende functie van de rompspieren, een goede beweeglijkheid en een goed uithoudingsvermogen. Ook voor de toekomst, om nieuwe problemen te voorkomen, is het van belang om op een goede manier met uw geopereerde rug om te gaan. Liggen, zitten, staan, lopen Wanneer u naar huis gaat, kunt u elke dag een uurtje langer uit bed, mits het goed blijft voelen. U gaat regelmatig wandelen, maar ook dit bouwt u rustig op. Begin met een rondje van bijvoorbeeld tien minuten en bouw dit langzaam op tot (een aantal keer) een half uur of als dat gaat langer. Neem de eerste vier tot zes weken regelmatig rust door te gaan liggen. Wissel activiteiten, zoals lopen, staan en zitten af. Voor lang staan is afwisseling tussen verschillende mogelijkheden het meest ideaal, bijvoorbeeld: Uw lichaamsgewicht steeds van links en naar rechts brengen. Dit is een actieve manier van staan die er voor zorgt dat de rug minder snel moe wordt; Een been iets hoger zetten, bijvoorbeeld op een klein opstapje, en dat afwisselend met links en rechts te doen; Met de billen steunen op of tegen een randje of muur. Zitten is een belasting voor de discus. Houd daarom een goede zithouding aan. Dat is het gemakkelijkst op een stoel met een hoge, licht achterover hellende rugleuning en met steun in uw onderrug. Eventueel kunt u hierbij een kussentje gebruiken. De stoel moet hoog genoeg zijn om recht te kunnen zitten met uw voeten op de grond. Een tuinstoel of bureaustoel die verstelbaar is, voldoet meestal goed. 18
Probeer ontspannen te zitten, zonder onderuit te zakken. Blijf in de eerste vier tot zes weken niet langer dan zestig minuten achter elkaar zitten. Beweeg regelmatig even tussendoor op de stoel of loop een stukje. Later mag u dit wel proberen het zitten op te bouwen, zoals andere activiteiten. Fietsen, autorijden, openbaar vervoer U kunt in de eerste week na de operatie starten met fietsen op een hometrainer. Als u zich daarna voldoende fit voelt en de kracht in de benen laat het toe, kunt u ook buiten weer een stukje gaan fietsen. Let vooral op bij hobbelige wegen of paden, de schokbelasting kan nog provocerend zijn. Wij raden u af de eerste vier weken na de operatie zelf auto te rijden. Het is pas veilig om weer zelf auto te rijden als de volledige kracht, het gevoel en de sturing in uw beide benen terug zijn. Daarnaast moet u voldoende kunnen draaien om goed in uw dode hoeken te kijken. De eerste weken is deze zithouding, in combinatie met het gebruik van armen/benen en het concentreren op weg en verkeer veelal nog te belastend. In de auto stappen vereist in het begin een aparte techniek. Steun zoveel mogelijk op uw armen, terwijl u recht naar achter gaat zitten. U zit dan als het ware zijwaarts op uw autostoel met uw benen buitenboord. Zet daarna een been in uw auto en houd uw rug recht als u draait. U kunt dit eventueel vergemakkelijken door een plastic zak op uw stoel te leggen. Als u ver weg moet met de auto, probeer dan elk half uur ergens te stoppen en een paar minuten te lopen. Als u met het openbaar vervoer wilt reizen, is het goed om u af te vragen of u echt al fit genoeg bent om te wachten op de tram, trein of bus en te zitten op de veelal krappe stoelen en banken. Tillen/voorwerpen oppakken Als u iets wilt oprapen dat niet te zwaar is, tilt u vanuit uw benen met gestrekte rug. Als het nodig is steunt u hierbij op de benen of op een tafel of stoel die in de buurt staat. Voorwerpen die u moet dragen houdt u dicht tegen u aan.
19
Probeer vooral de eerste zes weken geen zware dingen te tillen. Geleidelijk aan kunt u het gewicht opvoeren. Algemene aandachtspunten bij bukken en tillen: Trek uw navel iets naar binnen voordat u kracht zet, til bewust; Til rustig; Til het voorwerp zo dicht mogelijk bij uw lichaam; Til niet boven schouderhoogte; Vermijd een maximaal voorovergebogen houding van uw romp in combinatie met tillen. Pas op met bukken en draaien; Til met twee handen. Werk en huishouden Bij de eerste controle, doorgaans zes weken na de operatie, overlegt u met de neurochirurg over wanneer en hoe u weer aan het werk kunt gaan. Sommige werksituaties zijn zodanig dat u al eerder weer kunt starten met werken. Overleg dit met uw bedrijfsarts. Bouw het aantal uren dat u werkt wel rustig op. Het meest ideale werk is dat waarbij u steeds van houding kunt veranderen, zitten, staan, lopen. Zoek binnen uw eigen werk naar mogelijkheden om zo veel mogelijk in houding te variëren. De eerste zes weken probeert u zwaardere huishoudelijke activiteiten te vermijden. Stofzuigen, bedden verschonen, dweilen, ramen lappen, enzovoort kunt u beter aan anderen overlaten. U kunt na ontslag uit het Sint Franciscus Gasthuis normaal gesproken wel weer rustig beginnen met lichte huishoudelijke activiteiten zoals de was doen, afwassen, kleine beetjes strijken en kleine klusjes op werkhoogte. Als u boodschappen doet, verdeel de boodschappen dan over twee tassen, voor elke hand een tas. Maak de tassen niet te zwaar. Een krat vullen met boodschappen is onverstandig, zeker als u deze in een auto moet plaatsen. Seks Seks hoeft niet gemeden te worden. Vermijd wel houdingen die te veel pijn veroorzaken in uw rug of de uitstralende klachten van voor uw operatie laten terugkomen.
20
Revalidatie, fysiotherapie en sporten Revalidatie Ons advies is om de eerste vier weken na de operatie de oefeningen uit deze folder te doen en de gegeven adviezen op te volgen. Daarbij en daarna adviseren we u verder te gaan revalideren om uw conditie te verbeteren en uw rug-, buik-, en beenspieren verder te versterken. Dit kunt u doen op de polikliniek Fysiotherapie van het Sint Franciscus Gasthuis of bij een aantal adressen van FysiotherapiePlus. Voorwaarde is wel dat u ongeveer binnen twintig minuten reistijd op deze locatie bent in verband met de beperkte belastbaarheid van uw rug in deze fase. U kunt er ook voor kiezen bij u in de buurt naar een therapeut te gaan, of naar de eigen therapeut terug te gaan. De inhoud van de therapie moet wel voornamelijk bestaan uit oefentherapie. Therapievormen als massages, manipulaties of gebruik van applicaties als elektrotherapie zijn hierbij geen bewezen behandelingen. De fysiotherapeuten van het Sint Franciscus Gasthuis zijn een samenwerkingsverband aangegaan met FysiotherapiePlus. De ziekenhuistherapeuten hebben in overleg met de therapeuten van deze locaties een, volgens de laatste inzichten, optimaal programma opgesteld, waarin u begeleidt wordt met uw herstel. Dit is gebaseerd op de KNGF-ontwerprichtlijn Postoperatief Lumbosacraal Radiculair Syndroom. Tijdens uw verblijf in het Sint Franciscus Gasthuis kunt u bij de fysiotherapeut aangeven waar u wilt revalideren. Denkt u hier dus vast over na. Als u kiest voor revalidatie bij FysiotherapiePlus of in het Sint Franciscus Gasthuis wordt u binnen een aantal weken gebeld door een fysiotherapeut van FysiotherapiePlus of vanuit het Sint Franciscus Gasthuis. Er wordt gesproken over uw herstel en u kunt nog vragen stellen.
21
U krijgt een afspraak wanneer u gaat starten met het programma. Afhankelijk van de locatie gaat u één of twee keer per week revalideren tot maximaal twaalf weken na de operatie.
Locaties van FysiotherapiePlus Lockatie Voorburgstraat Voorburgstraat 14 3037 PM Rotterdam Telefoonnummer: 010 - 466 5102 Locatie Park Medisch Centrum Hoofdweg 90 3067 GH Rotterdam Telefoonnummer: 010 - 714 6120 Locatie Witte de With Sint Jobsweg 10 3024 EJ Rotterdam Telefoonnummer: 010 - 425 4488 Sport Als u thuis bent, kunt u starten met laag belastende activiteiten zoals bijvoorbeeld fietsen op een hometrainer en later buiten fietsen. Na ongeveer twee tot vier weken kunt u gaan zwemmen als u het gevoel heeft dit aan te kunnen. De wond moet goed genezen (dicht) zijn. Begin rustig aan en bouw geleidelijk op. Wanneer u weer kunt starten met andere sporten hangt sterk af van het type sport dat u wilt gaan beoefenen. Tennis, voetbal en zaalsporten zijn vrij explosief en minder goed te doseren. Hardlopen kan zeker de eerste periode na de operatie nog te belastend zijn.
22
Overleg met uw fysiotherapeut of specialist hoe en wanneer u sport weer op kunt pakken. Sport is natuurlijk heel belangrijk om uw conditie op peil te brengen en te houden en draagt daarmee bij aan het verbeteren van uw belastbaarheid.
Vragen Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u deze tijdens uw verblijf in het Sint Franciscus Gasthuis aan de fysiotherapeut, uw behandelend arts of de verpleegkundige van de afdeling stellen. Als u na ontslag uit het Sint Franciscus Gasthuis nog vragen heeft, dan kunt u telefonisch contact opnemen met de polikliniek Neurochirurgie, via telefoonnummer 010 - 461 6440. Meer informatie kunt u vinden op de volgende websites:
www.nvvn.org/patienteninfo/rug-hernia.php www.nvvn.org/patienteninfo/rug-stenose.php www.fysiotherapieplus.nl www.ziekenhuis.nl Ga naar ‘video’s’ -> kies voor neurologie > meest effectieve herniaoperatie
Voor het samenstellen van deze folder is onder andere gebruik gemaakt van de volgende bronnen: KNGF ontwerprichtlijn Postoperatief Lumbosacraal Radiculair Syndroom KNGF patiëntenfolders. ‘Minder last van uw rug’ en ‘Weer op de been na een hernia’. De brochure ‘Fysiotherapie na een hernia’ uit het Laurentius Ziekenhuis in Roermond.
Augustus 2013
23